Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Godsdienst-Pastoraal Werk voltijd - deeltijd



Vergelijkbare documenten
Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Personeelsmanagement deeltijd - afstandsonderwijs. Hogeschool NTI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd - deeltijd. Hogeschool Hanzesteden

Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding Accreditatie HBO bachelor opleiding. Informatica deeltijd. Hogeschool E3

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Tweedegraads lerarenopleidingen voltijd - deeltijd

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Tweedegraads lerarenopleiding Docent ICT voltijd / deeltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatica voltijd. Hogeschool Leiden

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding. Bedrijfskunde deeltijd. Hogeschool NOVI

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Fontys Hogescholen Fontys Lerarenopleiding Sittard Cluster Talen

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Verkeer en Logistiek deeltijd. Hogeschool NOVI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bio-Informatica voltijd. Hogeschool Leiden

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool Leiden

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool INHOLLAND

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Ondernemerschap Voltijd-deeltijd-duaal. Hogeschool Saxion Next

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Tweedegraads lerarenopleidingen vo/bve, Cluster Talen Voltijd / afstandsleren

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Tweedegraads lerarenopleidingen vo/bve, Cluster Science voltijd / afstandsleren

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding VORMGEVING. ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem, Enschede, Zwolle

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management in Zorg en Maatschappelijke Dienstverlening deeltijd.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd - duaal. De Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd en deeltijd. Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Fontys PABO Tilburg voltijd - deeltijd. Stichting Fontys Hogescholen

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding DOCENT BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING. ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem, Zwolle

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Communicatie deeltijd - afstandsonderwijs. Hogeschool NTI

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hanzehogeschool Groningen

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Tweedegraads lerarenopleidingen vo/bve, Cluster Mens en Maatschappij voltijd / afstandsleren

Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding HBO Bachelor opleidingen Social Work CMV en SPH deeltijd - afstandsonderwijs. Hogeschool NTI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Elektrotechniek voltijd. Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding International Business and Management Studies (IBMS) voltijd. Saxion Hogeschool Deventer

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming CMV voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool van Amsterdam

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Personeel & Arbeid P&A, voltijd en deeltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management, Economie en Recht, deeltijd. Hogeschool NTI

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening voltijd - deeltijd. Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd. Saxion Hogescholen, locatie Deventer

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management in de Zorg deeltijd voltijd/duaal. Haagse Hogeschool

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Fontys Hogescholen Fontys Lerarenopleiding Sittard Cluster Mens & Maatschappij

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Leraar basisonderwijs voltijd - deeltijd. De Haagse Hogeschool

Adviesrapport Toets nieuwe opleiding HBO bachelor Tweedegraads Lerarenopleidingen Nederlands en Natuurkunde voltijd, deeltijd, duaal.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd / deeltijd. Haagse Hogeschool / TH Rijswijk

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Scheepsbouwkunde Voltijd. Hogeschool INHOLLAND

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Farmaceutisch Consulent deeltijd. Hogeschool Saxion Next

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Logistiek en Technische Vervoerskunde voltijd - duaal

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Algemene Operationele Technologie Voltijd Deeltijd - Duaal

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Integrale Veiligheidskunde voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Adviesrapport Accreditatie HBO Master opleiding Danstherapie deeltijd. Codarts Hogeschool voor de Kunsten/ Rotterdamse Dansacademie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Adviesrapport Accreditatie HBO bacheloropleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd. Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Opleiding tot leraar Basisonderwijs voltijd - deeltijd. Hogeschool Leiden

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Hoger Hotelonderwijs voltijd deeltijd - duaal. Saxion Hogeschool Deventer

Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding HBO Bachelor opleiding Bedrijfskundige Informatica deeltijd

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening SPH, voltijd, deeltijd, duaal

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Personeel & Arbeid voltijd en deeltijd. Hogeschool Leiden Cluster Management & Bedrijf

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO-V voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool Leiden

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Dansvakopleiding Koninklijk Conservatorium voltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Commerciële Textielkunde voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Commerciële Economie voltijd - deeltijd. Fontys Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bedrijfswiskunde voltijd. De Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voltijd - deeltijd. Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bedrijfseconomie voltijd - deeltijd

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Bedrijfswiskunde voltijd. Hogeschool INHolland

Concept Adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding. HBO Bachelor opleiding. Fontys Hogescholen

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding. Fontys Hogescholen Fontys Lerarenopleiding Sittard Cluster Bèta

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Management in de Zorg - deeltijd - Hogeschool INHOLLAND

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Informatica voltijd - deeltijd - duaal. Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie deeltijd. Hogeschool NOVI

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Integrale Veiligheidskunde voltijd en deeltijd. Saxion Hogeschool, Enschede

Adviesrapport Accreditatie HBO bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, deeltijd. Hogeschool NTI

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Industrieel Product Ontwerpen voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Protocol TNO Educatieve Master

Transcriptie:

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Godsdienst-Pastoraal Werk voltijd - deeltijd Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst voltijd - deeltijd Hogeschool Windesheim

Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Godsdienst-Pastoraal Werk voltijd deeltijd. CROHO: 35146 Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst voltijd deeltijd. CROHO: 35441 Hogeschool Windesheim Hobéon Certificering BV 12 oktober 2009 Auditteam: W.L.M. Blomen (vz) Dr. J. Bekkenkamp Drs. K. Waardenburg Drs. T.D. Visser T. Raams secretaris/onderwijskundige Drs. G.W.M.C. Broers

