Jan Schouten Jaap Praagman Mieke PauZussen



Vergelijkbare documenten
PESTEN. Deze folder is een hulpmiddel voor jou en je kind om samen te leren over pesten en hoe je dit kan stoppen.

Huiswerk Informatie voor alle ouders

Leer / ontwikkelingslijnen. Opleiding Helpende Zorg en Welzijn. BOL en BBL NAAM STUDENT:..

Metacognitieve Therapie

Vragenlijst: Ouderenagressie, een verschijnsel in Thuiszorg Bilzen?

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli In opdracht van Raad van State

Stap 1. Wat wil jij?

Cursussen CJG. (samenwerking tussen De Meerpaal en het onderwijs in Dronten) Voortgezet Onderwijs

Gespreksleidraad WOII geïnteresseerden

Hoe zet ik een tent op?

5.2.1 Jezelf losmaken uit overtuigingen

Ouders en loopbaankeuzes

Als uitgangspunt zijn er drie wensen waar jij uit kunt kiezen:

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

Protocol: Pestprotocol

Pestprotocol basisschool Pieter Wijten

MedewerkerMonitor Benchmark in de Zorg

E-pupillen. Leeftijdskenmerken

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012

Voorbeeld oefentypes online e-learningmodules CommArt Int.

Evaluatierapport Scalda - Groep 3 29 januari 26 maart 2014

LOGBOEK van: klas: 1

ENQUÊTE LEVEN IN HEILIG LANDSTICHTING

IKZ DEEL II : De informatieronde

Samenvattend rapport Operationeel Leidinggevenden

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN

Resultaten Nationale Vergelijkingsmonitor

VAN OUDERCOMITÉ NAAR OUDERRAAD

PEST PROTOCOL. Prins Willem-Alexanderschool

Ekelmans & Meijer Advocaten (Rechten)

Onze groep bezoekt de voorstelling op: LESBRIEF

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Kolom A Kolom B Kolom C Kolom D 1 Je wilt leren zeilen. Wat doe je? Ik stap direct in de boot en ik probeer te zeilen.

Handleiding bij het voorbereiden van een activiteit met of bij een partner

Kindercoach. Jasmijn Kromhout Groep 8b

Het Grote Geldonderzoek: hoe ga je met je geld om?

Een natuurlijk proces

Domeinmodel voor hypothesetoetsen Sietske 23 oktober 2015

Pestprotocol. Uitleg van de petten van de Kanjertraining VOOR ALLE KINDEREN VOOR HET GEPESTE KIND

Intervisiemethodes. In andermans schoenen methode. Incidentenmethode. Kernmodel intervisiemethode. Roddelmethode. Leren van elkaars succes methode

Wie verkoopt uw huis?

Protocol bij het overlijden van een gezinslid van een leerling

Pestprotocol. 1 Achtergrond. 1.1 Uitgangspunt. 1.2 Pesten in het cluster-4-onderwijs. Onderwijs. Pestprotocol Versie: 1.0 Datum: 20 mei 2014

Waterbeheer, kan jij het aan?

Samenvattend rapport Operationeel Leidinggevenden

Onze school gebruikt hierbij naast het SPCO veiligheidplan, in ieder geval de volgende hulpmiddelen:

Pedagogisch klimaat en autisme. Pedagogisch klimaat en de Klimaatschaal. Groepsprocessen bij jongeren: rol van de leerkracht.

VWO-I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT. Bij het examen: NATUURKUNDE VWO 1986-I. 2 Scoringsvoorschrift

Goede afspraken maken goede vrienden

Klachtenbeleid Stichting KOM Kinderopvang

LOGO Fontys HS xxx DELIVERABLE 1-07 VRAGENLIJST KENNISMAKEN

Beleid Luisvrije School

Helpt de GGZ? Kort verslag van de 2de informatiebijeenkomst over ROM ggz 12 oktober 2010, Amersfoort

Verkorte Handleiding Versie Medewerker Januari 2013

Analytische boekhouding

De Patiënt Specifiek Klachten (PSK)

ACT in LOB. De informatietrechter. Werkbladen. Toolkit. Check je info-level! Level 1. Level 2. Level 3. Level 4

20 jaar kinderrechten!

Beslissingsondersteunende instrumenten. Criteria September 2015 Stichting Kwaliteit in Basis GGZ

Rollenspel Jezus redt

Stap 4 Deel Controle willen houden over wat je denkt en voelt

Passend Onderwijs. Tot wanneer is het nog passend?

Vier beproefde manieren om de pot met goud, leren van elkaars ervaringen, open te maken

HOW TO REVIEW THE LITERATURE AND CONDUCT ETHICAL STUDIES

Intake instrumenten HorecaVakPunt. A. Vragenlijst nieuwe leerling

De denkstijltest. CompetenZa

Maak van 2015 jouw persoonlijk professionaliseringsjaar

Contract gedragsverandering

Planning. Week Les Thuis Af. Uitleg nieuwe opdracht Reclame en Campagnes Onderzoek Orange Baby s - NEE - -

Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Relaties en seksualiteit.

LEERVRAAG 2. - Informatie: - informeren. - observeren. - middelen zoeken. - actie ondernemen. - evalueren

Rapport. Bekend maakt bemind Onderzoek naar de bekendheid van en waardering voor het Expertisecentrum Veilige Publieke Taak

Beschermd Wonen met een pgb onder verantwoordelijkheid van gemeenten

De kans is groot dat uw testament niet voldoet aan uw wensen, geen gebruik maakt van

Saxionstudent.nl CE 1

Presentatie eisen reisweek

*** Enquête *** afstudeerscriptie over de huidige elektronische verbindingen*

o o o BIJLAGE PEDAGOGISCHE VISIE A. Gedragsindicatoren personeel in relatie tot leerlingen (vice versa)

Start duurzame inzetbaarheid

Huiswerk. Waarom geven wij op school huiswerk? Wij vinden huiswerk zinvol, omdat we denken daar het volgende mee te kunnen bereiken :

HET DEMOCRATISCH GEHALTE VAN MIJN GROEP

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT WALLABY ZOOGDIEREN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Als je eerder een paard hebt gehad, wat is de reden dat je hem niet meer hebt of wat is de reden dat je er nog een bij wilt?

