GEMEENTE NUNSPEET. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011 [VERANTWOORDING EN ANALYSE] Jongerenonderzoek gemeente Nunspeet VERANTWOORDING EN ANALYSE

Transcriptie

1 GEMEENTE NUNSPEET Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011 VERANTWOORDING EN ANALYSE Auteurs: Drs. G. Eijkhout J. Bosch, MA Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Postbus AA Groesbeek Tel.: Website: Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 1

2 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSOPZET AANLEIDING VAN HET ONDERZOEK ONDERZOEKSGROEPEN DOEL VAN HET ONDERZOEK ONDERZOEKSVRAGEN ONDERZOEKSONDERWERPEN GEGEVENSVERZAMELING GEGEVENSVERWERKING EN ANALYSE... 6 HOOFDSTUK 2 RESPONS... 7 HOOFDSTUK 3 ANALYSE VAN DE GEGEVENS BESCHRIJVING ANALYSE- EN SCHATTINGSMETHODEN ANALYSE VAN DE DATA Persoonlijk Werkgelegenheid Levensstijl: beweging Vrije tijd Jongerenbeleid Thuissituatie Hulp bij problemen Verder praten HOOFDSTUK 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN BIJLAGE 1 VRAGENLIJST DOELGROEP 1 (JONGEREN JAAR) BIJLAGE 2 VRAGENLIJST DOELGROEP 2 (JONGEREN JAAR) Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 2

3 Leeswijzer Opmerkingen respondenten In dit rapport zijn bij enkele onderwerpen opmerkingen van respondenten vermeld. Deze opmerkingen stonden ofwel vermeld als toelichting bij een (open) vraag, ofwel vermeld aan het einde van de vragenlijst, waar plaats is voor opmerkingen, suggesties of vragen. Uit deze opmerkingen hebben we een relevante selectie gemaakt. Het gaat hierbij steeds om één of meer reacties van individuele personen, dus de reacties zijn niet per definitie representatief voor de rest van de doelgroep. Sommige opmerkingen zijn geparafraseerd om de privacy van de respondenten te waarborgen. Afronding percentages Bij sommige tabellen komt het totale percentage niet precies uit op 100%. Dit wordt veroorzaakt door afrondingsverschillen en brengt de betrouwbaarheid van de percentages dus niet in het geding. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 3

4 Hoofdstuk 1 Onderzoeksopzet 1.1 Aanleiding van het onderzoek Sinds 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in werking getreden. Door de Wmo zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de maatschappelijke ondersteuning van hun inwoners. De taken die de gemeenten door de Wmo hebben gekregen zijn in de wet omschreven in de zogenoemde prestatievelden. De taken kunnen als volgt worden omschreven 1 : 1. De leefbaarheid van de gemeente vergroten 2. Jongeren en ouders ondersteunen 3. Informatie en advies geven 4. Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers 5. Zorgen dat mensen met een beperking mee kunnen doen 6. Voorzieningen voor mensen met een beperking 7. Opvang voor mensen met problemen 8. Openbare geestelijke gezondheidszorg 9. Zorgen voor mensen met een verslaving Gemeenten zijn volgens artikel 9 van de Wmo verplicht om jaarlijks de uitkomsten van een tevredenheidsonderzoek onder cliënten van maatschappelijke ondersteuning te publiceren. De gemeente Nunspeet heeft gekozen voor een tevredenheidsonderzoek in het kader van het Wmoprestatieveld 2. De aanleiding van het onderzoek is drieledig: De gemeente wil weten wat er leeft onder de jongeren. Daarnaast wil de gemeente weten of de jongeren bekend en tevreden zijn met het huidige aanbod van activiteiten, voorzieningen en ondersteuning in de gemeente Nunspeet. Ook wil de gemeente weten of het huidige aanbod van activiteiten, voorzieningen en ondersteuning aansluit bij de behoeften van jongeren, en zo nee, waar dan (meer) behoefte aan is. 1.2 Onderzoeksgroepen Doelgroepen van het Wmo-klanttevredenheidsonderzoek zijn alle burgers die in het kader van de Wmo maatschappelijke ondersteuning ontvangen of hebben ontvangen. Gemeenten kunnen zelf een keuze maken over de doelgroepen die zij in het onderzoek willen betrekken. De gemeente Nunspeet heeft ervoor gekozen om de volgende doelgroepen te benaderen: Doelgroep 1: Doelgroep 2: jongeren van 11 tot en met 16 jaar jongeren van 17 tot en met 23 jaar 1.3 Doel van het onderzoek Het doel van het Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is om inzicht te geven in de behoeften en meningen van de in paragraaf 1.2 gespecificeerde Wmo-doelgroepen binnen de gemeente Nunspeet. Vervolgens worden hieruit concrete conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd ter optimalisering van de uitvoering van de Wmo. De uitkomsten van het Wmo-klanttevredenheidsonderzoek zijn een barometer voor de uitvoering van de Wmo. Het onderzoek heeft een signaleringsfunctie voor raadsleden, bestuurders, medewerkers van de gemeente Nunspeet, medewerkers van verschillende organisaties (zoals SPCJ Radix, Landstede Welzijn en Straathoekwerk) en vragers van maatschappelijke ondersteuning. 1 Brochure Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Iedereen moet kunnen meedoen, september Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 4

5 Positieve geluiden uit het onderzoek geven aan dat de burgers tevreden zijn over de geboden dienstverlening en ondersteuning. Kritische geluiden uit het onderzoek kunnen aanleiding zijn voor een beleidsaanpassing, een aanpassing van de dienstverlening of een nadere analyse van wat er verbeterd kan worden. 1.4 Onderzoeksvragen Het onderzoek moet antwoord geven op de volgende onderzoeksvragen: Wat leeft er onder jongeren? In hoeverre zijn jongeren bekend met het huidige aanbod van activiteiten, voorzieningen en ondersteuning in de gemeente Nunspeet? In hoeverre zijn jongeren tevreden over het huidige aanbod van activiteiten, voorzieningen en ondersteuning in de gemeente Nunspeet? Sluit het huidige aanbod van activiteiten, voorzieningen en ondersteuning aan bij de behoeften van jongeren? Zo nee, waar is dan (meer) behoefte aan? 1.5 Onderzoeksonderwerpen Om antwoorden te kunnen formuleren op de vier onderzoeksvragen, zijn er in samenspraak met medewerkers van de gemeente Nunspeet en de vertegenwoordigers van de organisaties SPCJ Radix, Landstede Welzijn en Straathoekwerk onderzoeksonderwerpen vastgesteld die in de vragenlijsten aan bod moeten komen. Voor de beide doelgroepen zijn de volgende onderwerpen in de vragenlijst opgenomen: Voorzieningen in de gemeente Nunspeet voor jongeren Jongerenbeleid van de gemeente Nunspeet Vragen over jezelf (geloofsovertuiging, thuissituatie, schulden) Levensstijl (beweging) Dag- en vrijetijdsbesteding Bekendheid met en de tevredenheid over de organisaties SPCJ Radix, Landstede Welzijn en Straathoekwerk en hun activiteiten Voor de oudere jongeren zijn er ook nog vragen over de werkgelegenheid in het onderzoek opgenomen. De conceptvragenlijsten zijn voorgelegd aan de medewerkers van de gemeente Nunspeet en de vertegenwoordigers van de organisaties SPCJ Radix, Landstede Welzijn en Straathoekwerk. Ook waren het CJG en een (jongeren)vertegenwoordiger van de Wmo-raad betrokken bij het opstellen van de vragenlijst. 1.6 Gegevensverzameling Uit alle jongeren die in de gemeente Nunspeet wonen is een steekproef getrokken. De jongeren die aselect uit de GBA getrokken zijn ontvingen van de gemeente Nunspeet een uitnodiging om deel te nemen aan het jongerenonderzoek. In de uitnodiging stond een link naar het online onderzoek. Ongeveer twee weken nadat de uitnodigingen waren verstuurd verscheen er een herinnering in het lokale weekblad van Nunspeet. De volledige vragenlijsten zijn opgenomen in de bijlagen. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 5

