Hogeschool INHOLLAND, School of Social Work

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool INHOLLAND, School of Social Work"

Transcriptie

1 Hogeschool INHOLLAND, School of Social Work Opleiding: Locaties: Varianten: Cultureel Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Rotterdam en Den Haag voltijd/deeltijd Visitatiedata: 22 juni en 5 september 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

2 2 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per onderwerp Schematisch overzicht oordelen Totaaloordeel 13 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 31 Onderwerp 4 Voorzieningen 34 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 37 Onderwerp 6 Resultaten 39 Deel C: Bijlagen 43 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 44 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 51 Bijlage 3 Bezoekprogramma 55 Bijlage 4 Kengetallen 56 Bijlage 5 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 59 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 3

4 4 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

5 Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 5

6 6 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

7 1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Cultureel Maatschappelijke Vorming van de Hogeschool INHOLLAND heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in april 2006, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er op 22 juni 2006 een panelbezoek aan de opleiding. Bij dit bezoek bleek dat er aanvullend bezoek plaats zou moeten vinden. Dit vond plaats op 5 september In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: Mevrouw C.M. Pollmann (voorzitter); De heer drs. C.G.H. Hammen (domeinpanellid); Mevrouw L. Grasveld (studentpanellid); Mevrouw drs. L. Ravestein (NQA-auditor). Bij het aanvullend bezoek op 5 september 2006, door de voorzitter en de NQA-auditor, was er ondersteuning van een tweede NQA-auditor: Mevrouw I.J.M. de Jong. Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid, vakdeskundigheid, onderwijs- en visitatiedeskundigheid en studentgebonden deskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C, waarin de bijlagen zijn opgenomen. 1.2 Inleiding De hogeschool INHOLLAND is in 2002 ontstaan na een fusie van Hogeschool Alkmaar, Hogeschool Haarlem, Hogeschool Holland en Ichthus Hogeschool/Hogeschool Delft. De hogeschool had in het studiejaar circa studenten en circa personeelsleden. INHOLLAND biedt verschillende bacheloropleidingen aan, ondergebracht bij zestien Schools. De bacheloropleiding Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) wordt aangeboden bij de School of Social Work (SoSW) Rotterdam in Rotterdam en in Den Haag. De SoSW Rotterdam is ontstaan na de fusie en de reorganisatie van Hogeschool INHOLLAND. Sinds het voorjaar NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 7

8 van 2005 wordt de SoSW bestuurd door een nieuwe directeur, met ondersteuning door een programmadirecteur voor de vestiging te Den Haag en een opleidingsmanager Voltijd en een opleidingsmanager Deeltijd voor de vestiging te Rotterdam. De beide genoemde opleidingsmanagers zijn enkele maanden voorafgaand aan de visitatie gestart. De bacheloropleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) behoren eveneens tot de SoSW Rotterdam. De opleiding CMV wordt zowel in Den Haag als in Rotterdam in een voltijd- en een deeltijdvariant aangeboden. In het studiejaar 2005/2006 staan in Den Haag 84 studenten voor de voltijd- en 31 studenten voor de deeltijdopleiding ingeschreven en in Rotterdam voor de voltijd- 126 en voor de deeltijdopleiding 31 studenten. De duale variant wordt ten tijde van de visitatie afgebouwd en is derhalve niet gevisiteerd. Het onderwijs van de voltijdopleiding en deeltijdopleiding is opgebouwd volgens hetzelfde studieprogramma, behoudens enkele specifieke verschillen in de uitvoering van de leeromgeving. Ruim éénderde van de docenten geeft op beide vestigingen (in de beide varianten) les. Het curriculum van de opleiding CMV is in ontwikkeling naar competentiegericht onderwijs, binnen de recent gestarte brede bachelor SW. Deze nieuwe bacheloropleiding SW is tot stand gekomen in samenwerking met de School of Health Diemen en de School of Social Work Haarlem (Project Major Social Work 2004/2005). De SoSW Rotterdam biedt op de locatie te Den Haag vanaf het studiejaar één brede bachelor Social Work (SW), die vanaf het studiejaar ook in Rotterdam wordt aangeboden. Het SW-curriculum is opgezet volgens het hogeschoolbrede onderwijsconcept Backbone en is ingericht volgens de major-minor structuur. De belangrijkste kenmerken zijn vraaggestuurd en praktijkgericht onderwijs. Binnen de major SW (120 EC) worden de algemene SW-competenties aangeboden, toegespitst op de specifieke CMV-context. Daarnaast bestaat het curriculum uit een specialisatieminor CMV (60 EC) en een differentiatieminor (60 EC). Deze laatste minoren zijn verbredend of verdiepend en worden door verschillende Schools verzorgd. In het studiejaar 2005/2006 is het vernieuwde curriculum op de locatie Den Haag doorgevoerd tot en met het derde leerjaar en op de locatie te Rotterdam tot en met het tweede leerjaar. De derdejaars groep van 19 studenten op de locatie te Den Haag wordt ook wel aangeduid als pilot-groep, omdat het hier gaat om de eerste groep studenten die het nieuwe vraaggestuurde curriculum volgt (cohort 2003/2004, beide varianten. Het onderwijs aan de pilotgroepen van de cohorten 2003/2004 en 2004/2005 van Den Haag bleek te experimenteel te zijn en is daarom gestopt. Elementen van dit programma zijn opgenomen in het nieuwe programma, dat voor de cohorten vanaf studiejaar 2005/2006 (voor Den Haag en Rotterdam) identiek en gelijktijdig voor de eerste twee leerjaren is ingevoerd. Wanneer in dit rapport naar het SW-programma wordt verwezen, worden dan ook de eerste twee studiejaren (van beide locaties en varianten) bedoeld. Hetzelfde geldt voor het identieke curriculum van het (aflopende) CMV-programma: het vierde leerjaar in Den Haag en het derde en vierde leerjaar in Rotterdam. Alleen het curriculum van de derdejaars pilotgroep te Den Haag is afwijkend. Dit curriculum wordt tot en met het vierde leerjaar in experimentele vorm aangeboden. Zie hieronder het overzicht van de curricula in het studiejaar 2005/ NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

9 Tabel: curricula studiejaar 2005/2006 Den Haag Rotterdam Studiejaar Voltijd Deeltijd Voltijd Deeltijd 1 SW-curriculum SW-curriculum SW-curriculum SW-curriculum 2 SW-curriculum SW-curriculum SW-curriculum SW-curriculum 3 Pilot-groep Pilotgroep CMV-curriculum CMV-curriculum 4 CMV-curriculum CMV-curriculum CMV-curriculum CMV-curriculum Als de verschillen tussen de voltijd- en deeltijdopleiding en de verschillen in het onderwijs op de beide locaties relevant zijn voor oordelen per facet, wordt dit in de tekst vermeld. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de validering) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Op basis hiervan werden door de opleiding vragen beantwoord en documenten toegestuurd. Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich beter voorbereiden op dit bezoek. In mei 2006 hebben de panelleden zich inhoudelijk voorbereid op het bezoek van 22 juni Zij hebben daartoe het zelfevaluatierapport en de bijlagen bestudeerd en zij hun voorlopige oordelen formuleerd, op basis van argumenten. Ook formuleerden zij vraagpunten. De panelleden gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering ten kantore van NQA is het bezoek door het panel concreet voorbereid. Aangezien de informatie in het rapport op meerdere aspecten wat te globaal bleek, is door de voorzitter en de auditor op de middag voorafgaand aan de visitatie op 21 juni aanvullende documentatie bestudeerd op de SoSW. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 9

10 Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek op 22 juni 2006 op de locatie te Rotterdam dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3A). Er is gesproken met vertegenwoordigers van het management, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tijdens het eerste bezoek bleek dat de er verduidelijking nodig was over het onderwijs aan de pilotgroep. Daarom heeft een docent van de opleiding te Den Haag een korte presentatie gehouden over de opzet van de pilot.tussen de gesprekken door hebben de leden van het panel hun bevindingen uitgewisseld, om te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aangezien het panel onder meer vragen had over de structurele contacten met het werkveld en voor de beide locaties te weinig alumni en werkveldvertegenwoordigers en te weinig studenten uit Den Haag gesproken had, is na afloop van het eerste bezoek besloten tot een aanvullend bezoek op 5 september Voor dit aanvullende bezoek op 5 september 2006 is eveneens een bezoekprogramma opgesteld (bijlage 3B). Het aanvullende bezoek is in tweeën gesplitst. Tijdens het eerste deel van dit bezoek, te Rotterdam, is gesproken met het management, vertegenwoordigers van het werkveld en alumni. Tijdens het tweede deel van het bezoek te Den Haag is gesproken met het management, met de (tijdens dit tweede bezoek inmiddels) vierdejaars studenten van de pilotgroep en met een groep vierdejaars studenten uit Rotterdam. Na afloop van het gesprek met de studenten van de pilotgroep concludeerde het panel dat het onderwijs van dit cohort 2003/2004 (tot en met het vierde jaar) wezenlijk afwijkt van de andere curricula, te weten het nieuwe SW- curriculum en het oude CMV-curriculum. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. In september 2006 is een concept van het rapport voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. De reactie van de opleiding heeft geleid tot enkele wijizigingen in de tekst van het rapport. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in november 2006). Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 10 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

11 1.4 Oordeelsvorming Per onderwerp heeft het panel een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging hebben de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens heeft het panel bij haar beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding zelf legt en met het domeinspecifieke kader. In 1.5 worden de oordelen over de facetten vermeld, met daarbij het eindoordeel over het betreffende onderwerp. De argumentatie voor de facet-oordelen is vastgelegd in Deel B, het Facetrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp Doelstellingen opleiding De drie facetten van dit onderwerp zijn voor beide locaties en voor beide varianten met tenminste voldoende beoordeeld. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten op beide locaties Programma Het oordeel over de facetten van dit onderwerp is voor de locatie te Rotterdam voor beide varianten met tenminste voldoende beoordeeld. Met uitzondering van het facet 2.7, geldt dit ook voor de locatie te Den Haag. De argumenten die hebben geleid tot negatieve oordeel over de didaktiek zijn naar het oordeel van het panel niet van ernstige en onoplosbare aard; in feite heeft het panel zelfs alle vertrouwen dat de situatie al aan het verbeteren is. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten op beide locaties Inzet van personeel De drie facetten van dit onderwerp zijn voor beide locaties en voor beide varianten met tenminste voldoende beoordeeld. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten op beide locaties Voorzieningen De twee facetten van dit onderwerp zijn voor de locatie Rotterdam, voor beide varianten met tenminste voldoende beoordeeld. Voor de locatie Den Haag is het oordeel over facet 4.2 met een onvoldoende beoordeeld. De ervaringen met de pilotgroep zijn bij deze onvoldoende van groot gewicht geweest. Het panel heeft vastgesteld dat het beleid ten aanzien van studieloopbaanbegeleiding goed is. De onderliggende documentatie is helder en inzichtelijk. Docenten worden getraind in hun coachende vaardigheden. Verder heeft het panel geconstateerd dat in het managementcontract veel aandacht voor het functioneren van de studieloopbaanbegeleiding is. Het panel vindt dat daarmee voldoende instrumenten voor de borging aanwezig zijn en verwacht dat de uitvoering zal verbeteren. Daarom is het oordeel over het totale onderwerp is positief voor beide varianten op beide locaties. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 11

12 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De drie facetten van dit onderwerp zijn voor beide locaties en voor beide varianten met tenminste voldoende beoordeeld. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten op beide locaties Resultaten De twee facetten van dit onderwerp zijn voor beide locaties en voor beide varianten met tenminste voldoende beoordeeld. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten op beide locaties. 12 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