SPREEKBEURT GEWONE DOOSSCHILDPAD

Vergaderen Informatieblad (VP) IEV1 Bladzijde 1 van 7. Vergaderen

Let op!! Niet zwemmen i.v.m. blauwalg. Leerdoelen: Kerndoelen Curriculum watereducatie SLO: NME leergebied: Werkvormen: Vakgebied: Niveau: Tijdsduur:

Tips Digiduif. 1. U logt in op digiduif met uw adres en wachtwoord.

Les 2. Een open gesprek over psychische gezondheid. Groepsvormingsopdrachten. is een project van Diversion en MIND

1. Opstellen van de enquête

Chic, zo n gedragspatroongrafiek!

De volgende kenmerken die betrekking hebben op de algemene ontwikkeling kunnen wijzen op een ontwikkelingsvoorsprong.

Hooggevoeligheid/prikkelgevoeligheid/OverExcitability

Informatiebrief over deelname aan het onderzoek Food2Learn

Communicatie voor beleid Interactie (raadplegen, dialoog, participatie) en procescommunicatie; betrokkenheid, betere besluiten en beleid

Gedragsprotocol Samenwerkingsschool Balans. Wat is het gedragsprotocol? Uitgangspunt. Pesten of plagen?

Heeft u de afgelopen maand een periode meegemaakt van minstens 2 weken waarin u zich bijna voortdurend somber voelde?

VOEL OOK DE MAGIE VAN KINDEROPVANG EN NATUUR!

Prospectbeheer : Te exporteren adressen

bal Waterpolo competitie

Transcriptie:

De Primula-schaal: een instrument ter meting van assertief vs sub-assertief gedrag Jan Schuten Jaap Praagman Mieke PauZussen Typgrafische verzrging: Anja van MierZ. Werkgrep Organisatie-Ontwikkeling en Gedragsverandering, Afdeling der Bedrijfskunde, Technische Hgeschl te Eindhpven, rapprt nr. II, maart 1975.

INHOUD 1.0. Inleiding 1.1. Defenitie van de termen a88ertief en 8ub-a88ertief 1.2. Het del vande 8chaal 1.3. Vrming van de r8prnkelijke itempl 2.0. Knstruktie,, van de 8chaal 2.1. Intrduktie 2.2. De re8ultaten van de clu8ter-analy8e 2.3. Item-analY8e 2.4. Betruwbaarheid~ validiteit en nrmering 2.5. Verkpte 8chaal 2.6. Knklu8ie8 en aanbevelingen 3.0. De vragenlij8ten 3.1. Inleiding 3.2. Skre-in8truktie De lijsten vr: werkende jngeren-jngens werkende jngeren-meisjes schlgaande studerende jngens schlgaande studerende meisjes werkende en niet werkende vlwassen mannen werkende vlwassen vruwen niet werkende vlwassen vruwen Litemtuur.

De PrimuZa-schaaZ - een instpumenttep meting van asseptie[ vs sub-asseptie[ gedpag. 1.0. InZeiding In dit artikel wrdt de stand van zaken beschreven rnd de ntwikkeling van een vragenlijst ter vaststelling van de mate van assertief vs sub-assertief gedrag. Iemand gedraagt zich meer assertief naarmate hij meer vr zijn rechten pkmt, uiting geeft aan zijn gevelens en beheften; en znder agressie in staat is, nredelijke verzeken en aandrang van anderen p een vr hemzelf bevredigende wijze te pareren. Dit gedrag kan k wrden aangeduid als mndig, nafhankelijk, zelfstandig f knfrnterend.

-1-1.1. Definitie van de termen assertief en sub-assertief gedrag Wij staan een tweeledige definitie vr. In de eerste plaats is sub-assertief vs assertief gedrag pgevat in termen van het sciaal-psychlgisch begrip "cmpliance". Dit is het tegeven aan de (vernderstelde) wensen, eisen, vragen van anderen, terwijl dit tegeven aan de druk van anderen een vervulling van de eigen wensen uitstelt en geheel f gedeeltelijk nmgelijk maakt (Kiesler & Kiesler, 1971; Wrightsman, 1912). Ret tweede element in de mschrijving van assertief vs sub-assertief gedrag is "expressin" in de zin als Salter 1949, dit mschreef. "Expressin" kmt neer p het uiten van emties wensen en beheften k al kmt een dergelijke uiting niet tt stand p grnd van grepsinvled. Assertief kan zdende wrden beschuwd als het uitdrukken van de eigen gevelens (Rathus, 1972; Wlpe, 1969). Vrbeelden: "het pvrlijken van een saaie bijeenkmst". Tijdens een lezing pstaan en vragen "zudt u wat luider willen spreken". Deze gedragssrt is nderscheiden van cmpliance mdat er geen bserveerbare sciale beinvleding aan vrafgaat. Ret is gedrag waar a.h.w. niemand m vraagt, terwijl cmpliance juist het gedrag betreft dat men uitvert mdat een ander dat vraagt. Deze twee gedragsvrmen zu je bij wijze van spreken kunnen aanduiden als reaktief ("cmpliance") en aktief ("expressin"). Reaktief is gedrag dat tt stand kmt als reaktie p een bserveerbare beinvledingspging. "Expressie" zu je aktief gedrag kunnen nemen mdat het berust p een spntane aktie, die niet nder een bserveerbare grepsdruk tt stand kmt. Ret vereenkmende in beide vrmen van gedrag is dat sub-assertief gedrag vermijding is van een sciale knflikt-situatie, f krtweg, sciaal vermijdingsgedrag. Uit de literatuur kmt een schijnbaar meningsverschil ver het begrip naar vren. Dit kan het best wrden gedemnstreerd aan de hand van de pvattingen van Wlpe enerzijds en anderzijds Alberti & Emmns.

