TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK VOORTGEZET ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2015/2016. April 2017

Transcriptie

1 TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK VOORTGEZET ONDERWIJS De Stt vn het Onderwijs 2015/2016 April 2017

2 Inhoudsopgve Inleiding... 4 Sectorspred voortgezet onderwijs... 5 Representtiviteit steekproeven Toezichtrrngementen Dtbestnden en nlysemethoden Resultten toezichtrrngementen Excellente scholen Verbetering (zeer) zwkke scholen Indictoren stelselonderzoek Dtbestnden en nlysemethoden Rechte tellingen Opbrengsten Dtbestnden en nlysemethoden Opbrengstenbeoordeling Exmenresultten Cijfers rekentoets Pltsing en doorstroom Dtbestnden en nlysemethoden Enkel- en meervoudige pltsing Op- en fstroom in de onderbouw Gediplomeerde opstroom Vrgenlijst schoolleiders Dtbestnden en nlysemethoden Rechte tellingen Lesobservties Dtbestnden en nlysemethode Rechte tellingen Opbrengsten groen vmbo Dtbestnden en nlysemethoden Resultten toezichtrrngementen Gemiddelde exmencijfers Opbrengsten vvo en niet-bekostigd voortgezet onderwijs Dtbestnden en nlysemethoden Uitstroom nr vvo: Antl leerlingen Exmencijfers vvo Exmencijfers niet-bekostigd onderwijs Gelijke knsen Themonderzoek professionlisering Anlyse Schoolleidersvrgenlijst Lerrenvrgenlijst Inspecteursvrgenlijst Bijlgen

3 11.1 Representtiviteit stelselindictoren Representtiviteit lesobservties Representtiviteit vrgenlijst schoolleiders themonderzoek professionlisering: schoolleidervrgenlijst Representtiviteit lerrenvrgenlijst Representtiviteit vrgenlijst inspecteurs

4 Inleiding Dit is het technisch rpport dt ten grondslg ligt n het sectorhoofdstuk voortgezet onderwijs vn De Stt vn het Onderwijs 2015/2016. In dit rpport vindt u de verntwoording vn onderzoeksgegevens. Er wordt gebruik gemkt vn zowel informtie die verzmeld is door inspecteurs ls vn informtie uit secundire dtbronnen. 4

5 Sectorspred voortgezet onderwijs Veel leerlingen wisselen vn plek in de onderbouw Ongeveer 11 procent vn de leerlingen met een vmbo-g/t dvies zit in leerjr 3 op de hvo of hoger. 18 procent vn de leerlingen zit juist op een lger niveu: vmbo-kder of lger. 71 procent vn deze leerlingen zit in leerjr 3 nog steeds in vmbo-g/t. 10 procent vn de leerlingen zit in leerjr 3 een niveu hoger dn de bsisschool dviseerde. 15 procent vn de leerlingen zit in leerjr 3 een niveu lger dn de bsisschool dviseerde. Het is belngrijk dt lerren hun leerlingen helpen om op niveu te blijven of zelfs om op te stromen. Tbel 1 Positie vn leerlingen in leerjr 3 (2015) t.o.v. het definitieve bsisschooldvies (in percentges, n= ) Afgestroomd ten opzichte vn dvies Lgste niveu binnen dubbel dvies Plts in leerjr 3 gelijk n enkelvoudig dvies Hoogste niveu binnen dubbel dvies Opstroom ten opzichte vn dvies Vmbo-bsis Vmbo-bsis/vmbokder Vmbo-kder Vmbo-kder/vmbog/t Vmbo-g/t Vmbo-g/t / hvo Hvo

6 Hvo/vwo Vwo Totl De cijfers voor het centrl exmen en de slgingspercentges liggen in 2016 op vrijwel hetzelfde niveu ls in Zie prgrf 3 In interntionl perspectief (PISA) gt Nederlnd chteruit in wiskunde en ntuurwetenschppelijk onderwijs. Interntionl vergelijkend onderzoek (PISA) geeft n dt Nederlndse vijftienjrigen voor de vkken wiskunde, leesvrdigheid en ntuurwetenschppelijk onderwijs boven het OESOgemiddelde presteren. Desondnks is over een lngere periode bezien sprke vn een dling bij wiskunde en ntuurwetenschppelijk onderwijs. Zie technisch rpport Niveu en prestties Continue kwliteitsverbetering belngrijk voor een goede onderwijskwliteit De kwliteitsborging is niet ltijd op orde. Zie prgrf 2 Andeel vwo- en vmbo-bsis-diplom s dlt Het ndeel vwo-gediplomeerden neemt f. In 2011 hlde 19,6 procent vn lle gediplomeerden een vwo-diplom. In 2016 is dit nog 17,6 procent. Ook het ndeel vmbo-bsis-gediplomeerden dlt l enkele jren. Tbel 2 Verhouding percentge gediplomeerden per schoolsoort ten opzichte vn het totl ntl gediplomeerden Bsisberoepsgerichte leerweg vmbo 12,1 11,8 11,4 11,4 11,2 11 Kderberoepsgerichte leerweg vmbo 14,9 14,6 14,4 14,7 14,9 15,2 Gemengde/theoretische leerweg vmbo 27,9 27,4 28,8 29,4 29,7 29,6 Hvo 25,5 26,7 25,9 25,9 25,5 26,3 Vwo 19,6 19,5 19,5 18,5 18,6 17,9 Totl Lerren evlueren hun functioneren niet ltijd even grondig Op driekwrt vn de scholen evlueren lerren het eigen functioneren. Deze evlutie kn veel grondiger. De lerren zouden vker de resultten vn leerlingen hierbij kunnen betrekken. Tbel 3 Percentge scholen wr de lerren de kwliteit vn het onderwijs evlueren % Lerren(tems) evlueren hun hndelwijze binnen en buiten de les d.m.v. lesobservties (peer review), leerlingentevredenheidsenquêtes, leerlingenpnels, oudergesprekken en ouderenquêtes Nee 24,5 J 75,5 Lerren(tems) hebben een reëel zicht op hun sterke en zwkke pedgogische en didctische competenties. Nee 42,2 J 57,8 6

7 Lerren(tems) mken gebruik vn de leerresultten om de kwliteit vn hun onderwijsproces te beoordelen. Nee 26,6 J 73,4 Kengetllen voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs 2010/ / / / / /2016 Antl leerlingen in het voortgezet 939,5 948,7 960,7 973,5 985,1 995,6 onderwijs totl x Antl scholen Bron: CBS Sttline, 2016 / (OCW) 7

8 Representtiviteit steekproeven De gegevens over indictoren uit de stelselonderzoeken, lesobservties, de vrgenlijst schoolleider en de vrgenlijstgegevens uit het themonderzoek professionlisering onder schoolleiders, lerren en inspecteurs zijn steekproefgegevens. De steekproeven zijn gecontroleerd op representtiviteit qu rrngement, onderwijssoort, fdelingsgrootte, regio, stedelijkheid en denomintie. Alle steekproeven uit de stelselonderzoeken zijn representtief. Enkel de vrgenlijsten uit het themonderzoek geven een kleine fwijking op toezichtrrngement. Vnwege de zeer geringe omvng vn deze fwijking is hier in de nlyses niet voor gecorrigeerd of gewogen. Voor de overzichten: zie bijlge. 8

9 1 Toezichtrrngementen 1.1 Dtbestnden en nlysemethoden Voor de nlyses zijn de volgende bestnden gebruikt: 1. Dtbestnden met toezichtrrngementen (kwliteitsoordeel vn de inspectie) 2. Dtbestnden met chtergrondkenmerken (registrtie vn toezichteenheden) 3. Leerlingtellingen (BRON) 1.2 Resultten toezichtrrngementen Er is op 1 september 2016 nog mr één zeer zwkke fdeling. Verder vlt op dt er in de provincie Groningen zwkke fdelingen bijgekomen zijn. Tbel Toezichtrrngementen voortgezet onderwijs op 1 september 2011 tot en met 1 september sep-11 1-sep-12 1-sep-13 1-sep-14 1-sep-15 1-sep-16 n 2016 N Bsis 88,9 89,7 89,9 92,7 95,2 95, Zwk 10,2 9,4 9,5 7 4,4 4,3 119 Zeer zwk 0,9 0,9 0,6 0,3 0,4 0,0 1 Totl 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100, Bij prktijkonderwijs treffen we één zwkke fdeling n en 164 fdelingen met bsisrrngement. Tbel Arrngementenverdeling fdelingen Prktijkonderwijs op 1 september sep-11 1-sep-12 1-sep-13 1-sep-14 1-sep-15 1-sep-16 n 2016 N Bsis 97,4 96,2 98,2 98,2 97,0 99,4 164 Zwk 2,6 1,9 0,6 1,2 3,0 0,6 1 Zeer zwk 0,0 1,9 1,2 0,6 0,0 0,0 0 Totl 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 164 Onderstnde tbel toont hoeveel (zeer) zwkke fdelingen besturen onder zich hebben. In deze tbellen zijn lleen de besturen meegenomen die een (zeer) zwkke fdeling onder zich hebben op 1 september Tbel Antl zwkke fdelingen per bestuur op 1 september 2016 Antl % besturen Antl zwkke fdelingen , , , , , ,5 Totl