13 1.6 Overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau School of Social Work (SoSW): CMV locatie Rotterdam locatie Den Haag Onderwerp/Facet Voltijd Deeltijd Voltijd Deeltijd Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen V V V V 1.2 Niveau bachelor G G G G 1.3 Oriëntatie hbo bachelor V V V V Totaaloordeel Onderwerp Positief Positief Positief Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo G G V V 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud V V V V programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma V V V V 2.4 Studielast V V V V 2.5 Instroom V V V V 2.6 Duur G G G G 2.7 Afstemming tussen vormgeving en V V O O inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing V V V V Totaaloordeel Onderwerp Positief Positief Positief Positief Onderwerp 3 Inzet van Personeel 3.1 Eisen hbo G G V V 3.2 Kwantiteit personeel V V V V 3.3 Kwaliteit personeel V V V V Totaaloordeel Onderwerp Positief Positief Positief Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen V V V V 4.2 Studiebegeleiding V V O O Totaaloordeel Onderwerp Positief Positief Positief Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten V V V V 5.2 Maatregelen tot verbetering V V V V 5.3 Betrekken van medewerkers, V V V V studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp Positief Positief Positief Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau V V V V 6.2 Onderwijsrendement V V V V Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief 1.7 Totaaloordeel Uit de inhoudelijke onderbouwing (zie paragraaf 1.5) van de oordelen die in bovenstaand overzicht zijn weergegeven, blijkt dat de kwaliteit van de opleiding op beide lokaties en voor beide varianten, voor alle zes onderwerpen positief is bevonden. Op grond daarvan is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 13

14 14 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

15 Deel B: Facetten NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 15

16 16 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

17 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De eindkwalificaties die de opleiding voor het (aflopende) CMV-programma hanteert, zijn gebaseerd op het landelijke vastgestelde opleidingsprofiel CMV Alert en Ondernemend (1999, LOO-CMV). Deze eindkwalificaties zijn tijdens twee werkconferenties gevalideerd door het werkveld en vastgesteld in het landelijk opleidingsoverleg CMV. In het landelijk (en eigen) profiel wordt uitgegaan van drie segmenten (te weten: agogische dienstverlening, bedrijfsvoering en beroepsontwikkeling) en vijf kerntaken (te weten: oriënteren en contacten leggen, programmeren en organiseren, begeleiden en leidinggeven, organisatie en beheer en tenslotte beleid en ontwikkeling). De segmenten en kerntaken zijn uitgewerkt naar 21 competenties. De eindkwalificaties die de opleiding voor het (nieuwe) SW-programma hanteert, zijn gebaseerd op het profiel Bachelor Social Work (januari 2004) en omvatten 9 competenties: methodisch werken, samenwerken, managen, ondernemen, profileren, verantwoorden, innoveren, professionaliseren en legitimeren. Deze competenties zijn op basis van de landelijk vastgestelde opleidingsprofielen van MWD, SPH en CMV opgesteld voor de gezamenlijke invulling van major en specialisatieminors van de drie opleidingen. In het rapport Kaders voor de onderwijsontwikkeling van de HBO-major en-minors (School of Social Work, INHOLLAND, augustus 2005) zijn de 9 competenties uitgewerkt, onder meer naar indicatoren, beroepsproducten en kenniscomponenten (body of knowledge), die deels al gespecificeerd zijn naar opleiding. In SW Mesorooster is de CMV-inkleuring verder aangebracht voor de CMV-minoren. Het panel vindt deze inkleuring voldoende herkenbaar en specifiek. In Competenties Bachelor Sociaal Werk in relatie tot specifieke competenties CMV toont de opleiding aan hoe de 9 SW-competenties in een relatieschema zijn gekoppeld aan de 21 competenties uit Alert en Ondernemend (1999). Naar aanleiding van het invoeren van het bachelor-masterstelsel heeft de sector een landelijk project opgezet om de domeincompetenties voor de afgestudeerde bachelors of Social Work te beschrijven. In 2004 heeft dit geleid tot de nota Profilering Agogisch Domein (PAD). De opleiding heeft in Bijlage 3 en Mesorooster een relatie gelegd met domeincompetenties zoals genoemd in nota PAD en de nieuwe profielen Zorg en Welzijn. De koppeling tussen de 21 CMV-competenties en de 9 SW-competenties is voorgelegd aan de beroepenveldcommissie voor SoSW (formeel bestaande uit 15 leden, waarvan 5 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 17

18 afkomstig uit het CMV-werkveld). Het panel heeft op basis van notulen en een gesprek weliswaar vastgesteld dat het Mesorooster aan deze commissie is voorgelegd, maar dat deze commissie actiever en beter benut kan worden. Er is sprake van een geringe opkomst van de CMV-leden. Wel worden in de curatoria SW in Den Haag en in Rotterdam inhoudelijke thema s en invullingen van minoren besproken. In de Studiegids 2005/2006 voor de voltijd- en deeltijdopleiding (bevattende de OER 2005/2006) en de Studiewijzer School of Social Work Den Haag voltijd, deeltijd en duaal, 2005/2006 wordt uitgegaan van de 9 SW-competenties als basis voor het onderwijs. Er is een vergelijking uitgevoerd tussen de opleiding Sociaal Werk en het uitstroomprofiel Sociaal Cultureel werk van de Artevelde Hogeschool Gent. Hieruit blijkt dat INHOLLAND meer nadruk legt op de competentie ondernemen en de Hogeschool Gent legt meer nadruk op de competenties legitimeren en verantwoorden. De eerste contacten hebben geleid tot de oprichting van een consortium Social Work. Facet 1.2 Niveau bachelor Rotterdam VT Goed Rotterdam DT Goed Den Haag VT Goed Den Haag DT Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De specifieke eisen die aan het hbo-bachelorniveau gesteld worden, zijn in het opleidingsprofiel Alert en Ondernemend, 1999 beschreven aan de hand van zes samenhangende kenmerken. In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding deze kenmerken gekoppeld aan de generieke hbo-kenmerken (commissie Franssen). Door de hbo-kenmerken te hanteren is gewaarborgd dat de Dublin descriptoren behaald zijn. In Competenties SW in relatie tot Alert en Ondernemend heeft de opleiding de 21 CMVcompetenties naar concreet geformuleerde kerncompetenties vertaald over de vier leerjaren en de 9 SW-competenties vertaald naar kerncompetenties tot en met leerjaar 2. Deze laatste kerncompetenties zijn voor het nieuwe curriculum uitgewerkt naar gedragsindicatoren voor alle perioden van leerjaar 2. In SW Mesoroosters zijn de 9 SWcompetenties voor alle leerjaren en perioden vertaald naar indicatoren en doelen. In de onderwijsdocumenten van het oude en nieuwe curriculum zijn de generieke hbokenmerken dan wel beheersniveaus in de te bereiken competenties herkenbaar opgenomen. Het implementeren van deze niveaus heeft nog wel de aandacht van de opleiding (zie facet 2.2). 18 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

19 Facet 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Aansluitend bij de profielen Alert en Ondernemend, de nota PAD en Zorg en Welzijn (vergelijk 1.1), kiest de opleiding in het zelfevaluatierapport voor de beroepsbeoefenaar als een breed inzetbare generalist, die in staat is de brede inzetbaarheid te vertalen naar specifieke vragen van klantgroepen, de eigen organisatie en partners in het veld. De opleiding somt in het zelfevaluatierapport een aantal kenmerkende taken op van de functie van een pas afgestudeerde CMV'er: het ondersteunen van mensen, groepen, organisaties en gemeenschappen bij het verwerven van (sociale en culturele) competenties die hen in staat stellen te participeren in het culturele en maatschappelijke leven. Deze taken worden in steeds meer sectoren uitgevoerd. Voorheen werkten de meeste CMV'ers in instellingen voor sociaal-cultureel werk, opbouwwerk, vormingswerk en kunstzinnige vorming. Tegenwoordig werken steeds meer CMV'ers in organisaties en instellingen in de sector kunst & cultuur en de recreatiesector. Het onderwijsaanbod sluit hierop aan door uit te gaan van de genoemde sets van competenties en een gezamenlijke major (120 EC), een specialisatieminor gericht op de beroepsspecifieke competenties en een differentiatieminor, gericht op de eigen accenten voor de ontwikkeling tot een brede professional. Recentelijk afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld vertelden het panel dat de opleiding met de huidige vormgeving van majors en minors steeds beter aansluit op de startfuncties van beginnend beroepsbeoefenaren. Lag voorheen de nadruk, volgens (oud) afgestudeerden, nog te veel op de meer traditionele benadering van het opbouw- en vormingswerk, de opleiding ontwikkelt zich, volgens (pas) afgestudeerden en afstuderenden, steeds veelzijdiger in haar recente onderwijsaanbod. Wel moet de opleiding er voor waken, aldus enkele vertegenwoordigers van het werkveld, dat er voldoende aandacht blijft voor het sociaal agogische karakter van de opleiding. Het panel constateert hier een spanningsveld dat met de breedte versus het specifieke karakter van de opleiding te maken heeft; het panel stelt vast dat hieraan tegemoet wordt gekomen met de recente indeling van majors en minors. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 19

20 Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen hbo Rotterdam VT Goed Rotterdam DT Goed Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding maakt gebruik van boekenlijsten waar actuele vakliteratuur de basis voor vormt; van de voorgeschreven literatuur is 40-50% vakliteratuur. Het panel heeft de literatuurlijst bekeken en vindt deze actueel. De bibliotheek beschikt over een ruim aanbod van vakliteratuur en vaktijdschriften. Het panel heeft vastgesteld dat er naast de voorgeschreven literatuur in de blokboeken actuele literatuur wordt aanbevolen of in readervorm wordt aangeboden. Daarnaast worden studenten door de opleiding gestimuleerd internetbronnen te raadplegen en moeten zij binnen projecten, stage- en afstudeeropdrachten aantonen dat zij de bronnen van de literatuurlijst hebben gebruikt. Voor het uitvoeren van domeinspecifieke opdrachten voor het vernieuwde SW-curriculum zijn studenten verplicht beroepsgerelateerd materiaal te gebruiken, zoals beleidsplannen van de overheid en gemeentes. Ook wordt in de casuïstiek gewerkt met kritische beroepssituaties, die van de beroepscompetenties zijn afgeleid. Deze beroepssituaties zijn uitgewerkt in de blok- en periodeboeken, de opdrachten zijn hieraan gerelateerd. Bij projecten in het derde jaar voor het CMV-curriculum, zoals Eventmanagement en Educatieve Media, worden opdrachten door externe opdrachtgevers aangeboden. Bij de pilotgroep te Den Haag (de derdejaars studenten) wordt gebruik gemaakt van de site StadINHOLLAND, waar studenten studie-informatie vandaan halen over virtuele organisaties, waar reële organisaties model voor staan. Beroepsvaardigheden krijgen aandacht door stagereflectie, intervisie, supervisie, studieloopbegeleiding, algemene en communicatieve vaardigheden en managementvaardigheden. Tijdens de studieloopbaanbegeleiding wordt door middel van reflectieverslagen aandacht besteed aan de eigen ontwikkeling van de beroepsvaardigheden. De studenten van de opleiding doen vanaf het begin van hun studie ervaring op in de praktijk, middels projecten, gastdocenten uit het werkveld, instellingsbezoeken, praktijkdagen opdrachten en interviews, in de stage en tijdens het afstuderen. In het derde en vierde jaar bieden instellingen de opdrachten voor stage en afstuderen. De opleiding 20 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

