Resultaten voormeting. Snelfietsroutes BRU
|
|
- Lien van der Ven
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Resultaten voormeting Snelfietsroutes BRU projectnummer opdrachtgever BRU contactpersoon Sjaak Meijerink projectleiding Bart Christiaens projectuitvoering Maarten de Lange en Janneke Volleberg SOAB Breda, 19 april 2012
2 2
3 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding Achtergrond en doel Aanpak voormeting Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2 Enquêteresultaten Houten-Bunnik-Utrecht Uithof-Bilthoven Kenmerken respondenten Fiets- en routegebruik Beloning en beleving Werkgever Beoordeling snelfietsroute Conclusie 16 Hoofdstuk 3 Enquêteresultaten Houten-Nieuwegein-Utrecht West-Maarssen Kenmerken respondenten Fiets- en routegebruik Beloning en beleving Werkgever Beoordeling snelfietsroute Conclusie 26 Bijlagen 1. Enquête Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven 2. Enquête Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen 3. Flyer Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven 4. Flyer Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen 5. Basistabellen Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven 6. Basistabellen Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen 7. Opmerkingen Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven 8. Opmerkingen Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen 3
4 Lege pagina 4
5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel In het kader van Fiets Filevrij en als onderdeel van het VERDERmaatregelenpakket fiets werkt het BRU samen met enkele gemeenten aan de realisatie van twee snelfietsroutes: Houten Bunnik Utrecht De Uithof Bilthoven; Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen. Voor het realiseren van beide routes is in het kader van Fiets filevrij vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu rijkssubsidie verstrekt. Daarbij zijn ook afspraken gemaakt over de projectorganisatie: de betrokken gemeenten leggen de nieuwe fietsinfrastructuur aan en het BRU verleent de subsidie voor realisatie van de fietsroutes aan de gemeenten en coördineert de zaken die betrekking hebben op communicatie, monitoring en inrichting. Het BRU wil in dit kader de effecten van beide nieuw te realiseren fietsroutes inzichtelijk maken. Op landelijk niveau zijn de fietsroutes, die van het ministerie in het kader van Fiets Filevrij subsidie hebben ontvangen, verenigd in het platform Fiets Filevrij. Vanuit het ministerie en het platform Fiets Filevrij, is de voorkeur uitgesproken om de effecten van alle routes via dezelfde methodiek te meten. Bureau Ligtermoet & Partners heeft daartoe in overleg met het platform Fiets Filevrij een methodiek opgesteld die bestaat uit drie onderdelen: Een input/output inventarisatie; Een meting van het infrastructurele klimaat door middel van de inzet van de meetfiets van de Fietsersbond; Een gebruikersonderzoek (een voor- en een nameting) door middel van enquêtering van fietsers. Het voorliggende rapport bevat de resultaten van het eerste gebruikersonderzoek: de voormeting van de beide snelfietsroutes. 1.2 Aanpak voormeting In het kader van de voormeting zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Het voorbereiden en aankondigen van de enquête; Een enquête onder fietsers op beide snelfietsroutes; Het opstellen van een rapportage met daarin de enquêteresultaten per route. 5
6 Enquête Op donderdag 1 maart 2012 (route Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven) en dinsdag 6 maart 2012 (route Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen) is op zes locaties geflyerd van uur. De locaties staan weergegeven op het onderstaande kaartje. Route Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven: 1. Tunnel N237 (Utrechtseweg) 2. Vagantenpad (iets ten zuiden van de aansluiting met de Zandlaan) 3. In Houten einde fietspad Kooikerspad (bij Binnenweg) Route Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen 4. Westzijde van de brug bij de aansluiting met de Isotopenweg 5. Utrechtsestraatweg Nieuwegein 6. Heemsteedseweg nabij de Staart (gedeelte met alleen bestemmingsverkeer) 6
