Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012

Transcriptie

1 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 drs. G. Eijkhout Rapport

2 GEMEENTE MOOK EN MIDDELAAR Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 mei 2013 Pagina 1

3 COLOFON Samenstelling: Drs. G. Eijkhout Vormgeving en druk: Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Postbus AA Groesbeek Tel.: Website: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Wmoklanttevredenheidsonderzoek.nl. De vragenlijsten die ten grondslag liggen aan dit onderzoek is en blijft intellectueel eigendom van Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl en mag op geen enkele wijze gebruikt worden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Dit rapport is met de grootst mogelijke zorg opgesteld. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de resultaten, de conclusies of de aanbevelingen rechten worden ontleend. Pagina 2

4 Inhoudsopgave Verantwoording... 5 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 6 HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSOPZET Aanleiding van het onderzoek Onderzoeksdoelstelling Onderzoeksgroepen Onderzoeksvragen Gegevensverzameling Gegevensverwerking en analyse HOOFDSTUK 2 RESPONS HOOFDSTUK 3 ANALYSE DATA Jongeren Achtergrondgegevens Vrije tijd en voorzieningen Jongerenbeleid Maatschappelijke dienstverleners Centrum voor Jeugd en Gezin Hulpwebsites Persoonlijke situatie jongeren Ouders Achtergrondgegevens ouders Opvoeding en gezondheid Voorzieningen Wonen in Mook en Middelaar Centrum voor Jeugd en Gezin Jeugdhonken Schoolmaatschappelijk werk Regionaal Jongerenloket Jongerenwerker Hulpwebsites BIJLAGE I GEBRUIKTE SCHATTINGS- EN ANALYSEMETHODEN BIJLAGE II VOORZIENINGEN OF ONDERSTEUNING DIE JONGEREN MISSEN Pagina 3

5 BIJLAGE III Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 WAT OUDERS BELANGRIJK VINDEN ALS HET GAAT OM OPVOEDEN EN OPGROEIEN VAN HUN KINDEREN BIJLAGE IV TOELICHTING VRAAG BIJLAGE V SUGGESTIES VAN OUDERS OM PROBLEMEN BIJ JONGEREN TE VOORKOMEN OF VROEGTIJDIG TE SIGNALEREN BIJLAGE VI OPMERKINGEN EN VRAGEN NAAR AANLEIDING VAN DE VRAGENLIJST Pagina 4

6 Verantwoording Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Opmerkingen respondenten In dit rapport zijn bij enkele onderwerpen opmerkingen van respondenten vermeld. Deze opmerkingen stonden ofwel vermeld als toelichting bij een (open) vraag, ofwel vermeld aan het einde van de vragenlijst, waar plaats is voor opmerkingen, suggesties of vragen. Uit deze opmerkingen hebben we een relevante selectie gemaakt, die we steeds in een kader bij de bijbehorende onderwerpen hebben geplaatst. Het gaat hierbij steeds om één of meer reacties van individuele personen, dus de reacties hoeven niet representatief te zijn voor de rest van de doelgroep. Sommige opmerkingen zijn geparafraseerd om de privacy van de respondenten te waarborgen. Volgorde vragen In dit rapport zijn vragen en onderwerpen, die bij elkaar horen, geclusterd. De volgorde van de vragen zoals die in het rapport worden geanalyseerd, wijkt dus af van de volgorde van de vragen in de vragenlijst. Afronding percentages Bij sommige tabellen komt het totale percentage niet precies uit op 100%. Dit wordt veroorzaakt door afrondingsverschillen en brengt de betrouwbaarheid van de percentages dus niet in het geding. Betekenis en verantwoording technieken en symbolen De in dit rapport gebruikte analyse- en schattingsmethoden worden in bijlage I verder uitgelegd. Pagina 5

7 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Resultaten onderzoek onder jongeren Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Onderzoeksopzet Aan dit onderzoek hebben 89 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar en 53 jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar meegedaan. De jongeren hebben door middel van een online vragenlijst deelgenomen. Vrije tijd en voorzieningen Gemiddeld hebben jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar 26,8 uur per week vrije tijd. Jongeren van 18 tot en met 22 jaar hebben gemiddeld 24,3 uur per week vrije tijd. De activiteiten waar de jongeren zich het meeste mee bezighouden zijn tv kijken, internetten, muziek luisteren, afspreken met vrienden, uitgaan en sporten. Jongerenbeleid Ongeveer een kwart van de jongeren is van mening dat de gemeente Mook en Middelaar voldoende aandacht besteedt aan jongeren. Een derde van de jongeren is juist van mening dat de gemeente Mook en Middelaar niet voldoende aandacht aan jongeren besteedt. Het inzetten van sociale media, het verspreiden van vragenlijsten (via internet of schriftelijk) en het oprichten van een jongerenraad zijn volgens de jongeren de meest geschikte manieren voor de gemeente Mook en Middelaar om meer te weten te komen over wat er onder jongeren speelt. Jongeren missen voldoende sportvoorzieningen, uitgaansgelegenheden en activiteiten die gericht zijn op jongeren. Woonbuurt De meeste jongeren (> 80%) voelen zich thuis in de buurt waar zij wonen. Dat hangt vooral samen met de wijze waarop mensen uit de buurt met elkaar omgaan en hoe veilig de buurt is. Dat geldt voornamelijk voor jongeren in de leeftijd 12 tot en met 17 jaar. Verder blijkt dat ongeveer 60% niet veel contact heeft met jongeren uit hun buurt. Jongeren in de leeftijd tot en met 14 jaar hebben de meeste contacten met andere jongeren in hun buurt. 30 tot 40% van de jongeren denkt in de toekomst in Mook en Middelaar te blijven. Jeugdhonken Onder de jongeren van 12 tot en met 17 jaar is t Bunkertje met 36% het meest bekend, gevolgd door Pellus met 23% en MFC De Koppel met 16%. 29% van deze groep jongeren is met geen enkel jeugdhonk bekend. Bij de groep jongeren van 18 tot en met 22 jaar is Pellus met 28% het meest bekend. t Bunkertje en MFC De Koppel zijn met respectievelijk 19% en 17% ongeveer even bekend. Jongeren die aan dit onderzoek hebben meegedaan komen nauwelijks in één van de jeugdhonken en de jongeren die er wel komen zijn vooral 12- tot 17-jarigen. 18- plussers komen er nauwelijks. Ontbrekende belangstelling is de belangrijkste reden waarom jongeren niet naar de jeugdhonken gaan. Van de jongeren die wel in de jeugdhonken komen, is globaal de helft van de jongeren tevreden over Pellus. De jongeren die wel eens mee hebben gedaan aan activiteiten in t Bunkertje of MFC De Koppel, zijn hierover tevreden. Pagina 6

8 Persoonlijke situatie jongeren Van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar heeft 33% wel eens een vraag of probleem waar zij zich zorgen om maakt. Bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is dat 30%. De vragen of problemen waar jongeren mee zitten, hebben meestal te maken met school of studie. Problemen of vragen waar jongeren van 12 tot en met 17 jaar daarnaast mee zitten hebben te maken met depressiviteit, ouders en eenzaamheid. De vragen of problemen waar jongeren van 18 tot en met 22 jaar het meest mee zitten, hebben te maken met ouders, eenzaamheid, geldproblemen of schulden en angsten. Beide groepen jongeren noemen hun ouders het meest als zij informatie, advies of hulp willen hebben over een vraag of probleem waar zij mee zitten. Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar raadplegen daarnaast vrienden of kennissen, familie of school / hun leraar het meest. Jongeren van 18 tot en met 22 jaar noemen vaak familie, vrienden of kennissen en de school/leraar als belangrijkste informatiebronnen. De jongerenwerker en het CJG worden niet genoemd door de jongeren. Van beide groepen jongeren heeft 18% wel eens een probleem met de gezondheid. Problemen waar jongeren mee te maken hebben, houden vooral verband met stress en chronische ziekten. Jongeren beoordelen hun relatie met hun ouders als goed tot zeer goed. Maatschappelijke dienstverleners Jongeren zijn nauwelijks bekend met maatschappelijke dienstverleners, zoals de jongerenwerker, schoolmaatschappelijk werk en het Regionale Jongerenloket. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Ongeveer één op de zes jongeren heeft wel eens gehoord of gelezen over het CJG. Geen enkele jongere uit beide leeftijdscategorieën die aan dit onderzoek heeft meegedaan heeft wel eens contact gehad met het CJG. Uit de jongerenonderzoeken van de gemeente Bergen en de gemeente Gennep komt eveneens het beeld naar voren dat er nauwelijks gebruik van het CJG wordt gemaakt. De jongeren die het CJG wel kennen, maar er nog geen gebruik van hebben gemaakt, zeggen het CJG nog niet nodig te hebben gehad of niet te weten waar het CJG voor dient. Ongeveer de helft van deze jongeren zegt misschien gebruik te gaan maken. De website van het CJG is eveneens nauwelijks bekend onder de jongeren. Slechts enkele jongeren (vijf in totaal) kennen de website. Geconcludeerd kan worden dat jongeren de weg naar het CJG nog niet weten te vinden. Een kwart van de jongeren vindt het nuttig dat er een CJG bestaat. Het grootst deel (meer dan 67%) heeft geen mening over het nut van een CJG. De meest genoemde onderwerpen waar de jongeren tussen 12 en 17 jaar graag informatie van het CJG over willen ontvangen gaan vooral over zaken als: - Roken, drugs en alcohol - Problemen die te maken hebben met echtscheiding, huiselijk geweld, pesten en loverboys - Omgaan met geld. Bij de jongeren tussen 18 en 22 jaar komen daar de volgende onderwerpen nog bij: - Opvoeden en opvoedproblemen - Gezondheid en voeding - Stageplekken - Criminaliteit - Vrije tijd: activiteiten en uitgaanstips voor jongeren. Pagina 7

9 Hulpwebsites De hulpwebsites klikvoorhulp.nl en kopstoring.nl zijn nauwelijks of niet bekend onder de jongeren die aan dit onderzoek hebben meegedaan. De jongeren die wel bekend zijn met (één van) de websites, hebben er nog nooit gebruik van gemaakt, omdat het niet nodig was. Jongeren maken nauwelijks gebruik van deze maatschappelijke dienstverleners, ondanks het gegeven dat een substantieel deel van de jongeren wel eens met vragen of problemen in hun maag zit. Onbekendheid met deze organisaties lijkt een oorzaak te zijn. Resultaten onderzoek onder ouders De ouders die aan dit onderzoek hebben meegedaan, hebben gemiddeld twee kinderen. De gemiddelde leeftijd van de groep ouders ligt tussen de 46 en 50 jaar. De gemiddelde leeftijd van het oudste kind ligt tussen 16 en 17 jaar. Bij het tweede kind ligt de gemiddelde leeftijd tussen 13 en 15 jaar en bij het derde kind tussen 11 en 12 jaar. De meeste ouders en hun medeopvoeders hebben een (deeltijd)baan en een hogere of universitaire opleiding gevolgd. Van de respondenten die iets over hun gezinsinkomen willen zeggen, ligt het gemiddelde jaarinkomen tussen en bruto per jaar. Opvoeding en gezondheid Van de ouders ervaart 52% het opvoeden van hun kinderen als licht tot heel licht en dus niet als belastend. 29% van de ouders ervaart het als een beetje zwaar en 20% als zwaar tot heel zwaar. De redenen waarom sommige ouders het opvoeden van hun kinderen soms wel eens als zwaar beschouwen, hebben te maken met: - de combinatie tussen het opvoeden van de kinderen en werk - financiële problemen - de verantwoordelijkheid waarmee het opvoeden van kinderen gepaard gaat - de intensiteit van de opvoeding van de kinderen - zaken die met de puberteit te maken hebben - gezondheidsproblemen van het kind. De meeste ouders (52%) geven echter aan dat zij (meestal) geen problemen hebben met het opvoeden. 43% heeft soms wel eens problemen en 1% zegt vaak problemen te hebben (gehad) met het opvoeden. 12% van de ouders geeft aan dat hun kind gezondheidsproblemen heeft, zoals een chronische ziekte. Van de ouders wier kinderen wel eens gezondheidsproblemen hebben, zegt 77% wel eens problemen te hebben gehad met betrekking tot het opvoeden. Bij de ouders van wie de kinderen geen gezondheidsproblemen hebben, is dat 39%. De ouders die problemen hebben (gehad) met het opvoeden van hun kind(eren), hebben dat in 51% van de situaties zelf opgelost. 31% van de ouders heeft wel eens een professionele organisatie ingeschakeld. Het gaat hierbij vooral om ouders van kinderen die wel eens problemen hebben (gehad) met hun gezondheid. Ouders die wel eens zoeken naar informatie over het opvoeden, zoeken vooral naar informatie over gedragsproblemen, sociale vaardigheden, voeding en pesten. De onderwerpen die het meest in het oog springen als het gaat om de vraag waar ouders zich zorgen over maken wat betreft hun kinderen, zijn faalangst en onzekerheid, prestaties op school, kunnen praten over problemen, voeding en moeite met concentratie. Ouders zelf ondervinden weinig problemen. Er zijn drie soorten problemen die er enigszins uitspringen; gezondheidsproblemen, geldproblemen en werkloosheid. Pagina 8

10 Voorzieningen Volgens 61% van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, is er in de gemeente Mook en Middelaar onvoldoende te doen voor jongeren. Over de aanwezigheid van kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang bestaat een grote mate van tevredenheid onder de ouders. Er zijn ook enkele onderdelen waarover een substantieel deel van ouders ontevreden is, zoals het beleid ter voorkoming van drugs- en alcoholverslaving, de aanwezigheid van plekken waar jongeren samen kunnen zijn en de ondersteuning door de gemeente bij jongerenactiviteiten. Wonen in Mook en Middelaar Ouders zijn overwegend van mening dat zij en hun kinderen in een prettige en veilige buurt wonen. De betrokkenheid van hun kinderen bij de buurt en het contact met andere jongeren is iets lager. Centrum voor Jeugd en Gezin Over het CJG heeft 52% van de ouders wel eens gehoord of gelezen. 48% heeft er echter nog nooit van gehoord. De ouders die wel eens over het CJG gehoord of gelezen hebben, hebben die informatie vooral uit de krant, De Maasdriehoek, het internet, de televisie of via school. Een ruime meerderheid (93%) van de ouders die wel eens gehoord of gelezen hebben over het CJG, heeft zelf nog geen contact met het CJG gehad. Dit resultaat is vergelijkbaar met de resultaten van de jongerenonderzoeken van de gemeente Bergen en de gemeente Gennep. Van deze groep heeft echter 46% wel eens vragen of problemen met betrekking tot het opvoeden van hun kinderen. De belangrijkste reden waarom ouders nog geen gebruik hebben gemaakt, is dat zij het CJG nog niet nodig hebben gehad. Dit zegt 90% van de ouders. 59% van alle ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen vindt het wel nuttig dat er een CJG in de gemeente Mook en Middelaar aanwezig is. Ook hier kan de conclusie getrokken worden dat de ouders het CJG nog niet weten te vinden bij vragen over opvoeding en opgroeien in de gemeente Mook en Middelaar. Voor de ouders zijn de meeste onderwerpen belangrijk als het erom gaat of het CJG er informatie over moet geven. Een aantal onderwerpen springt eruit, namelijk: - roken, drugs en alcohol - opvoeden en opvoedproblemen - problemen die te maken hebben met huiselijk geweld, echtscheiding, pesten en loverboys - gezondheid en voeding - criminaliteit. Jeugdhonken Onder de ouders zijn de jeugdhonken Pellus en t Bunkertje het meest bekend, namelijk bij respectievelijk 33% en 31%. MFC De Koppel is bij 12% van de ouders bekend. 31% van de ouders is met geen enkele van de jeugdhonken bekend. Over de activiteiten die in Pellus worden georganiseerd bestaat tevredenheid. Wat betreft de activiteiten die in t Bunkertje plaatsvinden zijn de meningen gemengd. De respons is echter te gering om hier conclusies aan te verbinden. Schoolmaatschappelijk werk 57% van de ouders is bekend met het schoolmaatschappelijk werk. 9% heeft er ook wel eens contact mee gehad. Het gaat hierbij vooral om schoolmaatschappelijk werk van een basisschool via Synthese. 43% is niet Pagina 9

