Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

Transcriptie

1 Uitgebreide hndleiding voor de gebruiker Nederlnds

2 Inhoudsopgve Inhoudsopgve 1 Over dit document 2 2 Gebruiksvoorwrden 2 3 Beschrijving vn het systeem Over de Over het gebruik vn cookies Inloggen in de Over de gebruikersinterfce vn de Over toegngsniveus Over niet deelnemen n de cloud-modus Overschkelen vn Cloud connect Mode nr Stnd-lone Mode Over tussen verschillende sites schkelen Over uw profiel vernderen Profielinformtie vernderen Pswoord wijzigen Uitloggen uit het systeem Relese-informtie lezen Over toestellen monitoren en regelen Toestelnmen wijzigen Over lle units vn de geselecteerde site regelen specifieke unit op een site regelen Over progrmm's beheren Een progrmm nmken Acties toevoegen n een progrmm Een gebeurtenis koppelen n een regelctie (koppeling) Tempertuur monitoren Energieverbruik vn sites rdplegen Energieverbruik buitenunits site vergelijken Gecombineerd energieverbruik meerdere sites vergelijken Energieverbruik vn meerdere sites vergelijken Instellingen voor het energiestreefdoel beheren Meerdere sites beheren Gebruikers beheren Over gebouwenbeheer Nieuwe site nmken Over sites bewerken Zones beheren Elektriciteitsmeter configureren Buitenunits beheren Over remote dignose Alrmhistoriek beheren Anlyse vn binnenunits gebruiken Anlyse vn buitenunits gebruiken Voorspellingssetup gebruiken Over dit document Deze hndleiding beschrijft het gebruik vn de. Zij biedt detils over de gebruikersinterfce en procedures om efficiënt te werk te gn. Onze welgemeende dnk voor de nkoop vn dit product. Verzoek: Bewr de documenttie voor ltere rdpleging. Bedoeld publiek Alle gebruikers. Dit pprt is bedoeld om in werkpltsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de hndel en in huishoudens, door niet gespeciliseerde personen. De documenttie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle ndere tlen zijn vertlingen. De biedt 5 toegngsniveus. Dit document beschrijft de interfce voor het hoogst mogelijke niveu (profiel). Dit betekent dt sommige functies misschien niet beschikbr zijn voor u of dt schermopnmen kunnen verschillen. Dit document geldt voor versie 2.0 vn de softwre. Sommige punten kunnen verschillen met uw versie. 2 Gebruiksvoorwrden Dikin Cloud Service Voor u de Interfce kunt gebruiken, moet u kkoord gn met de gebruiksvoorwrden. G nr en klik op de tb ondern de pgin om ze te lezen. 3 Beschrijving vn het systeem 3.1 Over de De is bereikbr vi cloud.dikineurope.com. Met de gebruikersinterfce vn de kunt u het klimt in uw gebouw vn om het even wr regelen. Ze kn meerdere gebouwlocties verbinden en is bereikbr vi een willekeurig pprt met toegng tot het web. Instllteurs en technici hebben ook toegng tot de Cloud zodt zij op fstnd kunnen inloggen en onmiddellijk kunnen beginnen met problemen op te sporen ls er een storing is. Met de gebruikersvriendelijke interfce kunt u uw units nog gemkkelijker regelen, en de utomtische opvolging vn het energieverbruik helpt u de kosten op de lnge duur te verlgen. Er zijn 5 mogelijke profielen: Dikin-beheerder, Dikin-filil, Instllteur, Beheerder en Opertor. Afhnkelijk vn uw profiel, hebt u toegng tot meer of minder functies (zie "3.5 Over toegngsniveus" op pgin 4). 2

3 3 Beschrijving vn het systeem 3.2 Over het gebruik vn cookies De mkt gebruik vn cookies. G nr cloud.dikineurope.com en klik op de COOKIES-link links ondern de pgin om ze te lezen. 3.3 Inloggen in de Dikin Cloud Service 1 G in uw browser nr Gevolg: De loginpgin verschijnt. Als dit uw eerste bezoek is, rdt Dikin u n het gebruik vn cookies () ondern het venster te nvrden. Voor meer informtie over het gebruik vn cookies, zie "3.2 Over het gebruik vn cookies" op pgin 3 of klik op de link Lern more (Meer informtie) (b) ondern het scherm. De eerste keer dt u inlogt, worden de gebruiksvoorwrden weergegeven. Gelieve ze te lezen. Selecteer het selectievkje en klik op de knop Accept (Akkoord). 3.4 Over de gebruikersinterfce vn de De gebruikersinterfce vn de bestt uit de volgende hoofddelen: d b e c 2 Voer uw Emil (E-mil)-dres en Pssword (Pswoord) in. De Dikin-technicus registreert uw Emil (E-mil)-dres ls uw gebruikersnm en geeft u een origineel Pssword (Pswoord). Dikin rdt u n om uw Pssword (Pswoord) zo snel mogelijk te vernderen. Zie "4.2.2 Pswoord wijzigen" op pgin 6. Als u uw Pssword (Pswoord) niet meer herinnert, klik dn op de overeenkomstige link op de loginpgin. Niemnd kn uw Pssword (Pswoord) vernderen. 3 Selecteer uw voorkeurtl. 4 Klik op de knop Login (Anmelden). Gevolg: Het hoofdvenster wordt geopend op de pgin vn de pprtuurlijst. Zie "3.4 Over de gebruikersinterfce vn de Dikin Cloud Service" op pgin 3 voor meer informtie over de gebruikersinterfce. b Het nvigtiepneel () om nr de verschillende functies vn de pplictie te nvigeren. Een bovenste toolblk met een sitekiezer (b) voor lle instllties en de vervolgkeuzelijst met gebruikersprofielen (c). Bredcrumbs (d) voor feedbck over wr u zich bevindt in de structuur vn de gebruikersinterfce. Een contentdeel (e) met de ctuele informtie. De gebruikersinterfce regeert goed, wrdoor ze er goed uitziet op lle toestellen (desktops, tblets en smrtphones). Zij pst zich n n de beschikbre schermfmetingen. Dit betekent bijvoorbeeld dt het nvigtiepneel op een kleiner toestel wordt verborgen. Wnneer u een verborgen nvigtiepneel opnieuw wilt weergeven: 1 Klik op het "Hmburger"-symbool () in de rechterbovenhoek. Gevolg: Het nvigtiepneel wordt bovenn weergegeven. 3

4 3 Beschrijving vn het systeem 3.5 Over toegngsniveus Er zijn 5 gebruikersprofielen, elk met een verschillend toegngsniveu. Afhnkelijk vn uw profiel, zijn meer of minder functies beschikbr. Dit zijn de 5 gebruikersprofielen volgens hiërrchie: Dikin-beheerders Dikin-fililen Instllteurs Site-beheerders Opertoren In de volgende tbel stn de functies die NIET voor lle gebruikersniveus beschikbr zijn. Beschikbre functies Relese-informtie lezen (zie "4.2.4 Relese-informtie lezen" op pgin 6). Monitoring & Regeling - Apprtuurlijst (Apprtuurnmen vernderen) (zie "4.3.1 Toestelnmen wijzigen" op pgin 6) Monitoring & Regeling - Apprtuurlijst (gevnceerde regeling) (zie "4.3.2 Over lle units vn de geselecteerde site regelen" op pgin 7) Monitoring & Regeling - Progrmm (zie "4.4 Over progrmm's beheren" op pgin 11) Monitoring & Regeling - Koppeling (zie "4.5 Een gebeurtenis koppelen n een regelctie (koppeling)" op pgin 12) Energiebeheer - Streefwrde energie-instellingen (zie "4.11 Instellingen voor het energiestreefdoel beheren" op pgin 23) Gebruikersbeheer (zie "4.13 Gebruikers beheren" op pgin 24). Gebouwenbeheer - Sitelijst (zie "4.14 Over gebouwenbeheer" op pgin 25) Gebouwenbeheer - Zones (zie "4.15 Zones beheren" op pgin 31). Gebouwenbeheer - Configurtie elektriciteitsmeter (zie "4.16 Elektriciteitsmeter configureren" op pgin 32) Gebouwenbeheer - Buitenunits (zie "4.17 Buitenunits beheren" op pgin 32) Remote dignose - Alrmhistoriek (zie " Alrmhistoriek beheren" op pgin 33) Remote dignose - Anlyse binnenunit (zie " Anlyse vn binnenunits gebruiken" op pgin 34) Remote dignose - Anlyse buitenunit (zie " Anlyse vn buitenunits gebruiken" op pgin 35) Remote dignose - Setup voorspelling (zie " Voorspellingssetup gebruiken" op pgin 35) * Alleen instellingen weergeven ** Alleen site-informtie weergeven of wijzigen, niet nmken *** Alleen beschikbr indien gectiveerd door de Dikin-fililgebruiker Dikinbeheerders Dikinfililen Instllteurs Site-beheerders Opertors * * ** * * * *** *** *** *** *** *** *** *** 3.6 Over niet deelnemen n de cloudmodus Als een sitebeheerder beslist om niet zich niet te bonneren op de, dn kn hij dit bonnement zelf opzeggen Overschkelen vn Cloud connect Mode nr Stnd-lone Mode Een sitebeheerder kn beslissen om zijn bonnement op de Cloudconnect modus (Cloud-connect Mode) stop te zetten en overschkelen nr Autonome modus (Stnd-lone Mode) vi de pp. De intelligent Tblet Controller werkt dn in de Autonome modus (Stnd-lone Mode). In Autonome modus (Stnd-lone Mode) zijn dn de Progrmm- en Koppelstnd beschikbr. 4

