ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

Transcriptie

1 ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers tegen de heer F, directeur mevrouw G, intern begeleider (ib er) mevrouw H, leerkracht, allen werkzaam op D, verweerders 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Klagers hebben op 3 april 2016 een klacht ingediend en hebben deze aangevuld op 20 april De klacht tegen verweerders is ingediend op grond van de geldende klachtenregeling en heeft de volgende inhoud: De heer en mevrouw A (klagers) klagen over de wijze waarop de ib'er en de leerkracht hun kinderen B en C hebben begeleid. Verder klagen klagers over de wijze van communiceren van de ib'er. Zo komt de ib'er afspraken niet na, zijn haar gespreksverslagen vaak onvolledig, heeft zij contact met derden over B en C zonder overleg en/of toestemming van klagers, neemt zij klagers niet serieus en heeft zij in groep 8 geen contact meer opgenomen met klagers. Klagers klagen ook over de wijze van communiceren van de leerkracht. Zo heeft de leerkracht zich regelmatig negatief uitgelaten over B en C en ging zij niet in op hetgeen klagers aandroegen. Tot slot klagen klagers over de wijze waarop de directeur hun klachten over de ib'er en de leerkracht heeft afgehandeld. Een en ander zoals toegelicht in het klaagschrift. Vanuit het secretariaat van de Commissie is telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation, interne of formele klachtbehandeling. In overleg met partijen is besloten de Raad van Bestuur eerst zelf de gelegenheid te bieden om de klacht op te lossen. De interne klachtbehandeling heeft ertoe geleid dat de klacht over het schooladvies die oorspronkelijk deel uitmaakte van de op 3 april 2016 ingediende klacht, is / advies d.d. 12 september 2016 pagina 1 van 5

2 komen te vervallen. Klagers hebben op 1 juni 2016 besloten om de klachten zoals hierboven samengevat ter beoordeling voor te leggen aan de Commissie. Verweerders hebben op 22 juni 2016 hun verweerschriften ingediend. Klagers hebben op 30 juni 2016 gereageerd op het verweerschrift. Op verzoek van de Commissie heeft het bevoegd gezag de schoolgids en de geldende klachtenprocedure verstrekt. Daarnaast heeft het bevoegd gezag de klachtenregeling opgestuurd die op de website stond ten tijde van het indienen van de klacht door klagers. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 6 juli 2016 te Utrecht. Klagers waren ter zitting aanwezig. Verweerders waren aanwezig en werden vergezeld door mevrouw J, voorzitter Raad van Bestuur van stichting K, het bevoegd gezag van de school, als informant. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. 2. DE FEITEN Klagers zijn de ouders van B en C, een eeneiige tweeling. De tweeling heeft vanaf groep 1 onderwijs gevolgd op basisschool D te E (hierna: de school). Eind groep 6 (schooljaar ) is afgesproken dat de school voor beide leerlingen een individueel handelingsplan zou opstellen. Dat is op 15 september 2014 gebeurd. In een gesprek tussen ib er, leerkracht en klagers is op 10 oktober 2014 de afspraak gemaakt dat de leerkracht incidenten zou mailen aan klagers. In het oudergesprek van 12 december 2014 is afgesproken voorlopig met deze werkwijze door te gaan tot 16 januari Tijdens het gesprek is niet gesproken over de handelingsplannen. Door de afspraak over deze andere aanpak zijn de handelingsplannen in gesprek met klagers niet meer ter tafel gekomen. Na september 2014 zijn er geen nieuwe individuele handelingsplannen opgesteld. Op verzoek van klagers heeft Psychologenpraktijk L te M in mei 2015 een capaciteitenonderzoek afgenomen bij B en C. Klagers hebben de uitkomsten van dit onderzoek gedeeld met verweerders. Psychologenpraktijk L heeft aangegeven dat het onderzoek aanleiding gaf voor verder onderzoek naar mogelijke leerstoornissen. De ib er heeft op 22 juni 2015 de orthopedagoog van K geconsulteerd over de uitslagen van de capaciteitentests en mogelijk vervolgonderzoek. Klagers hebben medio september/oktober 2015 de tweeling laten onderzoeken op dyslexie op het gebied van spelling. Schooljaar zat de tweeling in groep 8. De school heeft voor zowel B als C als schooladvies vmbo-kb/vmbo-t gegeven. Nadat klagers hadden aangegeven dat zij het niet eens zijn met dit advies en daarover een klacht hadden ingediend, heeft de directeur door bemiddeling een plek voor de kinderen gevonden op het vmbo-t, het schooltype dat klagers wensten. Klagers hebben besloten om de klacht over het functioneren van verweerders voor te leggen aan de Commissie / advies d.d. 12 september 2016 pagina 2 van 5