11 bekend met het schoolmaatschappelijk werk. Over het functioneren van het schoolmaatschappelijk werk zijn de twaalf ouders die er contact mee hebben gehad overwegend tevreden. Regionaal Jongerenloket Slechts 5% van de ouders is bekend met het Regionaal Jongerenloket. 95% kent het Regionaal Jongerenloket niet. Geen enkele ouder of hun kind heeft er gebruik van gemaakt, omdat het nog niet nodig was. Jongerenwerker Van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, is 22% bekend met de jongerenwerker. Slechts 4% heeft ook wel eens contact gehad met de jongerenwerker. 78% is niet bekend met de jongerenwerker. Hulpwebsites 5% van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen is bekend met één van de hulpwebsites. Geen enkele ouder heeft echter gebruikgemaakt van kopopouders.nl. 95% kent geen enkele hulpwebsite. Als algehele conclusie van dit onderzoek kan gelden dat jongeren en ouders de ondersteuning die direct of indirect door de gemeente Mook en Middelaar wordt aangeboden, nog niet echt goed weten te vinden. Aanbevelingen naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek 1. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is bij ongeveer één op de zes jongeren en ongeveer de helft van de ouders bekend. Van het CJG wordt echter nauwelijks gebruikgemaakt, terwijl een substantieel deel van de jongeren en de ouders wel vragen heeft over opvoeding, opgroeien en gezondheid. Een kwart van de jongeren en meer dan de helft van de ouders vindt het wel nuttig dat er een CJG is. Dit duidt erop dat er wel voldoende draagvlak is voor het CJG. Wij adviseren om de naamsbekendheid van het CJG te vergroten en duidelijker inzichtelijk te maken wat het CJG doet en kan betekenen voor ouders en jongeren. Het vertrouwelijke karakter van het CJG dient daarbij tevens benadrukt te worden. Onderwerpen waar het CJG aandacht aan kan besteden, zijn roken, drugs, alcohol, problemen met betrekking tot echtscheiding, huiselijk geweld, pesten, loverboys etc., omgaan met geld, gezondheid en voeding, opvoeding, stageplekken, criminaliteit en vrije tijd. Het uiteindelijke doel van het communicatieplan moet zijn dat de jongeren en de ouders naar het CJG gaan als zij een probleem met betrekking tot opvoeden of opgroeien hebben. Natuurlijk is het niet zo dat als een ouder of een jongere met een probleem zit, hij dan meteen professionele steun moet zoeken. Het kan vergeleken worden met de huisarts; iemand gaat ook niet met elk schaafwondje of verkoudheidje meteen naar de huisarts, maar vrijwel iedereen weet de huisarts wel te vinden als er sprake is van een serieus gezondheidsprobleem. Bekend zijn met het CJG (en andere organisaties), hun taken en ondersteuningsaanbod is hierbij een eerste vereiste. Daar begint het mee. Met het CJG lijkt dit nog onvoldoende gelukt te zijn. 2. Van maatschappelijke dienstverleners, zoals de jongerenwerker, schoolmaatschappelijk werk, de hulpwebsites en het Regionale Jongerenloket, wordt door de respondenten nauwelijks gebruikgemaakt. Ook de bekendheid van deze maatschappelijke dienstverleners laat te wensen over. Wij adviseren de gemeente het volgende: a) onderzoek of het huidige aanbod aansluit bij de informatiebehoefte en de problematiek van bepaalde groepen jongeren en ouders en b) stel een plan op om de naamsbekendheid en de activiteiten van de betrokken organisaties te vergroten. Na een bepaalde periode adviseren wij een kritische evaluatie te houden over het nut en de noodzaak van deze maatschappelijke dienstverleners. Pagina 10

12 3. Aan de activiteiten van de jeugdhonken wordt door de jongeren die aan het onderzoek hebben meegedaan nauwelijks deelgenomen. Dit heeft onder andere te maken met de onbekendheid van de jeugdhonken en het ontbreken van belangstelling, maar ook met het gegeven dat de activiteiten niet of onvoldoende aansluiten bij de interesses van de jongeren. Wij adviseren de gemeente Mook en Middelaar om samen met de activiteitenbegeleiders en de jongeren een activiteitenplan op te stellen dat beter past bij de behoeften van de jongeren. Stel daarbij tevens een communicatieplan op. Daarnaast adviseren wij om na bijvoorbeeld twee jaar een evaluatie te houden om te bepalen of voortzetting van de activiteiten van de jeugdhonken zinvol is. 4. Volgens de jongeren die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, zijn er onvoldoende activiteiten voor jongeren in de gemeente Mook en Middelaar. Wij adviseren de gemeente om jongeren uit te nodigen en samen te inventariseren welke activiteiten de jongeren graag verwezenlijkt zouden zien. Vervolgens kan dan gekeken wat kan en wat (qua bijvoorbeeld kosten) niet kan of deze activiteiten passen binnen de doelstellingen die de gemeente voor ogen heeft. Belangrijk in deze is de jongeren meer te betrekken bij het jongerenbeleid. Pagina 11

13 HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSOPZET Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over Aanleiding van het onderzoek Gemeenten zijn volgens artikel 9 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht om elk jaar de uitkomsten van een tevredenheidsonderzoek onder cliënten van maatschappelijke ondersteuning te publiceren. De gemeente Mook en Middelaar heeft er dit jaar voor gekozen om het onderzoek te houden onder jongeren en ouders in het kader van prestatieveld 2 van de Wmo. Dit prestatieveld heeft betrekking op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 1.2 Onderzoeksdoelstelling De doelstelling van het onderzoek is om enerzijds inzicht te krijgen in de mate van bekendheid en tevredenheid over voorzieningen voor jongeren en het huidige ondersteunings- en informatieaanbod voor jongeren en ouders. Anderzijds moet het onderzoek inzicht geven in de behoefte aan voorzieningen, ondersteuning en informatie onder jongeren en ouders. De resultaten van het onderzoek moeten input bieden voor het verder invullen van het beleid. 1.3 Onderzoeksgroepen De doelgroepen van dit onderzoek bestaan uit: Doelgroep 1: Doelgroep 2: Doelgroep 3: Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar Jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar Ouders van kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 22 jaar. 1.4 Onderzoeksvragen Het onderzoek moet inzicht geven in de volgende hoofdvragen: Hoe wordt het huidige informatie-, voorzieningen- en ondersteuningsaanbod door ouders en jongeren ervaren? Welke behoeften bestaan er onder ouders en jongeren als het gaat om informatie, voorzieningen en ondersteuning? In welke mate zijn ouders en jongeren bekend met en tevreden over het Centrum voor Jeugd en Gezin? Om deze hoofdvragen te kunnen beantwoorden komen de volgende onderwerpen in het onderzoek aan bod: Jongeren: Achtergrondgegevens Vrije tijd en voorzieningen Jongerenbeleid Jongerenwerker Schoolmaatschappelijk werk Regionaal jongerenloket Centrum voor Jeugd en Gezin Hulpwebsites Gezondheid en welzijn. Pagina 12

14 Ouders: Achtergrondgegevens Opvoeding en gezondheid Voorzieningen Wonen in Mook en Middelaar Centrum voor Jeugd en Gezin Schoolmaatschappelijk werk Regionaal jongerenloket Jongerenwerker Hulpwebsites. Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over Gegevensverzameling De doelgroepen hebben eind februari een brief van de gemeente Mook en Middelaar ontvangen waarin zij werden uitgenodigd om mee te doen aan een online onderzoek. In de uitnodiging stond een unieke code die de respondent kon invoeren via een speciale link op de website van de gemeente. Er is door de gemeente Mook en Middelaar besloten om geen herinneringen te versturen. Wel is er in De Maasdriehoek diverse keren aandacht besteed aan het onderzoek, ook nadat het onderzoek was uitgezet. Om de jongeren en de ouders te stimuleren om mee te doen aan het onderzoek zijn onder de deelnemers waardebonnen verloot. De respondenten moesten daarvoor hun adresgegevens noteren. Vanzelfsprekend is hun anonimiteit gewaarborgd door het onderzoeksbureau. Bij het vaststellen van de uitkomsten zijn de vragen die ingevuld zijn of met bijvoorbeeld niet van toepassing zijn beantwoord, niet meegerekend. Dit betekent dat de resultaten niet altijd betrekking hebben op de totale groep onderzoeksdeelnemers. Per onderwerp is aangegeven hoeveel respondenten de vraag hebben beantwoord. 1.6 Gegevensverwerking en analyse De kwantitatieve gegevens van dit onderzoek zijn geanalyseerd met behulp van het statistische programma IBM SPSS Statistics versie De kwalitatieve data zijn geanalyseerd met behulp van het programma Kwalitan versie Andere programma s die gebruikt zijn, zijn Word 2010 en Excel Het rapport beschrijft voor alle onderwerpen de uitkomsten en de achtergronden. De gegevens worden hierbij vaak in grafieken, tabellen of taartdiagrammen weergegeven. De gegevens zijn, waar relevant, verder uitgesplitst naar specifieke kenmerken van de doelgroepen. Pagina 13

15 HOOFDSTUK 2 RESPONS In de onderstaande tabel is de respons per doelgroep weergegeven. Doelgroep Doelgroep 1: Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar Doelgroep 2: Jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar Doelgroep 3: Ouders van kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 22 jaar Totaal aantal burgers behorende tot de doelgroep 1 Aantal benaderde burgers per doelgroep Respons (%) (13,8%) (13,2%) (13,9%) Tabel 1. Respons onderzoek Doelgroep 1: Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar Op 20 februari 2013 waren er in totaal 647 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. Al deze jongeren hebben een uitnodiging ontvangen om mee te doen aan het online onderzoek. 89 jongeren in deze leeftijdscategorie hebben de vragenlijst ingevuld. Daarmee komt de respons op 13,8%. Voor deze doelgroep is dat een teleurstellend resultaat. In andere onderzoeken is de respons ongeveer 25%, waarbij de aantekening gemaakt moet worden dat er dan wel een herinnering is verstuurd. Doelgroep 2: Jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar Op 20 februari 2013 waren er in totaal 403 jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar. Deze jongeren hebben allemaal een uitnodiging van de gemeente Mook en Middelaar ontvangen om mee te doen aan het online onderzoek. 53 van de jongeren in deze leeftijdscategorie hebben de vragenlijst ingevuld. De respons komt daarmee op 13,2%. Ook deze respons ligt onder het gemiddelde van ongeveer 25%. Doelgroep 3: Ouders Op 20 februari 2013 waren er in totaal ouders eigenlijk gaat het hier om gezinnen met ten minste één thuiswonend kind van 0 tot en met 22 jaar. De ouders moesten zelf 23 jaar of ouder zijn om te voorkomen dat zij zowel een vragenlijst voor ouders als voor jongeren zouden ontvangen. Al deze ouders hebben per gezin één uitnodiging ontvangen om mee te doen aan het online onderzoek. Van deze ouders hebben 141 personen de vragenlijst ingevuld. Daarmee komt de respons op 13,9%. Ook hier blijft de respons achter bij het gemiddelde. Gezien de lagere respons bij dit onderzoek, moet de nodige voorzichtigheid in acht worden genomen met betrekking tot de resultaten. Wel geven deze resultaten een duidelijke indicatie van hoe de jongeren en de ouders denken over een veelheid aan onderwerpen. 1 Peildatum: 20 februari Pagina 14

16 HOOFDSTUK 3 ANALYSE DATA In dit hoofdstuk worden de data van de onderzoeksdeelnemers geanalyseerd. Per onderdeel vindt er een kwantitatieve analyse plaats. De gegevens worden per vraag beschreven. Waar mogelijk en relevant worden de gegevens uitgesplitst naar verschillende groepen respondenten en worden dwarsverbanden gelegd tussen data. Aan de respondenten zijn ook open vragen gesteld. De antwoorden hiervan worden inhoudelijk geanalyseerd. Tevens worden de kwalitatieve resultaten gebruikt om de kwantitatieve uitkomsten verder te verdiepen. In paragraaf 3.1 worden de gegevens van beide groepen jongeren geanalyseerd en beschreven. Vervolgens komen in paragraaf 3.2 de gegevens van de ouders aan de orde. 3.1 Jongeren In deze paragraaf bespreken we de resultaten van het onderzoek onder de jongeren. De resultaten van de twee groepen jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar en die van 18 tot en met 22 jaar worden, voor zover mogelijk, ter vergelijking naast elkaar gezet Achtergrondgegevens In deze paragraaf bespreken we de achtergrondgegevens van de jongeren die aan het onderzoek hebben deelgenomen. Het gaat daarbij onder meer om geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en woonsituatie. Geslacht Jongeren 12 t/m 17 jaar Mannelijk 50,6% 49,1% Vrouwelijk 49,4% 50,9% N Tabel 2. Verdeling geslacht jongeren Jongeren 18 t/m 22 jaar Van de jongeren in de leeftijdscategorie 12 tot en met 17 jaar is ruim 49% vrouw en bijna 51% man. Bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is bijna 51% vrouw en ruim 49% man. Leeftijd Grafiek 1a. Leeftijdsverdeling jongeren van 12 tot en met 17 jaar (N = 89) Uit grafiek 1a blijkt dat de groep jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar qua leeftijd niet helemaal gelijkmatig verdeeld is. Jongeren van 13 en 16 jaar lijken iets ondervertegenwoordigd te zijn. Pagina 15

17 Grafiek 1b. Leeftijdsverdeling jongeren van 18 tot en met 22 jaar (N = 53) Bij de groep jongeren van 18 tot en met 22 jaar zien we geen gelijkmatige verdeling qua leeftijd. Vooral de 21- en 22-jarigen lijken ondervertegenwoordigd te zijn. Datzelfde geldt in iets mindere mate voor de 18-jarigen. Twee respondenten zijn 23 jaar. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het gegeven dat zij tijdens het onderzoek verjaard zijn. Ik woon in het volgende dorp: Middelaar-Plasmolen Grafiek 2. Verdeling jongeren per woonkern De meeste jongeren uit beide leeftijdsgroepen die aan het onderzoek hebben deelgenomen komen uit Molenhoek, gevolgd door Mook en Middelaar-Plasmolen. Opleiding Molenhoek Mook 19% 29% 23% 52% 30% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 47% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Grafiek 3a. Opleiding jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) De meeste jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar (37%) volgen een VWO-opleiding. 20% van deze groep jongeren volgt de HAVO en 18% volgt het VMBO. 16% heeft anders aangekruist. Het gaat hierbij vooral om combinaties, zoals HAVO/VWO. Het is belangrijk om te vermelden dat het hier uitsluitend om jongeren gaat die in de gemeente Mook en Middelaar wonen en niet om jongeren die vanwege hun studie op kamers zijn gaan wonen. Pagina 16

18 Grafiek 3b. Het volgen van een opleiding door jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Van de jongeren in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar volgt 74% op dit moment een opleiding. 26% volgt geen opleiding meer. Grafiek 3c. Opleiding jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 38) Van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar die nog op een opleiding volgen, volgt 47% een HBO-opleiding. 24% volgt een MBO-opleiding. 8% volgt een universitaire opleiding en 22% zit nog op de middelbare school. Grafiek 3d. Opleidingsniveau van jongeren 18 t/m 22 jaar die hun opleiding afgerond hebben (N = 13) Zes jongeren van 18 tot en met 22 jaar die hun opleiding afgerond hebben, hebben een middelbare beroepsopleiding (46%). De rest heeft een middelbare schoolopleiding gevolgd. Aan de jongeren van 18 tot en met 22 jaar die geen opleiding meer volgen hebben we gevraagd wat zij nu doen. Grafiek 3e. Activiteiten jongeren 18 t/m 22 jaar die hun opleiding afgerond hebben (N = 13) Negen van de dertien van de jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die geen opleiding meer volgen, werken op dit moment. Eén jongere is op zoek naar een baan. Drie jongeren hebben anders aangekruist. Heb je één of meerdere kinderen? Aan de jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar is de vraag gesteld of zij één of meerdere kinderen hebben. Geen enkele jongere die aan dit onderzoek heeft meegedaan heeft zelf een kind. Pagina 17