6 1.7 Gegevensverwerking en analyse De kwantitatieve gegevens van dit onderzoek zijn geanalyseerd met behulp van het statistische programma IBM SPSS versie Andere programma s die gebruikt zijn, zijn Word 2010 en Excel Het rapport beschrijft voor alle onderwerpen de uitkomsten en de achtergronden. De gegevens worden hierbij vaak in grafieken, tabellen of taartdiagrammen weergegeven. De gegevens zijn, waar relevant, verder uitgesplitst naar specifieke kenmerken van de doelgroepen. Bij het vaststellen van de uitkomsten zijn de respondenten die vragen niet hebben beantwoord ook niet meegerekend. Dit betekent dat de resultaten niet altijd betrekking hebben op de totale groep onderzoeksdeelnemers. Ook kwam het voor dat een specifieke groep, zoals jongeren uit Hulshorst en Vierhouten, te klein was om nader te analyseren. Wanneer resultaten zijn afgezet naar woonplaats is dit in de meeste gevallen alleen naar Nunspeet en Elspeet gedaan. Per onderwerp is aangegeven hoeveel respondenten hebben meegedaan. Op een bijgeleverde cdrom staat een digitale versie van dit rapport en alle kwantitatieve data. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 6

7 Hoofdstuk 2 Respons In de onderstaande tabel is de respons per doelgroep weergegeven. Doelgroep Jongeren van 11 tot en met 16 jaar Jongeren van 17 tot en met 23 jaar Totale populatiegrootte Aantal benaderde respondenten Respons (%) (14,1%) (10,1%) Totaal (12,8%) Tabel 1. Respons onderzoek Het totale aantal respondenten is 217, maar aangezien 3 respondenten hun leeftijd niet hebben ingevuld weten we niet of ze in de doelgroep jaar of jaar vallen. De aantallen bij respons in de bovenstaande tabel (128 en 86) komen dus op 214 uit. Bij de analyses naar verschillende doelgroepen zijn de antwoorden van deze jongeren buiten beschouwing gelaten. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 7

8 Hoofdstuk 3 Analyse van de gegevens In dit hoofdstuk worden de antwoorden van de respondenten geanalyseerd. In paragraaf 3.1 worden kort de gebruikte analysetechnieken besproken. In paragraaf 3.2 vindt de kwantitatieve analyse van de data plaats. 3.1 Beschrijving analyse- en schattingsmethoden Om de data te analyseren, zijn de volgende analyse- en schattingsmethoden gebruikt: 1. Frequentieanalyse De resultaten van de gesloten vragen worden weergegeven aan de hand van percentages waarmee de diverse antwoordmogelijkheden zijn aangekruist. Een frequentieanalyse levert een eerste blik op van de verzamelde data. Met behulp van een frequentieanalyse kan worden vastgesteld welke waarden het meest voorkomen, binnen welk spreidingsgebied de waarden vallen en of er voldoende observaties zijn. 2. Gemiddelde beoordeling variabelen Door gemiddelden te berekenen kan de centrale tendentie worden vastgesteld. 3. Kruisanalyses Met behulp van kruisanalyses wordt een uitspraak gedaan over de beoordeling door verschillende doelgroepen of variabelen en of er verschillen zijn in de beoordelingen tussen die groepen of variabelen. 4. N n is het aantal personen dat een bepaalde vraag heeft beantwoord. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 8

9 3.2 Analyse van de data In deze paragraaf worden de antwoorden en de reacties van de respondenten geanalyseerd. Waar mogelijk worden de resultaten naar de verschillende doelgroepen afgezet Persoonlijk Geslacht 31% 69% Man Vrouw Grafiek 1: Verdeling geslacht respondenten (N=215) In totaal hebben 217 jongeren aan het jongerenonderzoek deelgenomen. Van deze 217 jongeren hebben 215 jongeren aangegeven wat hun geslacht is. 69% van de jongeren is vrouw en 31% is man. Leeftijd 11% 3% 4% 3% 5% 12% 11 jaar 12 jaar 13 jaar 6% 13% 14 jaar 12% 11% 8% 12% 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar Grafiek 2: Verdeling leeftijd respondenten (N=214) De verschillende leeftijdsgroepen zijn ongeveer gelijk verdeeld. De dertienjarigen zijn het best vertegenwoordigd met een percentage van 13%. De twintig- en tweeëntwintigjarigen zijn het slechtst vertegenwoodigd: zij maken elk 3% van het geheel uit. Er hebben geen jongeren van 23 jaar aan het onderzoek deelgenomen. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 9

10 De verdeling van de jongeren naar leeftijdsgroep (de jongste jongeren (11-16 jaar) en de wat oudere jongeren (17-23 jaar) is als volgt: 40% 60% jaar jaar Grafiek 3: Verdeling jonge jongeren (11-16 jaar) en oudere jongeren (17-23 jaar) (N=214) 60% van de jongeren die hebben deelgenomen aan dit onderzoek valt in de eerste doelgroep: de jongeren tussen de 11 en 16 jaar. De overige 40% valt in de tweede doelgroep (17 tot en met 23 jaar). Woonplaats 1% 25% 4% 70% Nunspeet Elspeet Hulshorst Vierhouten Grafiek 4: Verdeling respondenten naar woonplaats (N=213) Het grootste gedeelte van de jongeren (70%) is afkomstig uit Nunspeet. 25% van de jongeren komt uit Elspeet, 4% uit Hulshorst en 1% uit Vierhouten. Aangezien er weinig jongeren uit Hulshorst en Vierhouten aan het onderzoek hebben deelgenomen (9 jongeren uit Hulshorst en 2 uit Vierhouten) zijn de vragen waarbij de woonplaats relevant is enkel afgezet tegen Nunspeet en Elspeet. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 10

11 Geboorteland 0,5% 0,5% 99% Nederland Afrika (niet Marokko) West-Europa Grafiek 5: Verdeling respondenten naar geboorteland (N=213) 99% van de jongeren is geboren in Nederland. De jongeren die niet in Nederland geboren zijn komen komen uit Afrika en West-Europa. Ook de ouders van deze respondenten zijn allebei in respectievelijk Afrika en West-Europa geboren. Opleiding Aan de jongeren van 11 tot en met 16 jaar is gevraagd of ze naar school gaan of een opleiding volgen. 27% 73% Volgt wel een opleiding Volgt geen opleiding Grafiek 6: Verdeling jongeren jaar naar het volgen van een opleiding (N=129) De jongeren van jaar die aangeven naar school te gaan of een opleiding te volgen, volgen de volgende opleidingen: Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 11