10 Tbel Arrngementenverdeling nr schoolsoort Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/theoretische 97,5 2,5 0,0 N=475 96,2 3,8 0,0 95,5 4,1 0,4 N=486 95,3 4,7 0,0 94,1 5,1 0,8 N=785 95,3 4,6 0,1 Hvo 96,1 3,7 0,2 N=509 95,2 4,8 0,0 Vwo 93,8 6,0 0,2 N=518 96,5 3,5 0,0 Totl 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 Tbel Arrngementenverdeling nr provincie Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk Groningen 96,3 3,7 0,0 N=108 88,3 11,7 0,0 N=103 Frieslnd 96,6 2,7 0,7 N=146 99,3,7 0,0 N=144 Drenthe 93,9 6,1 0,0 N=82 97,7 2,3 0,0 N=86 Overijssel 94,0 5,5 0,5 N=199 93,3 6,7 0,0 N=210 Flevolnd 92,8 6,0 1,2 N=83 92,4 7,6 0,0 N=79 Gelderlnd 96,0 3,4 0,6 N=321 98,1 1,9 0,0 N=321 Utrecht 92,8 6,7 0,5 N=193 93,8 6,2 0,0 N=194 Noord-Hollnd 94,9 4,9 0,2 N=409 92,9 6,9 0,2 N=422 Zuid-Hollnd 93,4 6,1 0,5 N=634 95,7 4,3 0,0 N=608 Zeelnd 100,0,0 0,0 N=64 98,4 1,6 0,0 N=61 Noord-Brbnt 97,9 2,1 0,0 N=377 97,8 2,2 0,0 N=368 Limburg 98,7 1,3 0,0 N=157 98,8 1,2 0,0 N=161 Lndelijk 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N=2.757 Tbel Arrngementenverdeling nr fdelingsgrootte Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk <100 93,6 6,1 0,3 N=891 94,1 5,8 0,1 N= ,0 4,6 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N= ,9 2,7 0,4 N=674 97,1 2,9 0,0 N=657 >= ,0 0,0 0,0 N=93 98,2 1,8 0,0 N=109 Totl 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N=2.674 Tbel Arrngementenverdeling nr stedelijkheid Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk 10

11 Buiten de steden 96,3 3,5 0,2 N= ,8 3,2 0,0 N=1.678 G 32 95,0 4,4 0,6 N=721 94,1 5,9 0,0 N=716 G 4 90,8 8,6 0,6 N=359 93,1 6,6 0,3 N=363 Lndelijk 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N=2.757 Tbel Arrngementenverdeling nr G Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk Geen g4 95,9 3,8 0,3 N= ,0 4,0 0,0 N=2.394 Amsterdm 87,7 12,3 0,0 N=114 87,8 11,4 0,8 N=123 Rotterdm 92,8 7,2 0,0 N=125 96,1 3,9 0,0 N=127 Den Hg 95,3 3,5 1,2 N=85 98,7 1,3 0,0 N=78 Utrecht 82,8 14,3 2,9 N=35 88,6 11,4 0,0 N=35 Lndelijk 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N=2.757 Tbel Arrngementenverdeling nr stedelijkheid Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk Zeer sterk stedelijk 91,3 8,4 0,3 N=610 93,6 6,2 0,2 N=600 Sterk stedelijk 96,2 3,1 0,7 N=964 94,8 5,2 0,0 N=964 Mtig stedelijk 96,9 3,1 0,0 N=519 97,5 2,5 0,0 N=521 Weinig stedelijk 95,7 4,1 0,2 N=513 97,4 2,6 0,0 N=505 Niet stedelijk 97,6 2,4 0,0 N=167 97,0 3,0 0,0 N=164 Lndelijk 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N=2.754 Tbel Arrngementenverdeling nr denomintie Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk Openbr 93,6 6,1 0,3 N=721 93,1 6,9 0,0 N=725 Rooms-ktholiek 97,0 2,3 0,7 N=599 97,7 2,3 0,0 N=600 Protestnts-christelijk 97,1 2,9 0,0 N=476 99,3 0,7 0,0 N=444 Overig bijzonder 94,5 5,1 0,4 N=977 94,6 5,3 0,1 N=988 Totl 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N=2.757 Tbel Arrngementenverdeling nr bestuursgrootte Bsis Zwk Zeer zwk Bsis Zwk Zeer zwk 1 fdeling 93,7 6,3 0,0 N=16 100,0 0,0 0,0 N= fdelingen 98,0 1,7 0,3 N=349 97,7 2,3 0,0 N=350 11

12 6 10 fdelingen 94,9 4,8 0,3 N=602 94,7 5,3 0,0 N= fdelingen 95,8 3,6 0,6 N=716 95,8 4,1 0,1 N=706 >= 21 fdelingen 94,2 5,5 0,3 N= ,3 4,7 0,0 N=1.093 Totl 95,2 4,4 0,4 N= ,7 4,3 0,0 N= Excellente scholen Voor de periode ontvingen 25 scholen voor het voortgezet onderwijs het predict Excellente School, wronder 6 scholen voor prktijkonderwijs. In totl zijn er nu 93 scholen voor voorgezet onderwijs met een geldend predict. Tbel Verdeling in voortgezet onderwijs en prktijkonderwijs predict Excellente School 2016 Prktijkonderwijs 6 Vwo 3 Hvo 4 Vmbo 12 Totl Verbetering (zeer) zwkke scholen 2008 Om inzicht te krijgen in de verbetering op lnge termijn vn scholen met een ngepst rrngement, is gekeken nr de groep scholen die in 2008 een ngepst rrngement hdden. Er zijn 281 scholen die. (zeer) zwk wren in 2008 en b. nog in de rrngementenlijst voorkomen in Hiervn wren 32 scholen zeer zwk in 2008; 249 scholen wren zwk. In 2016 presteert 73,7 procent vn deze scholen stbiel. Dit betekent dt zij vn 2013 tot 2016 een bsisrrngement gehd hebben. Vn de 32 zeer zwkke scholen scoorden 27 scholen stbiel in deze periode. Vn de 281 zwkke scholen uit 2008, hebben 5 scholen in 2015 het predict excellent gekregen. 12

13 2 Indictoren stelselonderzoek 2.1 Dtbestnden en nlysemethoden Voor de nlyses zijn de oordelen gebruikt die tijdens bezoeken in het kder vn de Stt vn het Onderwijs 2015/2016 zijn fgegeven. In de onderstnde tbellen zijn de percentges die in 2016 significnt fwijken ten opzichte vn 2015 vetgedrukt. Bij de somindictoren (bijv. lle normindictoren voldoende) zijn lle scholen meegenomen wr minstens een vn de betreffende indictoren beoordeeld is. 2.2 Rechte tellingen Normindictoren Tbel Antl en percentge fdelingen dt voldoende scoort op de normindictoren, in de periode 2014/ /2016* 2014/ /2016 n % n % De leerlingen mken efficiënt gebruik vn de onderwijstijd De onderwijsctiviteit heeft een doelgerichte opbouw De lerr geeft een begrijpelijke uitleg De leerlingen zijn ctief betrokken De leerlingen krijgen effectieve feedbck op hun leerproces De school volgt systemtisch de vorderingen vn de leerlingen n de hnd vn genormeerde toetsen. De school beplt wt de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is vn individuele of groepen leerlingen De school voert de ondersteuning plnmtig uit De school evlueert systemtisch de opbrengsten De school werkt doelgericht n de kwliteit vn de opbrengsten De school evlueert systemtisch het onderwijsproces De school werkt doelgericht n de verbetering vn het onderwijsproces De school borgt de kwliteit vn het onderwijsproces Alle normindictoren voldoende *significnte verschillen ten opzichte vn het voorfgnde jr zijn vetgedrukt Opbrengstgericht werken Tbel Antl en percentge fdelingen dt voldoende scoort op de indictoren met betrekking tot opbrengstgericht werken, in de periode 2014/ /2016* 2014/ /2016 n % n % De school volgt systemtisch de vorderingen vn de leerlingen n de hnd vn genormeerde toetsen. De school beplt wt de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is vn individuele of groepen leerlingen De school evlueert systemtisch de opbrengsten De school evlueert systemtisch het onderwijsproces

14 Alle indictoren fse 1 voldoende De school voert de ondersteuning plnmtig uit De school werkt doelgericht n de kwliteit vn de opbrengsten De school werkt doelgericht n de verbetering vn het onderwijsproces Alle indictoren opbrengstgericht werken voldoende *significnte verschillen ten opzichte vn het voorfgnde jr zijn vetgedrukt Kwliteitszorg Tbel Antl en percentge fdelingen dt voldoende scoort op de indictoren met betrekking tot kwliteitszorg, in de periode 2014/ /2016* 2014/ /2016 n % n % De school evlueert systemtisch de opbrengsten De school werkt doelgericht n de kwliteit vn de opbrengsten De school evlueert systemtisch het onderwijsproces De school werkt doelgericht n de verbetering vn het onderwijsproces De school borgt de kwliteit vn het onderwijsproces Alle onderdelen vn kwliteitszorg voldoende *significnte verschillen ten opzichte vn het voorfgnde jr zijn vetgedrukt Op scholen die voldoende of goed scoren op de borging vn de kwliteit vn het onderwijsproces, zijn leerlingen ctiever betrokken bij de les en mken zij vker efficiënt gebruik vn de onderwijstijd (zie onderstnde tbel, significnte verschillen zijn dikgedrukt). Met nme met betrekking tot de ctieve betrokkenheid vn leerlingen zijn de verschillen opvllend: vn de scholen die voldoende scoren voor kwliteitsborging, scoort 90 procent ook voldoende voor ctieve betrokkenheid vn leerlingen, terwijl dit bij scholen die onvoldoende scoren voor kwliteitsborging slechts 71 procent is. Tbel Reltie borging kwliteit onderwijsproces en indictoren die betrekking hebben op de lessitutie (scores 2015 en 2016 smengenomen)* De school borgt de kwliteit vn het onderwijsproces. Onvoldoende Voldoende/goed n % n % De leerlingen mken efficiënt gebruik vn de onderwijstijd. De onderwijsctiviteit heeft een doelgerichte opbouw. De lerr geeft een begrijpelijke uitleg. De leerlingen zijn ctief betrokken De leerlingen krijgen effectieve feedbck op hun leerproces *significnte verschillen zijn vetgedrukt 14

