Klacht over ongewenst en (seksueel) gedrag van een docent is ongegrond. ADVIES

Transcriptie

1 Klacht over ongewenst en (seksueel) gedrag van een docent is ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster], cursist van [het college], klaagster tegen [verweerder], docent van [het college] (hierna: het college), verweerder, gemachtigde: mevrouw E.J. Slachter 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van 23 oktober 2017, aangevuld op 9 november 2017, heeft klaagster op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerder ingediend met de volgende inhoud: [klaagster] klaagt erover dat [verweerder], docent, haar als cursist ongewenst en (seksueel) intimiderend heeft bejegend. Het secretariaat van de Commissie heeft telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. Verweerder heeft op 22 november 2017 een verweerschrift ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 13 december 2017 te Utrecht. Klaagster is ter zitting verschenen, vergezeld door [vertrouwd persoon], vertrouwd persoon. Verweerder is ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Hij werd verder vergezeld door [rector], rector van het college (hierna: de rector), en [teamleider], teamleider 5 havo van het college (hierna: de teamleider), beiden informant. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. 2. DE FEITEN Verweerder is als docent kunstgeschiedenis verbonden aan het college. Klaagster heeft in het schooljaar lessen kunstgeschiedenis op havo 5 niveau bij verweerder gevolgd. De opleiding is gestart in september De lessen zijn eind maart 2017 geëindigd. In mei 2017 hebben de examens plaatsgevonden / advies d.d. 17 januari 2018 pagina 1 van 5

2 Op 19 mei 2017 heeft klaagster verweerder, voor aanvang van het examen, aangesproken op zijn, in haar ogen ongewenste, gedrag. Op 22 mei 2017 heeft verweerder per zijn teamleider van de beschuldiging van ongewenst gedrag op de hoogte gesteld. Klaagster heeft op 28 augustus 2017 haar klacht bij het college ingediend. Op 9 oktober 2017 heeft de rector naar aanleiding van de klacht geconcludeerd dat zij niet heeft kunnen vaststellen dat verweerder zich onoorbaar heeft gedragen ten opzichte van klaagster. Daarmee is de klacht op school afgehandeld. Klaagster heeft vervolgens haar klacht bij de Commissie ingediend. 3. VISIE PARTIJEN Visie klaagster Klaagster verwijt verweerder dat hij haar vanaf het begin van het cursusjaar vaak lang en indringend aankeek en heel veel aandacht gaf. Dat gaf haar een ongemakkelijk gevoel. Na een les heeft verweerder haar en de overige cursisten internetlinks met muziek toegestuurd van artiesten die in de les waren besproken. Dat deed hij weliswaar aan alle cursisten, maar desondanks kreeg klaagster het gevoel dat hij die liedjes niet voor niets aan haar stuurde. Temeer omdat er geen duidelijke relatie was tussen de behandelde lesstof en de keuze voor deze muziek. Klaagster heeft op enig moment een cd van Leonard Cohen aan verweerder uitgeleend. Daarover heeft verweerder haar een gestuurd. Tijdens een toets op 20 maart 2017 stond verweerder plotseling achter haar. Over haar schouder heen hangend heeft hij in haar oor gefluisterd met een andere stem dan gebruikelijk. Klaagster schrok daarvan en verstijfde op het moment dat verweerder ook zijn handen op haar beide schouders legde. Verder stond verweerder op enig moment ineens voor haar in de gang. Hij blokkeerde haar de doorgang naar de wc. Vervolgens staarde hij haar een minuut lang met grote ogen aan. Daarna draaide hij zich om en liep hij weg. Klaagster bleef verbaasd, ongemakkelijk en sprakeloos achter. Toen klaagster verweerder, vlak voor het examen, op het voor haar ongewenste gedrag aansprak, kon hij zich daar allemaal niets van herinneren. Toen klaagster aan hem vroeg of hij dan wellicht schizofreen was, bleef verweerder voor zich uit kijken zonder iets te zeggen. Klaagster kon zich na deze confrontatie niet goed op haar examen concentreren en klapte volledig dicht. Ter zitting heeft klaagster verklaard dat zij verweerder tot 19 mei 2017 niet op zijn gedrag heeft aangesproken. Wel heeft zij geprobeerd om hem op een andere manier duidelijk te maken dat zij niet van zijn gedrag was gediend. Zij keek dan bijvoorbeeld een andere kant op, keek uitdrukkelijk op haar mobiel of negeerde hem. Het gevolg was dan dat verweerder klaagster volledig negeerde. Klaagster vindt verweerder een enthousiaste en bevlogen docent, maar zij is niet gediend van het indringende kijken van verweerder. Klaagster heeft het hele cursusjaar vooraan in de klas gezeten, omdat zij een gehoorprobleem heeft / advies d.d. 17 januari 2018 pagina 2 van 5