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1 1.1. Functie van het rapport 1 1.2. Bereik van de beoordeling 1 1.3. Karakteristiek van de opleidingen 1 1.4. Visitatierapport Godsdienst en Pastoraal Werk 2 1.5. Aanpak 4 1.5.1. Beoordelingsprocedure en werkwijze 4 1.5.2. Beslisregels 6 1.5.3. Auditteam 7 1.5.4. Deelnemers visitatie 8 1.5.5. Programma visitatie 11 mei en 16 juni 2009 8 2. Bevindingen en beoordeling 9 Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding 9 Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen 9 Facet 1.2. Niveau Bachelor 12 Facet 1.3. Oriëntatie HBO 15 Onderwerp 2: Programma 17 Facet 2.1. Eisen HBO 17 Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 21 Facet 2.3. Samenhang Programma 23 Facet 2.4. Studielast 25 Facet 2.5. Instroom 27 Facet 2.6. Duur 29 Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 30 Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing 33 Onderwerp 3: Inzet van Personeel 36 Facet 3.1. Eisen HBO 36 Facet 3.2. Kwantiteit Personeel 37 Facet 3.3. Kwaliteit Personeel 38 Onderwerp 4: Voorzieningen 40 Facet 4.1. Materiële Voorzieningen 40 Facet 4.2. Studiebegeleiding 42 Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg 45 Facet 5.1. Evaluatie Resultaten 45 Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering 47 Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 48 Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau 50 50 Facet 6.2. Onderwijsrendement 52 3. SAMENVATTEND OORDEEL 55 3.1. Oordeelschema HBO bachelor opleiding: Godsdienst-Pastoraal Werk 55 3.2. Oordeelschema HBO bachelor opleiding: Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst 56 3.3. Integraal oordeel/ advies aan NVAO 57 Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 11 mei en 16 juni 2009

1. INLEIDING 1.1. Functie van het rapport Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleidingen. 1.2. Bereik van de beoordeling 1.2.1. De Christelijke Hogeschool Windesheim, in casu de marktgroep Theologie en Levensbeschouwing, verzorgt de HBO bachelor opleiding: Godsdienst-Pastoraal Werk, voltijd en deeltijd, crohonummer: 35146; Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst, voltijd en deeltijd, crohonummer: 35441. 1.2.2. Hobéon Certificering heeft haar oordeel over de voltijd- en deeltijdvariant van de opleidingen Godsdienst-Pastoraal Werk en de Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst, voltijd en deeltijd in één rapport samengevat omdat beide opleidingen nauw aan elkaar verwant zijn en beide varianten binnen de twee opleidingen gericht zijn op dezelfde eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader aangeboden worden. Niettemin wordt in het rapport een onderscheid gemaakt tussen de beide opleidingen en hun varianten. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review van de opleidingen Godsdienst-Pastoraal Werk en de Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst. 1.3. Karakteristiek van de opleidingen HBO-opleidingen op het terrein van theologie zijn verdeeld op basis van geografie, invulling van de identiteit en denominatie (rooms katholiek en protestant). Er is weinig sprake van concurrentie, eerder van samenwerking. Deze samenwerking wordt vaak georganiseerd via het Landelijk Opleidingen Overleg GPW. Windesheim is landelijk gezien wat omvang van studentenpopulatie gezien een middenmoter, met de CHE (Ede) als grootste collega theologie-instelling en de opleidingen van het CGO (Rotterdam) als kleinste partner. De beide voltijdopleidingen die onderwerp zijn van deze accreditatie zijn ontstaan vanuit het samenwerkingsverband VUKANZ (Vrije Universiteit Amsterdam, Theologische Universiteit Kampen, NBI-Utrecht en Windesheim Zwolle). Beide Hbo-opleidingen leiden op tot hbo-theoloog. Van belang is op te merken dat voor de opleiding Godsdienst/Pastoraal Werk geldt dat een belangrijk deel van het programma, waarin het gaat om de theologische en levensbeschouwelijke inhouden, wordt verzorgd samen met de Lerarenopleiding Godsdienst/Levensbeschouwing. Het eerste jaar (de propedeuse) is voor beide opleidingen grotendeels identiek. Er zijn geen specifieke toelatingseisen. Binnen de opleiding Godsdienst-Pastoraal werk kunnen studenten kiezen voor de profielen Zin en Zorg, Geloof en Kerk of Religie en Samenleving. De opleiding is erkend door de Protestantse Kerk in Nederland en door het Leger des Heils. Voor beide opleidingen geldt dat er geen specifieke toelatingseisen zijn. Studenten met een eerdere opleiding voor en/of ervaring in de werkvelden kunnen op grond van een assessment een verkorte studieroute op maat krijgen. In samenwerking met de andere Lerarenopleidingen VO/Bve van Windesheim wordt het in toenemende mate mogelijk om een tweede of nog een andere bevoegdheid te behalen voor afgestudeerde docent in het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 1

De opleidingen op het terrein van Theologie en Levensbeschouwing hebben een traject van onderwijsontwikkeling en organisatie achter de rug. Na het visitatierapport van 2004 (zie hierna) is er veel gebeurd. Niet alleen hebben de aanbevelingen van dit rapport tot aanpassing en verbetering geleid, ook actuele ontwikkelingen hebben de vorm en inhoud van de opleidingen beïnvloed. De marktgroep Theologie en Levensbeschouwing verzorgt sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw een deeltijdopleiding Godsdienst Pastoraal Werk (GPW) en een deeltijdopleiding Afgestudeerde docent van de Tweede graad in Godsdienst/Levensbeschouwing (GL) in Zwolle. Sinds 1 september 2005 zijn deze opleidingen geheel vernieuwd door de fusie van de NBI Hogeschool voor theologie (voorheen het Nederlands Bijbelinstituut te Utrecht), die sinds 1948 theologieonderwijs verzorgde in Nederland, met de Windesheim opleidingen Theologie en Levensbeschouwing (zie hierna). De Utrechtse opleidingen en andere activiteiten, zoals contracten post-hbo-aanbod zijn opgenomen in Windesheim Theologie en Levensbeschouwing en de docententeams zijn samengevoegd. Gezamenlijk is een nieuw opleidingsprogramma ontwikkeld dat de Windesheim Onderwijsstandaarden volgt en dat per 1 september 2009 in alle leerjaren wordt uitgevoerd. Na de fusie is vanuit één nieuwe organisatie toegewerkt naar een nieuw curriculum voor de opleiding GPW en GL. Dit is in 2006-2007 gerealiseerd voor eerste- en tweedejaarsstudenten. Studenten die voor die tijd aan hun opleiding begonnen zijn, kunnen deze nog in de oude stijl afronden. Voor 2008-2009 geldt dat nog 26 studenten oude stijl hun opleiding moeten afronden. De opleidingen worden met één programma aangeboden op twee locaties: Zwolle (Campus Windesheim) en Utrecht (het Johannescentrum). Het volledige auditteam heeft een bezoek gebracht aan de Zwolse vestiging. Twee leden van het auditteam hebben een bezoek gebracht aan de Utrechtse vestiging. Bij de deeltijdvarianten van beide te accrediteren opleidingen gaat het om een reguliere toetsing in het kader van accreditatie van opleidingen in het hoger onderwijs. Voor de voltijdvariant van beide opleidingen geldt dat deze gestart zijn in september 2008 (zie hierna). Hierna gebruiken we de volgende afkortingen: GCS/GPW: voltijdopleiding GPW; GCS/GL: voltijdopleiding GL; GPW: deeltijdopleiding GPW; GL: deeltijdopleiding GL. Windesheim is vanaf 1 september 2008 gestart met de opleiding Geloof, Cultuur en Samenleving waarin een HBO- en een WO-bachelor Theologie samengaan. In dit verband is het van belang om op te merken dat in januari 2008 overeengekomen is dat ook de Rijksuniversiteit Groningen een deel van het onderwijs in de major zal verzorgen. Beide opleidingen worden aangeboden met een programma dat de eerste 1,5 jaar grotendeels (66 procent) gezamenlijk door WO- en HBOstudenten wordt gevolgd, deels in Kampen en deels in Zwolle. De resterende 34 procent van deze drie semesters volgen de studenten afzonderlijk onderwijs in hun eigen stream (HBO of WO). Vanaf het vierde semester volgen de HBO-studenten hun programma in Zwolle. Dit programma is afgeleid van het curriculum van de deeltijdopleiding. Geloof, Cultuur en Samenleving is van start gegaan als GPW-opleiding, maar biedt thans de mogelijkheid om na een jaar in te schrijven als voltijds GL- student en een Bachelor of Education te behalen. De opleidingen GCS/ GPW en GCS/GL kennen in belangrijke mate dezelfde opbouw. Voor het cohort 2008-2009 geldt dat de studenten die kiezen voor de voltijds opleiding docent Godsdienst/Levensbeschouwing zich vanaf september 2009 inschrijven als GL student. 1.4. Visitatierapport Godsdienst en Pastoraal Werk De deeltijdvariant van de opleiding Godsdienst en Pastoraal Werk is door een visitatiecommissie beoordeeld op 6 en 7 mei 2003. In 2004 verscheen het visitatierapport. De toen landelijk gevisiteerde opleidingen op dit terrein maakten voorafgaand aan de visitatie deel uit van de lerarenopleiding of de opleiding voor sociaal en cultureel werk. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 2