19 Ik woon op dit moment: Bij mijn ouders Bij mijn gescheiden ouders Bij vrienden Bij pleegouders Samen met mijn vriend(in) Alleen Jeugdopvang Anders Grafiek 4. Woonsituatie jongeren 8% 6% 2% 6% 2% 2% 2% 3% 79% De meeste jongeren wonen thuis bij hun ouders. Dat geldt voor 91% van de jongeren van 17 tot en met 12 jaar en 79% van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar. 6% van de 12- tot en met 17-jarigen en 8% van de 18- tot en met 22-jarigen woont bij de gescheiden ouders. 6% van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar woont samen met de partner. De meeste jongeren van wie de ouders gescheiden zijn, wonen afwisselend bij de vader of de moeder. De overige jongeren van wie de ouders gescheiden zijn, wonen of bij hun moeder of bij hun vader. 91% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Pagina 18

20 3.1.2 Vrije tijd en voorzieningen Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Met de volgende vragen willen we inzicht geven in de tijdsbesteding van jongeren en wat zij vinden van de aanwezige voorzieningen in de gemeente Mook en Middelaar en of zij hier ook gebruik van maken. Hoeveel vrije tijd heb je gemiddeld per dag? Dat is de tijd die je overhoudt naast je school, huiswerk en/of (bij)baan. Grafiek 5a. Aantal vrije uren per dag volgens jongeren van 12 t/m 17 jaar (N = 89) Gemiddeld hebben jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar 26,8 uur per week vrije tijd. 23% van deze jongeren zegt minder dan tien uur vrije tijd per week te hebben. Daar staat tegenover dat bijna 15% meer dan 40 uur vrije tijd per week heeft. In de volgende tabel staat het gemiddelde per leeftijd: Leeftijd Gemiddeld aantal vrije uren per week 12 jaar 23,7 13 jaar 15,5 14 jaar 24,6 15 jaar 25,3 16 jaar 28,9 17 jaar 43,5 Tabel 3a. Gemiddeld aantal vrije uren per dag per leeftijd Pagina 19

21 Grafiek 5b. Aantal vrije uren per dag volgens jongeren van 18 t/m 22 jaar (N = 53) Gemiddeld hebben jongeren van 18 tot en met 22 jaar 24,3 uur per week vrije tijd. 28% van deze groep heeft minder dan tien uur per week vrije tijd en 15% 40 uur of meer. Het gemiddeld aantal uren per leeftijd staat weergegeven in tabel 3b. Echt grote verschillen zijn er niet. Leeftijd Gemiddeld aantal vrije uren per week 18 jaar 16,6 19 jaar 19,1 20 jaar 33,9 21 jaar 31,4 22 jaar 21,5 23 jaar 10,0 Tabel 3b. Gemiddeld aantal vrije uren per dag per leeftijd Pagina 20

22 Hoe besteed je je vrije tijd gemiddeld per week? Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Sporten Muziek maken Muziek luisteren Afspreken met vrienden Familie bezoeken Uitgaan (café, bios, disco etc.) Tv/film kijken Gamen Naar mijn vereniging gaan Lezen Internetten voor mijn plezier Winkelen Niets doen/luieren Museum/theater/bieb bezoeken (Bij)baantje Buiten spelen 10% 19% 3% 42% 1% 34% 8% 1% 15% 32% 38% 38% 1% 40% 26% 15% 38% 17% 25% 24% 69% 23% 16% 12% 7% 12% 26% 18% 15% 64% 23% 27% 29% 29% 20% 6% 2% 1% 8% 7% 3% 1% 26% 43% 21% 7% 3% 12% 14% 16% 17% 12% 3% 1% 14% 5% 3% 8% 2% 46% 2% 9% 1% 2% 18% 21% 11% 3% 1% 53% 15% 6% 1% 47% 18% 10% 5% 3% 1% 62% 37% 1% 63% 7% 11% 9% 8% 2% 35% 14% 8% 3% 1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nooit 0 tot 2 uur 2 tot 4 uur 4 tot 6 uur 6 tot 10 uur 10 tot 16 uur 16 tot 24 uur 24 uur of meer Grafiek 6a. Vrijetijdsbesteding volgens jongeren van 12 t/m 17 jaar uitgedrukt in uren per week (N = 89) Pagina 21

23 Sporten 21% 37% 10% 14% 19% Muziek maken 89% 8% 2% 2% Muziek luisteren 15% 39% 17% 17% 4% 6% Afspreken met vrienden 2% 15% 15% 33% 31% 2% 2% Familie bezoeken 14% 52% 23% 6% 4% 2% Uitgaan (café, bios, disco etc.) 8% 33% 25% 23% 10% 2% Tv-/ film kijken 2% 27% 23% 21% 19% 2% 2% Gamen 56% 21% 8% 4% 4% 2% 2% Naar mijn vereniging gaan 75% 4% 10% 4% 8% Lezen 69% 21% 10% Internetten voor mijn plezier 12% 33% 23% 10% 14% 2% 6% Winkelen 25% 50% 15% 10% Niets doen/luieren 23% 42% 21% 6% 2% 2% 2% Museum/theater/bieb bezoeken 83% 17% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nooit 0 tot 2 uur 2 tot 4 uur 4 tot 6 uur 6 tot 10 uur 10 tot 16 uur 16 tot 24 uur 24 uur of meer Grafiek 6b. Vrijetijdsbesteding volgens jongeren van 18 t/m 22 jaar uitgedrukt in uren per week (N tussen 193 en 219) Sport 90% van de jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar doet aan sport. Vooral de jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar sporten intensief. Zij zijn ten minste 10 uur per week met sport bezig. Van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar doet 79% aan sport. Van deze groep jongeren sport 37% 0 tot 2 uur. Geen enkele jongere uit deze groep sport minimaal tien uur per week. We zien een verschuiving qua sporten plaatsvinden als we de jongeren tussen 18 en 22 jaar vergelijken met de jongeren van 12 tot en met 17 jaar. Bij beide groepen jongeren zien we dat jongens meer aan sport doen dan meisjes. Jongeren uit Middelaar/Plasmolen doen meer aan sport dan de jongeren uit de andere dorpen. In Mook doen jongeren gemiddeld het minst aan sport. Muziek De meeste jongeren maken zelf geen muziek. Van de jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar maakt 31% muziek, bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is dat 11%. Veel jongeren geven daarentegen wel aan dat zij naar muziek luisteren. Van de jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar luistert 97% naar muziek en 85% van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar. De interesse voor muziek luisteren is onder de vrouwelijke respondenten iets groter dan onder mannelijke respondenten. Pagina 22

24 Afspreken met vrienden De jongeren besteden vrij veel tijd aan hun vrienden. Ongeveer 98% van beide groepen jongeren spreekt wekelijks af met vrienden. Meer dan 40% van de jongeren ziet hun vrienden minimaal 4 uur per week. Familie bezoeken De meeste jongeren meer dan 85% - bezoekt wekelijks familieleden. Het aantal uren dat aan familiebezoek wordt besteed is echter beperkt. 52% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar bezoekt wekelijk 0 tot 2 uur familie, bij jongeren tussen 18 en 22 jaar is dat 64%. Uitgaan Uitgaan is een populaire vrijetijdsbesteding onder jongeren van 18 tot en met 22 jaar; 92% gaat wel eens uit. De grootste groep (33%) doet dat wekelijks 0 tot 2 uur, 25% 2 tot 4 uur en 23% 4 tot 6 uur. 12% gaat meer dan zes uur per week uit. Van de jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar gaat 74% wel eens uit. Het gaat hier vooral om jongeren van 15 tot en met 17 jaar. Tv/film kijken Vrijwel alle jongeren uit de beide leeftijdsgroepen kijken televisie. 28% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar kijkt minimaal zes uur per week televisie of film. Bij de jongeren tussen 18 en 22 jaar is dat 23%. Gamen 68% van de 12- tot en met 17-jarigen gamet wel eens. Bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is dat duidelijk minder, namelijk 44%. Jongens gamen gemiddeld veel meer dan meisjes. Van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar gamet 59% 0 tot 6 uur per week en 10% meer dan zes uur per week. Bij de groep jongeren van 18 tot en met 22 jaar is dat respectievelijk 33% en 12%. Naar een vereniging gaan 38% van de 12- tot en met 17-jarigen gaat nooit naar een vereniging. 20% doet dit wekelijks 0 tot 2 uur, 17% 2 tot 4 uur en 12% 4 tot 6 uur. Een kleinere groep (10%) gaat meer dan 6 uur per week naar zijn of haar vereniging. Van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar gaat 75% nooit naar een vereniging, 4% 2 tot 4 uur, 10% 2 tot 4 uur, 4% 4 tot 6 uur en 6% 6 tot 10 uur. Lezen 62% van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar leest wel eens. 48% van deze groep leest gemiddeld 0 tot 4 uur per week. Van de 18- tot en met 22-jarigen leest 69% nooit. 31% van deze groep leest 0 tot 4 uur per week. Lezen is daarbij gemiddeld iets populairder bij vrouwen dan bij mannen. Internet De jongeren maken veel gebruik van internet, namelijk meer dan 99% van de 12- tot en met 17 jarigen en 88% van de 18- tot en met 22-jarigen. Van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar internet 40% maximaal 2 uur per week, 18% 2 tot 4 uur per week en 21% 4 tot 6 uur per week. Bij de 18- tot en met 22-jarigen is deze verdeling: 33% 0 tot 2 uur, 23% 2 tot 4 uur en 10% 4 tot 6 uur per week. 22% maakt meer dan 6 uur per week gebruik van het internet. Vrouwelijke respondenten internetten gemiddeld per week iets meer dan de mannelijke respondenten. Winkelen Winkelen is ook een geliefde bezigheid onder de jongeren. Ongeveer driekwart van beide groepen jongeren winkelt elke week wel eens. Ongeveer 50% van beide groepen winkelt maximaal 2 uur per week en 15% 3 tot 4 Pagina 23

25 uur per week. Ongeveer één op de vier jongeren geeft aan nooit te winkelen. Gemiddeld winkelen vrouwelijke respondenten meer dan mannelijke respondenten. Niets doen / luieren 15% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar en 23% van de jongeren tussen 18 en 22 jaar geeft aan nooit te luieren of niets te doen. Dat betekent dat respectievelijk 85% en 77% wel eens luiert. Gemiddeld scoren de vrouwelijke respondenten iets hoger dan de mannelijke respondenten. Museum / theater / bibliotheek bezoek Het museum, het theater en de bibliotheek worden weinig bezocht door jongeren. 62% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar en 83% van de jongeren tussen 18 en 22 jaar zegt nooit naar één van deze (culturele) gelegenheden te gaan. De jongeren die wel eens gebruikmaken van deze culturele voorzieningen doen dat gemiddeld minder dan 2 uur per week. (Bij)baantje 37% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar heeft een (bij)baan. Het gaat hierbij vooral over jongeren van 15 jaar en ouder. 27% werkt gemiddeld 0 tot 6 uur per week. 10% werkt gemiddeld meer dan 6 uur per week. Verder zien we dat we dat jongeren uit Middelaar/Plasmolen en Molenhoek gemiddeld iets meer werken dan jongeren uit Mook. Buiten spelen 38% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar speelt nooit buiten en 35% speelt minder dan twee uur per week buiten. 27% speelt gemiddeld meer dan twee uur per week buiten. Vooral de jongeren van 12 jaar spelen buiten. Andere activiteiten waar jongeren mee bezig zijn, zijn onder andere: Fietsen Huiswerk doen / leren Vissen Slapen Carnavalswagens bouwen Wandelen Vrijwilligerswerk doen Huishouden doen. Pagina 24

26 3.1.3 Jongerenbeleid De gemeente Mook en Middelaar draagt er samen met allerlei andere organisaties aan bij dat jongeren met problemen zo goed mogelijk geholpen kunnen worden en dat voorzieningen zoals jeugdhonken kunnen blijven bestaan. Aan de jongeren hebben we gevraagd of zij van mening zijn dat de gemeente Mook en Middelaar voldoende aandacht aan jongeren besteedt, of er voldoende te doen is in de gemeente Mook en Middelaar en of zij iets in de gemeente Mook en Middelaar missen. Daarnaast zijn vragen gesteld over de bekendheid van jeugdhonken, het gebruik ervan en de tevredenheid. Ik vind dat de gemeente Mook en Middelaar op dit moment genoeg aandacht besteedt aan jongeren: Ja Nee Weet ik niet 27% 25% 38% 33% 35% 42% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 52) Grafiek 7. Aandacht voor jongeren door de gemeente Mook en Middelaar volgens jongeren 38% van de jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar is van mening dat de gemeente Mook en Middelaar op dit moment niet voldoende aandacht besteedt aan jongeren. 27% is van mening dat de gemeente Mook en Middelaar wel voldoende aandacht aan jongeren besteedt. Van de meisjes is 50% van mening dat de gemeente niet genoeg aandacht aan jongeren besteedt. Bij de jongens is dat 27%. Daarnaast zijn jongeren uit deze leeftijdscategorie uit Middelaar/Plasmolen negatiever. 65% vindt dat de gemeente onvoldoende aandacht besteedt aan jongeren. De jongeren die een VWO-opleiding volgen zijn het meest positief met 36%. De jongeren die op het VMBO zitten zijn met 13% het minst positief. De meningen van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar wijken niet veel af van die van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar. Bij deze groep jongeren is 33% van mening dat de gemeente Mook en Middelaar niet voldoende aandacht besteedt aan jongeren en 25% vindt van wel. De vrouwelijke respondenten zijn met 15% minder positief dan de mannelijke respondenten met 36% over de vraag of de gemeente Mook en Middelaar voldoende aandacht besteedt aan jongeren. Zijn er voorzieningen of ondersteuning voor jongeren die je op dit moment mist, zodat de gemeente hier in de toekomst mogelijk rekening mee kan houden? Ja Nee 39% 45% 55% 61% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 87) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 51) Grafiek 8. Ontbrekende voorzieningen of ondersteuning voor jongeren in de gemeente Mook en Middelaar Pagina 25

27 45% van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar mist bepaalde voorzieningen of ondersteuning voor jongeren in de gemeente Mook en Middelaar. Het gaat daarbij om activiteiten gericht op jongeren, sportvoorzieningen, uitgaansgelegenheden (disco, café of bioscoop) en jeugdhonken. Van de jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar mist 39% bepaalde voorzieningen of ondersteuning in de gemeente Mook en Middelaar. Deze groep noemt vooral uitgaansgelegenheden en sportvoorzieningen. De volledige lijst met suggesties van de beide groepen jongeren is opgenomen in bijlage II. Wat moet de gemeente Mook en Middelaar doen om meer te weten te komen over jongeren? Avonden organiseren waar jongeren met Discussiebijeenkomsten organiseren Vragenlijsten via internet verspreiden Vragenlijsten via school uitdelen Sms-panel opzetten Social media inzetten Jongerenraad oprichten Er hoeft niets veranderd te worden Anders Grafiek 9. Informatievergaring onder jongeren 9% 13% 8% 8% 6% 17% 11% 21% Uit grafiek 9 blijkt dat het inzetten van sociale media en het verspreiden van vragenlijsten via internet volgens de jongeren de meest geschikte manieren zijn om meer te weten te komen over wat er onder jongeren speelt. Daarnaast wordt het oprichten van een jongerenraad genoemd. Jongeren van 12 tot en met 17 jaar noemen verder de school als een plek om vragenlijsten te verspreiden en op die manier meer over jongeren te weten te komen. 42% 38% 23% 21% 15% 24% 7% 4% 34% 59% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Pagina 26