15 3 Opbrengsten 3.1 Dtbestnden en nlysemethoden Voor de nlyses zijn de volgende bestnden gebruikt: 1. Dtbestnd met de definitieve opbrengstenbeoordeling Dtbestnden met definitieve exmencijfers (2015) en voorlopige exmencijfers (2016) In dit hoofdstuk zijn vvo-leerlingen en leerlingen vn niet-bekostigde instellingen niet meegenomen. Wnneer exmencijfers gerpporteerd worden op schoolniveu, zijn lleen de fdelingen meegenomen wr meer dn 15 leerlingen exmen hebben gedn. 3.2 Opbrengstenbeoordeling Vnf 2016 mkt de inspectie gebruik vn een nieuw onderwijsresulttenmodel. Er zijn twee belngrijke uitgngspunten bij de bepling vn de onderwijsresultten. Er wordt rekening gehouden met kenmerken vn de leerlingenpopultie en het blnced scoremodel wordt gebruikt. Het blnced scoremodel gt er vnuit dt de resultten vn een school niet in één mt beschreven kunnen worden. Drom bestt het nieuwe model uit vier indictoren: onderwijspositie t.o.v. vo-dvies, onderbouwsnelheid, bovenbouwsucces en exmencijfers. De indictoren worden berekend op bsis vn de resultten vn de drie meest recente schooljren. Onderstnde tbel lt het ntl en het percentge fdelingen met een onvoldoende/voldoende berekend eindoordeel opbrengsten. Een fdeling krijgt de beoordeling onvoldoende, wnneer twee of meer indictoren onvoldoende zijn. Voor een klein ntl fdelingen geldt dt zij de mogelijkheid hebben het onvoldoende eindoordeel om te zetten in een voldoende eindoordeel, ls zij n kunnen tonen dt de onvoldoendes buiten de invloedssfeer vn de fdeling liggen. Deze zijn in de tbel echter niet prt weergegeven. Tbel Antl en percentge fdelingen met een onvoldoende/voldoende opbrengstenoordeel 2016 (n=2.526) Berekend eindoordeel opbrengsten Onvoldoende Voldoende n % n % Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/theoretische Hvo Vwo Totl In de onderstnde tbel wordt weergegeven welk percentge vn de fdelingen een voldoende beoordeling kreeg op de vier fzonderlijke indictoren. De onderwijspositie ten opzichte vn het dvies en de onderbouwsnelheid zijn indictoren die op vestigingsniveu beoordeeld worden. Het oordeel stt hier wel fzonderlijk weergegeven nr schoolsoort, mr heeft betrekking op de gehele vestiging wr de fdeling zich op bevindt. 15

16 Tbel Percentge fdelingen met voldoende oordeel op de fzonderlijke indictoren (2016) Onderwijspositie t.o.v. dvies po Onderbouwsnelheid Bovenbouwsucces Exmencijfers n % voldoende n % voldoende n % voldoende n % voldoende Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/theoretisch e Hvo Vwo Totl Exmenresultten In onderstnde tbel is het percentge diplom s op een bepld niveu weergegeven, ten opzichte vn het totle ntl diplom s dt in dt jr behld is. Tbel Percentge gediplomeerden per schoolsoort ten opzichte vn het totl ntl gediplomeerden, periode (n 2016= ) * Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/theoretische 14,0 13,3 13,0 12,1 11,8 11,4 11,4 11,2 11,0 15,7 15,4 15,4 14,9 14,6 14,4 14,7 14,9 15,2 27,8 27,7 27,8 27,9 27,4 28,8 29,4 29,7 29,6 Hvo 23,9 23,7 25,0 25,5 26,7 25,9 25,9 25,5 26,3 Vwo 18,7 19,9 18,8 19,6 19,5 19,5 18,5 18,6 17,9 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Gemiddelde exmencijfers De gemiddelde CE- en SE-cijfers zijn stbiel gebleven vergeleken met het voorgnde jr. Tbel Gemiddeld cijfer lle leerlingen, lle vkken centrl exmen (CE) voortgezet onderwijs nr schoolsoort, periode (n 2016= ) * Bsisberoepsgerichte 6,5 6,5 6,3 6,6 6,6 6,7 6,7 6,7 Kderberoepsgerichte 6,2 6,2 6,1 6,3 6,3 6,3 6,3 6,3 Gemengde/ theoretische 6,3 6,3 6,1 6,3 6,3 6,4 6,5 6,4 Hvo 6,2 6,2 6,2 6,3 6,5 6,4 6,3 6,4 Vwo 6,4 6,3 6,3 6,4 6,6 6,4 6,6 6,5 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Gemiddeld cijfer lle leerlingen, lle vkken schoolexmen (SE) voortgezet onderwijs nr schoolsoort, periode (n 2016= ) 16

17 * Bsisberoepsgerichte 6,5 6,5 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 Kderberoepsgerichte 6,5 6,5 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 Gemengde/ theoretische 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 Hvo 6,3 6,4 6,3 6,3 6,4 6,4 6,4 Vwo 6,7 6,7 6,6 6,6 6,7 6,7 6,7 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers CE cijfers in ctegorieën: lle vkken Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen (n= ) 2013 (n= ) 2014 (n= ) 2015 (n= ) 2016* (n= ) 5,5 of lger 8,6 6,8 6,5 5,9 5,9 5,5-6,5 52,0 49,4 50,7 48,0 49,6 6,5-7,5 34,2 37,6 37,2 39,0 37,9 7,5-8 4,0 4,7 4,4 5,4 5,0 8 of hoger 1,2 1,5 1,2 1,7 1,6 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Op vmbo-b scoren reltief veel leerlingen hoog: slechts 40 procent vn deze leerlingen scoort gemiddeld een 6,5 of lger. Leerlingen die gemiddeld een 8 of hoger hlen voor het CE komen met nme veel voor op het vwo (wr opstroom geen mogelijkheid is). Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen , bsisberoepsgerichte 2012 (n=20.231) 2013 (n=19.895) 2014 (n=20.184) 2015 (n=20.497) 2016* (n=20.492) 5,5 of lger 3,3 2,7 2,6 2,0 1,9 5,5 6,5 44,2 41,4 39,6 37,3 38,2 6,5 7,5 45,2 48,4 48,5 50,5 50,4 7,5 8,0 6,1 6,6 7,7 8,6 7,8 8,0 of hoger 1,1 0,9 1,6 1,7 1,7 Totl 99, *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen , kderberoepsgerichte 2012 (n=25.821) 2013 (n=26.123) 2014 (n=26.675) 2015 (n=27.874) 2016* (n=28.989) 5,5 of lger 6,2 6,4 4,9 4,7 4,2 5,5 6,5 58,3 60,2 60,4 59,5 58,1 6,5 7,5 32,4 30,5 32,0 33,1 34,5 7,5 8,0 2,7 2,5 2,4 2,4 2,8 8,0 of hoger 0,4 0,4 0,4 0,3 0,4 17

18 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen , gemengde/theoretische 2012 (n=50.062) 2013 (n=53.094) 2014 (n= ) 2015 (n=55.994) 2016* (n=57.452) 5,5 of lger 9,1 8,2 6,1 5,1 5,6 5,5 6,5 54,3 56,5 51,3 46,2 51,9 6,5 7,5 33,1 32,7 37,6 41,5 37,5 7,5 8,0 3,0 2,3 4,1 5,8 4,1 8,0 of hoger 0,5 0,3 0,9 1,4 0,9 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen , hvo 2012 (n=50.690) 2013 (n=49.645) 2014 (n=50.617) 2015 (n=51.941) 2016* (n=54.227) 5,5 of lger 10,0 7,6 8,2 9,3 8,2 5,5 6,5 52,6 44,3 50,8 50,3 48,9 6,5 7,5 33,5 41,0 36,5 35,6 36,9 7,5 8,0 3,3 5,7 3,7 4,0 4,7 8,0 of hoger 0,6 1,4 0,8 0,9 1,3 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen , vwo 2012 (n=36.749) 2013 (n=35.729) 2014 (n=35.440) 2015 (n=35.945) 2016* (n=35.828) 5,5 of lger 10,7 5,8 7,8 5,7 6,7 5,5 6,5 47,9 42,7 49,0 44,8 46,4 6,5 7,5 31,9 39,4 34,8 38,1 35,9 7,5 8,0 5,9 7,6 5,6 7,0 6,7 8,0 of hoger 3,7 4,5 2,8 4,3 4,3 Totl 100, *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Exmencijfers in ctegorieën nr geslcht In onderstnde tbel is te zien dt mnnen iets vker dn vrouwen in de ctegorieën met hoge gemiddelde exmencijfers vllen. Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen 2016*, uitgesplitst nr schoolsoort en geslcht (n= ) Bsisberoepsgerichte leerweg vmbo Kderberoepsgerichte leerweg vmbo Gemengde/ theoretische Hvo Vwo mn vrouw mn vrouw mn vrouw mn vrouw mn vrouw 5,5 of 2,0 1,9 3,9 4,5 5,2 5,9 6,4 9,7 5,6 7,6 18