De visitatiecommissie merkt in het algemeen op dat het hier gaat tot op zekere hoogte om kwetsbare opleidingen, op zoek naar een eigen profiel dat aansluit bij zowel de behoefte van studenten als bij de kerkelijke en religieuze praktijk, die zich als gevolg van culturele en maatschappelijke ontwikkelingen in een proces van snelle verandering bevindt (pag. 5, visitatierapport). Wat de opleiding bij Windesheim betreft, komt de visitatiecommissie samengevat tot de volgende conclusies en aanbevelingen. De opleiding heeft voldoende visie op de ontwikkelingen in het werkveld en het beroep. De opleiding leek ten tijde van de visitatie vast te willen houden aan het klassieke onderwijs en was in dit verband niet duidelijk over haar beleid ten aanzien van moderne onderwijsfilosofieën (pag. 147). Geadviseerd werd om een eenduidige didactische visie te ontwikkelen en deze vervolgens te implementeren. In dit verband diende de opleiding ook meer samenhang aan te brengen in het studieprogramma. De betrokkenheid van het werkveld bij de opleiding zou kunnen worden vergroot waardoor theorie en praktijk beter op elkaar aansluiten. De begeleiding van studenten kon intensiever en minder afhangen van het initiatief van de student. Er was sprake van een generieke vrijstelling van 20 studiepunten die naar de mening van de visitatiecommissie ongedaan gemaakt diende te worden. De contacttijd diende vergroot te worden en de studielast onderzocht worden. De beoogde eindtermen dienden beter geborgd te worden en de toetsvormen meer gevarieerd te zijn. De staf die de visitatiecommissie in 2003 aantrof kwalificeerde zij als overbelast ; de opleiding had een zwakke economische positie (pag. 149). Ook het personeelsbeleid en de kwaliteitszorg dienden verbeterd te worden. Windesheim heeft op de rapportage van de visitatiecommissie gereageerd met een notitie Bestuurlijke hantering. In een schrijven aan de onderwijsinstelling van 27 november 2006 laat de NVAO vervolgens weten dat het bestuur van de hogeschool adequaat heeft gereageerd. Op de als onvoldoende beoordeelde punten is bij de opzet van de nieuwe opleiding GPW rekening gehouden. In 2003, is ook de GL opleiding gevisiteerd in het kader van de visitatie van alle opleidingen Afgestudeerde docent Voortgezet onderwijs. Zwak waren in die beoordeling onder meer de volgende aspecten: geen algemeen erkende eindtermen; eindkwalificaties onvoldoende vertaald naar eindtermen modules; vertaalslag doelstellingen naar modules onvoldoende zichtbaar; veel losse modules; gering aantal contacturen deeltijd; toetsvormen eenzijdig. Hoewel het inmiddels zes jaar geleden is dat de opleidingen gevisiteerd zijn, heeft het auditteam thans tijdens het bezoek aan de opleidingen toch aandacht besteed aan de wijze en de mate waarin de onderwijsinstelling er in geslaagd is de door de visitatiecommissie gegeven aanbevelingen in haar rapport van 2004 om te zetten in beleid. Gelet op het bovenstaande komt het auditteam in 2009 samengevat tot de volgende bevindingen: De opleidingen houden contacten met het werkveld. Dit wordt in belangrijke mate gerealiseerd door een docententeam dat beschikt over een goede kennisbasis in de relevante werkvelden: theologie, pastoraat, levensbeschouwing en onderwijs en hun banden met het relevante beroepenveld. Wat dit laatste betreft is een aantal docenten actief werkzaam in het werkveld. De opleidingen doen regelmatig een beroep op gastsprekers. Ten tijde van de visitatie in 2003 wilde de opleiding vasthouden aan het klassieke onderwijs. Thans is er sprake van een didactisch concept dat in de documentatie uitgebreid beschreven is en dat op een modernere leest is geschoeid dan in 2003 het geval was. Er is sprake van kennisoverdracht in de klassieke zin, maar ook van activerende didactische werkvormen zoals het verwerken van studiestof door middel van het maken van opdrachten in de praktijk. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 3