28 Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 In hoeverre ben je het eens of oneens met de volgende uitspraken over jouw woonbuurt: De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om 33% 52% 13% 2% 29% 49% 18% 2% Ik voel me thuis in mijn buurt 45% 38% 13% 2% 1% 42% 38% 14% 4% 2% Ik heb weinig contact met andere jongeren in de buurt 9% 29% 20% 13% 29% 12% 31% 20% 22% 16% Jongeren in deze buurt zijn bereid om anderen te helpen 5% 43% 40% 12% 7% 38% 43% 5% 7% Ik denk niet dat ik in de toekomst in Mook en Middelaar blijf wonen 24% 26% 20% 15% 15% 16% 18% 27% 24% 16% Ik woon in een veilige buurt 40% 45% 12% 1% 2% 30% 56% 14% Grafiek 10. Mening van jongeren over hun woonbuurt 0% 20% 40% 60% 80% 100% Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om 85% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar en 78% van de jongeren tussen 18 en 22 jaar is van mening dat de mensen in hun buurt op een prettige manier met elkaar omgaan. Ik voel me thuis in mijn buurt Verreweg de meeste jongeren voelen zich thuis in hun buurt. Dit geldt voor 83% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar en 80% van de jongeren tussen 18 en 22 jaar. Van de laatste groep jongeren voelen de mannelijke respondenten zich meer thuis in hun buurt (88%) dan de vrouwelijke respondenten (72%). Ik heb weinig contact met andere jongeren in de buurt Over het contact dat jongeren hebben met andere jongeren in hun buurt, bestaat een diversiteit aan meningen. Van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar heeft 38% inderdaad weinig contact met andere jongeren in hun buurt. 20% staat neutraal tegenover deze stelling en 42% is het oneens met de stelling. De laatste groep jongeren heeft dus blijkbaar wel contact met jongeren in hun buurt. Van de 12- tot en met 17-jarigen hebben de Pagina 27

29 meisjes meer contact met jongeren uit hun buurt (51%) dan jongens (33%). Ook kinderen tussen 12 en 14 jaar hebben meer contact met jongeren uit hun buurt dan jongeren tussen 15 en 17 jaar. Van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar heeft 43% weinig contact met andere jongeren uit hun buurt. Daar staat tegenover dat 38% wel contact heeft met andere jongeren. Uit deze groep hebben de twintigplussers het minste contact met jongeren uit hun buurt. Jongeren in deze buurt zijn bereid om anderen te helpen Over de stelling dat jongeren uit de buurt bereid zijn om anderen te helpen bestaat twijfel. 48% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar en 45% van de jongeren tussen 18 en 22 jaar denkt dat jongeren uit hun buurt wel bereid zijn om anderen te helpen. Van de jongeren tussen 12 en 17 weet 40% het niet zeker en 12% denkt dat jongeren niet bereid zijn om anderen te helpen. Bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is dat respectievelijk 43% en 12%. Jongeren uit Middelaar/Plasmolen zijn het meest positief over de stelling. Ik denk niet dat ik in de toekomst in Mook en Middelaar blijf wonen Van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar denkt 50% niet in Mook en Middelaar te blijven wonen, 20% twijfelt. 30% denkt wel in Mook en Middelaar te blijven wonen. Dit geldt meer voor jongeren uit Mook dan voor de jongeren uit de andere dorpen. Van de jongeren tussen 18 en 22 jaar denkt 40% in de toekomst in Mook en Middelaar te blijven wonen. 27% twijfelt en 34% denkt uit Mook en Middelaar te gaan vertrekken. Dit geldt duidelijk meer voor de vrouwelijke respondenten uit deze leeftijdsgroep dan voor de mannelijke respondenten. Ik woon in een veilige buurt Ongeveer 85% van beide groepen jongeren is van mening dat zij in een veilige buurt woont. 12% van de 12- tot en met 17-jarigen en 14% van de 18- tot en met 22-jarige heeft neutraal gereageerd op deze stelling. Met welke van de volgende jeugdhonken ben je bekend en kom je er wel eens? Pellus t Bunkertje MFC De Koppel Geen enkel jeugdhonk 19% 16% 23% 17% 29% 36% 40% 28% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Grafiek 11. Bekendheid van jeugdhonken (jongeren konden hier meerdere antwoorden geven) Onder de jongeren van 12 tot en met 17 jaar is t Bunkertje met 36% het meest bekend, gevolgd door Pellus met 23% en MFC De Koppel met 16%. 29% van deze groep jongeren is met geen enkel jeugdhonk bekend. Dertien jongeren in deze leeftijdsklasse komen wel eens in t Bunkertje, elf jongeren komen wel eens in het Jeugdhonk MFC De Koppel en tien jongeren komen wel eens bij Pellus. Bij de groep jongeren van 18 tot en met 22 jaar is Pellus met 28% het meest bekend. t Bunkertje en MFC De Koppel zijn met respectievelijk 19% en 17% ongeveer even bekend. Van deze groep komt bijna niemand in één van de jeugdhonken. Drie jongeren komen wel eens in t Bunkertje en drie personen komen wel eens in MFC De Koppel. Pagina 28

30 Pellus Ik vind het leuk om aan de activiteiten in jeugdhonk Pellus mee te doen 50% 40% 10% Ik heb het gevoel dat de activiteiten in jeugdhonk Pellus mij iets opleveren 40% 50% 10% De activiteiten in jeugdhonk Pellus zijn meestal goed georganiseerd 50% 50% De begeleiding tijdens de activiteiten in jeugdhonk Pellus is goed 60% 40% 0% 50% 100% Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal mee oneens Grafiek 12. Meningen jongeren 12 t/m 17 jaar over Pellus (N = 10) Globaal is de helft van de tien jongeren van 12 tot en met 17 jaar die wel eens bij Pellus, georganiseerd Jeugden Jongerenwerk Mook, zijn geweest tevreden en de andere helft niet. De helft van de jongeren vond het leuk om mee te doen aan de activiteiten van Pellus, had het gevoel dat de activiteiten hen iets opgeleverd hebben, vond de activiteiten goed georganiseerd en vond de begeleiding goed. Het gaat hierbij vooral om jongeren van 12 en 13 jaar. De andere helft was niet tevreden, hierbij gaat het vooral om jongeren van 14 tot en met 17 jaar. In het onderstaande kader geven enkele jongeren een toelichting. De begeleiding van Pellus is goed georganiseerd, het eten en drinken ook goed, de activiteiten zijn ook goed georganiseerd. Het is een leuk jeugdhonk, alleen de grote jongens verpesten het weer voor ons. Ik ben er al een tijdje niet meer geweest omdat ik het steeds saaier vond worden. En is Pellus nu niet gesloten? Ik kom niet vaak bij Pellus, maar als ik er ben valt het me op dat er heel veel kleinere kinderen bij zijn (rond de 10 jaar), het is leuker als er een plek is voor alleen kinderen van mijn leeftijd (13,14,15). Ik vond het altijd heel leuk in Pellus, maar helaas is Pellus al een tijdje gesloten. Pellus is leuk voor kinderen onder de 12 maar als je op de middelbare school zit is het wat kinderachtig vind ik. De jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die wel bekend zijn met Pellus, maar er niet naartoe gaan, doen dat omdat ze geen belangstelling voor Pellus hebben, niet bekend zijn met de activiteiten van Pellus of de activiteiten niet interessant vinden. Niemand van de jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar heeft wel eens meegedaan aan de activiteiten van Pellus. De belangrijkste redenen zijn dat zij er geen belangstelling voor hebben of niet bekend zijn met de activiteiten van Pellus. Een aantal jongeren vindt dat zij qua leeftijd niet tot de doelgroep behoren. Pagina 29

31 t Bunkertje Ik vind het leuk om aan de activiteiten in jeugdhonk t Bunkertje mee te doen 23% 69% 8% Ik heb het gevoel dat de activiteiten in jeugdhonk t Bunkertje mij iets opleveren 54% 31% 15% De activiteiten in jeugdhonk t Bunkertje zijn meestal goed georganiseerd 31% 62% 8% De begeleiding tijdens de activiteiten in jeugdhonk t Bunkertje is goed 46% 54% Grafiek 13. Meningen jongeren 12 t/m 17 jaar over t Bunkertje (N = 13) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal mee oneens De dertien jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die wel eens hebben meegedaan aan activiteiten in t Bunkertje zijn hierover tevreden. De organisatie van t Bunkertje is in handen van Jeugd- en Jongerenwerk Molenhoek. Ze vinden het leuk om mee te doen aan de activiteiten. Zij zijn tevens van mening dat de activiteiten goed georganiseerd zijn en dat de begeleiding goed is. Iets meer dan de helft van deze groep jongeren is tevens van mening dat de activiteiten hen ook iets opleveren. Iets minder dan de helft vindt echter van niet. Een aantal jongeren heeft een toelichting gegeven. Pagina 30

32 t Bunkertje is een goed jeugdhonk, maar je kan er alleen maar ongezond eten kopen en alleen maar gamen. Probeer eens om bijvoorbeeld een dag te gaan sporten in het Patersbosje, of om te gaan zwemmen bij de siep. En s winters kan je gaan schaatsen... Het is gewoon een leuk jeugdhonk waar ik minstens elke vrijdag kom. Ik ben zelf een van de jeugdvrijwilligers van het Bunkertje. Ik vind dat ze activiteiten goed organiseren (als die er zijn). Alleen wil de jeugd vaak niet mee doen. Ze zeggen zich op te geven alleen komen niet. Dat is erg jammer, als je ziet hoe erg de vrijwilligers het proberen. Verder vind ik dat de vrijwilligers goed hun best blijven doen om het de jeugd naar hun zin te maken. Alles is dus goed bedacht en georganiseerd. Ik vind het bunkertje soms wel leuk maar niet te lang. Ik vind t Bunkertje meer voor de leeftijden van 11 t/m 13. Leuke activiteiten. Nou ik ben een keer met het bunkertje naar de gevangenis in Graven geweest. Het was heel goed voorbereid: we kregen een van hoe laat tot hoe laat dus ik ging mee. Toen ik er aankwam wachtten we tot iedereen er was toen waren er allemaal mensen met auto`s en zijn we met die auto s er naar toe gereden en het was er heel gezellig. Toen we terug waren was er eten voor ons geregeld en was het ook heel gezellig en daarna ging ik naar huis toe. Vriendelijke mensen, altijd aardig en ze zijn er vrijwillig dus dat waardeer ik wel Meestal organiseren ze ook vrij leuke dingen waar ik me samen met mijn vrienden voor inschrijf. De jongeren die wel t Bunkertje kennen, maar er niet naartoe gaan, doen dat omdat ze er geen belangstelling voor hebben. Enkelen zijn niet bekend met de activiteiten van t Bunkertje of weten niet hoe ze zich moeten aanmelden. Sommige jongeren geven ook aan dat er te weinig jongeren aan meedoen die zij kennen. Drie jongeren van de leeftijd 18 tot en met 22 jaar hebben wel eens meegedaan aan de activiteiten van t Bunkertje. De overige jongeren die bekend zijn met t Bunkertje maken er geen gebruik van, omdat ze er geen belangstelling voor hebben. Pagina 31

33 MFC De Koppel Ik vind het leuk om aan de activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel mee te doen 18% 64% 18% Ik heb het gevoel dat de activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel mij iets opleveren 18% 36% 46% De activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel zijn meestal goed georganiseerd De begeleiding tijdens de activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel is goed 36% 46% 64% 55% Grafiek 14. Meningen jongeren 12 t/m 17 jaar over MFC De Koppel (N = 11) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal mee oneens Elf jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar hebben wel eens meegedaan aan activiteiten in MFC Koppel en zijn hierover tevreden. De organisatie van de activiteiten in MFC De Koppel is in handen van Jeugdwerk Dorpsraad Middelaar-Plasmolen. 82% vindt het leuk om mee te doen aan activiteiten van MFC De Koppel. Alle elf de respondenten zijn van mening dat de activiteiten goed georganiseerd zijn en dat de begeleiding goed is. 54% van de jongeren vindt dat de activiteiten hen ook iets oplevert. Iets minder dan de helft vindt daarentegen van niet. Een aantal jongeren heeft een toelichting gegeven. Heel goed en gezellig. Het is altijd wel gezellig en soms gaan we iets leuk doen buiten de Koppel. Het is goed georganiseerd. Er worden leuke dingen georganiseerd en je mag een introducee meenemen, als er iets groots georganiseerd wordt is het vaak gratis en mag je een introducee meenemen wat erg leuk is. Ik ga de laatste tijd niet meer zo vaak naar de open avond van het jeugdhonk van MFC De Koppel, omdat er geen jongeren van mijn leeftijd meer komen. Ik zit in de 3e en er komen meer mensen uit de 1e en de 2e. Ik en mijn vriendengroep gaan daar dus niet meer heen. Wel als er bijvoorbeeld carnaval is, gaan wij erheen. Ik vind de Koppel een leuk uitgaanscentrum. MFC De Koppel doet veel voor jongeren. Ze organiseren bijvoorbeeld een jongerenavond voor de jeugd in Middelaar. Vaak is dit een beetje saai omdat het voor de 'jongere jeugd' is daarmee bedoel ik de jeugd van 12 jaar. Als ze het nou aantrekkelijker maken voor de jeugd van 14 tot 16, zal de 'oudere jeugd' vaker naar een jongerenavond gaan, denk ik. De jongeren die MFC De Koppel wel kennen, maar er niet naartoe gaan, doen dat omdat ze er geen belangstelling voor hebben of omdat ze niet bekend zijn met de activiteiten. Ook hier hebben drie jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar wel eens deelgenomen aan de activiteiten van MFC De Koppel. Zij zijn van mening dat de activiteiten meestal goed georganiseerd zijn en ook de begeleiding was goed. De belangrijkste reden waarom jongeren uit deze leeftijdscategorie niet (meer) deelnemen aan activiteiten in MFC De Koppel is dat zij hiervoor te oud zijn geworden. Pagina 32

34 3.1.4 Maatschappelijke dienstverleners In de gemeente Mook en Middelaar zijn diverse maatschappelijke dienstverleners actief die zich richten op jongeren. Het gaat hierbij om de jongerenwerker van Synthese, schoolmaatschappelijk werkers en voor jongeren van 18 tot en met 27 jaar het Regionaal Jongerenloket. Aan de jongeren is de vraag gesteld of zij met één of meerdere van deze maatschappelijke dienstverleners bekend zijn. Jongerenwerker Schoolmaatschappelijk werker Regionaal Jongerenloket Geen enkele dienstverlener 11% 15% 9% 2% 2% 77% 79% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Grafiek 15. Bekendheid maatschappelijke dienstverleners voor jongeren Uit grafiek 15 blijkt dat jongeren nauwelijks bekend zijn met de maatschappelijke dienstverleners. De jongerenwerker is relatief het minst onbekend onder de jongeren. De schoolmaatschappelijk werker geniet onder de jongeren van 12 tot en met 17 jaar eveneens nog enige bekendheid. De schoolmaatschappelijk werker en het Regionaal Jongerenloket zijn onder jongeren van 18 tot en met 22 jaar nauwelijks bekend. Meer dan driekwart van beide groepen jongeren is helemaal niet bekend met de organisaties. Aan beide groepen jongeren is gevraagd of zij wel eens contact hebben gehad met de jongerenwerker, de schoolmaatschappelijk werker en voor de jongeren tussen 18 en 22 jaar het Regionaal Jongerenloket. Jongerenwerker Schoolmaatschappelijk werker Regionaal Jongerenloket 0% 2% 3% 3% 8% Grafiek 16. Contact met de maatschappelijke dienstverleners 0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7% 8% 9% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Van de jongeren die aan dit onderzoek hebben meegedaan, heeft slechts 3% van de 12- tot en met 17-jarigen en 8% van de 18- tot en met 22-jarigen wel eens contact met de jongerenwerker gehad. De jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die wel eens contact met de jongerenwerker hebben gehad, zijn hierover positief. De jongerenwerker is volgens hen gemakkelijk te benaderen, reageert snel op vragen, neemt vragen serieus, is te vertrouwen, functioneert goed en de ondersteuning was goed. De jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar zijn iets verdeelder in hun opvattingen over de jongerenwerker, maar vinden wel dat de jongerenwerker goed functioneert en goede ondersteuning verleent. Conclusies mogen niet aan deze resultaten verbonden worden. De resultaten met betrekking tot de schoolmaatschappelijke werkers en het Regionaal Jongerenloket laten we vanwege de geringe respons verder buiten beschouwing. Pagina 33

