Jongeren, vrijetijdsbesteding en alcohol in de gemeente Hardenberg

Vergelijkbare documenten
Onderzoeksrapport Bedrijvenkring Oldebroek

Huiswerk Informatie voor alle ouders

Cursussen CJG. (samenwerking tussen De Meerpaal en het onderwijs in Dronten) Voortgezet Onderwijs

Plaatsingsrichtlijnen Dr. Nassau College

IMPLEMENTATIE WET VERPLICHTE MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING GEMEENTEN NOORDOOST-BRABANT

Klachtenbeleid Stichting KOM Kinderopvang

Pedagogische Civil Society

Lekker Helder, 0% alcohol

OPLEIDING tot Verzorgende-IG. Ondersteuningsmagazijn Praktijk Beroepstaak E Startbekaam

Gespreksleidraad WOII geïnteresseerden

Maak van 2015 jouw persoonlijk professionaliseringsjaar

Evaluatierapport Scalda - Groep 3 29 januari 26 maart 2014

Alle secundaire scholen, binnen de regio MidLim, met een klasgroep in de 2de of 3de graad waarin: o o o o o

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

Maatschappelijke Stage

Communicatie voor beleid Interactie (raadplegen, dialoog, participatie) en procescommunicatie; betrokkenheid, betere besluiten en beleid

PEST PROTOCOL. Prins Willem-Alexanderschool

Helpt de GGZ? Kort verslag van de 2de informatiebijeenkomst over ROM ggz 12 oktober 2010, Amersfoort

Onze school gebruikt hierbij naast het SPCO veiligheidplan, in ieder geval de volgende hulpmiddelen:

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen

Beleidsregels voorziening jobcoaching Participatiewet 2015

Beschermd Wonen met een pgb onder verantwoordelijkheid van gemeenten

INHOUD. Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Pedagogisch klimaat en autisme. Pedagogisch klimaat en de Klimaatschaal. Groepsprocessen bij jongeren: rol van de leerkracht.

Begeleidende tekst bij de presentatie Ieder kind heeft recht op Gedifferentieerd RekenOnderwijs.

Duurzaam inzetbaar in een vitale organisatie

Start duurzame inzetbaarheid

Saxionstudent.nl CE 1

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling voor scheidingsbegeleiders [versie ]

Kwaliteitsaspecten van onderwijs. Wat vinden pedicures belangrijk aan kwaliteit van opleiders

In de workshop is alleen een bijdrage geleverd met betrekking tot de theoretische onderbouwing/ het theoretisch kader van het curriculum.

CHECKLIST. CHECKLIST Designing ExperienceScapes. Individuele gesprekken CREATE-IT LECTORAAT CROSSMEDIA

LOGBOEK van: klas: 1

Visietekst BuO Type 3 Onderwijs en begeleiding aan kinderen met ernstige emotionele- en /of gedragsproblemen

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

Contract gedragsverandering

Transmuraal Programma Management

Opbrengsten VSO Panta Rhei College schooljaar

Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Relaties en seksualiteit.

Gedragscode voor de leden van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen

Pestprotocol basisschool Pieter Wijten

Huiswerk. Waarom geven wij op school huiswerk? Wij vinden huiswerk zinvol, omdat we denken daar het volgende mee te kunnen bereiken :

.1-4- gemeente Eindhouen

Pedagogisch beleidsplan Christelijke Peuterspeelzaal Lotje

Rapport. Bekend maakt bemind Onderzoek naar de bekendheid van en waardering voor het Expertisecentrum Veilige Publieke Taak

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Winterswijk

WHITE PAPER HET INRICHTEN VAN KWALITEITSMANAGEMENT

Stap 1. Wat wil jij?

ACT in LOB. De informatietrechter. Werkbladen. Toolkit. Check je info-level! Level 1. Level 2. Level 3. Level 4

ALS OUDERS GAAN SCHEIDEN. BILOCATIE ALS KANS? Visie van de vereniging Bemiddeling vzw *

Beleidsplan directe instructie : 1. Verantwoording 2. Doelstellingen 3. Model 4. Kijkwijzer 5. -Werkwijze en tijdsplanning.

Gemeente Ede. Memo. Bijlage 2 (behoort bij )

Aanbod Diensten Baan in Beeld

BIJLAGE 1: Participatieproces en draagvlakmeting Herinrichting Vestdijk Resultaten Fase 1: Informeren, verzamelen wensen & meningen

D i e n s t v e r l e n i n g s d o c u m e n t

Wat zijn de specifieke omstandigheden van deze locatie waar, bij inpassing van de voorziening, rekening mee gehouden moet worden?

Projectaanvraag Versterking sociale infrastructuur t.b.v. burgerkracht in Fryslân

Beslissingsondersteunende instrumenten. Criteria September 2015 Stichting Kwaliteit in Basis GGZ

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland

Biontica Workshop Zelfredzaamheid & Zelfsturing

Tussenrapportage: plan van aanpak raadsenquête grondexploitatie Duivenvoordecorridor.

De gastouder schept een vertrouwde en familiare opvang omgeving voor het gastkind

CQI Poliklinische ziekenhuis 2011

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli In opdracht van Raad van State

Informatiebrief over deelname aan het onderzoek Food2Learn

Rollenspel Jezus redt

Handleiding Handleiding Communicatie voor. Promotoren. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling VLAANDEREN

Matching Needs and Services (MNS) Leonieke Boendermaker /NIZW Jeugd

o o o BIJLAGE PEDAGOGISCHE VISIE A. Gedragsindicatoren personeel in relatie tot leerlingen (vice versa)

De Ultieme Sollicitatie Gids.

Verandertrajecten voor individuele medewerkers

Handleiding. Het opstellen van een diaconaal beleidsplan

CMD EVALUATIE STAGEBEDRIJVEN 2014

Bij leefbaarheid gaat het er om hoe mensen hun omgeving ervaren en beoordelen.

Pestprotocol Cazemierschool 2012

Samenvatting. Evaluatierapport Buurt in Actie December

Informatie voor scholen

Jong & Natuur. Een onderzoek naar de interesse en betrokkenheid van jongeren bij natuur- en milieuorganisaties

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

bijlage 1 (voor het steekproefsgewijs verzamelen van borstvoedingscijfers)

Godsdienstige stellingname collega

Vergaderen Informatieblad (VP) IEV1 Bladzijde 1 van 7. Vergaderen

Quickscan Jeugd en Alcohol in Zeeland. dd 1 maart 2009

Kolom A Kolom B Kolom C Kolom D 1 Je wilt leren zeilen. Wat doe je? Ik stap direct in de boot en ik probeer te zeilen.

Intervisiemethodes. In andermans schoenen methode. Incidentenmethode. Kernmodel intervisiemethode. Roddelmethode. Leren van elkaars succes methode

Hoe kan uw overheidsorganisatie professionalisering en verduurzaming van het inkoopproces bewerkstelligen

Programma Welzijn en Zorg. Nieuwe Zorg en Domotica

Verbanden 3. Doelgroep Verbanden 3. Omschrijving Verbanden 3

re-integratie jobcaoching praktijkleerwerktraject De Pastorie diverse branches social return

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken

BEGELEIDING LEERLINGEN MET DYSCALCULIE

1. Opstellen van de enquête

Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie voorjaar 2015

Beweeg Mee! De gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) 1 in de collectieve verzekering voor de minima van de gemeente Den Haag

Ekelmans & Meijer Advocaten (Rechten)

Gedragsprotocol Samenwerkingsschool Balans. Wat is het gedragsprotocol? Uitgangspunt. Pesten of plagen?

Kenneth Smit Consulting -1-

Producten en prijzen 2012

5.2.1 Jezelf losmaken uit overtuigingen

Vrijwilligersbeleid voetbalvereniging N.B.S.V.V.