De opleidingen beschrijven onder andere in het onderwijs en toetsplan hun visie op het geven van onderwijs aan de groep voltijd- en deeltijdstudenten. De samenhang in beide studieprogramma s, die wat inhoud betreft in belangrijke mate overeenkomen, is in de documentatie verder uitgewerkt. Studenten gaven tijdens de audit aan dat de opleidingen de samenhang voldoende helder beschreven hebben in de studiegids. De opleidingen hebben de begeleiding van studenten sinds 2003 verder verbeterd. Er zijn studieloopbaanbegeleiders ingezet en ook op de stageplek van de student is sprake van begeleiding. Positief is ook dat de opleidingen een uitgebreid intakegesprek voeren met studenten zodat beide partijen weten wat zij van elkaar kunnen verwachten. Interessant in dit verband is de constatering van de visitatiecommissie in 2003 om de begeleiding van studenten minder te laten afhangen van het initiatief van de student. Het auditteam constateert dat met name deeltijdstudenten het juist prettig vinden om zelf aan te geven wanneer zij begeleiding/hulp willen. Hun volwassenheid en grotere mondigheid speelt hierbij een rol. Er is geen sprake meer van een generieke vrijstelling van 20 studiepunten. De contacttijd ligt rond de 12-15 uur per week. In de eerste fase van de studie is het contact intensiever dan nadien. De opleidingen hebben inzicht in de studielast van studenten door hen regelmatig hierover te bevragen. De opleidingen hanteren inmiddels een aantal verschillende toetsvormen, beschreven in een apart document. De beide opleidingen bezitten thans voldoende personeel, hoewel de werkdruk een punt van aandacht blijft; het personeel is hier licht tevreden over. Ook is de kwaliteitszorg verbeterd en uitgebreid beschreven in een eigen Werkboek kwaliteitszorg. 1.5. Aanpak 1.5.1. Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende opleidingen en hun varianten voltijd en deeltijd is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleidingen voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De beide opleidingen hebben zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. GL richt zich daarnaast nog op de sbl-competenties, de competenties die in landelijk verband zijn opgesteld en landelijke gelden voor lerarenopleidingen, sbl (zie onder facet 1.1.: Domeinspecifieke Eisen ). Het auditteam heeft deze opleidingsspecifieke referentiekaders beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor opleidingen op Hbo-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 4

De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleidingen geleverde schriftelijke informatie: Management Review MR; Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement OER; De reactie op het visitatierapport uit 2004; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: - strategische keuzen en de positie in de markt, - interne organisatie, - de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, - ontwikkelingen in het beroepenveld, - beroeps- en opleidingsprofielen, - (validatie) eindkwalificaties, - curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, - werkvormen, - toetsing en beoordeling, - kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, - internationalisering, - instroombeleid, - studiebegeleiding, - onderwijsrendement. Op basis van de door de opleidingen geleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van beide opleidingen en hun varianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan onderwerpen als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne- en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleidingen op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve controle door middel van een visitatie 1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten: externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van theologie, pastoraat en levensbeschouwing, een werkvelddeskundige godsdienstonderwijs, één student, één lead auditor, één auditor onderwijs vanuit Hobéon Certificering, tevens secretaris. Onder controle moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. 1 Visitatie heeft op 11 mei en 16 juni 2009 plaatsgevonden. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 5

De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding(en) overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; docentevaluaties; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de beroepsproducten die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de eindproducten van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van de opleidingsprogramma s en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen in Zwolle en Utrecht. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd. Omdat de opleidingen GPW en GL en hun beide varianten in belangrijke mate een identiek opleidingsprogramma volgen, is er in dit rapport voor gekozen om onder Bevindingen de facetten van beide opleidingen gemeenschappelijk te beschrijven. Daar waar er sprake is van verschillen tussen GPW en GL, is dit onder Bevindingen expliciet aangegeven. Bijvoorbeeld: onder facet 1.1 worden onder Bevindingen de voor GPW en GL geldende gemeenschappelijke bevindingen beschreven en de te onderscheiden bevindingen. Zo gelden voor GL nog additionele eindkwalificaties die gelden voor alle tweedegraads lerarenopleidingen. 1.5.2. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts onvoldoende of voldoende scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, onvoldoende, voldoende, goed of excellent scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort voldoende, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste voldoende hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp onvoldoende en de overige ten minste voldoende hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score onvoldoende. B. Een onderwerp scoort onvoldoende, indien één facet van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort onvoldoende, indien meer dan één facet van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 6

Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan voldoende gerechtvaardigd is, wordt dat als extra aantekening vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening goed, indien alle facetten van dat onderwerp goed hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp voldoende en de overige facetten goed of excellent hebben gescoord; 2 een onderwerp krijgt de extra aantekening excellent, indien alle facetten van dat onderwerp excellent hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp goed en de overige facetten excellent hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp onvoldoende heeft gescoord. 1.5.3. Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld: Panelleden W.L.M. Blomen voorzitter Audit en kwaliteitzorg deskundigheid x Onderwijs deskundigheid Werkveld Deskundigheid Vakinhoudelijke deskundigheid Studentgebonden deskundigheid Drs. K. Waardenburg (werkvelddeskundige GPW) Drs. T.D. Visser (werkvelddeskundige GL) Dr. J. Bekkenkamp (vakdeskundige) Drs. G. Broers (auditor onderwijs/secretaris) T. Raams (studentlid auditteam) x x x x x x x x x x x Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleidingen noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer Blomen heeft als lead auditor een groot aantal audits, waaronder verschillende tweedegraads lerarenopleidingen, beoordeeld binnen verschillende instellingen voor hoger onderwijs. De vakdeskundige, mevrouw Bekkenkamp, en werkvelddeskundigen, de heren Waardenburg en Visser hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programmainhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De auditoren hebben op grond van hun ervaring en positie in het werkveld zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionals op het terrein van theologie, pastoraat en levensbeschouwing en de tweedegraads lerarenopleiding op dit terrein. 2 Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 ( Programma ) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. Duur is derhalve van een andere orde dan - bijvoorbeeld- Kwaliteit Personeel of Onderwijsrendement. Bij de beslissing of het onderwerp Programma een extra aantekening goed dan wel excellent verdient, wordt het facet Duur dan ook buiten beschouwing gelaten. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 7