35 3.1.5 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 De gemeente Mook en Middelaar heeft een Centrum voor Jeugd en Gezin, afgekort CJG. Het CJG is een herkenbaar inlooppunt in de gemeente waar jongeren (tot 23 jaar) en ouders terecht kunnen voor informatie en advies. De gemeenten Mook en Middelaar en Gennep hebben de handen ineengeslagen en samen een CJG opgericht. Het loket is gevestigd in Gennep. Aan de jongeren hebben we vragen gesteld over bekendheid, gebruik en tevredenheid over het CJG. Heb je wel eens gehoord of gelezen over het Centrum voor Jeugd en Gezin? Ja 14% 16% Nee 84% 86% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 85) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 50) Grafiek 17. Bekendheid met het CJG Van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar heeft 14% wel eens gehoord of gelezen over het CJG. Bij de jongeren tussen 18 en 22 jaar is dat 16%. Ongeveer 85% van de jongeren heeft dus nog niet gehoord of gelezen over het CJG. De meeste jongeren die wel eens over het CJG gehoord of gelezen hebben, hebben er via internet, krant, radio, televisie, De Maasdriehoek, folders of via school of bekenden van gehoord. Geen enkele jongere die aan dit onderzoek heeft meegedaan, heeft wel eens contact gehad met het CJG. De website van het CJG is eveneens nauwelijks bekend onder de jongeren. Slechts enkele jongeren (vijf in totaal) kennen de website. De jongeren die de website van het CJG hebben bezocht, zochten naar informatie over het CJG. Zij hebben die informatie kunnen vinden en de informatie was naar tevredenheid. Drie van deze vijf jongeren zouden het fijn vinden als er een chatfunctie op de website aanwezig zou zijn. Van de jongeren die het CJG wel kennen, maar er nog geen gebruik van hebben gemaakt, zeggen het CJG nog niet nodig te hebben gehad of niet te weten waar het CJG voor dient. Ongeveer de helft van deze jongeren zegt misschien gebruik te gaan maken van het CJG. Pagina 34

36 Aan alle jongeren hebben we de vraag gesteld of zij het nuttig vinden dat er een CJG is in de gemeente Mook en Middelaar en over welke onderwerpen het CJG informatie moet geven. Vind je het nuttig dat er een Centrum voor Jeugd en Gezin is in de gemeente Mook en Middelaar? Ja Nee Weet ik niet / geen mening 2% 6% 25% 26% 73% 68% Grafiek 18. Nut CJG 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 85) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 50) Van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar vindt 25% het nuttig dat er een CJG is in de gemeente Mook en Middelaar. Bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is dat 26%. Slechts een heel klein percentage van de jongeren vindt het niet nuttig dat er een CJG is in de gemeente Mook en Middelaar. 73% van jongeren tussen 12 en 17 jaar en 68% van de jongeren tussen 18 en 22 jaar weet het niet of heeft geen mening. De jongeren willen graag dat het CJG over de volgende onderwerpen informatie geeft: Roken, drugs en alcohol Gezondheid en voeding Boulimia of anorexia Stageplekken Omgaan met geld Diverse organisaties en instellingen, zoals BJZ Onderwijs Opvoeden / opvoedproblemen Problemen, zoals echtscheiding, huiselijk geweld Vrije tijd: activiteiten en uitgaanstips voor jongeren Criminaliteit Seksualiteit Anders 49% 53% 38% 43% 21% 23% 29% 40% 42% 43% 17% 25% 17% 28% 17% 42% 47% 51% 29% 40% 30% 43% 27% 38% 2% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 89) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 53) Grafiek 19. Onderwerpen waar jongeren graag informatie over willen hebben van het CJG De meest genoemde onderwerpen waar de jongeren tussen 12 en 17 jaar graag informatie van het CJG over willen ontvangen gaan vooral over zaken als: - Roken, drugs en alcohol - Problemen die te maken hebben met echtscheiding, huiselijk geweld, pesten en loverboys - Omgaan met geld. Pagina 35

37 Bij de jongeren tussen 18 en 22 jaar komen daar de volgende onderwerpen nog bij: - Opvoeden en opvoedproblemen - Gezondheid en voeding - Stageplekken - Criminaliteit - Vrije tijd: activiteiten en uitgaanstips voor jongeren Hulpwebsites Er bestaan diverse websites waar jongeren terecht kunnen als zij problemen hebben. Twee van deze websites zijn klikvoorhulp.nl en kopstoring.nl. Op de website klikvoorhulp.nl kunnen jongeren chatten en mailen met maatschappelijk werkers van Synthese. Alle vragen en problemen die hen bezighouden kunnen ze gratis aan de maatschappelijke werkers voorleggen, bijvoorbeeld over eenzaamheid, depressie, pesten, problemen met de ouders, onzekerheid of verslaving. Kopstoring.nl is een website voor jongeren met een vader of moeder met psychische of verslavingsproblemen. Op de site vinden jongeren informatie voor, over en door jongeren. Aan de jongen zijn vragen gesteld over de bekendheid, het gebruik van en de tevredenheid over deze websites. Was je bekend met deze websites? Ja, met beide websites Alleen met klikvoorhulp.nl Alleen met KopStoring.nl Met geen van beide 1% 0% 0% 2% 0% 99% 98% Grafiek 20. Bekendheid hulpwebsites onder jongeren 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 85) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 50) De hulpwebsites klikvoorhulp.nl en kopstoring.nl zijn nauwelijks of niet bekend onder de jongeren die aan dit onderzoek hebben meegedaan. De jongeren die wel bekend zijn met (één van) de websites, hebben er nog nooit gebruik van gemaakt, omdat het niet nodig was. Pagina 36

38 3.1.7 Persoonlijke situatie jongeren Aan de jongeren hebben we vragen gesteld over hun persoonlijke situatie. De vragen gaan over (gezondheid)problemen waar ze eventueel mee zitten, de plaatsen waar zij informatie zoeken en hun mening over de relatie met hun ouders. Heb je wel eens een vraag of probleem waar je je (een beetje) zorgen om maakt? Ja Nee 30% 33% 67% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 85) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 50) Grafiek 21. Aanwezigheid problemen bij jongeren Van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar heeft 33% wel eens een vraag of probleem waar zij zich zorgen om maakt. Van deze groep zitten meisjes iets vaker met een vraag of probleem dan jongens. Daarnaast hebben jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die een VMBO- of MBO-opleiding volgen wat vaker een vraag of probleem, namelijk 42%. Bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar zit 30% wel eens met een vraag of probleem waar ze zich zorgen over maakt. Een nadere analyse laat zien dat hier de mannelijke respondenten wat vaker met een probleem of vraag zitten dan de vrouwelijke respondenten. Pagina 37

39 Aan de jongeren die wel eens met een vraag of probleem zitten, hebben we gevraagd waar die vragen of problemen mee te maken hebben. In grafiek 22 zijn de resultaten weergegeven, waarbij aangetekend moet worden dat jongeren meerdere antwoorden konden geven. Huiselijk geweld Drugs Alcohol Gokken Geldproblemen / schulden Gepest worden Loverboys Roken Seks Depressiviteit Eenzaamheid Homo- of biseksualiteit/genderidentiteit Angsten School / studie Ouders Partner Anders 4% 7% 4% 13% 7% 7% 0% 13% 7% 33% 7% 7% 0% 4% 0% 14% 13% 13% 25% 18% 33% 0% 7% 11% 33% 64% 21% 40% 0% 13% 14% 7% 80% Grafiek 22. Aard van de problemen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 28) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 15) De vragen of problemen waar jongeren mee zitten, hebben meestal te maken met school of studie. Problemen of vragen waar jongeren van 12 tot en met 17 jaar daarnaast mee zitten hebben te maken met depressiviteit, ouders en eenzaamheid. De vragen of problemen waar jongeren van 18 tot en met 22 jaar het meest mee zitten, hebben te maken met ouders, eenzaamheid, geldproblemen of schulden en angsten. Aan de jongeren is gevraagd waar zij wel eens naar informatie of advies hebben gezocht en wat de eventuele redenen waren om dat niet te doen. Ook hierbij konden de jongeren meerdere antwoorden geven. Van de 28 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar, hebben er achttien naar aanleiding van hun vraag of probleem wel eens naar informatie, advies of hulp gezocht. Bij de jongeren van 12 tot en met 18 jaar zijn dat tien van de vijftien jongeren. Pagina 38

40 GGD Huisarts Jongerenwerker Leraar of docent Internet Kinder- en jongerentelefoon 6% 10% 22% 22% 28% 40% 40% 50% Het Centrum voor Jeugd en gezin School Ouder(s) Vrienden of kennissen Maatschappelijk werker Familie Regionaal jongerenloket 10% 28% 44% 33% 40% 67% 60% 60% 80% Wijkagent/politie Anders Grafiek 23. Waar zoeken jongeren naar informatie 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 18) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 10) Beide groepen jongeren noemen hun ouders het meest als zij informatie, advies of hulp willen hebben over een vraag of probleem waar zij mee zitten. Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar raadplegen daarnaast vrienden of kennissen, familie of school / hun leraar het meest. Jongeren van 18 tot en met 22 jaar noemen vaak familie, vrienden of kennissen en de school/leraar als belangrijkste informatiebronnen. De jongerenwerker en het CJG worden niet genoemd door de jongeren. Een groep jongeren zat wel met een vraag of probleem, maar heeft niet naar informatie gezocht. Dit heeft te maken met het gegeven dat ze nog niet naar informatie op zoek zijn geweest of hun vraag of probleem moeilijk onder woorden konden brengen. Enkele jongeren durven niemand te benaderen met hun vraag of probleem uit schaamte, vanwege de gevolgen die het stellen van de vraag eventueel voor hen heeft of vanwege het feit dat ze niet weten hoe ze aan die informatie kunnen komen. Enkele jongeren geven tevens aan dat ze vinden dat ze hun probleem zelf moeten kunnen oplossen. Pagina 39

41 Heb je wel eens problemen met je gezondheid: Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Nee 82% 82% Ja 18% 18% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 85) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 50) Grafiek 24. Percentage jongeren met gezondheidsproblemen Van beide groepen jongeren heeft 18% wel eens een probleem met de gezondheid en 82% niet. Een nadere analyse laat zien dat jongeren tussen 16 en 20 jaar iets vaker gezondheidsproblemen hebben. Problemen waar jongeren mee te maken hebben, houden vooral verband met stress en chronische ziekten. Pagina 40

42 Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Aan de jongeren hebben we gevraagd hoe hun relatie is met hun ouders. Daartoe hebben we de jongeren een zestal stellingen voorgelegd en gevraagd om een rapportcijfer te geven. Kun je aangeven in hoeverre de onderstaande stellingen op jou van toepassing zijn? Ik kan meestal goed met mijn ouder(s) opschieten 95% 4% 1% 93% 5% 2% Mijn ouder(s) hanteren veel te strenge regels 7% 9% 5% 79% 3% 8% 89% Mijn ouder(s) hebben het beste met mij voor 100% 96% 2% 2% Ik kan over het algemeen alles met mijn ouder(s) bespreken 81% 14% 3% 3% 88% 9% 2% Mijn ouder(s) geven mij veel vrijheid 85% 5% 4% 6% 96% 5% Ik voel mij gewaardeerd door mijn ouder(s) 96% 1% 1% 1% 93% 2% 2% 2% Mijn ouders bieden mij goede hulp als ik ergens mee zit 91% 7% 1% 1% 91% 7% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Op beide ouders Alleen op mijn moeder Alleen op mijn vader Op geen van beide Grafiek 25. Stellingen met betrekking tot de relatie met de ouders volgens jongeren van 12 t/m 17 jaar (N =80) en jongeren van 18 t/m 22 jaar (N = 44) Ik kan meestal goed met mijn ouder(s) opschieten Van de jongeren tussen 12 en 17 jaar geeft 95% aan meestal goed met beide ouders op te kunnen schieten. 4% zegt alleen goed met de moeder op te kunnen schieten en 1% kan alleen goed met de vader overweg. Van de jongeren tussen 18 en 22 jaar kan 93% meestal goed opschieten met beide ouders, 5% alleen met de moeder en 2% alleen met de vader. Pagina 41

43 Mijn ouder(s) hanteren veel te strenge regels Op de stelling Mijn ouder(s) hanteren veel te strenge regels zegt 79% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar en 89% van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar dat de stelling niet van toepassing is op beide ouders. Van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar vindt 7% dat beide ouders te strenge regels hanteren. Voor 9% is de stelling alleen van toepassing op de moeder en voor 5% alleen op de vader. 3% van de jongeren tussen 18 en 22 jaar vindt dat beide ouders te streng zijn en 8% vindt dat alleen hun vader een beetje te streng is. Mijn ouder(s) hebben het beste met mij voor Vrijwel alle jongeren van 12 tot en met 17 jaar en van 18 tot en met 22 jaar zijn van mening dat hun ouders het beste met hen voor hebben. Ik kan over het algemeen alles met mijn ouder(s) bespreken Wat betreft de stelling Ik kan over het algemeen alles met mijn ouders bespreken is 81% van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar het helemaal eens. 14% van deze jongeren kruiste het antwoord alleen op mijn moeder en 3% kruiste alleen op mijn vader aan. 3% zegt dat de stelling op geen van beide ouders van toepassing is. Van de jongeren tussen 18 en 22 jaar zegt 88% over het algemeen alles met beide ouders te kunnen bespreken. 9% van deze groep zegt alleen alles met de moeder te kunnen bespreken en 2% kan dat alleen met de vader. Mijn ouder(s) geven mij veel vrijheid Van de jongeren tussen 12 en 17 jaar is 85% van mening dat beide ouders hen veel vrijheid geven. 5% van deze jongeren zegt dat de stelling alleen van toepassing is op de moeder en 4% alleen op de vader. 6% is van mening dat geen van beide ouders hen veel vrijheid geeft. Van de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is 96% van mening dat beide ouders hen veel vrijheid geven. 5% vindt juist dat geen van beide ouders hen veel vrijheid geeft. Ik voel mij gewaardeerd door mijn ouder(s) 96% van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar en 93% van de jongeren tussen 18 tot en met 22 jaar voelt zich gewaardeerd door beide ouders. Mijn ouders bieden mij goede hulp als ik ergens mee zit 91% van beide groepen jongeren vindt dat hun beide ouders goede hulp bieden als zij ergens mee zitten. 7% van beide groepen zegt dat alleen de moeder goede hulp biedt als zij ergens mee zitten en ongeveer 2% zegt dat dit alleen voor de vader geldt. Pagina 42

