Landelijke Klachtencommissie Onderwijs

Transcriptie

1 Klacht dat leerkracht niet met ouders in gesprek wil is gegrond. de schriftelijke waarschuwing aan vader is niet conform de procedure opgelegd en niet duidelijk is hoe hij in bezwaar kon tegen de opgelegde maatregel. ADVIES inzake de klacht van: de heer [klager] te [plaatsnaam], vader van [de leerling], klager tegen - mevrouw [leerkracht van basisschool] [de school] te [plaatsnaam]; - mevrouw [directeur van Basisschool] [de school] te [plaatsnaam]; - [het bestuur], gevestigd te [plaatsnaam]; verweerders gemachtigde: mevrouw mr. A. Yandere 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van 16 november 2018, aangevuld op 17 december 2018, heeft klager op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerders ingediend met de volgende inhoud: De heer [klager] klaagt erover dat de leerkracht na een niet soepel verlopen gesprek niet meer met hem en zijn vrouw in gesprek wil. Hij vindt dit niet professioneel. Daarnaast klaagt hij erover dat de directeur van de school hem ten onrechte een officiële waarschuwing heeft gegeven. Ten slotte klaagt hij erover dat het bestuur zijn bezwaar tegen deze waarschuwing niet zorgvuldig heeft behandeld. Vanuit het secretariaat van de Commissie is telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. Verweerders hebben op 8 februari 2019, aangevuld op 20 februari 2019, een verweerschrift ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 27 februari 2019 te Utrecht. Klager is ter zitting verschenen / advies d.d. 26 maart 2019 pagina 1 van 6

2 Namens verweerders verschenen mevrouw [directeur van de school] en mevrouw [leerkracht van basisschool]. Zij werden bijgestaan door de gemachtigde. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. 2. DE FEITEN Naar aanleiding van buikklachten van [de leerling], de 8-jarige dochter van klager, hebben haar ouders op 4 oktober 2018 een gesprek gevoerd met de leerkracht. Klager heeft dat gesprek op een gegeven moment verlaten. Zijn vrouw heeft het gesprek voortgezet. Per van 5 oktober 2018 heeft de directeur aan de ouders medegedeeld dat zij een officiële waarschuwing krijgen vanwege grensoverschrijdend gedrag tijdens het gesprek met de leerkracht. In een gesprek op 8 oktober 2018 heeft de directeur de waarschuwing mondeling toegelicht. De ouders hebben de waarschuwing op dat moment niet op schrift ontvangen. De directeur constateerde in dat gesprek dat de ouders en de leerkracht op verschillende golflengtes zaten, reden waarom werd afgesproken dat de ouders met de leerkracht in gesprek zouden gaan om de miscommunicatie uit te praten. Op 16 oktober 2018 heeft de directeur per aan de ouders medegedeeld dat de leerkracht geen vervolggesprek wilde met de ouders en dat alle gesprekken over [de leerling] in het vervolg gevoerd zouden worden met de moeder in aanwezigheid van de directeur of de interne begeleider (hierna: ib er). Naar aanleiding daarvan hebben de ouders op 18 oktober 2018 wederom een gesprek gevoerd met de directeur. In dat gesprek heeft de directeur desgevraagd aangegeven dat de officiële waarschuwing in het leerlingdossier zou worden opgenomen en dat de waarschuwing per post aan de ouders zou worden toegezonden. Omdat de ouders de officiële waarschuwing niet ontvingen op schrift, hebben zij op 31 oktober 2018 schriftelijk bezwaar aangetekend bij het schoolbestuur tegen de waarschuwing. De officiële waarschuwing, die gericht is aan klager en niet aan beide ouders, is vervolgens per brief van 13 november 2018 aan klager medegedeeld. Op 16 november 2018 heeft klager een klacht ingediend bij de Commissie. 3. VISIE PARTIJEN Visie klager Toen klager in het gesprek op 4 oktober 2018 zijn verhaal wilde doen, werd hij steeds na twee zinnen afgekapt door de leerkracht. Daarom is hij op een gegeven moment opgestaan en heeft hij het gesprek verlaten. Na het gesprek wilde de leerkracht geen gesprek meer voeren met klager. Dat getuigt niet van professionaliteit. Hierdoor is het belang van [de leerling] op de achtergrond komen te liggen en zet de leerkracht haar eigen belang voorop. Door de geschade relatie met de leerkracht kunnen de ouders ook geen ouderbetrokkenheid meer tonen, wat ook in de toekomst problemen kan geven omdat [de leerling] of een van hun andere kinderen in een volgend jaar (weer) bij de leerkracht in de klas kunnen komen. Ook hebben de ouders / advies d.d. 26 maart 2019 pagina 2 van 6