12 Basisschool 20% 12% 1% 10% 4% Speciaal onderwijs VMBO Basisberoepsgerichte leerweg VMBO Kaderberoepsgerichte leerweg 25% 3% 25% VMBO theoretische leerweg MBO (ROC/AOC/REC) HAVO VWO Grafiek 7: Verdeling jongeren jaar naar opleiding (N=94) 25% van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar gaat naar het VMBO Theoretische Leerweg. Nog eens 25% van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar gaat naar de HAVO. 20% gaat naar het VWO, 12% naar de basisschool, 10% naar het VMBO Basisberoepsgerichte Leerweg, 4% naar het VMBO Kaderberoepsgerichte Leerweg, 3% naar het MBO en 1% naar het speciaal onderwijs. De jongeren van jaar die niet naar school gaan doen het volgende: 3% 9% 88% Stage lopen Werken Anders Grafiek 8: Verdeling jongeren jaar naar dagbesteding (N=35) Van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar die niet naar school gaan werkt 9% en loopt 3% stage. Opvallend is dat 88% van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar die aangeven geen opleiding te volgen, ook geen stage loopt, werkt of naar werk zoekt. Zij kruisten allemaal de optie Anders aan. Het is goed mogelijk dat deze jongeren de vraag verkeerd hebben ingevuld of bijvoorbeeld bij de vraag Volg je op dit moment een opleiding? het antwoord nee aankruisten omdat zij bijvoorbeeld de basisschool niet als opleiding zien. Zij kregen dan vervolgens deze vraag over hun dagbesteding te zien. Ook is het mogelijk dat de jongeren de vragenlijst in de vakantie hebben ingevuld, waardoor ze op dat moment niet naar school gingen. Ook zij interpreteerden de vraag verkeerd. Ook aan de jongeren van 17 tot en met 23 jaar is gevraagd of ze naar school gaan of een opleiding volgen. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 12

13 14% Volgt wel een opleiding 86% Volgt geen opleiding Grafiek 9: Verdeling jongeren jaar naar het volgen van een opleiding (N=84) Van de jongeren van jaar die geen opleiding volgen werkt het grootste gedeelte (86%). De overige 14% die niet werkt en ook geen opleiding volgt is op zoek naar een opleiding of begint binnenkort met een nieuwe studie. In de vragenlijst wordt bij alle jongeren uitgegaan van de huidige of hoogst genoten opleiding. Wanneer we de hoogst genoten opleidingen van de jongeren van jaar die nu geen opleiding volgen optellen bij de opleidingen van de jongeren van jaar die nu wel een opleiding volgen, levert dat de volgende grafiek op: Basisonderwijs 14% 3% 2% 1% 1% 1% 5% Speciaal onderwijs Praktijkonderwijs VMBO Basisberoepsgerichte leerweg 24% 43% MBO (ROC/AOC/REC) HAVO 6% HBO VWO Universiteit Anders Grafiek 10: Verdeling jongeren jaar naar (hoogst genoten) opleiding (N=84) 43% van de jongeren klikte het MBO aan als huidige of hoogst genoten opleiding. 24% gaat of ging naar het HBO, 14% naar het VWO, 6% naar de HAVO, 5% naar het VMBO Basisberoepsgerichte leerweg, 3% naar de universiteit en 2% doet of deed een andere opleiding. Het basisonderwijs, speciaal onderwijs en praktijkonderwijs nemen elk 1% van de oudere jongeren voor hun rekening. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 13

14 Wanneer we alle jongeren (zowel de jongeren van 11 tot en met 16 jaar, als de jongeren tussen de 17 en 23 jaar) qua opleidingsniveau samennemen en daarbij uitgaan van de huidige of hoogst genoten opleiding, levert dat de volgende grafiek op: 18% 11% 1% 1% 7% 20% 18% 13% 7% 1% 1% 2% Basisonderwijs Speciaal onderwijs Praktijkonderwijs VMBO Basisberoepsgerichte leerweg VMBO Kaderberoepsgerichte leerweg VMBO Theoretische leerweg MBO (ROC/AOC/REC) HAVO HBO VWO Universiteit Anders Grafiek 11: Verdeling alle jongeren naar (hoogst genoten) opleidingsniveau (N=178) 20% van alle jongeren ging of gaat naar het MBO. 18% gaat of ging naar de basisschool en nog eens 18% gaat of ging naar de HAVO. 13% bezoekt of bezocht het VMBO Theoretische Leerweg, 11% het HBO, 7% het VMBO Basisberoepsgeleerde Leerweg en nog eens 7% het VWO. 2% gaat of ging naar het VMBO Kaderberoepsgerichte Leerweg, en naar het speciaal onderwijs, praktijkonderwijs, de universiteit gaat elk 1%. Nog eens 1% van de jongeren heeft het antwoord Anders aangeklikt. De jongeren zijn ingedeeld naar laag-, gemiddeld- en hoogopgeleid. Hierbij werden de opleidingsniveau s als volgende gekenmerkt: Laagopgeleid Basisonderwijs, speciaal onderwijs, praktijkonderwijs, VMBO Basisberoepsgerichte leerweg, VMBO Kaderberoepsgerichte leerweg, VMBO Gemengd theoretische leerweg, VMBO Theoretische leerweg Gemiddeldopgeleid MBO (ROC/AOC/REC), HAVO Hoogopgeleid HBO, VWO, Universiteit Tabel 2: Verdeling opleidingen naar laag, gemiddeld en hoog. Dit levert de volgende grafiek op: Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 14

15 39% 19% 42% Laagopgeleid Gemiddeldopgeleid Hoogopgeleid Grafiek 12: Verdeling opleidingsniveau s alle jongeren (N=176) 42% van de jongeren is volgens deze indeling laagopgeleid, 39% van de jongeren is gemiddeldopgeleid en 19% is hoogopgeleid. Hierbij moet uiteraard rekening worden gehouden met het feit dat veel jongeren die aan dit onderzoek hebben deelgenomen nog op school zitten en soms ook nog heel erg jong zijn. Zij kunnen nog niet hoogopgeleid zijn. Ook is het mogelijk dat jongeren nu in de categorie gemiddeldopgeleid vallen terwijl ze over een jaar in de categorie hoogopgeleid zouden vallen (bijvoorbeeld jongeren die nu in het examenjaar van de HAVO zitten). Religie 14% 6% 81% Gelovig Niet gelovig Weet ik niet Grafiek 13: Verdeling jongeren naar wel of niet gelovig zijn (N=197) Het grootste gedeelte van de jongeren die de vragenlijsten hebben ingevuld is gelovig (81%). 14% van de respondenten geeft aan niet gelovig te zijn en 6% twijfelt. Van de jongeren uit Elspeet geeft 92% aan gelovig te zijn, tegenover 78% van de respondenten uit Nunspeet. De jongeren die aangeven dat ze niet weten of ze gelovig zijn komen allemaal uit Nunspeet. De resultaten van de jongeren uit Hulshorst en Vierhouten zijn niet te analyseren. De jongeren die aangeven gelovig te zijn hangen allemaal het Christelijke geloof aan (N=159). De verdeling van de verschillende geloofsrichtingen binnen het Christelijke geloof staan hieronder weergegeven. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 15

