Cliëntervaring Wmo. Hoeksche Waard. Definitief rapport 17 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Transcriptie

1 Cliëntervaring Wmo Hoeksche Waard Definitief rapport 17 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

2 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Aanleiding onderzoek Doelgroep Steekproef en respons Referentiegroep Uitsplitsingen Leeswijzer 5 HOOFDSTUK 2 HET CONTACT Het contact De hulpvraag Het gesprek Cliëntondersteuning 11 HOOFDSTUK 3 DE ONDERSTEUNING De ontvangen ondersteuning Kwaliteit van de ondersteuning Andere vormen van ondersteuning Effect van de ondersteuning op het leven van de cliënten Opmerkingen over ondersteuning 18 BIJLAGE 1 ACHTERGRONDGEGEVENS RESPONDENTEN 19 BIJLAGE 2 TABELLENBIJLAGE REGIO HOEKSCHE WAARD 22 BIJLAGE 3 TABELLENBIJLAGE UITKOMSTEN PER GEMEENTE 33

3 Samenvatting De gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen (samen Hoeksche Waard) hebben deelgenomen aan het cliëntervaringsonderzoek onder Wmocliënten. Dit onderzoek is vanaf 2016 verplicht voor alle gemeenten in Nederland. De doelgroep van het onderzoek zijn Wmo-cliënten die een maatwerkvoorziening hebben (ontvangen) in De eerste tien vragen van het onderzoek zijn verplicht, evenals de manier waarop en de doelgroep waaronder het onderzoek wordt uitgevoerd. De gemeenten in de regio Hoeksche Waard hebben ervoor gekozen om deze verplichte tien vragen aan te vullen met verdiepende vragen. Dit onderzoek geeft daarmee inzicht in de ervaringen van Wmo-cliënten met de gemeenten en de ondersteuning die zij ontvangen. Daarnaast heeft het onderzoek een signaleringsfunctie. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen leiden tot een signaal waardoor verder (verdiepend) onderzoek nodig is. Contact met de gemeente Inwoners van de regio Hoeksche Waard nemen met een ondersteuningsvraag of probleem contact op met het Wmo-loket. Van de geeft 74% aan dat zij het (helemaal) eens zijn met de stelling dat zij snel werden geholpen. Voor speelden verschillende redenen mee om contact op te nemen met de gemeente. Met name het niet meer aankunnen van het huishoudelijke werk (67%) en nergens naartoe kunnen door gebrek aan vervoer (29%) waren reden tot contact. Een groot deel van de (67%) is naar de gemeente doorverwezen door de huisarts of een andere zorgverlener. Van de geeft 76% aan dat ze wisten waar ze moesten zijn voor ondersteuning. Daarbij is het belangrijk om te weten dat 40% van de in uw gemeente al eens eerder contact heeft gehad met de gemeente in verband met een ondersteuningsvraag. Het gesprek 30% van de zegt in de afgelopen twaalf maanden een (keukentafel)gesprek te hebben gehad. 7% weet niet meer of er een gesprek heeft plaatsgevonden en 63% zegt dat er geen gesprek heeft plaatsgevonden. Van de die een gesprek hebben gehad, geeft 31% aan dat zij het gesprek alleen hebben gevoerd. Respondenten is gevraagd naar hun ervaringen en tevredenheid over dit gesprek. Een meerderheid (83%) zegt zich serieus genomen te voelen door de consulent. Het gezamenlijk zoeken naar een oplossing is een belangrijk onderdeel van de nieuwe vormgeving van de Wmo. Van de geeft 73% aan dat er tijdens het gesprek gezamenlijk naar een oplossing is gezocht. Cliëntondersteuning 28% van de geeft aan dat zij wisten dat zij gebruik konden maken van cliëntondersteuning. 1/46

4 De ondersteuning De meest voorkomende maatwerkvoorzieningen onder zijn hulp bij het huishouden (64%), rolstoelen (27%) en scootmobielen (23%). Een groot deel van de geeft aan dat de ondersteuning aan de wensen (86%) en behoeften (80%) voldoet. Ook de kwaliteit van de ondersteuning is onder bevraagd. 78% van de beaamt dat de kwaliteit van de ondersteuning goed is. 77% van de vindt dat de ondersteuning past bij de hulpvraag. In de regio Hoeksche Waard maakt 9% van de gebruik van algemene voorzieningen, 14% van particuliere hulp en 7% van een vrijwilliger. Het netwerk van speelt hierin de belangrijkste rol, namelijk 91% van de ontvangt ondersteuning vanuit hun netwerk. Het netwerk kan ook overbelast raken. Van de die ondersteuning vanuit het netwerk ontvangen, heeft 21% de indruk dat de naaste de zorg voor de zorgvrager niet meer aankan. Het effect van de ondersteuning 70% van de kan door de ondersteuning beter de dingen doen die zij willen. 79% kan zich beter redden door de ondersteuning. 72% heeft door de ondersteuning een betere kwaliteit van leven. 2/46

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding onderzoek Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Wmo verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren. Voor u ligt het rapport Cliëntervaringsonderzoek Wmo (CEO Wmo) waarmee de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen aan deze verplichting voldoen. Via het cliëntervaringsonderzoek legt een gemeente verantwoording af over het Wmo-beleid aan de gemeenteraad en inwoners. De gemeenten in de Hoeksche Waard hebben besloten om het onderzoek gezamenlijk uit te voeren. Dit rapport bevat de resultaten van alle gemeenten samen, afgezet tegen de resultaten van vorig jaar en de referentiegroep. In de bijlage zijn de resultaten voor alle gemeenten afzonderlijk terug te vinden. Doelstelling van dit onderzoek is te achterhalen wat de cliëntervaringen zijn van de Wmocliënten met betrekking tot de uitvoering van de Wmo en in hoeverre de gestelde resultaten en effecten van de Wmo behaald worden in de ogen van de Wmo-cliënten. Het onderzoek gaat in op thema s als toegankelijkheid van voorzieningen, kwaliteit van voorzieningen en welk effect de cliënten ondervinden op hun zelfredzaamheid. We benadrukken dat het gaat om de cliëntervaring, deze kan afwijken van het beeld dat een hulpverlener heeft. Het oordeel van de cliënt zelf is echter van groot van belang voor het beleid, de doorontwikkeling van het beleid en de uitvoering. De gehanteerde vragenlijst van dit onderzoek is de Modellijst Cliëntervaring Wmo. De Modellijst Cliëntervaring Wmo begint met de verplichte vragenlijst voor het Wmo-deel die bestaat uit tien vragen. De modellijst biedt daarnaast verdiepende vragen over de toegang, verdiepende vragen over ervaring met de (overige) ondersteuning en achtergrondvragen, zoals leeftijd of type beperking waardoor kan worden gezocht naar mogelijke verbanden. Vanwege de uniformiteit van de vragenlijst kunnen de uitkomsten met andere gemeenten vergeleken worden (benchmark) om van elkaar te leren. Daarnaast heeft het onderzoek een signaleringsfunctie. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen leiden tot een signaal waardoor verder (verdiepend) onderzoek nodig is. 1.2 Doelgroep De doelgroep van het onderzoek zijn Wmo-cliënten die een maatwerkvoorziening hebben (ontvangen) in In dit onderzoek zijn twee groepen onderscheiden: Inwoners die in 2016 (opnieuw) Wmo-cliënt zijn geworden. Inwoners die vóór 2016 Wmo-cliënt zijn geworden en sindsdien niet meer door een consulent zijn gezien. Aan mensen die minder dan twaalf maanden geleden contact hebben opgenomen met de gemeente is gevraagd de vragen over het contact in te vullen. Wanneer dit langer dan twaalf maanden geleden was, leert de ervaring dat mensen dit zich vaak niet meer goed kunnen herinneren, wat de betrouwbaarheid niet ten goede komt. 3/46