21 heeft in het zelfevaluatierapport schematisch weergegeven hoeveel stages per leerjaar in het oude en het nieuwe curriculum plaatsvinden. In het oude curriculum hadden de studenten 60 EC van de opleiding (240 EC) stage. In het nieuwe curriculum volgen studenten voltijd 82 EC stage en de deeltijdstudenten hebben 94.5 EC stage in het programma. In het nieuwe curriculum hebben studenten elk jaar met een stage te maken. De stageadressen moeten aan criteria voldoen, die zijn beschreven in Handleiding stage VT CMV. Voor het nieuwe curriculum zijn de eisen vastgelegd in SW-criterialijst BPV Werkvelden CMV VT en DT. Voor de deeltijdstudenten geldt dat zij bij aanvang van de studie dienen te beschikken over een relevante werkplek van 20 uur per week. De eisen aan de werkplek nemen naarmate de opleiding vordert toe. In het opleidingsprofiel heeft de opleiding onderzoeksvaardigheden benoemd: toegepast onderzoek vormt een vast onderdeel van de competenties methodisch werken en ondernemen. In het oude curriculum wordt vanaf het tweede jaar regelmatig aan onderzoeksvaardigheden gewerkt. In het nieuwe curriculum wordt vanaf het eerste jaar een start gemaakt met onderzoeken. In de Handleiding stage VT, de Studiehandleiding Beroeps Praktijkvorming SW en tijdens de afstudeeropdracht voeren studenten opdrachten met duidelijke onderzoekselementen (doelgroepenanalyse, werkveldverkenning, maatschappelijke probleemanalyse) uit. De opleiding organiseert verschillende scholingsdagen, waarbij bijvoorbeeld het lectoraat uitkomsten van onderzoek presenteert of docenten een bezoek brengen aan het werkveld. Naast instellingen en organisaties in het werkveld bieden ook kenniskringen, onder leiding van het lectoraat de gelegenheid voor praktijkgericht onderzoek voor stages en afstuderen (zoals Lectoraat Leefwerelden van de Jeugd, kenniskring Dynamiek van de Stad). Regelmatig nemen studenten en docenten deel aan de door kenniskringen opgezet onderzoek. Het beleid over hoe de SoSW de contacten met het werkveld vormgeeft, is beschreven in de nota Praktijkbeleid (juni 2005). Naast de taken van de beroepenveldcommissie en de curatoria staat de rol van het Praktijkbureau centraal, dat als intermediair tussen de School en het werkveld is ingesteld. Vragen uit het werkveld worden via het bureau vertaald naar opdrachten in het curriculum of stageopdrachten, maar ook opdrachten waarin docenten participeren. Het Praktijkbureau van Social Work levert ook een bijdrage aan het borgen van actuele ontwikkelingen in het curriculum door gestructureerd overleg met de praktijkcoördinatoren van de opleiding. Daarnaast kan het beroepenveld bij het Praktijkbureau terecht voor vragen, knelpunten, opmerkingen en suggesties. Uit het STO 2006 (Rotterdam n = 19, Den Haag n = 22) blijkt dat de studenten over de gehele linie tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de opleiding. De scores in Rotterdam zijn daarbij wat positiever dan die in Den Haag. Wat betreft het aspect stimulans tot opdoen van ervaring in het buitenland zijn de studenten niet tevreden. In het zelfevaluatierapport worden diverse initiatieven gemeld op het gebied van internationalisering: het opstarten van een consortium met de hogeschool te Gent (vergelijk facet 1.1) en het ontwikkelen door de SoSW Rotterdam, de School of Education Rotterdam en een viertal buitenlandse instellingen van een internationale minor. Beide zojuist genoemde schools bieden vanaf februari 2005 een English Program aan van twee perioden voor buitenlandse studenten. Studenten van de voltijdopleiding van beide locaties vertellen het panel dat de mogelijkheden aanwezig zijn om in het buitenland stage te lopen NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 21

22 en dat zij hier ook gebruik van maken. Niettemin blijkt uit het STO 2006 dat studenten niet tevreden zijn over deze mogelijkheden. Uit de gesprekken tussen het panel en de studenten van beide varianten blijkt dat zij de programma s door de bank genomen voldoende actueel en beroepsgericht vinden. Wel hebben enkele studenten van de locatie te Den Haag moeite met het actualiteitsgehalte van sommige casuïstieken en kritische beroepssituaties. De borging van de actualiteit vindt plaats in besprekingen van de docententeams. Dit leidt op basis van evaluaties tot jaarlijkse bijstellingen in het onderwijsmateriaal. De opleidingsmanagers zijn, in samenwerking met de teams, verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van verbeterplannen. Het panel stelt vast dat deze procedure nog te weinig van de grond is gekomen. Wel is de onderwijsregiegroep, waarin onder leiding van de programmadirecteur te Den Haag, twee onderwijskundig medewerkers en twee docentvertegenwoordigers (namens Den Haag en Rotterdam) deelnemen, vanaf januari 2006 op een intensieve wijze begonnen met het controleren van het huidige SWprogramma en het verder ontwikkelen van dit programma in lijn met de Kaders voor de onderwijsontwikkeling van de HBO-major en-minors, augustus 2005 en het Mesorooster. Op basis van notulen stelt het panel vast dat deze werkwijze goed in gang is gezet. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Ten behoeve van het (vernieuwde) SW-curriculum zijn de 21 CMV-competenties vertaald naar 9 Social Work-competenties. De competenties zijn uitgewerkt naar indicatoren en naar gedragskenmerken per periode (vergelijk facet 1.2), die vervolgens zijn vertaald naar de kritische beroepssituaties, die de basis vormen voor de summatieve toetsen. In de Studiegids 2005/2006 voor de voltijd- en deeltijdopleiding (bevattende de OER 2005/2006) is de opzet van het eerste en tweede leerjaar voor beide locaties en varianten en de leerroutes duidelijk beschreven. De periodeboeken zijn gekoppeld aan de 4 periodes per leerjaar (een periode bestaat uit drie onderwijseenheden). De leerdoelen van de periodeboeken en studiehandleidingen voor de beroepspraktijkvorming zijn voor beide varianten in lijn met de competenties. De specialisatieminors, gericht op CMV van de eerste twee leerjaren (30 EC), zijn voldoende specifiek. De ruim 50 differentiatieminoren van de eerste twee leerjaren (30 EC) zijn verbredend of verdiepend. Alle minors zijn 22 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

23 gevalideerd door het INVO (INHOLLAND Validatie Orgaan), voorheen IVAM (INHOLLAND Validatie en Accreditatiecommissie Minors). Studenten maken met behulp van advies van de SLB-begeleider een keuze uit het aanbod van minors, verzorgd door de diverse Schools. De examencommissie moet hier toestemming voor geven. Ten behoeve van het (aflopende) CMV-curiculum zijn de 21 competenties uitgewerkt in kerndoelen en fasegewijs over de vier studiejaren verdeeld. De Studiegids 2005/2006 voor de voltijd- en deeltijdopleiding (bevattende de OER-en 2005/2006) geeft een overzicht van onderwijseenheden voor het derde en vierde jaar te Rotterdam. De blokboeken, de stagehandleiding en de handleiding afstuderen zijn voor de locatie te Rotterdam in lijn met deze competenties. De Studiegids 2005/2006 voor de voltijd- en deeltijdopleiding voor de locatie te Den Haag wijkt wat betreft de beschrijving van de hoofdfase af die voor de locatie Rotterdam. De beschrijving van de onderwijseenheden in de OER en het onderscheid tussen het programma voor derdejaars (pilotgroep) en vierdejaars (oude curriculum) is niet altijd duidelijk en op onderdelen niet volledig. De Studiewijzer SoSW Den Haag, voltijd, deeltijd en duaal, 2005/2006 die aanvullend op het OER geldt voor de pilotgroep, bestaat uit oudere cursusbeschrijvingen van 2004/2005. Voor de pilot zijn er geen periodeboeken, omdat de studenten zelf hun programma samenstellen en het onderwijs grotendeels op aanvraag wordt gegeven (vanuit een virtuele leeromgeving, via de site Stad INHOLLAND). Uit het STO 2006 blijkt dat de studenten van mening zijn dat hun opleiding qua vorm en inhoud goed aansluit bij de opleidingsdoelen, dat er voldoende keuzemogelijkheden zijn en dat de inhoud van de studiegids voldoende duidelijk is. In Rotterdam zijn de tevredenheidsscores over het algemeen positiever dan in Den Haag. Uit het Werkveldonderzoek onder alumni van de SoSW (april 2005) blijkt dat alumni over de voorbereiding op de beroepspraktijk redelijk positief zijn (66%). Echter, met name de aansluiting van de stage op de opleiding liet volgens dit alumnionderzoek te wensen over. Over de aansluiting van de afstudeeropdacht op de opleiding is de ruime meerderheid van de alumni positief (71,4% goed tot zeer goed). De opleiding is zich bewust van de lagere scores over de locatie Den Haag. De opleiding verklaart dit vanuit de pilot, waarmee zij steeds een jaar vooruitloopt op de onderwijsvernieuwing. De opleiding heeft uit de ervaringen tot 2005 geconcludeerd dat het grotendeels vraaggestuurde curriculum van de pilot een te grote mate van zelfstandigheid vraagt van de studenten. Daarom zijn er aanpassingen, met ingang van 2005/2006: - Er is meer sturing door een grotendeels vast lesrooster. - Er is vooral bij de differentiatieminor meer aandacht voor het methodisch werken, gericht op alle kerntaken van de vier beroepsdomeinen: niet alleen problematisch gedrag, maar ook activeren en stimuleren. - Voor de pilotstudenten geldt nadrukkelijk dat de 19 studenten uit de pilotgroep een contract moet sluiten met de studieloopbaanbegeleider over de verdere invulling van de studie. Het panel heeft het formulier gezien. Volgens de opleidingen worden deze contracten ter goedkeuring aan de examencommissie voorgelegd. - SW-studenten van beide varianten beamen dat er meer sturing is gekomen in het lesprogramma. Studenten van de pilotgroep te Den Haag ervaren desalniettemin dat NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 23

24 het onderwijs weinig CMV-specifiek wordt ingevuld: doordat zij in kleine groepjes onderwijs volgen, worden zij ingedeeld bij de andere opleidingen (MWD en SPH) van de SoSW. Desgevraagd vertellen zij aan het panel dat zij er wel van overtuigd zijn dat zij in het vraaggestuurde onderwijs alle SW/CMV-competenties kunnen bereiken. Zij hadden echter wel van te voren expliciet gewezen willen worden op het feit dat zij als proefkonijn fungeren voor het SW-curriculum. het panel constateert dat de kritiek van de pilotgroep ook geldt voor enkele februariinstromers in het nieuwe curriculum: bij kleine aantallen instromers kan de opleiding niet meer gegarandeerd een volwaardig programma aanbieden. Uit gesprekken met tweedejaars SW -studenten (februari-instromers, blijkt dat zij in het eerste jaar in gemengde groepen met SPH- en MWD-studenten deelnamen aan het onderwijs. De opleiding heeft deze reacties van de februari-instromers gehonoreerd en met ingang van 2006 worden de eerstejaars studenten van dezelfde opleiding weer bij elkaar in een klas geplaatst. Wat betreft de pilotgroep te Den Haag is het panel van mening dat zij niet kon vaststellen dat er afdoende borging is dat de opleidingsdoelstellingen in het programma wordt gerealiseerd. Dit komt mede doordat er geen schriftelijk documentatiemateriaal voorhanden was. De argumentatie van de opleiding, te weten dat de begeleiding door de SLB-docenten bij de vraagsturing en de contracten met de studenten van de pilotgroep leiden tot een adequaat persoonlijk opleidingsprogramma, vindt het panel niet sterk (vgl. 4.2). De ervaringen met de pilotgroep hebben geleid tot verbetering op dit punt, zodat dit bezwaar niet geldt voor de borging van de opleidingsinhoud bij het nieuwe curriculum voor SW-studenten. Zoals bij facet 2.1, laatste bullet, is beschreven, wordt de verdere ontwikkeling van het SWcurriculum op basis van duidelijke kaders, op basis van het Projectplan MIMA SOWO, door de onderwijsregiegroep en ontwikkelteams (waaraan docenten van beide locaties deelnemen) voortvarend aangepakt. Per saldo komt het panel voor de beoordeling van de curricula van beide locaties uit op een voldoende. De SoSW leert van de ervaringen met de pilotgroep, zoals blijkt uit het bijgestelde SW-curriculum. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het CMV-programma van de voltijd- en deeltijdopleiding te Rotterdam draagt de thematische opbouw bij aan de horizontale samenhang tussen studieonderdelen binnen een onderwijsblok. In elk onderwijsblok staat een beroepsgericht thema centraal. De thema's zijn verticaal opgebouwd van algemeen naar specifiek, van breed naar smal en van eenvoudig naar complex. In het eerste jaar wordt het CMV-werkveld in de breedte 24 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