Transcriptie:

Jngeren, vrijetijdsbesteding en alchl in de gemeente Hardenberg Evelien Kbus, S1032218 Hgeschl Windesheim Suzanne Meines, S1001839 Pedaggiek VT Rianne van Rikxrt, S1032159 Zwlle, mei 2011 1

Alchl & pveding Auteurs: Evelien Kbus Suzanne Meines Rianne van Rikxrt Opdrachtgever: Lectraat verslavingspreventie Windesheim, Zwlle Rb Bvens Afstudeerbegeleiders: Cilly Litamahuputty Rb Bvens Hgeschl Windesheim Zwlle Ontwikkelingsstimulering Pedaggiek VT Mei 2011 2

Samenvatting Sinds 1 januari 2010 is het lectraat Verslavingspreventie, nderdeel van Christelijke Hgeschl Windesheim, actief p het gebied van nderzek den ten beheve van kennisverbreding binnen de hgeschl. Rb Bvens leidt dit lectraat binnen het Kenniscentrum Gezndheid en Welzijn. De gemeente Hardenberg heeft in het kader van het reginale alchlmatigingsbeleid IJsselland, beslten m de interventie Smartcnnectin p te nemen in het interventieaanbd. Smartcnnectin richt zich p jngeren die niet tt weinig alchl drinken. Om deze interventie z effectief mgelijk te kunnen implementeren binnen deze specifieke regi, is vrkennis met betrekking tt de begde delgrep ndzakelijk. Het lectraat Verslavingspreventie is gevraagd m deze kennis te vergaren. Drie studenten van Hgeschl Windesheim hebben dit nderzek uitgeverd ten beheve van hun afstuderen. De nderzeksvraag luidt: Wat is het drinkgedrag, uitgavenpatrn en huding ten aanzien van alchlgebruik van jngeren in de leeftijd van 15 t/m 17 jaar uit de gemeente Hardenberg en wat betekent dit vr de implementatie van de interventie Smartcnnectin in de gemeente Hardenberg? Dr middel van het afnemen van digitale enquêtes is er een prfielschets pgemaakt van de geselecteerde delgrep. De uitkmsten van de resultaten van het nderzek wrden weergegeven in de vrm van een factsheet. Deze geeft beknpt de resultaten van de enquête weer. Daarnaast is aan de hand van de bevindingen die vrtgekmen zijn uit deze resultaten, een aantal aanbevelingen gefrmuleerd ten aanzien van de implementatie van Smartcnnectin in Hardenberg. Vrafgaand aan het praktijknderzek zijn drie literatuurstudies gedaan. Deze studies fungeren als theretisch kader. Z is er nderzcht p welke wijze er binnen Smartcnnectin gebruik gemaakt wrdt van mtivatie en gedragsverandering bij mensen, wat de psitieve en negatieve effecten zijn van het psitief belnen nder jngeren en welke culturele aspecten van invled kunnen zijn p de implementatie en daarmee het succes van Smartcnnectin binnen de gemeente Hardenberg. Het praktijknderzek bestaat uit de afname van een digitale enquête nder de jngeren. De gemeente Hardenberg heeft hiervr een selectie gemaakt van een aantal schlen binnen de gemeente. In ttaal hebben 240 jngeren uit verschillende klassen van verschillende niveaus (van Praktijknderwijs tt VWO), binnen het vrtgezet nderwijs de enquêtevragen beantwrd. Daarnaast is k het MBOniveau meegenmen in de enquête. De reden hierachter is dat er veel studenten p het MBO zitten die tevens binnen de leeftijdscategrie van het nderzek vallen. De uitkmsten van de enquête lieten vral zien dat alchl(gebruik) ppulair is nder de Hardenbergse jeugd. Van de jngeren die alchl drinken, ligt het gemiddelde p 6,8 glazen per dag/avnd. Er wrdt dr jngens meer gedrnken dan dr jngens. Bij de jngens gaat het m een gemiddelde van 9.3 glazen per avnd, en bij de meisjes is dit gemiddeld 5.2 glazen per avnd. Zwel het gemiddeld aantal glazen dat jngens en meisjes zeggen te drinken, liggen bven de bingenrm. Met bingedrinken bedelt men het drinken van minstens 5 glazen alchl bij een drinkgelegenheid (www.alchlinf.nl). 3

Het drankgebruik bij bezekers van keten en hkken kmt zelfs uit p een hger aantal glazen alchl per dag/avnd. Ok hier is er een verschil in het aantal glazen dat jngens en meisjes drinken. Jngens drinken hier gemiddeld 9.3 glazen en meisjes gemiddeld 5.2. Tch geven de meeste jngeren aan zich geen zrgen te maken m hun eigen drinkgedrag. De resultaten vertellen ns dat de mgeving waarin de jngeren alchl drinken, de disctheek, het café,bij vrienden en thuis zijn. Buitenshuis wrdt er het meeste alchl gedrnken. De disctheek en de kreg wrden het vaakst genemd als mgeving waar zij het meeste alchl drinken (dr 38% van de jngeren). Tch wrdt er vlgens 29% van de jngeren thuis en bij vrienden alchl gedrnken. Het thuisgebruik is daarm tch substantieel te nemen. Op basis van de uitkmsten van het nderzek is er een factsheet geschreven en wrden er aanbevelingen gegeven met betrekking tt de implementatie van Smartcnnectin. Deze aanbevelingen zijn nder verschillende dmeinen te plaatsen. Z blijkt in de eerste plaats het inzetten p kennisuitbreiding bij deze jngeren en hun uders, rndm de schadelijke effecten van alchlgebruik van belang te zijn. Uit de resultaten blijkt dat 73% van de jngeren denkt dat hun uders wel degelijk invled hebben p hun eigen besluit m wel f niet alchl te gaan drinken. Hieruit kan men pmaken dat alchlpreventie gericht p uders van wezenlijk belang is m alchlpreventie en daarmee Smartcnnectin bij de Hardenbergse jngeren tt een succes te kunnen brengen. Ok zijn er aanbevelingen gedaan p het gebied van de mgeving waarin Hardenbergse jngeren drinken, bijvrbeeld dr het aanbieden van alternatieven in de vrm van alchlvrije drankjes in de meest bezchte disctheken. Tevens blijkt het in het kader van belnen van ged gedrag zinvl m aandacht te besteden p het gebied van ntwikkelen van intrinsieke mtivatie m weinig tt geen alchl te (gaan) drinken. De kans dat dit zal leiden tt een attitude en/f gedragsverandering, neemt hierdr aanzienlijk te. 4

Vrwrd Vr u ligt het nderzeksrapprt dat vrtgekmen is uit het nderzek dat wij hebben gedaan in het kader van de minr Ontwikkelingsstimulering. Wij zijn ntzettend trts p het uiteindelijke resultaat. Bijna vier maanden lang hebben wij ns hard ingezet m tt dit resultaat te kmen. Naar ns idee is nze inzet belnd drdat wij ng meer kennis en ervaring p hebben gedaan in het uitveren van nderzeken; z hebben wij zelf een enquête pgesteld, hebben deze zelfstandig afgenmen en hebben daarnaast zelf een data-analyse uitgeverd en aanbevelingen gegeven. Dit nderzek is tt stand gekmen dr de medewerking van een aantal persnen. Hierbij willen wij Rb Bvens, Geeske Rs, en Cilly Litamahuputty daarm k hartelijk bedanken vr de begeleiding en ndersteuning die zij ns hebben gegeven. Daarnaast willen wij nze dank betuigen aan de schlen die hun medewerking hebben verleend bij het afnemen van de enquêtes en ns steeds weer met enthusiasme hebben ntvangen. Wij wensen u veel leesplezier te. Suzanne Meines, Rianne van Rikxrt en Evelien Kbus Zwlle, mei 2011 5

6

Inhudspgave Samenvatting... 3 Vrwrd... 5 Inhudspgave... 7 Inleiding... 9 1. Prbleemanalyse... 11 1.1 Delstelling... 11 1.2 Prbleemstelling... 11 1.3 Operatinalisatie begrippen... 12 2. Opzet en uitvering... 13 2.1 Onderzekstypen... 13 2.2 Onderzeksmethde... 14 2.3 Onderzeksppulatie... 15 3. Op welke wijze maakt Smartcnnectin gebruik van mtivatie en gedragsverandering?... 17 4. Wat zijn de psitieve en negatieve effecten van het psitief belnen nder jngeren en in welke mate kan dit het gewenste del bereiken?... 33 5. Welke culturele aspecten kunnen invled hebben p de implementatie en het succes van Smartcnnectin in Hardenberg?... 43 6. Onderzeksresultaten... 57 7. Cnclusies... 69 8. Factsheet nderzek jngeren gemeente Hardenberg... 77 9. Aanbevelingen... 81 10. Brnvermelding... 83 Bijlagen: - Inleidende brief p de enquête - Vragenlijst jngeren Hardenberg - Onderzeksresultaten 7