6 1.3 Steekproef en respons Het onderzoek is in het voorjaar van 2017 uitgevoerd. Dit onderzoek is een kwantitatief onderzoek, uitgezet door middel van een schriftelijke en online vragenlijst. Respondenten konden kiezen of zij de meegestuurde schriftelijke vragenlijst invulden of de online vragenlijst, waarvoor in de uitnodigingsbrief een uniek wachtwoord was opgenomen om toegang te krijgen tot de vragenlijst. De gemeenten hebben op aanwijzing van BMC Onderzoek alle inwoners die een Wmomaatwerkvoorziening ontvangen aangeschreven. In de volgende tabel staat het overzicht van de respons per gemeente. Voor schriftelijk en online onderzoek onder deze doelgroep is een respons van 37% gangbaar. Tabel 1 Responsoverzicht Aantal aangeschreven Aantal ingevuld Responspercentage Binnenmaas % Cromstrijen % Korendijk % Oud-Beijerland % Strijen % De resultaten voor Binnenmaas en Oud-Beijerland als geheel zijn betrouwbaar met een betrouwbaarheid van 95% en een foutmarge van 5%. Betrouwbaar wil zeggen dat als het onderzoek op dezelfde wijze wordt herhaald, er (ongeveer) dezelfde uitkomsten uit voortkomen. Een betrouwbaarheidsniveau van 95%, met een foutmarge van 5% betekent dat als het onderzoek 100 keer wordt uitgevoerd, de resultaten in 95 van de 100 gevallen 5% of minder van elkaar afwijken. Het absoluut is van invloed op de betrouwbaarheid. Het is voor kleinere gemeenten daarom lastiger een betrouwbaar resultaat te behalen. De betrouwbaarheid van de resultaten van Cromstrijen is 90% met een foutmarge van 5%. Voor Korendijk en Strijen zijn de resultaten indicatief. 1.4 Referentiegroep De referentiegroep bestaat uit 53 gemeenten waarvan de resultaten van de tien verplichte CEO-vragen zijn verzameld en 40 gemeenten die daarnaast gebruik hebben gemaakt van de (aangepaste) modellijst Wmo. Deze gemeenten gelden als uw referentiegroep in dit rapport. Het is voor alle gemeenten verplicht om de vragenlijst te starten met de tien verplichte vragen. Er zijn gemeenten die enkel een onderzoek afnemen met de tien verplichte vragen, of gemeenten die na de tien verplichte vragen eigen gekozen vragen toevoegen. Hierdoor is de referentiegroep voor de tien verplichte vragen groter dan de referentiegroep voor de modellijstvragen. Waar mogelijk is in het rapport een vergelijking gemaakt met de resultaten van vorig jaar. Toen gebruikten de gemeenten in de Hoeksche Waard de vragenlijst met alleen de tien verplichte vragen. 4/46

7 1.5 Uitsplitsingen In dit rapport worden ook uitsplitsingen gemaakt, bijvoorbeeld naar het soort voorziening en het effect van de voorziening. De resultaten hiervan kunnen bij kleine len veelal alleen een indicatie van de tevredenheid geven. De len zijn dan te klein om betrouwbare uitspraken op te baseren. Wanneer minder dan tien een vraag hebben beantwoord, worden de resultaten niet weergegeven. 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de ervaringen van met het contact met de gemeentelijke toegang, gevolgd door hoofdstuk 3 waar de ervaringen met de ondersteuning in worden beschreven. In bijlage 1 staat de onderzoeksverantwoording beschreven en ziet u de achtergrondgegevens van de. In bijlage 2 staan de uitkomsten van alle vragen op een rij voor de regio Hoeksche Waard als geheel. In bijlage 3 staan de uitkomsten per gemeente. 5/46

8 Hoofdstuk 2 Het contact 2.1 Het contact Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket, andere gemeenten voor sociale (wijk)teams waar mensen terechtkunnen met hun hulpvraag. In de regio Hoeksche Waard kunnen inwoners met een ondersteuningsvraag terecht bij het Wmo-loket van hun gemeente. De volgende figuur toont de ervaring van in de regio Hoeksche Waard met de toegang. Figuur 1 Ervaring met het contact met de gemeente (%) Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag Ik werd snel geholpen De medewerker nam mij serieus Gemeente Referentiegroep De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar een oplossing gezocht G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% 76% van de wist waar ze moesten zijn met hun hulpvraag. Van de vindt 74% dat zij snel geholpen zijn. 83% van de voelt zich 6/46

9 serieus genomen en 73% heeft in het gesprek samen met de medewerker naar een oplossing gezocht. De resultaten liggen in lijn met die van de referentiegroep en vorig jaar. Het enige dat opvalt, is dat er in verhouding met vorig jaar meer zijn die aangeven dat zij samen met de medewerker naar een oplossing hebben gezocht. 2.2 De hulpvraag Inwoners met belemmeringen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie kunnen ondersteuning vragen bij de gemeente. Denk daarbij bijvoorbeeld aan ondersteuningsvragen rond vervoer, verplaatsen in en om de woning, aanpassingen in de woning, andere mensen ontmoeten en sociale contacten onderhouden, (begeleiding bij) hulp bij het huishouden en begeleiding/dagbesteding. Tabel 2 Waarom nam u contact op met de gemeente? (% ja) Referentiegroep Ik heb moeite me zelf te wassen en te kleden 23% 21% Ik kan het huishoudelijke werk thuis niet meer aan Ik kan nergens meer naartoe omdat ik geen vervoer heb 67% (a) 62% 29% (a) 36% Ik kan niet meer binnenshuis rond lopen/rijden 10% 9% Ik voel me eenzaam en wil meer contact met andere mensen 11% (a) 14% Ik heb overdag niks te doen 6% 7% Ik heb moeite om mijn financiële zaken te regelen en de administratie te doen Ik weet niet hoe ik bepaalde problemen kan oplossen en wat ik moet kiezen Ik ben of dreig als mantelzorger overbelast te raken 11% 12% 14% 15% 10% 9% Anders 19% 19% De in de regio Hoeksche Waard nemen vooral contact op met hun gemeente omdat ze het huishoudelijk werk niet meer aankunnen (67%). Dat is hoger dan in de referentiegroep. Daarnaast neemt een aanzienlijk deel contact op omdat ze nergens heen kunnen door gebrek aan vervoer (29%). Dat is lager dan in de referentiegroep. Verder valt op dat er in de regio Hoeksche Waard juist minder zijn die vanwege eenzaamheid contact opnemen met hun gemeente. 7/46