5 G ls volgt te werk om vn de Cloud-connect modus (Cloudconnect Mode) over te schkelen nr de Autonome modus (Stndlone Mode) vi de pp: 1 Open de intelligent Tblet Controller pp. Gevolg: Het volgende scherm verschijnt. 4.1 Over tussen verschillende sites schkelen Als u meerdere sites beheert, dn stelt de Dikin-technicus deze in zodt ze beschikbr worden in de sitekiezer. Om de instllties vn een ndere site te rdplegen, kiest u in de kiezer gewoon een ndere site. 2 Klik op Tblet Setting. Gevolg: Het volgende scherm verschijnt. 4.2 Over uw profiel vernderen 3 Klik op Cloud to Locl. Gevolg: Er verschijnt een scherm wrin u een pswoord kunt invoeren. 4 Voer het pswoord (pssword) in (stndrd: "dikin") en klik op OK (OK). Gevolg: Er verschijnt een bevestiging. Denk nog eens goed n of u geen gebruik meer wilt mken vn de cloud-modus en zijn voordelen voordt u verdergt. 5 Klik op Yes (J) om te bevestigen. Gevolg: Er verschijnt een bevestiging. Het systeem stt nu in de Autonome modus (Stnd-lone Mode) en strt opnieuw op zodr u op Yes (J) klikt. 6 Klik op OK (OK). Gevolg: Het systeem strt opnieuw op. U kunt nu de Progrmm's en Koppeling gebruiken vi de lokle interfce. De vervolgkeuzelijst () geeft uw loginnm en functie weer (bijv. opertor, beheerder, ). Klik op de vervolgkeuzelijst om wijzigingen in uw profiel te mken en uw pswoord te vernderen. Met de vervolgkeuzelijst kunt u ook inloggen en het ctuele versienummer vn de pplictie en de relese-informtie (of historiek) rdplegen Profielinformtie vernderen U kunt lleen uw nm vernderen, het gekoppelde Emil (E-mil)- dres en de tl vn de Emil (E-mil)-berichten. Als u uw Emil (E-mil)-dres verndert, krijgt u een Emil (E-mil) op het nieuwe Emil (E-mil)-dres. Deze Emil (E-mil) bevt een link voor de bevestiging. U moet op de link klikken om het nieuweemil (E-mil)-dres te bevestigen. Vergeet niet om de volgende keer met het nieuwe Emil (E-mil)-dres in te loggen. 1 Selecteer in de vervolgkeuzelijst met gebruikersprofielen My profile (Mijn profiel). Gevolg: Het volgende venster verschijnt. 5

6 1 Selecteer in de vervolgkeuzelijst met gebruikersprofielen Logout (Afmelden). Gevolg: U wordt uitgelogd en en de pplictie keert terug nr de loginpgin Relese-informtie lezen 2 Voer de vernderingen in. 3 Klik op de knop Updte profile (Profiel updten). Gevolg: Er verschijnt een bevestiging. Gevolg: Uw profiel is gewijzigd en de pplictie keert utomtisch terug nr het hoofdvenster. Dit deel geldt lleen voor Dikin-beheerders. Wnneer u op de vervolgkeuzelijst met gebruikersprofielen klikt, ziet u meteen de ctuele versie vn de Pswoord wijzigen Dikin rdt n om het pswoord dt u hebt gekregen vn de technicus te vernderen. 1 Selecteer in de vervolgkeuzelijst met gebruikersprofielen Version {versionnumber} (more info) (Versie {versionnumber} (meer info)) om de relese-informtie te rdplegen. Gevolg: De relese-informtie wordt weergegeven. 4.3 Over toestellen monitoren en regelen 1 Selecteer in de vervolgkeuzelijst met gebruikersprofielen Chnge pssword (Pswoord wijzigen). Gevolg: Het volgende venster verschijnt. In het pprtuurlijstvenster kunt u kiezen tussen lle units vn de gekozen site regelen, lle units vn één (of meerdere) gekozen zone(s) of 1 specifieke unit regelen. U ziet mogelijk een rode lrmblk. Deze biedt bijkomende informtie voor problemen met controllers Toestelnmen wijzigen 2 Voer de vernderingen in. 3 Klik op de knop Chnge pssword (Pswoord wijzigen). Gevolg: Er verschijnt een bevestiging en uw pswoord is gewijzigd. Dit deel geldt lleen voor Dikin-beheerders, -fililen, instllteurs en sitebeheerders. 1 Selecteer in de sitekiezer de site die u eerst wilt beheren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Equipment list (Apprtuurlijst) onder Monitoring & control (Bewking & regeling). Gevolg: Een lijst met beschikbre units op die specifieke site wordt weergegeven Uitloggen uit het systeem U kunt hndmtig uitloggen uit het systeem. Om veiligheidsredenen wordt u n 2,5 uur utomtisch uitgelogd. 6

7 3 Klik ondern het scherm op Edit equipment nmes (Toestelnmen bewerken). Gevolg: Alle toestelnmen kunnen worden gewijzigd. Al deze regelingen worden lleen op comptibele units (utomtisch) toegepst. Incomptibele units negeren de regelingen. Dezelfde functies kunnen voor elke individuele unit worden toegepst. Zie " specifieke unit op een site regelen" op pgin 9. De gevnceerde functies worden in een fzonderlijk hoofdstuk beschreven. Zie "Gevnceerde functies op lle units in één keer instellen" op pgin 9. U kunt de selectie vn units op een specifieke site uitbreiden of beperken met de Zones (Zones) links. Met Zones (Zones) kunt u een reeks units selecteren en de instellingen ervn tegelijk instellen. Klik op "4.15 Zones beheren" op pgin 31 ls u de setup vn Zones (Zones) wilt configureren. In het voorbeeld hieronder wijzigt u de instellingen voor lle units in de vergderruimte. In het voorbeeld hieronder wijzigt u de instellingen voor lle units op de geselecteerde site (voor Hll, Meeting Room en Prctice 1). 4 Vernder de toestelnmen nr wens en klik op Sve (Bewren). U kunt tot 12 tekens gebruiken. Gevolg: Er verschijnt een bevestiging en de nieuwe nmen worden toegepst. Identieke nmen zijn niet toegelten Over lle units vn de geselecteerde site regelen Bsisfuncties op lle units of een groep units in één keer instellen Sommige bsisfuncties kunnen onmiddellijk op lle units vn een specifieke site worden toegepst: Alle units in- of uitschkelen De tempertuur instellen De stnd instellen (Fn (Ventiltie), Heting (Verwrmen), Cooling (Koelen), Dry (Drogen), Automtic (Automtisch) of Dependent mode (Afhnkelijke modus)) De Fn speed (Ventiltorsnelheid) instellen (Low (Lg), Middle (Midden), High (Hoog) of Automtic (Automtisch)) De Airflow direction (Uitblsrichting) instellen (specifieke richting of Swing (Drien)) Ventiltion mode (Ventiltiemodus) (Automtic (Automtisch), Bypss (Bypss) of Ventiltion mode (Ventiltiestnd)) Ventiltion volume (Ventiltievolume) (Low (Lg), High (Hoog) of Auto (Auto)) 1 Selecteer in de sitekiezer de site die u eerst wilt beheren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Equipment list (Apprtuurlijst) onder Monitoring & control (Bewking & regeling). Gevolg: Een lijst met beschikbre units op die specifieke site verschijnt. 3 Klik op de vervolgkeuzepijl Generl control pnel (Algemeen controlepneel) (). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. 7