7 Op de routes zijn ongeveer de volgende aantallen flyers uitgedeeld: Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven: 775 flyers Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen: 745 flyers De flyers zijn uitgedeeld aan de volwassen fietsers. Dit om zo veel mogelijk werkende mensen in de steekproef te krijgen. Het was tijdens het uitdelen van de flyers droog maar wel bewolkt. Op de flyers stond een internetlink vermeld die door de respondenten kon worden gebruikt om online de enquête in te vullen. Zij konden gedurende twee weken de enquête invullen. Het onderzoek is enkele werkdagen voorafgaand aan het flyeren via posters langs de route en de websites van de betrokken gemeenten (op basis van een persbericht) aangekondigd. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 en 3 van dit rapport worden de enquêteresultaten beschreven van respectievelijk de routes Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven en Houten Nieuwegein Utrecht West Maarssen. In de bijlagen zijn per route de onderstaande zaken opgenomen: de enquête; de flyers; de basistabellen; de opmerkingen op de open vragen. 7
8 Enquêteresultaten route 1: Houten-Bunnik-Utrecht Uithof-Bilthoven Grafiek 1: Geslacht Grafiek 2: Woonplaats 44% 5 Man Vrouw 2 9% 9% 9% 31% 14% Houten Bunnik Utrecht De Bilt Bilthoven Overig Grafiek 3: Werklocatie Grafiek 4: Leeftijd 2% 3% 19% 5% 4% 4 Houten Bunnik Utrecht De Bilt Bilthoven Uithof Overig 32% 1% 9% 15% 33% < >69 Grafiek 5: Opleidingsniveau 1% Grafiek 6: Fietsgebruik 3% 73% 5% Basis LBO MBO HBO/WO Anders, nl. 42% 4 Altijd Meestal Soms Nooit Tabel 1: Woonplaats en werklocatie respondenten Houten Bunnik Utrecht De Bilt Bilthoven Overig Totaal Aantal woonachtig in <plaats>: Aantal dat werkt in <plaats>:* * excl. 4 respondenten die niet werken Plaats 8
9 Hoofdstuk 2 Enquêteresultaten Houten-Bunnik-Utrecht Uithof-Bilthoven 2.1 Kenmerken respondenten In totaal hebben 391 mensen de online enquête ingevuld. Dit is 5 van het aantal flyers dat uitgereikt is. De grafieken 1 t/m 5 geven kenmerken van de respondenten weer. Uit grafiek 1 is af te lezen dat iets meer dan de helft van de respondenten man is. Grafiek 2 en tabel 1 laten de verdeling per woonplaats zien. Een derde van de respondenten is woonachtig in Houten en ruim een kwart komt uit een overige plaats. Dit zijn vaak plaatsen gelegen ten oosten van de route. Uit de opmerkingen van de respondenten valt op te maken dat er ook gebruik wordt gemaakt van de route door respondenten die het eerste deel van hun reis met het openbaar vervoer of de auto afleggen en het laatste stuk op de fiets, of andersom. De stations die hierbij genoemd worden zijn Bunnik en Bilthoven. Verder valt uit tabel 1 op te maken dat Utrecht de belangrijkste bestemmingslocatie is: twee derde van de respondenten werkt in Utrecht. In grafiek 3 is de werklocatie Utrecht verder opgesplitst in Utrecht en de Uithof. Dan blijkt dat bijna de helft van alle respondenten op de Uithof werkt. Als we kijken naar leeftijd dan blijkt uit grafiek 4 dat de categorieën jaar en jaar het grootst zijn; samen 65 procent. Jongeren tot 18 jaar vormen slechts één procent van de respons, omdat zij bewust geen flyer hebben gekregen. Het opleidingsniveau van de respondenten is weergegeven in grafiek 5. Het merendeel van de respondenten heeft een opleiding in het hoger of wetenschappelijk onderwijs voltooid. 