10 Figuur 2 Welke redenen speelden mee om naar de gemeente te gaan? (% ja t.o.v. ja/nee) Voor ongeveer twee derde van de geldt dat zij zijn doorverwezen door hun huisarts of andere zorgverlener. Dit is minder vaak dan in de referentiegroep. Voor meer dan de helft geldt dat de omgeving hen niet of niet meer kan ondersteunen. Ongeveer de helft nam contact op met de gemeente omdat zij niet wisten waar of hoe zij ondersteuning moesten regelen. En 40% overzag het probleem en de keuzes niet meer. Er zijn verder geen opvallende verschillen met de referentiegroep of de resultaten van vorig jaar. 8/46

11 Figuur 3 Eerder contact opgenomen over (andere) ondersteuningsvraag (%) 40% van de heeft eerder contact gehad met de gemeente. In de referentiegroep is dat 37%. 2.3 Het gesprek In de Wmo 2015 is het automatische recht op zorg en ondersteuning komen te vervallen. Er wordt niet langer gesproken over compensatieplicht ; de gemeente heeft nu een resultaatverplichting : niet de compensatie van een gebrek staat centraal, maar het zorg dragen voor een resultaat. Er is ruimte voor andere, mogelijk beter passende, oplossingen. Gemeenten moeten bij een verzoek om ondersteuning (de melding) van inwoners altijd zorgvuldig onderzoeken wat er aan de hand is. In de meeste gevallen betekent dit een gesprek tussen (iemand namens) de gemeente en de burger. Soms is een persoonlijk gesprek niet nodig. Bijvoorbeeld bij cliënten die al jaren bekend zijn of die kortgeleden nog gesproken zijn. De gemeente maakt deze afweging. Figuur 4 Een (keukentafel)gesprek gehad in de afgelopen 12 maanden (%) 30% van de heeft het afgelopen jaar een keukentafelgesprek gehad. In de referentiegroep is dat 39%. Het kan voor de cliënt belangrijk zijn dat het gesprek wordt gevoerd samen met iemand anders die de situatie goed kent, zoals een goede kennis, familielid of mantelzorger. Een cliënt kan voor ondersteuning bij het gesprek ook gratis gebruikmaken van een onafhankelijke cliëntondersteuner (hierover meer in de volgende paragraaf). Dit kan ook iemand van de gemeente zijn, zolang deze persoon maar onafhankelijk kan handelen. 9/46

12 Figuur 5 Was er nog iemand anders aanwezig bij het (keukentafel)gesprek? (%) 31% van de voerde het gesprek alleen. Dat is ongeveer gelijk aan de referentiegroep. Bij het zoeken naar oplossingen voor cliënten wordt steeds meer uitgegaan van de eigen kracht van cliënten: wat de cliënt zelf kan doen of zelf via de sociale omgeving kan organiseren. Hierbij is de persoonlijke situatie van de cliënt van belang. De persoonlijke situatie in beeld brengen zorgt ervoor dat burgers zich serieus genomen voelen en dit zorgt doorgaans voor meer tevreden cliënten. In de volgende figuur wordt weergegeven hoe de uitkomst is in uw gemeente met betrekking tot het (keukentafel)gesprek. 10/46

13 Figuur 6 Mening over het (keukentafel)gesprek (%) Heel tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Heel ontevreden Het contact met degene met wie u het (keukentafel) gesprek had De manier waarop er naar u geluisterd werd De deskundigheid van de medewerker Gemeente Referentiegroep De gekozen oplossing G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% De zijn het meest tevreden over de manier waarop er geluisterd werd (80%) en het minst tevreden over de gekozen oplossing (71%). Ten opzichte van de referentiegroep scoort de regio lager op het contact met de medewerker en de gekozen oplossing. 2.4 Cliëntondersteuning De Wmo 2015 bepaalt dat gemeenten onafhankelijke cliëntondersteuning moeten bieden. Het moet gratis zijn, levensbreed, onafhankelijk en in het belang van de cliënt. Het verschilt per gemeente welke organisatie de onafhankelijke cliëntondersteuning invult; vaak wordt het geboden via MEE of via een welzijnsstichting. In de regio Hoeksche Waard is cliëntondersteuning belegd bij MEE Zuid-Hollandse Eilanden. In 2016 bleek 26% van de bekend te zijn met cliëntondersteuning. 86% hiervan was er tevreden over (bron: CEO Wmo onderzoek BMC over 2015).. 11/46

14 Figuur 7 Bekendheid gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner (%) 28% van de is bekend met cliëntondersteuning, dat is meer dan vorig jaar en gelijk aan de referentiegroep. In de volgende figuur is de tevredenheid over de cliëntondersteuning weergegeven. Let wel, het gaat hier om slechts 24. Figuur 8 Tevredenheid cliëntondersteuning bij het (keukentafel)gesprek 12/46

15 Hoofdstuk 3 De ondersteuning 3.1 De ontvangen ondersteuning De doelgroep van dit onderzoek zijn cliënten met in ieder geval een Wmomaatwerkvoorziening. Daarnaast kunnen ze natuurlijk ook nog informele ondersteuning ontvangen of gebruikmaken van algemene of particuliere voorzieningen. Tabel 3 Ondersteuningsvormen (% ja) Referentiegroep Rolstoel 27% (a) 19% Scootmobiel (of aangepaste fiets, auto, buggy, enzovoorts) 23% (a) 19% Hulp bij het huishouden 64% (a) 59% Woonvoorziening/woningaanpassing (zoals bijvoorbeeld een traplift) Collectief vervoerspasje (regiotaxi, Wmo-taxi, deeltaxi) 13% 13% 7% (a) 41% Financiële vergoeding voor vervoer 8% (a) 5% Begeleiding bij het zelfstandig wonen (bijvoorbeeld hulp bij de administratie) 7% (a) 10% Begeleiding bij structuur aanbrengen (zoals dagritme, spreiding maaltijden, bezigheden en dergelijke) 7% (a) 10% Begeleiding bij dagbesteding/regie 10% 12% Logeervoorziening/logeerhuis 0% 1% Ik woon in een beschermde woonvorm vanwege psychische problemen 1% 1% Anders 10% 11% De meest voorkomende voorzieningen onder de in de Hoeksche Waard zijn hulp bij het huishouden (64%), rolstoelen (27%) en scootmobielen (23%). In vergelijking met de referentiegroep valt op dat er meer zijn met deze voorzieningen. Er zijn juist veel minder met een collectief vervoerspasje. Er zijn ook minder met begeleiding. 3.2 Kwaliteit van de ondersteuning Het gaat er bij de kwaliteit van ondersteuning om hoe cliënten de kwaliteit van de ondersteuning ervaren, het gaat niet om de objectieve kwaliteit van ondersteuning. 13/46

16 Figuur 9 Mening over de kwaliteit van de ondersteuning (%) Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed Gemeente Referentiegroep De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% 78% van de vindt de kwaliteit van de ondersteuning goed. Voor 77% past de ondersteuning bij de hulpvraag. Deze resultaten zijn een verbetering ten opzichte van vorig jaar. Figuur 10 Mate waarin de ondersteuning voldoet (%) Ja, helemaal Grotendeels Een beetje Nee, helemaal niet Voldoet de ondersteuning aan uw wensen? Gemeente Referentiegroep Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften? G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% 14/46