19 lger 5,5-6,5 34,2 43,4 55,0 61,4 50,4 53,6 45,1 52,3 44,8 47,9 6,5-7,5 52,7 47,2 37,3 31,4 39,0 36,0 41,1 33,1 37,7 34,3 7,5-8 9,0 6,2 3,3 2,3 4,5 3,7 5,7 3,9 6,8 6,6 8 of hoger 2,1 1,3 0,5 0,3 0,9 0,8 1,7 1,0 5,1 3,6 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Exmencijfers nr sector/profiel In onderstnde tbel zijn de exmencijfers opgenomen vn lle vmbo-leerlingen die exmen doen in een specifieke sector (dit is voor vmbo-t leerlingen niet het gevl). In lle sectoren zien we dt leerlingen in de sector zorg en welzijn vker in de ctegorie vllen met gemiddeld lgere CE-cijfers dn leerlingen in ndere sectoren. Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen 2016*, uitgesplitst nr sector binnen het vmbo (n=43.922) Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/theoretische Techniek Zorg en welzijn Economie Lndbouw Techniek Zorg en welzijn Economie Lndbouw Techniek Zorg en welzijn Economie Lndbouw 5,5 of lger 1,8 2,0 2,1 1,6 4,2 4,6 3,6 4,7 5,5 9,9 7,4 7,5 5,5-6,5 31,6 43,4 38,9 36,2 54,5 63,1 54,2 60,4 53,9 61,3 59,4 58,6 6,5-7,5 54,1 47,2 49,5 52,4 37,2 30,3 37,1 32,5 36,6 26,5 30,0 29,3 7,5-8 9,9 6,2 7,5 8,0 3,5 1,8 4,3 2,2 3,1 2,1 2,5 3,9 8 of hoger 2,6 1,2 2,0 1,8 0,6 0,2 0,8 0,2 0,9 0,2 0,7 0,7 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Gemiddeld cijfer en stndrddevitie voor het centrl exmen 2016*, uitgesplitst nr sector binnen het vmbo (n=43.922) Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/theoretische Gem. SD Gem. SD Gem. SD Techniek 6,78 0,64 6,39 0,63 6,37 0,67 Zorg en welzijn 6,60 0,61 6,27 0,57 6,18 0,66 Economie 6,67 0,64 6,42 0,63 6,25 0,64 Lndbouw 6,69 0,62 6,31 0,58 6,27 0,68 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Ook op de hvo en het vwo vllen leerlingen met een technisch profiel (N&T en N&T/N&G) vker in de ctegorieën met gemiddeld hoge CE-cijfers. Tbel Percentge leerlingen per gemiddeld cijfer voor het centrl exmen 2016*, uitgesplitst nr profiel binnen het hvo/vwo (n=90.055) Hvo Vwo 19

20 N&T N&G E&M C&M N&T / N&G Overig N&T N&G E&M C&M N&T / N&G Overig 5,5 of lger 4,9 11,0 7,9 9,8 5,7 6,4 4,5 9,2 7,7 7,4 5,5 6,3 5,5-6,5 37,7 53,8 49,4 54,1 41,4 50,5 39,7 55,9 52,9 53,4 38,9 45,6 6,5-7,5 44,8 31,3 37,4 32,7 42,4 38,0 38,2 31,0 35,1 33,9 37,5 38,1 7,5-8 9,3 3,0 4,4 2,9 7,7 4,2 9,9 3,1 3,3 3,7 10,0 6,8 8 of hoger 3,3 0,9 0,9 0,5 2,8 0,9 7,7 0,8 1,0 1,6 8,1 3,2 Totl *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Gemiddeld cijfer en stndrddevitie voor het centrl exmen 2016*, uitgesplitst nr profiel binnen het hvo/vwo (n=90.055) Hvo Vwo Gem. SD Gem. SD N&T 6,66 0,74 6,71 0,84 N&G 6,27 0,70 6,28 0,65 E&M 6,39 0,69 6,35 0,67 C&M 6,27 0,68 6,35 0,68 N&T / N&G 6,57 0,74 6,70 0,86 Overige combintie 6,42 0,66 6,51 0,75 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Excellente leerlingen Excellente leerlingen zijn gedefinieerd ls leerlingen die gemiddeld een 8 of hoger gehld hebben op hun centrl exmen. Er zijn grote verschillen tussen scholen wt betreft het percentge excellente leerlingen: Op een groot deel vn de scholen zijn in 2016 geen leerlingen die excellent presteren. Met nme tussen de vwo-fdelingen bestn grote verschillen. Drnst slgt op een deel vn de vmbo-b scholen een reltief hoog percentge leerlingen met een gemiddeld cijfer vn 8 of hoger voor het centrl exmen. Tbel Percentge excellente leerlingen op schoolniveu 2016*, nr schoolsoort (n=2.640) Percentge excellente leerlingen 0% >0-2.5% 2.5-5% 5-10% >=10% Bsisberoepsgerichte 56,7 14,2 19,1 7,9 2,1 Kderberoepsgerichte 78,7 16,4 3,4 1,5 0,0 Gemengde/theoretische 59,4 28,5 9,6 2,2 0,3 Hvo 34,6 49,1 13,7 2,4 0,2 Vwo 18,1 20,2 30,8 24,2 6,7 Totl 49,9 26,4 14,8 7,2 1,7 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Schoolverschillen m.b.t. excellente leerlingen op het vwo 20

21 Op het vwo komt het reltief vk voor dt een leerling slgt met een gemiddeld CE-cijfer vn 8 of hoger. De volgende tbellen proberen inzicht te geven in de verschillen die bestn tussen verschillende vwo-fdelingen met betrekking tot het percentge excellente leerlingen. Met nme vestigingen wr lleen vwo wordt ngeboden hebben een hoog percentge leerlingen dt slgt met een gemiddeld CE-cijfer vn 8 of hoger. Tbel Percentge excellente vwo-leerlingen op schoolniveu, nr onderwijsnbod (2016*, n=496) Percentge excellente leerlingen 0% >0-2.5% 2.5-5% 5-10% >=10% Vmbob/k/(g)t/hvo/vwo 22,2 21,0 32,1 18,5 6,2 Vmbo-g/t/hvo/vwo 24,5 18,5 29,5 22,5 5,0 Hvo/vwo 13,3 25,3 38,5 20,5 2,4 Vwo 2,0 8,2 8,2 53,0 28,6 Totl 18,1 20,2 30,8 24,2 6,7 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Binnen de G4 springt met nme Utrecht eruit: Op een derde vn de scholen scoort 10 procent of meer vn de leerlingen gemiddeld een 8 of hoger voor het centrl exmen. In Amsterdm zijn reltief veel vwo-fdelingen wr geen enkele leerling slgt met een gemiddeld CE-cijfer vn 8 of hoger. Tbel Percentge excellente vwo-leerlingen op schoolniveu, nr G4 (2016*, n=496) Percentge excellente leerlingen 0% >0-2.5% 2.5-5% 5-10% >=10% Geen g4 17,4 21,8 31,0 23,6 6,2 Amsterdm 40,9 18,2 13,6 22,7 4,6 Rotterdm 22,2 5,6 38,9 27,8 5,5 Den Hg 13,3 6,7 33,3 40,0 6,7 Utrecht 0,0 0,0 44,5 22,2 33,3 Totl 18,1 20,2 30,8 24,2 6,7 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Er zijn reltief veel openbre scholen met een hoog percentge leerlingen dt een gemiddeld CEcijfer vn 8 of hoger behlt. Tbel Percentge excellente vwo-leerlingen op schoolniveu, nr denomintie (2016, n=496) Percentge excellente leerlingen 0% >0-2.5% 2.5-5% 5-10% >=10% Openbr 19,5 16,1 25,5 28,8 10,1 Rooms-ktholiek 14,4 27,2 31,2 21,6 5,6 Protestnts-christelijk 14,9 20,7 34,5 27,6 2,3 Overig bijzonder 22,2 17,8 34,1 19,2 6,7 Totl 18,1 20,2 30,8 24,2 6,7 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers 21

22 Grotere fdelingen hebben vker een reltief hoog percentge leerlingen met een gemiddeld CEcijfer vn 8 of hoger. Tbel Percentge excellente vwo-leerlingen op schoolniveu, nr fdelingsgrootte (2016, n=496) Percentge excellente leerlingen 0% >0-2.5% 2.5-5% 5-10% >=10% <100 52,4 4,8 28,6 9,5 4, ,7 12,1 27,4 21,0 3, ,2 27,6 32,3 24,1 7, ,3 14,8 34,4 37,7 9,8 Totl 18,1 20,2 30,8 24,2 6,7 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers CE-cijfers kernvkken Onderstnde tbellen geven de gemiddelde cijfers voor de kernvkken weer, nmelijk Wiskunde, Nederlnds en Engels. In het lgemeen kn gesteld worden dt de gemiddelde cijfers voor de kernvkken stbiel zijn. Tbel Cijfers kernvk Wiskunde (WI) centrl exmen voortgezet onderwijs , per schoolsoort (n 2016= ) * Bsisberoepsgerichte 6,4 6,7 6,7 6,8 6,8 7,0 Kderberoepsgerichte 6,0 6,3 6,2 6,2 6,5 6,4 Gemengde/ theoretische 6,1 6,4 6,4 6,5 7,0 6,5 Hvo 6,3 6,4 6,5 6,6 6,6 6,6 Vwo 6,3 6,5 6,9 6,6 7,0 6,9 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Cijfers kernvk Nederlnds (NE) centrl exmen voortgezet onderwijs , per schoolsoort (n 2016= ) * Bsisberoepsgerichte 6,3 6,5 6,6 6,5 6,6 6,6 Kderberoepsgerichte 6,0 6,2 6,1 6,2 6,1 6,2 Gemengde/ theoretische 5,9 6,3 6,2 6,3 6,3 6,3 Hvo 6,0 6,1 6,2 6,3 6,0 6,2 Vwo 6,2 6,3 6,5 6,5 6,0 6,1 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Cijfers kernvk Engels (EN) centrl exmen voortgezet onderwijs , per schoolsoort (n 2016= ) * Bsisberoepsgerichte 6,6 6,9 6,9 7,0 7,1 7,0 Kderberoepsgerichte 6,4 6,4 6,3 6,3 6,4 6,4 Gemengde/ theoretische 6,5 6,3 6,3 6,7 6,7 6,6 Hvo 6,1 6,2 6,7 6,9 6,8 6,8 Vwo 6,2 6,3 6,9 6,8 7,0 7,0 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers 22

