Ter vergelijking met de MJA3-doelstelling worden de indices voor productieproces, keten en duurzame energie gesommeerd.

Vergelijkbare documenten
MEE CONVENANT. Methodiek energie efficiëntie

Management review. CO2-reductiesysteem. Rapportage juli 2015 (referentiejaar = 2010) I. Bangma O. Van der Ende

Projectaanvraag Versterking sociale infrastructuur t.b.v. burgerkracht in Fryslân

Voorbeeldvragen Methodiek NEN 2767

Vier centrale thema s & VSNU 2.0. Centraal staan de volgende vier doelstellingen, waaronder alle projecten en activiteiten een plaats hebben:

Bijlage A. Modelbeschrijving. CE Oplossingen voor milieu, economie en technologie. Jessica van Swigchem Gerrit de Wit (EIM)

Projectomschrijvingen van het Uitvoeringsprogramma Visie Openbaar Vervoer 2020

Cliëntprofielen sector visueel 2015

MVO Zelfverklaring Beantwoording 40 vragen

Bomen over Bomen. Bomen en de APV

TOEZICHTKADER ACCREDITATIESTELSEL HOGER ONDERWIJS. september 2014

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland

352),(/(1352*5(66,( ,QOHLGLQJ

Nota "Afstoten gemeentelijk vastgoed ( )"

Hoe kan uw overheidsorganisatie professionalisering en verduurzaming van het inkoopproces bewerkstelligen

Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012

Subsidietoetsingskader VVE gemeente Raalte Doelstelling subsidie:

IWI. De Gemeenteraad Postbus 11563

Rapportage voortgang Project Rapportage voortgang Auteur

VERHOUDINGEN 2. Doelgroep Verhoudingen 2. Omschrijving Verhoudingen 2

BIJLAGE H- Concrete uitwerking Management SWV PassendWijs bij JAARPLANNING- WERKAGENDA SWV PASSENDWIJS

Kenneth Smit Consulting -1-

Plan van Aanpak Solidariteitswerk in sectoren.

Notitie Evaluatie Dienstverlening en Financiën Antwoord

Wat is een Balanced ScoreCard?

Meerjarenplan MJA Kalkzandsteen- en Cellenbetonindustrie

Registratie na opleiding in het buitenland

Verdiepend onderzoek Wmoinkoopproces

Tussenrapportage: plan van aanpak raadsenquête grondexploitatie Duivenvoordecorridor.

Gemeente Ede. Memo. Bijlage 2 (behoort bij )

Aanvullingen op handboek Veiligheidsladder (VL) ten behoeve van pilot

Rollenspel Jezus redt

Verklaring de-minimissteun

Uw kenmerk Ons kenmerk Toestelnummer 2009/ Uw brief d.d. Behandeld door Bijlagen R.M.C. Strijker

BIJLAGE B SUBSIDIEPROGRAMMA PROEFTUINEN DUURZAME MOBILITEIT: RIJDEN OP BIOGAS EN HOGERE BLENDS BIOBRANDSTOFFEN

TOELICHTING KOSTEN MOZAÏEKBEHEER OPEN GRASLAND

1.1 Verantwoording Indeling Treasurystatuut 2

m m ^-4^ Heden Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Controleprotocol Sociaal Domein

Toelichting Checklist Optimale informatie beleggingsverzekering

1) Voorstel tot afschaffing belasting op drankslijterijen

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Winterswijk

Projectplan Peel en MaasNet

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Communicatieplan (3-C-2)

Stappenplan BTW-verhoging van 19 naar 21% per 1 oktober 2012

Saxionstudent.nl CE 1

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Analyse bijdragen onder de drempelwaarde. (0.05 mol/ha/jaar) AERIUSA. 4 juli Datum. Status. Definitief. Auteurs

RICHTLIJNEN BIJ HET OPSTELLEN VAN HET RAPPORTERINGMODEL EX ANTE VOOR DE BEHEERDER VAN HET ELEKTRICITEITSTRANSMISSIENET

Schade protocol Zuiderpark Stadswalzone

Introductie MVO Prestatieladder

KINDEREN EN JONGEREN.