17 86% van de vindt dat de ondersteuning aan hun wensen voldoet. Dit is ongeveer gelijk aan de referentiegroep. Voor 80% past de ondersteuning bij hun behoeften. Dat is iets lager dan in de referentiegroep. Onderstaande figuur laat zien bij hoeveel er in het afgelopen jaar iets veranderd is in de ondersteuning die men ontvangt. Figuur 11 Het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning (%) Voor 21% van de is het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning. In de referentiegroep is dat 18%. 3.3 Andere vormen van ondersteuning Veel Wmo-cliënten hebben vaak ook andere vormen van ondersteuning en zorg. Het gaat dan bijvoorbeeld om algemene voorzieningen, informele hulp van vrijwilligers en/of mantelzorgers, maar ook zelf ingekochte particuliere hulp. Tezamen geeft dit een totaal beeld van de zorgzwaarte en het zorggebruik van Wmo-cliënten. Tabel 4 Andere ondersteuningsvormen (% ja) Referentiegroep Voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, 9% (a) 12% boodschappenservice, was- en strijkservice Particuliere schoonmaakster die helpt bij het huishouden Hulp van een individuele vrijwilliger (bijvoorbeeld een maatje, coach) 14% (a) 20% 7% 9% Hulp van partner, familie, vrienden of buren 91% (a) 87% 9% van de maakt gebruik van algemene voorzieningen, 14% heeft een particuliere schoonmaakster. Dat is minder dan in de referentiegroep. Er zijn juist meer met hulp van een naaste (91%). 15/46

18 Mantelzorgers Mantelzorgers zijn mensen die langdurig en onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis. De ondersteuning van Wmo-cliënten door mantelzorgers is heel belangrijk. Sinds de Wmo 2015 wordt er ook meer gevraagd van cliënten zelf en hun netwerk. Daarbij moet in de gaten worden gehouden of de mantelzorger niet overbelast is of dreigt te raken. In 2016 kreeg 84% van de hulp van familie, vrienden of buren. 24% had het idee dat zij dat niet goed aankunnen (bron: CEO Wmo onderzoek BMC over 2015). Figuur 12 Kan de naaste de hulp aan? (%) 57% denkt dat hun naaste de hulp aankan, 21% denkt van niet. Dat is ongeveer gelijk aan de referentiegroep. 3.4 Effect van de ondersteuning op het leven van de cliënten Gemeenten hebben een brede verantwoordelijkheid voor de deelname van mensen met een beperking of psychische problematiek aan het maatschappelijk verkeer (participatie). Ook moeten zij een passende ondersteuning bieden waarmee mensen in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden (zelfredzaamheid). 16/46

19 Figuur 13 Effect van de ondersteuning Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil Door de ondersteuning die ik krijg kan ik mij beter redden Door de ondersteuning die ik krijg heb ik een betere kwaliteit van leven G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% 70% van de kan door de ondersteuning beter de dingen doen die zij willen. 79% kan zich beter redden door de ondersteuning. 72% heeft door de ondersteuning een betere kwaliteit van leven. In de referentiegroep zijn deze percentages hoger. Zelfredzaamheid en participatie zijn ook nader uitgewerkt in een onderverdeling van de algemene dagelijkse levensverrichtingen. In de volgende tabel ziet u de uitkomsten van het ervaren effect van alle ondersteuning die ontvangen (zowel formeel als informeel) op deze verschillende aspecten van zelfredzaamheid en participatie. 17/46

20 Tabel 5 Bijdrage van de ondersteuning aan (% helemaal/ grotendeels) vraag Referentiegroep (% helemaal/ grotendeels) vraag binnen en buiten uw huis rond lopen/rijden u wassen, kleden en verzorgen uw huishouden regelen en op orde houden uw financiën regelen en op orde houden 70% (a) N=604 66% N= % (a) N=481 64% N= % N=649 67% N= % (a) N=476 69% N=3204 de mogelijkheid om familie, vrienden en anderen te zien en spreken 68% N=554 66% N=3776 anderen helpen 29% N=262 24% N=1708 werken en/of leren 27% N=179 27% N=1400 Voor degenen voor wie het van toepassing is, draagt de ondersteuning het meest bij aan het regelen en op orde houden van de financiën (75%), zich wassen, kleden en verzorgen (73%) en binnen en buiten rondlopen of rijden (70%). 3.5 Opmerkingen over ondersteuning In een open tekstvlak konden de opmerkingen schrijven over de ondersteuning die zij ontvangen. Een deel van de gebruikt het open tekstvlak om hun beperking en de vorm van ondersteuning die zij hebben te omschrijven. Of om aan te geven dat zij geen ondersteuning ontvangen. Sommige weten niet welke voorzieningen via de gemeente zijn geregeld. Wat direct opvalt, is dat de meeste opmerkingen over het uren hulp bij het huishouden gaan. Respondenten schrijven dat ze eerder meer uren hadden, dat er taken blijven liggen of niet meer gedaan mogen worden (ramen zemen aan de buitenkant). Zij zijn hier erg ontevreden over. Het lijkt alsof dat dit in Oud-Beijerland voor minder een probleem is; daar gaan juist meer opmerkingen over niet toegekende aanvragen. Verder is er ook een deel van de dat aangeeft blij en tevreden te zijn over de ondersteuning. Tot slot zijn er een opmerkingen over zaken als de kwaliteit van de voorziening, de deskundigheid van de gemeente, de service van de leverancier, de eigen bijdrage, et cetera. Deze zijn echter slechts van enkele afkomstig. 18/46

21 Bijlage 1 Achtergrondgegevens In deze bijlage staan de achtergrondgegevens van de. Tabel 6 Leeftijd (%) Referentiegroep 0 t/m 17 1% 1% 18 t/m 25 2% 2% 26 t/m 35 2% 3% 36 t/m 45 4% 4% 46 t/m 55 6% 7% 56 t/m 65 9% (a) 12% 66 t/m 74 18% 18% % (a) 54% De groep van de regio Hoeksche Waard kent meer 75-plussers dan de referentiegroep. Ook is gevraagd naar het opleidingsniveau. De uitkomst op die vraag geeft het onderstaande beeld. Tabel 7 Opleidingsniveau (%) Referentiegroep Lagere school/basisschool 34% (a) 29% Lager of voorbereidend beroepsonderwijs/ VMBO basis kader 20% 22% VMBO theoretisch/mavo/(m)ulo 16% 16% HAVO, MMS, HBS, VWO 5% 5% MBO 10% (a) 13% HBO/Universiteit 7% 7% Anders 7% 8% 52% van de in uw gemeente heeft hulp gehad bij het invullen van de vragenlijst. Op de vraag of de respondent een beperking of aandoening heeft, antwoordt 90% ja. Bij degenen die een beperking of aandoening hebben, ligt dit op het volgende vlak (zie tabel 8). 19/46