44 Ik geef de relatie die ik met mijn ouder(s) heb het volgende cijfer: Jongeren 12 t/m 17 jaar (N = 81) Jongeren 18 t/m 22 jaar (N = 44) 1,2% 4,5% 99,8% 95,5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 1 t/m 4 5 of 6 7 of hoger Grafiek 26. Het rapportcijfer dat jongeren geven voor de relatie die zij met hun ouders hebben Op basis van grafiek 26 kunnen we vaststellen dat de jongeren hun relatie met hun ouders als goed tot zeer goed beoordelen. De jongeren van 12 tot en met 17 jaar geven een 8,6 als gemiddeld rapportcijfer en de jongeren van 18 tot en met 22 jaar geven een 8,5 als gemiddeld rapportcijfer. Meer dan 50% van de jongeren van 12 tot en met 17 jaar geeft een 9 of een 10 als rapportcijfer. Bij de jongeren van 18 tot en met 22 jaar is dat 46%. Pagina 43

45 3.2 Ouders Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 In deze paragraaf bespreken we de resultaten onder ouders van kinderen en jongeren van 0 tot en met 22 jaar Achtergrondgegevens ouders In deze paragraaf komen de achtergrondgegevens van de ouders aan bod die aan dit onderzoek hebben meegedaan, zoals burgerlijke staat, aantal kinderen, leeftijd, opleiding en inkomen. Bent u moeder, vader, stiefmoeder, stiefvader, pleegouder of verzorger? Grafiek 27. Relatie ouder / kind (N = 141) Bij 60% van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen gaat het om de moeder en bij 40% om de vader. In geen van de gevallen gaat het om de stiefmoeder, stiefvader, pleegouder of verzorger. Wat is uw burgerlijke staat? Grafiek 28. Burgerlijke staat (N = 140) 96% van de ouders is getrouwd. 1% heeft wel een relatie, maar woont niet samen en 4% is gescheiden. In welk dorp woont u? Grafiek 29. Verdeling respondenten per woonkern (N = 141) In Molenhoek wonen in verhouding tot de andere dorpen de meeste respondenten, namelijk 56%. Uit Mook komt 28% van de respondenten. 16% woont in Middelaar of Plasmolen. Pagina 44

46 Voor hoeveel kinderen zorgt u? Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Grafiek 30. Aantal kinderen voor wie de ouder zorgdraagt (N = 141) De meeste ouders (61%) zorgen voor twee kinderen. 20% van de ouders zorgt voor één kind en 11% voor drie kinderen. 8% heeft vier of meer kinderen. Wat is de leeftijd van uw kind(eren)? Kind 1 is het oudste kind, kind 2 het op een na oudste kind etc. Ouder dan 23 jaar jaar 7% 2% 6% 3% 4% 8% jaar jaar jaar jaar 6-10 jaar 3-5 jaar 0-2 jaar 17% 8% 14% 14% 21% 7% 6% 17% 14% 13% 14% 10% 8% 7% 8% 8% 28% 11% 11% 8% 4% 18% 17% 25% 29% 33% 33% 33% Grafiek 31. Leeftijdsverdeling kinderen 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Kind 1 (N = 139) Kind 2 (N = 115) Kind 3 (N = 28) Kind 4 (N = 12) Kind 5 (N = 3) De gemiddelde leeftijd van het oudste kind ligt tussen 16 en 17 jaar. Bij het tweede kind ligt de gemiddelde leeftijd tussen 13 en 15 jaar en bij het derde kind tussen 11 en 12 jaar. Pagina 45

47 Waar woont / wonen uw kind(eren)? Bij mij / ons thuis Deels bij mij, deels ergens anders Ergens anders Kind 1 (N = 141) 87% 6% 8% Kind 2 (N = 117) 92% 4% 3% Kind 3 (N = 32) 81% 9% 9% Kind 4 (N = 14) 71% 14% 14% Kind 5 (N = 4) 100% - - Tabel 4. Woonsituatie kinderen Verreweg de meeste kinderen wonen thuis bij de ouders. Een klein gedeelte woont deels thuis, deels ergens anders of helemaal ergens anders. Voedt u uw (pleeg)kinderen alleen of samen met iemand anders op of hebt u uw (pleeg)kinderen samen of alleen opgevoed? Grafiek 32. Opvoeding van de kinderen (N = 140) Van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, voedt 94% haar kind samen met iemand anders op. Het gaat in verreweg de meeste gevallen om de partner (97%). 3% voedt haar kind samen met de ex-partner op en 1% met de huidige partner. 6% voedt haar kind alleen op. Wat is uw leeftijd? Grafiek 33. Leeftijd respondenten (N = 140) De meeste ouders die aan dit onderzoek hebben meegedaan (70%) zijn tussen 36 en 50 jaar. 30% is 40 jaar of jonger en 23% is ouder dan 50 jaar. De gemiddelde leeftijd ligt tussen de 46 en 50 jaar. Pagina 46

48 Wat is de leeftijd van de medeopvoeder? Alleen invullen indien van toepassing. Grafiek 34. Leeftijd medeopvoeders (N = 131) De leeftijd van de meeste medeopvoeders (67%) ligt eveneens tussen 36 en 50 jaar. 24% van de medeopvoeders is 51 jaar of ouder en 25% is 40 jaar of jonger. Ook hier ligt de gemiddelde leeftijd tussen 46 en 50 jaar. Wat is de hoogst afgeronde opleiding die u en uw medeopvoeder hebben genoten? Lager onderwijs 1% MAVO, LBO of VMBO HAVO VWO MBO HBO Universiteit 9% 8% 4% 4% 1% 2% 23% 29% 34% 24% 25% 35% Anders 2% Grafiek 35. Opleidingsniveau ouders 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Respondent zelf (N = 139) Medeopvoeder (N = 194) De meeste ouders en hun medeopvoeders hebben een hogere beroepsopleiding of een universitaire opleiding gevolgd. Pagina 47

49 Bent u en/of uw medeopvoeder werkzaam? Ja, een voltijds betaalde baan Ja, een voltijds onbetaalde baan Ja, een betaalde deeltijdbaan Ja, een onbetaalde deeltijdbaan Werkzaam in het huishouden Grafiek 36. Werk ouders Nee, werkzoekend Nee, studeert nog Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Anders 1% 2% 2% 1% 7% 6% 7% 7% 38% Van de respondenten heeft 38% een voltijdsbaan en 42% een deeltijdbaan. 7% werkt in het huishouden. Van de medeopvoeders heeft 50% een voltijdsbaan, 38% een deeltijdsbaan en werkt 2% in het huishouden. Degenen die anders hebben aangekruist, zijn vaak zelfstandigen. 42% 38% 50% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Respondent zelf (N = 139) Medeopvoeder (N = 129) Wat is uw gezamenlijke bruto gezinsinkomen per jaar? Grafiek 37. Bruto jaarinkomen (N = 139) Van de respondenten die iets over hun bruto gezinsinkomen willen zeggen, verdient 36% ,- of meer bruto per jaar. Het gaat hierbij vooral respondenten die in Molenhoek of Mook wonen en respondenten met een HBO- of WO-achtergrond. 29% verdient tussen de ,- en ,-, 9% tussen en en 1% verdient minder dan ,- bruto per jaar. Bij de respondenten die minder dan ,- per jaar aan inkomsten hebben, gaat het vooral om respondenten die alleenstaand zijn, een lagere opleiding hebben genoten en/of werkzoekend zijn. Pagina 48

50 3.2.2 Opvoeding en gezondheid Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 In deze paragraaf wordt ingegaan op de vraag of ouders wel eens vragen hebben die betrekking hebben op de opvoeding van hun kinderen, wat de aard is van die vraag en hoe zij dit oplossen. Kunt u op een schaal van 1 tot 10 aangeven hoe u het opvoeden van uw (pleeg)kinderen ervaart? Ervaringen met opvoeden 52% 29% 20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 1 t/m 4 (Heel licht) 5 of 6 7 of hoger (Heel zwaar) Grafiek 38. Ervaringen ouders met het opvoeden van hun kinderen (N = 139) Van de ouders ervaart 52% het opvoeden van hun kinderen als licht tot heel licht en dus niet als belastend. 29% van de ouders ervaart het als een beetje zwaar en 20% als zwaar tot heel zwaar. Een nadere analyse laat het volgende zien: - Vaders vinden de opvoeding van hun kinderen zwaarder dan moeders - Het opvoeden van kinderen wordt als zwaarder beschouwd naarmate de leeftijd van ouders stijgt - Ouders met een lagere opleiding vinden de opvoeding van hun kinderen eveneens zwaarder dan ouders met een hogere opleiding - Ouders met een voltijds baan ervaren de opvoeding van hun kinderen als iets zwaarder dan ouders met een deeltijdbaan. De redenen waarom sommige ouders het opvoeden van hun kinderen soms wel eens als zwaar beschouwen, zijn onder andere: - de combinatie tussen het opvoeden van de kinderen en werk - financiële problemen - de verantwoordelijkheid waarmee het opvoeden van kinderen gepaard gaat - de intensiteit van de opvoeding van de kinderen - zaken die met de puberteit te maken hebben - gezondheidsproblemen van het kind. De meeste ouders geven echter aan dat zij (meestal) geen problemen hebben met het opvoeden. Hebt u wel eens problemen (gehad) met betrekking tot het opvoeden van uw (pleeg)kinderen? Grafiek 39. Problemen met de opvoeding van kinderen (N = 138) 56% van de ouders heeft nog nooit problemen gehad met betrekking tot het opvoeden van haar kinderen. 43% heeft soms wel eens problemen en 1% zegt vaak problemen te hebben (gehad) met het opvoeden. Van de ouders wier kinderen wel eens gezondheidsproblemen hebben, zegt 77% wel eens problemen te hebben gehad met betrekking tot het opvoeden. Bij de ouders van wie de kinderen geen gezondheidsproblemen hebben, is dat 39%. Pagina 49

51 De problemen met betrekking tot het opvoeden hebben te maken met: - Gedragsproblemen - Gezondheidsklachten - Gepest worden - Puberteit - Slaapproblemen - Leerproblemen. Hoe hebt u die vragen of problemen opgelost? Grafiek 40. De wijze waarop ouders problemen met betrekking tot het opvoeden oplossen (N = 59) De ouders die problemen hebben (gehad) met het opvoeden van hun kind(eren), hebben dat in 51% van de situaties zelf opgelost. 27% van de ouders heeft het probleem op een andere manier opgelost, bijvoorbeeld door het inschakelen van professionele organisaties zoals het consultatiebureau, de school of GGZ. In andere situatie hebben ouders ondersteuning gekregen van familie (7%) of van vrienden of bekenden (7%). 3% heeft het aan hun eigen kinderen overgelaten. 5% heeft nog geen oplossing kunnen vinden. Hebt u wel eens een professionele hulp ingeschakeld voor informatie, advies of ondersteuning? Grafiek 41. Inschakelen van professionals voor informatie, advies of ondersteuning (N = 137) 31% van de ouders heeft wel eens een professionele organisatie ingeschakeld. Het gaat hierbij vooral om ouders van kinderen die wel eens problemen hebben (gehad) met hun gezondheid. 2% heeft dat nog niet gedaan, maar overweegt dat wel. 67% heeft nog nooit een professionele organisatie ingeschakeld en overweegt dat ook niet. Op de vraag waar of bij wie ouders voor zover zij dat hebben gedaan of voornemens zijn dat te doen op zoek gaan naar informatie, advies of ondersteuning, zijn de volgende antwoorden gegeven: - Huisarts: 62% - Internet: 49% - Psycholoog/psychiater: 33% - Schoolmaatschappelijk werk: 29% - GGD: 22% Pagina 50

52 - Tijdschriften, kranten etc.: 13% - Centrum voor Jeugd en Gezin: 11% - Jongerenwerker: 4% - Maatschappelijk werker: 4%. Andere bronnen zijn: advocaat, alternatieve zorg, consultatiebureau, familie/vrienden, school, orthopedagoog en het pedagogisch centrum. Als u wel eens op zoek gaat of zou willen gaan naar informatie, advies of ondersteuning over het opvoeden, over welke onderwerpen is dat dan? Meerdere antwoorden mogelijk Voeding Sociale vaardigheden Lichamelijke beweging Pesten Veilig tv-kijken Veilig internetten Leerproblemen Gedragsproblemen Seksualiteit Criminaliteit Psychische problemen Drugs, roken, alcohol Anders 4% 2% 7% 9% 13% 24% 27% 22% 24% 36% 38% 33% Grafiek 42. Informatieonderwerpen waar naar gezocht wordt (N = 45) Ouders zoeken vooral naar informatie over gedragsproblemen, sociale vaardigheden, voeding en pesten. Wat betreft gedragsproblemen zien we dat vooral ouders in de leeftijd van 31 tot en met 45 jaar daar wel eens informatie, advies of ondersteuning voor zoeken, namelijk 70%. Opvallend is verder dat voornamelijk ouders met een HBO-achtergrond op zoek gaan naar informatie over gedragsproblemen. Vooral ouders met één kind hebben vragen over voeding, namelijk 44%. Ouders die aangeven dat hun kind wel eens last van gezondheidsproblemen heeft, zoeken eveneens bovengemiddeld naar informatie, advies of ondersteuning over gedragsproblemen, pesten en voeding. 44% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% Als het om opvoeden en opgroeien van hun kind(eren) gaat, vinden ouders het volgende belangrijk: - het geluk en de gezondheid van hun kind(eren) - besef van normen en waarden - het ontwikkelen van goede sociale vaardigheden - eerlijkheid, respect, openheid en vertrouwen - het opgroeien in een veilige omgeving. De volledige lijst is opgenomen in bijlage III. Pagina 51

53 Hebben één of meerdere (pleeg)kind(eren) problemen met de gezondheid? Grafiek 43. Aanwezigheid gezondheidsproblemen (N = 137) Van de ouders zegt 12% dat hun kind problemen met de gezondheid heeft. Van de ouders uit Mook die aan dit onderzoek hebben deelgenomen geeft bijna 22% aan dat hun kind gezondheidsproblemen heeft, terwijl dit in Middelaar/Plasmolen en Molenhoek 9% is. Van de ouders met een voltijdsbaan zegt 6% dat hun kind een gezondheidsprobleem heeft. Bij de ouders met een deeltijdbaan is dat 19%. De gezondheidsproblemen waar kinderen volgens hun ouders mee te maken hebben, zijn: - een chronische ziekte - allergie - bedplassen - hartproblemen. Pagina 52

54 Kunt u aangeven of en in welke mate u zich zorgen maakt over uw (pleeg)kinderen met betrekking tot de volgende onderwerpen: Slapen 88% 11% 2% Voeding 73% 26% 2% Roken 85% 13% 2% Drugs 89% 11% Alcohol 79% 20% 1% Agressief gedrag / boos zijn 82% 16% 2% Faalangst of onzekerheid 47% 44% 9% Gehoorzaamheid 80% 20% Omgaan met anderen 82% 18% 1% Vrijetijdsbesteding 80% 20% 1% Prestaties op school 66% 31% 2% Schoolverzuim 96% 4% Ontoelaatbaar gedrag, zoals criminaliteit 98% 2% Gepest worden 78% 18% 3% Pesten van andere kinderen 94% 6% Kunnen praten over problemen 70% 29% 2% Spraak- en taalontwikkeling 86% 13% 1% Om kunnen gaan met de echtscheiding 93% 7% Druk gedrag 88% 10% 3% Moeite met concentratie 72% 25% 2% Financiële omstandigheden 83% 15% 3% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Geen zorgen Een beetje zorgen Veel zorgen Grafiek 44. Onderwerpen waar ouders zich mogelijk zorgen over maken De onderwerpen die het meest in het oog springen als het gaat om de vraag waar ouders zich (een beetje) zorgen over maken wat betreft hun kinderen, zijn faalangst en onzekerheid, prestaties op school, kunnen praten over problemen, voeding en moeite met concentratie. In het navolgende proberen we deze onderwerpen nader te analyseren. Faalangst en onzekerheid Ouders die zich (soms) zorgen maken over faalangst en onzekerheid bij hun kinderen, geven ook vaker aan dat hun kind gezondheidsproblemen heeft. Prestaties op school Hierbij gaat het vooral om ouders die ouder zijn dan 45 jaar. Ook ouders met een deeltijdbaan of die geen betaald werk verrichten maken zich meer zorgen over de schoolprestaties dan ouders met een voltijdsbaan. Pagina 53