3 niets meer vernomen van de leerkracht ten aanzien van de buikklachten van [de leerling]. Na een consult bij de huisarts bleek overigens dat een parasiet de buikklachten veroorzaakte. Klager heeft behoefte aan een herstelgesprek. Bovendien vindt klager het niet wenselijk dat gesprekken met de leerkracht alleen in het bijzijn van de ib er of de directeur kunnen plaatsvinden. Er kunnen zaken zijn die de ouders liever alleen delen met de leerkracht en het is erg onpraktisch als elke keer als moeder voorafgaand aan de les iets wil meedelen over [de leerling], de ib er of directeur erbij gehaald moet worden. Klager ontkent dat hij heeft geschreeuwd in het gesprek en stelt dat juist de leerkracht heeft geschreeuwd en met haar vuisten op tafel heeft geslagen. Hij begrijpt dan ook niet waarom hij een officiële waarschuwing heeft gekregen. Bovendien heeft er geen hoor en wederhoor plaatsgevonden voordat de waarschuwing werd opgelegd. De directeur gaat uit van het woord van de leerkracht, zonder dat klager eerst naar zijn kant van het verhaal is gevraagd. Ook is klager niet duidelijk wat de procedure is voor het geven van een waarschuwing. Daarnaast begrijpt klager niet waarom de directeur heeft verwezen naar het gedragsprotocol; klager herkent zich niet in het gedragsprotocol beschreven ongewenst gedrag. De conciërge die verklaard heeft geschreeuw te hebben gehoord, heeft desgevraagd aan klager bevestigd dat hij niet heeft geconstateerd dat hij klager heeft horen schreeuwen. Het kan dus ook iemand anders zijn geweest. Klager heeft de waarschuwing pas op schrift gekregen nadat hij schriftelijk bezwaar had gemaakt tegen de waarschuwing. Bovendien lijkt de schriftelijke formele waarschuwing van 13 november 2018 een reactie op het bezwaar dat klager tegen de mondelinge toelichting op de op 5 oktober 2018 per gegeven waarschuwing had ingediend. Het bevreemdt klager dat de reactie op het bezwaar door de directeur is opgesteld terwijl het bezwaar ook juist tegen haar was gericht. Het argument van verweerder dat men geen tijd heeft gehad om het bezwaar in behandeling te nemen omdat klager al een klacht had ingediend bij de Commissie begrijpt klager niet. Het bestuur had, ook nadat hij de klacht had ingediend, met klager in overleg kunnen gaan om te kijken of partijen er onderling uit zouden kunnen komen. Bovendien is het klager onduidelijk wat de procedure is voor het indienen van bezwaar tegen een waarschuwing. Visie verweerders De leerkracht was in de veronderstelling dat het gesprek op 4 oktober 2018 over miscommunicatie ten aanzien van het (niet) mogen eten van fruit zou gaan. In het gesprek werd klager verbaal agressief. Hij stond op, stak zijn vinger uit naar het gezicht van de leerkracht en schreeuwde tegen haar. De wijze waarop klager tekeer ging was buitenproportioneel. De conciërge heeft bevestigd dat hij een man heeft horen schreeuwen. Het verbaast verweerders dat ouders stellen dat het belang van hun dochter is geschaad doordat de leerkracht niet met hen in gesprek wenst te gaan. Met de duo-leerkracht van [de leerling] hebben ouders namelijk gewoon contact. Bovendien zijn de ouders niet betrokken bij eventuele activiteiten voor de leerlingen en vinden er ook activiteiten plaats op dagen dat de leerkracht niet werkzaam is. Dat ouders geen ouderbetrokkenheid meer kunnen tonen is dan ook niet aangetoond. Dat ouders met [de leerling] naar de huisarts zijn geweest was verweerders niet bekend. Ook dat [de leerling] een parasiet bleek te hebben, is niet met verweerders gecommuniceerd. Het / advies d.d. 26 maart 2019 pagina 3 van 6