3 De klachtprocedure op het college is voor klaagster niet naar tevredenheid verlopen. Het stoort klaagster vooral dat zij niet op de hoogte is gesteld van de die verweerder over haar aan de teamleider heeft gestuurd. In die heeft verweerder haar neergezet als een instabiele vrouw. Klaagster herkent zich niet in dat geschetste beeld. Klaagster heeft het gevoel dat zij hierdoor geen eerlijke kans heeft gehad tijdens de klachtbehandeling op het college. Zij kan zich dan ook niet vinden in de uitspraak van het college. Klaagster is niet ingegaan op het aanbod om in gesprek te gaan met verweerder, omdat zij niet verwacht dat hij de waarheid zal spreken. Klaagster vindt het gedrag van verweerder zo aanstootgevend dat zij heeft besloten om haar klacht vervolgens ook nog aan de Commissie voor te leggen. Vanwege stress over de hele situatie en privéomstandigheden heeft zij daar lang mee gewacht. Visie verweerder Verweerder ontkent dat sprake is geweest van ongewenst gedrag richting klaagster. Toen klaagster hem vlak voor het examen wilde spreken, had hij geen idee waar klaagster over wilde praten. Hij schrok heel erg van de beschuldiging. Hij kon zich dergelijk gedrag niet herinneren, omdat dat gedrag ook helemaal niet bij hem past. Hij vond de beschuldiging zo alarmerend dat hij dit in eerste instantie heeft besproken met zijn vriendin en met een collega. Uit zelfbescherming heeft hij dit vervolgens bij de teamleider gemeld. Klaagster heeft het hele cursusjaar voor hem in de klas gezeten. Hij heeft nooit gemerkt dat klaagster moeite met hem had. Als zij zich zo door hem geïntimideerd voelde, had klaagster ook ergens anders kunnen gaan zitten. Verweerder heeft inderdaad een cd van Leonard Cohen van klaagster gekregen. Die cd heeft hij vervolgens geript en op zijn laptop gezet. Verweerder heeft daarna nog een over Leonard Cohen aan klaagster gestuurd. Daar was voor hem niets ongewoons aan. Na een les heeft verweerder via we transfer de muziekstukken van de les aan alle cursisten gestuurd. Het is gebruikelijk dat verweerder tijdens het maken van een toets door de klas loopt. De cursisten maken de toets op een computer en zij hebben allemaal een koptelefoon op. Het is dan gebruikelijk voor hem om de cursisten op fluisterende toon aan te spreken. Vaag kan verweerder zich herinneren dat klaagster schrok toen hij haar aansprak. Hij acht het niet onmogelijk dat hij haar daarbij heeft aangetikt. Het was echter een reguliere docent-leerling situatie. Verweerder heeft klaagster nooit méér aandacht gegeven dan de andere cursisten. Verweerder is ook niet voor klaagster in de gang gaan staan. Verweerder was erg van slag van de geuite beschuldigingen. In de zes jaar dat hij docent is op het college heeft hij dit nog nooit meegemaakt. Verweerder vindt het heel vervelend dat hij zich tegen deze onterechte beschuldigingen moet verdedigen. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Een school is verantwoordelijk voor een veilig schoolklimaat voor zowel de leerlingen/ cursisten als de docenten en personeelsleden. Een onderdeel van een veilig schoolklimaat betreft de wijze waarop cursisten en docenten met elkaar omgaan. Een school kan gedragsregels formuleren voor de verschillende groepen binnen een school. Met of zonder / advies d.d. 17 januari 2018 pagina 3 van 5

