ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.

Transcriptie

1 Klacht over schooladvies wordt teughoudend getoetst. Schooladvies is gebaseerd op objectieve gegevens en is zorgvuldig tot stand gekomen. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw [klagers] te [woonplaats], ouders van [de leerling], klagers tegen de directeur van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van 9 februari 2018, en aangevuld op 26 februari 2018, hebben klagers op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerder ingediend. Het secretariaat van de Commissie heeft telefonisch contact gehad met klagers over de klacht en het verzoek tot versnelde behandeling. Gezien de inhoud van de klacht en de uiterste inschrijfdatum voor het voortgezet onderwijs heeft de Commissie besloten de klacht versneld in behandeling te nemen. De Commissie heeft de klacht als volgt samengevat: [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure. Verweerder heeft op 5 maart 2018 een verweerschrift ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 7 maart 2018 te Utrecht. Klagers en verweerder zijn ter zitting verschenen. Verweerder was vergezeld van de leerkracht van groep 8, de intern begeleider (hierna ook ib er) en de leerkracht groep 7, allen als informant. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. Op 8 maart 2018 heeft de secretaris telefonisch aan partijen het dictum meegedeeld. 2. DE FEITEN In het schooljaar zit [de leerling] in groep 8 van [de school]. In maart 2017 ([de leerling] zit in groep 7) heeft er een oudergesprek plaatsgevonden, waarbij het uitstroomniveau van [de leerling] is besproken / advies d.d. 20 maart 2018 pagina 1 van 5

2 In juni 2017 heeft de school/leerkracht in een gesprek met [de leerling] en klagers aan [de leerling] het oriënterend schooladvies vmbo-theoretische leerweg (vmbo-t) gegeven. In dit gesprek zijn afspraken gemaakt over de werkpunten van [de leerling]. Ook is aangegeven dat de werkhouding van [de leerling] en begrijpend lezen aandachtspunten zijn. In november 2017 heeft [de leerling] het preadvies vmbo-t gekregen. Hierbij is aangegeven dat begrijpend lezen een aandachtspunt blijft. In januari 2018 heeft de school besloten om het advies aan te passen, omdat de werkhouding van [de leerling] is verbeterd. Op 24 januari 2018 wordt het definitieve schooladvies van [de leerling], vmbo-t/havo, met klagers besproken. Op 25 januari 2018 maakt de school bekend dat de leerkracht van groep 8 een fout heeft gemaakt bij het nakijken van de door [de leerling] gemaakte Cito-toets begrijpend lezen. Daardoor heeft hij een E gescoord, terwijl hij bij correct nakijken een C gescoord zou hebben. Klagers en de school spreken vervolgens af, om niets over het hoofd te zien, dat bij [de leerling] een extra spellingtoets zal worden afgenomen. Op 1 februari 2018 in de ochtend heeft er een vervolggesprek over het advies plaatsgevonden, waarbij klagers, de leerkracht en de ib er aanwezig waren. Vanwege nader overleg zal het gesprek in de middag worden voortgezet. Diezelfde middag heeft de school aan klagers laten weten dat advies zal worden gevraagd van een adviseur passend onderwijs (hierna: APO). [de leerling] heeft begin februari 2018 een extra Cito-toets begrijpend lezen gemaakt. Op 7 februari 2018 heeft er overleg plaatsgevonden tussen klagers, de directeur, de leerkracht, de ib er en de APO. De APO heeft geconcludeerd dat het schooladvies passend is, gezien de resultaten en het uitstroomprofiel vanaf groep 6. Tijdens het gesprek met klagers heeft verweerder dit aan klagers verteld. De school blijft bij het advies. Klagers dienen uiteindelijk op 9 februari een klacht in bij de Commissie. 3. VISIE PARTIJEN Visie klagers Klagers vinden dat het schooladvies van [de leerling] onzorgvuldig, maar vooral op ondoorzichtige wijze tot stand is gekomen. Klagers willen dat het schooladvies wordt bijgesteld van vmbo-t/havo naar havo. De basis voor het schooladvies zijn de uitslagen van de Cito-toetsen, de resultaten van de methode gebonden toetsen en de rapportcijfers. Klagers zien daarin juist groei bij [de leerling] en zijn werkhouding en niveau begrijpend lezen zijn verbeterd. Het is voor klagers onduidelijk hoeveel waarde verweerder aan de verschillende onderdelen toekent. Klagers hebben [de leerling] medio februari 2017 laten testen op dyslexie bij [de praktijk], praktijk voor Psychologie, Pedagogiek & Remedial Teaching. [de leerling] heeft geen dyslexie, maar wel een achterstand voor spelling. [de leerling] heeft met hulp van [de praktijk] gewerkt aan de spellings-problematiek en later ook begrijpend lezen. Hij heeft hierdoor zijn achterstand ingelopen. Ter zitting hebben klagers verklaard dat het klopt dat zij tot 24 januari 2018 het schooladvies, vmbo-t, aanvaardbaar vonden. Klagers waren aanvankelijk ook blij met het (aangepaste) definitieve schooladvies, vmbo-t/havo. Tegelijkertijd waren zij verrast dat de uitslagen van de / advies d.d. 20 maart 2018 pagina 2 van 5