3 3. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Voorafgaand aan de behandeling van de verschillende klachtonderdelen overweegt de Commissie dat de communicatie tussen klagers en verweerders niet altijd even helder is geweest. Daardoor is bij klagers onvoldoende duidelijk geworden welke begeleiding zij van school mochten verwachten. Het is de Commissie gebleken dat verweerders zich realiseren dat de regie op de procedure en de communicatie beter had gekund en dat zij lering hebben getrokken uit de gang van zaken. Wijze waarop de ib er en de leerkracht de tweeling hebben begeleid Klagers bevestigen dat er behandelplannen waren. Die plannen zijn door verweersters verstrekt voor het onderzoek naar dyslexie. Verweersters voeren daarenboven aan dat alle jaren is gewerkt met groepsplannen en dat in alle groepen gewerkt is met extra visuele ondersteuning en herhaalde instructie, een werkwijze die aansluit bij de behoefte van de tweeling. Daarnaast hebben verweersters aangevoerd dat de ib er vanaf groep 5 betrokken is geweest bij alle gesprekken tussen klagers en de leerkrachten van de tweeling tot en met groep 7. Ook is ter zitting aannemelijk geworden dat een aantal maanden is gewerkt met individuele handelingsplannen in groep 7. Voorts is uit de stukken gebleken dat verweersters regelmatig met klagers hebben gesproken over de begeleiding. Klagers hebben deze stellingen van verweersters niet of onvoldoende concreet bestreden. Overigens is niet gebleken dat bij de tweeling sprake was van een extra ondersteuningsbehoefte die noodzaakte tot het werken met individuele handelingsplannen. De klacht over de wijze van begeleiden is daarom ongegrond. De Commissie tekent daarbij aan dat verweersters beter hadden kunnen verduidelijken welke begeleiding zij zouden bieden en wat van school verwacht mocht worden aan de hand van individuele handelingsplannen. Nadat klagers op 9 juli 2014 verzocht hebben om individuele plannen voor de begeleiding van beide kinderen, zijn die op 15 september 2014 weliswaar opgesteld, maar die plannen zijn niet meer besproken en niet geëvalueerd met klagers. Zoals gezegd erkennen verweersters dat de regie en communicatie op deze punten beter had gekund. Wijze van communiceren door de ib er De klacht over de communicatie door de ib er is onderverdeeld in het niet-nakomen van afspraken, onvolledige gespreksverslagen, contact opnemen met derden zonder overleg of toestemming, het niet serieus nemen van klagers en het uitblijven van contact in groep 8. Klagers zijn er niet in geslaagd om te onderbouwen dat de ib er structureel haar afspraken niet nakomt. Voor zover de klacht over het niet nakomen van afspraken betrekking heeft op het opstellen van individuele handelingsplannen, stelt de Commissie vast dat die afspraak wel is nagekomen. Uit de stukken blijkt voorts dat de ib er klagers de gelegenheid heeft gegeven om te reageren op conceptverslagen / advies d.d. 12 september 2016 pagina 3 van 5