25 verkend, in het tweede jaar wordt gewerkt aan visie-, methodiek- en beroepsontwikkeling. Het derde jaar staat in het teken van beleidsmatige aspecten van het werk en onderzoeksvaardigheden. In het vierde jaar krijgen verantwoording en legitimering van het beroep aandacht. In de deeltijdopleiding relateren studenten de thema's aan de eigen beroepspraktijk door middel van opdrachten. De uitwerkingen worden getoetst door middel van praktijkverslagen waarin de transfer van theorie naar praktijk wordt beschreven. Het SW-programma (beide locaties) kent een vergelijkbare verticale opbouw van het programma als het CMV-programma. Het wijkt af doordat competentie-ontwikkeling bij de student in het leerproces centraal staat. Daarnaast wordt in de thema s gewerkt vanuit kritische beroepssituaties en ligt sterker de nadruk op authentiek leren in de praktijk. In het eerste jaar komt het hele beroepsdomein vanuit de 9 competenties aan bod, volgens een ordening van de regulatieve cyclus. De opbouw van het curriculum staat duidelijk beschreven in de Studiegids 2005/2006: meer aanbodgericht en meer vraaggericht onderwijs in de vorm van majors en minors worden afwisselend aangeboden. Studieloopbaanbegeleiding wordt als een belangrijk instrument gezien voor een samenhangend leerproces. Naar aanleiding van het overzicht van competenties en niveaus (Matrix SLB CMV) volgt de student zijn eigen ontwikkeling. Hoewel docenten in het najaar van 2005 moeite hadden de systematiek en de precieze invulling van de SLB te bepalen, heeft de School hier vanaf het voorjaar 2006 meer samenhang in aangebracht. De opleiding heeft dit aspect grondig besproken en verbeteringen in gang gezet (vergelijk 4.2). Voor het pilot CMV-programma te Den Haag geldt dat studenten werken aan taken in authentieke beroepssituaties (uit de gesimuleerde en de feitelijke praktijk). De taken zijn gekoppeld aan thema s (en competenties) en de leeromgeving wordt gevoed door aanbodgerichte cursussen. De volgorde van de thema s bepaalt de student zelf. De opbouw staat beschreven in Studiewijzer, SoSW Den Haag, voltijd, deeltijd en duaal 2005/2006. Uit het STO 2006 blijkt dat studenten van de beide locaties de samenhang verschillend ervaren: de studenten te Rotterdam waarderen de samenhang van het onderwijs met een 3,8 en de studenten te Den Haag waarderen de samenhang met een 2.9. In het STO 2005 zijn de tevredenheidsscores: Rotterdam 3.4, Den Haag 2.9. Studenten met wie het panel heeft gesproken, ervaren op beide locaties en bij beide varianten door de bank genomen voldoende samenhang. Voor studenten van de pilotgroep laat het zicht op de totale structuur van het curriculum te wensen over. Bij de uitvoering van het SW-programma is de blok/clusterstartvergadering een belangrijk instrument in de afstemming tussen docenten onderling. Hierbij zijn alle docenten van beide locaties aanwezig die een bijdrage leveren aan een blok/cluster. Er wordt wekelijks vergaderd. Docenten van beide locaties bevestigen dat deze vergaderingen plaatsvinden en dat zij een positief effect hebben op de integratie van de teams ten bate van een identieke onderwijsuitvoering. Hoewel er oorspronkelijk sprake was van verschillende culturen/aanpakken in de docententeams van beide locaties, wordt de samenwerking steeds beter (vergelijk 3.3): ruim éénderde van de docenten werkt inmiddels op beide locaties. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 25

26 Facet 2.4 Studielast Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de OER zijn de onderwijseenheden voorzien van EC. In de modulebeschrijvingen en handleidingen worden de betreffende EC verder uitgewerkt naar geplande studietaken en werkvormen. In mindere mate geldt dit voor het onderwijs van de pilotgroep te Den Haag. De bepalingen betreffende inhoud en afname van de toetsen staan duidelijk in de OER vermeld. Op de Schoolsite kunnen studenten en medewerkers alle actuele versies van studiegidsen, periodeboeken, handleidingen, procedures en formulieren terugvinden. Blackboard wordt gebruikt om onderwijsinhoudelijke informatie tussen docenten en studenten uit te wisselen. Studenten kunnen bij het Informatiepunt alle informatie verkrijgen waar ze via andere kanalen niet aan kunnen komen. Het Informatiepunt is elke dag van uur geopend en op lesdagen van deeltijdstudenten tot uur. Elke locatie beschikt over een servicedesk waar studenten terecht kunnen met vragen over het gebruik van audiovisuele middelen en ict. Uit het STO 2006 blijkt dat de studenten tevreden zijn over de kleine kwaliteit. De scores in Rotterdam zijn over het algemeen iets positiever dan in Den Haag. De relevante aspecten waarvan het panel scores zag, zijn onder meer: herkansingen, spreiding studielast, studeerbaarheid van propedeuse en hoofdfase, informatie over roosters en over roosterwijzigingen. Sinds september 2005 hanteert de hogeschool INHOLLAND de zogenoemde verbeterbarometer. Deze bevat zes verbeterpunten die volgens een onderzoek onder studenten van INHOLLAND de meeste klachten opleveren. De zes punten zijn ten tijde van de visittie: contactmomenten, college-uitval, klachtenbehandeling, roosters, mutaties in het rooster en cijferregistratie. Er zijn maatregelen getroffen voor alles zes verbeterpunten (Kleine Kwaliteit; Verbeterpunten uit STO). In Verankering en borging: verbeterbarometer SoSW 2006 wordt aangegeven hoe de controles op de zes punten verlopen en wat er verbeterd is en wat er nog knelpunten oplevert. Hoewel de SoSW veel aandacht heeft voor continu verbeterbeleid, blijven de resultaten op de aspecten van tijdigheid en naleven van de tentamens- en lesroosters aandacht van de opleiding vragen. De opleiding heeft in 2006 een project gestart om te werken aan een heldere structuur van de Schoolsite. 26 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

27 Facet 2.5 Instroom Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Als instroomeis bij de opleiding CMV geldt dat de student moet beschikken over een diploma havo, vwo, een afgeronde propedeuse hbo of een diploma op mbo-4 niveau. Ook kunnen kandidaat-studenten een toelatingsexamen afleggen, indien hhun vooropleiding niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. havo/vwo-gediplomeerden kunnen met alle profielen instromen in de voltijdopleiding. Voor mbo-studenten SCW niveau 4 wordt een driejarig opleidingstraject mogelijk gemaakt. Zij volgen een propedeusetraject van 10 weken dat aansluit op de eindkwalificaties van hun mbo-opleiding. Andere niveau 4 mbo-studenten krijgen op basis van een intake assessment mogelijk toegang tot de verkorte driejarige opleidingsroute. Verhoging van de instroom heeft al geruime tijd de aandacht van de opleiding. In 1999 kende Den Haag een topjaar qua instroom met 63 studenten in de voltijd en in 2001 gold dit voor Rotterdam met een instroom van 84 studenten in de voltijd. Sindsdien is de instroom afgenomen tot eenderde (Den Haag) en minder dan de helft (Rotterdam). Op beide locaties wordt nauw samengewerkt met de ROC's om de doorstroom van mbostudenten binnen de beroepskolom verder te verbeteren. Vanaf januari 2006 werken studenten van verschillende ROC's aan een gezamenlijk doorstroomportfolio, waarin zij hun niveau op het gebied van vijf competenties beschrijven. Op grond daarvan vindt een intakegesprek en een instroomadvies plaats. Alle studenten doen na een maand een intake-assessment om zich te scoren in relatie tot de te verwerven competenties. In overleg met de SLB er legt de student meer nadruk op specifieke opdrachten/taken. Middels het POP worden deze opdrachten en taken vastgelegd. Studenten waarderen deze begeleiding, maar geven wel aan dat de invulling docentafhankelijk is. Zoals eerder aangegeven werkt de opleiding zichtbaar aan het aanbrengen van meer systematiek in de SLB (vergelijk facet 4.2). In het document Werkgeversverklaringen CMV-deeltijd, hbo-deeltijd Rotterdam, wordt uitleg gegeven over de werkomgeving als leeromgeving. De studieloopbaanbegeleider beoordeelt de relevantie van de werkplek en is eveneens verantwoordelijk voor de beoordeling van de competentieontwikkeling bij de student. Screening van de werkplekken voor deeltijdstudenten te Den Haag (vergelijk facet 2.2) schiet volgens studenten met wie het panel heeft gesproken, tekort. Het geven van een bindend studieadvies in het propedeusejaar is onderdeel van de SLB. De normen (behalen van 40 EC aan het eind van het eerste jaar van inschrijving, aangevuld met kwalitatieve eisen) zijn duidelijk verwoord in de OER. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 27

28 Vrijstellingen kunnen door de examencommissie worden verleend op basis van een afgenomen intake-assessment. De bepalingen rond vrijstellingen en vervanging van onderwijseenheden zijn eveneens duidelijk verwoord in de OER. In de werkvormen van het SW-curriculum zijn bij aanvang van de studie de leerstof en de leeractiviteiten vastgelegd. Naarmate de studie vordert, wordt de student steeds meer verantwoordelijk voor zijn leeractiviteiten. In dit proces is sprake van sturing naar zelfsturing. Facet 2.6 Duur Rotterdam VT Goed Rotterdam DT Goed Den Haag VT Goed Den Haag DT Goed Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding bestaat op beide locaties en in beide varianten uit 240 EC. De verdeling is beschreven in de OER. Een cursusjaar bestaat uit 60 EC, per kwartaal kunnen worden 15 EC behaald. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Onvoldoende Den Haag DT Onvoldoende Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het onderwijsconcept van de Hogeschool is beschreven in Backbone. De uitwerking hiervan voor de School of Social Work staat beschreven in Kaders voor de onderwijsontwikkeling van de HBO-major en-minors, augustus De kenmerken van het onderwijskundig kader en van de (digitale) leeromgeving zijn duidelijk vermeld. De opleiding gaat uit van het competentiegericht opleiden. De student staat daarbij centraal en heeft de eigen verantwoordelijkheid voor zijn eigen studieloopbaan. De opleiding faciliteert door het bieden van een passende leeromgeving, door een systeem van SLB, en door het beroepsgericht opleiden in samenwerking met (stage-) organisaties uit het werkveld. Het panel vindt de onderwijskundige kaders voor het SW-programma duidelijk geconcretiseerd in de studiegids, de periodeboeken en de studiehandleidingen BPV. De studenten pakken problemen uit de beroepssituatie aan, in de trainingen, de consulten en 28 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