MedewerkerMonitor Benchmark in de Zorg

Nieuwsbrief 1 Groen Licht

IT Management Group. Samenvatting PRINCE2 2009

Huurdersvereniging In De Goede Woning ACTIVITEITENPLAN

Beslissingsondersteunende instrumenten. Criteria September 2015 Stichting Kwaliteit in Basis GGZ

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet

D i e n s t v e r l e n i n g s d o c u m e n t

Jaarbeoordeling 2017 Meijerink Wegenbouw bv, Gezichtslaan 276, 3723 MA Bilthoven Versie: juni Jaarbeoordeling CO Juni 2018

VWO-I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT. Bij het examen: NATUURKUNDE VWO 1986-I. 2 Scoringsvoorschrift

PERSBERICHT Brussel, 14 juni 2017

Voorstel aan de Gemeenteraad

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling voor scheidingsbegeleiders [versie ]

8.2. Ziekteverzuim en (ziekte)verzuimbegeleiding

PWO-oproep Personeelsmededeling

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

*** Enquête *** afstudeerscriptie over de huidige elektronische verbindingen*

Dossier Ecocheques. Bron: Lex4you op BOL BUDIV vzw Kerkstraat Gentbrugge budiv.be budiv.

Protocol time-out, schorsing en verwijdering van leerlingen

FAQ Innovatieve bedrijfsnetwerken versie 18 november 2015

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken

Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension. D2.1 GIFTED MODEL November 2012

Registratienummer: GF Datum: 6 september 2011 Agendapunt: 7

Bijlage: 1. Voortgangsrapportage 2007 Uitvoeringsprogramma RR2020.

Naam van de organisatie: Uw naam: Wat is uw functie? Tot welke sector behoort uw organisatie? Wat is de omvang van uw organisatie?

Toezicht op het verloop van gerechtelijke onderzoeken. Lessen uit de zaak ABC in Veurne.

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) Toelichting, tips en stappenplan

Toepassing vrijstelling energiebelasting 2012 i.v.m. opwekken elektriciteit

Verbanden 3. Doelgroep Verbanden 3. Omschrijving Verbanden 3

Ontwikkelplan sturen op kwaliteit

BIJLAGE. Bevindingen en aanbevelingen van de auditors van DG REGIO

Duurzaam inzetbaar in een vitale organisatie

Eenheidsstatuut arbeiders - bedienden

CPR305/2011/EU VERORDENING BOUWPRODUCTEN

Samenvattend rapport Operationeel Leidinggevenden

MEMO. Betreft : Overeenkomst naar aanleiding van overleg met vakorganisaties op 17 maart Aan : Vakorganisaties Van : Directie.

PERSBERICHT Brussel, 16 augustus 2017

E-pupillen. Leeftijdskenmerken

Alleen m.b.t. vergoedingen pedagogisch Instemming. medewerkers (hoofdstuk 1 uit de regeling) Advies

Voorontwerp Decreet Gereglementeerde boekenprijs

HOE WERKT HET INTERGOVERNMENTAL PANEL ON CLIMATE CHANGE (IPCC)?

Stichting de Wielborgh Wonen, zorg en welzijn. Van harte welkom. Training Meten moet! Casper van der Most

Les Hernieuwbare energie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Meerjarenplan Energie-efficiency Nederlandse Universiteiten Samenvatting van de universitaire Energie Efficiency Planne n

Management review. CO2-reductiesysteem. Rapportage Jan 2016 (Referentiejaar = 2010) I. Bangma O. Van der Ende

Transcriptie:

MJA3 cnvenant Methdiek energieefficiency Alle inspanningen van bedrijven gericht p energiebesparing in het prductieprces en in de keten en met het g p de inzet van duurzame energie, wrden gehnreerd: zij wrden in abslute mvang (Jule) gewaardeerd en gerapprteerd. De besparingsmvang van maatregelen vrmt samen met de wijzigingen in het energieverbruik dr vlumentwikkeling en invled van mgevingsfactren een nlsmakelijk geheel. Op sectrniveau wrden alle inspanningen van bedrijven in hun abslute mvang geaggregeerd. Rapprtage vindt p dezelfde wijze plaats als bij bedrijven, met een uitdrukkelijke plaats vr cijfermatige nderbuwing en kwalitatieve telichting van vlumeeffecten en mgevingsfactren. Het cnvenantniveau kent rapprtage langs vier lijnen: Alle inspanningen ter besparing van energie in het prductieprces en de keten en ter vergrening van de energievrziening dr de inzet van duurzame energie wrden in Jule pgenmen. Alle inspanningen wrden geïndexeerd. Energiebesparing in het prductieprces en in de keten wrden als verbetering van de energieefficiency beschuwd, de inzet van duurzame energie wrdt als vergreningsaandeel van de energievrziening gezien. Ter vergelijking met de MJA3delstelling wrden de indices vr prductieprces, keten en duurzame energie gesmmeerd. In relatie tt Schn & Zuinig wrden de indices in beperkte mate bij elkaar pgeteld. De energiebesparing in het prductieprces en in een deel van de keten t.w. in de prductieketen in Nederland (zie hierna vr uitleg) wrden geïndexeerd en in de energieefficiencyverbetering uitgedrukt. Omdat de inzet van duurzame energie niet langer als energieefficiency maar als aandeel duurzame energie geldt, wrdt deze afznderlijk gepresenteerd. Pagina van 6