22 Tabel 8 Soort beperking/aandoening (% aangekruist) Referentiegroep Leggen van sociale contacten 10% 12% Lichamelijke handicap 49% 46% Gedragsproblemen 4% 4% Geheugen- en oriëntatieproblemen 20% 22% Zintuiglijke beperking 11% 10% Verstandelijke beperking 9% 8% Bewegen en verplaatsen 72% (a) 67% Psychisch functioneren 13% 15% Anders 9% 11% Aan de is gevraagd wat zijn of haar woonsituatie is. Dit kan natuurlijk gevolgen hebben voor de ondersteuning die iemand nodig heeft. De volgende tabel laat zien hoe de woonsituatie eruit ziet. Tabel 9 Woonsituatie (%) Referentiegroep Ik woon zelfstandig 73% 75% Ik woon zelfstandig in een aangepaste woning 11% 10% Ik woon bij mijn ouders/verzorgers 4% 3% Ik woon in een tehuis/instelling 6% 6% Ik woon in bij mijn kinderen 0% 0% Anders 6% 6% Er wordt steeds vaker van burgers verwacht dat ze ook financieel zelfredzaam zijn; dat ze zelf in staat zijn om voorzieningen aan te schaffen. Voorzieningen die eerder via de gemeente te verkrijgen waren op basis van een indicatie worden steeds vaker als algemene voorzieningen gezien die burgers zelf kunnen aanschaffen. Daarom is er een vraag opgenomen of de respondent financieel kan rondkomen. De uitkomsten daarvan ziet u in figuur /46

23 Figuur 14 Financieel kunnen rondkomen? 21/46

24 Bijlage 2 Tabellenbijlage regio Hoeksche Waard Indien er een (a) achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met de referentiegroep. Indien er een (b) achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met vorig jaar. BLOK 1: Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag (%(helemaal)mee eens) Ik werd snel geholpen (%(helemaal)mee eens) De medewerker nam mij serieus (%(helemaal)mee eens) De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht (%(helemaal)mee eens) Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner? (%ja) Gemeente Respons Gemeente 2016 per vraag 2015 Contact Respons Respons per vraag Referentiegroep per vraag 76% N=667 79% N=708 76% N= % N=651 74% N=717 73% N= % N=654 81% N=705 85% N= % (b) N=590 66% N=645 75% N=11500 Gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner 28% (b) N=949 20% N= % N= /46

25 BLOK 2: Kwaliteit van de ondersteuning Gemeente 2016 Respons per vraag Gemeente 2015 Respons per vraag Referentiegroep Respons per vraag Kwaliteit van de ondersteuning Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed 78% (b) N=952 74% N= % N=15698 (%(helemaal)mee eens) De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag (%(helemaal)mee eens) 77% (b) N=946 70% N= % N=15607 BLOK 3: Wat levert de ondersteuning mij op? Door de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning kan ik mij beter redden (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van leven (%(helemaal)mee eens) Gemeente 2016 Respons per vraag Gemeente 2015 Respons per vraag Referentiegroep Respons per vraag Wat levert de ondersteuning mij op? 70% (a) N=871 66% N=972 77% N= % (a) N=929 76% N= % N= % (a) N=896 69% N=992 77% N= /46

26 BLOK 4: Extra vragen contact met de gemeente vraag Referentiegroep vraag Heeft u eerder contact met de gemeente gehad over een (andere) ondersteuningsvraag of -probleem? Ja 40% (a) N=989 37% N=5900 Nee 11% N=989 13% N=5900 Weet ik niet 49% N=989 50% N=5900 vraag Referentiegroep vraag Waarom nam u contact op (of iemand namens u) met de gemeente? Omdat ik moeite heb me zelf te wassen en te kleden (%ja) 23% N=872 21% N=5680 Omdat ik het huishoudelijke werk thuis niet meer aan kan 67% (a) N=872 62% N=5680 (%ja) Omdat ik nergens meer naartoe kan omdat ik geen 29% (a) N=872 36% N=5680 vervoer heb (%ja) Omdat ik niet meer binnenshuis rond kan 10% N=872 9% N=5680 lopen/rijden (%ja) Omdat ik me eenzaam voel en meer contact wil met andere 11% (a) N=872 14% N=5680 mensen (%ja) Omdat ik overdag niks te doen heb (%ja) 6% N=872 7% N=5680 Omdat ik moeite heb om mijn financiële zaken te regelen en 11% N=872 12% N=5680 de administratie te doen (%ja) Omdat ik niet weet hoe ik bepaalde problemen kan oplossen en wat ik moet 14% N=872 15% N=5680 kiezen (%ja) Omdat ik als mantelzorger overbelast ben of dreig te 10% N=872 9% N=5680 raken (%ja) Anders (%ja) 19% N=872 19% N= /46

27 Ik wist niet waar en hoe ik ondersteuning kon regelen (%ja) Ik overzag het probleem en de keuzes niet meer (%ja) Mijn omgeving (partner, kind, ouder) kan mij niet, of niet meer, ondersteunen (%ja) Ik ben doorverwezen door mijn huisarts of door een andere zorgverlener (%ja) vraag Referentiegroep vraag Redenen om naar de gemeente te gaan 52% N=354 47% N= % N=273 40% N= % N=340 57% N= % (a) N=444 72% N=3146 vraag Referentiegroep vraag Heeft u in de afgelopen 12 maanden een (keukentafel)gesprek gehad op afspraak namens de gemeente? Ja 30% (a) N= % N=6866 Nee 63% (a) N= % N=6866 Weet ik niet 7% (a) N=1006 6% N=6866 vraag Referentiegroep vraag Was er bij het (keukentafel)gesprek nog iemand anders aanwezig? Ja, een naaste (zoals partner, kind, ouder, vriend) 52% N=296 48% N=2600 (%aangekruist) Ja, een onafhankelijke cliëntondersteuner 9% N=296 13% N=2600 (%aangekruist) Ja, iemand anders (%aangekruist) 15% N=296 18% N=2600 Nee (%aangekruist) 31% N=296 29% N=2600 De cliëntondersteuning (%(heel)tevreden) vraag Referentiegroep vraag Tevredenheid over cliëntondersteuner 92% N=24 89% N=292 25/46

28 Het contact met degene met wie u het (keukentafel)gesprek had (%(heel)tevreden) De manier waarop er naar u geluisterd werd (%(heel)tevreden) De deskundigheid van de medewerker (%(heel)tevreden) De gekozen oplossing (%(heel)tevreden) vraag Referentiegroep vraag Bent u tevreden over: 75% (a) N=288 81% N= % N=287 82% N= % N=281 77% N= % (a) N=275 79% N= /46

29 BLOK 5: Ervaringen met de ondersteuning vanuit de gemeente Gemeente 2016 vraag Referentiegroep vraag Welke ondersteuning ontvangt u of heeft u ontvangen vanuit de gemeente? Rolstoel (%ja) 27% (a) N=983 19% N=6640 Scootmobiel (of aangepaste fiets, auto, buggy, enzovoorts) (%ja) 23% (a) N=983 19% N=6640 Hulp bij het huishouden (%ja) 64% (a) N=983 59% N=6640 Woonvoorziening/woningaanpassing (zoals bijvoorbeeld een traplift) (%ja) 13% N=983 13% N=6640 Collectief vervoerspasje (regiotaxi, Wmo-taxi, deeltaxi) (%ja) 7% (a) N=983 41% N=6640 Financiële vergoeding voor vervoer (%ja) 8% (a) N=983 5% N=6640 Begeleiding bij het zelfstandig wonen (bijvoorbeeld hulp bij de 7% (a) N=983 10% N=6640 administratie) (%ja) Begeleiding bij structuur aanbrengen (zoals dagritme, spreiding maaltijden, bezigheden en 7% (a) N=983 10% N=6640 dergelijke) (%ja) Begeleiding bij dagbesteding/regie (%ja) 10% N=983 12% N=6640 Logeervoorziening/logeerhuis (%ja) 0% N=983 1% N=6640 Ik woon in een beschermde woonvorm vanwege psychische 1% N=983 1% N=6640 problemen (%ja) Anders (%ja) 10% N=983 11% N=6640 Voldoet de ondersteuning aan uw wensen (% helemaal/grotendeels) Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften (% helemaal/grotendeels) vraag Referentiegroep vraag Kwaliteit van alle ondersteuningen 86% N=813 88% N= % (a) N=785 84% N= /46