-2- Wlpe mschrijft assertief gedrag als een vrm van agressief gedrag, terwijl de laatstgenemde auteurs met nadruk een nderscheid maken tussen assertief en agressief gedrag. In deze p het eerste g bestaande tegenstelling nemen wij het dr Diepstraten (1973) gebruikte nderscheid ver, tussen verschillende vrmen van agressief gedrag. Vlgens hem "kan er verschil gemaakt wrden tussen instrtnnentele agressie zals assertief gedrag (Wlpe's betekenis van agressief gedrag) en "frustratie-agressie" als gevelens van wede, irritatie e.d. (zie Buss, ]961; Berkwitz 1962, 1969). In tegenstelling tt Wlpe hanteren Alberti & Emmns het begrip agressie in deze tweede betekenis, m.a.w. als een vrm van destruktief gedrag. Als men, zals deze auteurs, deze tweede betekenis van het wrd hanteert, is een nderscheid tussen assertief en agressief gedrag zinvl. Wij maken k een nderscheid tussen assertief gedrag en anti-knfrmerend gedrag. Dit is een gedragsvrm die vrkmt aileen mdat het tegengesteld is aan de druk van een meerderheid. "If Eddy selects a purple skirt nly because his parents want hem t wear the green ne, he is manifesting nt independance, but anticnfrmity". (Wrightsman, 1972, p.462). Vr een diepergaand verzicht van de literatuur wrdt verwezen naar Schuten, Rsielle, Paulussen, Beekers & Nelissen (1974).

-3-1.2. Het del van de schaal De publieksgrep waarp de schaal zich richt kan als vigt wrden mschreven: De schaal is in eerste instantie gericht p de kategrie ujerkende jngeren in de leeftijd van 15 tt 20 jaar. Deze grep persnen is gekzen p grnd van de gedachte dat in ieder geval deze grep van jngeren sterk nder invled staat van zelfstandigheidsbedreigende faktren: uders, bvengeschikten, udere kllegaas, terwijl relatiefweinig vr deze grep wrdt gedaan. Op basis van nze ervaringen meenden wij dat het nuttig zu kunnen zijn een schaal te ntwikkezen. die aan twee deleinden zu kunnen beantwrden: het zu een geschikt instrument meten zijn vr de identifikatie en selektie van relatief sub-assertieve persnen. De antwrden p de afznderzijke items zuden bvendien richting kunnen geven aan speciale trainingsaktiviteiten. - het zu een geschikt instrument meten zijn ter evaluatie van trainingen en prgrammaas die gericht zijn p vergrting van de mndigheid f assertiviteit. De belangstelling bij werkende jngeren en vrmingsleiders was ns gebleken uit kntakten met werkende jngeren, leidinggevenden p chefsnivs en kntakten met de vrmingswerkers van het anker aan de Bschdijk te Eindhven. Bvendien bleek deze belangstelling uit een marktnderzekje dat wij in juni 1974 hielden nder 50 willekeurige vrmingsinstituten. De delgrep vr de schaal was en is in de eerste plaats: de werkende jngeren in de leeftijd van 15 tt 20 jaar en in de tweede plaats hun schlgaande leeftijdsgenten. Wij zien evenwel tepassingsmgelijkheden van de schaal bij vlwassenen. Vandaar dat met in hfdstuk 3 k een "vlwassenen-schaal" aantreft. Dit is dan een infrmele bewerking van de "jngeren-schaal".

-4-1.3. V~in~ van de rsprnkelijke ite~z. Bij de vrming van de itempl is uitgegaan van de vlgende wensen. (a) De items zuden vr 50% in "negatieve" en 50% in "psitieve" richting meten zijn gefrmuleerd; (b) Blijkens vrnderzek een redelijke p/q verdeling meten hebben; (0) De itempl zu vr circa 50% nn-cmpliance en 50% expressieitems meten bevatten; (d) Iedere vraag zu zveel mgelijk een specifieke interpersnlijke situatie (cmpliance) f wens (expressie) meten bevatten; (e) Ret al dan niet tegevende f expressieve gedrag zu z vaak mgelijk ekplisiet me ten zijn gefrmuleerd; (f) In een beperkt aantal items zuden eksplisiete uitspraken ver angst, ngemak, arusal als sekndair kriterium mgen fungeren vr de interpretatie van het in de vraag beschreven gedrag als vermijdingsgedrag; (g) De in de vraag vervatte situaties zuden relevant meten zijn vr de respndent c.q. de grepering waarte hij behrt. De itempl kwam als vigt tt stand. (a) Uit bestaande vragenlijsten, i.e. die van Wlpe & Lazarus, zals bewerkt dr Rendel de Jang (VU,A.) en DiLrett (1971), werd een deel der vragen vergenmen. rb) Deelnemers aan assertieve trainingen kmen spntaan met situaties waarin zij sub-assertief reageren. De in hun verhalen vervatte situaties+hun gedrag daarp werden mgezet in vragen. (0) Ongeveer 40 leerlingen van een MAVO schreven een pstel ver "Wanneer ik verlegen ben ". Op basis van deze pstellen werden weer nieuwe vragen gemaakt. rd) Een srtgelijke brn van infrmatie bden een aantal gesprekken met grepen werkende jngeren. (e) Vrmingsleiders gaven p basis van hun ervaring een aantal critische incidenten van var werkende jngeren meilijke situaties. Deze infrmatie werd mgezet in vragen.