55 Kunnen praten over problemen Vooral ouders met kinderen met gezondheidsproblemen maken zich hier zorgen over, namelijk bijna 63%. Moeite met concentratie Ouders met kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 15 jaar maken zich (soms) iets meer zorgen over de mate waarin hun kinderen zich kunnen concentreren dan de ouders van kinderen uit andere leeftijdscategorieën. Voeding Vooral ouders die één of meer kinderen met gezondheidsproblemen hebben, maken zich meer zorgen over de voeding, namelijk 65%. Ondervindt u zelf bij één of meerdere van de volgende onderwerpen problemen? Gezondheidsproblemen Geldproblemen Psychische problemen Drugs Alcohol Relatieproblemen Werkloosheid Omgaan met de kinderen Omgaan met familie Omgaan met buren Criminaliteit Kunnen praten over problemen Problemen op het werk Om kunnen gaan met de echtscheiding 79% 80% 92% 100% 97% 93% 86% 92% 91% 93% 97% 94% 91% 97% 20% 1% 18% 2% 7% 1% 3% 7% 10% 4% 7% 1% 9% 7% 1% 3% 1% 5% 1% 8% 1% 3% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Helemaal niet Een beetje Heel veel Grafiek 45. Problemen waar ouders mee te maken hebben (N ligt tussen 110 en 133) Ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, hebben weinig problemen. Er zijn eigenlijk drie soorten problemen die er enigszins uitspringen, namelijk gezondheidsproblemen, geldproblemen en werkloosheid. Deze drie problemen worden nader geanalyseerd. Gezondheidsproblemen Van de ouders heeft 21% in enige mate te maken met gezondheidsproblemen. Moeders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, hebben iets vaker te maken met gezondheidsproblemen (25%) dan de vaders (15%). Daarnaast hebben ouders van 46 jaar en ouder meer gezondheidsproblemen (28%) dan ouders die jonger zijn Pagina 54

56 dan 46 jaar (14%). Ook ouders die de opvoeding van hun kinderen als matig tot zwaar beschouwen en ouders met kinderen met gezondheidsproblemen hebben duidelijk vaker gezondheidsproblemen. Geldproblemen 20% van de ouders die aan dit onderzoek heeft deelgenomen, heeft wel eens geldproblemen. Ouders die twee of drie kinderen hebben, hebben iets vaker geldproblemen (23%) dan ouders met één kind (16%). Verder hebben ouders van 41 jaar of ouder vaker te maken met geldproblemen (25%) dan ouders die jonger zijn dan 41 jaar (10%). De ouders met een lagere of middelbare (beroeps)opleiding hebben eveneens duidelijk vaker geldproblemen (41%) dan ouders met een HBO- of WO-achtergrond (11%). Als we kijken naar het bruto jaarinkomen, dan zien we dat van de ouders met een jaarinkomen tot % wel eens geldproblemen heeft. Bij de ouders met een inkomen tussen ,- en ,- is dat 29% en bij ouders die meer dan ,- verdienen is dat 4%. Werkloosheid 14% van de ouders heeft te maken met werkloosheid. Hierbij gaat het vooral om ouders met een middelbare beroepsopleiding. Van deze groep heeft 23% wel eens met werkloosheid te maken. Bij de ouders met een HBOdiploma is dat 11% en bij de ouders met een universitaire opleiding 14%. Als u ergens problemen mee hebt, belemmert u dat dan in de opvoeding? Grafiek 46. Relatie tussen problemen en opvoeding van kinderen (N = 136) Van de ouders zegt 13% dat als zij ergens problemen mee hebben, dit hen belemmert in de opvoeding. De belemmeringen hebben te maken met: - te weinig tijd hebben voor de opvoeding door stress en drukte - als gevolg van financiële problemen onvoldoende kunnen bieden aan kinderen - geagiteerd reageren op kinderen - gevoel van onmacht. Pagina 55

57 3.2.3 Voorzieningen Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 In de gemeente Mook en Middelaar zijn diverse voorzieningen waar ouders en jongeren gebruik van kunnen maken. Aan de ouders is de vraag gesteld of zij van mening zijn dat er voldoende voorzieningen in de gemeente Mook en Middelaar aanwezig zijn en wat hun mening over die voorzieningen is, voor zover zij daar gebruik van maken. Grafiek 47. Voldoende voorzieningen voor jongeren in de gemeente Mook en Middelaar (N = 136) Volgens 61% van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen is er in de gemeente Mook en Middelaar onvoldoende te doen voor jongeren. Per dorp zijn er verschillen, zoals blijkt uit tabel 5. Plaats Ja Nee N Middelaar / Plasmolen 44% 57% 23 Mook 22% 78% 37 Molenhoek 46% 54% 25 Tabel 5. Kruistabel Vindt u dat er in de gemeente Mook en Middelaar voldoende te doen is voor jongeren * dorpskern Aan de ouders is naar de mening gevraagd over enkele beleidsonderdelen en over een aantal algemene voorzieningen waar jongeren gebruik van kunnen maken. De aanwezigheid van kinderdagverblijven (N = 71) 30% 66% 4% Buitenschoolse opvang (N = 64) 28% 66% 6% De ondersteuning van de gemeente bij jongerenactiviteiten (N = 66) 5% 50% 36% 9% Het beleid ter voorkoming van drugs- en alcoholverslaving (N = 31) 26% 61% 13% Onderhoud van voorzieningen, zoals speeltuinen en sportveldjes (N = 108) 4% 59% 32% 6% Aanwezigheid plekken waar jongeren samen kunnen zijn (hangplekken etc.) (N = 71) 4% 24% 52% 20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden Grafiek 48. Tevredenheid van ouders over voorzieningen in de gemeente Mook en Middelaar (tussen haakjes staat telkens vermeld hoeveel respondenten de vraag hebben beantwoord. Het antwoord Geen mening/n.v.t. is buiten beschouwing gelaten) Pagina 56

58 Over de aanwezigheid van kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang bestaat een grote mate van de tevredenheid onder de ouders. Ten minste 94% van de ouders is hierover tevreden tot zeer tevreden. Er zijn ook enkele onderdelen waarover een substantieel deel van ouders ontevreden is. Op deze onderdelen gaan we nader in. Ondersteuning van de gemeente bij jongerenactiviteiten Als het gaat om de ondersteuning van de gemeente bij jongerenactiviteiten, is een kleine meerderheid van de ouders (55%) tevreden. 45% is daarentegen ontevreden. Vooral ouders met een voltijdsbaan zijn hierover ontevreden, namelijk 48%. Ouders met een deeltijdbaan zijn iets minder ontevreden, namelijk 35%. Ook de vaders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen zijn meer ontevreden, namelijk 54% tegenover 39% van de moeders. Het beleid ter voorkoming van drugs- en alcoholverslaving Wat betreft het beleid om drugs- en alcohol te voorkomen, is een ruime meerderheid van de ouders ontevreden, namelijk 74%. 26% van de ouders is wel tevreden. Vooral ouders met kinderen van 14 jaar en ouder zijn ontevreden over het beleid ter voorkoming van drugs- en alcoholverslaving. Onderhoud van voorzieningen, zoals speeltuinen en sportveldjes 63% van de ouders is tevreden over het onderhoud van de voorzieningen. 38% is echter ontevreden. Het gaat hierbij vooral om ouders van kinderen tussen 8 en 14 jaar. Per dorp zijn er ook verschillen aanwezig, hoewel het aantal respondenten beperkt is: Plaats (Zeer) tevreden (Zeer) ontevreden N Middelaar / Plasmolen 84% 16% 19 Mook 66% 34% 62 Molenhoek 41% 59% 27 Tabel 6. Kruistabel Onderhoud van voorzieningen * dorp Aanwezigheid plekken waar jongeren samen kunnen zijn (hangplekken etc.) 28% van de ouders is tevreden over de aanwezigheid van plekken waar jongeren samen kunnen zijn. 72% is echter ontevreden. Een specifieke groep ouders is niet te duiden. Uit de toelichting die de ouders konden geven, komt globaal het beeld naar voren dat er meer activiteiten en meer faciliteiten voor jongeren moeten komen. De volledige lijst met opmerkingen is opgenomen in bijlage IV. Pagina 57

59 3.2.4 Wonen in Mook en Middelaar Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Aan de ouders hebben we een zestal stellingen voorgelegd over hun woonbuurt. Met behulp van deze stellingen proberen we inzicht te krijgen hoe ouders hun buurt ervaren en hoe hun kinderen functioneren binnen de buurt. De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om (N = 135) 41% 48% 10% 2% Mijn (pleeg)kinderen voelen zich thuis in deze buurt (N = 134) 43% 49% 6% 2% Mijn (pleeg)kinderen hebben veel contact met andere jongeren in de buurt (N = 134) 27% 34% 25% 10% 4% Jongeren in deze buurt zijn bereid om anderen te helpen (N = 114) 19% 46% 33% 1% Mijn (pleeg)kinderen willen graag in de toekomst in Mook en Middelaar (blijven) wonen (N = 70) 14% 33% 24% 13% 16% Mijn (pleeg)kinderen wonen in een veilige buurt (N = 134) 36% 50% 12% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens Grafiek 49. Mening ouders over hun woonbuurt De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om 89% van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen is van mening dat de mensen in hun buurt op een prettige wijze met elkaar omgaan. De ouders uit Mook en Molenhoek zijn met 92% het meest positief over hun buurt. Bij de ouders uit Middelaar/Plasmolen is dat 77%. Ouders van kinderen van 20 jaar en ouders zijn iets minder positief dan ouders van kinderen die jonger zijn dan 20 jaar. De ouders zijn iets positiever dan de jongeren over de wijze waarop mensen in hun buurt met elkaar omgaan. Mijn (pleeg)kinderen voelen zich thuis in deze buurt 92% van de ouders denkt dat hun kinderen zich thuis voelen in de buurt. Daarmee zijn de ouders iets positiever dan de jongeren, waar het percentage ongeveer 85% bedroeg. Ouders uit Molenhoek zijn met 96% het meest positief over deze stelling. Bij de ouders uit Mook ligt dat percentage op 89% en bij de ouders uit Middelaar/Plasmolen op 86%. Mijn (pleeg)kinderen hebben veel contact met andere jongeren in de buurt Volgens 61% van de ouders hebben hun kinderen veel contact met andere jongeren uit hun buurt. Het gaat hierbij vooral om ouders van kinderen in de leeftijd tot en met 14 jaar. Volgens 39% is dat niet zo. Jongeren zelf geven aan dat zij minder contact met jongeren uit hun buurt hebben, namelijk ongeveer 40%. Ouders uit Middelaar/Plasmolen zijn met 68% hierover het meest positief. In Molenhoek en Mook liggen deze percentages op respectievelijk 59% en 62%. Jongeren in deze buurt zijn bereid om anderen te helpen 65% van de ouders is het (helemaal) eens met de stelling dat jongeren in hun buurt bereid zijn om elkaar te helpen. 34% vindt dat in iets mindere mate. Van de jongeren was ongeveer 46% het eens met de stelling. Tussen Pagina 58

60 de drie dorpen zijn er wat deze stelling betreft aanzienlijke verschillen. De ouders uit Mook zijn het meest positief. 79% is het (helemaal) eens met de stelling. In de dorpen Molenhoek en Middelaar/Plasmolen liggen deze percentages lager, namelijk op respectievelijk 63% en 55%. Mijn (pleeg)kinderen willen graag in de toekomst in Mook en Middelaar (blijven) wonen 47% van de ouders denkt dat hun kinderen in de toekomst in Mook en Middelaar blijven. 29% denkt dat hun kinderen naar een andere gemeente vertrekken. Bij de jongeren tussen 18 en 22 jaar lag dat percentage op 34%. Mijn (pleeg)kinderen wonen in een veilige buurt Van de ouders is 86% het (helemaal) eens met de stelling dat hun kinderen in een veilige buurt wonen. Dat percentage komt overeen met het percentage jongeren dat het eens was met de stelling. Ouders uit Mook zijn met 95% het meest positief. In Molenhoek en Middelaar/Plasmolen liggen de percentages op respectievelijk 83% en 82% Centrum voor Jeugd en Gezin De gemeente Mook en Middelaar heeft een Centrum voor Jeugd en Gezin, afgekort CJG. Het CJG is een herkenbaar inlooppunt in de gemeente waar jongeren (tot 23 jaar) en ouders terecht kunnen voor informatie en advies. De gemeenten Mook en Middelaar en Gennep hebben de handen ineengeslagen en samen een CJG opgericht. Het loket is gevestigd in Gennep. Aan de ouders zijn vragen gesteld over de bekendheid, het gebruik van en de tevredenheid over het CJG. Grafiek 50. Bekendheid CJG onder ouders (N = 135) Over het CJG heeft 52% van de ouders wel eens gehoord of gelezen. 48% heeft er echter nog nooit van gehoord. Ouders in de leeftijd tot en met 40 jaar zijn het meest bekend met het CJG, namelijk 74%. Van de ouders die ouder dan 40 jaar zijn, is 42% bekend met het CJG. Bij ouders met een HBO- of WO-achtergrond is 60% bekend met het CJG. Bij de ouders met een lagere of middelbare (beroeps)opleiding is dat 39%. De vraag of ouders wel eens vragen over opvoeding hebben of kinderen met gezondheidsproblemen hebben, speelt hierin geen grote rol. De ouders die wel eens over het CJG gehoord of gelezen hebben, hebben die informatie vooral uit de krant, De Maasdriehoek, het internet, de televisie of via de school. Pagina 59

61 Hebt u wel eens contact gehad met het CJG? Grafiek 51. Contact met het CJG door ouders (N = 70) Een ruime meerderheid (93%) van de ouders die wel eens gehoord of gelezen heeft over het CJG, heeft zelf nog geen contact met het CJG gehad. Van deze groep heeft echter 46% wel eens vragen of problemen met betrekking tot het opvoeden van hun kinderen. 7% (5 respondenten) heeft wel eens contact met het CJG gehad. De vijf respondenten die wel eens contact met het CJG hebben gehad, hebben dat contact gehad omdat zij vragen hadden over opvoeding, voor organiseren van activiteiten of vanuit hun eigen professionele achtergrond. Zij hebben via het internet, de telefoon of het inloopcentrum centrum contact gehad met het CJG. De vijf respondenten zijn van mening dat het CJG telefonisch goed bereikbaar is, maar dat het fysieke loket in Gennep wat minder gemakkelijk bereikbaar is. Over de medewerkers van het CJG zijn de respondenten tevreden. De medewerkers zijn vriendelijk, respectvol en betrouwbaar. Verder zijn de respondenten van mening dat de CJG-medewerkers hun vraag serieus namen, hun werk goed doen en vragen of problemen goed oplossen. Twee respondenten zeggen het volgende over het CJG: Ze hebben mijn vraag op een nette manier beantwoord en mij goede informatie gegeven. CJG is in dit dorp nog een vrij abstracte organisatie met de neiging om lopende projecten te proberen te stroomlijnen, veel discussie, nog weinig concrete projecten. De volgende twee vragen zijn alleen gesteld aan de ouders die het CJG wel kennen, maar er nog geen gebruik van hebben gemaakt. Als u (nog) geen contact hebt gehad met het CJG, wat is daar dan de oorzaak van? Grafiek 52. Redenen waarom ouders nog geen contact hebben gehad met het CJG (N = 61) De belangrijkste reden waarom ouders er nog geen gebruik hebben gemaakt, is dat zij het CJG nog niet nodig hebben gehad. Dit zegt 90% van de ouders. 7% weet niet waar het CJG voor dient en 3% weet ook niet dat het mogelijk is om in het eigen dorp een afspraak te maken met een CJG-medewerker. Andere redenen die genoemd worden, hebben betrekking op de onbereikbaarheid van het loket in Gennep, het feit dat het CJG nog niet bestond toen het probleem speelde en het gegeven dat andere hulpverleners zijn ingeschakeld. Van de ouders die zeggen dat zij het CJG nog niet nodig hebben gehad, heeft 38% wel eens een vraag of een probleem (gehad) met het opvoeden van hun kind. Pagina 60