30 vraag Referentiegroep vraag Is er in het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning die u ontvangt van de gemeente? Ja 21% (a) N=874 18% N=4910 Nee 72% N=874 74% N=4910 Weet ik niet 7% N=874 8% N=4910 BLOK 6: Overige ondersteuning Maakt u gebruik van voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, boodschappenservice, wasen strijkservice? (%ja) Heeft u een particuliere schoonmaakster die helpt bij het huishouden? (%ja) Krijgt u of uw partner hulp van een individuele vrijwilliger (bijvoorbeeld een maatje, coach)? (%ja) Ontvangt u hulp van uw partner, van uw familie, vrienden of buren? (%ja) vraag Referentiegroep vraag Overige ondersteuning 9% (a) N=684 12% N= % (a) N=684 20% N=4142 7% N=684 9% N= % (a) N=684 87% N=4142 vraag Referentiegroep vraag Heeft u het idee dat uw naaste die voor u zorgt het aankan? Ja 57% N=556 59% N=3320 Nee 21% N=556 20% N=3320 Weet ik niet 22% N=556 21% N= /46

31 BLOK 7: Effect(en) van ondersteuning op zelfredzaamheid en participatie vraag Referentiegroep vraag Dragen ondersteuning en hulpmiddel(en) bij aan binnen en buiten uw huis rond lopen/rijden 70% (a) N=604 66% N=3777 (% helemaal/grotendeels) u wassen, kleden en verzorgen 73% (a) N=481 64% N=2989 (% helemaal/grotendeels) uw huishouden regelen en op orde houden 70% N=649 67% N=4094 (% helemaal/grotendeels) uw financiën regelen en op orde houden 75% (a) N=476 69% N=3204 (% helemaal/grotendeels) de mogelijkheid om familie, vrienden en anderen te zien en spreken 68% N=554 66% N=3776 (% helemaal/grotendeels) anderen helpen (% helemaal/grotendeels) 29% N=262 24% N=1708 werken en/of leren (% helemaal/grotendeels) 27% N=179 27% N= /46

32 BLOK 8: Over uzelf vraag Referentiegroep vraag Bent u een man of een vrouw? Man 33% N=986 34% N=7060 Vrouw 67% N=986 66% N=7060 vraag Referentiegroep vraag Wat is uw leeftijd? 0 t/m 17 1% N=1031 1% N= t/m 25 2% N=1031 2% N= t/m 35 2% N=1031 3% N= t/m 45 4% N=1031 4% N= t/m 55 6% N=1031 7% N= t/m 65 9% (a) N= % N= t/m 74 18% N= % N= % (a) N= % N=10790 vraag Referentiegroep vraag Heeft u beperkingen of aandoeningen (%ja) 90% N=968 88% N=6601 Beperking of aandoening Leggen van sociale contacten (% aangekruist) 10% N=832 12% N=5642 Lichamelijke handicap (% aangekruist) 49% N=832 46% N=5642 Gedragsproblemen (% aangekruist) 4% N=832 4% N=5642 Geheugen- en oriëntatieproblemen 20% N=832 22% N=5642 (% aangekruist) Zintuiglijke beperking (% aangekruist) 11% N=832 10% N=5642 Verstandelijke beperking (% aangekruist) 9% N=832 8% N=5642 Bewegen en verplaatsen (% aangekruist) 72% (a) N=832 67% N=5642 Psychisch functioneren (% aangekruist) 13% N=832 15% N=5642 Anders (% aangekruist) 9% N=832 11% N= /46

33 vraag Referentiegroep vraag Wat is uw woonsituatie? Ik woon zelfstandig 73% N= % N=6920 Ik woon zelfstandig in een aangepaste woning 11% N= % N=6920 Ik woon bij mijn ouders/verzorgers 4% N=1020 3% N=6920 Ik woon in een tehuis/ instelling 6% N=1020 6% N=6920 Ik woon in bij mijn kinderen 0% N=1020 0% N=6920 Anders 6% N=1020 6% N=6920 vraag Referentiegroep vraag Wat is uw hoogst afgeronde opleiding? Lagere school/basisschool 34% (a) N=989 29% N=9166 Lager of voorbereidend beroepsonderwijs/vmbo 20% N=989 22% N=9166 basis kader VMBO theoretisch/mavo/ (M)ULO 16% N=989 16% N=9166 HAVO, MMS, HBS, VWO 5% N=989 5% N=9166 MBO 10% (a) N=989 13% N=9166 HBO/Universiteit 7% N=989 7% N=9166 Anders 7% N=989 8% N=9166 In hoeverre kunt u financieel rondkomen? (%(zeer)goed) vraag Referentiegroep vraag 46% (a) N= % N= /46

34 vraag Referentiegroep vraag Heeft u hulp gehad bij het invullen van deze vragenlijst? Nee 48% (a) N= % N=7020 Ja, van een naaste (bijvoorbeeld partner, 45% (a) N= % N=7020 familielid of vriend) Ja, van een hulp- of zorgverlener 6% (a) N=1035 8% N=7020 Ja, van iemand anders 2% N=1035 2% N= /46

35 Bijlage 3 Tabellenbijlage uitkomsten per gemeente Indien er een (a) achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met de referentiegroep. Indien er een (b) achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met vorig jaar. BLOK 1: Contact Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag 79% N=200 76% N=110 70% (b) N=87 77% N=189 74% N=81 (%(helemaal)mee eens) Ik werd snel geholpen (%(helemaal)mee 75% N=196 76% N=108 72% N=83 73% N=188 78% N=76 eens) De medewerker nam mij serieus (%(helemaal)mee 80% N=197 83% N=107 86% N=86 83% N=186 82% N=78 eens) De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht 73% N=178 75% N=102 81% (b) N=80 68% N=161 70% N=69 (%(helemaal)mee eens) Gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke 28% (b) N=297 25% N=158 39% (a,b) N=109 27% N=269 22% N=116 cliëntondersteuner? (%ja) 33/46

36 BLOK 2: Kwaliteit van de ondersteuning Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Kwaliteit van de ondersteuning Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed 79% N=311 79% N=146 87% (b) N=122 76% (a) N=263 69% (a) N=110 (%(helemaal)mee eens) De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag 76% (a) N=311 79% N=146 88% (a,b) N=119 73% (a) N=263 71% (a) N=107 (%(helemaal)mee eens) BLOK 3: Wat levert de ondersteuning mij op? Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Wat levert de ondersteuning mij op? Door de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil 68% (a) N=285 74% N=143 75% N=107 69% (a) N=235 66% (a) N=101 (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning kan ik mij beter redden 78% (b) N=302 84% N=148 86% (b) N=118 75% (a) N=252 73% (a) N=109 (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van 71% N=291 74% N=144 80% N=112 69% (a) N=247 69% N=102 leven (%(helemaal)mee eens) 34/46