29 de workshops. Het geleerde passen ze toe in studie- en werkgroepen of in de gegeven beroepssituatie zelf. Daarnaast worden zelfstudie, hoorcolleges en werkcolleges als werkvormen aangeboden. Er zijn duidelijke instructies voor opdrachten, begeleide en niet begeleide contacturen en taken van de docenten vermeld. De onderwijskundige kaders voor het CMV-programma zijn voor de derde- en vierdejaars studenten (Rotterdam) en vierdejaars studenten (Den Haag) uitgewerkt in de blokboeken en de stage- en afstudeerhandleiding. Ten aanzien van het SW-programma stelt het panel vast dat de SLB-begeleiding, als onderdeel van de nieuwe structuur van het onderwijs, voor de eerste twee jaar (vergelijk facetten 2.5 en 4.2) goed in de steigers staat. Het panel heeft in het aanvullend bezoek het SLB-programma 2006/2007 bekeken en vindt dat dit substantieel verbeterd is. Het panel spreekt haar vertrouwen uit in de verbeteraanpak gericht op dit facet. Wel zal de docentafhankelijkheid bij de SLB-uitvoering aandacht verdienen, met name voor de locatie te Den Haag. De onderwijskundige concepten voor pilotgroep van de locatie te Den Haag (grotendeels vraaggestuurd leren) waren niet voldoende beschikbaar (alleen via een presentatie over het programma) en waren slechts zeer globaal en voor het panel weinig inzichtelijk uitgewerkt naar onderliggende onderwijsdocumenten (vergelijk facet 2.2). In de digitale cursusbeschrijvingen zijn de werkvormen globaal en kort beschreven. Het onderwijs van de deeltijdopleiding is opgebouwd volgens een vaste lesstructuur (Methode,Visie, Praktijk). Er wordt veel gewerkt met casusbesprekingen die studenten inbrengen volgens de Procedure casusbespreking. Uit het STO 2006 blijkt dat de resultaten voor Rotterdam positief zijn, maar bij Den Haag hebben studenten kritiek op de afwisseling van werkvormen (2.8) en de stimulerende werkomgeving (2.6). Eerste- en tweedejaars studenten van beide varianten van de locatie te Rotterdam vertelden het panel dat zij gemiddeld gesproken tevreden zijn over de werkvormen en de stimulerende rol van docenten bij het leerproces. Studenten van de locatie te Den Haag zijn over de hele linie minder te spreken over de werkvormen. Dit geldt voor het SW-curriculum en voor de pilotgroep. Zij ervaren dat zij te vaak in onbegeleide leersituaties verkeren en dan niet goed weten waar zij aan toe zijn. Tijdens het tweede bezoek heeft het panel uitgebreid gesproken met vier studenten van de pilotgroep (in het cursusjaar 2006/2007 zijn dit vierdejaars studenten). Zij vertelden het panel dat zij in sommige periodes tussen 1 en 4 uur les per week onderwijs krijgen. De opleiding reageert hierop in een naschrift met het bericht dat het feitelijke studieprogramma afhankelijk is van het studiecontract; ook lopen studenten in ieder leerjaar gedurende de helft van de week stage. Als laatste punt van kritiek gaven voltijdstudenten van de pilotgroep aan van de virtuele (digitale) onderwijsomgeving nauwelijks gebruik te maken. De pilot-deeltijdstudenten zijn wat betreft dit laatste aspect iets positiever. De ernst van de geformuleerde kritiekpunten, het bekeken onderwijsmateriaal van de pilotgroep en het feit dat het STO 2006 voor de studenten te Den Haag (vooral beantwoord door studenten van het nieuwe SW-curriculum) op de aspecten van de afwisselende werkvormen en de stimulerende werkomgeving geen duidelijk positieve ontwikkeling laat zien, maakt dat het panel voor dit facet voor de locatie te Den Haag negatief oordeelt. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 29

30 Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding hanteert summatieve en formatieve toetsen om te bepalen of de student in de kritische beroepssituatie adequaat weet te handelen. Deze toetsvormen en de eisen die hieraan moeten worden gesteld staan duidelijk beschreven in deel 5 van Kaders Major SW. De beschrijvingen van de door de opleiding gehanteerde toetsen en toetscriteria staan in de OER en de modulebeschrijvingen. Deze zijn voor de beide varianten op de beide locaties duidelijk verwoord. Toetsing vindt plaats via verschillende toetsvormen, zoals assessments, reflectie en portfolio en geïntegreerde kennistoetsen. Bij de pilotgroep te Den Haag wordt niet gewerkt met kennistoetsen, wel met de andere genoemde toetsen. Het panel heeft voorbeelden van diverse toetsen bekeken en constateert dat zij in vorm en uitwerking aansluiten bij de leerdoelen. Wel moeten sommige toetsvormen (bijvoorbeeld in het kader van SLB) verder worden doorontwikkeld. Borging van toetsen vindt op verschillende manieren plaats. De toetsen worden door docenten of ontwikkelaars gemaakt en voorgelegd aan de toetscommissie. De toetscommissie heeft de verantwoordelijkheid om de kwaliteit van het gehele examenproces te waarborgen. De leden van de toetscommissie en de toetsontwikkelaars zijn getraind voor het ontwikkelen van competentiegerichte toetsen (uit documenten blijkt dat deze commissie sinds het voorjaar van 2006 functioneert). Daarnaast functioneert de onderwijsregiegroep als een controlerend en begeleidend orgaan. Ten slotte bewaakt de examencommissie of de toetsen worden afgenomen conform de omschrijvingen in de OER. De docenten hebben in het voorjaar van 2006 een cursus toetsontwikkeling (gericht op het functioneren als assessor) gevolgd. In de handleidingen voor stages en afstuderen staan de beoordelingsprocedures en de beoordelingscriteria vermeld. Vertegenwoordigers van het werkveld hebben een adviserende stem in de beoordeling. De studenten tonen bij beide varianten het bereiken hun competenties aan door een contract en voor de deeltijdopleiding een werkgeversverklaring (van te voren) en door verslaglegging van de werkgever en van de student in een portfolio en andere (stage-)verslagen (na afloop). Op basis van de uitslagen van het STO 2006 stelt het panel vast dat de studenten tevreden zijn over de toetsen en dat zij van mening zijn dat de toetsen goed aansluiten bij de leerstof. Over de snelheid waarmee de tentamenresultaten bekend zijn, zijn de studenten niet tevreden, vooral in Rotterdam is de tevredenheidsscore laag (2.3). Over de feedback 30 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

31 over toetsen zijn de studenten matig tevreden: in Rotterdam is de score 2.9 en in Den Haag 2.5. In het STO 2005 tonen de studenten zich tevreden over de toetsing van onderwijseenheden op vorm en inhoud (score Rotterdam 3.3, Den Haag 3.4). Studenten van alle locaties en richtingen ervaren in de regel dat zij in het binnenschoolse en buitenschoolse curriculum op een billijke wijze worden beoordeeld. Enkele studenten van de deeltijdopleiding te Den Haag hebben geen contract ondertekend en enkele studenten van de derdejaars pilotgroep ervaren de beoordeling als summier, doordat de bemoeienis en terugkoppeling van de docentbegeleider bij hun minimaal was. Aan het tijdig bekend zijn van tentamenresultaten werkt de opleiding doordat de SoSW van alle ingevoerde toetsen de toetsdatum en inleverdatum bijhoudt. Zo wordt duidelijk waar knelpunten liggen. Er wordt gestimuleerd dat tussentijdse werkstukken worden geregistreerd. De resultaten aangaande inhoudelijke terugkoppeling op resultaten (met name in Den Haag) zijn een belangrijk aandachtspunt voor de opleiding. Indien er niet serieus naar verslagen en portfolio s van studenten wordt gekeken, dan hebben de studenten de neiging deze toetsvormen niet meer serieus te nemen. Enkele studenten te Den Haag vertelden aan het panel dat zij dit effect bij zichzelf bemerken. Onderwerp 3 Inzet van Personeel Facet 3.1 Eisen hbo Rotterdam VT Goed Rotterdam DT Goed Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding geeft aan dat ruim 40% van de docenten afkomstig is uit de praktijk en/of gedeeltelijk werkzaam is in de praktijk, bijvoorbeeld door deelname aan projecten. Elke docent is betrokken bij begeleiding in het buitenschools curriculum of bij de afstudeerbegeleiding. Uit een overzichtslijst van CV s van docenten blijkt dat docenten, bezien in zijn totaliteit voor SoSW, beschikken over voldoende beroepsgerichte deskundigheid. De helft van de docenten geeft alleen in Rotterdam les, ruim eenderde van de docenten geeft in beide locaties les. Naast de interne studiedagen bieden de kenniskringen van de hogeschool INHOLLAND een aantal docenten de mogelijkheid zich verder te specialiseren in hun vakgebied. Aan de NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 31

32 School of Social Work zijn twee lectoraten verbonden: Leefwerelden van Jeugd en Dynamiek van de grote stad. Door middel van het Individuele Performance en Ontwikkelingsplan worden per docent afspraken gemaakt over de wijze waarop kennis van de praktijk actueel wordt gehouden. Twee docenten hebben in het afgelopen jaar docentstages bij relevante werkveldorganisaties gevolgd. Uit het STO 2006 blijkt de volgende tevredenheidscore: docenten zijn op de hoogte van de huidige beroepspraktijk (R 3.8 en DH 3.0). In het STO 2005 scoort deze vraag: R 3.3 en DH 3.1. Studenten van de locatie te Den Haag ervaren de beroepsgerichtheid van hun docenten als te weinig CMV-specifiek. Dit bleek in het gesprek met het panel. Bij doorvragen door het panel bleek dat dit deels te maken heeft met de organisatorische beschikbaarheid van het aantal CMV-docenten voor deze locatie (vergelijk facet 3.3) en deels met de kwalificaties van de betreffende docenten. Het panel signaleert dat in het scholings- en afstemmingsbeleid tussen beide vestigingen voldoende aandacht is voor het op peil houden van actuele, beroepsgerichte kennis bij alle docenten. Facet 3.2 Kwantiteit personeel Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De hogeschool INHOLLAND beoogt een medwerkers/studentratio van 1:28. De Schools hebben in 2004/2005 een medewerker-studentratio gerealiseerd van 1:24 (of 1: 30 docentstudentratio). Er is 2.4 fte aan overformatie ingezet voor onderwijsontwikkeling. De hogeschool heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de bij-en omscholing van ondersteunend personeel. Daarmee is een deel van de dienstverlening (kwaliteitszorg, ict, HRM en onderwijsontwikkeling) verschoven van instellingsniveau naar Schoolniveau. In 2004 was er een medewerkerstevredenheidsonderzoek; de resultaten hiervan vormden de input voor het Personeelsplan Uit het MTO 2004 blijkt dat docenten te weinig tijd hebben om het werk uit te voeren. Uit het MTO 2005 blijkt dat deze score verder is verslechterd (van 2.5 naar 2.0). De opleiding verklaart dit door de veranderingen in het competentiegericht opleiden en de verbreding richting de bachelor Social Work. Uit gesprekken met docenten van beide locaties blijkt dat maatregelen zoals de nieuwe teamindeling, meer oog voor de jaartaakoverzichten en de toegenomen (centraal georganiseerde) ondersteuning bij de onderwijsvernieuwing, geholpen hebben tegen de hoge werkdruk. 32 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