4 is dan ook vreemd dat klager van de leerkracht en de school terugkoppeling verwacht over de buikklachten van [de leerling]. De van 5 oktober 2018 van de directeur aan de ouders was een aankondiging van de waarschuwing. Vervolgens zijn de ouders op 8 oktober 2018 door de directeur gehoord. De directeur was zeer verbaasd dat de ouders deden voorkomen alsof er niets aan de hand was. Daarop heeft zij aangegeven dat het duidelijk was dat de leerkracht en de ouders een verschillende beleving hadden van het gesprek. De leerkracht heeft vervolgens aangegeven niet meer met klager in gesprek te willen. Zij voelde zich niet meer veilig in gesprek met de ouders, aangezien de ouders na afloop een andere invulling hebben gegeven aan het gesprek en weinig zelfreflectie hebben getoond. Als klager zijn excuses had gemaakt, was een herstelgesprek een optie geweest. Het incident heeft veel teweeggebracht bij de leerkracht. Zij is daardoor zelfs enkele dagen ziek thuis geweest. Daarom wil de leerkracht dat de directeur of ib er aanwezig is bij gesprekken over [de leerling]. Korte mededelingen door de moeder voorafgaand aan de les zijn gewoon mogelijk, zonder dat de directeur of ib er daarbij aanwezig is. Het bestuur en de directie hebben op grond van het feit dat klager heeft geschreeuwd, in combinatie met een gebrek aan zelfreflectie, besloten de waarschuwing af te geven. Het verheffen van de stem is voldoende reden voor een waarschuwing en past binnen het beleid van de organisatie. Gezien de emoties van de ouders wilde de directeur geen olie op het vuur gooien en heeft daarom niet direct een schriftelijke waarschuwing gegeven. Omdat ouders vroegen waar de waarschuwing bleef, is deze alsnog verstuurd. De officiële waarschuwing is dan ook pas gegeven nadat uitgebreid met ouders is gesproken. Nog voordat het bestuur het bezwaar van de ouders in behandeling kon nemen, hadden de ouders al een klacht ingediend bij de Commissie. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Weigeren gesprek door leerkracht Partijen hebben uiteenlopende verklaringen afgelegd over hetgeen zich tijdens het gesprek op 4 oktober 2018 heeft afgespeeld. Zij hebben ook geen verklaringen overgelegd die hun visie ondersteunen. De Commissie heeft daarom geen aanleiding om aan het standpunt van de een meer waarde te hechten dan aan dat van de ander. Los daarvan, acht de Commissie het begrijpelijk dat de leerkracht na het door haar als niet prettig ervaren gesprek, niet meer alleen met klager in gesprek wilde. Voorts kan de Commissie zich voorstellen dat de leerkracht het niet zinvol vond om met klager een gesprek aan te gaan over hetgeen zich tijdens het gesprek heeft afgespeeld, vanwege de uiteenlopende visies van partijen daarover. Evenwel vindt de Commissie dat, gelet op het feit dat er een goede werkrelatie tussen ouders en de leerkracht dient te zijn, van de leerkracht als professional op zijn minst verwacht had mogen worden dat zij met klager in gesprek zou gaan om te trachten de werkrelatie te herstellen. Het behoort namelijk tot de normale taakopvatting van een leerkracht om gesprekken met ouders van leerlingen te voeren. Desgewenst had een dergelijk gesprek plaats kunnen vinden onder begeleiding van een deskundige, zoals een mediator. Dat de leerkracht dat gesprek niet direct na het voorval wenste aan te gaan, acht de Commissie wel gerechtvaardigd, maar het / advies d.d. 26 maart 2019 pagina 4 van 6