4 regels mag echter van cursisten en docenten verwacht worden dat zij respectvol met elkaar omgaan. Op grond van het dossier en uit wat er ter zitting naar voren is gekomen, staat vast dat klaagster een aantal gedragingen van verweerder noemt, die zij niet goed in de tijd weet te plaatsen en onvoldoende concreet maakt. Ook staat vast dat klaagster zich door de vermeende gedragingen van verweerder vanaf het begin van het cursusjaar ongemakkelijk heeft gevoeld. Verwijten over vermeend ongewenst gedrag laten zich moeilijk op juistheid beoordelen. Dit geldt zeker wanneer een partij zich op een gevoel beroept. Klaagster heeft verweerder pas in mei 2017 op het vermeende ongewenste gedrag aangesproken. Dat verweerder de schoolleiding hiervan vervolgens op de hoogte heeft gesteld, acht de Commissie, gelet op de ernst van de beschuldiging, niet onbegrijpelijk. Dit getuigt juist van professioneel handelen. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerder dat heeft gedaan met als doel om een negatief beeld van haar neer te zetten. Vast staat verder dat klaagster verweerder gedurende het gehele cursusjaar op geen enkele manier persoonlijk heeft geconfronteerd met het voor haar ongewenste gedrag van verweerder. Dat klaagster dit niet in een eerder stadium heeft gedaan, terwijl het gedrag voor haar aanstootgevend was, is voor de Commissie onbegrijpelijk. Onweersproken is dat verweerder zijn internetlinks naar alle cursisten stuurde. Niet gebleken is dat verweerder alleen aan klaagster internetlinks heeft gestuurd, of dat verweerder klaagster persoonlijk heeft benaderd. De mailwisselingen tussen klaagster en verweerder hielden enkel verband met de door verweerder gegeven lessen. Klaagster heeft wel zelf, in maart 2017 een persoonlijke aan verweerder gestuurd. Dat was om hem te bedanken voor zijn enthousiasmerende wijze van les geven. Wat er in de ogen van klaagster is voorgevallen, blijft een persoonlijke interpretatie. Die persoonlijke beleving wordt niet onderbouwd met verklaringen van derden of andere feiten of omstandigheden. Daarom kan niet feitelijk worden vastgesteld dat sprake is geweest van ongepast gedrag, laat staan van ongepast seksueel gedrag. Alles overziend acht de Commissie de klacht dan ook ongegrond. De Commissie hecht eraan nog op te merken dat klaagster, ondanks dat zij zeer enthousiast was over de wijze van lesgeven van verweerder, zich onvoldoende heeft gerealiseerd wat zij met haar beschuldigingen kon aanrichten. Klaagster heeft verweerder onnodig emotioneel beschadigd. Verweerder heeft ter zitting naar voren gebracht dat de rector klaagster meermalen heeft aangeboden om in gesprek te gaan over de hele kwestie. Klaagster wilde daar echter niets van weten. Zij wil enkel en alleen excuses van verweerder. De Commissie acht het, gelet op het standpunt van verweerder, niet onbegrijpelijk dat dit niet is gebeurd / advies d.d. 17 januari 2018 pagina 4 van 5

5 5. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht ongegrond is. Aldus gedaan te Utrecht op 17 januari 2018 door mr. W.C. Oosterbroek, voorzitter, drs. W.D. Hajonides van der Meulen, en drs. L.F.P. Niessen, leden, in aanwezigheid van A. Gordon, secretaris. mr. W.C. Oosterbroek voorzitter A. Gordon secretaris / advies d.d. 17 januari 2018 pagina 5 van 5