33 Het ziekteverzuim bedroeg 10.9 procent in het jaar 2005/2006. Uit aanvullend onderzoek is gebleken dat de opleiding de vinger aan de pols houdt. Uit recente signalen blijkt een verbetering op dit punt. Uit het STO 2006 blijkt: docenten zijn goed bereikbaar voor studenten (R 3.6 en DH 3.2). Facet 3.3 Kwaliteit personeel Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het personeel van de hogeschool INHOLLAND wordt zodanig ingezet dat alle medewerkers een goede bijdrage leveren aan de uitvoering van het competentiegerichte onderwijs, volgens het onderwijsconcept van Backbone. De hogeschool heeft de functiebeschrijvingen omgezet in beschrijvingen van competenties van medewerkers en teams op alle niveaus. Vanaf januari 2006 worden alle medewerkers opnieuw in functies en functieniveaus ingedeeld. In het Personeelsplan School of Social Work Rotterdam, wordt onderscheid gemaakt in zeven docentrollen: SLB-er, assessor, ontwikkelaar van toetsen, curriculumontwikkelaar, tutor, expert/instructor en onderzoeker. In het scholingstraject wordt eerst aan de eerste drie rollen aandacht besteed en vervolgens aan de andere rollen. Op basis van IPOP s (Individuele Performance en Ontwikkelings Plannen) wordt in functionerings- en daarna in beoordelingsgesprekken van de directeur met de individuele docenten, vastgesteld welke rollen docenten gaan vervullen en welke scholing nodig is. De docenten kunnen naar aanleiding van hun functionerings-/ beoordelingsgesprek budget krijgen voor scholing. Medewerkers krijgen, conform de CAO, 59 verplichte scholingsuren op fulltime basis. Overige uren worden toegekend indien daarover afspraken zijn gemaakt. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding het accent heeft gelegd op scholing op het gebied van studieloopbaanbegeleiding, competentiegericht toetsen en het coachen van teamcoördinatoren. Daarnaast hebben docenten deelgenomen aan congressen, seminars en studiedagen en (beroepsgerichte) docentstages. Uit het document Triaal Beoordeling HRM, januari 2006 blijkt dat 35% van de docenten SoSW een IPOP-gesprek heeft gehad; het management beoogt met 80% van de docenten in 2006 een dergelijk gesprek te voeren. Onder meer door de managementwisseling bij de opleidingsmanagers op de locatie te Rotterdam, is er enige vertraging in de planning opgetreden. Docenten en opleidingsmanagers van beide vestigingen vertelden aan het panel en dit blijkt ook uit de uitslagen van het MTO 2004 en dat er de afgelopen jaren enige ruis is opgetreden in de communicatie. Door de centraal geformuleerde onderwijskaders van NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 33

34 INHOLLAND, de samenwerking van de drie Schools of Social Work bij de invulling van de gezamenlijke major (vergelijk de inleiding in het onderwerpdeel van dit rapport) en de samenwerking tussen docenten van Den Haag en Rotterdam, ging veel aandacht naar onderlinge afstemming en samenwerking. Dit loopt volgens de docenten echter steeds beter; wel is meer ruimte voor de afzonderlijke Schools gewenst. Uit het STO 2005 blijkt dat studenten tevreden zijn over de didactische kwaliteiten van de docenten: score R 3.3, DH 3.2. Uit het STO 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn over de didactische kwaliteiten van docenten (R 3.9, DH 3.0). In Den Haag zijn studenten kritisch over de organisatorische kwaliteiten van de docenten (2.6). Studenten van beide vestigingen zijn te spreken over de persoonlijke betrokkenheid van de docenten bij hun opleiding. Studenten van de vestiging te Den Haag vinden wel dat zij te weinig beroep kunnen doen op docenten met een specifieke CMV-deskundigheid voor begeleiding bij opdrachten of het geven van lessen. Doordat studenten in kleine groepen les volgen (met name bij de pilotgroep) is de beschikbaarheid van deze docenten volgens hen te gering. Uit het MTO 2005 van de School of Social Work blijkt dat docenten over het algemeen tevreden zijn. Ze vinden hun werk leuk en halen voldoening uit hun werk. Onderwerp 4 Voorzieningen Facet 4.1 Materiële voorzieningen Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De hogeschool INHOLLAND gaat ervan uit dat studenten moeten kunnen beschikken over goede, herkenbare en adequaat ingerichte studielandschappen en studiematerialen. Het panel heeft de nieuwe gebouwen van de beide locaties bezocht en heeft vastgesteld dat zij adequaat zijn toegerust. Alle voorzieningen zijn gedurende 51 weken van het jaar toegankelijk voor de studenten. Daarnaast zijn de gebouwen elke avond tot uur geopend. Docenten en studenten hebben de beschikking over een flexwerkplek, een internetadres en een eigen ruimte op het netwerk. Vanuit de woonsituatie zijn alle computerfaciliteiten te benutten, zoals Blackboard, mailaccounts en verschillende softwarepakketten. Op beide locaties kunnen studenten en medewerkers gebruik maken van de bibliotheek. In de bibliotheek is tevens een studieruimte aanwezig. De bibliotheek beschikt naast vakliteratuur en vaktijdschriften over verschillende digitale informatie (cd-roms, 34 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

35 databanken, video s en dvd s). De bibliotheek heeft een eigen website waarop maandelijks informatie wordt geboden over nieuwe aanwinsten. Uit het STO 2005 blijkt dat de studenten tevreden zijn over de ruimtes en voorzieningen van de twee locaties (scores tussen de 3.0 en de 4.3). Studenten zijn tevreden over de voorzieningen die de bibliotheek biedt (score R 70.2%, DH 77.6% op een schaal van 1 tot 100). Studenten zijn minder tevreden over de mogelijkheden in het gebouw voor zelfstudie (score R 2.6, DH 2.8). In het STO 2006 worden deze scores op hoofdlijnen bevestigd. Alleen de ruimte voor zelfstudie wordt in Den Haag negatiever gewaardeerd (R 2.9 en DH 2.5). Medewerkers geven aan minder tevreden te zijn met hun werkplek. Op de korte termijn heeft de opleiding voor de locatie te Den Haag ruimte gehuurd in het naastgelegen pand. Aan een permanente oplossing voor het ervaren ruimtegebrek door studenten en docenten wordt gewerkt middels uitbreiding van de nieuwbouw (start najaar 2006). Facet 4.2 Studiebegeleiding Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Onvoldoende Den Haag DT Onvoldoende Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het beleid op studieloopbaanbegeleiding is op hoofdlijnen aangegeven in Kaders voor de onderwijsontwikkeling, deel 4 en in de SLB-Nota. De studieloopbaanbegeleider biedt begeleiding bij het leren leren, het maken van keuzes voor de juiste studieroute, de keuze voor de differentiatieminor en de keuze voor praktijkwerkplekken. De SLB-nota beschrijft voor het SW-programma voor beide varianten welke activiteiten van studenten wekelijks worden gevraagd en welke instrumenten bij de SLB worden ingezet. Het panel is positief over deze nota. Studenten kunnen gebruik maken van de diensten van het decanaat, het pastoraat, de studentpsycholoog en de vertrouwenspersoon. Het panel stelt vast dat de opleiding bij de formele invoering van het nieuwe SLB-systeem in september 2005 dit systeem op hoofdlijnen gereed heeft, en dat de invulling ervan (zoals de relatie tot de BPV, de vorm van de toetsen en de relatie tot de te ontwikkelen competenties) in de loop van het studiejaar plaatsvindt. De kritiekpunten op het systeem zijn in het najaar 2005 geanalyseerd (zie Knelpuntenanalyse en Actiepuntenlijst SLB Rotterdam/Den Haag) en in het voorjaar 2006 verbeterd in de vorm van een gekoppeld jaaroverzicht aan het Mesorooster (Studieloopbaanbegeleiding, maart 2006). NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 35

36 De studieloopbaanbegeleider legt de koppeling tussen de ontwikkeling van de student en de keuze voor specifieke werkervaringen en de operationalisering en keuze van competenties. Door de opleiding wordt een docent als stage- of BPV-begeleider aangewezen die contact houdt met de student en de praktijkinstelling. Bij de praktijkinstelling krijgen de studenten begeleiding van een ervaren beroepskracht bij wie zij met vragen terecht kunnen. De studenten worden enkele malen bezocht op de stage- of afstudeerplek. Tijdens de stage krijgen studenten supervisie of intervisie, waarbij de nadruk ligt op het uitwisselen van ervaringen en de persoonlijke ontwikkeling van de student. Er wordt in de begeleiding gewerkt met reflectieverslagen en portfolio s. De evaluaties in het STO 2005 laten een negatief beeld zien: studenten vinden de studieloopbaanbegeleiding weinig zinvol (score R 2.9, DH 2.8). Uit het STO 2006 blijken de scores in Rotterdam verbeterd te zijn (3.3), maar voor Den Haag verslechterd (2.4). Uit de Periode-evaluatie van de afstudeerbegeleider 2003/2004 (voor locatie Rotterdam) blijkt dat studenten tevreden zijn over de afstudeerbegeleiding. De gemiddelde score is 3.6. Uit gesprekken met studenten te Rotterdam blijkt dat zij het SLB-systeem en de docentbegeleiding bij de stage waarderen, zij het dat de invulling bij de SLB soms afhangt van de betreffende SLB er. Afgestudeerden deeltijd te Rotterdam zijn zeer tevreden over de geboden begeleiding en supervisie bij de stage. Studenten van de pilot te Den Haag vertellen dat zij de SLB als sterk wisselend ervaren. Studenten vinden dat ze weinig begeleiding krijgen. Zij moeten veelal zelf het initiatief daartoe nemen en competenties laten aftekenen. Soms wordt er in de begeleiding niet naar een portfolio gekeken. Daarnaast zijn zij in de regel weinig bezocht door stagebegeleiders van de opleiding (een enkele keer tot geen bezoek met telefonisch contact). De deeltijdopleiding in Den Haag is iets positiever over de SLB-begeleiding, hoewel de uitvoering per docent sterk verschilt. Bij de bespreking van de bevindingen bij facet 2.7 kwamen de ervaringen met SLB van de Haagse studenten aan de orde. Vertegenwoordigers van het werkveld vertellen dat de opleiding (bij beide locaties) steeds meer aandacht besteedt aan het begeleiden van studenten bij de stage. Het werkveld wordt hierbij steeds beter bij betrokken. Het panel is van mening dat het beleid ten aanzien van studieloopbaanbegeleiding goed is, maar dat de uitvoering in Den Haag nog te wensen overlaat, zoals uit evaluaties blijkt, en bevestigd werd in de gesprekken die het panel in juni en september met studenten heeft gevoerd. Wanneer de uitvoering in Den Haag verbeterd wordt, heeft het panel er vertrouwen in dat ook daar de studieloopbaanbegeleiding een goed instrument voor studenten kan worden. 36 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

37 Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg Facet 5.1 Evaluatie resultaten Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De kaders voor het kwaliteitszorgbeleid zijn op hogeschoolniveau vastgesteld in Kaderstellende notitie Kwaliteitszorg INHOLLAND, 2004 en op Schoolniveau in Beleid Kwaliteitszorg School of SW, In het laatstgenoemde document staat per doelgroep (medewerkers, studenten, alumni, werkveld, overheid/bestuur) aangegeven welke evaluatie-instrumenten, met welke frequentie worden ingezet. In het Jaarplan 2005/2006, SoSW wordt de gedetailleerde jaarplanning voor module-evaluaties vermeld. Het bedrijfsbureau verleent ondersteuning bij kwaliteitszorgcyclus en een medewerker kwaliteitszorg bewaakt de jaarplanning bij kwaliteitszorg. Het panel heeft uitslagen van deze instrumenten in voldoende mate aangetroffen (waaronder STO 2004 en 2005, MTO 2004 en 2005, blok- en module-evaluaties verdeeld over alle jaren, diverse positiebepalingen en het werkveldonderzoek 2005). De uitslagen van de blok- en module-evaluaties zijn echter weinig overzichtelijk aan het panel gepresenteerd (geen ordening en samenvatting naar locatie en variant) en de uitslagen van het STO zijn niet uitgesplitst naar varianten. In Meta-evaluatie 2005 worden de uitslagen van de evaluatie-instrumenten gekoppeld aan de specifieke normen die voor de betreffende instrumenten zijn geformuleerd. De metaevaluatie mondt uit in samenvattende verbeterpunten per doelgroep. De meta-evaluatie is grotendeels op overstijgend niveau beschreven: er is bij belangrijke onderdelen zoals de onderwijsuitvoering geen onderverdeling naar locatie en variant. Deze onderverdeling is wel gemaakt bij de rendementsscores afgezet tegen de streefnormen. De meta-evaluatie is in aanzet positief, maar de analyse is te weinig een volledige samenvatting. Uit Verslag positiebepaling SoSW, februari 2005 blijkt dat het onderwijsuitvoeringsproces en de ondersteunende processen zijn gesitueerd in fase 2 van het INK-model (procesgeoriënteerde); de organisatie wil naar fase 3 (systeemgeoriënteerd). In het afgelopen jaar heeft de SoSW een goede start gemaakt naar systematisch evalueren op basis van toetsbare streefnormen. NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 37