5 pertinent en zonder enig toekomstig moment van heroverweging weigeren van zo n gesprek, niet. De Commissie komt dan ook tot het oordeel dat dit klachtonderdeel gegrond is. Officiële waarschuwing In het gedragsprotocol van de school is vastgelegd hoe er gehandeld wordt wanneer het personeel geconfronteerd wordt met ongewenst gedrag van ouders/verzorgers. In het protocol zijn een aantal voorbeelden van ongewenst gedrag opgenomen. Voorts is vermeld: Is de grens, van wat acceptabel is, overschreden, dan zal de school besluiten om in een officieel gesprek tussen de directeur en de ouders(s) een waarschuwing te geven. Deze officiële waarschuwing zal naast mondeling ook schriftelijk worden meegedeeld. Een kopie van de brief zal ook aan het bevoegd gezag worden gestuurd. Uit het gedragsprotocol kan aldus worden opgemaakt dat alvorens een officiële waarschuwing wordt opgelegd, de directeur in gesprek dient te treden met de ouder(s). De Commissie stelt vast dat de directeur op 5 oktober 2018 per aan de ouders heeft medegedeeld dat zij een officiële waarschuwing kregen. Vervolgens heeft de directeur in een gesprek op 8 oktober 2018 de waarschuwing mondeling toegelicht. De stelling van verweerder dat de van 5 oktober 2018 moet worden gezien als een aankondiging van de waarschuwing wordt door de Commissie niet gevolgd, aangezien in de letterlijk is vermeld: Jullie ontvangen daarvoor een officiële waarschuwing. Een en ander betekent dan ook dat er geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden voordat de directeur de officiële waarschuwing heeft medegedeeld. Het inwinnen van informatie bij de conciërge, die iemand zou hebben horen schreeuwen, kan in dit kader niet worden aangemerkt als wederhoor. Ouders hebben het recht om hun kant van het verhaal naar voren te brengen, voordat een maatregel wordt opgelegd. Dat houdt in dat de directeur de procedure zoals opgenomen in het gedragsprotocol niet heeft gevolgd. Bovendien kan geen sprake zijn van een afgewogen besluit als slechts één kant van het verhaal wordt betrokken bij de besluitvorming. De Commissie komt derhalve tot het oordeel dat het tweede klachtonderdeel gegrond is. Bezwaar tegen waarschuwing Ter zitting heeft klager aangegeven dat ten aanzien van het derde klachtonderdeel zijn klacht is dat er geen procedure is voor wat betreft het indienen van bezwaar tegen een ontvangen maatregel. De directeur heeft desgevraagd aangegeven dat de bezwaarprocedure tegen een officiële waarschuwing is vastgelegd in een algemeen reglement. De Commissie stelt echter vast dat verweerders die procedure op geen enkele wijze inzichtelijk hebben gemaakt. Zo hebben verweerders niet onderbouwd dat een dergelijke procedure is vastgesteld en hebben zij de schriftelijke weergave van de procedure ook niet overgelegd. Het bestaan ervan is door verweerders dan ook niet aannemelijk gemaakt. Verder heeft verweerder klager, ondanks zijn verzoek daartoe, niet geïnformeerd over de bezwaarprocedure. Derhalve is voldoende aannemelijk gemaakt dat er geen procedure is, waardoor ook dit klachtonderdeel gegrond zal worden verklaard / advies d.d. 26 maart 2019 pagina 5 van 6

6 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat alle klachtonderdelen gegrond zijn. 6. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE De Commissie beveelt het bevoegd gezag van [het bestuur] aan om een duidelijke procedure vast te stellen op welke wijze ouder(s) bezwaar kunnen maken tegen een opgelegde maatregel en deze bezwaarprocedure met alle ouders te communiceren. Aldus gedaan te Utrecht op 26 maart 2019 door mr. A.A.A.M. Schreuder, voorzitter, mr. drs. G.W. van der Brugge en drs. C.T.M. Jaartsveld, leden, in aanwezigheid van mr. L. Verhoeven, secretaris. mr. A.A.A.M. Schreuder voorzitter mr. L. Verhoeven secretaris / advies d.d. 26 maart 2019 pagina 6 van 6