-5- Deze vragen werden verzameld tt cnceptlijsten. Deze werden vrgelegd aan werkende jngeren. Hier werd verzcht per vraag aan te geven, he relevant de situatie vr hen was en f men wei eens in een dergelijke meilijke situatie verzeild raakte. Bvendien werd hun m kritiek gevraagd p de frmulering van de vragen. Deze kritiek werd vervlgens verwerkt in een definitieve lijst van uiteindelijk ]03 vragen. In deze vragenlijst werd gebruik gemaakt van 3 typen antwrd vergelijken: tweepunts, driepunts en 'vierpunts schalen. Veelal waren de antwrdmgelijkheden vlledig uitgeschreven. (zie bijlage).

-6-2. Cnst~uctie van de schaaz. 2. I. Int~ductie Bij de verdere uitwerking van de lijst is uitgegaan van de 103 items, die verbleven na de in het vrige hfdstuk mschreven selektie. Aan in ttaal 321 persnen, waarvan de herkmst in tabel 1 is vermeld, zijn deze items vrgelegd. Het z verkregen cijfermateriaal is vervlgens aan een iteratieve clusteranalyse vlgens de methde van Bn van Ostade (Bn van Ostade, 1969) nderwrpen. Dit leverde een duidelijke cluster van 59 items OPe Grep aantal niet cmpleet cmpleet Werkende jngeren 45 1 44 L.T.S. 57 0 57 Huishudschl 45 3 42 T.H. Ehv. (studenten) 21 1 20 v.d. Put Lyceum 51 4 47 Vrmingscentrum Anker 102 I 1 91 Ttaal 321 20 301 Tabel 1. he~kmst prefpersnen. Na cntrle van dit cluster bleven 56 items ver. (zie par. 2.2.). Na een itemanalyse in paragraaf 2.3. wrdt in paragraaf 2.4. ingegaan p de betruwbaarheid, validiteit en nrmering van de schaal. Hiervr zijn de scres p de vergebleven 56 items pgevat als scres verkregen dr afname van deze verkrte versie. Persnen die meer dan 5 items nbeantwrd hebben gelaten zijn hierbij buiten beschuwing gelaten. In paragraaf 2.5. wrdt dan ng de mgelijkheid besprken m de schaal ng verder te verkrten, terwijl paragraaf 2.6. tensltte enkele cnclusies en richtlijnen vr verder nderzek geeft.

-7-2.2. De pesuztaten van de czustepanaz~8e Tepassing van de iteratieve clusteranalyse, met een criteriumwaarde 0.25 leverde afgezien van triviale clusters, een cluster van 59 items p, Vrdat wrdt vergegaan tt betruwbaarheids;, validiteitsbepaling etc. met eerst wrden gecntrleerd in heverre dit resultaat k dr tevalsinvleden kan wrden verklaard. Hierte wrdt het aantal gevnden significante crrelatie tussen items, vergeleken met het p grnd van teval te verwachten aantal. Bij 103 items en 381 persnen is het aantal crrelaties dat luter p grnd van teval grter is dan de vereenkmstindex (criteriummaat) r =0.25, binmiaal verdeeld met gemiddelde m =.05 en spreiding $2.05 e In f.ite is deze redenering niet geheel juist, aangezien de verschillende crrelaties niet nderling nafhankelijk zijn. Simulaties hebben echter aangetnd, dat de hier tegepaste binmiale test als een gede benadering mag wrden pgevat. Bij een dergelijke verdeling is de kans p 58 errelaties <.25 (het werkelijk gevnden aantal) gelijk aan nul, zdat gecncludeerd wrdt dat het cluster geen tevalsresultaat is. Naast deze cntrle p tevalligheid kan achteraf k wrden nagegaan in heverre vldaan is aan de vlgende dr Bn van Ostade gegeven regels: 1. het aantal in het cluster pgenmen-items met vldende grt zijn 2. de sm van de crrelaties tussen deze items met z grt mgelijk zijn. 3. de crrelaties van deze items met de smscre meten niet teveel uiteenlpen. 4. de p-waarden van deze items meten niet teveel uiteenlpen. (de p.-waarde van een item is de fractie van het ttaal aantal persnen, die p dit item het gede, d.i. in ns geval het assertieve, antwrd geeft). Naarmate meer aan het in deze regels gestelde wrdt tegemet gekmen wrdt de smscr, van de persnen (dat is de sm van de gedichitmiseerde scres p aile in het cluster pgenmen items) een betere schatting van de ene algemene factr, waarp vlgens het dr Bn van Ostade gehanteerde mdel het cluster is gebaseerd.

-8- (Of die factr inderdaad de bedelde is, is vervlgens natuurlijk een kwestie van validiteit). In ns geval bleek aan de regels 1 en 2 direct, na weglating van de drie items met de laagste item-ttaalcrrelaties k aan regel 3 vldaan te zijn. De p.-waarden lpen daarentegen ng aardig uiteen. Wanneer echter de itemverzameling een crrelatiestruktuur met een algemene factr, znder grepsfactren heeft is dit niet erg. (Bn van Ostade, 1969, pag.88-89). Vr het dr ns gevnden resultaat lijkt dit een redelijke vernderstelling, zdat we aannemen, dat de vertreding van deze regel geen nadelige gevlgens heeft en we met de resterende 56-items verder kunnen werken. Vr een vlledige uitwerking van de cntrles p de vier genemde regels wrdt verwezen naar een eerdere ntitie (Praagman, 1973).