16 1% 1% 1% 4% 8% 14% 38% Gereformeerde Gemeente PKN Nederlands Hervormd Hersteld Hervormd 12% 22% Gereformeerd Vrijgemaakt Vrij Evangelisch Doopsgezind Rooms Katholiek Overig Grafiek 14: Geloofrichtingen die de gelovige jongeren aanhangen (N=159) 38% van de jongeren hangt de Gereformeerde Gemeente aan. Ook de PKN- (22%) en Nederlands Hervormde-jongeren (12%) zijn goed vertegenwoordigd. Een klein gedeelte van de jongeren hangt het Hersteld Hervormde (8%), Vrije Evangelische (4%), Doopsgezinde (1%), Gereformeerd Vrijgemaakte (1%) en Rooms Katholieke (1%) geloof aan. Van de jongeren uit Nunspeet die gelovig zijn is het grootste gedeelte aanhanger van de Gereformeerde Gemeente (34%). Daarna volgt de PKN (19%), de Nederlands Hervormde kerk (13%) en de Vrije Evangelische gemeente (7%). In Elspeet is de verdeling anders: hier hangt 47% de Gereformeerde Gemeente aan, waarna de PKN volgt met 30% en vervolgens de Nederlands Hervormde kerk met 19%. 4% 5% 9% 14% 68% Bezoekt zeer regelmatig een kerk Bezoekt regelmatig een kerk Bezoekt af en toe een kerk Bezoekt zelden een kerk Bezoekt nooit een kerk Grafiek 15: Verdeling kerkbezoek van de jongeren (N=196) Uit de resultaten blijkt dat 68% van de jongeren zeer regelmatig (minimaal eens per week) een kerk bezoekt. 5% van de jongeren bezoekt regelmatig (minimaal eens per maand) en 4% bezoekt af en toe (minimaal eens per half jaar) een kerk. 9% geeft aan zelden (ongeveer eens per jaar) een kerk te bezoeken en 14% van de jongeren bezoekt nooit een kerk. Van de jongeren uit Nunspeet gaat het grootste gedeelte (64%) zeer regelmatig naar de kerk. 10% gaat zelden, 5% gaat regelmatig en nog eens 5% gaat af en toe. De overige 16% gaat nooit naar de kerk. De jongeren uit Elspeet zitten vaker in de kerk: 86% gaat zeer regelmatig naar de kerk. 8% gaat nooit, 2% gaat regelmatig, 2% gaat af en toe en 2% gaat zelden. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 16

17 Opvallend is dat een aantal jongeren aangeeft niet gelovig te zijn maar wel naar de kerk gaan. 70% van de niet-gelovige jongeren gaat nooit naar de kerk maar de overige 30% wel. Van die 30% gaat 8% zeer regelmatig naar de kerk en 22% zelden. De niet-gelovige jongeren die wel naar de kerk gaan komen uit Elspeet Werkgelegenheid De vraag over de werkgelegenheid is alleen voorgelegd aan de jongeren tussen de 17 en 23 jaar. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 12% 27% 21% 67% 41% 52% 9% 33% 23% 16% Nunspeet (N=58) Elspeet (N=22) Hulshorst (N=3) Denkt geen werk te kunnen vinden in gemeente Denkt dat het lastig is om werk te vinden in gemeente Denkt werk te kunnen vinden in gemeente Heeft werk gevonden in gemeente Grafiek 16: Baankansen gezien door jongeren van jaar De vraag over de werkgelegenheid in Vierhouten is door geen enkele jongere beantwoord. De resultaten van de jongeren uit Hulshorst kunnen verder niet geanalyseerd worden omdat slechts drie jongeren de vraag over werkgelegenheid in Hulshorst hebben beantwoord. De jongeren uit Nunspeet zijn positief over de werkgelegenheid in Nunspeet. 68% van de jongeren heeft al werk gevonden in Nunspeet of denkt werk te kunnen vinden in Nunspeet. De overige 22% ziet het somberder in: zij denken dat het lastig is om in Nunspeet werk te vinden of denken zelfs helemaal geen baan in Nunspeet te kunnen vinden. De resultaten van de vraag over werkgelegenheid zijn afgezet tegen de opleidingsniveau s van de jongeren. Hieruit blijkt dat 63% van de jongeren die al werk hebben gevonden in Nunspeet gemiddeldopgeleid is. Deze jongeren denken ook het meest positief over de werkgelegenheid: 57% van de gemiddeldopgeleiden denkt een baan te kunnen vinden in Nunspeet, tegenover 40% van de hoogopgeleiden en 3% van de laagopgeleiden. De jongeren uit Elspeet zijn iets minder positief. 29% van de jongeren uit Elspeet hebben al een baan in Elspeet of omgeving of denken hier een baan te kunnen vinden. De overige 71% denkt dat het lastig wordt om een baan te vinden in Elspeet en omgeving of denkt hier helemaal geen baan te kunnen vinden. De jongeren uit Elspeet die al een baan in Elspeet of in de omgeving van Elspeet hebben zijn redelijk gelijk verdeeld qua opleidingsniveau: 20% is laagopgeleid, 40% is gemiddeldopgeleid en 40% is Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 17

18 hoogopgeleid. De stelling Ja, ik denk wel dat ik een baan kan vinden werd door de jongeren uit Elspeet (bijna) niet aangekruist. Dit komt omdat de andere, negatief geformuleerde stellingen des te vaker werden aangekruist. Zo denkt 66,7% van de laagopgeleide jongeren, 70% van de hoogopgeleide jongeren en 75% van de gemiddeld opgeleide jongeren dat het lastig gaat worden om een baan in Elspeet en omgeving te kunnen vinden of achten het zelfs onmogelijk Levensstijl: beweging Aan de jongeren is gevraagd of zij hun beweegpatroon konden noteren. Voor de jongeren van jaar leverde dit de volgende resultaten op: Sporten op school (N=127) Sporten bij sportclub (N=122) Sporten buiten een sportclub om (N=125) Lopen (N=120) Fietsen (N=125) Werken (N=111) Nooit 0 ½ uur ½ 1 uur 1 1 ½ uur 1½ 2 uur 2 2 ½ uur 2 ½ 4 uur 4 uur of meer 5% 2% 9% 13% 27% 32% 10% 2% 46% 2% 2% 7% 8% 8% 16% 11% 14% 23% 14% 13% 12% 6% 6% 12% 33% 35% 15% 8% 2% 2% 3% 3% 2% 14% 12% 6% 9% 8% 9% 41% 51% 5% 4% 3% 1% 2% 6% 29% Andere activiteiten 10% 35% 26% 10% 5% 3% 6% 5% (N=122) Tabel 3: Beweging van jongeren tussen jaar 32% van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar sport iedere week 2 tot 2,5 uur op school. 27% sport iets minder lang op school, namelijk 1,5 tot 2 uur. 13% sport 1 tot 1,5 uur op school en 10% 2,5 tot 4 uur. Slechts 5% van de jonge jongeren sport nooit op school. 54% van de jonge jongeren sport bij een sportclub. Het grootste gedeelte hiervan (16%) doet dit 2,5 tot 4 uur per week. 11% sport 4 uur of meer, 8% sport 2 tot 2,5 uur en nog eens 8% 1,5 tot 2 uur. 46% van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar sport nooit bij een sportclub. De jongere jongeren sporten ook wel buiten een sportclub of school om, maar niet zo vaak en lang: 50% sport maximaal 1,5 uur per week op deze manier. 14% sport nooit buiten een sportclub om. De overige 36% sport langer dan 1,5 uur per week buiten een sportclub om. 33% van de jonge jongeren geeft aan nooit een stuk te lopen (naar school, de supermarkt etc.).35% loopt een half uurtje per week en 15% maximaal een uur. De overige 15% loopt een uur of langer per week. Het grootste gedeelte van de jongeren tussen de 11 en 16 werkt (nog) niet (51%). Van de jongeren die dit wel doen werkt 29% 4 uur of meer per week. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 18