4 Het staat vast dat de ib er contact heeft gehad met derden om advies in te winnen. Collegiale consultatie getuigt naar het oordeel van de Commissie, van een professionele houding. De afspraak met de orthopedagoog van K was door de ib er afgestemd met de directeur en met klagers. Omdat klagers niet bij dit gesprek aanwezig zouden zijn, oordeelt de Commissie het niet onzorgvuldig dat de ib er klagers achteraf heeft geïnformeerd dat het gesprek eerder heeft plaatsgevonden dan gepland. Een ib er kan zonder toestemming van ouders een casus anoniem voorleggen aan collega s. De ib er heeft gesteld dat zij de casus anoniem heeft voorgelegd, terwijl klagers stellen dat de naam van C zichtbaar was. De visies van partijen spreken elkaar op dit punt dus tegen en daarom is het voor de Commissie niet goed mogelijk vast te stellen hoe de casus van C is besproken. De Commissie sluit niet uit dat sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, omdat zoals ter zitting is gebleken een van de geraadpleegde derden nauwe banden heeft met C s familie en C s casus voor haar herkenbaarder was dan voor anderen. Al het voorstaande in overweging nemende oordeelt de Commissie de klacht over de wijze van communiceren door de ib er ongegrond. Wijze van communiceren door de leerkracht Klagers stellen dat de leerkracht zich regelmatig negatief heeft uitgelaten over de tweeling. De Commissie constateert dat uit de stukken niet blijkt dat de leerkracht zich negatief heeft uitgesproken over de tweeling. Verweerster ontkent dit ook. Vast staat wel dat verweerster gesproken heeft over gebrek aan intrinsieke motivatie bij de tweeling en ook dat zij heeft aangegeven dat het kinderen die spelling op niveau IV en V hebben zelden lukt om niveau 1 te behalen. De Commissie heeft de indruk gekregen dat de leerkracht klagers een realistisch beeld heeft willen schetsen van haar verwachtingen van de ontwikkeling van beide jongens. Ze heeft onder meer tot uitdrukking willen brengen dat de heren naar hun vermogen hun best zouden moeten doen. Omdat ook overigens niet is gebleken dat de leerkracht zich negatief over de leerlingen heeft uitgelaten, is de klacht over de wijze van communiceren door de leerkracht ongegrond. Wijze waarop de directeur de klachten over de ib er en de leerkracht heeft afgehandeld De Commissie heeft niet vast kunnen stellen dat klagers klachten hebben ingediend over de ib er en de leerkracht. Hoewel van formele klachten niet is gebleken, staat wel vast dat klagers hun zorgen hebben gedeeld met de directeur en dat hij over die zorgen heeft gesproken met de leerkracht en de ib er. Voor klagers dit is echter dit niet duidelijk geworden, omdat de directeur die acties niet heeft teruggekoppeld. De directeur is zelf reeds tot het inzicht gekomen dat directe terugkoppeling helpt om de verwachtingen beter te managen. De Commissie deelt die conclusie. In zoverre is de klacht gegrond. 4. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat / advies d.d. 12 september 2016 pagina 4 van 5

5 - De klacht over de wijze waarop de leerkracht en de ib er de leerlingen begeleid hebben ongegrond is; - De klacht over de wijze van communiceren door de ib er ongegrond is; - De klacht over de wijze van communiceren door de leerkracht ongegrond is en - De klacht over de wijze waarop de directeur de klachten over de ib er en de leerkracht heeft afgehandeld gegrond is, zoals gemotiveerd aan het slot van de overwegingen van de Commissie. 5. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE De Commissie ziet geen aanleiding tot het doen van aanbevelingen aan het bevoegd gezag die niet reeds uit de overwegingen voortvloeien. Aldus gedaan te Utrecht op 12 september 2016 door prof.mr. A.G. Castermans, voorzitter, drs. C. van Vliet, drs. M.H.W.C. Voeten, leden, in aanwezigheid van mr. H.J. van der Ende, secretaris. prof.mr. A.G. Castermans voorzitter mr. H.J. van der Ende secretaris / advies d.d. 12 september 2016 pagina 5 van 5