62 Denkt u dat u gebruik gaat maken van het Centrum voor Jeugd en Gezin? Grafiek 53. Potentieel gebruik van CJG (N = 65) Van de ouders die tot nu toe nog geen gebruik van het CJG hebben gemaakt, geeft 22% aan misschien gebruik van het CJG te gaan maken en 31% zeker niet. Bijna de helft van de respondenten weet het nog niet of heeft geen mening. Aan alle ouders is gevraagd of zij het nuttig vinden dat er een CJG is in de gemeente Mook en Middelaar en over welke onderwerpen het CJG informatie moet geven. Vindt u het nuttig dat er een Centrum voor Jeugd en Gezin is in de gemeente Mook en Middelaar? Grafiek 54. Nut van het CJG volgens ouders (N = 134) 59% van de ouders vindt het nuttig dat er een CJG is in de gemeente Mook en Middelaar. Ouders die geen betaalde voltijdsbaan hebben, zijn iets meer dan gemiddeld van mening dat het nuttig is dat er een CJG is in de gemeente Mook en Middelaar. Voor 3% van de ouders hoeft een CJG niet en 38% weet het niet of heeft geen mening. Pagina 61

63 Over welke onderwerpen zou het Centrum voor Jeugd en Gezin in de gemeente Mook en Middelaar volgens u informatie moeten geven? Sport en beweging Roken, drugs en alcohol Gezondheid en voeding Boulimia of anorexia Omgaan met geld Diverse organisaties en instellingen, zoals BLZ Opvoeden / opvoedproblemen Problemen, zoals echtscheiding, huiselijk geweld Vrije tijd: activiteiten en uitgaanstips voor jongeren Criminaliteit Seksualiteit Onderwijs Anders 9% 48% 72% 55% 35% 47% 45% 60% 57% 33% 52% 35% 24% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Grafiek 55. Onderwerpen waarover het CJG informatie zou moeten geven volgens de ouders (N = 141) Voor de ouders zijn de meeste onderwerpen belangrijk als het erom gaat of het CJG er informatie over moet geven. Een aantal onderwerpen springt eruit, namelijk: - roken, drugs en alcohol - opvoeden en opvoedproblemen - problemen die te maken hebben met huiselijk geweld, echtscheiding, pesten en loverboys - gezondheid en voeding - criminaliteit. Wat zou het Centrum voor Jeugd en Gezin volgens u kunnen doen om problemen bij jongeren te voorkomen of om vroegtijdig problemen te signaleren? De ouders geven een aantal suggesties om problemen bij jongeren te voorkomen of vroegtijdig te signaleren: - (letterlijk) dichterbij en zichtbaarder zijn. De vestiging Gennep is te ver weg en daardoor te onzichtbaar - goede contacten onderhouden met scholen - voorlichting geven door bijvoorbeeld thema-avonden te organiseren. In bijlage V is de volledige lijst met suggesties opgenomen. Pagina 62

64 3.2.6 Jeugdhonken Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 In de gemeente Mook en Middelaar zijn de jeugdhonken Pellus, t Bunkertje en MFC De Koppel waar jongeren naartoe kunnen gaan om mee te doen aan allerlei activiteiten. Aan de ouders is gevraagd of zij bekend zijn met deze jeugdhonken, of hun kinderen hier ook gebruik van maken en wat zij hiervan vinden. Pellus t Bunkertje MFC De Koppel Met geen enkele van deze jeugdhonken 12% 33% 31% 31% Grafiek 56. Bekendheid jeugdhonken onder ouders (N = 141) 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Onder de ouders zijn de jeugdhonken Pellus en t Bunkertje het meest bekend, namelijk bij respectievelijk 33% en 31%. MFC De Koppel is bij 12% van de ouders bekend. 31% van de ouders is met geen enkel jeugdhonk bekend. Pellus Van de 47 ouders die bekend zijn met het Jeugdhonk Pellus, geeft ruim 38% aan dat hun kinderen wel eens in het jeugdhonk Pellus komen. Mijn kind(eren) vindt / vinden het leuk om aan de activiteiten in jeugdhonk Pellus mee te doen (N = 17) 59% 29% 12% Ik heb het gevoel dat de activiteiten in jeugdhonk Pellus goed voor mijn kind(eren) zijn (N = 15) 60% 27% 13% Mijn kind(eren) heb(ben) iets aan de activiteiten in jeugdhonk Pellus (N = 17) 59% 18% 24% De activiteiten in jeugdhonk Pellus zijn meestal goed georganiseerd (N = 14) 86% 14% De begeleiding tijdens de activiteiten in jeugdhonk Pellus is goed (N = 14) 93% 7% Grafiek 57. Mening ouders over Pellus 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, helemaal Een beetje Nee Een meerderheid van de ouders geeft aan dat hun kinderen het (overwegend) leuk vonden om aan de activiteiten van Pellus mee te doen, dat de activiteiten goed voor hun kinderen waren en dat de kinderen iets aan de activiteiten van Pellus hadden. Over de organisatie van de activiteiten in Pellus en de begeleiding tijdens die activiteiten zijn vrijwel alle ouders goed te spreken. De ouders die Pellus wel kennen, maar van wie de kinderen nooit in Pellus komen, zeggen dat hun kinderen daar geen belangstelling voor hebben, te jong zijn voor de activiteiten of niet bekend zijn met de activiteiten in Pellus. Pagina 63

65 t Bunkertje Van de 43 ouders die bekend zijn met jeugdhonk t Bunkertje, zegt bijna de helft (49%) dat hun kinderen wel eens in t Bunkertje komen. Mijn kind(eren) vindt / vinden het leuk om aan de activiteiten in jeugdhonk 't Bunkertje mee te doen (N = 19) 37% 58% 5% Ik heb het gevoel dat de activiteiten in jeugdhonk 't Bunkertje goed voor mijn kind(eren) zijn (N = 17) 47% 47% 6% Mijn kind(eren) heb(ben) iets aan de activiteiten in jeugdhonk 't Bunkertje (N = 18) 44% 50% 6% De activiteiten in jeugdhonk 't Bunkertje zijn meestal goed georganiseerd (N = 14) 64% 29% 7% De begeleiding tijdens de activiteiten in jeugdhonk 't Bunkertje is goed (N = 13) 69% 23% 8% Grafiek 58. Mening ouders over t Bunkertje 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, helemaal Een beetje Nee Van de ouders wier kinderen naar t Bunkertje gaan, is 63% het een beetje eens of oneens met de stelling dat hun kinderen het leuk vinden om mee te doen aan de activiteiten van t Bunkertje. Uit de opmerkingen van de ouders blijkt dat de activiteiten niet altijd aansluiten bij de interesses van hun kinderen. Tevens is respectievelijk 53% en 56% van de ouders het een beetje eens of oneens met de stellingen dat de activiteiten goed zijn voor hun kinderen en dat ze iets aan de activiteiten hebben. Over de organisatie van de activiteiten en de begeleiding in t Bunkertje zijn de ouders overwegend tevreden. De belangrijkste redenen waarom de kinderen van ouders die wel bekend zijn met t Bunkertje niet naar het jeugdhonk komen zijn: - geen belangstelling (meer) - onbekendheid met de activiteiten - de leeftijd van de kinderen komt niet overeen met de leeftijd van de doelgroep. Pagina 64

66 MFC De Koppel Zeventien ouders zijn bekend met MFC De Koppel. Acht ouders zeggen dat hun kinderen wel eens naar MFC De Koppel gaan. Mijn kind(eren) vindt / vinden het leuk om aan de activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel mee te doen (N = 7) Ik heb het gevoel dat de activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel goed voor mijn kind(eren) zijn (N = 7) 57% 71% 43% 29% Mijn kind(eren) heeft/hebben iets aan de activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel (N = 7) 29% 71% De activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel zijn meestal goed georganiseerd (N = 7) 57% 43% De begeleiding tijdens de activiteiten in jeugdhonk MFC De Koppel is goed (N = 7) 100% Grafiek 59. Mening ouders over MFC De Koppel 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, helemaal Een beetje Nee De zeven respondenten wier kinderen wel eens naar MFC De Koppel gaan, zijn overwegend tevreden over het jeugdhonk. De kinderen vinden het leuk om mee te doen aan de activiteiten van MFC De Koppel. De activiteiten zijn goed voor de kinderen, hoewel de ouders twijfelen of hun kinderen echt iets aan de activiteiten hebben. Enkele ouders zeggen dat de activiteiten in MFC De Koppel niet echt interessant zijn voor hun kinderen. Volgens de ouders zijn de activiteiten van jeugdhonk MFC De Koppel meestal goed georganiseerd en is de begeleiding goed. Redenen waarom kinderen niet meedoen aan de activiteiten van MFC De Koppel zijn dat ze er geen belangstelling voor hebben of dat ze er nog te jong voor zijn. Pagina 65

67 3.2.7 Schoolmaatschappelijk werk Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Het schoolmaatschappelijk werk biedt hulp aan leerlingen, ouders en leerkrachten over allerlei zaken, zoals problemen op school of thuis, verslaving, het verwerken van het verlies van een dierbare of problemen met het omgaan met anderen. Eventueel kan de schoolmaatschappelijk werker ook iemand anders inschakelen. Aan de ouders is gevraagd of zij bekend zijn met het schoolmaatschappelijk werk, of zij er gebruik van hebben gemaakt en of zij hierover tevreden zijn. Grafiek 60. Bekendheid en gebruik van het schoolmaatschappelijk werk (N = 133) 57% van de ouders is bekend met het schoolmaatschappelijk werk. 9% heeft er ook wel eens contact mee gehad. Het gaat hierbij vooral om schoolmaatschappelijk werk van een basisschool via Synthese. 43% is niet bekend met het schoolmaatschappelijk werk. In de meeste gevallen hebben ouders contact met schoolmaatschappelijk werk opgenomen vanwege een probleem van het kind. Sommige ouders hebben vanuit hun eigen professionele achtergrond contact met schoolmaatschappelijk werk gehad. Het schoolmaatschappelijk werk is gemakkelijk te benaderen (N = 12) 33% 50% 17% Het schoolmaatschappelijk werk reageert snel op mijn vraag of verhaal (per of telefoon) (N = 10) 40% 50% 10% Het schoolmaatschappelijk werk neemt mijn verhaal of vraag altijd serieus (N = 11) 36% 46% 9% 9% Ik heb vertrouwen in het schoolmaatschappelijk werk (N = 12) 33% 50% 8% 8% Ik ben tevreden over het functioneren van het schoolmaatschappelijk werk (N = 11) 36% 46% 9% 9% Het schoolmaatschappelijk werk heeft mijn vraag naar tevredenheid beantwoord (N = 11) 36% 36% 9% 18% 0% 50% 100% Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal mee oneens Grafiek 61. Mening ouders over het schoolmaatschappelijk werk Pagina 66

68 Over het functioneren van het schoolmaatschappelijk werk zijn de twaalf ouders die er contact mee hebben gehad overwegend tevreden. Volgens deze groep ouders is het schoolmaatschappelijk werk gemakkelijk te benaderen en wordt er snel gereageerd op vragen die per of via de telefoon gesteld worden. De meeste ouders zijn van mening dat hun verhaal of vraag serieus genomen wordt door het schoolmaatschappelijk werk. Een ruime meerderheid van de ouders heeft vertrouwen in het schoolmaatschappelijk werk en is tevreden over het functioneren. De meeste ouders die wel eens contact met het schoolmaatschappelijk werk hebben gehad, zijn van mening dat hun vraag naar tevredenheid is behandeld, hoewel drie ouders hier een tegenovergestelde mening over hebben. Een aantal ouders heeft een toelichting gegeven. De citaten zijn weergegeven in onderstaand kader: De individuele medewerkers zijn hardwerkend, betrokken en open, complimenten. Geen empathie. ( ) Problemen werden serieus genomen en goed doorverwezen. Het duurt te lang voor er concrete stappen worden ondernomen. Werk op school al jaren naar tevredenheid met schoolmaatschappelijk werk in Mook. De ouders die wel bekend zijn met het schoolmaatschappelijk werk, maar er nog geen gebruik van hebben gemaakt, hebben het schoolmaatschappelijk werk nog niet nodig gehad. Wordt er door uw kinderen gebruikgemaakt van het schoolmaatschappelijk werk als zij vragen of problemen hebben? Grafiek 62. Gebruik van het schoolmaatschappelijk werk door de kinderen (N = 133) 8% van de ouders geeft aan dat hun kinderen wel eens gebruik hebben gemaakt van het schoolmaatschappelijk werk voor vragen of problemen. 92% van de ouders zegt dat hun kinderen nog geen gebruik hebben gemaakt van het schoolmaatschappelijk werk. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat hun kinderen het nog niet nodig hebben gehad, omdat hier geen reden toe is. Enkele ouders geven aan dat hun kinderen niet bekend zijn met het schoolmaatschappelijk werk. Aan de ouders is de vraag gesteld wat er aan het schoolmaatschappelijk werk verbeterd kan worden, zodat kinderen hier meer gebruik van gaan maken. De suggesties die ouders geven zijn: - meer bekendheid geven - verlaag de drempel voor kinderen - meer aanwezig en zichtbaar zijn op scholen. Pagina 67

69 3.2.8 Regionaal Jongerenloket Gemeente Mook en Middelaar Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2012 Het Regionaal Jongerenloket in Nijmegen helpt jongeren tussen de 18 en 27 jaar bij vragen over school, werk en maatschappelijke vragen, zoals het kiezen van een opleiding, het solliciteren of bij schulden. Aan de ouders zijn vragen gesteld over de bekendheid en het gebruik van het Regionaal Jongerenloket en de mate van tevredenheid erover. Grafiek 63. Bekendheid en gebruik van het Regionaal Jongerenloket onder ouders (N = 131) Slechts 5% van de ouders is bekend met het Regionaal Jongerenloket. 95% kent het Regionaal Jongerenloket niet. Geen enkele ouder of hun kind heeft er gebruik van gemaakt, omdat het nog niet nodig was. De ouders geven de volgende suggesties om het gebruik van het Regionaal Jongerenloket te verbeteren: - meer bekendheid geven, door bijvoorbeeld jaarlijks een flyer over het Regionaal Jongerenloket mee te sturen met De Maasdriehoek - uitleggen wat het Regionaal Jongerenloket te bieden heeft Jongerenwerker In de gemeente is een jongerenwerker van Synthese actief. De jongerenwerker legt contact met jongeren op straat. Deze contacten zijn erop gericht om te bekijken wat jongeren beweegt, waar zij behoefte aan hebben en om (indien mogelijk) activiteiten met en voor jongeren te organiseren. Als er sprake is van overlast voor de omgeving heeft de jongerenwerker ook tot taak om gedragsverandering te bewerkstelligen. Aan de ouders zijn vragen gesteld over de bekendheid en eventueel contact met de jongerenwerker en de tevredenheid over de jongerenwerker. Grafiek 64. Bekendheid en contact met de jongerenwerker onder de ouders (N = 131) Van de ouders die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, is 22% bekend met de jongerenwerker. Slechts 4% (vijf ouders) heeft ook wel eens contact gehad met de jongerenwerker. 78% is niet bekend met de jongerenwerker. De ouders die contact hebben gehad met de jongerenwerker, hebben dat meestal gehad vanuit hun eigen achtergrond als professional of als (buurt)vrijwilliger. Eén respondent heeft contact met de jongerenwerker gehad vanwege een probleem waar hij of zij mee zat. Pagina 68