19 De resultaten van de jongeren tussen de 17 en 23 jaar zijn als volgt: Sporten op school (N=74) Sporten bij sportclub (N=78) Sporten buiten een sportclub om (N=73) Lopen (N=76) Fietsen (N=82) Werken (N=76) Nooit 0 ½ uur ½ 1 uur 1 1 ½ uur 1½ 2 uur 2 2 ½ uur 2 ½ 4 uur 4 uur of meer 73% 4% 10% 5% 4% 3% 0% 1% 64% 0% 5% 6% 4% 3% 6% 12% 33% 26% 22% 3% 6% 3% 4% 4% 17% 29% 18% 18% 4% 3% 4% 7% 6% 27% 21% 11% 5% 6% 4% 21% 17% 4% 3% 0% 3% 3% 3% 68% Andere activiteiten 5% 14% 24% 11% 10% 14% 5% 17% (N=79) Tabel 4: Beweging van jongeren tussen jaar Van de jongeren tussen de 17 en 23 jaar sport 73% nooit op school. Deze jongeren sporten vaker bij een sportclub (36%) of buiten een sportclub om (67%). Van de jongeren die bij een sportclub sporten doet het grootste gedeelte (12%) dit 4 uur per week of langer. De jongeren die buiten een sportclub om sporten doen dit meestal een half uur (26%) tot een uur (22%) per week. De jongeren tussen de 17 en 23 jaar lopen wel vaker dan de jongeren tussen de 11 en 16 jaar: 29% loopt een half uur per week en 18% maximaal een uur per week. Nog eens 18% loopt maximaal 1,5 uur per week. Ook fietsen de jongeren tussen de 17 en 23 jaar redelijk wat af: 27% fietst maximaal een half uur per week, 21% maximaal een uur per week en nog eens 21% maar liefst 4 uur per week of meer. 6% van de oudere jongeren geeft aan nooit te fietsen. Van de oudere jongeren doet 68% lichamelijk werk. Dit doen zij minimaal 4 uur per week. 17% van de jongeren geeft aan nooit lichamelijk werk te doen. Van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar vindt het grootste gedeelte (91%) dat ze genoeg beweegt. De overige 9% vindt niet van zichzelf dat hij/zij genoeg beweegt. De wat oudere jongeren, tussen de 17 en 23 jaar, is iets minder positief over het beweegpatroon: 61% is van mening dat hij/zij genoeg beweegt. De overige 39% vindt dat hij/zij niet genoeg beweegt. Ben je van plan om (in de toekomst) meer te gaan bewegen? 3% Ja, ik beweeg eigenlijk te weinig 38% 6% 8% 45% Ja, alhoewel ik vind dat ik nu al genoeg beweeg Nee, ik beweeg genoeg Nee, ik heb daar geen tijd voor Nee, ik doe liever andere dingen met mijn vrije tijd Grafiek 19: Verdeling jongeren jaar naar voornemen meer te bewegen (N=127) Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 19

20 Ja, ik beweeg eigenlijk te weinig 24% 9% 8% 36% Ja, alhoewel ik vind dat ik nu al genoeg beweeg Nee, ik beweeg genoeg 23% Nee, ik heb daar geen tijd voor Grafiek 20: Verdeling jongeren jaar naar voornemen meer te bewegen (N=83) 53% van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar is van plan om in de toekomst meer te gaan bewegen. Bij de jongeren tussen de 17 en 23 jaar is dit 59%. Het verschil is klein, maar het is opvallend dat zoveel jongeren tussen de 11 en 16 jaar van plan zijn om meer te gaan bewegen. Deze groep beweegt al veel vaker en meer dan de jongeren tussen de 17 en 23 jaar Vrije tijd Nee, ik doe liever andere dingen met mijn vrije tijd 100% 90% 80% 2% 2% 4% 2% 11% 6% 12% 2% 5% 13% 5% 5% 14% 70% 24% 20% 10% 10 uur (N=1) 9 uur (N=1) 60% 50% 25% 39% 21% 29% 8 uur (N=3) 7 uur (N=2) 6 uur (N=13) 5 uur (N=29) 40% 4 uur (N=48) 3 uur (N=40) 30% 20% 25% 16% 11% 25% 33% 2 uur (N=31) 1 uur (N=16) 0 uur (N=1) 10% 0% 8% 2% 2% 11% 14% jaar jaar jaar jaar Grafiek 21: Verdeling vrije tijd respondenten (N=185) 5% Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 20

21 De respondenten zijn in vier verschillende leeftijdsgroepen verdeeld: jaar, jaar, jaar en jaar. De vrije tijd die de respondenten hebben is tegen deze vier leeftijdsgroepen afgezet. De vraag Hoeveel vrije tijd heb je gemiddeld per dag? werd 192 keer beantwoord, maar sommige antwoorden waren niet mogelijk. Een respondent gaf bijvoorbeeld aan dat hij of zij per dag 30 uur vrije tijd had. Dit soort antwoorden zijn verwijderd. Op deze manier bleven er nog 185 antwoorden over. Hoe jonger de respondent, hoe meer vrije tijd hij of zij heeft. Gemiddeld hebben de jongeren 4,2 uur vrije tijd per dag. De jongste respondenten, tussen de 11 en 13 jaar, hebben gemiddeld 4,8 uur vrije tijd per dag. De iets oudere jongeren, tussen de 14 en 16 jaar, hebben gemiddeld 4,2 uur vrije tijd per dag en de jongeren tussen de 17 en 19 jaar hebben gemiddeld 3,9 uur vrije tijd per dag. De oudste jongeren, tussen de 20 en 23 jaar hebben gemiddeld 3,3 uur vrije tijd per dag. Besteding vrije tijd per week Sporten (N=210) Nooit 0 2 uur 3 4 uur 5 6 uur 7 10 uur uur uur 24 uur of meer 28,6% 31,9% 17,6% 12,4% 4,8% 1,9% 2,4% 0,5% Muziek maken (N=210) 57,1% 26,7% 8,6% 1,9% 3,8% 1% 0,5% 0,5% Muziek luisteren (N=210) 8,1% 44,8% 21% 9,5% 4,8% 2,9% 3,3% 5,7% Afspreken met vrienden (N=210) 2,9% 28,6% 29,5% 18,1% 14,3% 4,3% 1,4% 1% Op straat rondhangen(n=210) 71,4% 20% 4,8% 2,4% 0,5% 0% 0,5% 0,5% Uitgaan (bios, café, disco) (N=210) 53,3% 27,1% 10,5% 6,7% 1% 1% 0% 0,5% Tv-/dvd kijken (N=210) 18,1% 36,7% 20% 10% 8,6% 3,8% 1,4% 1,4% Gamen (N=210) 59,5% 26,2% 4,8% 4,3% 3,8% 1% 0,5% 0% Muziekvereniging (N=210) 81% 16,7% 2,4% 0% 0% 0% 0% 0% Sportvereniging (N=210) 57,1% 18,1% 13,8% 7,6% 1,9% 1% 0,5% 0% Scouting (N=210) 97,6% 0,5% 1% 0,5% 0,5% 0% 0% 0% Vereniging van de kerk (N=210) 56,2% 30% 11,9% 1,4% 0,5% 0% 0% 0% Internetten (N=210) 2,4% 26,2% 24,3% 15,7% 15,2% 6,7% 2,9% 6,7% Kerkbezoek (ook catechisatie) (N=210) 24,8% 29% 39,5% 6,2% 0,5% 0% 0% 0% Winkelen (N=210) 13,3% 69,5% 12,4% 1,9% 2,4% 0,5% 0% 0% Museum/theater bezoeken (N=210) 83,3% 15,2% 1% 0,5% 0% 0% 0% 0% Bibliotheek bezoeken (N=210) 49% 50,5% 0,5% 0% 0% 0% 0% 0% Tabel 5: Besteding vrije tijd van jongeren Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 21