- 8

Inleiding Bekend is dat alchlgebruik in nze maatschappij, k nder jngeren, breed geaccepteerd is. Kinderen greien steeds meer in een mgeving p waarin zij dagelijks met alchl gecnfrnteerd wrden. In september 2009 is dr de gemeente Hardenberg een aanvraag vr aanvullende subsidie ingediend bij het prgramma Geznde Slagkracht van ZnMw. De aanvraag betrf het prject Fris ver Drank, een integrale aanpak waarbij dr betrkkenheid van alle relevante partijen getracht wrdt het alchlgebruik van jngeren nder de 16 jaar terug te dringen en dat van 16-plussers te den verminderen. Het prject is dr de gemeente in 2008 gestart, is in 2009 als meerjarige campagne drntwikkeld en wrdt dr de gemeente Hardenberg gefinancierd. Deelname aan het reginale alchlmatigingsbeleid Minder drank meer scren (verder: MDMS) waarbrgt dat interventies in reginale samenhang wrden uitgeverd en gemnitrd. In dit nderzek staat de interventie Smartcnnectin centraal. De gemeente heeft Christelijke Hgeschl Windesheim gevraagd een evaluatieplan p te stellen. Rb Bvens, werkzaam als lectr van het lectraat Verslavingspreventie aan de Christelijke Hgeschl Windesheim te Zwlle is gevraagd m dit nderzek aan te sturen. Eén van de dr hem vrgestelde acties betrf het den van een nderzek nder de jngeren die in de delgrep van Smartcnnectin vallen. De gemeente heeft dit vrstel vergenmen en beslten een nderzekspdracht te verstrekken aan het lectraat Verslavingspreventie binnen Windesheim. Binnen het nderzek is er getracht antwrd te geven p de vlgende centrale vraagstelling: Wat is het drinkgedrag, uitgavenpatrn en huding ten aanzien van alchlgebruik van jngeren in de leeftijd van 15 t/m 17 jaar uit de gemeente Hardenberg en wat betekent dit vr de implementatie van de interventie Smartcnnectin in de gemeente Hardenberg? Op deze centrale vraagstelling zal antwrd wrden gegeven met behulp van gefrmuleerde deelvragen. Hierbij wrdt nderscheid gemaakt tussen deelvragen waarp vanuit een literatuurstudie antwrd gegeven zal wrden en deelvragen die vanuit het veldnderzek beantwrd zullen wrden. De deelvragen vr het literatuurnderzek zijn als vlgt gefrmuleerd: Op welke wijze maakt Smartcnnectin gebruik van mtivatie en gedragsverandering? Wat zijn de psitieve en negatieve effecten van het psitief belnen van jngeren en in welke mate kan dit het gewenste del bereiken? Welke culturele aspecten kunnen van invled zijn p de implementatie en daarmee het succes van Smartcnnectin binnen de gemeente Hardenberg? Deelvragen die vanuit het veldnderzek beantwrdt zullen wrden richten zich p de dmeinen: vrije tijd, alchlgebruik, invled mgeving, uitgavenpatrn, uitgaanspatrn, veranderingsbereidheid en passende belningen. Vervlgens richt het nderzek zich p het frmuleren van aanbevelingen ten beheve van de gemeente Hardenberg en het implementeren van de interventie Smartcnnectin. Deze aanbevelingen kan de gemeente Hardenberg benutten ter ndersteuning als het gaat m het stellen van verdere maatregelen p het gebied van alchlpreventie nder de jeugd. Met de resultaten van dit nderzek wrden er handvatten aangereikt m de interventie Smartcnnectin z efficiënt mgelijk in te zetten. 9

In het eerste hfdstuk van dit nderzeksrapprt wrdt de centrale vraagstelling nader bekeken. Vervlgens zal de pzet en uitvering van het nderzek in het tweede hfdstuk wrden tegelicht. In hfdstukken 3 t/m 5 wrden de bevindingen uit het literatuurnderzek uitgebreid gerapprteerd. In het zesde hfdstuk wrden de bevindingen vanuit het praktijknderzek beschreven en wrden deze nader geanalyseerd aan de hand van de theretische nderbuwingen. Vervlgens wrden de belangrijkste bevindingen weergegeven in hfdstuk 7. Daarna wrdt een factsheet weergegeven met daarin beknpt de resultaten van de afgenmen enquête. Tt slt zullen er vanuit de resultaten en cnclusies enkele aanbevelingen wrden gefrmuleerd met betrekking tt de implementatie van de interventie Smartcnnectin binnen de gemeente Hardenberg. 10

1. Prbleemanalyse 1.1 Delstelling De gegevens die vrtkmen uit het beantwrden van de prbleemstelling, zullen gebruikt wrden m de gemeente Hardenberg van aanbevelingen te vrzien. Dit ten aanzien van de implementatie van de interventie Smartcnnectin. Deze aanbevelingen kan de gemeente Hardenberg gebruiken m inzicht te krijgen in de delgrep en z hun interventie kracht bij te zetten, pdat de jngeren gestimuleerd wrden m een verantwrd alchlgebruik eigen te maken. 1.2 Prbleemstelling Hfdvraag Wat zijn het drinkgedrag, uitgavenpatrn en huding ten aanzien van alchlgebruik van jngeren in de leeftijd van 15 t/m 17 jaar uit de gemeente Hardenberg en wat betekent dit vr de implementatie van de interventie Smartcnnectin in de gemeente Hardenberg? Deelvragen literatuur 1. Wat zijn de psitieve en negatieve effecten van het psitief belnen nder jngeren en in welke mate kan dit het gewenste del bereiken? 2. Op welke wijze maakt Smartcnnectin gebruik van mtivatie en gedragsverandering? 3. Welke culturele aspecten kunnen invled hebben p de implementatie en het succes van Smartcnnectin in Hardenberg? Deelvragen praktijk 1. Waar brengen jngeren gezamenlijk hun vrije tijd dr, heveel tijd en he vaak? 2. Wat drinken zij daar (per gelegenheid en per mment) en heveel? 3. Wie f wat, en in welke mate bepaalt wat jngeren drinken (de grep, de gangmaker, de cultuur, de jngere zelf)? 4. He ziet het uitgavenpatrn van de jngere eruit? 5. Is de jngere bereid zijn drinkheveelheid en drinkpatrn aan te passen in ruil vr belningen? 6. Wat zuden passende belningen kunnen zijn? 7. Welke aanbevelingen kunnen wrden gedaan p basis van de uitkmsten van de vragenlijst aan de gemeente Hardenberg? 11

1.3 Operatinalisatie begrippen Verantwrd drinken: Onder geznde drinkers verstaan we jngens die maximaal 2 keer in de week en niet drdeweeks 2 glazen p een dag/avnd drinken. Bij meisjes gaat het hier m maximaal 2 weekenddagen 1 glas per dag/avnd. (zie www.alchlinf.nl) Beheftepeiling: Inzicht krijgen in de delgrep p nder andere de vlgende gebieden: Wat is het uitgavenpatrn, de psitie van de keten en hkken, indrinkgelegenheden, uitgaansgelegenheden, rlmdellen en interessegebieden. In principe gaat het hier m een srt van nulmeting. Er is echter gekzen vr de tepassing van het begrip beheftepeiling. Peeractiviteiten en peers: Er wrdt binnen Smartcnnectin gestreefd naar het prichten van een kerngrep, waarbij peeractiviteiten centraal staan. In het prjectplan wrdt dit als vlgt mschreven; Er wrdt een kerngrep ingericht die heel bepalend is vr het prject. Dit zijn jngeren (ngeveer 10) die structureel bij het prject betrkken zijn. Ze krijgen schling in cmmunicatie, verdragen van kennis, in het prfessineel mixen van (alchlvrije) drankjes. Alles wat zij leren, geven zij p hun beurt dr aan de jngeren in de deelnemende gemeenten die als peer wrden ingezet. In het prjectplan wrdt dit als vlgt mschreven; Er wrdt een kerngrep ingericht die heel bepalend is vr het prject. Dit zijn jngeren (ngeveer 10) die structureel bij het prject betrkken zijn. Ze krijgen schling in cmmunicatie, verdragen van kennis, in het prfessineel mixen van (alchlvrije) drankjes. Alles wat zij leren, geven zij p hun beurt dr aan de jngeren in de deelnemende gemeenten die als peer wrden ingezet. 12