8 b c d e f 10 Kies het menu Airflow direction (Uitblsrichting) (f). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. d e f g h 4 Schkel lle units in of uit met de schuifknop On/off mode (An Uit-stnd) (b). 5 Stel de tempertuur in met de schuifregelr Set temperture (Insteltempertuur) (c). 6 Klik op het menu Opertion mode (Bedrijfsstnd) (d). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. d e f 11 Kies de Airflow direction (Uitblsrichting). De opties zijn richting Direction 0 (Richting 0) tot Direction 4 (Richting 4) en Swing (Drien). 12 Klik op het menu Ventiltion mode (Ventiltiemodus) (f). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. g h De optie Dependent mode (Afhnkelijke modus) geldt lleen voor sommige binnenunits. Als u de optie selecteert, beplt de unit niet zelf hr stnd, mr hngt zij f vn de mster. De beschikbre (of 'instelbre') en ctuele bedrijfsstnd vn een verwrmen/koelen slve wordt bepld door de mster-bedrijfsstnd en de beschikbre functies vn de slve. De unit die mster is voor een stnd wordt ngegeven door een symbool vn de zon en een ijskristl. 7 Kies de Opertion mode (Bedrijfsstnd). De opties zijn Fn (Ventiltie), Heting (Verwrmen), Cooling (Koelen), Dry (Drogen), Automtic (Automtisch) endependent mode (Afhnkelijke modus). 8 Klik op het menu Fn speed (Ventiltorsnelheid) (e). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. d e f 13 Kies de Ventiltion mode (Ventiltiemodus). De opties zijn Automtic (Automtisch), Bypss (Bypss) en Ventiltion mode (Ventiltiestnd). 14 Klik op het menu Ventiltion volume (Ventiltievolume) (h). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. g h 9 Kies de Fn speed (Ventiltorsnelheid). De opties zijn Low (Lg), Middle (Midden), High (Hoog) en Automtic (Automtisch). 15 Kies het Ventiltion volume (Ventiltievolume). De opties zijn Low (Lg), High (Hoog) en Auto (Auto). U kunt ook het selectievkje Fresh up (Fresh up) selecteren. Hiermee kunt u de hoeveelheid in de kmer gebrchte verse lucht beheren: deze zl groter of kleiner zijn dn die vn de nr buiten fgevoerde lucht. Wnneer meer lucht in de kmer wordt gebrcht, wordt een positieve druk gecreëerd. Dit kn helpen voorkomen dt geur of vocht vn keukens of toiletten in de kmer komt. Wnneer minder lucht in de kmer wordt gebrcht, wordt een licht negtieve druk gecreëerd. Dit kn voorkomen dt ziekenhuisgeuren of rondzwevende bcteriën vn de kmer in de gng terechtkomen. 8

9 Gevnceerde functies op lle units in één keer instellen j k Gevnceerde functies zijn niet beschikbr voor opertoren. Sommige gevnceerde functies kunnen onmiddellijk op lle units vn een specifieke site worden toegepst: Bovengrenzen vn het Setpoint (Instelpunt). Dit beplt hoe hoog en hoe lg de gebruikers de tempertuur vn de units kunnen instellen. Dit voorkomt extreme instellingen en het druit resulterende hoge energieverbruik. Beperkingen vn de fstndsbediening. Met deze instellingen beplt u wt de gebruikers kunnen doen met de fstndsbedieningen vn de units. De voorgnde functies kunnen ook voor elke individuele unit worden toegepst. De bsisfuncties worden in een fzonderlijk hoofdstuk beschreven. Zie "Bsisfuncties op lle units of een groep units in één keer instellen" op pgin 7. 1 Selecteer in de sitekiezer de site die u eerst wilt beheren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Equipment list (Apprtuurlijst) onder Monitoring & control (Bewking & regeling). Gevolg: Een lijst met beschikbre units op die specifieke site verschijnt. U kunt de selectie vn units op een specifieke site uitbreiden of beperken met de Zones (Zones) links. Zie "4.15 Zones beheren" op pgin 31 ls u de setup vn Zones (Zones) wilt configureren (lleen voor beheerders). 3 Klik op de vervolgkeuzepijl "Generl control pnel (Algemeen controlepneel)" (). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. d l n m 5 Selecteer de overeenkomstige optie Enble (Activeren) (j) ls u een Cooling limit (Koellimiet) wilt instellen. 6 Verplts de schuifregelr Cooling limit (Koellimiet) (k) om de boven- en ondergrens vn het Setpoint (Instelpunt) koelen in te stellen. 7 Selecteer de overeenkomstige optie Enble (Activeren) (l) ls u een Heting limit (Verwrmingslimiet) wilt instellen. 8 Verplts de schuifregelr Heting limit (Verwrmingslimiet) (m) om de boven- en ondergrens vn het Setpoint (Instelpunt) verwrmen in te stellen. Dikin rdt n om voor de meeste instllties de bovengrens Cooling limit (Koellimiet) en Heting limit (Verwrmingslimiet) in te stellen op 23 C. Door een bovengrens voor de tempertuur voor Cooling (Koelen) en Heting (Verwrmen) in te stellen, voorkomt u extreme instellingen en het druit resulterende hoge energieverbruik. i 4 Klik op het menu Advnced (Gevnceerd) (i). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. 9 Kies de functies die u op de fstndsbediening wilt mogelijk mken of blokkeren in het deel Remote controller restrictions (Beperkingen fstndsbediening) (n). Voorbeeld: Als u wilt voorkomen dt gebruikers een unit in- of uitschkelen, stel de optie Strt/stop (Strt/Stop) in op Prohibited. Als u ze wilt lten schkelen tussen verwrmen en koelen, stel de Opertion mode (Bedrijfsstnd) in op Permitted (Toegestn). 10 Klik op de pijlen nr boven om het vervolgkeuzemenu Generl control pnel (Algemeen controlepneel) () te sluiten. Gevolg: Alle nieuwe instellingen worden toegepst specifieke unit op een site regelen De ctuele sttus (AAN/UIT) vn een unit wordt ngegeven in de tegels vn de pprtuurlijst. 9

10 In plts vn de instellingen vn lle units op een beplde site te wijzigen, kunt u dezelfde instellingen vn 1 specifieke unit wijzigen. De instellingen vn de specifieke unit hebben voorrng op de lgemene instellingen. 1 Selecteer in de sitekiezer de site vn de unit die u eerst wilt beheren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Equipment list (Apprtuurlijst) onder Monitoring & control (Bewking & regeling). Gevolg: Een lijst met beschikbre units op die specifieke site verschijnt. 8 Indien vn toepssing voor de unit, klik op het menu Opertion mode (Bedrijfsmodus) (d). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. Welke opties beschikbr zijn, hngt f vn het type vn de unit. f g 9 Kies de Opertion mode (Bedrijfsstnd). De opties zijn Fn (Ventiltie), Heting (Verwrmen), Cooling (Koelen), Dry (Drogen) en Automtic (Automtisch). 3 Klik op 1 specifieke unit () in het venster met de pprtuurlijst. Gevolg: Het volgende deel verschijnt. b c e U kunt lleen nr Heting (Verwrmen), Cooling (Koelen) en Automtic (Automtisch) overschkelen op een unit die ls mster voor de stnd is ingesteld. De unit die mster is voor een stnd wordt ngegeven door een symbool vn de zon en een ijskristl. Units in de fhnkelijke stnd volgen de werking vn de mster-unit. 10 Indien vn toepssing voor de unit, klik op het menu Fn speed (Ventiltorsnelheid) (f). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. f g d m 4 Schkel de unit in of uit met de schuifknop ON/OFF (b). Ook wnneer de unit is uitgeschkeld, kunt u nog steeds de Temperture (Tempertuur) en de Opertion mode (Bedrijfsmodus) wijzigen. 5 Monitor de gemeten Indoor temperture (Binnentempertuur) (c). Het symbool Reset filter (Filter resetten) (e) is lleen zichtbr wnneer de unit ngeeft dt het filter moet worden gereset. 6 U kunt de vervnging vn een filter registreren door op het symbool Reset filter (Filter resetten) (e) te klikken. Klik op Yes (J) in de bevestiging die verschijnt. Gevolg: De knop Reset filter (Filter resetten) verdwijnt uit de optielijst. 7 Verplts de schuifregelr Set temperture (Insteltempertuur) (m) om de Temperture (Tempertuur) in te stellen. 11 Kies de Fn speed (Ventiltorsnelheid). Afhnkelijk vn de unit, zijn de opties Low (Lg), Middle (Midden), High (Hoog) en Automtic (Automtisch) of Low (Lg) en High (Hoog). 12 Klik op het menu Advnced (Gevnceerd) (f). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. 10