Inleiding Het Platfrm MJA3 heeft p 3 februari 200 ingestemd met deze nieuwe Methdiek energieefficiency. Via een brief d.d. 2 februari 200 heeft de vrzitter van het Platfrm MJA3, de heer Prieckaerts, alle MJA3deelnemers p hfdlijnen ver het besluit geïnfrmeerd. De nieuwe methdiek vldet aan de daaraan gestelde criteria van eenvud, transparantie en betruwbaarheid. Deze mem gaat gedetailleerder p de gemaakte afspraken in. Met de nieuwe methdiek is tevens het prtcl energieefficiency gedgekeurd. Dit prtcl bestaat uit 2 delen: Prtcl Mnitring, prcedure, bijlage MJA3, hfdstuk 3A; Prtcl Mnitring, methdiek, bijlage MJA3, hfdstuk 3B. Deze prtcllen zijn beschikbaar p www.rv.nl. Indien er specifieke werkafspraken zijn gemaakt binnen uw sectr met betrekking tt de methdiek, wrden deze werkafspraken gerespecteerd, k binnen de nieuwe methdiek. Eventuele aanpassingen daarvan wrden besprken in het verleg tussen uw brancherganisatie, betrkken verheidspartijen en de Rijksdienst vr Ondernemend Nederland. In de mnitringrnde ver 2009 is de methdiek vr het eerst tegepast. De methdiek betekent geen verzwaring van administratieve lasten vr uw bedrijf: de dataverzameling blijft hetzelfde. In de mnitring ver 2009 is de energieefficiency vlgens de nieuwe methdiek dr de Rijksdienst vr Ondernemend Nederland berekend en naast de huidige methdiek gepresenteerd. Prbleembeschrijving ude methdiek De Methdiek energieefficiency, die ten grndslag ligt aan de berekeningen in het energieefficiencyplan (EEP) en de mnitring van de vrtgang daarvan, was te aan vernieuwing, vanwege een drietal redenen: De belangrijkste cnstatering bij de ude methdiek is dat de drie pijlers van het cnvenant (prductieprces, ketens, duurzame energie) alle drie uitsparing van cnventinele energiebrnnen nastreven, maar dat aan elk van de drie pijlers een ander principe ten grndslag ligt. In het prductieprces is dit energieefficiency, bij ketens energiebesparing en bij duurzame energie vergrening van de energievrziening. Het ptellen van de drie indices geeft daardr een vertekend beeld. Bvendien is de indicatr van de belangrijkste pijler, energieefficiency van het prductieprces, niet ged in staat de belangrijkste cnvenantinspanning te meten. Deze indicatr meet namelijk niet alleen het uitveren van besparende maatregelen, maar k tal van andere meer f minder beïnvledbare factren, zals bijv. prducteisen. Daarnaast is afstemming met de Eurpese Richtlijn betreffende energieefficiency bij het eindgebruik en energiediensten (ESD) ndig. De gevlgen van de ESD vr de wijze van berekening van energiebesparing en energieefficiency zullen in het landelijke Prtcl Mnitring Energiebesparing (PME) wrden verwerkt. Het huidige mnitringprtcl van MJA2 wijkt gerlfd van het PME af. Meer transparantie van de MJA3resultaten kmt de gelfwaardigheid van het cnvenant ten gede. Daarm is aansluiting gezcht bij de wijze van presenteren van energiebesparing in het PME. Tt slt is met wijziging van MJA2 in MJA3 een natuurlijk mment aangebrken m tt een nieuwe methdiek te kmen; z mgelijk is vr MJA3 en MEE dezelfde methdiek gehanteerd, maar bij gebleken verschillen is recht gedaan aan de bijzndere psitie van elk van de cnvenanten. Pagina 2 van 6