2. Opzet en uitvering 2.1 Onderzekstypen Het uitgeverde nderzek bestaat uit een kwantitatief nderzek in de vrm van een surveynderzek waarbij er dr ns een schriftelijke vragenlijst p het internet is afgenmen bij de jngeren en een kwalitatief nderzek waarbij er drie literatuurstudies zijn uitgeverd. Alvrens deze methdes te te lichten zal er eerst uitgelegd wrden wat de kenmerken zijn van de diverse nderzeksmethdes. (Brn: Nel Verheven, Wat is nderzek,2007) Kwantitatief nderzek Kwantitatief nderzek kenmerkt zich vrnamelijk dr het verzamelen van cijfermatige (numerieke) gegevens. Deze gegevens wrden vervlgens in een bestand verwerkt en met behulp van statistische technieken geanalyseerd. Dit wrdt een kwantitatieve analyse genemd. Surveynderzek De vrm van kwantitatief nderzek die binnen dit nderzek is gehanteerd, wrdt surveynderzek genemd. Dit is de meest gebruikte methde m meningen, pinies, hudingen en kennis bij grte grepen te meten. Het surveynderzek is een gestructureerde dataverzamelingsmethde waarbij de vraagstelling van tevren vaststaat en de respndent een aantal antwrdmgelijkheden krijgt waaruit gekzen kan wrden. Het aantal pen vragen is beperkt binnen het surveynderzek. De vragenlijst wrdt schriftelijk f via het internet ingevuld. Ok geeft het surveynderzek de mgelijkheid m niet alleen beschrijvende, maar k verklarende antwrden te geven p nderzeksvragen. Nadeel van het surveynderzek is, dat er niet kan wrden nagegaan binnen welke cntext een bepaald antwrd gegeven is. Het mtief van de respndent m een bepaald antwrd te geven, blijft dus nbekend vr de nderzeker(s). Kwalitatief nderzek Kwalitatief nderzek nderscheidt zich van kwantitatief nderzek drdat het niet p numerieke gegevens is gebaseerd. Het legt de nadruk p de beleving van de nderzchte en er wrdt ingegaan p de achtergrnden van de verzamelde gegevens. Kwalitatief nderzek is interpretatief van aard en is vaak erg intensief. Literatuurnderzek Literatuurnderzek is ver het algemeen een vast nderdeel van de pzet van een nderzek. Het vindt plaats p elk niveau en kan verschillende rllen spelen binnen een nderzek. Z kan het dienen als achtergrndinfrmatie, ter riëntatie f als theretische nderbuwing. Binnen het nderzek heeft de literatuurstudie alle genemde rllen vervuld, maar het heeft vral gediend als riëntatie en theretische nderbuwing vr het beantwrden van de nderzeksvragen. 13

2.2 Onderzeksmethde Onderzekstype Dit nderzek kan het best getypeerd wrden als surveynderzek. Kenmerkend vr dit type nderzek is het meten van meningen, pinies, hudingen en kennis nder grte grepen mensen. Het nderzek bestaat uit een gestructureerde dataverzamelingsmethde. De vraagstelling stnd van tevren vast, en de Hardenbergse jngeren hadden de keuze uit een beperkt aantal antwrdmgelijkheden die werden gegeven. Het aantal pen vragen is tt een minimum beperkt. De antwrden van de jngeren vrmen de basis vr de dataset, in de vrm van een kwantitatieve analyse. Dataverzamelingstechnieken Binnen dit nderzek is er gebruik gemaakt van twee verschillende databrnnen. Als eerste is er een literatuurnderzek gedaan. Deze richtte zich p drie verschillende terreinen, en diende als theretische nderbuwing vr het nderzeksntwerp. Vervlgens is er een praktijknderzek gedaan. Er is gekzen m data vanuit het praktijknderzek te verzamelen middels het afnemen van een digitale enquête (www.thesistls.nl/jngerenhardenberg). Er zijn middels deze verzameltechniek in ttaal 240 jngeren bereikt in de leeftijd 15 t/m 17 jaar. De vlgende schlen hebben hun medewerking verleend ten beheve van dit nderzeksnderdeel; - De Grene Welle (ROC) - Vechtdal Cllege (HAVO/VWO) - De Zeven Linden (VMBO) - De Nieuwe Veste (HAVO) - De Heksteen (Praktijknderwijs) Digitale enquête Deze bevat als eerste een beschrijving van de aanleiding van het nderzek. De vragenlijst bevat in ttaal 36 vragen ver het drankgebruik van de jngeren, hun vrijetijdsbesteding, hun uitgavenpatrn, uitgaanspatrn, invleden p het eigen alchlgebruik vanuit de mgeving, veranderingsbereidheid van de jngeren ten aanzien van het eigen drinkgedrag en passende belningen vr verantwrd drinkgedrag. Ok is de jngeren gevraagd f zij eventueel benaderd mgen wrden vr deelname aan een grepsgesprek. Jngeren die dit ingevuld hebben en blijken te behren tt de delgrep die men tracht te bereiken met Smartcnnectin, zullen begin juni benaderd wrden m deel te nemen aan de fcusgesprekken. De analyse van deze grepsgesprekken is een aanvulling p de verkregen infrmatie vanuit literatuur en praktijknderzek. Data analyse De resultaten van de afgenmen enquêtes zijn verwerkt in het prgramma Micrsft Excel 2007. Dit databestand is een aantal malen gecntrleerd en pgeschnd. Vervlgens zijn er met behulp van Excel tabellen en grafieken gemaakt, m z de resultaten helder en verzichtelijk weer te kunnen geven. Vervlgens zijn de resultaten geanalyseerd m hier cnclusies uit te kunnen trekken. Enkele kruisvergelijkingen zijn gemaakt m verbanden aan te tnen. 14

Betruwbaarheid en validiteit Om de nderzeksresultaten z betruwbaar mgelijk te maken, is geprbeerd m een z grt mgelijke grep jngeren van verschillende nderwijsniveaus te bereiken. Hardenberg heeft naar schatting tussen de 1200 en 1500 jngeren in de leeftijdsklasse van 15 tt 17 jaar, de levensfase waarin de meeste jngeren serieus beginnen uit te gaan. Het streven was een afname van de enquête bij ngeveer 20% en bij minimaal twee klassen per nderwijstype. Uiteindelijk gaat het m een ttaal van 13 klassen 240 bruikbare enquêtes gerealiseerd, ged verdeeld ver de diverse nderwijstypen. Gezien er gestreefd werd naar een aantal van 300, is dat een gede respns van 80%. Dit draagt bij aan een hgere betruwbaarheid en validiteit van dit nderzek, hebben de nderzekers de enquêtes z zrgvuldig mgelijk samengesteld, zdat het geven van een sciaal wenselijk antwrd dr de jngeren zveel mgelijk vrkmen zu wrden. Ok is er in het kader van de vraagstelling gelet p afstemming van taalgebruik en vraagstelling p de delgrep. Ter nderbuwing van het nderzek is er tensltte k gebruik gemaakt van een theretisch kader. Dit maakt de betruwbaarheid van het nderzek aannemelijker. 2.3 Onderzeksppulatie Er zal een beschrijving en verantwrding weergegeven wrden van de keuzes die gemaakt zijn mtrent het vaststellen van de nderzeksppulatie. Onderzekseenheid Een nderzekseenheid is het aantal persnen f bjecten waarver het nderzek wrdt gehuden, fwel de delgrep van het nderzek. Dit nderzek is vr de gemeente Hardenberg, gerganiseerd vanuit het Lectraat Verslavingspreventie Windesheim in samenwerking met Tactus Verslavingszrg. Het nderzek is gericht p jngeren in de leeftijd van 15 t/m 17 jaar uit de gemeente Hardenberg. Ppulatiegrtte en respns De deelnemers binnen dit nderzek zijn jngeren uit de gemeente Hardenberg die p dit mment, mei 2011, in de leeftijd zijn van 15 t/m 17 jaar. De ppulatie bestaat dus uit alle jngeren in de leeftijd van 15 t/m 17 jaar uit de gemeente Hardenberg. Drdat de ppulatie erg grt is (zals gezegd tussen de 1200 en 1500 jngeren), dient er een steekpref getrkken te wrden. Er is een steekpref getrkken nder de schlen in de gemeente Hardenberg. Het aantal jngeren is als vlgt tt stand gekmen: m vldende antwrd te kunnen geven p de nderzeksvragen zijn ngeveer 240 tt 300 (20% van de ttale ppulatie) vlledig ingevulde vragenlijsten ndig. In een klas zitten ngeveer 25 jngeren. Daarm is ervr gekzen m nder 12 klassen de enquêtes uit te laten veren. Op het Vrtgezet Onderwijs zijn zes niveaus te nderscheiden en m van alle niveaus een ged beeld te krijgen is ervr gekzen m van elk niveau twee klassen te nemen. Er zijn twee klassen van het praktijknderwijs, twee klassen van Kader, twee klassen van de Theretische Leerweg, twee klassen van het MBO, twee klassen van de HAVO en drie klassen van het VWO uitgekzen. De pdrachtgever, gemeente Hardenberg, heeft de schlen benaderd en hen een telichtende brief gestuurd. Uiteindelijk bleek het gemiddeld aantal (aanwezige) jngeren per klas lager te liggen dan de verwachte 25, waardr de uiteindelijke respns ligt p 240 enquêtes. 15