11 j l 4.4 Over progrmm's beheren Opertoren kunnen de progrmm's lleen rdplegen; zij kunnen ze niet nmken of wijzigen. Zorg dt u de logic en terminologie vn de begrijpt voordt u progrmm's begint in te stellen. Eerst en voorl mkt u het "jrlijks progrmm" n. Dit beplt de periode wrop het progrmm vn toepssing is. Dronder stt het "progrmm" dt kn worden in- en uitgeschkeld. In het progrmm geeft u de "cties" in; dit zijn de eigenlijke regelingen Een progrmm nmken k n m 13 Selecteer de overeenkomstige optie Enble (Activeren) (j) ls u een Cooling limit (Koellimiet) wilt instellen. 14 Verplts de schuifregelr Cooling limit (Koellimiet) (k) om de boven- en ondergrens vn het Setpoint (Instelpunt) Cooling (Koelen) in te stellen. 15 Selecteer de overeenkomstige optie Enble (Activeren) (l) ls u een Heting limit (Verwrmingslimiet) wilt instellen. 16 Verplts de schuifregelr Heting limit (Verwrmingslimiet) (m) om de boven- en ondergrens vn het Setpoint (Instelpunt) Heting (Verwrmen) in te stellen. Dikin rdt n om voor de meeste instllties de bovengrens Cooling limit (Koellimiet) en Heting limit (Verwrmingslimiet) in te stellen op 23 C. Door een bovengrens voor de tempertuur voor Cooling (Koelen) en Heting (Verwrmen) in te stellen, voorkomt u extreme instellingen en het druit resulterende hoge energieverbruik. U kunt 1 of meerdere progrmm's nmken voor verschillende periodes vn het jr. In deze progrmm's kunnen lle in "4.3.2 Over lle units vn de geselecteerde site regelen" op pgin 7 beschreven instellingen worden gewijzigd. De lgemene/individuele instellingen hebben voorrng op de progrmm-instellingen. 1 Selecteer in het nvigtiepneel Schedule (Progrmm) onder Monitoring & control (Bewking & regeling). Gevolg: De volgende pgin verschijnt. Reeds bestnde progrmm's worden onder de klender weergegeven. 2 Klik op de knop Add yerly schedule (Jrprogrmm toevoegen). Gevolg: Een nieuwe regel wordt toegevoegd. 3 In de vervolgkeuzelijst links kunt u desgewenst een kleur selecteren voor het nieuwe Schedule (Progrmm). 17 Kies de functies die u op de fstndsbediening wilt mogelijk mken of blokkeren in het deel Remote controller restrictions (Beperkingen fstndsbediening) (n). Voorbeeld: Als u wilt voorkomen dt gebruikers een unit uit- of inschkelen, stel de optie Strt/stop (Strt/Stop) in op Prohibited. Als u ze wilt lten schkelen tussen verwrmen en koelen, stel de Opertion mode (Bedrijfsstnd) in op Permitted. 18 Klik op de unit om het regelvenster te sluiten. Gevolg: Alle nieuwe instellingen worden toegepst. Deze kleur wordt in het bovenste deel vn de klender gebruikt om de periode vn het Schedule (Progrmm) n te geven. 4 Voer een Schedule (Progrmm)-nm in en selecteer de Strt dte (Begindtum) en de End dte (Einddtum). 11

12 De Strt dte (Begindtum) en de End dte (Einddtum) sln niet op een specifiek jr. De Strt dte (Begindtum) en de End dte (Einddtum) vn progrmm's kunnen NIET overlppen. 5 Klik op de knop Sve (Bewren). Gevolg: Het Schedule (Progrmm) is toegevoegd. 7 Stel het Setpoint (Instelpunt) Temperture (Tempertuur) in met de schuifregelr. 8 Om meer instellingen vn de units te configureren, klik op Select properties (Eigenschppen selecteren). Een venster wrin u meer instellingen (zols Fn speed (Ventiltorsnelheid) of Ventiltion mode (Ventiltiestnd)) kunt toevoegen, verschijnt. 9 Klik op Select units (Units selecteren) om de units te beplen wrvoor dit Schedule (Progrmm) geldt. Gevolg: Het volgende venster verschijnt Acties toevoegen n een progrmm U kunt strt- en stopcties toevoegen die op specifieke Temperture (Tempertuur)-instelpunten en voor specifieke units worden gectiveerd. 1 Klik op de bluwe plusknop () rechts vn de regel Schedule (Progrmm). Gevolg: Een regel voor de ctie wordt toegevoegd. U beplt eerst de strtcties. 10 Selecteer de units en klik op Updte units (Units updten). Gevolg: De units worden toegevoegd. De instellingen worden lleen op deze specifieke units toegepst. 11 Klik op Sve ction (Actie bewren). Gevolg: De opstrtctie is nu geprogrmmeerd. Logisch gezien beplt u nu wnneer de units worden uitgeschkeld. Begin weer met stp 1 vn deze procedure. 4.5 Een gebeurtenis koppelen n een regelctie (koppeling) 2 Voer een nm voor de ctie vn het Schedule (Progrmm) in en klik op Sve (Bewren). Gevolg: De ctie wordt toegevoegd. b d c U kunt een ctie (tijdelijk) dectiveren door op de schuifregelr (b) te klikken. De schuifregelr wordt grijs. U kunt een ctie verwijderen door op het rode kruis (c) te klikken. U kunt een bestnde ctie wijzigen door op het potloodsymbool (d) te klikken. 3 Klik op de bluwe plusknop rechts vn de ctieregel. Gevolg: Het volgende deel verschijnt. Door een gebeurtenis n een regelctie (Interlocking (Koppeling)) te koppelen, kunt het ctiveren vn een regelctie n een gebeurtenis instellen. Deze regelctie kn op een selectie vn units worden toegepst. Voorbeeld: U kunt het sluiten vn de digitle input "inbrklrm" koppelen n het uitschkelen vn lle verwrmings-/koelunits. Het contct vn een dergelijk lrm is ctief zodr iedereen het gebouw heeft verlten, en de verwrmings-/koelunits dus mogen worden uitgeschkeld. 1 Selecteer in het nvigtiepneel Interlocking (Koppeling) onder Monitoring & control (Bewking & regeling). Gevolg: De lijst met ctuele items voor Interlocking (Koppeling) wordt weergegeven. b U kunt een Interlocking (Koppeling) (tijdelijk) dectiveren door op de schuifregelr () te klikken. De schuifregelr wordt grijs. U kunt een Interlocking (Koppeling) verwijderen door op het rode kruis (b) te klikken. b 4 Klik op de uren en minuten om de begintijd in te stellen. 5 Zet de schuifregelr op on (n) om lle geselecteerde units op het ingestelde tijdstip in te schkelen. 6 Klik op de dgen vn de week om de units op deze dgen in te schkelen. 2 Klik op de knop New (Nieuw). 12

13 Gevolg: Een nieuw deel Interlocking (Koppeling) wordt toegevoegd. 6 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Trigger (Trigger) wnneer de ctie moet worden uitgevoerd: of de geselecteerde input gesloten of open is. Voorbeeld: Om een brndlrm te lten fgn, kunt u lle units instellen die bij een brndlrm moeten worden stilgelegd. Door On (ll mngement points) (AAN (lle beheerpunten)) te selecteren geeft u n dt lle geselecteerde inputs gectiveerd moeten zijn om de Trigger (Trigger) uit te voeren. 7 Zet de schuifregelr in het deel Action (Actie) op off (uit) () ls u units wilt lten uitschkelen wnneer de sttus vn het inputcontct verndert. 3 Voer een nm in voor de nieuwe Interlocking (Koppeling). 4 Klik in het bovenste deel op de knop Select units (Units selecteren). Gevolg: Een venster met lle verbonden toestellen die kunnen worden gekoppeld verschijnt. 5 Selecteer de input wrn u een beplde ctie wilt koppelen en klik op de knop Updte units (Units updten). Gevolg: De input wordt toegevoegd n het bovenste deel Apply to units (Toepssen op units). Als u units wilt lten inschkelen wnneer de sttus vn het inputcontct verndert, zet u de schuifregelr op on (n) en selecteert u het Setpoint (Instelpunt) en de Opertion mode (Bedrijfsstnd). U kunt ndere eigenschppen (bijvoorbeeld de Ventiltion mode (Ventiltiestnd)) toevoegen door op Select properties (Eigenschppen selecteren) te klikken. 8 Klik in het deel Action (Actie) op Select units (Units selecteren) om de unit die u wilt stilleggen of opstrten te selecteren. Gevolg: Een venster met lle beschikbre units verschijnt. 9 Selecteer de units die u wilt on (n) of off (uit) schkelen en klik op Updte units (Units updten). 10 Klik op Sve (Bewren). Gevolg: De Interlocking (Koppeling) is ngemkt. De Interlocking nme (Nm koppeling), Action (Actie) of Trigger (Trigger) vn een Interlocking (Koppeling) kn niet worden gewijzigd. De enige mnier om ze te wijzigen is door de Interlocking (Koppeling) volledig te verwijderen en een nieuwe n te mken. 4.6 Tempertuur monitoren In het deel Temperture Monitoring (Tempertuurmonitoring) vn de pplictie kunt u de Temperture (Tempertuur)-curve vn de Outdoor temperture (Buitentempertuur), Indoor temperture (Binnentempertuur) en het Setpoint (Instelpunt) rdplegen. 1 Selecteer in de sitekiezer de site die u eerst wilt beheren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Temperture Monitoring (Tempertuurmonitoring) onder Energy mngement (Energiebeheer). Resultt: De Temperture Monitoring (Tempertuurmonitoring) vn de ctuele dg voor 1 specifieke Indoor unit (Binnenunit) wordt weergegeven. 13

14 Setpoint (Instelpunt)-gegevens worden lleen weergegeven wnneer de (binnen)unit is ingeschkeld. Grfieken met een stippellijn wijzen op een onderbreking: de unit ws uitgeschkeld en kon geen metingen uitvoeren. 3 Beweeg uw cursor over de grfiek om de gemeten informtie weer te geven () (Outdoor temperture (Buitentempertuur), Room temperture (Kmertempertuur) en/of Setpoint (Instelpunt)). 4 Klik op de legende (b) om beplde informtie vn de grfiek niet weer te geven. Resultt: De legende wordt grijs. 14