23 Percentge voldoendes voor de kernvkken Onderstnde tbel geeft per onderwijsniveu weer welk percentge vn de leerlingen een voldoende (miniml een 5,5) voor de kernvkken heeft gehld op het centrl exmen. In het vmbo-k hlen leerlingen reltief vk een onvoldoende voor wiskunde. Vmbo-b leerlingen hlen vrijwel lleml een voldoende voor het vk Nederlnds. Vwo-leerlingen hlen hier reltief het vkst een onvoldoende voor. Vmbo-k leerlingen hlen het vkst een onvoldoende voor Engels, vwo-leerlingen het minst vk. Tbel Percentge leerlingen met een voldoende voor het CE vn de kernvkken Wiskunde, Nederlnds en Engels nr onderwijsniveu (2016*) Voldoende voor CE wiskunde (n= ) Voldoende voor CE Nederlnds (n= ) Voldoende voor CE Engels (n= ) Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/theoretische 87,3 91,9 87,0 76,9 81,4 76,6 81,0 84,5 84,6 Hvo 83,1 83,6 85,3 Vwo 87,5 80,3 90,7 Totl 83,0 83,8 85,0 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Percentge voldoendes voor kernvkken op schoolniveu Op schoolniveu zien we dt er reltief veel vestigingen zijn wr een reltief lg percentge vmbo-k leerlingen voldoende scoort voor de kernvkken (met nme voor wiskunde en Engels). Ook zijn er reltief veel vestigingen wr een lg percentge vmbo-g/t leerlingen voldoende hlt voor het vk wiskunde. Drnst zijn er reltief veel vwo-fdelingen wr een lg percentge leerlingen voldoende scoort voor Nederlnds. Tbel Percentge leerlingen met een voldoende voor het centrl exmen Wiskunde 2016* op schoolniveu, per schoolsoort (n fdelingen=2.629) Percentge voldoende voor wiskunde <60% 60-70% 70-80% 80-90% % Totl Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische 1,0 4,7 11,8 35,2 47, ,5 15,3 26,3 29,5 16, ,1 11,8 27,3 35,5 19,3 100 Hvo 1,8 4,8 25,0 49,1 19,3 100 Vwo 0,6 2,8 12,5 44,6 39,5 100 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Percentge leerlingen met een voldoende voor het centrl exmen Nederlnds 2016* op schoolniveu, per schoolsoort (n fdelingen=2.640) Percentge voldoende voor Nederlnds <60% 60-70% 70-80% 80-90% % Totl Bsisberoepsgerichte 0,5 0,2 3,7 27,3 68,

24 Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische 3,6 8,1 25,6 42,7 20, ,1 3,5 19,9 48,4 27,1 100 Hvo 1,2 2,6 21,5 56,8 17,9 100 Vwo 3,0 7,7 34,7 41,5 13,1 100 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Percentge leerlingen met een voldoende voor het centrl exmen Engels 2016* op schoolniveu, per schoolsoort (n fdelingen=2.639) Percentge voldoende voor Engels <60% 60-70% 70-80% 80-90% % Totl Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische 0,9 1,9 15,4 41,4 40, ,4 16,0 40,1 34,3 6, ,2 3,9 18,7 52,2 24,0 100 Hvo 0,0 1,2 14,7 58,5 25,6 100 Vwo 0,0 0,6 5,6 36,9 56,9 100 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Herknsingen Onderstnde tbel lt zien dt het ntl herknsingen redelijk stbiel is gebleven in de fgelopen drie jren. In het vwo is sprke vn een lichte fnme vn het percentge herknsingen. Leerlingen op vmbo-k herknsen reltief vk vergeleken met de ndere schoolverschillen. Tbel Percentge herknsingen ten opzichte vn het totl ntl exmens, (n 2016= ) Bsisberoepsgerichte leerweg vmbo Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische Hvo Vwo Totl ,0 6,3 3,2 3,8 4,9 4, ,8 6,4 3,0 3,9 4,7 4,1 2016* 3,8 6,1 3,3 3,7 4,4 4,0 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers In onderstnde tbellen worden vkken wr minder dn 500 leerlingen exmen in hebben gedn op het betreffende niveu niet weergegeven. De beroepsvkken op vmbo-b en vmbo-k worden reltief vk herknst. Op vmbo-k en vmbo-g/t worden ook de kernvkken reltief vk herknst. Op vmbo-b is economie het vk dt reltief het vkst is herknst in Tbel Percentge herknsingen ten opzichte vn het totl ntl exmens, uitgesplitst nr vk, vmbofdelingen (2016*, n= ) Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische Ardrijkskunde 2,5 2,5 Beroepsvk 9,9 14,3 3,4 24

25 Biologie 3,1 4,9 3,0 Duits 2,0 2,7 2,8 Economie 4,7 2,6 3,5 Engels 1,9 4,0 2,6 Frns 2,7 Geschiedenis 2,6 Mtschppijleer 2,1 3,3 1,7 Ntuurkunde 2,2 3,6 2,4 Nederlnds 1,6 4,4 4,9 Wiskunde 2,1 4,7 4,2 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Op de hvo en het vwo worden de wiskunde, Nederlnds, Biologie en Duits reltief vk herknst. Tbel Percentge herknsingen ten opzichte vn het totl ntl exmens, uitgesplitst nr vk, hvo/vwo (2016*, n= ) Hvo Vwo Ardrijkskunde 3,9 3,3 Biologie 5,5 5,7 Duits 5,0 5,6 Economie 3,3 4,1 Engels 3,3 3,6 Frns 2,7 1,4 Geschiedenis 2,6 3,7 Grieks 3,9 Ltijn 3,3 M&O 3,4 4,7 Mtschppijwetenschppen 3,7 3,1 Ntuurkunde 3,9 4,6 Nederlnds 4,5 5,7 Scheikunde 2,6 3,8 Wiskunde 4,2 6,0 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers 3.4 Cijfers rekentoets In onderstnde tbellen is te zien dt het gemiddelde cijfer voor de rekentoets in 2016 voor lle vo-onderwijsniveus, met uitzondering vn vwo, hoger lg dn in Leerlingen op de hvo en op vmbo-b hlden in 2016 de lgste cijfers voor de rekentoets. Op de vmbo-niveus is het ntl leerlingen dt een voldoende hlt voor de rekentoets in 2016 gestegen ten opzichte vn Op het vwo, wr leerlingen een voldoende moeten hebben voor de rekentoets om een diplom te krijgen, hlt bijn 95 procent vn de leerlingen een voldoende. Ook zien we dt de verschillen tussen scholen hier in 2016 kleiner zijn dn in Tbel Gemiddelde cijfer rekentoets per schoolsoort, 2015 (n= ) en 2016 (n= ) 25

26 * Gem. SD Gem. SD Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische 5,61 1,55 5,92 1,33 5,93 1,55 6,06 1,36 6,29 1,53 7,00 1,37 Hvo 5,75 1,22 5,84 1,06 Vwo 7,35 1,41 7,35 1,28 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Percentge leerlingen met een voldoende voor de rekentoets nr schoolsoort, 2015 (n= ) en 2016 (n= ) * Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische 51,8 66,7 58,9 65,5 69,4 88,2 Hvo 53,8 59,7 Vwo 91,5 94,7 Totl 66,0 76,0 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Schoolverschillen in opbrengsten rekentoets Er zijn grote verschillen tussen fdelingen wt betreft het percentge leerlingen met een voldoende voor de rekentoets. Met nme op vestigingen wr leerlingen exmen doen op vmbo-b-, vmbo-ken hvoniveu is dit het gevl. Figuur tot en met figuur geven grfisch weer hoe groot de spreiding tussen de verschillende vmbo-b, vmbo-k en hvo-fdelingen is. Tbel Gemiddelde en stndrddevitie vn het percentge leerlingen met een voldoende voor de rekentoets op schoolniveu, 2015 (n=2.628) en 2016 (n=2.640) Percentge leerlingen met een voldoende voor de rekentoets Gem. SD Gem. SD Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische 51,2 15,2 66,1 18,6 58,4 14,7 65,2 14,2 69,6 13,4 88,3 9,2 Hvo 53,2 13,3 59,0 13,5 Vwo 91,4 7,0 94,5 5,8 Totl 65,5 19,2 76,2 18,8 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers 26

27 Figuur Percentge leerlingen met een voldoende voor de rekentoets op vmbo-b-fdelingen (n 2016*=421) *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Figuur Percentge leerlingen met een voldoende voor de rekentoets op vmbo-k-fdelingen (n 2016*=474) *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers 27

28 Figuur Percentge leerlingen met een voldoende voor de rekentoets op hvo-fdelingen (n 2016*=503) *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers 28