16

3. Op welke wijze maakt Smartcnnectin gebruik van mtivatie en gedragsverandering? Dr Suzanne Meines Inleiding Het verrichte nderzek heeft betrekking p de interventie Smartcnnectin. Krtgezegd hudt deze interventie in dat men het alchlgebruik nder jngeren wil vrkmen c.q. wil uitstellen. Dit wil men bereiken dr belningen uit te reiken aan jngeren die verantwrd drinken. Men verwacht de jngeren p deze manier te mtiveren m zich een verantwrd drinkpatrn eigen te maken. Dit alles heeft bijgedragen aan de keuze vr deze literatuurstudie. Een belangrijk nderdeel van Smartcnnectin is namelijk m jngeren te mtiveren middels belningen. Maar bij welke therie ver mtivatie en gedragsverandering sluit deze interventie aan? Dat is uitgezcht in deze literatuurstudie. Z is er gekeken naar het begrip mtivatie en wat dit nu eigenlijk betekent. Vervlgens wrdt er een aantal verschillende mtivatietherieën uitgelegd m erachter te kmen he er dr diverse theretici gedacht wrdt ver mtivatie. Ok wrden er enkele mdellen vr gedragsverandering beschreven en wrdt een mdel beschreven met determinanten vr alchlgebruik. In het laatste nderdeel van dit hfdstuk, zullen de mtivatietherieën, de mdellen van gedragsverandering en het determinantenmdel vergeleken wrden met de interventie Smartcnnectin en zal aangegeven wrden bij welke therie, dan wel mdel Smartcnnectin het beste aansluit. 3.1 Mtivatie I Wat is mtivatie? Wanneer men p het internet zekt naar de definitie van het begrip mtivatie, dan kmen er allerlei mschrijvingen naar vren. Tch blijken deze ngal eens ver uit elkaar te liggen. Z wrdt mtivatie p de internetsite Encycl mschreven als: Bereidheid tt het verrichten van een bepaald gedrag. Mtivatie is een inwendige factr. Maar daarnaast beschrijft deze site het begrip k als de bereidheid van medewerkers m zich in te zetten vr de realisatie van vrpgestelde delstellingen. Er kan dus gesteld wrden dat de definitie afhankelijk is van het referentiekader van waaruit gekeken wrdt. In het kader van deze literatuurstudie is er vr gekzen de beschrijving van het bek Psychlgie aan te huden (Heuvelman, Gutteling, Dssaert 2004). De schrijvers geven niet zzeer een definitie van het begrip mtivatie, maar geven aan dat mtivatie gezien kan wrden als datgene wat mensen in beweging brengt. Deze mschrijving gebruiken zij, mdat het begrip afstamt van het Latijnse mvere wat bewegen betekent. In het bek Mtivatie, een sciaalpsychlgische benadering (Geen, 1995) wrdt beschreven dat we alleen maar heven te kijken naar mensen in hun gewne den en laten m te begrijpen wat er nder mtivatie verstaan wrdt. Hierbij wrdt er nderscheid gemaakt tussen drie basisdimensies die ten grndslag liggen aan mtivatie. Deze basisdimensies zijn rsprng, intensiteit en duurzaamheid van gedrag. Hiermee wrdt bedeld dat het begrip mtivatie verwijst naar de initiatie, de 17

intensiteit en de standvastigheid van gedrag. Als een student bijvrbeeld ndanks grte drukte in het studieprgramma het tch vl blijft huden, dan nemt men die persn gemtiveerd. Er is dan sprake van mtivatie als duurzaamheid. Daarnaast is het van belang m te weten dat mtivatie vral plaatsvindt in sciale situaties. Dit hudt niet in dat er alleen sprake kan zijn van mtivatie wanneer iemand zich binnen een grep bevindt. Ok als iemand zich isleert van een grep f zich er tegen afzet, zullen de achterliggende mtieven en handelingen van die persn sciaal van aard zijn (Geen, 1995). II Intrinsieke & Extrinsieke mtivatie Wanneer men ver mtivatie spreekt, dan kmen al gauw de begrippen intrinsiekeen extrinsieke mtivatie naar vren. Het betreft hier niet zzeer een therie, maar deze termen wrden dusdanig vaak genemd in de mtivatieliteratuur dat het van belang is te weten wat deze begrippen betekenen en inhuden, alvrens de verige therieën ver mtivatie te beschrijven. Op de website www.mtivatieprblemenpschl.nl wrdt duidelijk uitgelegd wat intrinsieke- en extrinsieke mtivatie is: Intrinsieke mtivatie is mtivatie m activiteiten te verrichten, mdat de activiteit p zich aanspreekt. Men is daarbij geïnteresseerd in de taak. Extrinsieke mtivatie daarentegen is mtivatie m iets te den mdat de uitkmst gewenst is. Z kan men gemtiveerd zijn m te leren, mdat er een belning tegenver staat zals het behalen van een diplma, een cmpliment van een belangrijke naaste, f een hg cijfer. Daarnaast wrdt beschreven dat deze twee vrmen van mtivatie k samen kunnen gaan. Z kan een kind een pdracht leuk vinden en daarnaast k ng een ged cijfer behalen. 3.2 Mtivatietherieën Mtivatie zet aan tt gedrag, geeft er richting aan, en is k verantwrdelijk vr het beëindigen van gedrag (Heuvelman et al. 2004, blz. 87). Dit zrgt ervr dat een begrip als mtivatie ns kan helpen m niet alleen het menselijk gedrag te beschrijven, maar k te verklaren. Dit is dan k het uitgangspunt van de meeste mtivatietherieën. Zij trachten te verklaren waarm mensen zich p een bepaalde manier gedragen (Heuvelman et al. 2004). In deze paragraaf zal aandacht wrden besteed aan enkele therieën die vanuit de psychlgie ntstaan zijn en ns daarmee inzicht verschaffen in de manieren waarp mtivatie een rl speelt bij mensen. I Maslw s beheftenpiramide Een van de meest vrkmende en bekende therieën ver mtivatie is die van Maslw. De ervaring leert dat men bij wijze ng geen bek kan penslaan ver mtivatie, f de therie van Maslw kmt er wel in vr. Maslw publiceerde zijn therie in 1943 in Thery f human behaviur. Hij stelt in zijn therie dat er een hiërarchie van basisbeheften bestaat. Er met daarbij eerst aan de lagere basisbeheften vldaan zijn, vrdat de hgere beheften vervuld kunnen wrden. De lagere basisbeheften zijn vral fysilgisch van aard, zals in nderstaande afbeelding k is terug te vinden. Dit zijn basisbeheften zals eten, drinken, slapen en dergelijke. Ttdat hier aan vldaan is, zijn de hger liggende beheften niet relevant vlgens zijn therie. Orsprnkelijk bestnd de 18

beheftenpiramide uit vijf behefteniveaus, maar Maslw heeft hier later ng een zesde niveau aan tegevegd (Franzen, 2004). Het nderste niveau tt en met het niveau van aanziensbeheften ( Achting en waardering, zie figuur 1.) nemde Maslw deficiëntiebeheften. Hier wrdt nder verstaan dat dit beheftes zijn die fysieke en psychlgische verleving mgelijk maken. De niveaus bven Achting en waardering rekende Maslw tt de greibeheften. Hiernder verstnd hij de drang naar actualisatie van de aanwezige ptentie (Franzen, 2004). Figuur 1: Beheftepiramide van Maslw (Brn: http://www.thesilvermuntain.nl/blg/tag/maslw) II Murray en de Need Thery (Beheftetherie) van McClelland Sinds de publicatie van Explratins in Persnality (1938), het inmiddels klassieke werk van Henry Murray, bestaat er een nauwe relatie tussen de mtivatie- en de persnlijkheidstherie (Geen, 1995 blz. 134). De reden hiervr is dat Murray persnlijkheid definieerde in dispsities, die uit een aantal aangeleerde en aangebren beheften bestaan. Vlgens Murray zrgen deze beheften vr individuele verschillen tussen mensen (Geen, 1995). Ok vnd Murray dat veel beheften van mensen niet bewust zijn. Daarmee bedelde hij echter niet dat deze dan per definitie nbewust zijn. Hij wilde hiermee aangeven dat veel van het gedrag van mensen plaatsvindt znder dat ze daar veel stil bij staan. Geen (1995) beschrijft dit in zijn bek met de term gedachtels gedrag. Murray heeft een test ntwikkeld m niet-bewuste tendensen te meten: de Thematische Apperceptietest (TAT) (Geen, 1995). 19