3 Cito-toetsen van januari 2018 op onderdelen onverklaarbaar slecht waren. Klagers hebben daarom inzage gevraagd in de Cito-toetsen. Toen bleek dat er aantoonbaar fouten waren gemaakt bij het nakijken van de Cito-toets begrijpend lezen. Na het maken van een extra Citotoets en de uiteindelijke bekendmaking van de resultaten daarvan, bleef verweerder bij het gegeven schooladvies. Voor klagers is dat onbegrijpelijk. Over de onafhankelijkheid van de door verweerder ingezette APO hebben klagers hun twijfels. Klagers vinden dat een te laag schooladvies schadelijk is voor [de leerling]. En daarbij begrijpen klagers niet dat de tweelingbroer van [de leerling] wel een havoadvies heeft gekregen, terwijl de resultaten van zijn Cito-toetsen nauwelijks verschillen van die van [de leerling]. Visie verweerder Verweerder stelt zich op het standpunt dat het schooladvies is gebaseerd op gegevens uit meerdere jaren en niet alleen op de resultaten in het laatste schooljaar. Het schooladvies is dan ook passend bij de gegevens die volgen uit het LeerlingVolgSysteem (LVS), de methode gebonden toetsen en de werkhouding van [de leerling]. In het LVS is de ontwikkeling van [de leerling] gevolgd. Het rapport van [de praktijk] is wel besproken, maar is door klagers niet aan verweerder overgelegd en daarom ook niet betrokken bij het schooladvies. Na overleg met klagers in groep 7 zijn er afspraken gemaakt over de werkpunten van [de leerling]. De leerkracht in groep 8 is met dezelfde werkwijze doorgegaan als in groep 7 omdat de resultaten geen reden gaven voor een andere aanpak. In november 2017 heeft verweerder geconstateerd dat de werkhouding van [de leerling] is verbeterd, maar bij begrijpend lezen ziet de leerkracht uit de methode gebonden toetsen geen ander beeld dan in de voorgaande jaren. Het advies blijft vmbo-t. Ook de Cito-toets begrijpend lezen heeft hij niet beter gemaakt dan de toets in groep 7. Uit de tweede afgelegde toets begrijpend lezen bleek dat [de leerling] dezelfde fouten maakte als bij de eerste toets. Verweerder laat [de leerling] nog een extra toets begrijpend lezen maken, maar de resultaten bevestigen het beeld dat de school van [de leerling] had. Omdat havo voor [de leerling] nog een stap te ver was/is, maar de school [de leerling] een kans wil geven door te kunnen stromen naar de havo, heeft de school het dubbele advies vmbo-t/havo gegeven. De APO heeft geconcludeerd dat het gegeven schooladvies, vmbo-t/havo ambitieus maar passend is. Daarom is dit advies gehandhaafd. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De Commissie is terughoudend bij het toetsen van schooladviezen, aangezien het onderwijzend personeel van een school bij uitstek de deskundigheid en professionaliteit heeft om het kennen en kunnen van een leerling te beoordelen. Dat betekent dat de Commissie toetst of de school in redelijkheid tot het uitgebrachte schooladvies heeft kunnen komen en of de procedure om tot dat advies te komen zorgvuldig is geweest. De Commissie is niet bevoegd om een schooladvies te geven of te wijzigen. Op grond van de door klagers en verweerder aangeleverde stukken, met name de resultaten uit het LVS, acht de Commissie het advies vmbo-t/havo niet onbegrijpelijk. Inhoudelijk heeft de / advies d.d. 20 maart 2018 pagina 3 van 5