22 De activiteiten die minimaal door 50% van de jongeren worden beoefend zijn sporten, muziek luisteren, afspreken met vrienden, Tv/DVD kijken, internetten, kerkbezoek, winkelen en bibliotheek bezoeken. 71% van de jongeren doet aan sport. Het grootste gedeelte (32%) sport maximaal 2 uur per week en 18% sport 3 tot 4 uur per week. Ook nog een aanzienlijk gedeelte (13%) sport 5 tot 6 uur per week. Veel jongeren geven aan dat zij naar muziek luisteren: slechts 8% van de jongeren doet dit niet. Het grootste gedeelte (45%) luistert per week maximaal 2 uur naar muziek. 21% doet dit 3 tot 4 uur per week. De jongeren besteden vrij veel tijd aan hun vrienden: 30% van de jongeren ziet hun vrienden 3 tot 4 uur per week. Bij 29% is dit maximaal 2 uur en bij 18% is dit 5 tot 6 uur. Nog eens 14% ziet hun vrienden 7 tot 10 uur per week. Slechts 3% van de jongeren spreekt nooit met vrienden af. 37% van de jongeren kijkt maximaal 2 uur Tv en/of DVD per week. 20% doet dit 3 tot 4 uur per week en 10% 5 tot 6 uur per week. 18% geeft aan nooit naar de Tv en/of DVD te kijken. De jongeren maken veel gebruik van het internet: slechts 2% gebruikt het internet nooit. Van de overige 98% internet 26% maximaal 2 uur per week, 24% 3 tot 4 uur per week en 16% 5 tot 6 uur per week. Een aanzienlijk gedeelte (15%) maakt 7 tot 10 uur per week gebruik van het internet. Maar liefst 40% van de jongeren brengt wekelijks 3 tot 4 uur in de kerk door. 29% gaat wekelijks maximaal 2 uur naar de kerk. 25% van de jongeren geeft aan niet naar de kerk te gaan. Winkelen is ook een geliefde bezigheid onder de jongeren. 70% winkelt maximaal 2 uur per week en 12% 3 tot 4 uur per week. 13% geeft aan nooit te winkelen. Hoewel 49% van de jongeren de bibliotheek nooit bezoekt brengt 51% van de jongeren wekelijks maximaal 2 uur in de bibliotheek door. Er zijn echter geen jongeren die wekelijks langer dan 2 uur in de bibliotheek doorbrengen. Op de vraag Als je op een andere manier dan bij de vorige vraag genoemde activiteiten je vrije tijd besteedt, op welke manier is dat dan? gaven 98 jongeren een antwoord. De antwoorden geen, niet van toepassing en antwoorden als jongerenonderzoek van de gemeente Nunspeet invullen zijn verwijderd. Hierna bleven nog 70 antwoorden over. De verdeling van deze 70 antwoorden staat hieronder weergegeven. 25% 23% 20% 19% 15% 10% 5% 4% 3% 7% 1% 10% 4% 9% 4% 6% 6% 4% 0% Grafiek 22: Overige activiteiten die jongeren in hun vrije tijd uitvoeren (N=70) Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 22

23 Uit de tabel blijkt dat een gedeelte van de jongeren leest in hun vrije tijd (23%) en bewegen buiten een sportvereniging (19%). Jongeren gaven aan buiten te spelen of in hun vrije tijd te lopen of fietsen. 10% van de jongeren is creatief bezig in hun vrije tijd (schilderen, tekenen, naaien) en 9% verzorgt in hun vrije tijd een dier. De overige antwoorden werden 5 keer of minder gegeven (door 7% van de respondenten of minder) maar staan hierboven wel weergegeven. Hieronder worden enkele vrijetijdsbestedingen dieper uitgelicht. Dit is gedaan met de activiteiten/vrijetijdsbestedingen die door minimaal 50% van de jongeren wordt uitgevoerd. Hierbij is uitgegaan van het percentage Nooit : wanneer minder dan 50% van de jongeren aangaf de activiteit/vrijetijdsbesteding nooit te beoefenen is de activiteit/vrijetijdsbesteding nader bekeken. Wanneer de analyses geen bijzonderheden lieten zien (omdat bijvoorbeeld evenveel mannen als vrouwen evenlang bepaalde activiteiten uitvoeren of omdat opleidingsniveau of leeftijd niet van invloed zijn) zijn deze niet opgenomen in dit rapport. Om deze reden zijn de nadere analyses van de activiteiten Muziek luisteren, Afspreken met vrienden, Tv / DVD kijken, Winkelen en Bibliotheekbezoek niet in dit rapport opgenomen. De activiteiten die hieronder dieper uitgelicht worden zijn Sporten, Internetten en Kerkbezoek. Hierbij zijn alleen de resultaten tot en met de antwoordcategorie 5-6 uur meegenomen (gezien vanaf de antwoordcategorie Nooit ) omdat veruit het grootste gedeelte van de antwoorden in deze categorieën valt. Vrijetijdsbesteding: sporten 5-6 uur 10% 14% 3-4 uur 0-2 uur 11% 22% 30% 35% Jongeren jaar (N=82) Jongeren jaar (N=128) Nooit 23% 37% 0% 10% 20% 30% 40% Grafiek 23: Verdeling leeftijdsgroepen jongeren naar sport als vrijetijdsbesteding De jongeren tussen de 11 en 16 jaar sporten vaker en langer dan de jongeren tussen de 17 en 23 jaar. 23% van de jonge jongeren sporten nooit, tegenover 37% van de oudere jongeren. De jongeren tussen de 17 en 23 jaar sporten het vaakst (35%) maximaal 2 uur per week. Van de jongere jongeren sport 30% maximaal 2 uur per week, maar sport een groter gedeelte (36%) langer dan 2 uur per week. Van de oudere jongeren sport 21% langer dan 2 uur per week. 5-6 uur 9% 15% 16% 3-4 uur 0-2 uur Nooit 12% 15% 23% 24% 33% 30% 31% 33% 30% Hoogopgeleid (N=33) Gemiddeldopgeleid (N=67) Laagopgeleid (N=74) 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Grafiek 24: Verdeling opleidingsniveau s jongeren naar sport als vrijetijdsbesteding Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 23

24 33% van de hoogopgeleide jongeren sport nooit, tegenover 24% van de laagopgeleide jongeren. Van de laagopgeleide jongeren sport 31% maximaal 2 uur per week. 32% sport langer dan 2 uur per week. Van de gemiddeldopgeleide jongeren sport 30% nooit, 30% maximaal 2 uur per week en 31% langer dan 2 uur per week. De hoogopgeleide jongeren sporten het vaakst (33%) maximaal 2 uur per week. 27% van de hoogopgeleide jongeren sport langer dan 2 uur per week. 5-6 uur 10% 18% 3-4 uur 0-2 uur 15% 18% 23% 38% Vrouw (N=144) Man (N=66) Nooit 21% 32% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Grafiek 25: Verdeling geslacht jongeren naar sport als vrijetijdsbesteding Wat sporten betreft zijn de mannen redelijk verdeeld: 21% sport nooit, 18% sport maximaal 2 uur per week, 23% sport 3 tot 4 uur per week en 18% sport 5 tot 6 uur per week. Van de vrouwen sport het grootste gedeelte (38%) maximaal 2 uur per week. 32% sport nooit, 15% sport 3 tot 4 uur per week en 10% sport 5 tot 6 uur per week. Vrouwen sporten dus over het algemeen minder lang dan mannen. Vrijetijdsbesteding: internetten 5-6 uur 12% 22% 3-4 uur 0-2 uur 23% 25% 26% 27% Jongeren jaar (N=82) Jongeren jaar (N=128) Nooit 1% 3% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Grafiek 26: Verdeling leeftijdsgroepen jongeren naar internetten als vrijetijdsbesteding In de bovenstaande grafiek valt direct op dat jongeren tussen de 17 en 23 jaar vaker en langer het internet gebruiken dan de jongere jongeren: 22% van de oudere jongeren gebruikt het internet 5 tot 6 uur per week tegenover 12% van de jongere jongeren. 3% van de jonge jongeren gebruikt het internet nooit, tegenover 1% van de jongeren tussen de 17 en 23 jaar. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 24