-9-2.3. Itemanaluse Gegevens ver de belangrijkste itemkarakteristieken, n.l. de "meilijkheidsgraad" (p-waarde) en het discriminerend vermgen is het vermgen van een item m nderscheid te maken tussen, in ns geval, persnen met een hge en persnen met een lage assertiviteit. Vatten we vrlpig de smscre ver de 56 items p als assertiviteitsscre (de vraag f dit juist is, is weer de vraag naar de validiteit), dan kan de item-ttaal-crrelatie als een maat vr het discriminerend vermgen wrden gehanteerd. In klm 2 van tabel 2 staan deze crrelaties, die aile psitief zijn, en significant van nul verschillen. (P(r>O.32'f=O,n=300),.001). Ok wanneer rekening wrdt gehuden met een Iichte flattering van deze crrelaties, drdat ieder item k zelf in de sm is pgenmen, wijst dit ng p een behrlijk discriminerend vermgen. De twee laatste klmmen van de tabel bevestigen dit. Hierin staan de p-waarden van twee deelgrepen, de ene bestaande uit de 33% van de prefpersnen met de laagste smscres (PI) de andere uit de 33% van de prefpersnen met de hgste smscre- (Ph). Vr een ged discriminerend vermgen met steeds gelden dat PI}Ph, hetgeen vr aile items inder4aad het geval is.

-10- item p- it. tt. PI Ph item p it.tt. PI Ph waarde crrel waarde crrel. I 66.45.40.87 29.49.38.25.68 2.60.36.38.80 30.59.47.30.89 3.64.34.52.86 31.59.39.37.81 4.66.36.50.84 32.73.33.60.88 5.47.34.33.65 33.52.42.36.82 6.40.46.19.67 34.49.46.22.76, 7.39.36.22.61 35.32.34 19.52 8.57.38.33.78 36.74.45.53.93! 9.42.47.20.69 37.57.36.36.75 10.51.52 19.78 38.49.53 18.80 1 I.55.46.30.80 39.29.34 It.45 12.63.45.40.91 40.71.47.49.9J 13.72.54.44.98 41.63.38.37.83 14.63.44.43.90. 42.67.44.42.89 15.34.44 10.60 43.37.40.20.58 16.54.38.33.73 44.44.38.21.68 17.68.38.50.85 45.38.32.24.58 18.39.40 17.64 46.54.39.29.78 19.52.55.23.85 47.43.36.20.60 20.62.38.38.81 48.71.36.55.87 21.39.38 17.67 49.60.48.36.85 22.30.32.16.48 50.40.39.27.67 23.36.34.22.57 51.47.33.31.70 24.70.40.53.90 52.48.36.26.69 25.65.49.39.93 53.33.46.13.60 26.50.33.29.70 54.36.37.16.54 27.71.45.49.92 55.48.37.28.69 28.53.44.30.78 56.58.47.27.78 Tabel 2. itemkarakteristieken

-11-2.4. Betruwbaapheid. vaziditeit en npmeping Ok in deze paragraaf baseren we ns weer p de resultaten verkregen dr de afname van de rsprnkelijke I03-itemIijst. De uitspraken die we ver de S6-iternlijst den, meten dan k met de ndige vrzichtigheid gehanteerd en aileen als eerste indicaties wrden gebruikt. Temeer k mdat deze zelfde resultaten k gebruikt zijn bij de selectie van de S6 items. Be tpuwbaapheid Aangezien we ver de resultaten van maar een testafname beschikken, kan het schatten van de betruwbaarheid, alleen m.b.v. iterne cnsistentie - f halveringsmethden gebeuren. Dr ns zijn gebruikt: 1) de schatting vlgens de bekende Kuder-Richardsn 20 frmule (KK-20) (Kuder en Richardsn, 1937). 2) de split-half methde, waarbij vr iedere deelnemer de smscre 00 de eerste helft en die p de tweede helft van de test wrdt bepaald. De crrelatie tussen deze twee deelscres wrdt dan vervlgens met de Spearman-Brwn frmule mgerekend tt een schatting vr de betruwbaarheid (zie b.v. ~hrndike, ]951). Tabel 3 geeft vr ieder van de zes grepen apart, en vr het ttaal deze beide schattingen. Gezien de vr de selectie gebruikte clusteranalyse, die de nadruk legt p interne cnsistentie, zullen de schattingen vlgens de KR.20 frmule te hg zijn. Anderzijds kan de lengte van de rsprnkelijke lijst vermeidheid en Grep T KR.20 split-half w.].90.80 l.t.s..88.84 h.h.s..91.91 t.h..88.86 p.l..92.89 anker.91.91 ttaal.91.88 tabel 3. Betpuwbaapheid vermindering van cncentratie verrzaakt hebben, waardr het laatste gedeelte van de lijst minder ged is ingevuld. De split-half betruwbaarheid is juist gevelig vr dergelijke effecten. Bij een afname van aileen de verkrte versie lijkt een hgere split-half betruwbaarheid dus niet naannemelijk.

