de directeur van [school1] te [vestigingsplaats], mevrouw [directeur], verweerder gemachtigde: de heer mr. F.J.J.M. Janssen

Transcriptie

1 Klacht over schooladvies is gegrond omdat het schooladvies onzorgvuldig tot stand is gekomen. Maar dat de hoogte van het schooladvies evident onjuist is, is niet gezegd. ADVIES inzake de klacht van: [verzoekers] te [woonplaats], ouders van [leerling1], klagers gemachtigde: mevrouw mr. M.M. de Roon tegen de directeur van [school1] te [vestigingsplaats], mevrouw [directeur], verweerder gemachtigde: de heer mr. F.J.J.M. Janssen 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van 18 april 2018, aangevuld op 29 mei 2018, hebben klagers op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerder ingediend met de volgende inhoud: [verzoekers] klagen over de inhoud en de totstandkoming van het schooladvies van [leerling]. Vanuit het secretariaat van de Commissie is telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. Verweerder heeft op 30 mei 2018 een verweerschrift ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 6 juni 2018 te Utrecht. Klaagster en verweerder zijn op de zitting verschenen. Zij werden ieder bijgestaan door hun gemachtigde. Verder is op de zitting verschenen de leerkracht, tevens informant. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Wat in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. 2. DE FEITEN In het schooljaar zit [leerling1] in groep 8 van [school1] (hierna: de school) / advies d.d. 3 juli 2018 pagina 1 van 5

2 Eind 2016 (groep 7) heeft de school als voorlopig schooladvies vmbo (zonder leerweg) gegeven. In groep 7 heeft een dyscalculieonderzoek bij [leerling1] plaatsgevonden. Een onderdeel daarvan was een IQ test (IQ 100). Een dyscalculieverklaring is afgegeven. In september 2017 is op verzoek van klagers een psychodiagnostisch onderzoek bij [leerling1] afgenomen, met als resultaat een IQ van 108. In oktober 2017 is er een drempelonderzoek bij [leerling1] afgenomen. De resultaten daarvan waren: woordenschat: havo, begrijpend lezen: havo, taalverzorging: vmbo theoretische leerweg (hierna: vmbo-tl), rekenen: praktijkonderwijs/basis (i.v.m. dyscalculie). Gemiddeld resultaat: vmbo kaderberoepsgerichte leerweg (hierna: vmbo-kader). Technisch lezen is niet getoetst. Op 15 november 2017 heeft de school het voorlopig advies aan klagers toegelicht. In de maanden daarna hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden met klagers en is er verkeer geweest over het voorlopig schooladvies. Uit het onderwijskundig rapport van 18 februari 2018 volgt dat de school als definitief eindadvies vmbo-kader heeft gegeven. De uitslag van de IEP-eindtoets 2018 is vmbo-basisberoepsgerichte leerweg/kader. De school heeft naar aanleiding van de uitslag het schooladvies niet heroverwogen of bijgesteld. 3. VISIE PARTIJEN Visie klagers Het schooladvies is gebrekkig en niet zorgvuldig tot stand gekomen. Alle beschikbare informatie dient te worden betrokken bij de totstandkoming van het schooladvies. Het drempelonderzoek moet op de juiste manier worden getoetst en de uitslag van het IQonderzoek moet worden meegenomen. Dat heeft de school niet gedaan. Het voorlopig schooladvies is gerelateerd aan het document De brug over in (opgesteld door een tweetal samenwerkingsverbanden). Daarin wordt een IQ van 100 verbonden met vmbogl/tl, maar de school heeft dat niet meegewogen bij het gegeven schooladvies. Omdat er volgens de school meer in [leerling1] zit dan hij laat zien, hebben klagers in 2017 opnieuw een IQ-onderzoek laten doen. Het resultaat daarvan was een IQ van 108. Volgens De brug over in behoort bij die score een havoadvies. Dat [leerling1] meer kan dan hij laat zien, blijkt ook uit de resultaten voor begrijpend lezen van de IEP-eindtoets en het drempelonderzoek. [leerling1] krijgt op school extra begeleiding voor rekenen, maar het heeft lang geduurd voordat dat daadwerkelijk ook is ingezet. De beloofde rekencoach is er nooit gekomen. In groep 7 was het voorlopig schooladvies ook gl/tl. Het schooladvies dient daarom te worden bijgesteld naar vmbo-gl/tl. Dat advies doet meer recht aan het feitelijke niveau van [leerling1]. Klagers willen niet dat [leerling1] onder zijn niveau wordt geplaatst, omdat hij dan mogelijk ook zal gaan onderpresteren. [leerling1] moet worden uitgedaagd / advies d.d. 3 juli 2018 pagina 2 van 5