25 5-6 uur 15% 14% 24% 3-4 uur 0-2 uur Nooit 0% 2% 4% 19% 24% 23% 27% 28% 28% Hoogopgeleid (N=33) Gemiddeldopgeleid (N=67) Laagopgeleid (N=74) 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Grafiek 27: Verdeling opleidingsniveau s jongeren naar internetten als vrijetijdsbesteding Hoe hoger opgeleid, hoe meer de jongere gebruik maakt van het internet. Er is geen enkele hoogopgeleide jongere die het internet nooit gebruikt. 24% gebruikt het internet 5 tot 6 uur per week en 27% 3 tot 4 uur per week. Nog eens 24% gebruikt het internet maximaal 2 uur per week. Van de laagopgeleide jongeren gebruikt 4% het internet nooit. Deze groep maakt het vaakst (28%) 3 tot 4 uur gebruik van het internet. 5-6 uur 11% 18% 3-4 uur 0-2 uur 24% 24% 26% 27% Vrouw (N=144) Man (N=66) Nooit 2% 3% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Grafiek 28: Verdeling geslacht jongeren naar internetten als vrijetijdsbesteding Vrouwen gebruiken het internet vaker 5 tot 6 uur per week dan mannen (18% tegenover 11%). De andere tijdsduren komen redelijk overeen en hebben een verschil van maximaal 1%. Vrijetijdsbesteding: kerkbezoek 5-6 uur 3% 11% 3-4 uur 0-2 uur 28% 30% 37% 41% Jongeren jaar (N=82) Jongeren jaar (N=128) Nooit 23% 26% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Grafiek 29: Verdeling leeftijdsgroepen jongeren naar kerkbezoek als vrijetijdsbesteding Het percentage jonge jongeren en oudere jongeren dat nooit naar de kerk gaat is vrijwel gelijk: 26% tegenover 23%. Ook in het percentage jongeren dat wekelijks tussen de 0 en 2 uur naar de kerk gaat zit weinig verschil: 30% van de jonge jongeren doet dit, tegenover 28% van de oudere jongeren. 41% van de jonge jongeren brengt wekelijk 3 tot 4 uur in de kerk door. Van de jongeren tussen de 17 en 23 jaar is dit 37%. Het grootste verschil zit in de jongeren die wekelijks 5 tot 6 uur in de kerk Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 25

26 doorbrengen (staat ongeveer gelijk aan twee kerkdiensten en een keer catechisatie): van de jongere jongeren doet 3% dit en van de oudere jongeren 11%. 5-6 uur 3% 1% 21% 3-4 uur 0-2 uur Nooit 15% 36% 28% 31% 26% 22% 32% 42% 41% Hoogopgeleid (N=33) Gemiddeldopgeleid (N=67) Laagopgeleid (N=74) 0% 10% 20% 30% 40% 50% Grafiek 30: Verdeling opleidingsniveau s jongeren naar kerkbezoek als vrijetijdsbesteding Wanneer we bekijken welke jongeren wekelijks 0-2 uur en 3-4 uur in de kerk doorbrengen zien we weinig verschil in de opleidingsniveau s. De grotere verschillen zitten tusen de jongeren die nooit naar de kerk gaan en de jongeren die wekelijks 5 tot 6 uur in de kerk doorbrengen. 32% van de laagopgeleide jongeren gaat nooit naar de kerk, tegenover 22% van de gemiddeldopgeleide jongeren en 15% van de hoogopgeleide jongeren. Van de hoogopgeleide jongeren brengt 21% wekelijks 5 tot 6 uur in de kerk door. Van de gemiddeldopgeleide jongeren is dit 3% en van de laagopgeleide jongeren 1%. 5-6 uur 6% 6% 3-4 uur 0-2 uur 27% 33% 33% 42% Vrouw (N=144) Man (N=66) Nooit 24% 27% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Grafiek 31: Verdeling geslacht jongeren naar kerkbezoek als vrijetijdsbesteding Iets meer jongens dan meisjes gaan nooit naar de kerk: 27% tegenover 24%. Van de jongens die wel gaan, gaat 33% 0 tot 2 uur per week en 33% 3 tot 4 uur per week. 6% gaat wekelijks 5 tot 6 uur. De meisjes gaan het vaakst 3 tot 4 uur per week naar de kerk (42%). 27% gaat 3 tot 4 uur en 6% 5 tot 6 uur per week. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 26

27 Bezoek clubs en verenigingen Activiteit Ja, regelmatig Ja, af en toe Nee, nooit Vereniging van de kerk 28,2% 21,1% 50,7% Voetbalvereniging 10,5% 10% 79,4% Sportschool 8,1% 9,1% 82,8% Muziekschool 12% 2,9% 85,2% Gymnastiek / Turnvereniging 6,2% 5,3% 88,5% Volleybalvereniging 5,7% 5,3% 89% Zaalvoetbal 2,4% 8,6% 89% Manege / Paardrijden 2,4% 7,7% 90% Muziekvereniging (harmonie) 5,7% 3,3% 90,9% Korfbalvereniging 3,3% 4,3% 92,3% Schaatsvereniging 1,4% 6,2% 92,3% Dansschool 2,9% 4,3% 92,8% Tafeltennis 2,9% 4,3% 92,8% Hockeyclub 3,8% 2,9% 93,3% Tennisvereniging 2,9% 3,3% 93,8% Schietvereniging 0,5% 3,8% 95,7% Fietscrossclub 0,5% 3,3% 96,2% Waterpolovereniging 2,4% 1,4% 96,2% Zeilvereniging 1,4% 2,4% 96,2% Badmintonvereniging 1% 2,4% 96,7% Scouting 2,4% 1% 96,7% Motorcrossclub 0% 2,9% 97,1% Golfvereniging 0,5% 1,4% 98,1% Balletschool 1% 0,5% 98,6% Basketbalvereninging 0,5% 0% 99,5% Majorettes 0% 0,5% 99,5% Tabel 6: clubs/verenigingen die door jongeren worden bezocht (N=217) Enkele jongeren geven aan dat zij verenigingen bezoeken die hierboven niet worden genoemd. Zo zijn een paar jongeren lid van de zwemvereniging, squasht een jongere en gaat een jongere naar een musicalklas. Veel jongeren bezoeken een vereniging van de kerk. 49,3% van de jongeren geeft aan regelmatig of af en toe een vereniging van de kerk te bezoeken. Daarmee zijn verenigingen van kerken de meestbezochte clubs of activiteiten onder onze respondenten. Op de tweede plaats staan de voetbalverenigingen: 20,5% van de jongeren bezoekt regelmatig of af en toe een voetbalvereniging. De meest bezochte club of vereniging die daarna komt is de sportschool: 17,2% van de jongeren bezoekt af en toe of regelmatig een sportschool. De balletschool, basketbalvereniging en majorettes zijn de slechtsbezochte clubs en verenigingen onder onze respondenten. De top 3 van meest bezochte clubs en verenigingen worden hieronder verder uitgediept. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 27