15 b 5 Klik opnieuw op de legende (b) om de informtie opnieuw weer te geven. d c 6 In de vervolgkeuzelijst (c) rechts vn de grfiek kunt u de binnenunit selecteren wrvn u gegevens wilt rdplegen (lleen beschikbr bij ondersteunde units). De Outdoor temperture (Buitentempertuur) wordt ltijd door een Outdoor unit (Buitenunit) gemeten; dit betekent dt deze wrde mogelijk niet verndert wnneer u ndere binnenunits selecteert. 7 Om het Energy consumption (Energieverbruik) vn een ndere periode (week, mnd, jr) te rdplegen, selecteer er één (d) links bovenn het deel. 8 De weergegeven informtie kn worden fgedrukt door op de overeenkomstige knop (e) rechts ondern te klikken. e 15

16 4.7 Energieverbruik vn sites rdplegen 1 Selecteer in de sitekiezer de site die u eerst wilt beheren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Site energy consumption (Energieverbruik site) onder Energy mngement (Energiebeheer). Resultt: Het berekende Energy consumption (Energieverbruik) vn het lopende jr wordt weergegeven. Resultt: U kunt het verbruik vn Cooling (Koelen) (bluw), Heting (Verwrmen) (rood), Het recovery (Wrmteterugwinning) (groen), Averge outdoor temperture ( C) (Gemiddelde buitentempertuur ( C)) (geel) en de streefwrde voor elke mnd (grijs) zien. Zie "4.11 Instellingen voor het energiestreefdoel beheren" op pgin 23 ls de streefwrden niet worden weergegeven. Resultt: U kunt ook HVAC system (HVAC-systeem) en non-hvac system (non-hvac-systeem) zien. Het elektriciteitsmeterverbruik is zols gedefinieerd in "4.16 Elektriciteitsmeter configureren" op pgin Als in een periode zowel - bijvoorbeeld - Heting (Verwrmen) ls Het recovery (Wrmteterugwinning) voorkomen, dn kunt u 1 vn beide verbergen door op de legende te klikken. Resultt: Het lbel wordt gedectiveerd () en de wrden worden verborgen zols hieronder weergegeven. Wnneer u uw cursor over de blken vn het energieverbruik beweegt, worden de detils (b) weergegeven. 16

17 De schl vn de Y-s (kwh) kn vernderen ls u 1 vn de wrden niet weergeeft. Dit kn de indruk wekken dt de wrden zijn vernderd. Grfieken met een stippellijn wijzen op een onderbreking: de unit ws uitgeschkeld en kon geen metingen uitvoeren. 4 Klik opnieuw op de legende om de informtie opnieuw weer te geven. b c f e d 5 Om het Energy consumption (Energieverbruik) vn een ndere periode (dg, week, mnd, jr) te rdplegen, selecteer er één (c) links bovenn het deel. Klik vervolgens op het klendersymbool (d) om de gewenste dg, week, mnd of jr te selecteren. U kunt ook rechtstreeks in het klenderveld (e) typen. Bevestig in dt gevl uw invoer met ENTER op uw toetsenbord. 17

18 6 Klik op de tb vs. Pst (in vgl. met verleden) (f) om het energieverbruik vn voorgnde jren te vergelijken. Resultt: 2 klendervelden (g) worden beschikbr, en u kunt de 2 jren voor de vergelijking selecteren. h g i g 7 Selecteer de jren die u wilt vergelijken. U kunt ook de beginmnd (h) kiezen: dit beplt lleen welke mnd links op de grfiek zl stn; er wordt ntuurlijk nog ltijd een volledig jr weergegeven. Bij een vergelijking met het lopende jr wordt lleen rekening gehouden met de gegevens tot de ltste volledige mnd. 8 Indien nodig kunt u het Accumulted energy consumption (Gecumuleerd energieverbruik) weergeven door te klikken op de optie Cumultive (Gecumuleerd) (i) rechts. 4.8 Energieverbruik buitenunits site vergelijken Met de module Outdoor unit comprison (Vergelijking buitenunit) vn een site kunt u het energieverbruik vn de verschillende buitenunits op een site vergelijken. 1 Selecteer in de sitekiezer de site die u eerst wilt beheren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Outdoor unit comprison (Vergelijking buitenunit) onder Energy mngement (Energiebeheer). Resultt: Een overzicht vn het jrlijks energieverbruik wordt weergegeven. c f e d 3 Verplts de schuifregelr rechts () om de energiemtstf vn de vergelijking te vernderen. De kwh/m²-weergve is relevnter voor nlyses. 18

19 b b Voor Outdoor units (Buitenunits) met een sterisk is er geen oppervlktewrde geconfigureerd (b). Drom kn hun energieverbruiksefficiëntie niet worden berekend. Deze wrde kn worden ingesteld in de Building dministrtion (Gebouwenbeheer); zie "4.14 Over gebouwenbeheer" op pgin Om het Energy consumption (Energieverbruik) vn een ndere periode (week, mnd, jr) te rdplegen, selecteer er één links bovenn het deel (c). Klik vervolgens op het klendersymbool (d) om de gewenste week, mnd of jr te selecteren. U kunt ook rechtstreeks in het klenderveld (e) typen. Bevestig in dt gevl uw invoer met ENTER op uw toetsenbord. 5 Klik op de tb vs. Pst (in vgl. met verleden) (f) om het energieverbruik vn voorgnde jren te vergelijken. Resultt: 2 klendervelden (g) worden beschikbr, en u kunt de 2 jren voor de vergelijking selecteren. h i g j 6 Selecteer de jren die u wilt vergelijken. 19

20 Bij een vergelijking met het lopende jr wordt lleen rekening gehouden met de gegevens tot de ltste volledige mnd. 7 Wnneer u uw cursor over de blken vn het energieverbruik beweegt, worden de detils (h) weergegeven. Klik op een lbel vn 1 vn de 2 jren in de grfiek (i) om de informtie ervn niet weer te geven. 8 U kunt de weergegeven informtie Print (Afdrukken) door op de overeenkomstige knop (j) rechts ondern te klikken. 4.9 Gecombineerd energieverbruik meerdere sites vergelijken Met de module Multi-site combined consumption (Gecombineerd verbruik meerdere sites) kunt u het energieverbruik vn de verschillende buitenunits op lle sites wrtoe u toegng hebt vergelijken. De grfieken geven de smengevoegde gegevens weer. 1 Selecteer in het nvigtiepneel Multi-site combined consumption (Gecombineerd verbruik meerdere sites) onder Energy mngement (Energiebeheer). Resultt: Een overzicht vn het jrlijks energieverbruik voor een combintie vn lle sites wordt weergegeven. This chrt shows the ggregted dt from ll the sites you hve ccess to (Deze grfiek geeft de smengevoegde gegevens weer vn lle sites wrtoe u toegng hebt). Resultt: De grijze lijn () is het Cumultive (Gecumuleerd) energieverbruik. b d c 2 Om het Multi-site combined consumption (Gecombineerd verbruik meerdere sites) vn een ndere periode (mnd, dg, 10 jr) te rdplegen, selecteer er één (b) links bovenn het deel. Klik vervolgens op het klendersymbool (c) om de gewenste mnd of dg te selecteren. U kunt ook rechtstreeks in het klenderveld (d) typen. Bevestig in dt gevl uw invoer met ENTER op uw toetsenbord. g f e 3 Beweeg uw cursor over de blken vn het energieverbruik om de detils (e) weer te geven. 4 Klik op de legende (f) om informtie niet weer te geven. 5 Klik op de tb vs. Pst (g) om het energieverbruik vn voorgnde jren te vergelijken. Resultt: 2 klendervelden worden beschikbr, en u kunt de 2 jren voor de vergelijking selecteren. 20

21 i h h 6 Selecteer de jren die u wilt vergelijken (h). U kunt ook de beginmnd (i) kiezen: dit beplt lleen welke mnd links op de grfiek zl stn; er wordt ntuurlijk nog ltijd een volledig jr weergegeven. 7 U kunt op de grfiek klikken om rechtstreeks nr een onderliggende periode te gn (in elke grfiek, behlve op dgniveu). In de jrgrfiek kunt u bijvoorbeeld op een mndblk klikken om de detilgrfiek vn die mnd weer te geven. 8 De weergegeven informtie kn worden fgedrukt door op de overeenkomstige knop (j) rechts ondern te klikken. j 4.10 Energieverbruik vn meerdere sites vergelijken Met de module Multi-site comprison (Vergelijking meerdere sites) kunt u het energieverbruik vn lle sites wrtoe u toegng hebt vergelijken. 1 Selecteer in het nvigtiepneel Multi-site comprison (Vergelijking meerdere sites) onder Energy mngement (Energiebeheer). Resultt: Het jrlijks energieverbruik voor elke site fzonderlijk wordt weergegeven. 2 Verplts de schuifregelr rechts () om de energiemtstf vn de vergelijking te vernderen. Resultt: De kwh/m²-weergve is relevnter voor nlyses. Voor sites met een sterisk is er geen oppervlktewrde geconfigureerd (b). 21