De dr Murray beschreven beheften wrden ver het algemeen niet meer bestudeerd, maar er zijn een aantal beheften die de tand des tijds wel verleefd hebben. Dit zijn de behefte aan prestatie, affiliatie en dminantie. De behefte aan dminantie wrdt k wel de behefte aan macht genemd (Geen, 1995). Deze beheften kmen namelijk vr in de beheftetherie van McClelland die we in de nu vlgende paragraaf van naderbij zullen bekijken. McClelland: David McClelland en zijn cllega s hebben de mtivatie p dezelfde wijze benaderd als Henry Murray. Echter, zij wilden vrnamelijk het ntstaan van beheften verklaren. Net als Murray gebruikte McClelland k een TAT-achtige methde. Hij en zijn cllega s gingen hier echter verder in dan Murray drdat zij hun werk nderbrachten in een algemene mtivatietherie (Geen, 1995). McClelland legde de nadruk p de relatie tussen de beheften en het gedrag van mensen. Hij ging er vanuit dat individuen gemtiveerd wrden dr de mgelijkheid hun eigen cmpetentie, grei en ntwikkeling te vergrten (Verhaege, 2003). Daarnaast vernderstelde hij dat beheften vrtkmen uit gecnditineerde f aangeleerde gevelens (Geen, 1995). In het bek Mtivatie, een sciaal psychlgische benadering (Geen, 1995) wrdt het vrbeeld gegeven van een meisje dat vr de eerste keer een ptreden geeft met haar pian. Zij wrdt vervlgens geprezen dr haar uders, mdat ze z prachtig gespeeld heeft. De therie van McClelland vernderstelt dat aan het ptreden gekppelde stimuli wrden geasscieerd met de tename van psitieve gevelens die het meisje ervaart. Bij de vlgende gelegenheid zal de gedachte aan het ptreden als een signaal functineren en een tename van psitieve gevelens teweegbrengen. Het meisje zal daardr met zelfvertruwen naar het vlgende ptreden kijken en daarbij een psitief gevel verwachten. Had het meisje kritiek te verduren gekregen van haar uders, dan zu het mgekeerde het geval zijn. Het zu dan een affectverandering in de negatieve richting teweegbrengen, waardr zij de neiging zu krijgen de ptredens te (ver)mijden. Dit vrbeeld laat duidelijk zien dat wanneer bepaalde stimuli zich pnieuw vrden, dit een gemedstestand p kan repen dat vereenkmt met het gevel zals dat zich vrdeed bij het eerste cntact met een signaal (Geen, 1995). De mtivatie neemt daardr dus af f neemt juist te. Need Thery (Beheftetherie): McClelland ntwikkelde de beheftetherie, ftewel Need Thery waarin de beheften aan prestatie, affiliatie en dminantie een rl spelen. Deze wrden vaak afgekrt met nach (behefte aan prestatie), npw (behefte aan dminantie) en naff (behefte aan affiliatie). Deze drie beheften zijn uitverig beschreven in de scriptie Mtivatietherieën binnen de cntext van beheerscntrle van Valerie Verhaege. Zij zullen nu nader uitgewerkt wrden, m de therie van Murray ng eens verder te verduidelijken. Behefte aan prestatie (nach): De behefte m te presteren is het verlangen m iets effectiever en efficiënter te den dan vrheen. He sterk deze behefte is, hangt af van de (scialiserende) ervaringen van die persn. Wanneer iemand succeservaringen heeft pgedaan en 20

daar belningen mee behaald heeft, dan zal de behefte tt presteren hg zijn. Op zijn beurt zrgt die behefte er vervlgens weer vr dat de persn een psitief gevel heeft ten pzichte van het genereren van successen. Het zal de persn mtiveren en aanzetten m taken succesvl te vlbrengen en af te rnden (Verhaege, 2003). Mensen die verheerst wrden dr een hg achievement, de zgenaamde high achievers vertnen een aantal gemeenschappelijke kenmerken met betrekking tt werksituaties. Z geven zij de vrkeur aan taken die realiseerbaar, dch uitdagend zijn, waardr ze zullen kiezen vr pdrachten met een gemiddeld niveau. Een tweede kenmerk is dat de high achievers zich prettiger velen in situaties waarin de successen te danken zijn aan eigen inzet en werk, dan aan factren zals geluk en teval. Het derde kenmerk is dat zij verlangen naar het ntvangen van frequente feedback ver hun successen en falen (Verhaege, 2003). Uit deze literatuur kmt niet naar vren f deze kenmerken k van tepassing zijn p andere situaties f cntexten. Tch wrdt in het bek Psychlgie (Heuvelman et al. 2004) een experiment van McClelland beschreven waaruit blijkt dat dit wel het geval is. Het experiment hield in dat McClelland een grepje kinderen liet ringgien. Er werden prijzen uitgedeeld vr het accuraat gien. De kinderen mchten zelf kiezen p welke afstand zij van het del af gingen staan. Uit het experiment kwam naar vren dat de kinderen met een hge behefte aan prestatie successen behaalden dr niet te ver, maar k niet te dichtbij het del te gaan staan. De kinderen met een lage scre p de behefte tt prestatie behaalden hun succes dr juist dichtbij te staan, f faalden drdat zij juist ver van het del af gingen staan. Atkinsn heeft dit nderzek later ng eens aangevuld, dr te stellen dat er twee rivaliserende invleden zijn die inwerken p de behefte tt prestatie. Z nderscheidde hij de wens m succes te behalen en nemde hij de andere kracht faalangst, de angst m futen te maken (Heuvelman et al. 2004). Behefte aan dminantie (npw): De behefte aan dminantie wrdt in het Engels need fr pwer (npw) genemd. Het is de behefte m anderen te dwingen gedrag te vertnen dat zij anders niet zuden vertnen (Rbbins, 2007). Verhaege (2003) beschrijft in haar scriptie dat het de behefte is m cntrle te hebben ver anderen en hen te kunnen beïnvleden. In het bek Gedrag in rganisaties (Rbbins, 2007) wrdt beschreven dat mensen met een hge graad van behefte aan dminantie, graag de leiding willen hebben en meer waarde hechten aan prestige en hun invled p anderen dan aan effectieve prestaties. Verder kunnen er twee verschillende vrmen van behefte aan dminantie wrden nderscheiden. Z bestaat er de persnalised pwer en scialised pwer. Mensen die veel persnalised pwer hebben, zijn weinig in staat tt zelfregulering. Ok zijn ze vaak nbeschft tegen andere mensen en/f drinken veel alchl. Zij zullen daarnaast prberen hun macht verder uit te breiden (Verhaege, 2003). Mensen met een hge mate van scialised pwer gebruiken hun macht p een dusdanige manier dat deze k ten gede kmt aan anderen. Zij zijn zich ervan bewust dan mensen macht meten hebben ver het eigen werk (Verhaege, 2003). 21

Behefte aan affiliatie (naff): Van de drie beheften die binnen de Need Thery wrden beschreven, heeft de behefte aan affiliatie de minste aandacht gekregen. De behefte aan affiliatie betekent dat men vriendschappen aan wil gaan en wil nderhuden, dat zij geaccepteerd willen wrden dr anderen en erbij willen hren (Rbbins, 2007). Mensen met een hg naff zullen verlangen naar vriendschappen waarin wederzijds respect belangrijk is en zullen liever samenwerken dan dat zij de cmpetitie aan zullen gaan (Rbbins, 2007). Mensen met een laag naff velen zich vaak nprettig in de sciale mgang met anderen, p een paar gede vrienden f familieleden na. Ok kan het zijn dat zij tekrtschieten in mtivatie en/f energie m nauw cntact te nderhuden in netwerken, grepen en het pbuwen van nauwe banden met leeftijdsgenten (Swensn, 2000). III Deci & Ryans cgnitieve evaluatietherie: Een vr deze literatuurstudie interessante therie is die van Deci en Ryan. Eerder in dit hfdstuk werd al het nderscheid gemaakt tussen intrinsieke mtivatie en extrinsieke mtivatie. Intrinsieke mtivatie is de belangstelling die mensen hebben znder dat er sprake is van belningen f gedkeuring van anderen (zie 1.2) Deci begn met het nderzeken naar de invled van belningen p de belangstelling dr prefpersnen een puzzel p te laten lssen. Hij gaf na de beginfase enkele prefpersnen te kennen dat zij een geldbedrag zuden ntvangen wanneer zij dr zuden gaan. Na deze beginfase kregen deze prefpersnen hun geld en knden alle persnen ervr kiezen iets anders te gaan den, f m verder te gaan met de puzzel. Het experiment liet zien dat de prefpersnen die een betaling verwachtten langer drgingen met de puzzel tt het mment van betaling, dan anderen. Tijdens de eindfase van het experiment bleek echter dat de prefpersnen die geen geld hadden ntvangen, langer drgingen met de puzzel dan de betaalde prefpersnen. Zij vertnden juist een grt verlies aan interesse in de puzzel (Geen, 1995). Daarnaast deed Deci ng een interessante ntdekking, ngeveer p hetzelfde mment dat hij de daling in intrinsieke mtivatie waarnam. Z ntdekte hij dat wanneer hij de prefpersnen cmplimenteerde, hun intrinsieke mtivatie niet afnam. Deze nam zelfs te, in vergelijking met de betaalde prefpersnen (Geen, 1995). Deci gaf de prefpersnen cmplimenten zals je det het uitstekend. Maar cmplimenten en belningen kunnen k de vrm hebben van materiele belningen, zals een pslag vr de werknemer die uitermate ged werk heeft geleverd. Hij/zij zal dr deze prestatiebelning waarschijnlijk meer interesse in het werk krijgen. Het ligt dus niet zzeer aan de belning zelf, maar aan de bdschap die ermee samenhangt (Geen, 1995). Vanuit deze ntdekkingen hebben Deci en Ryan de cgnitieve evaluatietherie ntwikkeld. Deze therie beschrijft de effecten van gebeurtenissen p de mtivatie. Deci en Ryan beweren dat gebeurtenissen die het gelf in de persnlijke cntrle ver de resultaten versterken en een gevel van cmpetentie geven, de intrinsieke mtivatie vr de activiteit den tenemen (Geen, 1995 blz. 117). Tch wrdt k de kanttekening geplaatst dat de intrinsieke mtivatie zal afnemen wanneer de 22