Mevrouw Bekkenkamp heeft goed zicht op de inhoud van het vakgebied Theologie en daarmee op de kennis waarover afgestudeerden van beide opleidingen dienen te beschikken. Binnen de UvA, waar zij als docent Religiestudies werkzaam is, begeleidt zij studenten en was zij betrokken bij de ontwikkeling van de master Religie & professie. De heer Waardenburg studeerde Theologie in Utrecht met als hoofdvak Ethiek (Universitair Instituut Vormingswerk en Bedrijfsleven). Na een aantal jaren werkzaam te zijn geweest als predikant, was hij in de periode 1985-2003 docent pastoraat binnen het Theologisch Seminarie Hydepark in Doorn met als hoofdopdracht supervisor/trainer Klinische Pastorale Vorming Hydepark. Daarnaast was hij van 1999 tot 2008 werkzaam als werkbegeleider voor predikanten en kerkelijk werkers bij het Protestants Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk Nederland. De heer Visser is theoloog en volgde de eerstegraads lerarenopleiding Bijbelkennis. Hij is voorzitter van de Vereniging van docenten Levensbeschouwing en Godsdienst en heeft ruime ervaring op het terrein van het opleiden van docenten binnen de vakgebieden Godsdienst en Levensbeschouwing. De deskundige onderwijs, de heer Broers, heeft zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Hij heeft in zijn vorige en huidige functie een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO-opleidingen gesteld worden. De heer Broers fungeerde tevens als secretaris van het auditteam. Mevrouw Raams completeerde het auditteam als studentenlid. Zij studeert thans Theologie en Levensbeschouwing aan Fontys Hogeschool in Tilburg. Voor de curricula vitae van de auditoren verwijzen wij naar bijlage I. 1.5.4. Deelnemers visitatie Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleidingen: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II. 1.5.5. Programma visitatie 11 mei en 16 juni 2009 Zie Bijlage II. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 8

2. BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO. Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet Domeinspecifieke Eisen is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen GPW en GL Binnen Windesheim wordt binnen alle HBO-opleidingen gewerkt met HBO-generieke competenties. Daarnaast kent iedere School binnen Windesheim specifieke beroepscompetenties. Dit zijn die competenties die specifiek voor het beroep waarvoor wordt opgeleid nodig zijn. Voor de GPWopleiding gaat het hierbij om de pastorale competentie, de liturgische competentie, de agogischeducatieve competentie en de missionaire competentie. In principe wordt binnen de beroepscompetenties rekening gehouden met alle HBO-generieke competenties. Bij elke beroepscompetentie wordt aangegeven aan welke generieke competentie in het bijzonder aandacht wordt besteed bij het verwerven van de vaardigheid tot het beroepsmatig handelen. De eindkwalificaties van GPW en GL die Windesheim aanbiedt berusten op de domeinspecifieke competenties die in overleg met vertegenwoordigers uit het werkveld zijn opgesteld. Hierna zullen wij per opleiding ingaan op de wijze waarop de eindkwalificaties tot stand zijn gekomen. Uit de gesprekken is het auditteam gebleken dat de theologieopleidingen gekenmerkt worden door een open, oecumenisch karakter en niet gebonden zijn aan één religieuze of kerkelijke traditie. Werkenden en studenten zijn veelal actief betrokken bij één van de geloofsgemeenschappen die Nederland telt. Gesprekken door het auditteam met studenten gevoerd laten zien dat het ook vaak maatschappelijk geëngageerde studenten betreft. In het Landelijk Overleg Opleidingen Theologie is in 2006 een gemeenschappelijk competentieprofiel opgesteld. Gewerkt wordt hierbij met zg. Kenmerkende Beroepssituaties, die door het werkveld zijn aangegeven als uitgangspunt voor de opleiding. Beide studieprogramma s zijn opgebouwd rond opdrachten die de actuele ontwikkelingen en/of probleemstellingen in het vakgebied representeren. Voor het werkveld van de GPW er onderscheidt de opleiding drie profielen: Geloof en Kerk. Dit profiel richt zich op de kerkelijke gemeente als werkveld. Zin en Zorg. Dit profiel richt zich op geestelijke verzorging in instellingen. Religie en Samenleving. Dit profiel richt zich op missionaire situaties waarin de GPW er werkzaam kan worden, maar ook op buurt- en inloophuis en meer vrije werkvelden als levensbeschouwelijk consulent of ritueel begeleider. Voor de opleiding docent GL bestaat een goed omschreven vakgebied waarvoor de eindkwalificaties zijn afgeleid van de domeinspecifieke sbl-competenties (SBL:Stichting Beroepskwaliteit Leraren). Uit verslagen van overleg met de gesprekspartners in de werkveldconferentie blijkt dat de opleidingen voldoende input krijgen uit het werkveld. De gesprekspartners zijn: PKN, Leger des Heils, vertegenwoordigers uit het justitiepastoraat, diaconaat, zorginstellingen. Onderwerpen zijn: het studieprogramma, de beroepsopdrachten, de competentiebeschrijvingen en actuele ontwikkelingen in het veld. Voor beide opleidingen geldt dat internationalisering een nog verder te ontwikkelen aandachtspunt is. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 9