22 e b f d c 3 Om het energieverbruik vn een ndere periode (mnd of dg) te vergelijken, selecteer er één (b) links bovenn het deel. Klik vervolgens op het klendersymbool (c) om de gewenste mnd of dg te selecteren. U kunt ook rechtstreeks in het klenderveld (d) typen. Bevestig in dt gevl uw invoer met ENTER op uw toetsenbord. Resultt: De kwh/m²-weergve is relevnter voor nlyses. Voor sites met een sterisk (e) is er geen oppervlktewrde geconfigureerd. 4 Beweeg uw cursor over de blken vn het energieverbruik om de detils weer te geven. 5 Voor meer detils over het verbruik vn 1 site voor de geselecteerde periode, klik op een blk. Resultt: De pplictie opent het deel Site consumption (Siteverbruik) vn. Zie "4.7 Energieverbruik vn sites rdplegen" op pgin Klik op de tb vs. Pst (in vgl. met verleden) (f) om het energieverbruik vn voorgnde jren te vergelijken. Resultt: 2 klendervelden (g) worden beschikbr, en u kunt de 2 jren voor de vergelijking selecteren. h g g i 22

23 7 Selecteer de jren die u wilt vergelijken. U kunt ook de beginmnd (h) kiezen: de grfiek beslt nog ltijd 1 jr, mr begint nu met de ngegeven mnd in het eerste jr en eindigt met dezelfde mnd vn het jr wrmee u vergelijkt. Voor een vergelijking met het lopende jr moeten in het lopende jr de gegevens voor minstens 1 volledige mnd beschikbr zijn. 8 U kunt de weergegeven informtie Print (Afdrukken) door op de overeenkomstige knop (i) rechts ondern te klikken Instellingen voor het energiestreefdoel beheren Op de pgin Trget energy settings (Streefwrde energie-instellingen) kunt u mndelijkse streefwrden voor het energieverbruik voor het lopende jr configureren. Deze streefwrden kunnen worden gebruikt ls referentie en zijn slechts richtwrden. De instellingen zijn duidelijk en behoeven geen verdere uitleg. Deze wrden kunnen dn worden weergegeven in het deel Site consumption (Siteverbruik) vn. Zie "4.7 Energieverbruik vn sites rdplegen" op pgin Selecteer in het nvigtiepneel Trget energy settings (Streefwrde energie-instellingen) onder Energy mngement (Energiebeheer). Resultt: De instellingenpgin wordt weergegeven. Het verbruik in kwh voor elke mnd vn dit jr wordt weergegeven. 2 Geef een streefwrde in voor 1 mnd door de gewenste wrde in de kolom Trget this yer (Streefwrde dit jr) (kwh) te typen. Resultt: Het verschil wordt utomtisch berekend. 3 Om een gewenste verlging op meerdere mnden tegelijk toe te pssen (ls percentge), selecteer eerst de mnd links (). 23

24 d b c 4 Selecteer eventueel een nder Reference yer (Referentiejr) in de overeenkomstige vervolgkeuzelijst (b). 5 Ps een gewenste verlging (in procent) toe met de schuifregelr (c). Resultt: Voor de geselecteerde mnden vernderen de streefwrden en verschillen utomtisch. 6 Om de streefwrden voor het energieverbruik op de pgin Site consumption (Siteverbruik) niet weer te geven, dectiveer het selectievkje in de rechterbovenhoek (d) Meerdere sites beheren Als u over meerdere instllties op meerdere locties beschikt, dn is de optie Multi-site mngement (Multi-site beheer) een goede mnier om l uw winkels of gebouwen op te volgen. 1 Selecteer Multi-site mngement (Multi-site beheer) in het nvigtiepneel. Gevolg: Een krtweergve verschijnt met drop l uw sites. Gevolg: U ziet in één oogopslg de sttus vn de site (storing of niet). Gevolg: Er verschijnt een link nr de pgin Equipment list (Apprtuurlijst) vn die specifieke site Gebruikers beheren In het deel User dministrtion (Gebruikersbeheer) kunt u nieuwe Users (Gebruikers) nmken en bestnde gebruikers wijzigen of verwijderen. 1 Selecteer User dministrtion (Gebruikersbeheer) in het nvigtiepneel. Gevolg: Een lijst met ctuele Users (Gebruikers) verschijnt. Alleen gebruikers met hetzelfde of een lger gebruikersniveu, en met dezelfde tg, worden in deze lijst weergegeven. Om uw tgs weer te geven, zie "4.2.1 Profielinformtie vernderen" op pgin 5. Enkel sites met storingen weergeven: 2 Klik op het lbel Only errors (Alleen fouten) (). 3 Klik op een site in de Mp view (Krtweergve). 24

25 2 Om een bestnde gebruiker te verwijderen, klik op het rode kruis nst zijn of hr nm. 3 Om een bestnde gebruiker te wijzigen, klik op het potloodsymbool. U kunt lleen het profiel en de nm vn een gebruiker wijzigen. Als de gebruiker zijn of hr pswoord is vergeten, kunt u dit hier niet wijzigen. De gebruiker moet dn op de link Forgot pssword (Pswoord vergeten) op de pgin Login (Anmelden) klikken. 4 Klik op de knop New (Nieuw). Gevolg: Het volgende venster verschijnt. 5 Vul lle beschikbre informtie in. Velden met een sterisk zijn verplicht. Afhnkelijk vn het type gebruiker, moet u meer of minder informtie invullen. Pswoordvereisten: Tussen 8 en 20 tekens lng Minstens 1 hoofdletter (A-Z) Minstens 1 kleine letter (-z) Minstens 1 cijfer Minstens 1 specil teken ([ #!^<>().,;:@*=-_?{}]) 6 Klik op de knop Add user (Gebruiker toevoegen). Gevolg: De gebruiker wordt toegevoegd n de lijst. Een Administrtor (Beheerder) moet nu een site n de nieuwe gebruiker koppelen; nders zijn er geen gegevens beschikbr bij het inloggen. Zie "3.3 Inloggen in de " op pgin 3 en " Nieuwe site nmken" op pgin Over gebouwenbeheer In het deel Building dministrtion (Gebouwenbeheer) kn een Administrtor (Beheerder) de sites beheren. Hij of zij kn bijvoorbeeld een site n een gebruiker koppelen, zodt deze gegevens vn die site kn rdplegen Nieuwe site nmken Dikin-beheerders, fililen en instllteurs kunnen een nieuwe site nmken. Hiern kunnen zij deze nieuwe site n een bestnde gebruiker koppelen, zodt deze gegevens vn die site kn rdplegen. 1 Selecteer in het nvigtiepneel Site list (Sitelijst) onder Building dministrtion (Gebouwenbeheer). Resultt: De ctueel beschikbre sites worden weergegeven. Er zijn twee mogelijke weergven: Technicl (Technisch) of Pyment (Betling). De weergve Technicl (Technisch) biedt extr informtie over de ID, het type setup, het ntl controllers en het ntl binnenunits op een site. 25

26 2 Klik op de knop Crete site (Site nmken). Resultt: Het volgende deel verschijnt. 3 Selecteer het juiste Setup Type (Type setup), fhnkelijk vn het gekochte product. Zie ook "Site en controllers beheren" op pgin Vul de vereiste informtie in bij "Site info". Resultt: De gegevens worden op de chtergrond in Google Mps gecontroleerd en een inline-bevestiging verschijnt: Een groen vk betekent dt lles in orde is. Als er niets kon worden gevonden of de gegevens onjuist zijn, is het vk rood en stt een verklring onder vk. 5 Vul eerst de std en het lnd in. Deze worden gebruikt om de tijdzone utomtisch te beplen. Als de tijdzone niet klopt, kunt u ze hndmtig vernderen. 6 Selecteer een pkket in de vervolgkeuzelijst. De volgende opties zijn beschikbr: Pckge A (Access license) (Pkket A (Toegngslicentie)): biedt toegng tot de. Pckge A (Access license) + Pckge B (Service license) (Pkket A (Toegngslicentie)) + (Pkket B (Servicelicentie)): pkket B biedt toegng tot Remote Dignostics (Remote dignose). Zie "4.18 Over remote dignose" op pgin Vul de vereiste informtie voor het geselecteerde pkket in. 26

27 8 Als de contctinformtie voor Pckge B (Pkket B) dezelfde is ls voor Pckge A (Pkket A), selecteer het selectievkje (). 9 Vul de vereiste informtie voor de Purchse order (Kooporder) voor Pckge B (Pkket B) in. 10 Klik op Add site (Site toevoegen). Resultt: De site wordt ngemkt en de pkketten worden gectiveerd voor een proefperiode. Een Controller (Controller) wordt ngemkt. Als persoon die de site heeft ngemkt, wordt u utomtisch n de site gekoppeld. U kunt de site nu bewerken. Zie " Over sites bewerken" op pgin Over sites bewerken Site en controllers beheren 1 Selecteer in het nvigtiepneel Site list (Sitelijst) onder Building dministrtion (Gebouwenbeheer). Resultt: De ctueel beschikbre sites worden weergegeven. 2 Klik op het potloodsymbool () om een site te bewerken. Resultt: Het volgende deel verschijnt. 27