gebeurtenissen de persn den gelven dat hij incmpetent f machtels is (Geen, 1995). We kunnen dus stellen dat elke gebeurtenis een cntrlerende, f infrmatieve functie heeft. De cntrlerende functie zrgt ervr dat de belangstelling wrdt verkleind en de infrmatieve functie zrgt ervr dat de belangstelling wrdt vergrt. Hetzelfde kan gezegd wrden ver belningen. Afhankelijk van de functie (cntrlerend f infrmatief) die dminant is, wrdt de belangstelling en/f mtivatie vr een taak vergrt f verkleind (Geen, 1995). 3.3 Mdellen vr gedragsverandering Er is een aantal mdellen vr gedragsverandering waar prfessinele gezndheidsbevrderaars en preventiewerkers mee werken. Vaak wrdt er gewerkt met een cmbinatie van mdellen (Kerssemakers, 2010). Een aantal van deze mdellen zullen in de vlgende paragrafen uitgewerkt wrden. I Transtheretisch mdel: Het transtheretisch mdel bestaat uit een aantal stadia van verandering die drlpen kunnen wrden (zie figuur 2.). Figuur 2: Transtheretisch mdel: (Brn: www.ggzrichtlijnen.nl) In een bek van Rel Kerssemakers (2010) wrdt duidelijk mschreven welke fasen er zijn en wrdt per fase aangeduid wat de desbetreffende fase inhudt. Deze indeling zullen wij k aanhuden bij de mschrijving. Vrbeschuwing: In deze fase ervaart iemand geen prblemen en verweegt niet m het gedrag te veranderen. Dit kan kmen drdat iemand nterecht psitieve ervaringen heeft f er te weinig kennis is van de gevlgen. Overpeinzing: De persn verweegt het gedrag te wijzigen en weegt daarbij de vr- en nadelen af. Vrbereiding: De persn beslist f hij/zij een gedragswijziging inzet (binnen een maand). 23

Actie: De persn gaat het nieuwe gedrag vertnen. Gedragsbehud: Het gedrag wrdt dr de persn vlgehuden (al z n zes maanden). Zals in bvenstaand figuur te zien is, kan iemand terugvallen naar een van de vrige fases, wanneer het gedrag niet vlgehuden kan wrden. Dit wrdt k wel een relapse genemd. In het figuur wrd dit aangegeven als tussentijdse uitgang (Kerssemakers 2010). Verder verschilt het van persn tt persn he snel iemand de fases drlpt. Ok kan het vrkmen dat iemand langer in een bepaalde fase blijft steken. In het bek van Kerssemakers (2010) wrdt genemd dat een jngere die bijvrbeeld zijn drinkgedrag wil aanpassen, lang in de fase van verpeinzing kan blijven. Ok nemt Kerssemakers dat de (preventieve) interventie die wrdt aangebden, afhankelijk is van de fase waarin de persn zich begeeft. Is iemand ng aan het verwegen f hij/zij zijn gedrag met veranderen, dan is het raadzaam de persn te benaderen middels een campagne, m diegene de vr- en nadelen van zijn/haar gedrag duidelijk te maken. Is iemand al verder en heeft diegene al beslist m het gedrag te veranderen, dan kan het ged zijn m ndersteunende activiteiten aan te bieden. Z wrden succeservaringen vergrt en wrdt het makkelijker het nieuwe gedrag vl te huden. II Sciaalcgnitieve therie: De sciaalcgnitieve therie is ntwikkeld dr Albert Bandura. Hij trachtte daarmee het leren binnen de natuurlijke mgeving van de lerende te beschrijven (wikipedia, gezcht p sciaal-cgnitieve leertherie). Figuur 3: Sciaalcgnitieve therie: (Brn: www.etr.rg) Bandura stelde dat gedrag verklaard kan wrden vanuit een samenspel waarin het gedrag, de mgeving(sfactren) van de persn en factren binnen de persn zelf een rl spelen. Er vindt cntinu een interactie plaats tussen deze factren (ZnMw). 24

De mgeving(sfactren) staan vr de setting waarin de persn zich bevindt. De mgeving kan de persn met belningen bevestigen, dr middel van pslag, waardering en cmplimenten. Ok andere persnen in de mgeving kunnen een rl spelen, drdat de persn hen bserveert en ziet welke keuzes zij maken en welk gedrag zij vertnen. Daarnaast hebben de persnlijke factren invled drdat de persn zelf met kunnen bserveren en kennis met hebben m bepaald gedrag te kunnen vertnen. Gedrag betekent in deze cntext vral de mgelijkheden die er zijn m het gewenste gedrag k echt ten uitver te kunnen brengen (ZnMw). Kerssemakers (2010 blz. 510) vult dit aan en zegt dat de therie stelt dat menselijk gedrag in grte mate bepaald wrdt dr de verwachtingen die iemand heeft van het gedrag. Z spelen de verwachtingen van de gevlgen van gebeurtenissen in de mgeving een rl, maar k de gevlgen van persnlijke acties. Z kan iemand verwachten dat hij/zij lsser wrdt wanneer hij alchl gedrnken heeft. Een vrbeeld van een verwachting die samenhangt met factren die binnen de persn zelf gelegen zijn, is bijvrbeeld de verwachting f iemand zichzelf in staat acht m een sigaret te weigeren, wanneer zijn vrienden allemaal staan te rken (Kerssemakers, 2010). III ASE-mdel Het ASE-mdel is vergelijkbaar met andere mdellen, zals de sciaalcgnitieve therie van Bandura die hiervr beschreven is. Deze therie gaat ervan uit dat gedrag bepaald wrdt dr de intentie van de persn m het gedrag te vertnen. Wanneer iemand zich vrneemt m bijvrbeeld een nieuwe brek te gaan kpen, dan is de kans grt dat deze persn dit k echt zal gaan den (Kerssemakers, 2010). Of iemand een bepaalde gedragsintentie heeft, wrdt p zijn beurt bepaald dr drie factren: attitude, sciale invled en eigen effectiviteit (Kerssemakers, 2010). Attitude: De attitude is he iemand tegen het te verklaren gedrag aankijkt en wat zijn huding en mening daarver is (Kerssemakers, 2010). Sciale invled: De sciale invled kenmerkt zich dr de mening van belangrijke anderen Kerssemakers, 2010). Eigen effectiviteit: Hierbij gaat het m de vraag f de persn zichzelf in staat acht bepaald gedrag te verrichten (Kerssemakers, 2010). Het ASE-mdel ziet er schematisch als vlgt uit: 25