4 school het advies gebaseerd op diverse objectieve gegevens over meerdere schooljaren. Gebleken is dat verweerder de hele leerlijn van [de leerling] heeft gevolgd. Verder heeft verweerder zich voortdurend afgevraagd of de school wellicht iets over het hoofd heeft gezien bij de totstandkoming van het schooladvies. De uitstroomvisie over de afgelopen drie jaren geeft een consistente lijn, namelijk vmbo-t. Klagers hebben dat ook niet weersproken. Klagers hebben tot 24 januari 2018 steeds aangegeven dat het schooladvies voor hen aanvaardbaar was. Verweerder heeft op basis van alle gegevens, en om [de leerling] een kans te geven, besloten het definitieve schooladvies aan te passen naar vmbo-t/havo. Daarbij heeft de gemaakte fout bij het nakijken van de Cito-toets begrijpend lezen de uitkomst van het schooladvies niet veranderd. Ook is gebleken dat de school voor de totstandkoming van het advies gesprekken heeft gevoerd met diverse betrokken professionals, zoals leerkrachten en interne begeleiders. In dat kader heeft de school ook verscheidene keren met klagers gesproken. Klagers stellen dat niet duidelijk is hoeveel waarde aan de verschillende onderdelen voor het advies worden toegekend. Verweerder heeft hierover verklaard dat alle genoemde elementen worden meegewogen. Uit de toelichting hierop van verweerder heeft de Commissie begrepen dat het hierbij, anders dan klagers veronderstellen, niet gaat om zoiets als het rekenkundig gemiddelde van de afzonderlijke resultaten. De school weegt deze resultaten om tot een totaalbeeld te komen. Hierbij heeft in het geval van [de leerling] zwaar gewogen dat hij weliswaar geleerde stof adequaat kon reproduceren, maar dat hij achterbleef op de inhoudelijke verwerking en toepassing daarvan in een bredere context. De Commissie is van oordeel dat verweerder voldoende gemotiveerd uitleg heeft gegeven over de weging van de elementen en dat hierin geen aanwijzing te vinden is dat het schooladvies onjuist is of dat de gevolgde procedure niet zorgvuldig is geweest. Dat de tweelingbroer van [de leerling], met nauwelijks hogere scores voor zijn Cito-toetsen wel een havoadvies heeft gekregen, doet niets af aan het schooladvies van [de leerling]. De school dient immers alle omstandigheden van de individuele leerling bij haar advies te betrekken. Van belang hierbij is dat de school heeft toegelicht dat de broer van [de leerling] juist op het verwerken en toepassen van de geleerde stof hoger scoorde dan [de leerling]. Partijen verschillen van mening of klagers het rapport van [de praktijk] al dan niet hebben overgelegd aan verweerder en daarmee ook of de school dit rapport heeft kunnen betrekken bij het opstellen van het schooladvies. De Commissie laat dit in het midden, nu zij dit voor het formuleren van het advies niet van belang acht. Wat betreft de deskundigheid en de onafhankelijkheid van de APO overweegt de Commissie het volgende. Gebleken is dat verweerder een APO heeft ingezet om mee te kijken naar het schooladvies van [de leerling] en de totstandkoming daarvan. Ter zitting heeft verweerder gemotiveerd verklaard dat de APO een onafhankelijke deskundige is. Klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de APO niet onafhankelijk zou zijn. De Commissie gaat daarom voorbij aan de door hen geuite twijfels over de APO / advies d.d. 20 maart 2018 pagina 4 van 5

5 Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat verweerder in redelijkheid tot het voor [de leerling] uitgebrachte schooladvies heeft kunnen komen en dat dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht ongegrond is. Aldus gedaan te Utrecht op 20 maart 2018 door mr. E.J.M. Hofhuis, voorzitter, drs. C.T.M. Jaartsveld, en drs. L.F.P. Niessen, leden, in aanwezigheid van A. Gordon, secretaris. mr. E.J.M. Hofhuis voorzitter A. Gordon secretaris / advies d.d. 20 maart 2018 pagina 5 van 5