29 4 Pltsing en doorstroom 4.1 Dtbestnden en nlysemethoden Voor de nlyses zijn de volgende bestnden gebruikt: 1. Doorstroombestnd op bsis vn het inschrijvingenbestnd 2. Dtbestnden met exmencijfers 4.2 Enkel- en meervoudige pltsing Het ntl leerlingen met een enkelvoudige inschrijving is in 2016/2017 iets hoger dn in 2015/2016. Wel is deze stijging nzienlijk minder groot dn in de voorgnde jren. Tbel Breedte inschrijvingen vn leerlingen in het eerste jr vo schooljr 2005/ /2017 Enkelvoudige inschrijving Dubbele inschrijving Drievoudige inschrijving Viervoudige inschrijving Vijfvoudige inschrijving 2005/ ,2 40,3 22,7 1,0 5,7 N= / ,7 40,9 22,1 0,9 5,4 N= / ,8 40,5 20,9 0,8 5,0 N= / ,9 40,3 20,1 0,9 4,9 N= / ,0 39,3 19,9 0,9 5,0 N= / ,5 39,3 18,8 0,9 4,5 N= / ,4 38,2 18,4 0,9 4,1 N= / ,6 37,3 17,2 0,8 4,1 N= / ,9 35,8 16,8 0,6 3,8 N= / ,9 34,6 16,6 0,5 3,4 N= / ,1 33,9 15,6 0,5 3,4 N= /2017* 46,4 33,3 15,7 0,7 3,9 N= *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Op schoolniveu is het ntl scholen dt lleen mr enkelvoudige inschrijvingen heeft geregistreerd in schooljr 2016/2017 licht fgenomen ten opzichte vn het voorgnde jr. Dit onderbreekt de stijgende lijn die vnf 2006/2007 zichtbr is (met uitzondering vn 2009/2010). Tbel Breedte inschrijvingen in het eerste jr vo op schoolniveu, schooljr 2005/ /2017 Alleen meervoudige inschrijvingen Enkel- en meervoudige inschrijvingen Alleen enkelvoudige inschrijvingen 2005/ ,1 41,7 20,2 N= / ,9 45,2 19,0 N= / ,5 40,0 25,4 N= / ,1 40,7 27,2 N= / ,2 41,7 27,1 N= / ,0 41,9 28,1 N= / ,3 42,5 29,2 N= / ,2 42,3 30,5 N= / ,6 40,9 32,6 N=

30 2014/ ,5 40,0 33,5 N= / ,8 39,3 34,9 N= /2017* 26,0 39,7 34,3 N=1.375 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Tbel Breedte inschrijvingen in het eerste jr vo op schoolniveu, uitgesplitst nr regio (2016*, n=1.374) Alleen meervoudige inschrijvingen Enkel- en meervoudige inschrijvingen Alleen enkelvoudige inschrijvingen Noord 29,3 35,9 34,8 Oost 18,5 45,7 35,8 Midden 28,8 38,1 33,1 Zuid 24,1 40,2 35,7 Lndelijk 26,0 39,7 34,3 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers APCG-leerlingen in homogene brugklssen Leerlingen uit een rmoedeprobleemcumultiegebied (APC-gebied) worden iets minder vk in homogene brugklssen gepltst dn leerlingen die niet uit een APC-gebied komen. Tbel Percentge leerlingen dt in enkel- en meervoudige brugklssen gepltst wordt, uitgesplitst nr fkomst APC-gebied (2016*, n= ) Leerling uit rmoedeprobleemcumultiegebied J Nee Totl Enkelvoudige pltsing 43,4 47,0 46,5 Meervoudige pltsing 56,6 53,0 53,5 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Dit minieme verschil ontstt doordt APCG-leerlingen vker gepltst worden in niet-homogene vmbo-klssen. Voor vmbo-g/t/hvo en hvo/vwo geldt dt APCG-leerlingen hier minder vk in gepltst worden dn niet-apcg-leerlingen. Tbel Percentge leerlingen dt op brugklsniveu gepltst wordt, uitgesplitst nr fkomst APC-gebied (2016, n= ) Leerling uit rmoedeprobleemcumultiegebied J Nee Totl Prktijkonderwijs 5,3 2,4 2,8 Vmbo-b 8,0 5,6 6,0 Vmbo-b/k 7,5 5,9 6,1 Vmbo-k 5,9 6,0 6,0 Vmbo breed 13,1 8,9 9,5 Vmbo-g/t 11,0 12,5 12,3 Brede brugkls 13,0 10,3 10,7 Vmbo-g/t/hvo 7,0 8,9 8,6 30

31 Hvo 3,5 5,5 5,2 Hvo/vwo 16,1 19,0 18,6 Vwo 9,7 14,9 14,2 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers 4.3 Op- en fstroom in de onderbouw Onderstnde tbellen geven de op- en fstroom weer vn leerlingen die in het betreffende jr voor de eerste keer ingeschreven stonden voor leerjr 3 in het vo. Leerlingen die in leerjr 3 ingeschreven stn voor pro of voor een dubbele schoolsoort en leerlingen zonder een geldig vodvies of met een meervoudig dvies (meer dn drie schoolsoorten) zijn niet meegenomen. Voor de oudere cohorten geldt dt niet voor lle leerlingen een vo-dvies bekend is. Er is een lichte fnme vn het percentge leerlingen dt fstroomt, en een lichte toenme vn het percentge leerlingen dt op het niveu vn dvies terecht komt of opstroomt. Hierbij moet wel in gedchten gehouden worden dt het ntl leerlingen met een enkelvoudig dvies is in de fgelopen jren is toegenomen. Tbel Percentge op-/fstroom in leerjr 3 ten opzichte vn bsisschooldvies, positie leerjr Afgestroomd t.o.v. dvies Lgste schoolsoort binnen dubbel dvies Plts in leerjr 3 gelijk n dvies Hoogste schoolsoort binnen dubbel dvies behld Opgestroomd t.o.v. dvies 2012/ ,8 15,8 45,0 13,9 9,5 2013/ ,9 14,2 48,1 12,4 9,4 2014/ ,7 13,2 50,3 11,3 9,5 2015/ ,7 11,3 53,4 10,4 10,2 Onderstnde tbel lt het percentge f- en opgestroomde leerlingen zien tussen , uitgesplitst nr het vertrgd/onvertrgd doorlopen vn de onderbouw. De meest rechterkolom lt zien welk percentge vn de leerlingen die voor het eerst ingeschreven stn voor leerjr 3 vertrging heeft opgelopen in de onderbouw. Vn de leerlingen die vertrging oplopen in de onderbouw, stroomt een nzienlijk deel f ten opzichte vn het dvies. Tbel Percentge op-/fstroom in leerjr 3 ten opzichte vn bsisschooldvies, positie leerjr , uitgesplitst nr zittenblijven in de onderbouw Afgestroomd t.o.v. dvies Lgste onderwijssoort binnen dubbel dvies Plts in leerjr 3 gelijk n dvies Hoogste onderwijssoort binnen dubbel dvies Opgestroomd t.o.v. dvies Totl 2012 Niet vertrgd 15,4 15,7 45,3 14,1 9, ,8 Vertrgd 30,2 17,9 37,5 7,5 6, ,2 Totl 15,8 15,8 45,0 13,9 9, Niet vertrgd 15,3 14,0 48,5 12,6 9, ,1 Vertrgd 29,3 18,9 39,1 6,8 5, ,9 Totl 15,9 14,2 48,1 12,4 9, Niet vertrgd 15,0 13,0 50,7 11,6 9, ,4 Vertrgd 30,2 16,6 41,4 6,0 5, ,6 31

32 Totl 15,7 13,2 50,3 11,3 9, Niet vertrgd 14,0 11,1 53,9 10,6 10, ,4 Vertrgd 29,2 14,9 44,0 6,1 5, ,6 Totl 14,7 11,3 53,4 10,4 10, Onderstnde tbel lt het percentge f- en opgestroomde leerlingen zien, uitgesplitst nr het vo-dvies vn de bsisschool. Leerlingen met een enkelvoudig hvo dvies stromen reltief vk f. Ook lukt het leerlingen met een vmbo-g/t/hvo dvies reltief weinig om het hoogste dvies binnen hun dubbele dvies te behlen (hvo). Tbel Positie in leerjr 3 ten opzichte vn vo-dvies, uitgesplitst nr vo-dvies, positie leerjr 3 in 2015 (n= ) Afgestroomd t.o.v. dvies Lgste schoolsoort binnen dubbel dvies Plts in leerjr 3 gelijk n dvies Hoogste schoolsoort binnen dubbel dvies Opgestroomd t.o.v. dvies Vmbo-b 72,8 27,2 Vmbo-b/k 39,0 48,7 12,3 Vmbo-k 19,1 61,4 19,5 Vmbo-k/(g)/t 8,7 40,8 48,3 2,2 Vmbo-g/t 18,3 70,8 10,9 Vmbo-(g)/t/hvo 6,6 54,9 35,8 2,7 Hvo 25,2 58,1 16,7 Hvo/vwo 10,4 44,6 45,0 Vwo 13,8 86,2 Totl 14,7 11,3 53,4 10,4 10,2 In onderstnde tbel worden leerlingen met verschillende vo-dviezen uitgesplitst nr het vertrgd/onvertrgd doorlopen vn de onderbouw. Met nme leerlingen met hogere vo-dviezen stromen vk vertrgd f. Vertrgd opstromen gebeurt met nme bij leerlingen met een vmbo-k dvies of lger. Tbel Positie in leerjr 3 ten opzichte vn vo-dvies, uitgesplitst nr vo-dvies en vertrgd/onvertrgd doorlopen vn de onderbouw, positie leerjr 3 in 2015 (n= ) Afgestroomd t.o.v. dvies Lgste schoolsoort binnen dubbel dvies Plts in leerjr 3 gelijk n dvies Hoogste schoolsoort binnen dubbel dvies Opgestroomd t.o.v. dvies Vmbo-b Niet vertrgd 72,6 27,4 Vertrgd 77,5 22,5 Vmbo-b/k Niet vertrgd 38,9 49,1 12,0 Vertrgd 43,3 35,5 21,2 Vmbo-k Niet vertrgd 18,7 61,8 19,5 Vertrgd 33,5 46,1 20,4 Vmbo-k/(g)/t Niet vertrgd 8,4 41,1 48,2 2,3 Vertrgd 16,4 32,3 50,0 1,3 Vmbo-g/t Niet vertrgd 17,9 70,9 11,2 32