3 Visie verweerder Het schooladvies is zorgvuldig tot stand gekomen. Vmbo-kader is het maximum haalbare voor [leerling1]. Het schooladvies is gebaseerd op de uitkomst van de opgedane kennis en vaardigheden uit het zesde, zevende en achtste leerjaar, de sociaal emotionele ontwikkeling, de werkhouding en het gedrag van de leerling. De schoolrapporten van de afgelopen jaren, de uitslagen van de Cito-toetsen, de uitslag van het drempelonderzoek en de IEP-eindtoets en de werkhouding van [leerling1] onderschrijven het schooladvies. De werkhouding van [leerling1] baart de school al jaren zorgen en is niet ondersteunend om tot een hoger advies te komen. [leerling1] werkt onnauwkeurig, heeft veel behoefte aan structuur en is niet zelfsturend. Een goede werkhouding is van belang om in het voortgezet onderwijs succesvol te kunnen zijn. Bij het voorlopig schooladvies vmbo is geen niveau vermeld. Dat niveau wordt pas later ingevuld als alle gegevens zijn verzameld. De school heeft nooit een vmbo-gl/tl-advies gegeven. Ook heeft de school het advies niet tussentijds bijgesteld. De school sluit overigens niet uit dat [leerling1] na verloop van tijd alsnog kan opstromen naar vmbo gl/tl. Bij het vaststellen van het schooladvies is ook rekening gehouden met de dyscalculie van [leerling1]. De uitslag van het drempelonderzoek (vmbo-kader) sluit aan bij het schooladvies. Dat de score voor begrijpend lezen in het drempelonderzoek afwijkt van de scores van de toetsen van de voorgaande jaren is voor de school geen reden om het schooladvies aan te passen. Deze score wordt ook niet ondersteund door resultaten vanaf groep 5. Bovendien betreft het een gemiddelde van scores. Technisch lezen wordt nooit meegenomen bij het bepalen van het schooladvies. Dat wordt niet gevraagd door het voortgezet onderwijs. In principe dienen leerlingen aan het eind van de basisschool het eindniveau te hebben behaald. De uitkomst van de IEP-eindtoets was lager. Die uitkomst was voor de school een bevestiging van het afgegeven advies. Daarom heeft de school het advies ook niet heroverwogen. De school heeft naar aanleiding van het voorlopig schooladvies regelmatig met klagers gesproken over de problemen die de school ervaarde met het gedrag van [leerling1]. Tijdens die gesprekken zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van rekenen. De intern begeleider is ingezet en [leerling1] kreeg vier keer per week extra hulp. Op maandagen is pre-teaching ingezet en zat [leerling1] elke rekenles bij de instructiegroep. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De Commissie is terughoudend bij het toetsen van schooladviezen, aangezien het onderwijzend personeel van een school bij uitstek de deskundigheid en professionaliteit heeft om het kennen en kunnen van een leerling te beoordelen. Dat betekent dat de Commissie toetst of de procedure om tot dat advies te komen zorgvuldig is geweest. Slechts als het advies evident onjuist is, zal de Commissie zich uitlaten over de hoogte van het schooladvies. De Commissie is niet bevoegd om een schooladvies te geven of te wijzigen. De kern van de klacht is dat het schooladvies onzorgvuldig tot stand is gekomen en [leerling1], gelet op zijn cognitieve capaciteiten, niet het juiste schooladvies heeft gekregen / advies d.d. 3 juli 2018 pagina 3 van 5