38 Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De samenvattende verbeterpunten in de meta-evaluatie (zie 5.1) zijn vertaald naar SMART geformuleerde verbeterdoelen in het Managementcontract 2005/2006. Hiermee is de kwaliteitszorgcyclus duidelijk gekoppeld aan de beleidscyclus van hogeschool INHOLLAND. De triaalrapportages 2005, met de resultaten op de verbeterdoelen, zijn ten tijde van de visitatie nog niet ingevuld. Diverse kwaliteitsanalyses zijn duidelijk gekoppeld aan concrete verbeterplannen. De STO s en MTO s zijn bijvoorbeeld voorzien van verbeterplannen (Verbeterbarometers, een Communicatie- en Scholingsplan) en de SLB is voorzien van een knelpuntenanalyse en een verbeterplan. De verbeterplannen zijn duidelijk uitgewerkt naar verbeterresultaten in de tijd, met vermelding van de verantwoordelijken voor de implementatie. Op basis van uitkomsten van de vorige visitaties (voorafgaand aan de fusie) heeft de SoSW verbeteringen in gang gezet (zoals beschreven in Jaarplan 2001/2002, Unit Sociaal werk, september 2001). De kwaliteitsverbeterplannen die voortkomen uit de module- en blokevaluaties worden ondermeer besproken in de betreffende docententeams. Van deze besprekingen heeft het panel, met uitzondering van docentverslagen van de pilotgroep, nog niet op systematische wijze verbeterplannen aangetroffen. Onduidelijk is welke verantwoordelijkheden de docententeams, teamcoördinatoren en opleidingsmanagers in de dagelijkse onderwijspraktijk hebben bij dit verbeterproces. De PDCA-cirkel (gericht op alle aspecten van de kwaliteitszorg) verloopt nog weinig planmatig en systematisch. Met name de C- en A-fase behoeven aandacht. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT voldoende Den Haag DT voldoende Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. 38 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

39 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De resultaten van de in facet 5.1 beschreven evaluatie-instrumenten worden besproken in diverse overlegorganen van de betreffende doelgroepen: - docenten zijn betrokken door overleg in de opleidingsteams, de klankbordgroep, de opleidingscommissie, de School Medezeggenschaps Raad (SMR); - studenten zijn betrokken door overleg in de opleidingscommissie, de klankbordgroep, de SMR en de opleidingscommissie, en studentenpanels; - het werkveld is betrokken door overleg in de beroepenveldcommissie, de curatoria van beide locaties en bij de gezamenlijke projecten en werkveldconferenties. Het panel stelt vast dat stakeholders niet altijd systematisch en structureel worden betrokken bij de kwaliteitszorg: - Docenten vertelden het panel dat zij, naast hun wekelijkse overleg over het onderwijs en de onderwijsontwikkeling, nog meer inbreng zouden willen hebben bij het beleid en de onderwijsontwikkeling. - De beroepenveldcommissie heeft voldoende CMV-specifieke vertegenwoordiging en wordt geïnformeerd en gehoord door de opleiding. Het werkveld was onder meer betrokken bij de beslissing over het stoppen met de pilot, en daarvoor, bij het opzetten van een bredere SW-opleiding. - Er is geen bloeiende alumni-vereniging, maar uit de gesprekken is gebleken dat afgestudeerden positief zijn over de betrokkenheid bij de opleiding. - Uit evaluaties blijkt dat studenten weliswaar geïnformeerd worden over de resultaten, maar dat ze niet tevreden zijn over bijvoorbeeld de klachtenafhandeling. Onderwerp 6 Resultaten Facet 6.1 Gerealiseerde niveau Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding aan dat de beoogde kwalificaties gehaald worden door enerzijds in de opleiding aan te sturen op beheersing van niveaus (deelcompetenties afgeleid van de competenties), toelatingseisen bij diverse opleidingsfasen (vermeld in de OER, modulebeschrijvingen en handleidingen) en anderzijds via de inbreng van het werkveld bij de beoordeling (vergelijk facet 2.8). Via het afstudeerproject (aflopende CMV-curriculum) moet de student demonstreren startbekwaam te zijn voor het CMV-werkveld. De opleiding heeft duidelijke voorwaarden tot NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 39

40 toelating geformuleerd. De student wordt officieel tot het afstudeertraject toegelaten indien de externe opdracht en de afstudeervoorbereiding met een voldoende zijn afgerond. Een student wordt tot het eindexamengesprek toegelaten indien alle onderdelen van de studie met een voldoende zijn afgerond. Het afstudeertraject omvat een afstudeeropdracht (25 EC voor de voltijdopleiding en 14 EC voor de deeltijdopleiding) en een eindgesprek (3 EC voor de voltijdopleiding en 1 EC voor de deeltijdopleiding). Voor de beide locaties en varianten staan de afstudeercriteria en procedures vermeld in Handleiding afstuderen, CMV, 2005/2006. De opdracht kan worden ingevuld door een literatuuronderzoek eventueel aangevuld met een veldonderzoek (scriptie), een sociaal agogische activiteit in opdracht van een externe organisatie (project) en het ontwikkelen van een CMV product of dienst (ontwerpen product of dienst). De aansturing in de opdrachtgeving is helder, voorzien van duidelijke aanwijzingen of productspecificaties. Alleen bij het project is een externe opdrachtgever binnen het CMV-beroepenveld vereist; het projectplan moet door de opdrachtgever en de opleiding zijn geaccordeerd. Het project en het product en/of de dienst monden uit in een groepsrapportage en een individuele kleine scriptie. Er wordt hierbij gewerkt met individuele cijfers, naast een groepscijfer. Het eind(examen)gesprek wordt individueel gevoerd en leidt eveneens tot een individueel cijfer. De opleiding werkt met duidelijke beoordelingslijsten voor alle onderdelen van het afstudeertraject, zij het dat deze criteria (nog) niet expliciet gerelateerd zijn competenties. De beoordeling vindt plaats door de procesbegeleider, de tweede begeleider (een meelezende docent) en indien mogelijk, een extern deskundige uit het werkveld. De coördinatie en monitoring van de afstudeeropdracht vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Het panel heeft 19 afstudeeropdrachten bestudeerd, verdeeld over de voltijdopleiding Den Haag en de deeltijd- en voltijdopleiding Rotterdam, en heeft het hbo-niveau en de beroepsgerichtheid met een ruim voldoende beoordeeld. De wijze van beoordeling door de docent(en) vindt plaats op de beoordelingslijsten. Het panel constateert dat deze lijsten in ongeveer de helft van de gevallen niet volledig zijn ingevuld. Uit een Werkveldonderzoek onder alumni van de SoSW, april 2005 (n= 22, een respons van 28%) onder afgestudeerden van de jaren 2000 tot en met 2002, blijkt dat 30% vindt dat de opleiding goed aansluit, 50% dat de opleiding min of meer aansluit, en 20% dat de opleiding helemaal niet aansluit bij hun werkzaamheden. Deze uitkomst steekt negatief af in vergelijking tot de andere opleidingen van de SoSW (SPH en MWD). Het panel vindt dat de opleiding met haar keuze voor majors en minors hierop naar haar mening adequaat antwoordt. Uit Werkveldonderzoek 2005, april 2005 blijkt verder dat alumni vinden dat zij erg goed zijn in het zelfstandig werken, het nemen van eigen verantwoordelijkheid en het probleemgericht kunnen werken. Uit HBO-Monitor 2004 blijkt dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd aangezien de respondenten oordelen dat de opleiding een goede basis is om te starten op de arbeidsmarkt (33% versus landelijk 18%), dat de capaciteiten niet te kort schieten voor de huidige functie (57% versus 64%) en dat kennis en vaardigheden worden benut voor de huidige functie (33% versus 35%). Werkveldvertegenwoordigers van uiteenlopende werkveldorganisaties in Den Haag en Rotterdam zijn positief over de startbekwaamheden van alumni op de arbeidsmarkt. Alumni van de locatie Rotterdam spreken over een leuke, brede en nuttige en multiculturele opleiding. Hun ervaring is: als je weet wat je wilt, is er voldoende 40 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

41 mogelijkheid tot specialiseren. Wel zou het zakelijke volgens hen nog meer aandacht moeten krijgen. De derdejaars pilotgroep te Den Haag zal in 2006/2007 afstuderen op een Meesterproef 1, Meesterproef 2 en een Assessment 6. Over de inhoud is het panel summier geïnformeerd. De Procesbeschrijving meesterproef SW cohort 0304 maakt voor het panel onvoldoende duidelijk wat er van de studenten wordt verwacht. Op basis van deze handleiding en de toetsen (die het panel onvoldoende heeft kunnen bekijken) spreekt het panel haar zorg uit over het te realiseren eindniveau van deze groep studenten. In aanvullende informatie heeft de opleiding aangegeven dat de individuele contracten door de examencommissie moeten worden goedgekeurd. Het coördinatieteam van de pilot is gemachtigd om de plannen uit de contracten te beoordelen en te fiatteren. Het panel heeft enkele ingevulde formulieren voor de contracten gezien, waarin wordt bijgehouden aan welke competenties de student voldaan heeft, de gemaakte afspraken voor de stage en de behaalde resultaten voor assessments. Facet 6.2 Onderwijsrendement Rotterdam VT Voldoende Rotterdam DT Voldoende Den Haag VT Voldoende Den Haag DT Voldoende Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Streefnormen zijn geformuleerd in het zelfevaluatierapport en de notitie Beleid Kwaliteitszorg SoSW Rotterdam, 2005: uitval na 1 jaar 35%, uitval na 3 jaar 45%, diploma behaald na 5 jaar 50%, studenten die langer dan 5 jaar studeren maximaal 5%, studieduur afstudeerders VT 4,25, studieduur afstudeerders DT 4,00 jaar, studieduur studiestakers VT 1,6 jaar en DT 1,6 jaar. De gerealiseerde rendementsgegevens zijn vermeld in tabellen in het zelfevaluatierapport en in na de visitatie toegestuurde update van gegevens. Vergelijking tussen streefcijfers en gerealiseerde cijfers laat zien dat: o Het streefcijfer over gewenste uitval na één jaar (=35%) voor de instroomcohorten 2003 en 2004 niet wordt gehaald. Met name het instroomcohort 2004 gaat hier voor de voltijdopleiding in ruime mate overheen: uitval VT-DH 61%, uitval VT-R 52%, uitval DT-DH 40%, uitval DT-R 50%. o Het streefcijfer over studieduur van studiestakers ligt op 1,6 jaar. Den Haag blijft hier voor beide varianten onder; met name de voltijdopleiding vertoont over de instroomcohorten 2000 tot 2004 een gestaag dalende lijn, resulterend in een studieduur 1.13 voor uitvallers van de cohort Rotterdam gaat hier echter voor de instoomcohorten van de voltijdopleiding vanaf 2001 flink overheen met een maximum NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 41