28 Bewerk de site nr wens: b 3 Geef de toegewezen controllers een meer gebruikersvriendelijke nm door op het potloodsymbool (b) te klikken. Dit is hndig wnneer er meer dn één controller is, zodt u ze vn elkr kunt onderscheiden. Dit heeft geen nut ls er mr 1 controller is. Resultt: Het nmveld (c) kn worden gewijzigd. Een schijfsymbool (d) en een symbool voor Cncel (Annuleren) (e) stn nst het nmveld. c d e h f g 4 Klik n het invoeren vn de nieuwe nm vn de controller op het symbool Sve (Bewren) (d). Er wordt een Controller LC Number (Controller LCnummer) (h) gevrgd bij de inbedrijfstelling vi internet vn de controller. Inbedrijfstelling vi internet kn lleen worden fgerond wnneer zij wordt uitgevoerd uiterlijk op de dtum in het venster vn de inbedrijfstelling. Deze periode kn indien nodig worden verlengd met 3 mnden. 5 Verleng de inbedrijfstelling vn een controller door op de knop Extend (Verlengen) (f) te klikken. 6 Verwijder een niet inbedrijfgestelde controller door in de kolom Delete (Verwijderen) op het rode kruis (g) te klikken. A commissioned controller cnnot be deleted (Een in bedrijf gestelde controller kn niet worden verwijderd). 7 Vul een regio in zodt de sites beter kunnen worden gegroepeerd. Regio's worden bijvoorbeeld gebruikt bij Remote dignostics (Remote dignose). Zie "4.18 Over remote dignose" op pgin Klik op de knop "Add controller (Controller toevoegen)" om een controller toe te voegen (mximl 10 controllers, fhnkelijk vn het Setup Type (Type setup)). 28

29 Setup Type (Type setup) Mximum ntl controllers intelligent Tblet Controller 10 Lokle controller 5 intelligent Touch Mnger 5 Gebruikers op een site beheren Wnneer u een site bewerkt, kunt u Users (Gebruikers) n deze specifieke site koppelen, ze vn de site verwijderen, of hun e-milmeldingen beheren. 1 Klik in het onderste deel vn het venster op het rode kruis nst een gebruiker om zijn of hr toewijzing n deze site ongedn te mken. Resultt: De gebruiker wordt lleen vn de site verwijderd; zijn of hr profiel wordt niet volledig verwijderd. 2 Om Emil (E-mil)-meldingen te ctiveren of dectiveren, klik op de vkken M/L1/L2/L3 nst de gebruikersnm. (Een rood vkje betekent gectiveerd). Als u op het M-vkje klikt, krijgt de gebruiker een Emil (E-mil) wnneer er zich een storing voordoet. Met de vkjes L1/L2/L3 kunnen Emil (E-mil)-meldingen vn voorspellingen worden gectiveerd (zie " Voorspellingssetup gebruiken" op pgin 35): L1-meldingen geven n dt units op korte termijn in storing kunnen gn. L2-meldingen wrschuwen gebruikers over storingen op de middellnge termijn. L3-meldingen wrschuwen gebruikers over storingen op de lnge termijn. Afhnkelijk vn het gebruikersprofiel, kunt u meer of minder Emil (E-mil)-meldingen ctiveren. 3 Om een gebruiker n deze site toe te voegen, scroll nr onder en klik op de knop Add user to site (Gebruiker toevoegen n site). Resultt: Ondern de lijst verschijnt een vervolgkeuzelijst, smen met een knop Sve (Bewren) en Cncel (Annuleren). 4 Selecteer in de vervolgkeuzelijst de gebruiker die u n deze site wilt toewijzen. Zie "4.13 Gebruikers beheren" op pgin 24 om eerst in de module User dministrtion (Gebruikersbeheer) een gebruiker n te mken. 5 Klik op de knop Sve (Bewren). Resultt: De gebruiker is nu n deze site gekoppeld. Pkketten beheren Wnneer de betling is ontvngen, moet het (de) geselecteerde pkket(ten) nog worden gectiveerd. Bij meerdere pkketten moet elk pkket fzonderlijk worden gectiveerd. 1 G nr het scherm "EDIT SITE" voor "Site en controllers beheren" op pgin Klik op symbool met verticle punten () rechts op het scherm. Resultt: De vervolgkeuzelijst Confirm pyment (Bevestig betling) wordt geopend. 29

30 3 Klik op het veld Confirm pyment (Bevestig betling). Resultt: Het scherm Confirm pyment (Bevestig betling) verschijnt. c d e f g 4 Voer de vervldtum in door de dtum in te voeren of met de klender en klik op Confirm (Bevestigen). Resultt: De pplictie geeft een bericht Pyment Confirmed (Betling bevestigd) weer en de sttus vn het pkket wordt op Pid (Betld) ingesteld. Het pkket is nu ctief. Resultt: In de Site list (Sitelijst) is het pkketsymbool (b) nu groen. b Kleurcodes voor de pkketten: Bluw: Tril (Proef) Groen: Pid (Betld) en ctief Rood: expired (vervllen) Grijs: gennuleerd Ornje: Pyment pending (Betling hngende) N het nnuleren kn een instllteur of een hoger gebruikersprofiel (Dikin-beheerder of filil) een pkket weer ctiveren door "request extension" (Verlenging nvrgen) te selecteren. Als dit vóór de Expirtion dte (Einddtum) vn het pkket gebeurt, wordt het ornje. De functies Request extension (Verlenging nvrgen) (c) en Cncel pckge (Pkket nnuleren) (d) stn in de vervolgkeuzelijst. 30

31 Een gennuleerd Pckge (Pkket) blijft nog tot de vervldtum ctief. c d Als het pkket expired (vervllen) (rood) is, blijft het rood, ook wnneer "Request extension" (Verlenging nvrgen) (c) werd geselecteerd. In beide gevllen wordt de pkketkleur groen zodr de betling is bevestigd Zones beheren Units kunnen worden gegroepeerd om de cloud-setup te lten overeenstemmen met uw echte configurtie. mkt hiervoor gebruik vn Zones (Zones). 1 Selecteer in het nvigtiepneel Zones (Zones) onder Building dministrtion (Gebouwenbeheer). Resultt: De ctuele Zones (Zones) worden weergegeven. c b d 2 Selecteer in de sitekiezer de site () wrvoor u de Zones (Zones) wilt beheren. 3 Klik op de bluwe plusknop (b) om n een bestnde zone (c) een nieuwe zone toe te voegen, of op siteniveu (d). Resultt: Er verschijnt een veld wrin u de zonenm kunt invoeren. 4 Vul de zonenm in en klik op de knop Sve (Bewren). c f e 5 Verplts units (f) nr de juiste zone (c). U kunt mximl 3 zoneniveus nmken. Drom stt er geen bluwe plusknop op het lgste niveu in de schermopnme (e). 6 Klik op het potloodsymbool om een zone te bewerken. U kunt lleen de nm vn de zone wijzigen. 31

32 7 Klik op het rode kruis om een zone te verwijderen. Als u een zone met 1 of meer units verwijdert, word(t)(en) de unit(s) nr het siteniveu verpltst Elektriciteitsmeter configureren De Electric meter configurtion (Configurtie elektriciteitsmeter) bevt een lijst met gekoppelde controllers voor de ctieve site en de verbonden Electric meters (Elektriciteitsmeters). In dit scherm stelt u het type Energy consumption (Energieverbruik) in op HVAC system (HVAC-systeem) of non-hvac system (non-hvac-systeem). 1 Selecteer in het nvigtiepneel Electric meter configurtion (Configurtie elektriciteitsmeter) onder Building dministrtion (Gebouwenbeheer). Resultt: Het volgende deel verschijnt. 2 Klik op het potloodsymbool (). Resultt: De vervolgkeuzelijst wordt ctief. b 3 Selecteer het Energy consumption type (Type energieverbruik) in de vervolgkeuzelijst. 4 Klik op het schijfsymbool (b). Resultt: Het Energy consumption type (Type energieverbruik) wordt ingesteld op het nieuwe systeem Buitenunits beheren Met de kunt u beschikbre informtie over Outdoor units (Buitenunits) rdplegen. De meeste informtie kn lleen worden gerdpleegd, mr u kunt de units een gebruikersvriendelijke nm geven en een oppervlkte (in m²) instellen. 1 Selecteer in het nvigtiepneel Outdoor units (Buitenunits) onder Building dministrtion (Gebouwenbeheer). Gevolg: De ctueel beschikbre Outdoor units (Buitenunits) worden weergegeven. 2 Om een buitenunit te wijzigen, klik op het potloodsymbool (). 32 Gevolg: De velden Nme (Nm) en Are (m 2 ) (Oppervlkte (m 2 ) kunnen worden vernderd. 3 Wijzig de buitenunit zols vereist. 4 Klik op het schijfsymbool (b) om f te sluiten Over remote dignose Stndrd kn een Remote dignostics (Remote dignose) lleen door fililen en hogere gebruikersprofielen worden gerdpleegd. Sitebeheerders en instllteurs krijgen toegng tot deze functies wnneer zij pkket A + B nkopen. b