4 Partijen verschillen daarnaast van mening over het gegeven voorlopige schooladvies. Klagers menen dat het advies vmbo-gl/tl moet zijn en volgens verweerder is dat vmbo, zonder nadere aanduiding van de leerweg. De Commissie stelt vast dat het in elk geval een vmbo-advies betreft. De school heeft aangegeven dat zij bij de totstandkoming van het schooladvies veel waarde hecht aan de uitkomst van de Cito-toetsen in combinatie met de werkhouding en de motivatie die zij in de klas bij een leerling zien. Een drempelonderzoek wordt afgenomen om te kijken of het beeld dat is verkregen op basis van de Cito resultaten klopt. Uit de resultaten van het bij [leerling1] afgenomen drempelonderzoek blijkt dat [leerling1] op begrijpend lezen beter presteert (havo-niveau) dan uit de resultaten van de Cito-toetsen zichtbaar is. Dat resultaat was voor de school geen reden om tot een ander (hoger) advies te komen. Volgens de school is dit een eenmalige afwijking, die ook niet past bij het beeld dat de school van [leerling1] heeft. Dat het een eenmalige afwijking was, is de Commissie niet gebleken. Bij de IEP-eindtoets scoorde [leerling1] voor begrijpend lezen zelfs een iets hoger niveau dan formeel voor een havo-advies is vereist. Ook dat was voor de school geen reden om het schooladvies te wijzigen. De school heeft daarmee geen overtuigende onderbouwing gegeven van het niet meenemen van de hogere scores voor begrijpend lezen in het drempelonderzoek en de IEP-eindtoets bij de bepaling van het schooladvies. Hoewel de school heeft aangegeven ook voldoende rekening te hebben gehouden met de dyscalculie van [leerling1], heeft zij dit voor de Commissie niet aannemelijk gemaakt. Vanwege zijn dyscalculie scoort [leerling1] zwak voor rekenen, waardoor de totale (gemiddelde) score van de afgelegde toetsen lager is. Voor de school is die gemiddelde score een bevestiging van het schooladvies. Dat het eindresultaat van de IEPeindtoets (negatief) is beïnvloed door de resultaten voor rekenen acht de Commissie duidelijk. Ook bij de drempeltoets wordt de gemiddelde score nadelig beïnvloed door de (zeer) zwakke prestatie bij rekenen. De school lijkt daar geen rekening mee te hebben gehouden. De school is in de uitleg daarvan en daarmee in de motivering van haar advies tekortgeschoten. De Commissie begrijpt dat de school [leerling1] wenst te beschermen voor faalervaringen door hem niet een te hoog schooladvies te geven. De goede intenties van de school staan hier dan ook niet ter discussie. Dat laat echter onverlet dat de school bij de totstandkoming van het advies ook de mogelijkheid van [leerling1] om zich verder te ontwikkelen qua werkhouding en op het gebied van leerprestaties, dient mee te wegen. En de school dient in haar onderbouwing van het advies, zeker als daar onenigheid over is, de afweging van de verschillende en elkaar soms tegensprekende informatiebronnen kenbaar te maken. De Commissie vindt dat de school er onvoldoende blijk van heeft gegeven open te staan voor de resultaten uit de IEP-eindtoets en het drempelonderzoek, die een ander beeld geven van het leerniveau van [leerling1] dan de Cito-toetsen. Een en ander leidt tot het oordeel dat de klacht over de totstandkoming van het schooladvies in die zin gegrond is. Waarmee overigens niet gezegd is dat de hoogte van het door de school gegeven advies (evident) onjuist is. Daarvan is de Commissie niet gebleken. In zoverre is de klacht dan ook ongegrond / advies d.d. 3 juli 2018 pagina 4 van 5

5 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE Landelijke De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht over de totstandkoming van het schooladvies gegrond is. De klacht over de hoogte van het advies is ongegrond. 6. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE De Commissie beveelt het bevoegd gezag van [school1] aan om met de ouders en de mogelijke vervolgschool op basis van alle beschikbare informatie een goede afweging te maken over wat de beste plek is voor [leerling1] in het voortgezet onderwijs. Het formuleren van de onderwijsbehoeften van [leerling1] op basis van alle beschikbare informatie, kan ondersteunend zijn bij het maken van een goede afweging. Aldus gedaan te Utrecht op 3 juli 2018 door mr. A.A.A.M. Schreuder, voorzitter, drs. C.A. Hoos, en drs. L.F.P. Niessen, leden, in aanwezigheid van A. Gordon, secretaris. mr. A.A.A.M. Schreuder voorzitter A. Gordon secretaris / advies d.d. 3 juli 2018 pagina 5 van 5