33 Vertrgd 27,4 66,9 5,7 Vmbo- (g)/t/hvo Niet vertrgd 6,1 54,7 36,4 2,8 Vertrgd 15,9 57,7 25,1 1,3 Hvo Niet vertrgd 24,2 58,4 17,4 Vertrgd 42,9 52,7 4,4 Hvo/vwo Niet vertrgd 9,6 43,5 46,9 Vertrgd 23,5 61,9 14,6 Vwo Niet vertrgd 12,6 87,4 Vertrgd 43,4 56,6 Totl Niet vertrgd 14,0 11,1 53,9 10,6 10,4 Vertrgd 29,2 14,9 44,0 6,1 5,8 Onderstnde tbel geeft weer in hoeverre er verschillen bestn tussen leerlingen die de CETtoets gemkt hebben en leerlingen die een ndere eindtoets gemkt hebben. Leerlingen die een ndere eindtoets die de voormlige Cito-toets gemkt hebben, stromen iets vker op ten opzichte vn hun dvies. Tbel Positie in leerjr 3 ten opzichte vn bsisschooldvies, uitgesplitst nr eindtoets bsisschool, positie leerjr 3 in 2015 (n= ) Afgestroomd t.o.v. dvies Lgste schoolsoort binnen dubbel dvies Plts in leerjr 3 gelijk n dvies Hoogste schoolsoort binnen dubbel dvies Opgestroomd t.o.v. dvies Onbekend/n.v.t. 13,9 9,5 57,0 8,2 11,4 Voormlige Citotoets 14,6 11,7 53,2 10,7 9,8 Andere eindtoets 15,1 9,8 53,8 9,0 12,3 Totl 14,7 11,3 53,4 10,4 10,2 Onderstnde tbel geeft weer hoe de verhouding is vn het percentge leerlingen dt ingeschreven stt voor vmbo en hvo/vwo. Tbel Percentge leerlingen dt ingeschreven stt voor leerjr 3 vn vmbo en hvo/vwo Vmbo 53,7 53,5 53,4 53,4 53,8 54,1 54,2 Hvo/vwo 46,3 46,5 46,6 46,6 46,2 45,9 45,8 Bron: OCW, 2016 (Exmenmonitor vo 2016) 4.4 Gediplomeerde opstroom Gediplomeerde opstroom is ls volgt gedefinieerd: een leerling schrijft zich in het jr nsluitend op het behlen vn een diplom in voor een vo-opleiding op een hoger onderwijsniveu. Leerlingen die in 2015 hun diplom behlden, kiezen er vker voor om op te stromen nr een hoger onderwijsniveu binnen het vo dn leerlingen die een jr eerder hun diplom behlden. Dit verschil is voorl groot bij leerlingen die hun hvodiplom behld hebben. Tbel Percentge gediplomeerde opstroom per schoolsoort, (n 2016= ) Jr diplomering 33

34 * Bsisberoepsgerichte Kderberoepsgerichte Gemengde/ theoretische 1,7 1,9 2,3 2,4 2,6 3,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4 15,7 14,7 12,9 13,5 14,6 14,9 Hvo 3,7 3,8 3,2 3,5 5,1 5,2 Totl 6,9 6,6 6,0 6,4 7,4 7,6 *Gegevens gebseerd op voorlopige cijfers Gediplomeerde opstroom nr socileconomische sttus Socileconomische sttus (SES) is gedefinieerd n de hnd vn het opleidingsniveu vn de ouders vn een leerling. Een leerling heeft een lge SES wnneer het opleidingsniveu vn de ouders mximl mbo-1 is; een midden SES wnneer het opleidingsniveu vn de ouders mbo-2 tot en met mbo-4 is en een hoge SES wnneer de ouders een ho-bchelor of -mster hebben. Omdt de tbellen wrin gediplomeerde opstroom uitgesplitst nr SES gebseerd zijn op gegevens vn het CBS/OCW, kunnen de totlpercentges iets fwijken vn eerder vermelde percentges. Leerlingen met een hoge SES kiezen vker voor gediplomeerde opstroom. In de periode dlde het percentge leerlingen met een hoge SES dt gediplomeerd opstroomde, mr vnf 2013 is een stijging zichtbr. Bij leerlingen met een lge of midden SES zijn de verschillen door de tijd heen minder groot. Figuur Percentge gediplomeerde opstroom ten opzichte vn gehele leerlingpopultie, uitgesplitst nr SES 12,00 % stpelrs t.o.v. lle gediplomeerden met dezelfde SES 10,00 8,00 6,00 4,00 2,00 0, Lg Midden Hoog Totl Tbel Antl en percentge gediplomeerde opstroom ten opzichte vn het totl ntl gediplomeerden, uitgesplitst nr SES ( ) Jr diplomering n % n % n % n % n % Lge SES , , , , ,1 34

35 Midden SES , , , , ,0 Hoge SES , , , , ,8 Totl , , , , ,3 Bron: CBS/OCW, 2016 Tbel Percentge gediplomeerde opstroom vnuit vmbo-g/t ten opzichte vn het totl ntl gediplomeerden vmbo-g/t, uitgesplitst nr SES ( , n 2015=53.750) Jr diplomering Lge SES 12,6 11,4 11,4 10,8 12,5 Midden SES 13,3 12,9 11,1 11,3 12,2 Hoge SES 22,8 20,6 17,2 18,3 19,5 Totl 15,7 14,6 12,9 13,3 14,4 Bron: CBS/OCW, 2016 Tbel Percentge gediplomeerde opstroom vnuit hvo ten opzichte vn het totl ntl gediplomeerden hvo, uitgesplitst nr SES ( , n 2015=45.780) Jr diplomering Lge SES 2,3 3,2 2,1 2,6 4,1 Midden SES 2,8 3,1 2,5 2,4 3,6 Hoge SES 5,2 4,7 4,2 4,8 6,9 Totl 3,7 3,8 3,2 3,5 5,1 Bron: CBS/OCW, 2016 Schoolverschillen in gediplomeerde opstroom Tussen de verschillende vestigingen zijn er grote verschillen in het percentge leerlingen dt gediplomeerd opstroomt. Omdt het percentge leerlingen dt vnuit vmbo-b en vmbo-k opstroomt zeer beperkt is, worden hier lleen gegevens weergegeven over leerlingen die n het behlen vn een vmbo-g/t- of hvodiplom opstromen. Onderstnde figuren lten het percentge leerlingen dt opstroomt vnuit vmbo-g/t en hvo zien (geslgd in 2015). Met nme wt betreft het percentge vmbo-g/t leerlingen dt opstroomt zien we grote verschillen tussen vestigingen. 35

36 Figuur Percentge vmbo-g/t leerlingen dt opstroomt op vestigingsniveu (diplomeringsjr 2015, n=727) Figuur Percentge hvoleerlingen dt opstroomt op vestigingsniveu (diplomeringsjr 2015, n=501) Onderstnde tbellen lten het percentge leerlingen dt exmen heeft gedn en hiern opstroomt op vestigingsniveu zien. Hierbij is onderscheid gemkt tussen de breedte vn het onderwijsnbod op de vestiging. Uit onderstnde tbel blijkt dt met nme op vestigingen die 36