37 BLOK 4: Extra vragen contact met de gemeente Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Heeft u eerder contact met de gemeente gehad over een (andere) ondersteuningsvraag of -probleem? Ja 39% N=313 37% N=158 35% N=116 40% N=284 50% (a) N=118 Nee 12% N=313 11% N=158 13% N=116 12% N=284 5% (a) N=118 Weet ik niet 50% N=313 51% N=158 52% N=116 48% N=284 45% N=118 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Waarom nam u contact op (of iemand namens u) met de gemeente? Omdat ik moeite heb me zelf te 24% N=275 24% N=134 21% N=107 21% N=244 25% N=112 wassen en te kleden (%ja) Omdat ik het huishoudelijke werk thuis 71% (a) N=275 65% N=134 65% N=107 68% N=244 63% N=112 niet meer aan kan (%ja) Omdat ik nergens meer naartoe kan omdat ik geen 32% N=275 28% N=134 28% N=107 30% N=244 23% (a) N=112 vervoer heb (%ja) Omdat ik niet meer binnenshuis rond kan 8% N=275 8% N=134 8% N=107 12% N=244 12% N=112 lopen/rijden (%ja) Omdat ik me eenzaam voel en meer contact wil 10% N=275 11% N=134 11% N=107 13% N=244 9% N=112 met andere mensen (%ja) 35/46

38 Omdat ik overdag niks te doen heb 5% N=275 7% N=134 7% N=107 5% N=244 5% N=112 (%ja) Omdat ik moeite heb om mijn financiële zaken te 9% N=275 8% N=134 19% (a) N=107 10% N=244 10% N=112 regelen en de administratie te doen (%ja) Omdat ik niet weet hoe ik bepaalde problemen kan oplossen 15% N=275 10% N=134 21% N=107 16% N=244 7% (a) N=112 en wat ik moet kiezen (%ja) Omdat ik als mantelzorger overbelast 9% N=275 10% N=134 10% N=107 9% N=244 9% N=112 ben of dreig te raken (%ja) Anders (%ja) 18% N=275 20% N=134 13% N=107 18% N=244 24% N=112 36/46

39 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Redenen om naar de gemeente te gaan Ik wist niet waar en hoe ik ondersteuning 56% (a) N=112 50% N=48 55% N=47 48% N=98 47% N=49 kon regelen (%ja) Ik overzag het probleem en de keuzes niet 43% N=81 33% N=40 50% N=34 42% N=77 29% N=41 meer (%ja) Mijn omgeving (partner, kind, ouder) kan mij niet, of 61% N=108 51% N=45 64% N=42 53% N=98 49% N=47 niet meer, ondersteunen (%ja) Ik ben doorverwezen door mijn huisarts of door een 67% N=132 68% N=76 66% N=56 69% N=123 61% N=57 andere zorgverlener (%ja) Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Heeft u in de afgelopen 12 maanden een (keukentafel)gesprek gehad op afspraak namens de gemeente? Ja 28% (a) N=318 27% (a) N=162 39% N=117 28% (a) N=288 35% N=121 Nee 65% (a) N=318 66% (a) N=162 55% N=117 61% (a) N=288 60% N=121 Weet ik niet 6% N=318 7% N=162 6% N=117 10% (a) N=288 5% N=121 37/46

40 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Was er bij het (keukentafel)gesprek nog iemand anders aanwezig? Ja, een naaste (zoals partner, kind, ouder, vriend) 54% N=87 43% N=44 53% N=45 47% N=79 68% (a) N=41 (%aangekruist) Ja, een onafhankelijke cliëntondersteuner 7% N=87 5% N=44 20% N=45 9% N=79 7% N=41 (%aangekruist) Ja, iemand anders (%aangekruist) Nee (%aangekruist) 20% N=87 11% N=44 11% N=45 18% N=79 5% (a) N=41 28% N=87 43% (a) N=44 36% N=45 30% N=79 22% N=41 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Tevredenheid over cliëntondersteuner De cliëntondersteuning.% N=6.% N=2.% N=9.% N=4.% N=3 (%(heel)tevreden) 38/46

41 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Bent u tevreden over: Het contact met degene met wie u het (keukentafel)gesprek 71% (a) N=84 90% N=41 84% N=45 71% (a) N=80 63% (a) N=38 had (%(heel)tevreden) De manier waarop er naar u geluisterd werd 73% (a) N=84 93% N=41 91% N=44 76% N=79 77% N=39 (%(heel)tevreden) De deskundigheid van de medewerker 72% N=83 85% N=41 84% N=43 76% N=74 70% N=40 (%(heel)tevreden) De gekozen oplossing (%(heel)tevreden) 68% (a) N=78 88% N=41 75% N=44 68% N=73 59% (a) N=39 BLOK 5: Ervaringen met de ondersteuning vanuit de gemeente Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Welke ondersteuning ontvangt u of heeft u ontvangen vanuit de gemeente? Rolstoel (%ja) 24% (a) N=312 31% (a) N=154 23% N=122 28% (a) N=281 29% (a) N=114 Scootmobiel (of aangepaste fiets, auto, buggy enzovoorts) (%ja) 20% N=312 20% N=154 24% N=122 29% (a) N=281 22% N=114 Hulp bij het huishouden (%ja) 69% (a) N=312 68% (a) N=154 58% N=122 60% N=281 63% N=114 Woonvoorziening/woningaanpassing (zoals bijvoorbeeld een traplift) (%ja) Collectief vervoerspasje (regiotaxi, Wmo-taxi, deeltaxi) (%ja) Financiële vergoeding voor vervoer (%ja) 17% (a) N=312 8% N=154 11% N=122 13% N=281 11% N=114 8% (a) N=312 5% (a) N=154 14% (a) N=122 7% (a) N=281 4% (a) N=114 8% (a) N=312 6% N=154 14% (a) N=122 7% N=281 3% N=114 Begeleiding bij het zelfstandig wonen (bijvoorbeeld hulp bij de 7% (a) N=312 6% N=154 12% N=122 6% (a) N=281 4% (a) N=114 administratie) (%ja) 39/46

42 Begeleiding bij structuur aanbrengen (zoals dagritme, spreiding maaltijden, bezigheden en 8% N=312 5% N=154 8% N=122 9% N=281 4% (a) N=114 dergelijke) (%ja) Begeleiding bij dagbesteding/regie (%ja) 9% N=312 10% N=154 11% N=122 12% N=281 10% N=114 Logeervoorziening/logeerhuis (%ja) 0% N=312 0% N=154 0% N=122 1% N=281 1% N=114 Ik woon in een beschermde woonvorm vanwege psychische 1% N=312 1% N=154 1% N=122 0% N=281 2% N=114 problemen (%ja) Anders (%ja) 9% N=312 12% N=154 7% N=122 11% N=281 8% N=114 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Kwaliteit van alle ondersteuningen Voldoet de ondersteuning aan uw wensen (% 84% N=261 88% N=124 92% N=104 86% N=224 82% N=100 helemaal/grotendeels) Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften (% 80% N=254 79% N=117 91% N=101 78% (a) N=216 78% N=97 helemaal/grotendeels) Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Is er in het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning die u ontvangt van de gemeente? Ja 22% N=281 14% N=133 21% N=115 23% (a) N=243 24% N=102 Nee 72% N=281 81% N=133 73% N=115 69% N=243 69% N=102 Weet ik niet 6% N=281 5% N=133 6% N=115 7% N=243 8% N=102 40/46