-12- Samenvattend kunnen de gegeven schattingen dan k als indicatie wrden gezien, dat de gecnstrueerde 56-ite~schaal een minstens redelijke betruwbaarheid heeft. Validiteit Ging het in de vrige deelparagraaf m de vraag he ged de test iets meet, ngeacht wat dat ak is, nn gaat het erm,.,at de test meet. Of crrecter, bij de validiteit gaat het erm welke interpretatie aan de met de test verkregen data gegeven kan wrden. In feite is het dan k niet juist m te spreken ver ~ validiteit van een test, mdat bij validering naast de testprcedure ~k altijd sprake is van een bepaalde tepassing f interpretatie. Vr verschillende tepassingen van de lijst zijn dus k verschillende validiteiten te nderscheiden. I.v.m. de p dit mment beschikbare gegevens, beperken we ns nu tt wat met IIcnstruct" validiteit wrdt aangeduid. Hiermee wrdt aangegeven in welke mate een test inderdaad het bedelde theretische cnstruct (in ns geval dus assertiviteit) meet. Een gebruikelijke manier m deze validiteit te bepalen is nu am eerst de theretische verbanden met andere cnstructs aan te geven en vervlgens de testscre te crreleren met de resultaten van meetprcedures vr die andere cnstructs. Znder nu verder p de achtergrnden van deze prcedure in te gaan, geven we hier een aantal dergelijke resultaten vr de Primula. Van de grep Werkende Jngeren en een gedeelte van de Ankergrep zijn n.l. ng enkele andere testresultaten beschikbaar. De Primulascre kan dus gecrreleerd wrden met de resultaten van deze metingen (tabellen 4 en 5). test f r test r I.E. 1 ) -.10 M.A.S. -.51 S.A. -.73 P.M.T. +.34 E(A.B.V.) +.16 T(A.B. V.) +.13 tabel 4. rrezaties met PrimuZa; W.J. (N=44). I.E. -.05 H.A.S. -.40 S.A. -.59 E.S.S. -.37 tabel 5. arrezaties met Primula; Anker (N=40).

-13- In beide grepen zijn de crrelaties van de Primula met de M.A.S., de S.A. en de F.S.S. vrij grt. Aangezien dit in vereenstemming is met het theretische verband tussen assertiviteit en sciale angst zijn deze uitkmsten een gunstig teken vr de validiteit van de Primula. Vr de grep W.J. is in figuur t de relatie tussen de Primula en de M.A.S.-schaal ng in een scatterdiagram weergegeven. Nrmeri;:g Vr het geven van vlledige nrmen en/f standaards vr de Primulaschaal ntbreken de gegevens. Figuur 2, waarin de cumulatieve verdeling van de smscre van de nderzchte grep is gegeven, is dan k aileen bedeld m een idee te geven van de spreiding van deze smscres. De kwartielen zijn met stippelijnen aangegeven. Verder met ng wrden pgemerkt, dat tussen de verschillende in het nderzek betrkken grepen verschillen bleken te bestaan, vr wat betreft de gemiddelde smscres. Ieder van de grepen afznderlijk, kan dus kleine afwijkingen vertnen t..v. figuur 2. De gebruikte schalen zijn: E.= M.A.S.= S.A.= F.S.S.= A.B.V.= extenal vs. internal cntrl f reinfrcements Rtter/Andriessen. Manifest Anxuly Scale (Taylr 1953) in de bewerking van het ICIP te Utrecht. Sciale Angst+Schaal (experimenteel), Willems. Prestatie-mtivatietest, Hermans 1967. Fear Survey Schedule van Wlpe & Lazarus; bewerking ICIP Utreci1t. Amsterdamse Bigrafische vragenlijst.

-14-40 30.....-........ '" '" ".. - 10........ L-------~------_+------~~------~ ~-------r- 10 20 30 40 50 60 Scre PRIMULA figuur 1. scatterdiagram MAS- en PRIMULA-scresj werkende jngens. 100 90 80 70 60 '.50 I 40 30 20.. -. --... ~. -... ~ ~..,........ 10 7 14 21 28... scre PRlMULA 35 42 49 56 iguur 2. cumulatieve frequentieverdeling PRIMULA-scres.

-15- Oak de lijst van 56 items, zal dr de tijd die afname nag vergt, in verschillende situaties niet ged bruikbaar zijn. Dit is aanleiding geweest am de mgelijkheden vr een verdere verkrting van de lijst te bekijken. l.jeliswaar zal een dergelijke verkrting de betrm.rbaarheid van de meting verkleinen, maar dit kan in een aantal gevallen van minder belang zijn dan de tijdbesparing dr deze verkrting. Deze verder verkrte versie is dan k nadrukkelijk niet bedeld in plaats van, maar als mgelijke alternatief naast de 56 itemlijst. Omdat de ttale nderzeksgrep vr een grt gedeelte uit Werkende Jngeren bestaat (Werkende Jngeren en de grep van het Anker), hebben we ns bij het zaeken naar de verkarte lijst tt deze graep beperkt. Uit de 56 items met nu dus een sart kern wrden geselecteerd', hiervar kamen verschillende methden in aanmerking. Wij hebben pnieuw gebruik gemaakt van de iteratieve clusteranalyse, nu met een hagere criteriumwaarde (crit.35). Verder is de analyse nu tetsend uitgeverd, wat betekent dat nu verlappende clusters gevnden kunnen wrden. Dit in tegenstelling tt de eerste keer, ten is de explratieve versie gebruikt, die aileen disjuncte clusters bepaalt. Ret resultaat van deze analyse was een duidelijke cluster van IS items. De rangnummers, die deze items in de lijst van 56 hebben staan in tabel 6 vermeld. Aangezien deze verkrting nag aileen maar als een vrstel met wrden gezien zijn verder geen uitgebreide gegevens meer vr deze lijst bepaald. AIleen zij nag vermeld,dat de interne cansistentie (betruwbaarheid) gemeten met de KR.20 frmule.82 is, en de crrelatie tussen de smskre ap de it1mm~'!'l 6 15 39 7 19 42 9 21 47 10 25 50 14 38 56 tabel 6. verkrte Zijst 56-item en de 15-itemlijst vr de ttale grep Werkende JOngeren gelijk is aan.88. Beide cefficienten zullen i.v.m. de gebruikte selectiemethde een geflatteerd beeld geven, maar zijn vldende grat am een verkarting van de lijst in eerste instantie te rechtvaardigen.