42 van 2.75 voor het instroomcohort De instroomcohorten van 2003 en 2004 voor de deeltijdopleiding gaan er eveneens overheen met 2,53 en 4,6. o Het streefcijfer voor het behaalde diploma na 5 jaar bedraagt 50%. De voltijdopleiding voor de beide locaties behaalt voor de instroomcohorten 1996 tot 2000 na 5 jaar rendementen tussen de 41% en 51%. De deeltijdopleiding haalt voor beide locaties rendementen tussen 17% en 33%. o Het streefcijfer voor de studieduur van afstudeerders VT ligt op maximaal 4,25 en voor DT op maximaal 4,0 jaar. Voor VT-DH lag alleen in 2004 de gerealiseerde studieduur hierboven met 4,46 jaar. Voor VT-R geldt dat alle behaalde rendementen hier onder liggen. Voor DT-R dat alleen in 2004 hierboven uitgaat met 4,35 jaar. Worden de streefcijfers van de opleiding gelegd naast de landelijk behaalde rendementen (vergelijk Bijlage 4 van dit rapport, bron: website HBO-raad), dan wijken deze niet opvallend af. Grosso modo worden de streefcijfers redelijk gehaald. Negatieve afwijkingen betreffen: diploma behaald na 5 jaar (voltijdopleiding enigszins; deeltijdopleiding aanzienlijk) en uitvalpercentage na 1 jaar (VT beide locaties aanzienlijk; deeltijdopleiding enigszins) en studieduur studie-stakers (Rotterdam bij beide varianten aanzienlijk). De SoSW heeft over de afgelopen jaren diverse notities aangaande de behaalde rendementen uitgebracht. Hieruit blijkt dat het aspect in de P-, D-, C-, A-cyclus van de School wordt meegenomen. De oorzaken van de negatieve afwijkingen worden op basis van onder meer exit-interviews gezocht in: de zwaarte van de opleiding, het studieprogramma en de onderwijsvorm, de organisatie en begeleiding van persoonlijke vaardigheden, omstandigheden. De verbetermaatregelen die de SoSW heeft getroffen, zijn beschreven in het Project rendementen en het Plan van aanpak rendement 2005/2006: vijfde- en hogerejaars zijn studenten extra begeleid en het SLB-systeem is geïntensiveerd. 42 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

43 Deel C: Bijlagen NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 43

44 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 44 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

45 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor 45

46 46 NQA - visitatie INHOLLAND Rotterdam en Den Haag, opleiding CMV hbo-bachelor

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam, Den Haag

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam, Den Haag Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam, Den Haag (School of Social Work Zuid) Haarlem, Alkmaar (School of

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Food & Business, hbo bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 20 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2006 2 NQA - visitatie Hogeschool INHOLLAND,

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: HBO-Rechten, bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 8 april 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND.

Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND. Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND. In de meta-evaluatie 2005 2006 is een aantal onderzoeken naar de stand van zaken op de School of Social Work Rotterdam gebundeld.

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006 Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Personeel en Arbeid, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Alkmaar, Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Rotterdam en Utrecht. Visitatiedatum: 8 november 2006 Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag Visitatiedatum: 31 oktober 2006 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Elektrotechniek, hbo-bachelor; Croho: 34267 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 27 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology Opleiding: Luchtvaarttechnologie, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 5 en 6 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus

Nadere informatie

Hanzehogeschool Groningen

Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Opleidingen: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo-bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 26 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG College van Bestuur van de Hogeschool INHOLLAND Postbus 95597 2509 CN DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van de aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Varianten: Civiele Techniek voltijd en duaal Visitatiedata: 29 en 30 september 2004 NQA (Netherlands Quality Agency) 2 NQA visitatie Avans Hogeschool vestiging

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Visitatiedata: 22 en 23 juni 2004 2 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, Eindhoven Fontys Hogescholen, Eindhoven Opleiding: Culturele Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 24 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2006

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: 34409 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 5 februari 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, mei 2007

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: 34414 Varianten: voltijd & deeltijd Visitatiedatum: 25 juni 2007 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Varianten: Milieukunde, hbo-bachelor voltijd/duaal Visitatiedata: 13 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2006 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

AVANS Hogeschool, Tilburg

AVANS Hogeschool, Tilburg AVANS Hogeschool, Tilburg Opleiding: Technische Bedrijfskunde; hbo-bachelor Croho: 34421 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 9 oktober 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2008

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Integrale Veiligheid, hbo-bachelor Croho: 39201 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 3 juni 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskundige Informatica Locaties: Alkmaar: voltijd Amsterdam/Diemen: voltijd, deeltijd en duaal Rotterdam/Den Haag: voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedata: 28 en 29

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool Zuyd, Sittard Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Small Business & Retail Management Niveau: hbo bachelor Croho: 34422 Varianten: voltijd/duaal Visitatiedatum: 26 en 27 september 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor Locaties: School of Agriculture and Technology, Delft (voltijd / duaal) School of Technology, Alkmaar (voltijd) Visitatiedata: 10

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), hbo-bachelor; Croho: 34616 Varianten: voltijd en deeltijd

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), hbo-bachelor; Croho: 34616 Varianten: voltijd en deeltijd Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), hbo-bachelor; Croho: 34616 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 12 september 2007 Netherlands Quality

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, Eindhoven Fontys Hogescholen, Eindhoven Opleiding: Management Economie en Recht; hbo-bachelor Croho: 34435 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 16 april 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli

Nadere informatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE Raad van bestuur Saxion Hogescholen Postbus 70000 7500 KB ENSCHEDE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatiedienstverlening

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Varianten: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 19 en 20 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND Locaties: Alkmaar en Delft

Hogeschool INHOLLAND Locaties: Alkmaar en Delft Hogeschool INHOLLAND Locaties: Alkmaar en Delft Opleiding: Technische Informatica, bachelor Croho: 34475 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 27 september 2007 Netherlands Quality Agancy (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Hogeschool INHOLLAND Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor ,nuao ~ nederlands~ vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van NHL Hogeschool datum 30

Nadere informatie

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd en duaal Opleiding: Milieugerichte Materiaaltechnologie,

Nadere informatie

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006 Hogeschool Utrecht Opleiding: Variant: Opleiding: Varianten: Huidtherapie, hbobachelor voltijd Farmakunde, hbobachelor voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 16 maart 2006 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: 33405 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: 33405 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: 33405 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedatum: 16 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Docent Beeldende Kunst en Vormgeving HBO-Bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Docent Beeldende Kunst en Vormgeving HBO-Bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Docent Beeldende Kunst en Vormgeving HBO-Bachelor; Croho: 39100 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 19 april 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Commerciële Economie, hbo-bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Arnhem en Nijmegen Visitatiedatum: 19 juni 2007 Netherlands Quality

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: HBO-Rechten, hbo-bachelor Croho: 39205 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 28 mei 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008

Nadere informatie

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Fontys Hogescholen Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34414 Locatie: Eindhoven Visitatiedatum: 8 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard Opleiding: Leraar voortgezet onderwijs 1e graad Lichamelijke Opvoeding hbo-bachelor Croho: 35025 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 2 april 2008 Netherlands

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005 Hogeschool Rotterdam Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedata: 28 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2005 2 NQA - visitatie

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingen: Informatica en Technische Informatica; hbo-bachelor Locaties: Arnhem en Nijmegen Croho: 34479 (I) en 34476 (TI) Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum:

Nadere informatie

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW FHTL, UTRECHT 2017-2018 Inhoudsopgave INLEIDING 3 PROPEDEUSE- ASSESSMENT 4 TOELATINGSEISEN VOOR HET ASSESSMENT: 4 INHOUD VAN HET PORTFOLIO 4 OPMERKINGEN 5 HOOFDFASE-

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Opleiding: Bestuurskunde & Overheidsmanagement hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: 34464 Visitatiedatum: 25 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Management, Economie en Recht; hbo-bachelor, croho: 34435 Locatie: Zwolle Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 16 april 2009 Netherlands Quality Agency

Nadere informatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Personeel en Arbeid, hbo-bachelor; Croho: 34609 Varianten: voltijd, deeltijd Visitatiedatum: 9 januari 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, april 2008

Nadere informatie

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Maritiem

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen VDO

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen VDO Hogeschool van Arnhem en Nijmegen VDO Opleiding: Leraar Gezondheidszorg en Welzijn, hbo-bachelor Variant: deeltijd Visitatiedatum: 23 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2006 2

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool INHOLLAND, Delft Hogeschool INHOLLAND, Delft Opleiding: Plattelandsvernieuwing, bachelor Variant: voltijd Visitatiedata: 20 en 21 april 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, augustus 2005 2 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim Opleidingen: Accountancy en Bedrijfseconomie, hbo-bachelor; Varianten: Accountancy voltijd/deeltijd/duaal Bedrijfseconomie voltijd Visitatiedatum: 27 juni 2006 Netherlands

Nadere informatie

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN NVAO NEDERLAND BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN PROTOCOL APRIL 2019 Inhoud Inleiding... 3 1 Standaarden... 4 1.1 Toepassing standaarden... 4 1.2 Standaarden voor de beperkte beoordeling...

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van

Nadere informatie

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 5 Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg Master Special Educational Needs, bestaande uit 4 opleidingen: - de opleiding leraar speciaal onderwijs algemeen (LSO dt); - de opleiding leraar speciaal

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar Opleiding: Varianten: Werktuigbouwkunde voltijd en deeltijd Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2005 2 NQA visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam m ao F nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam datum 29 september

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool Zuyd, Heerlen Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Biometrie, hbo bachelor; Croho: 39217 Variant: Voltijd Visitatiedatum: 13 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2007 2/51 NQA - visitatie Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor, Croho-nummers z.o.z. Locatie: Nijmegen Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 20, 21, en 22 april 2009

Nadere informatie

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch Opleiding: Bestuurskunde/Overheidsmanagement hbo-bachelor Croho: 34464 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 11 juni 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency Hogeschool Rotterdam Opleidingen: Bouwkunde: voltijd, deeltijd en duaal Civiele techniek: voltijd, deeltijd en duaal Ruimtelijke Ordening en Planologie: voltijd Visitatiedata: 16 en 17 september 2004 Netherlands

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal Visitatiedatum: 24 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Bedrijfskundige Informatica (BI) Informatiedienstverlening en management (IDM) Informatica (INF) Technische Informatica (TI) Varianten: Alle opleidingen voltijd, deeltijd

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: CE en SB&RM, hbo-bachelor Varianten: voltijd Visitatiedata: 18 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli 2006 2 NQA - visitatie Avans Hogeschool opleidingen,

Nadere informatie

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 13 september 2007

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 13 september 2007 Hogeschool INHOLLAND Opleidingen: Fiscale Economie en Financial Services Management, hbo-bachelor; Croho: 34414 (FE), 34409 (FSM) Varianten: voltijd (FE), voltijd en deeltijd (FSM) Locaties: Rotterdam

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor nuao nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Logistics Engineering van de NHTV internationale hogeschool Breda datum

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal

Hogeschool Rotterdam Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Hogeschool Rotterdam Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 10 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Inholland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Inholland rwao nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van Hogeschool Inholland datum 31 oktober

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam nvao r n e d e rla n d s- viaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool

Nadere informatie

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Pedagogiek hbo-bachelor Locatie: Leeuwarden en Zwolle Croho: 35158 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 9 juni 2009 Netherlands Quality Agency (NQA)

Nadere informatie

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht Opleiding: hbo-master Dovenstudies/ Leraar Nederlandse Gebarentaal Croho: 44104 Variant: deeltijd Visitatiedatum: 18 december 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda Avans Hogeschool, Breda Opleidingen: Accountancy & Bedrijfseconomie HBO Bachelor; Croho: 34406 & 34401 Varianten: voltijd en duaal Visitatiedatum: 29 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht,

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Fontys Hogescholen datum 31 mei

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Hogeschool INHolland, Amsterdam

Hogeschool INHolland, Amsterdam Hogeschool INHolland, Amsterdam Opleiding: Pedagogiek; hbo-bachelor Croho: 35158 Varianten: voltijd, deeltijd Visitatiedatum: 28 mei 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2009 2/69 NQA

Nadere informatie

esluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Stenden Hogeschool

esluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Stenden Hogeschool ,nvao w n e d e ria n d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie esluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Stenden Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: 34402 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 26 en 27 september Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde

Nadere informatie