Als één van de te nemen verbetermaatregelen op dit terrein noemen de opleidingen het verrichten van onderzoek naar het functioneren van hbo-theologen in GPW functies/opleidingen in Duitsland en België. In april 2009 is hiertoe een eerste stap gezet die verdere beleidsvoorstellen zal genereren. Het voornemen bestaat om dit jaar lid te worden van de European Forum for Teachers of Religious Education (EFTRE). Er is een studentuitwisselingsprogramma tussen Windesheim en het Gambian College of Education en het Theologisch Seminarie van de Evangelische Broedergemeente in Paramaribo. GPW De opleiding GPW is gebaseerd op competenties die beschreven zijn in Een professional met diepgang. Domeincompetenties voor de Bachelor of Theology. Deze competenties zijn vastgesteld op basis van twee landelijk erkende beroepsprofielen: het profiel Kerkelijk Werker van de Protestantse Kerk in Nederland en het profiel Competenties officieren van het Leger des Heils. Voor de invulling van het profiel Zin en Zorg is rekening gehouden met het beroepsprofiel van de VGVZ, de Beroepsstandaard van de Geestelijk Verzorger in Zorginstellingen. Aanvullend op dit profiel is ook de Beroepsstandaard voor Algemeen Geestelijk Verzorgers van de beroepsvereniging Albert Camus geraadpleegd. Dit competentieprofiel is voorgelegd aan representanten uit het werkveld voor feedback en heeft op 7 november 2005 in een bijeenkomst van het team opleidingen theologie een definitieve status gekregen. Bij de vaststelling van het competentieprofiel zijn vertegenwoordigers van het voor de opleiding relevante werkveld betrokken geweest. Hiertoe behoorden kerkopbouw deskundigen, kerkelijk werkers, buurtpastores, een hoofd geestelijke verzorging van een ziekenhuis en twee directeuren van dienstverlenende organisatie voor kerken en levensbeschouwelijke organisaties. Het landelijk competentieprofiel is ten slotte erkend door en ingebed in de kwalificatiestructuur van de sector HSAO van de HBO-raad. De eindkwalificaties zoals de opleiding die hanteert voor GPW voltijd en deeltijd zijn afgestemd met het werkveld en worden geregeld geëvalueerd en bijgesteld. Daartoe functioneert al enkele jaren de werkveldconferentie. Afspraken over eindkwalificaties en programma worden vastgelegd. De werkveldconferentie bestaat uit de representanten van beroepsverenigingen en beroepssectoren (kerk, zorg, urban mission, diaconaat). Bestudering van de eindkwalificaties laat zien dat de opleiding een groot belang hecht aan zes beroepshoudingen: de antropocentrische houding, de emancipatorische houding, de houding t.o.v. burgerschap en samenleving, de evaluatieve houding, de reflectieve houding en de communicatieve houding. Het GPW programma is ingericht op basis van door het werkveld aangegeven kenmerkende beroepssituaties. Deze beroepssituaties zijn verbonden met de vier domeincompetenties: de pastorale competentie, de agogisch educatieve competentie, de missionaire competentie, de liturgische competentie. De opleiding heeft deze competenties vervolgens verder uitgewerkt binnen de beroepsrol/beroepsverrichting en de beroepscontext. Ook wordt per competentie een verbinding gelegd met de generieke- en hbo-competenties. Zo wordt de agogisch/educatieve competentie gekoppeld aan de volgende generieke- en hbo-competenties: Methodisch en reflectief denken en handelen; Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; Basiskwalificering managementfuncties. De werkveldconferentie levert een actief meedenken van de participanten op in de vorming en bijstelling van het onderwijsprogramma en de beoordeling van de opdrachten en toetsen met betrekking tot het Leerwerktraject. Vaste deelnemers aan de werkveldconferentie zijn de officiële vertegenwoordigers van de afnemende werkvelden Protestantse Kerk in Nederland en het Leger des Heils. Daarnaast hebben geestelijk verzorgers uit de zorg (verpleeghuiszorg) en justitiepastores, alsook vertegenwoordigers van urban mission en stedelijk diaconaat een plaats in deze conferentie. Het laatste contact met deze commissie was in oktober 2008. GL De lerarenopleiding is geconstrueerd op basis van de landelijk erkende bekwaamheidseisen, die zijn uitgewerkt door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 10

De vakinhoudelijke component is ontleend aan Godsdienst/levensbeschouwing als examenvak, resultaat van een landelijk project op het terrein van de kwaliteitsborging van de vakinhouden Godsdienst en Levensbeschouwing. Daarnaast wordt geput uit de landelijke Kennisbasis, die overigens nog verder wordt ontwikkeld in een project van ADEF en de HBO-raad: het K3-plan waarin kennisinhouden worden vastgesteld voor alle leergebieden in het voortgezet onderwijs en waarin ook een valideringsmoment door het werkveld is opgenomen. Door participatie in landelijke overleggen, zoals het LOO-GPW worden ontwikkelingen in onderwijsveld opgepakt. Concreet voorbeeld hiervan is dat de ontwikkeling van een competentiegestuurd onderwijsprogramma landelijk geïnitieerd door de samenwerkende opleidingen GPW/GL. De Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst heeft in een notitie Competenties voor leraren die bevoegd zijn godsdienst/catechese/islamitische godsdienstonderwijs te geven de set competenties geschreven. Deze zijn uitgesplitst in een interpersoonlijke component, pedagogische component, vakinhoudelijke en didactische component, het competent zijn in het samenwerken met collega s en de omgeving en competent zijn in reflectie en ontwikkeling. In een landelijk overleg is gesproken over de optie om de beroepsvereniging van leraren Godsdienst/Levensbeschouwing in de werkveldcommissie GL een kwaliteitszetel te geven. Vooruitlopend op een definitief besluit heeft de hogeschool de beroepsvereniging van leraren Godsdienst/Levensbeschouwing verzocht een afgevaardigde van haar vereniging een zetel in de werkveldcommissie te bezetten. Het auditteam heeft inzage gehad in de samenstelling van de leden van de werkveldcommissie. Gelet op hun functies en de organisaties waarvoor de leden van de werkveldcommissie werkzaam zijn, beschouwt het auditteam de samenstelling van de werkveldcommissie als adequaat. Docenten hebben zitting in landelijke overlegstructuren, zowel met andere opleidingen alsook met het werkveld, en doordat er intensief contact is met vakcoaches op stageadressen, blijft het curriculum actueel. De opleiding GPW verschaft een licentie voor het werken in de Protestantse Kerk in Nederland en bij het Leger des Heils. Deze licentie wordt periodiek herbevestigd. Dat betekent dat steeds wordt gekeken of de opleidingen nog in voldoende mate up to date zijn. Voor de ontwikkeling en versterking van de onderzoekscompetenties is overleg en afstemming gaande met het Lectoraat Theologie en Levensbeschouwing. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding GPW en de Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst als goed en wel op grond van de volgende observaties: beide opleidingen en hun varianten gaan uit van een goed uitgewerkt competentieprofiel; de competenties van beide opleidingen zijn/worden gevalideerd door het werkveld; het werkveld is actief betrokken bij de inhoudelijke component van beide opleidingen, waarbij tevens sprake is van een relevante input vanuit het werkveld naar de opleidingen. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 11

Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet Niveau Bachelor is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen In alle opleidingen hanteert de opleiding de Dublin Descriptoren en wel in de concretisering daarvan door de commissie Franssen in 2001 in tien hbo-generieke competenties, aangevuld met de Windesheimcompetentie zelfsturing. Naast de hbo-generieke competenties wordt gewerkt met domeinspecifieke competenties. De domeincompetenties zijn ontleend aan het landelijk competentieprofiel voor de Bachelor of Theology. Zowel de domeincompetenties als de hbo-generieke competenties zijn in het programma en de opdrachten bij de onderwijseenheden herkenbaar. Aan de competenties wordt op drie niveaus gewerkt (beginner, gevorderd, bachelor). Deze niveaus en de competenties zijn door het werkveld gevalideerd. De domeincompetenties zijn uitgewerkt in deelcompetenties en alle deelcompetenties zijn voorzien van meetbare indicatoren. Hierna zullen wij voor beide opleidingen, GPW en GL, aangeven op welke wijze de beide opleidingen bij de keuze van hun competenties/doelstellingen aansluiten bij de Dublin Descriptoren. Beide opleidingen vertonen overlap wat betreft hun set competenties. In onderstaand voorbeeld is er voor gekozen om bij de GL-opleiding die competenties uit de totale set te selecteren waarmee GL als lerarenopleiding zich onderscheidt van GPW. Godsdienst-Pastoraal Werk Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft kennis van didactische werkvormen voor leer- en vormingsactiviteiten; De afgestudeerde heeft kennis van leiderschapstheorieën en groepsdynamische processen; De afgestudeerde kent de rol en functie van de Demingcirkel en kan deze ook onderscheiden; De afgestudeerde put op een theologisch verantwoorde wijze uit verschillende bronnen van liturgie en is in staat een overdenking of preek te maken. Toepassen van kennis en inzicht De afgestudeerde brengt een advies uit in samenwerking met anderen op basis van pastorale/levensbeschouwelijke inbreng; De afgestudeerde begeleidt een hulpverleningsproces met diverse rituelen en kan rekenschap geven de gemaakte keuze aan de groep; De afgestudeerde maakt een hermeneutische verbinding tussen wensen en behoeften van participanten, theologische doelstelling en de bronnen van christelijk geloof; De afgestudeerde kan de uiteindelijke liturgie verantwoorden in het grotere geheel van de kerkelijke groepering, doelgroep of de instelling. Oordeelsvorming De afgestudeerde brengt een advies uit in samenwerking met anderen op basis van de pastorale/ levensbeschouwelijke inbreng; De afgestudeerde evalueert en reflecteert zelfstandig de programma s en kan deze op basis van het resultaat bij de doelgroep ook bijstellen en verbeteren; De afgestudeerde kan de aangereikte theorie naar aanleiding van de werkcolleges kritisch toetsen; De afgestudeerde kan de organisatieprocessen in kaart brengen en aanbevelingen voor verbeteringen aanreiken. Communicatie De afgestudeerde kan de uiteindelijke liturgie verantwoorden in het grotere geheel van de kerkelijke groepering, doelgroep of instelling; De afgestudeerde communiceert verstaanbaar en attractief in woord en gebaar; onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 12

De afgestudeerde heeft het vermogen om in wederkerigheid te communiceren over levenservaringen en religieuze traditie. Leervaardigheden De afgestudeerde neemt deel aan reflectiebijeenkomsten en stelt het eigen handelen daarbij ter discussie; De afgestudeerde kan zelfstandig kritisch op het eigen functioneren reflecteren en deze reflectie inzetten als leermiddel met betrekking tot het eigen functioneren; De afgestudeerde werkt voortdurend aan professionalisering door middel van intervisie/supervisie met inbegrip van de voorgaande bewustwording, vorming en ontwikkeling van de eigen spiritualiteit en het effect daarvan op het pastorale handelen. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst Kennis en inzicht De afgestudeerde docent heeft kennis van en inzicht in de rol die waarden en normen in het algemeen en in de protestants-christelijke, katholieke en/of islamitische levensbeschouwing in het bijzonder spelen in de samenleving en in de ontwikkelingen die op dat vlak plaatsvinden; De afgestudeerde docent heeft kennis van de levensbeschouwelijke/religieuze ontwikkeling van de leerling; De afgestudeerde docent heeft kennis van relevante aspecten van andere in onze samenleving aanwezige levensbeschouwingen en godsdiensten en kan aangeven hoe een oriëntatie op andere godsdiensten zich verhoudt met de godsdienstige vorming op school. De afgestudeerde docent is bekend met een aantal vakdidactische werkvormen en vakdidactisch mediagebruik op het terrein van godsdienstige vorming. Toepassen van kennis en inzicht De afgestudeerde docent kan leerlingen stimuleren en begeleiden bij het ontdekken, ontwikkelen en laten zien van de eigen identiteit; De afgestudeerde docent kan aangeven welke betekenis de identiteit van de school heeft voor de ontwikkeling van de leerlingen; De afgestudeerde docent is bereid en in staat vorm te geven aan de opdracht dat mensen en kinderen zoeken naar wegen die leiden tot een samenleving waarin zorg voor gerechtigheid, vrede en heelheid va de Schepping centraal staan; De afgestudeerde docent kan zelfstandig voor het vak godsdienstige vorming een lessenserie ontwerpen en deze in praktijk brengen. Oordeelsvorming De afgestudeerde docent kan aangeven welke betekenis de identiteit van de school heeft voor de ontwikkeling van de leerlingen; De afgestudeerde docent is zich bewust van de eigen positie en mening ten aanzien van levensbeschouwelijke opvattingen, hun doorwerking op het onderwijs en de plaats die de protestants-christelijke, katholieke en/of islamitische school in de samenleving inneemt; De afgestudeerde docent kan ontwikkelingen in de samenleving en in de (directe) omgeving van de school beoordelen in relatie tot de identiteit van de school, en is op basis daarvan in staat inzichten een plaats te geven in de inhoud van het protestants-christelijke, katholiek en/of islamitisch onderwijs en/of het eigen pedagogisch handelen. Communicatie De afgestudeerde docent kan vanuit een eigen protestants-christelijke, katholieke of islamitische positiebepaling aan een open communicatie tussen verschillende levensbeschouwelijke opvattingen bijdragen; De afgestudeerde docent kan de eigen positie en mening verwoorden en onderbouwen; De afgestudeerde docent is in staat en bereid met collega s te overleggen over de wijze waarop de levensbeschouwelijke identiteit tot ontwikkeling komt en doorwerkt in de school; onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 13