-16-2.6. Cnelusies en aanbevezingen Ngmaals benadrukken wij, dat de tt nu te gepresenteerde gegevens ver de Primula aileen als aanwijzingen vr betruwbaarheid, validiteit etc. van de test mgen wrden beschuwd. Dit, mdat in de eerste plaats de uitspraken ver de 56-itemlijst gedaan zijn p grnd van met de J03-itemlijst verzamelde gegevens, en in de tweede plaats mdat de 56-items met behulp van deze zelfde gegevens uit de l03-items zijn geselecteerd. De gevnden resultaten meten nu dus met behulp van verder nderzek wrden getetst. T.a.v. de betruwbaarheid betekent dit, de afname van de 56 itemlijst bij een vldende grte steekpreef uit de ppulatie waar we ns n richten, waarbij aandacht geschnken met wrden aan de amstandigheden waarnder de afname plaats vindt, de vlgrde waarin de items 'vrden gepresenteerd etc. Ok vr de verkrte lijst zal srtgelijk nderzek meten wrden uitgeverd, meer dan bij de 56-itemli.ist zal hier k ng de keuze van de items nader wrden nderzcht. V~~r de verdere validering is het zeken naar en ntwikkelen van gedragsmetingen een eerste vereiste. Een gede weg zu zijn: aansluiting te zeken bij reeds bestaande prcedures. In dit verband denken wij aan het werk van McFall (1970,1971), Asch, DiLret (1971), Crutchfield (1962), en Efran & Krn. Deze nderzekers hebben meetprcedures ntwikkeld die een gede dekking bieden van wat wij hebben beschreven als aktief assertief gedrag (expressie) en reaktief assertief gedrag (cmpliance). Onderstaand schema biedt een verzicht van de.i. ged bruikbare gedragsgegevens. \.

-17- aktief assertief reaktief assertief participatie-scres van persnen in strangergrepen (Efran & Krn). De mate van uit aktueel gedrag blijkende vrkeur vr sciaal/verbale versus intellektuele aktiviteiten (met geringe manifestatie in een grep) (Efran & Krn). skres vr cmpliance, independence en cunterdepence met de klassieke Asch prcedure van Crutchfield. Gedragsbservatie angst en nrust gedurende experiment van Asch c.q. Crutchfield, (DiLret). Gedrags en zelfbservatie zelfbservatie skres van de assertieve gedragstest als ntwikkeld dr McFall.,

-18-3. De vra~enlijsten. 3.1. Inleidin~ Op de vlgende bladzijden vindt men de lijst van 59 vragen die na teratieve cluster analyse verbleven. De vlledige lijst heeft betrekking p de grep van Werkende Jbngeren. Daarna zijn vervangingsvragen pgenmen vr: Werkende meisjes vr schzgaande en studerende jngens en meisjes - vr vlwassen mannen vr /JJerkende vru/;jen - vr niet-ujerkende vruujen. Onderstaand matrix geeft ng eens de ppulaties weer waarp de Primulaschaal betrekking heeft. Vr aile grepen behalve die van Werkende Jngeren, met de lijst als experimenteel wrden pgevat. fit'.9 - l-lerkend 1ft.'21 ir 0 0 schlgaand/ studerend 0 0 werkend lft.)22 ;r 0 niet werkend 0 0

-19-3.2. Skringsinstruktie item nr. antwrd,item nr. antwrd azternatief azternatief 2 3 4 2 3 4 0 26 0 2 0 27 0 3 0 28 0 4 0 29 0 5 0 30 0 6 0 31 0 7 0 32 0 8 0 33 1 0 9 0 34 0 10 0 35 0 1 I 0 36 0 12 0 37 0 13 0 38 0 14 0 39 0 15 0 40 0 16 a 41 a 17 0 42 0 0 18 0 43 000 19 0 44 0 20 0 45 a 0 0 21 0 46 0 22 I 0 47 0 0 23 0 48 0 0 24 0 49 0 0 0 25 1 50 0 51 0 0 0 52 0 1 53 0 0 1 54 000 55 0 56 0 1 I

l~rkgroep ORGANISATIE-ONTWIKKELING EN GEDRAGSVERANDERING i.. PRIMIJLA-SCHAAL Op de vlgende bladzijden vind je een aantal vragen en pvattingen waar je het meer f minder mee eens zult zijn. Wil je bij elk van die pvattingen f vragen aangeven wat ie mening is? Dit de je dr een kruisje te zetten bij een van de antwrden. Vrbeeld: Mensen drinken vaak te veel. ja, meestal wei i nee, meestal niet Ret kruisje in hetnderstaand rndje zu betekenen dat je het echt niet vindt dat mensen meestal te veel drinken. Vrbeeld 2: Als ik mensen niet z aardig vind, laat ik dat duidelijk merken. Q.i a, meestal ~"el nee, meestal niet. Dit zu betekenen dat je het meestal aan mensen laat merken als Je ze niet aardig vindt. Ret kan best zijn dat smmige vragen lijken p vragen die je al beantwrd hebt. Ret beste is ze dan tch maar te beantwrden. Ret beste is de vragen snel af te werken. Denk niet te lang na. G.ede f fute antwrden zijn er niet. Ret gaat m je eigen mening.