Figuur 4: ASE-mdel (de Vries): (Brn: http://www.wetenschapsfrum.nl/index.php?shwtpic=112630) Ten sltte ng aandacht vr een aantal aandachtspunten die Kerssemakers (2010) nemt, wanneer het aankmt p preventie bij/middels dit mdel. Hij stelt namelijk dat wanneer het gewenste gedrag en determinanten specifiek gesteld zijn en de activiteiten passen bij het gewenste gedrag, het effect grter zal zijn en beter te tetsen is. Dus zeg niet minder drinken, maar maak het meetbaar zals twee glazen per dag maximaal. Daarnaast wrdt er binnen dit mdel van uit gegaan dat kenmerken zals leeftijd en geslacht (externe variabelen), alleen indirect via de determinanten invled hebben en dus geen directe invled hebben p het gedrag (Kerssemakers, 2010). 3.4 Gedragsdeterminanten vr alchlgebruik: Nu er een aantal mtivatietherieën en mdellen vr gedragsverandering is beschreven, wrdt er in dit hfdstuk k ng aandacht besteed aan een mdel met determinanten vr (vermatig) alchlgebruik. Er is hiervr gekzen, mdat alle andere mdellen en therieën veel vertellen ver de mtivatie van persnen en he hun gedrag verklaard kan wrden. Het zegt echter niets ver de determinanten die maken dat jngeren (vermatig) drinken. Daar vrziet dit verklaringsmdel in en dr deze mschrijving kan k de kppeling gemaakt wrden met alchlgebruik. I Verklaringsmdel vr alchlgebruik jngeren Rb Bvens heeft dit mdel in 2009 ntwikkeld (zie figuur 5). 26

Figuur 5: Verklaringsmdel (vermatig) alchlgebruik jngeren (Brn: Blackbard Pedaggiek chrt 2007, Windesheim 2011) In het mdel kunnen vier verschillende elementen nderscheiden wrden die verantwrdelijk zijn vr de mate van iemands alchlgebruik (Bvens, 2010): Maatschappelijke nrmen Persnlijke mtivatie en intentie De (mate van) beschikbaarheid (aanbd) De mate van tezicht f sciale cntrle Maatschappelijke nrmen: De maatschappelijke nrmen hebben van alle determinanten in het mdel veel invled. Het is namelijk niet alleen bepalend vr de sterkte van de mtivatie van mensen m alchl te drinken, maar het bepaalt k in welke mate alchlverstrekkers en uitverders van cntrle, alchlgebruik belemmeren f bevrderen. Onder maatschappelijke nrmen verstaan we nder andere de pgetelde persnlijke ervaringen van burgers, de wijze waarp ver aspecten wrdt bericht in de media, kstprijs en vrlichting dr gezndheidsrganisaties (Bvens, 2010). Persnlijke mtivatie en intentie: In figuur 5 is terug te zien wat er allemaal kmt kijken bij persnlijke mtivatie en intentie. De persnlijke mtivatie van iemand die gaat drinken is een ptelsm van fysieke en psychische persnskenmerken, persnlijke ervaringen, genetische 27

factren en beïnvleding dr de sciale mgeving (zals bijvrbeeld grepsdruk) (Bvens, 2010 blz. 31). De (mate) van beschikbaarheid (aanbd): Iemand kan de wens hebben m alchl aan te schaffen en te gebruiken, maar dit gebeurt pas werkelijk als iemand hierte de gelegenheid en mgelijkheid heeft. De mate van beschikbaarheid is dus mede afhankelijk van de mate waarin het aan wrdt gebden, aanschaf en in welke mate er p het gebruik wrdt tegezien. 3.5 Smartcnnectin I Uitgangspunten Smartcnnectin In de subsidieaanvraag van Smartcnnectin staan alle belangrijke zaken mtrent Smartcnnectin beschreven. Aangegeven wrdt dat Smartcnnectin cnsequent twee benaderingen hanteert. Z belnen zij aan de ene kant het gewenste gedrag. Aan de andere kant maken zij afspraken ver de mgeving waarin de jngeren drinken. Peer-educatin: Een van de methden die Smartcnnectin hanteert, is het gebruik van peereducatin. Dit wil zeggen dat jngeren van elkaar leren. De gedachte hierachter is dat jngeren een bdschap die van andere jngeren afkmt, veel beter accepteren dan een bdschap die van vlwassenen afkmt. De bdschap die vergedragen met wrden via de peers luidt: Drink met mate, mdat je er van geniet en niet m z snel mgelijk z veel mgelijk alchl naar binnen te werken. Genieten van alchl is cl. De alchlvrije bar: Een van de basiselementen van de interventie Smartcnnectin, is de alchlvrije bar. Dit is een bar die naast het reguliere aanbd, hippe alchlvrije drankjes en ccktails levert. Het is bedeld als aantrekkelijk alternatief vr alchl en werkt statusverhgend. Drdat de jnge barkeepers er leuk uitzien, gede muziek bij zich hebben en dergelijke, werkt het als een magneet p het publiek. Aansluiten bij de vindplek van jngeren: Smartcnnectin baseert zich p de gedachte dat je daar met zijn, waar de jngeren zich bevinden, wil je hun gedrag beïnvleden. Als vrbeeld kan men denken aan het nachtleven in het weekend, maar een schlfeest van een ROC f festival zijn k vindplaatsen. Daarnaast wil Smartcnnectn zich k p het internet manifesteren, mdat jngeren hier k een grt gedeelte van de vrije tijd aan besteden. II Kppeling met mtivatietherieën Wanneer we kijken naar de genemde mtivatietherieën en de uitgangspunten van Smartcnnectin, dan kunnen er enige vergelijkingen gemaakt wrden en vrzichtig enkele cnclusies getrkken wrden. Ondanks enige vereenkmsten is er geen therie die eenduidig aansluit bij de uitgangspunten van Smartcnnectin. We zullen in deze afsluitende paragraaf krt de therieën en mdellen vr gedragsverandering langslpen. 28

Gebruik van intrinsieke en- f extrinsieke mtivatie: Smartcnnectin lijkt zich vral te richten p de extrinsieke mtivatie van jngeren drdat er vral gebruik wrdt gemaakt van materiele belningen.. Eerder in dit hfdstuk werd al aangegeven dat extrinsieke mtivatie inhudt dat men bepaald gedrag vertnt, f gemtiveerd is, mdat er een belning tegenver staat. Eén van de middelen die Smartcnnectin hanteert is het geven van belningen wanneer er verantwrd gedrnken is dr de jngeren. Dit zal ngetwijfeld de extrinsieke mtivatie van de jngeren aanspreken. Wel kan men zich afvragen f de materiele belningen een blijvende gedragsverandering (en mtivatie) teweeg zullen brengen. Op het gebied van de intrinsieke mtivatie lijken de sciale status en het aanzien van de jngeren belangrijke mikpunten van de interventie te zijn. Dit wrdt duidelijk dr de bdschap dat genieten van alchl cl is. Zal deze bdschap aanslaan en vergenmen wrden dr een grt aantal jngeren, dan is er een redelijke kans dat de verige jngeren die het belangrijk vinden m sciaal geaccepteerd te wrden en erbij willen hren zich k zullen vegen naar deze heersende bdschap. Maslw s beheftenpiramide: Maslw beschrijft in zijn beheftenpiramide dat een mens pas aan een hger niveau van zelfverwerkelijking te kan kmen, wanneer de niveaus ernder zijn vltid. Vr Smartcnnectin betekent dit dat jngeren pas kunnen werken aan hun (verantwrde) alchlgebruik, wanneer de basisbeheften die daarnder gelegen zijn, vltid zijn. Heeft de jngere bijvrbeeld te kampen met prblemen in de basisbeheften zals eten, veiligheid f iets dergelijks, dan is vlgens deze therie de kans klein dat er gewerkt kan wrden aan prblemen die gelegen zijn in de greibeheften. Tevens met hierbij genemd wrden dat deze interventie k aangebden wrdt aan jngeren die vinden dat zij geen prbleem hebben f niet heven te veranderen. Dat betekent dat het k kan zijn dat zij aan andere beheften willen werken. Murray en de Need Thery (Beheftetherie) van McClelland: Murray stelt dat mensen gemtiveerd wrden tt gedrag, znder dat ze daar al te veel stil bij staan. McLelland vulde dit aan en stelde een aantal beheften centraal in zijn therie. Wanneer we kijken naar de therie ver de behefte tt prestatie, dan zijn de high achievers degene die kiezen vr taken die vldende uitdaging bieden, maar ng wel realiseerbaar zijn. Trekken we vervlgens de vergelijking met Smartcnnectin, dan kunnen we stellen dat jngeren die het verantwrd drinken van alchl als uitdagende, dch realiseerbare pgave zien het meest vatbaar zullen zijn vr deze interventie. Ok stelt deze therie dat wanneer iemand in het verleden successen heeft behaald met bepaald gedrag, de kans grt is dat de persn psitieve assciaties zal krijgen bij de gedachte aan dat gedrag. Lukt het de jngere m successen te behalen met het verantwrd drinken, dan is de kans grt dat deze jngere k bereid zal zijn m in de tekmst te werken aan het drinkpatrn. 29