Leervaardigheden De afgestudeerde docent is bereid en in staat te reflecteren op de eigen positie en mening ten aanzien van levensbeschouwelijke opvattingen; De afgestudeerde docent is bereid en in staat het persoonlijk werkconcept te bespreken en na te gaan hoe het concept zich verhoudt met het beleid of de identiteit van de school; De afgestudeerde docent is bereid en in staat planmatig te werken aan de eigen professionele ontwikkeling; De afgestudeerde docent is in staat te reflecteren op de eigen godsdienstige levensovertuiging en kan/is bereid daarover met anderen te spreken. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding GPW en de Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst als goed en wel op grond van de volgende observatie: beide opleidingen hebben de Dublin Descriptoren aantoonbaar en op een adequate wijze verwerkt in de set competenties. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 14

Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet Oriëntatie HBO is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen GPW en GL Oriëntatie HBO kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger Onderwijs Zoals al onder 1.2. is beschreven hebben de opleidingen op landelijk niveau een relatie gelegd tussen de Dublin Descriptoren en de sbl competenties en kennisbases. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen daarom gerekend kunnen worden tot het hoger onderwijs. 1.3.2. Beroepsonderwijs Zoals al onder 1.1. is beschreven hebben de opleidingen zich gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de landelijke sbl competenties en kennisbases. Het auditteam heeft vastgesteld, dat de eindcompetenties van de opleidingen corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en aansluiten bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een hbo opleiding op het terrein van leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst. 1.3.3. Voor het overige blijkt de Oriëntatie HBO ook uit het programma van beide opleidingen. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding GPW en de Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst als goed en wel op grond van de volgende observaties: Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen gerekend kunnen worden tot het hoger onderwijs. Meetbare gedragsindicatoren dragen ertoe bij dat het Hbo-niveau kan worden bereikt. Het auditteam is van oordeel, dat de eindcompetenties van de opleidingen op goede wijze aansluiten bij het niveau van een (beginnend) beroepsbeoefenaar en bij de eisen die de vakgenoten en de beroepspraktijk stellen aan een bacheloropleiding op het terrein van GPW en GL. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 15

SAMENVATTEND OORDEEL DOELSTELLINGEN OPLEIDING : VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert dit onderwerp voor beide varianten van de opleiding GPW en de Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in godsdienst als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: beide opleidingen baseren zich op een set competenties die goed aansluiten op de eisen die het beroepenveld stelt; indien nodig worden de competenties herzien om zo tegemoet te komen aan de eisen van de arbeidsmarkt; beide opleidingen stellen zich actief op bij het herzien van competenties; de opleidingen hanteren de Dublin Descriptoren als referentiepunt waardoor de verschillende descriptoren herkenbaar in de set competenties zijn terug te vinden. Conform de Beslisregels Accreditatie zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan voldoende. Het auditteam beoordeelt evenwel de drie facetten van het onderwerp Doelstellingen Opleiding als goed. Dit rechtvaardigt (zie 1.5.2. onder E) een kwalificatie goed voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 16

Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing. Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet Eisen HBO is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen GPW en GL De beide opleidingen kennen een major/minorstructuur volgens de Windesheim systematiek. De Major van 120 EC wordt voor GPW en GL grotendeels gezamenlijk aangeboden waarbij in de integrale leerlijn en de vaardigheidsleerlijn wordt gedifferentieerd. GPW kent drie profielminoren: Geloof en Kerk, Zin en Zorg, en Religie en Samenleving. GL kent de profielminor Bijzonder Zorg. Beide opleidingen zijn in een ontwikkelfase tot 1 september 2010. Per 1-9-2006 is het eerste deel van de major (propedeuse) afgerond en geïmplementeerd. Per 1-9-2007 zijn de profielminordelen voor het eerst aangeboden. Per 1-9-2008 zijn de verbredende minoren Vaktheorie en de premaster geïmplementeerd. De GL startte per 1-9-2008 met eigen minoren in het derde jaar, rond spiritualiteit als creatief proces, spiritualiteit in de samenleving en de leraar als mystagoog. Zo geldt bijvoorbeeld voor de opleiding GPW dat een belangrijk deel van het programma, waarin het gaat om de theologische- en levensbeschouwelijke inhouden, wordt verzorgd samen met de GL opleiding. Het eerste jaar (de propedeuse) is voor beide opleidingen op deze onderdelen identiek. Het programma van de opleidingen is opgebouwd uit major en minors. De onderwijsleeractiviteiten worden geprogrammeerd in leerlijnen. Het werken aan beroepsopdrachten, met integratie van vaardigheden, kennis en houdingen, wordt geprogrammeerd in de integrale leerlijn. Relatief losstaande vaardigheidstrainingen worden geprogrammeerd in de vaardighedenleerlijn. Basale theorie, nodig voor meerdere competenties wordt geprogrammeerd in de conceptuele leerlijn. In de reflectieleerlijn worden alle activiteiten geprogrammeerd die te maken hebben met reflectie op persoon, competenties, spiritualiteit en loopbaan. Hier gaat het om studieloopbaanbegeleiding en intervisie. De kennisontwikkeling door studenten krijgt gestalte vanuit een vijftal bronnen die ook in de structuur van de opleidingen zijn terug te vinden, namelijk het leerwerktraject, de beroepspraktijk, vakliteratuur, de docent en de student zelf. Daarnaast biedt de premasterminor een bijzondere vorm van kennisontwikkeling. Als bijzondere vorm van kennisontwikkeling geldt de premaster, die als verbredende minor (keuzeminor) wordt aangeboden. Hierin wordt kennis verbreed en verdiept tot op academisch niveau en worden ook academische vaardigheden aangeleerd. Studenten die deze minor met goed gevolg afleggen en hun bachelorscriptie schrijven volgens aanvullende eisen krijgen na hun afstuderen rechtstreeks toegang tot de masters algemene godgeleerdheid van de Protestantse Theologische Universiteit en de Vrije Universiteit (VU). De inhoud van de premaster (curriculum, literatuur, toetsing) is vastgesteld in nauwe samenspraak met de onderwijsdirecteuren van de Protestantse Theologische Universiteit, vestiging Kampen en van de VU. De examencommissies van de betrokken instellingen hebben hun goedkeuring verleend aan de inhoud en uitvoering van de minor. onderwijs van de tweede graad in godsdienst, Hogeschool Windesheim, 1.0 17