33 Alrmhistoriek beheren De Alrm history (Alrmhistoriek) biedt een overzicht vn lle wrschuwingen en storingen op uw beschikbre sites. Controllers monitoren voortdurend de units op de sites. Zij detecteren lrms (bijvoorbeeld vochtlrms) en versturen deze op regelmtige tijdstippen nr de cloud (bijvoorbeeld om de twee uur, zolng niet is geregeerd op het lrm). Alrms komen ltijd in het systeem met de sttus 'open'. 1 Selecteer in het nvigtiepneel Alrm history (Alrmhistoriek) onder Remote dignostics (Remote dignose). Gevolg: Een overzicht vn de lrms op uw site wordt weergegeven. d b c Specifieke lrminformtie rechtstreeks in deze overzichtspgin weergeven: 8 Klik op het symbool met 3 verticle punten (g). Gevolg: Een vervolgkeuzelijst met lle ndere lrminformtielbels verschijnt. 9 Selecteer de informtie die u in het overzichtsvenster wilt weergeven. Alle detils vn een lrm in 1 venster rdplegen: 10 Klik op het oogsymbool (h) rechts. Gevolg: Het volgende deel verschijnt. In dit venster kunt u filteren en rngschikken, en het biedt 2 verschillende weergven: Grouped view (Gegroepeerde weergve) () biedt een duidelijk overzicht; de lrms worden gegroepeerd op bsis vn de lrmcode. Dit betekent dt de site en de unit dezelfde zijn, mr er zijn meerdere tijdstippen voor Occurrences (Voorvllen) (b). Het getl in de kolom Occurrences (Voorvllen) geeft het ntl identieke lrms n. Flt view (Vlkke weergve) (c) geeft lle lrms fzonderlijk weer. 2 Om de periode voor de weergve vn lrms te vernderen, klik op het klendersymbool (d) om een nieuwe From of To dtum te selecteren. 3 Gebruik de filters bovenn de tbel om lleen specifieke informtie weer te geven. 4 Om lleen specifieke sites, lrmtypes of tksttussen weer te geven, selecteer een wrde in de vervolgkeuzelijsten. Gevolg: De pplictie ctuliseert utomtisch en geeft lleen de lrms weer die overeenkomen met de wrde(n). Het filter weer verwijderen: 5 Klik op de kleine x in de vervolgkeuzelijst (e). 6 In de ndere velden kunt u gewoon een wrde typen (bijvoorbeeld Alrm code (Code lrm)). Gevolg: De pplictie ctuliseert utomtisch en geeft lleen de lrms weer die overeenkomen met die wrde. e h f g In dit venster Alrm detils (Detils lrm) kunt u de sttus vn de tk wijzigen (Open (Open)/Acknowledged (Bevestigd)/Closed (Gesloten)) en lle detils vn elke lrmgebeurtenis rdplegen. Ondern ziet u wnneer de controller het lrm de eerste keer heeft verstuurd. De controller blijft het lrm versturen zolng het niet op de unit zelf is verholpen, en houdt niet op wnneer u de tksttus in de cloud verndert in Acknowledged (Bevestigd) of Closed (Gesloten). Ongecht welke lrmgebeurtenis u in de lijst selecteert, lleen de ltst verstuurde wordt fgesloten. Als u een lrm fsluit voordt het op de unit is opgelost, wordt een nieuwe lrmregel begonnen op de pgin Alrm history (Alrmhistoriek), ook l gt het om hetzelfde lrm. OPMERKING Vergeet niet om een Acknowledged (Bevestigd) (en technisch opgelost) lrm f te sluiten; nders krijgt u geen Emil (E-mil) meer ls zich lter op dezelfde unit opnieuw hetzelfde lrm voordoet. Alle filters verwijderen: 7 Klik op de witte X rechts (f). 33

34 An een site toegewezen Users (Gebruikers) krijgen een Emil (Emil) telkens wnneer een controller een open lrm verstuurt. Door dit te nvrden, krijgt die gebruiker geen e-mils over dt specifieke lrm meer. Norml gezien wordt nu een technicus ter pltse gestuurd, mr zolng hij er niet is en het probleem oplost, blijft het lrm binnenkomen ls een Acknowledged (Bevestigd) lrm Anlyse vn binnenunits gebruiken De Indoor unit nlysis (Anlyse binnenunit) geeft de werkingsgegevens vn de binnenunits weer. In dit deel kunnen de werkingsgegevens per uur voor elke Indoor unit (Binnenunit) worden gedownlod. 1 Selecteer in de sitekiezer de site wrvoor u de Indoor unit nlysis (Anlyse binnenunit) wilt uitvoeren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Indoor unit nlysis (Anlyse binnenunit) onder Remote dignostics (Remote dignose). Gevolg: Een overzicht vn binnenunits op de gekozen site wordt weergegeven. b c U kunt Acknowledged (Bevestigd) en Closed (Gesloten) lrms opnieuw openen of zelfs lrms hndmtig mrkeren ls Open (Open): de knop Open (Open) heeft dn een ndere kleur (i). i In dit venster kunt u filteren en rngschikken. Periode wrvoor u de informtie over de Indoor unit (Binnenunit) wilt rdplegen wijzigen: 3 Klik op het klendersymbool () om een nieuwe mnd te selecteren. Gebruik de filters bovenn de tbel om lleen specifieke informtie weer te geven. 4 Typ gewoon een wrde. Gevolg: De pplictie ctuliseert utomtisch en geeft lleen de binnenunits weer die overeenkomen met die wrde. Alle filters verwijderen: 5 Klik op de witte X rechts (b). Beplde informtie over de binnenunit toevoegen n deze overzichtspgin: 6 Klik op het symbool met 3 verticle punten (c). Gevolg: Een vervolgkeuzelijst met lle ndere informtielbels vn de Indoor unit (Binnenunit) verschijnt. k j Er zijn ook 2 kleurptronen voor Acknowledged (Bevestigd) en Open (Open) tken: 1 voor hndmtig gemrkeerde lrmgebeurtenissen (j) 1 voor utomtisch Acknowledged (Bevestigd) wnneer een voorfgnd lrm hndmtig op Acknowledged (Bevestigd) werd ingesteld (k), ook wel bekend ls "spookknoppen". De controller blijft Occurrences (Voorvllen) sturen zolng de storing technisch niet is verholpen. 7 Selecteer de informtie die u in het overzichtsvenster wilt weergeven. Downlod hourly opertion dt for this unit (Downlod uurlijkse werkingsgegevens voor deze unit): 8 Klik op de downlodknop rechts. Volledige tbel in Excel-formt downloden: 9 Klik op overeenkomstige knop. 34

35 Anlyse vn buitenunits gebruiken De Outdoor unit nlysis (Anlyse buitenunit) geeft de werkingsgegevens vn de Outdoor units (Buitenunits) weer. In dit deel kunnen de werkingsgegevens per uur voor elke Outdoor unit (Buitenunit) worden gedownlod. 1 Selecteer in de sitekiezer de site wrvoor u de Outdoor unit nlysis (Anlyse buitenunit) wilt uitvoeren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Outdoor unit nlysis (Anlyse buitenunit) onder Remote dignostics (Remote dignose). Gevolg: Een overzicht vn Outdoor units (Buitenunits) op de gekozen site wordt weergegeven. c b 3 Klik op de wisselknop () om de storingsvoorspelling te ctiveren. Gevolg: Tijdens de ctivering stt Redy to send (Klr om te verzenden) in de kolom Sttus (Sttus) (b). De storingsvoorspelling ctiveren kn tot één uur duren. Zodr zij ctief is, verndert de Sttus (Sttus) in Sent (Verzonden). b d Periode wrvoor u de informtie over de Outdoor unit (Buitenunit) wilt rdplegen wijzigen: 3 Klik op het klendersymbool () om een nieuwe mnd te selecteren. Beplde informtie over de Outdoor unit (Buitenunit) toevoegen n deze overzichtspgin: 4 Klik op het symbool met 3 verticle punten (b). Gevolg: Een vervolgkeuzelijst met lle ndere informtielbels vn de Outdoor unit (Buitenunit) verschijnt. 5 Selecteer de informtie die u in het overzichtsvenster wilt weergeven. 6 Klik op de downlodknop rechts (c) om de werkingsgegevens per uur voor 1 unit te downloden. 7 Klik op de overeenkomstige knop (d) om de volledige tbel in Excel-formt te downloden. Als storingsvoorspelling is gectiveerd, en het systeem voorspelt een storing vn een unit, dn wordt een lrm gegenereerd en nr de pgin Alrm history (Alrmhistoriek) verzonden. (Zie " Alrmhistoriek beheren" op pgin 33) Voorspellingssetup gebruiken Op de pgin Prediction setup (Setup voorspelling) kunt u de storingsvoorspelling voor de op de controller ngesloten units inschkelen. 1 Selecteer in de sitekiezer de site wrvoor u de Prediction setup (Setup voorspelling) wilt uitvoeren. 2 Selecteer in het nvigtiepneel Prediction setup (Setup voorspelling) onder Remote dignostics (Remote dignose). Gevolg: Het volgende deel verschijnt. 35