28 Vereniging van de kerk Nee, nooit 45% 61% Ja, af en toe Ja, regelmatig 17% 23% 22% 32% Jongeren jaar (N=81) Jongeren jaar (N=128) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Grafiek 32: Verdeling leeftijdsgroepen jongeren naar bezoek vereniging van de kerk Van de jongeren die af en toe een vereniging van de kerk bezoeken is 23% 11 tot 16 jaar en 17% 17 tot 23 jaar. De jongeren die deze verenigingen regelmatig bezoeken zijn vaker 11 tot 16 jaar (32%) dan 17 tot 23 jaar (22%). 61% van de oudere jongeren bezoekt nooit een vereniging van de kerk, tegenover 45% van de jongeren tussen de 11 en 16 jaar. Nee, nooit 56% 51% 55% Ja, af en toe Ja, regelmatig 19% 27% 19% 25% 22% 26% Hoogopgeleid (N=32) Gemiddeldopgeleid (N=67) Laagopgeleid (N=74) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Grafiek 33: Verdeling opleidingsniveau s jongeren naar bezoek vereniging van de kerk Het opleidingsniveau lijkt niet erg van invloed te zijn op de keuze om wel of niet een vereniging van de kerk te bezoeken. De laagopgeleide jongeren bezoeken het vaakst (antwoord: Ja, regelmatig ; 26%) een vereniging van de kerk, maar wijken hierbij slechts enkele procenten van de andere opleidingsniveau s af. De jongeren die nooit een vereniging van de kerk bezoeken zijn het vaakst hoogopgeleid (56%) maar wijken hier ook maar enkele procenten van de andere groepen af. Nee, nooit 49% 55% Ja, af en toe Ja, regelmatig 20% 23% 23% 31% Vrouw (N=143) Man (N=66) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Grafiek 34: Verdeling geslacht jongeren naar bezoek vereniging van de kerk De verenigingen van de kerk worden vaker door meisjes dan door jongens bezocht: 55% van de jongens geeft aan nooit naar een vereniging van de kerk te gaan, tegenover 49% van de meisjes. Van de meisjes die wel gaan gaat 31% regelmatig. Bij de jongens is dit 23%. Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 28

29 Nee, nooit 34% 46% Ja, af en toe 28% 24% Elspeet (N=32) Nunspeet (N=88) Ja, regelmatig 31% 38% Grafiek 35: Verdeling woonplaats jongeren naar bezoek vereniging van de kerk De jongeren die nooit een vereniging van de kerk bezoeken zijn vaker jongeren uit Nunspeet dan jongeren uit Elspeet (46% tegenover 34%). Van de jongeren uit Elspeet bezoekt 38% regelmatig een vereniging van de kerk. Van de jongeren uit Nunspeet is dit 31%. Voetbalvereniging 0% 10% 20% 30% 40% 50% Nee, nooit 72% 91% Ja, af en toe Ja, regelmatig 6% 13% 3% 16% Jongeren jaar (N=81) Jongeren jaar (N=128) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grafiek 36: Verdeling leeftijdsgroepen jongeren naar bezoek voetbalvereniging De voetbalvereniging wordt vooral bezocht door jongeren tussen de 11 en 16 jaar. 16% van deze jongeren bezoekt regelmatig een voetbalvereniging en 13% af en toe. De overige 72% voetbalt nooit bij een voetbalvereniging. Bij de oudere jongeren is dit percentage veel hoger: 91% voetbalt nooit bij een voetbalvereniging. 3% van de jongeren tussen de 17 en 23 jaar doet dit regelmatig en 6% af en toe. Nee, nooit 69% 88% 85% Ja, af en toe Ja, regelmatig 9% 9% 12% 3% 6% 19% Hoogopgeleid (N=32) Gemiddeldopgeleid (N=67) Laagopgeleid (N=74) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grafiek 37: Verdeling opleidingsniveau s jongeren naar bezoek voetbalvereniging Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 29

30 De laagopgeleide jongeren zijn de actiefste voetballers: 19% van deze groep voetbalt regelmatig bij en voetbalvereniging en 12% af en toe. 69% van de laagopgeleide jongeren voetbalt niet bij een voetbalvereniging. Van de hoogopgeleide jongeren is dit 88% en van de gemiddeldopgeleide jongeren 85%. Van deze groepen voetbalt 9% af en toe bij een vereniging. 3% van de hoogopgeleide jongeren en 6% van de gemiddeldopgeleide jongeren voetbalt regelmatig bij een voetbalvereniging. Nee, nooit 62% 87% Ja, af en toe Ja, regelmatig 4% 9% 12% 26% Vrouw (N=143) Man (N=66) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grafiek 38: Verdeling geslacht jongeren naar bezoek voetbalvereniging Mannen voetballen vaker dan vrouwen: 26% van de jongens voetbalt regelmatig bij een voetbalvereniging, tegenover 4% van de meisjes. Ook op het antwoord Ja, af en toe scoorden de jongens hoger dan de meisjes: 12% tegenover 9%. 87% van de meisjes bezoekt nooit een voetbalvereniging. Van de jongens is dit 62%. Nee, nooit 78% 71% Ja, af en toe Ja, regelmatig 9% 14% 13% 16% Elspeet (N=32) Nunspeet (N=88) Grafiek 39: Verdeling woonplaats jongeren naar bezoek voetbalvereniging Wat het bezoek van een voetbalvereniging betreft zit er weinig verschil in woonplaats. 16% van de jongeren uit Nunspeet voetbalt regelmatig bij een voetbalvereniging tegenover 13% van de jongeren uit Elspeet. 78% van de jongeren uit Elspeet bezoekt nooit een voetbalvereniging. Van de jongeren uit Nunspeet is dit 71%. Sportschool 0% 20% 40% 60% 80% 100% Nee, nooit 82% 84% Ja, af en toe Ja, regelmatig 6% 11% 12% 6% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Jongeren jaar (N=81) Jongeren jaar (N=128) Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 30

31 Grafiek 40: Verdeling leeftijdsgroepen jongeren naar bezoek sportschool De regelmatige sportschoolbezoekers zijn vaker tussen de 17 en 23 jaar dan tussen de 11 en 16 jaar (12% tegenover 6%). De jongere jongeren bezoeken de sportschool vaker af en toe dan de oudere jongeren (11% tegenover 6%). Het percentage jongere en oudere jongeren dat nooit een sportschool bezoekt is vrijwel gelijk (84% tegenover 86%). Nee, nooit 78% 81% 82% Ja, af en toe Ja, regelmatig 9% 9% 11% 13% 10% 7% Hoogopgeleid (N=32) Gemiddeldopgeleid (N=67) Laagopgeleid (N=74) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grafiek 41: Verdeling opleidingsniveau s jongeren naar bezoek sportschool Het opleidingsniveau lijkt niet erg van invloed te zijn op de keuze om wel of niet naar een sportschool te gaan. De hoogopgeleide jongeren gaan het vaakst (22% gaat af en toe of regelmatig) en de laagopgeleide jongeren het minst vaak (18% gaat af en toe of regelmatig, waarvan het grootste gedeelte af en toe (11%). Nee, nooit 74% 87% Ja, af en toe Ja, regelmatig 7% 14% 6% 12% Vrouw (N=143) Man (N=66) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grafiek 42: Verdeling geslacht jongeren naar bezoek sportschool Meer jongens dan meisjes bezoeken de sportschool: 26% van de jongens gaat af en toe of regelmatig, tegenover 13% van de meisjes. Van de jongens die een sportschool bezoeken gaat 14% af en toe en 12% regelmatig. Van de meisjes is dit 7% tegenover 6%. Nee, nooit 87% 83% Ja, af en toe Ja, regelmatig 13% 10% 1% 7% Elspeet (N=32) Nunspeet (N=88) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grafiek 43: Verdeling woonplaats jongeren naar bezoek sportschool Juni 2012 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl 31