Nieuwe methdiek De nieuwe methdiek is gebaseerd p het hnreren van de inspanningen van bedrijven p alle pijlers en p alle aggregatieniveaus. De methdiek heeft vral gevlgen vr de wijze van presentatie van de resultaten. Pijler : Prductieprces Op alle niveaus wrden besparingen, vlumeveranderingen en mgevingsfactren in gerapprteerd, alleen p cnvenantniveau wrden deze geïndexeerd dat wil zeggen in energieefficiency uitgedrukt. In werkelijkheid is het verschil in energieverbruik van jaar p jaar het gevlg van een aantal factren, waarbij energiebesparende maatregelen in belangrijke mate de inspanningen van bedrijven weergeven. In de nieuwe methdiek wrdt de efficiencyverbetering in het prductieprces gebaseerd p de energiebesparende maatregelen. Dat wil zeggen dat energiebesparende maatregelen p aan de wijziging van het energieverbruik en k van de energieefficiency bijdragen. De nieuwe frmule vr de efficiencyverbetering in het prductieprces p cnvenantniveau luidt: energiebesparing prductieprces werkelijk energieverbruik + energiebesparing prductieprces Omdat kwantificering van energiebesparende maatregelen ndig is m aan de energieefficiency van het prductieprces bij te dragen, kst het bedrijven meer meite m k kleine maatregelen te inventariseren en p te veren. Bedrijven zeken zelf naar een ptimum vr het rapprteren van kleine maatregelen. Naast energiebesparende maatregelen beïnvleden k andere factren het energieverbruik in het prductieprces. Deze verige invleden dragen niet langer bij aan de energieefficiency, maar dienen als nderbuwing van de verandering in energieverbruik van jaar p jaar. Delstelling is m de verandering van het werkelijk energieverbruik inzichtelijk te maken, m bedrijven ged (in)zicht te laten behuden in (de veranderingen p) het ttale energieverbruik. Pijler 2: Ketenprjecten Op alle niveaus wrden besparingen, vlumeveranderingen en mgevingsfactren in gerapprteerd, alleen p cnvenantniveau wrden deze geïndexeerd dat wil zeggen in energieefficiency uitgedrukt. Vr ketenprjecten geldt dat zij leiden tt energiebesparing in alle delen van de keten: prductiefase (prductieketen) f gebruiksfase (prductketen), in f buiten Nederland (zie ter verduidelijking nderstaande tabel). Tt de prductieketen behren prjecten als materiaalbesparing, ptimalisatie distributie en ptimalisatie prductafdanking en herverwerking. Onderdeel van de gebruiksfase vrmen prjecten in de sfeer van vermindering energieverbruik tijdens prductgebruik, ptimalisatie functievervulling en ptimalisatie levensduur. Het idee achter dit nderscheid is dat prducent, cnsument en wetgever een gezamenlijke verantwrdelijkheid hebben m tt energiebesparing te kmen bij prducten die energiezuiniger zijn in de gebruiksfase. Dr middel van Ecdesign wetgeving heeft de verheid een grte invled bij het realiseren van energiebesparing in de prductketen, terwijl k cnsumenten dr hun aankpkeuze het realiseren van energiebesparing kunnen beïnvleden. De prductieketen echter zit veel meer in de directe invledsfeer van het bedrijf, waardr daar gerealiseerde besparingen meer aan het bedrijf te te rekenen zijn. Pagina 3 van 6

Binnen Nederland Buiten Nederland ) 2) ) % % Prductieketen 00% 00% 00% 0% Prductketen 00% 0% 00% 0% 2) ) : alle inspanningen wrden gehnreerd 2) %: in indexering telt alleen besparing in prductketen in Nederland mee De frmule vr indexering van de energiebesparing in de keten is als vlgt, ter vergelijking met de MJA3delstelling p cnvenantniveau: energiebesparing keten werkelijk energieverbruik + energiebesparing prductieprces Om de energiebesparing in de keten aan Schn & Zuinig te relateren, wrdt de vlgende frmule gehanteerd. energiebesparing prductieketen NL werkelijk energieverbruik + energiebesparing prductieprces Pijler en 2 samen: energieefficiencyverbetering De efficiencyverbeteringen in het prductieprces en in de prductieketen in Nederland samen leiden tt de energieefficiencyverbetering p cnvenantniveau, vlgens de frmule: energiebesparing prductieprces + prductieketen NL werkelijk energieverbruik + energiebesparing prductieprces In de nemer van deze drie frmules is telkens de energiebesparing in het prductieprces pgeteld bij het werkelijk energieverbruik, net als dat bij de energieefficiencyverbetering in het prductieprces gebeurt. De reden daarvan is dat p deze manier ptelling van de efficiencyverbeteringen snel en crrect kan plaatsvinden. Pijler 3: Duurzame energie Bij de inzet van duurzame energie wrdt nderscheid gemaakt in eigen pwekking en inkp van duurzaam pgewekte energie. De inkp van duurzame energie mag alleen dan wrden meegeteld indien een bedrijf kan aantnen dat het vr de inkp van duurzame energie een extra inspanning heeft geleverd. Deze inspanning dient zichtbaar te zijn, bijv. in de vrm van een hgere prijs vr grene ten pzichte van grijze energie (niet al in mnitring ver 2009). De inzet van duurzame energie wrdt niet langer als energiebesparing en energieefficiency gepresenteerd en daarmee lsgekppeld van prductieprces en keten. De frmule vr het vergreningsaandeel van de energievrziening p cnvenantniveau, waarbij eigen pwekking en inkp wrden meegenmen, luidt als vlgt: inzet duurzame energie werkelijk energieverbruik Pagina 4 van 6