43 BLOK 6: Overige ondersteuning Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Overige ondersteuning Maakt u gebruik van voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, 7% (a) N=224 11% N=102 12% N=75 11% N=195 2% (a) N=88 klussendienst, boodschappenservice, was- en strijkservice? (%ja) Heeft u een particuliere schoonmaakster die 13% (a) N=224 16% N=102 21% N=75 14% (a) N=195 11% N=88 helpt bij het huishouden? (%ja) Krijgt u of uw partner hulp van een individuele vrijwilliger 8% N=224 3% (a) N=102 4% N=75 8% N=195 6% N=88 (bijvoorbeeld een maatje, coach)? (%ja) Ontvangt u hulp van uw partner, van uw familie, vrienden of 94% (a) N=224 92% N=102 85% N=75 89% N=195 93% N=88 buren? (%ja) Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Heeft u het idee dat uw naaste die voor u zorgt het aankan? Ja 51% (a) N=187 61% N=88 71% N=56 57% N=150 55% N=75 Nee 25% N=187 14% N=88 20% N=56 27% (a) N=150 12% N=75 Weet ik niet 25% N=187 25% N=88 9% (a) N=56 16% N=150 33% (a) N=75 41/46

44 BLOK 7: Effect(en) van ondersteuning op zelfredzaamheid en participatie Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Dragen ondersteuning en hulpmiddel(en) bij aan binnen en buiten uw huis rond lopen/rijden (% 70% N=191 77% (a) N=100 76% N=68 67% N=163 63% N=82 helemaal/grotendeels) u wassen, kleden en verzorgen(% 74% (a) N=159 75% (a) N=81 71% N=55 72% N=121 72% N=65 helemaal/grotendeels) uw huishouden regelen en op orde houden(% 71% N=228 66% N=97 70% N=73 69% N=169 72% N=82 helemaal/grotendeels) uw financiën regelen en op orde houden(% 79% (a) N=169 74% N=62 65% N=60 74% N=121 78% N=64 helemaal/grotendeels) de mogelijkheid om familie, vrienden en anderen te zien en 70% N=185 65% N=85 76% N=59 62% N=154 72% N=71 spreken(% helemaal/grotendeels) anderen helpen(% helemaal/grotendeels) werken en/of leren (% helemaal/grotendeels) 27% N=85 40% (a) N=40 23% N=26 31% N=75 22% N=36 26% N=57 23% N=22 26% N=27 36% N=47 15% N=26 42/46

45 BLOK 8: Over uzelf Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Bent u een man of een vrouw? Man 31% N=312 30% N=157 40% N=118 37% N=282 31% N=117 Vrouw 69% N=312 70% N=157 60% N=118 63% N=282 69% N=117 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Wat is uw leeftijd? 0 t/m 17 1% N=322 1% N=164 3% (a) N=124 1% N=300 1% N= t/m t/m t/m t/m t/m t/m 74 2% N=322 1% N=164 0% N=124 2% N=300 2% N=121 3% N=322 1% N=164 2% N=124 2% N=300 2% N=121 4% N=322 4% N=164 3% N=124 3% N=300 3% N=121 5% N=322 4% N=164 8% N=124 8% N=300 6% N=121 9% N=322 12% N=164 6% N=124 11% N=300 4% (a) N=121 16% N=322 21% N=164 15% N=124 20% N=300 19% N= % (a) N=322 56% N=164 61% N=124 53% N=300 63% (a) N=121 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Heeft u beperkingen of aandoeningen 88% N=303 90% N=154 91% N=115 91% N=279 91% N=117 (%ja) Beperking of aandoening Leggen van sociale contacten (% 12% N=259 6% (a) N=134 6% N=105 14% N=232 8% N=102 aangekruist) Lichamelijke handicap (% 46% N=259 53% N=134 52% N=105 47% N=232 52% N=102 aangekruist) Gedragsproblemen (% aangekruist) 4% N=259 3% N=134 3% N=105 7% N=232 3% N=102 43/46

46 Geheugen- en oriëntatieproblemen 19% N=259 16% N=134 19% N=105 22% N=232 26% N=102 (% aangekruist) Zintuiglijke beperking (% 10% N=259 11% N=134 15% N=105 11% N=232 10% N=102 aangekruist) Verstandelijke beperking (% 7% N=259 8% N=134 9% N=105 11% (a) N=232 9% N=102 aangekruist) Bewegen en verplaatsen (% 71% N=259 75% (a) N=134 70% N=105 75% (a) N=232 67% N=102 aangekruist) Psychisch functioneren (% 12% N=259 10% N=134 21% N=105 13% N=232 12% N=102 aangekruist) Anders(% aangekruist) 9% N=259 11% N=134 7% N=105 9% N=232 10% N=102 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Wat is uw woonsituatie? Ik woon zelfstandig 70% (a) N=325 78% N=161 75% N=117 76% N=299 62% (a) N=118 Ik woon zelfstandig in een aangepaste 13% N=325 8% N=161 8% N=117 9% N=299 15% (a) N=118 woning Ik woon bij mijn ouders/verzorgers Ik woon in een tehuis/ instelling Ik woon in bij mijn kinderen 5% N=325 2% N=161 5% N=117 4% N=299 5% N=118 7% N=325 5% N=161 4% N=117 5% N=299 8% N=118 1% N=325 1% (a) N=161 0% N=117 0% N=299 0% N=118 Anders 5% N=325 6% N=161 8% N=117 6% N=299 9% N=118 44/46

47 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Wat is uw hoogst afgeronde opleiding? Lagere school/ Basisschool 37% (a) N=304 33% N=156 41% (a) N=116 27% N=290 38% (a) N=123 Lager of voorbereidend beroepsonderwijs/ 20% N=304 15% N=156 18% N=116 22% N=290 22% N=123 VMBO basis kader VMBO theoretisch/ 14% N=304 22% N=156 12% N=116 18% N=290 14% N=123 MAVO/ (M)ULO HAVO, MMS, HBS, VWO 5% N=304 6% N=156 3% N=116 8% N=290 3% N=123 MBO 9% N=304 11% N=156 9% N=116 10% N=290 11% N=123 HBO/Universiteit 9% N=304 4% (a) N=156 6% N=116 10% N=290 3% (a) N=123 Anders 7% N=304 8% N=156 9% N=116 6% N=290 9% N=123 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen In hoeverre kunt u financieel rondkomen? 46% (a) N=324 50% (a) N=159 43% N=122 45% (a) N=298 48% (a) N=121 (%(zeer)goed) 45/46

48 Oud- Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Beijerland Strijen Heeft u hulp gehad bij het invullen van deze vragenlijst? Nee 43% (a) N=324 49% N=162 50% N=126 53% N=300 45% N=123 Ja, van een naaste (bijvoorbeeld partner, 49% (a) N=324 45% N=162 39% N=126 40% N=300 52% (a) N=123 familielid of vriend) Ja, van een hulp- of 7% N=324 4% N=162 9% N=126 5% N=300 2% (a) N=123 zorgverlener Ja, van iemand 2% N=324 1% N=162 2% N=126 2% N=300 2% N=123 anders 46/46

49