-1- Werkende jn~eren-jn~ens. I. Ik vind het meilijk vervelend-nieuwsgierige mensen te zeggen dat dat zij zich met hun eigen zaken meten bemeien? 0 0 ja, dat vind ik vaak meilijk nee, dat vind ik niet z meilijk 2. Als mijn verstand 0 0 0 baas dnnne f ndeskundige dingen zegt ver iets waar ik van heb, prbeer ik hem dat duidelijk te maken. ja, zander meer ja, maar ik vel me dan niet altijd p mijn gemak nee, ik zeg maar liever niets 3. Als mensen iets nredelijks van mij willen vind ik het sms meilijk "nee" te zeggen vind ik het niet meilijk m "nee" te zeggen 4. Ret kmt vaak vr dat ik mensen geiijk geef, k al ben ik het in mijn hart niet met ze eens. ja, vaak wei nee, meestal niet 5. Als iernand mij iets vraagt te den wat ik eigenlijk niet z ged kan, wrd ik gauw zenuwachtig. ja, vrij vraak nee, bijna nit 6. In gesprekken wrd ik vaak verbluft, terwijl ik achteraf p het gede antwrd kam..la, dat maak ik vaak mee nee, da~ averkamt me zelden 7. Als het ergens saai is, ben ik vaak de eerste die de zaak apvralijkt. ia, meestal wei nee, me~stal niet.

-2-8. Als iemand die ik ken nware f akelige praatjes ver.me heeft verteld, ga ik hem meteen pzeken m er ver te praten. ja, vaak wei nee, bijna nit 9. Als iemand mij in een grep een nverwachte vraag stelt, vind ik het vaak meilijk m rustig een antwrd te bedenken/geven. 0 waar 0 niet waar 10. Als ik een meisje aardig vind, maar ik ken haar niet z ged, vind ik het meilijk m er een praatje mee te maken. ja, meestal wei nee, bijna nit 11. Ik vind het meilijk een mei s,i e dat ik niet z ged ken, uit te ndigen vr een feest. 0 ja, meestal wei 0 nee, meestal niet 12. Als een belangrijk iemand mij afsnauwt kanker ik achter zijn rug maar de ik verder vaak niets zek ik hem later p en vraag m uitleg 13. Ik ga liever niet naar vreemde mensen mdat ik misschien wei stmme dingen de f zeg. ja, meestal is dat z nee, meestal is dat niet z 14. Als iemand mij in een vreemd gezelschap een vraag stelt, krijg ik vaak een rd hfd. waar niet waar 15. Je zu van je vrienden eigenlijk willen weten wat ze van je vinden, maar Je vraagt het niet. j a, in het algemeen is nat ~.. aar nee, in het algemeen is dat niet waar 16. Je maakt 1 iever geen ruzie met verkpers 8.1s zi i een te hge prij s rekenen vr iets. nee, liever niet ja, wei eens

-3-17. Als iemand zich niet eerlijk gedraagt, vind ik het meilijk m naar hem te te gaan en hem dat te zeggen. ja, in het algemeen waar nee, in het algemeen niet waar 18. Ik zu het meilijk vinden als ik mijn baas zu meten vertellen dat hij een slecht stukje werk had afgeleverd. ja, in het algemeen waar nee, in het algemeen niet waar 19. Ik vind het nprettig m in een gezelschap het eerste wat te zeggen. ja, meestal is dat z nee, meestal 1S dat niet z 20. Ik vind het meilijk m hard p te treden tegen mensen die mij lmp en beledigend behandelen. ja, meestal wel nee, meestal niet 21. Bij de gedachte dat ik mijn baas m pslag zu meten vragen, vel ik mij best p mijn gemak. waar niet waar 22. Je ziet iemand lpen waar'tan,;e niet zeker bent f j e hem kent. l-tat de le dan? je schiet hem aan en maakt een praatie met hem je lpt hem vrbi,; 23. Als je in een trein f bus rijdt, knp je dan een gesprek aan met je medereizigers? ja, vaak wel nee, nit 24. Ik km vaak vr mijn men1ng uit, zelfs als ik weet dat ze me vr schut prber en te zetten. ja, meestal wel nee, vaak niet 25. Ik vind het vaak vervelend m uitleg te vragen van meilijk wrden, mdat ik denk dat ze me anders dm zullen vinden. ja, meestal is dat z nee, meestal is dat niet z

-4-26. Je zu smmige vrienden best willen vertellen wat je van ze vindt, maar Je det het niet. 0 ja, 1.n het algemeen waar 0 nee, in het algemeen niet waar 27. Als ik mijn meisje aan iemand vr met stellen, weet ik me niet z ged een huding te geven. 0 waar 0 niet waar 28. Als ik vr de eerste keer bij een meisje thuis km f zu krnen, ben ik bang dat ik iets verkeerd zal den f zeggen. 0 waar 0 niet waar 29. Als ik tijdens een bijeenkmst de spreker niet ged kan verstaan steek ik mijn arm p en vraag f hij iets harder wil praten span ik mij extra in f schuif iets naar vren, maar zeg niets. 30. Als ik de indruk krijg dat iemand mij strak aankijkt, laat ik mij daardr wei eens van mijn stuk brengen..;a, dat is waar nee, dat is niet z 31. Je bent bezig met een stuk werk dat je graag af zu willen maken. Je denkt dat je ng 10 minuten ndig hebt. Je bent bijna klaar. Maar je baas kmt en vraagt f je aan iets anders wilt gaan werken. Eigenlijk wil je eerst je eigen ~.,erk afmaken. Wat de je? ik zu het meilijk vinden tegen mijn baas te zeggen dat ik het niet de ik zu het niet z meilijk vinden tegen mijn baas te zeggen dat ik het niet de 32. Je zit met een paar mensen te praten. Iemand zegt iets vervelends ver een vriend van je.,.;rat de je? je hudt je mnd maar je vindt het vervelend Je zegt dat je het niet leuk vindt ver iernand te praten die er niet is. 33. Je wilt wei meepraten 1.n een grep, maar iemand anders 1.S je telkens net vr. Wat de je? 0 le zegt dat hij nu zijn mnd eens dicht huden met mdat j ij k wei eens aan de beurt wil kmen 0 je vindt er niets meer aan en zegt niets meer