Dataverzameling In de dataverzameling dr bedrijven vindt geen verandering plaats. De nieuwe methdiek leidt vral tt een andere presentatie van de resultaten. Op hfdlijnen leveren bedrijven de vlgende gegevens aan, inclusief nderbuwing: Energieverbruik Energiebesparende maatregelen prductieprces en keten (incl. uitsplitsing naar prductieen prductketen, binnen en buiten Nederland) en de inzet van duurzame energie Verder zijn nderstaande aspecten essentieel in de dataverzameling, mdat zij samen met de energiebesparing dr maatregelen de wijzigingen in het energieverbruik verklaren: Invledsfactren prductieprces. Omdat invledsfactren niet meer bij de berekening van de energieefficiency meetellen, verdwijnt de ndzaak tt het crrigeren vr drgaans negatieve invledsfactren. Wel kunnen berdelingen interessant blijven vr het inzicht in gewijzigd energieverbruik. Vlumeveranderingen prductieprces. Prestatiematen blijven van belang mdat zij het bedrijf inzicht geven in het energieverbruik per eenheid prduct. Vr MJA3 geldt 2005 als referentiejaar. Alleen vanaf 2005 nieuw getrffen f geïntensiveerde bestaande energiebesparende maatregelen tellen mee bij de inspanningen en de indexering. Die resultaten wrden pgeteld bij de behaalde energieefficiencyverbetering 9982005, m p die manier een relatie te leggen met de delstelling van 45% energieefficiencyverbetering 998 2020. Vrbeeldberekening en presentatie resultaten De MJA3resultaten wrden in de tekmst als vlgt gerapprteerd, verdeeld naar de drie niveaus: bedrijf, sectr en MJA3. De cijfers in de tabellen zijn fictief. Bedrijfsniveau Aspect Werkelijk energieverbruik (E werk) verslagjaar Prcesmaatregelen Ketenprjecten Prductieketen Binnenlands Buitenlands Prductketen Binnenlands Buitenlands Duurzame energie Eigen pwekking Inkp Energieefficiencyverbetering Aandeel duurzame energie Absluut 00 0 8 6 5 2 4 3 8 4 Pagina 5 van 6

Sectrniveau Aspect Werkelijk energieverbruik (E werk) verslagjaar Prcesmaatregelen Ketenprjecten Prductieketen Binnenlands Buitenlands Prductketen Binnenlands Buitenlands Duurzame energie Eigen pwekking Inkp Energieefficiencyverbetering Aandeel duurzame energie Absluut 0.000.000 500 800 600 00 200 00 00 400 00 300.800 400 Cnvenantniveau Aspect Absluut Relatie tt MJA3 delstelling ) Werkelijk energieverbruik 00.000 (E werkelijk) verslagjaar Relatie tt delstelling Schn & Zuinig 2) Prcesmaatregelen 0.000 9, % 9, % = 0.000 / (00.000 + 0.000) Ketenprjecten 8.000 7,3% Prductieketen 6.000 5,5 % Binnenlands 5.000 4,6% Buitenlands Prductketen Binnenlands Buitenlands Duurzame energie Eigen pwekking Inkp Ttaal resultaat.000 2.000.000.000 4.000.000 3.000 8.000 = 0.000 + 8.000 0,9%,8 % 0,9 % 0,9 % 4,0 %,0% 3,0% 20,4 % = 9, + 7,3 + 4,0 4,6 % = 5.000 / (00.000 + 0.000) 4,0 % = 4.000 / 00.000 3,7 % = 9, + 4,6 MJA3 energieprestatieindicatr Energieefficiencyverbetering Aandeel duurzame energie ) intern: t.b.v. cnvenantpartijen 4.000 n.v.t. 2) extern: frmeel gerapprteerd aan Tweede Kamer en gerelateerd aan Schn & Zuinig 4,0 % = 4.000 / 00.000 Pagina 6 van 6