37 lle vmbo-niveus nbieden, een reltief lg percentge vn de leerlingen er voor kiest om op te stromen nr hvo. Tbel Percentge gediplomeerde opstroom vnuit vmbo-g/t op schoolniveu, uitgesplitst nr ngeboden schoolsoorten op de vestiging, diplomeringsjr (n 2015=725) Diplomeringsjr Vmbo-b/k/(g)t 10,4 9,6 7,8 7,6 8,4 Vmbo-g/t 15,4 13,9 12,7 12,7 14,8 15,4 12,9 12,3 11,7 13,7 Vmbo-g/t/hvo/vwo 18,4 18,4 16,2 17,5 18,5 Tbel Percentge gediplomeerde opstroom vnuit hvo op schoolniveu, diplomeringsjr (n 2015=500) Diplomeringsjr Vmbob/k/(g)t/hvo/vwo Vmbob/k/(g)t/hvo/vwo 3,3 3,6 2,5 3,3 4,0 Vmbo-g/t/hvo/vwo 3,4 3,5 3,1 3,2 4,3 Hvo/vwo 4,5 4,7 3,9 4,3 6,5 Gediplomeerde opstroom vnuit vmbo-g/t Een nzienlijk deel vn de leerlingen dt een vmbo-g/t diplom behlt, stroomt hiern door nr de hvo. Sommige leerlinggroepen kiezen hier vker voor dn ndere. Door middel vn een logistische regressienlyse is voorspeld of een leerling n het behlen vn zijn vmbo-g/t-diplom opstroomt nr de hvo. In deze nlyse zijn lle leerlingen meegenomen die in 2013, 2014 en 2015 hun vmbo-g/t diplom behld hebben. In onderstnde tbel zien we dt met nme het hlen vn hogere SE-cijfers de kns vergroot dt een leerling er voor kiest om op te stromen nr de hvo; dit geldt ook, mr in mindere mte, voor hogere CE-cijfers. Leerlingen met een westerse migrtiechtergrond en met nme ook die met een niet-westerse migrtiechtergrond kiezen vker voor een vervolg op hvoniveu dn leerlingen zonder migrtiechtergrond. Drnst stromen oudere leerlingen minder vk op. Ook kiezen jongens hier ook iets vker voor dn meisjes, mr dit effect is erg klein. Ook het positieve effect vn het hebben vn miniml een hvodvies (vnuit de bsisschool) is erg klein. Vergeleken met leerlingen die op vestigingen zitten wr lleen mr vmbo-g/t wordt ngeboden, stromen leerlingen op vestigingen met vmbo-g/t, hvo en vwo vker op. Wnneer een leerling op een vestiging met lle niveus zit, is de kns op opstroom nr de hvo juist kleiner. Dit geldt in nog sterkere mte voor leerlingen die op vestigingen zitten wrop lle vmbo-niveus worden ngeboden. Tbel Logistisch regressiemodel: Gediplomeerde opstroom vnuit vmbo-g/t (gediplomeerden 2013, 2014, 2015, n= ) B S.E. Wld df Sig. Exp(B) Voorspeller Westerse migrtiechtergrond Niet-Westerse migrtiechtergrond,492, ,151 1,000 1,636,846, ,280 1,000 2,331 Jongen,197, ,129 1,000 1,218 Leerling uit pcg,002,029,007 1,932 1,002 SE lle vkken 1,638, ,399 1,000 5,147 37

38 CE lle vkken,915, ,803 1,000 2,497 Miniml hvo-dvies,049,022 4,706 1,030 1,050 Leeftijd -,466, ,883 1,000,627 Anbod: Vmbo breed* -,518, ,627 1,000,596 Anbod: Alle niveus* -,126,028 20,586 1,000,881 Anbod: Vmbo-g/thvo-vwo*,335, ,881 1,000 1,398 Constnt -12,118, ,275 1,000,000 *Referentieniveu voor nbod is vestiging met lleen vmbo-g/t. Prestties opgestroomde en reguliere hvo-leerlingen Voor de volgende nlyses nr vmbo-g/t leerlingen die n het behlen vn hun diplom opstromen nr de hvo, zijn lle leerlingen meegenomen die in 2011, 2012 en 2013 in geschreven stonden voor de hvo. Voor l deze leerlingen is bepld of zij in het voorgnde jr hun vmbo-g/t diplom hebben behld. Bij leerlingen die opstromen met een vmbo-g/t diplom verloopt de overgng in 4 hvo vk minder succesvol dn bij leerlingen die gestrt zijn op de hvo. Een groot gedeelte vn de opstromers vlt uit (21,1 procent), terwijl mr een lg percentge blijft zitten. Bij de leerlingen die gestrt zijn op de hvo blijft in dit jr juist een hoog percentge zitten (en is de uitvl lg). Tbel Antl en percentge leerlingen met een succesvolle overgng in 4 hvo, uitgesplitst nr wel/geen opstroom vnuit vmbo-g/t Niet opgestroomd vnuit vmbo-g/t Opgestroomd vnuit vmbo-g/t Totl n % n % n % Regulier , , ,6 Zittenblijven , , ,8 Uitvl , , ,6 Totl Deze hoge uitvl is terug te zien in het percentge leerlingen dt binnen drie jr n het opstromen een hvodiplom behlt: dit is een stuk lger dn het percentge niet-opgestroomde leerlingen dt een hvodiplom hlt. Twee derde vn de vmbo-g/t leerlingen die besluiten op te stromen nr de hvo, behlt uiteindelijk zijn diplom. Tbel Antl en percentge leerlingen dt een hvo-diplom (met mximl een jr vertrging) behld, uitgesplitst nr wel/geen opstroom vnuit vmbo-g/t Niet opgestroomd vnuit vmbo-g/t Opgestroomd vnuit vmbo-g/t Totl n % n % n % Geen hvo-diplom behld Hvo-diplom of hoger behld , , , , , ,9 Totl Het verschil in het gemiddelde CE-cijfer dt leerlingen hlen voor hun hvo-exmen, is beperkt. 38

39 Tbel Gemiddeld CE-cijfer en stndrddevitie hvo-exmen, uitgesplitst nr wel/geen opstroom vnuit vmbo-g/t (exmenjren ) n Gem. SD Niet opgestroomd vnuit vmbo-g/t Opgestroomd vnuit vmbo-g/t ,40 0, ,36 0,65 Totl ,39 0,64 Prestties opgestroomde hvo-leerlingen nr leerlingkenmerken Een ntl leerlingkenmerken voorspellen het succes vn leerlingen die opstromen vnf vmbo-g/t. Hieronder is llereerst het succes bij de overgng in het eerste jr voorspeld (vn 4 hvo nr 5 hvo) en vervolgens de kns op het behlen vn een hvodiplom (met mximl een jr vertrging). Voor het eerste logistische regressiemodel is Ngelkerke R squre.20; voor het tweede.19. Allereerst is het SE-cijfer op vmbo-g/t een betere voorspeller dn het CE-cijfer voor zowel het succesvol overgn nr 5 hvo ls het behlen vn een diplom dn het CE-cijfer op vmbo-g/t. Voor zowel het SE-cifer ls het CE-cijfer geldt echter dt deze een nzienlijk deel vn verschillen tussen de leerlingen voorspellen. Drnst hebben met nme jongens een lgere kns om succesvol over te gn nr 5 hvo, en een iets kleinere kns om uiteindelijk een hvodiplom te behlen dn meisjes. Leerlingen met een niet-westerse migrtiechtergrond hebben opvllend genoeg een hogere kns om over te gn nr 5 hvo, mr een minder grote kns om uiteindelijk een hvodiplom te hlen. De kns op succes vn leerlingen met een westerse migrtiechtergrond wijkt niet f vn de kns vn die leerlingen zonder migrtiechtergrond hebben. Tbel Logistisch regressiemodel: kns op het een succesvolle overgng vn 4 hvo nr 5 hvo (lleen voormlig vmbo-g/t leerlingen, n=22.332) B S.E. Wld df Sig. Exp(B) Westerse migrtiechtergrond Niet-westerse migrtiechtergrond -,024,063,145 1,703,976,165,046 12,640 1,000 1,179 Jongen -,258,033 61,566 1,000,773 Woonchtig in APC-gebied -,061,051 1,409 1,235,941 Gemiddeld CE-cijfer vmbog/t Gemiddeld SE-cijfer vmbog/t,571, ,468 1,000 1,771 1,648, ,842 1,000 5,194 Constnt -14,191, ,814 1,000,000 Tbel Logistisch regressiemodel: kns op het behlen vn een diplom binnen 2 jr (lleen voormlig vmbo-g/t leerlingen, n=22.332) B S.E. Wld df Sig. Exp(B) Westerse migrtiechtergrond Niet-westerse migrtiechtergrond -,084,060 1,925 1,165,920 -,148,044 11,638 1,001,862 Jongen -,102,032 10,342 1,001,903 39

40 Woonchtig in APC-gebied -,154,049 10,000 1,002,858 Gemiddeld CE-cijfer op GT,854, ,146 1,000 2,348 Gemiddeld SE-cijfer op GT 1,170, ,378 1,000 3,221 Constnt -13,000, ,128 1,000,000 Schoolverschillen in opstroom vnuit vmbo-g/t In onderstnde figuur is te zien dt er een behoorlijke spreiding is in het percentge opstromers met een vmbo-g/t diplom op fdelingen die hvo nbieden. Er zijn een ntl fdelingen wr een zeer hoog percentge vn de hvisten een vmbo-g/t-chtergrond heeft, mr op de meeste scholen ligt het percentge opstromers tussen de 0 en 25 procent. Figuur Het percentge opstromers ten opzichte vn het totl ntl hvisten op een fdeling (n=524) Het is niet mogelijk om op bsis vn de beschikbre dt te concluderen welke ingngseisen scholen hnteren. Wel kn per school bepld worden wt het minimle gemiddelde exmencijfer is vn de opgestroomde leerlingen. Hiern zien we dt er veel scholen zijn die ook leerlingen toelten die lger dn een 6.8 (de ingngseis zols fgesproken binnen de VO-rd) gescoord hebben (dit geldt zowel wnneer we kijken nr het gemiddelde CE/SE-cijfer ls wnneer we lleen nr het CE-cijfer kijken). Op slechts 2,3 procent vn de scholen ligt het minimle vmbo-g/t exmencijfer hoger dn 6.8; wnneer we kijken nr het CE-cijfer, gt het om nog mr 1,4 procent. 40

41 Figuur Het minimle gemiddelde CE-cijfer vn vmbo-g/t opstromers (n=516) Schoolverschillen in prestties vn vmbo-g/t opstromers In onderstnd figuur is te zien dt er een behoorlijk ntl fdelingen zijn wr het percentge opstromers dt een diplom behlt niet fwijkt vn het lndelijk gemiddelde (ongeveer 80 procent). Er zijn echter ook fdelingen wr slechts een klein deel vn de opstromers zijn doel bereikt. Figuur Het percentge opstromers dt een voldoende hlt op een fdeling (n=516) 41