2.2 Fiets- en routegebruik Definitie fietsgebruik In de openingsvraag van de enquête werd de respondent gevraagd aan te geven welk vervoermiddel hij/zij het meest gebruikt om naar het werk te gaan. De tweede vraag ging in op een eventueel alternatief. Het fietsgebruik van de respondent is naar aanleiding van deze vragen ingedeeld in vier categorieën 1 : altijd, meestal, soms en nooit. Voor deze indeling is gekozen, omdat zo eventuele verschillen aan het licht komen waar de fietspromotie zich in een latere fase op kan richten. Grafiek 6 toont dat bijna de helft van de respondenten altijd op de fiets gaat, 42% meestal en soms. Basistabel 1b (zie bijlage 5) 1 Iemands fietsgebruik is Altijd zodra op vraag 1 de (elektrische of lig-) fiets als antwoord werd gegeven en men bij vraag 2 aangaf altijd hetzelfde vervoermiddel of een ander type fiets te gebruiken. In de categorie Meestal vallen respondenten die bij vraag 1 ook aangaven de (elektrische of lig-) fiets te gebruiken, maar bij vraag 2 antwoordden weleens van een alternatief vervoermiddel gebruik te maken. Degenen die in Soms zijn ingedeeld antwoordden bij vraag 1 niet de (elektrische of lig-) fiets maar bij vraag 2 wel. Nooit wordt gebruikt als aanduiding voor degenen die niet op de fiets naar het werk gaan. 9
10 1% 4% Grafiek 7: Frequentie routegebruik voor woon-werkritten 2% 4% 4-7 dgn. wk. Grafiek 8: Frequentie routegebruik voor andere doelen 5% 4-7 dgn. wk. 25% 64% 1-3 dgn. wk. 1-3 dgn. mnd dgn. jr. 1-5 dgn. jr dgn. wk. 1-3 dgn. mnd dgn. jr. 1-5 dgn. jr. Nooit 15% Nooit Grafiek 9: Routegebruik voor andere doelen (naar fietsgebruik) Grafiek 10: Motieven om de fiets te laten staan (naar fietsgebruik) 4% 14% 13% 12% 11% 39% 35% 3% 34% Altijd Meestal Soms 1 61% 15% 19% 5% 49% 32% 1 12% 24% 1 Altijd Meestal Soms Ja, voor ontspanning Ja, voor winkelen Ja, voor sport Ja, voor school Ja, voor bezoek N.v.t. altijd fiets Sneller / te ver fietsen Reismoment Anders Slecht weer Bagage Vervolgreis Grafiek 11a: Fietsafstand Grafiek 11b: Reisduur % 9% 1 33% 3 24% 89% 89% % 39% Houten Bunnik Utrecht De Bilt Bilthoven Overig % 1 11% 22% 39% 45% 34% 32% 49% 74% % 3 31% Houten Bunnik Utrecht De Bilt Bilthoven Overig <11 km km >15 km <16 min min min <45 min 10
11 laat zien dat de auto het meest gebruikte alternatief voor de fiets is, gevolgd door het openbaar vervoer. Routegebruik Uit grafiek 7 en grafiek 8 valt op te maken dat de route door de respondenten intensiever voor dagelijks woon-werkverkeer dan voor andere doeleinden wordt gebruikt. Bijna twee derde van de respondenten gebruikt de route (bijna) dagelijks (4 tot 7 dagen per week) om naar het werk te fietsen. Een kwart gebruikt de route hiervoor 1 tot 3 dagen per week. Daar komt bij dat de route nooit voor andere doeleinden dan werk gebruikt en dat de frequentie daarbij lager is. Kijken we in grafiek 9 naar de andere doeleinden, dan zien we dat ontspanning erg belangrijk is. Winkelen en het op de fiets bezoeken van vrienden en familie volgen op gepaste afstand. Uit grafiek 10 blijkt zoals verwacht dat een meerderheid van de fietsers die volgens onze definitie altijd naar het werk fietst: "N.v.t. altijd fiets" antwoordt op de vraag waarom de fiets niet altijd wordt gebruikt. Binnen deze groep vindt echter nog steeds een flink deel dat de weersomstandigheden hen er soms van weerhouden om te fietsen. Afgezien van Vervolgreis, de zogenaamde taakcombinatie waarbij de respondent bijvoorbeeld de kinderen van het dagverblijf ophaalt, spelen de andere factoren nauwelijks een rol. Voor degenen die meestal fietsen is het weer ook de belangrijkste reden om de fiets te laten staan. De verhoudingen liggen anders voor degenen die soms fietsen. Er ontstaat voor hen een gemengd beeld waarin de snelheid/afstand, het weer, het reismoment en het meenemen van bagage een rol spelen. Tot slot valt uit grafiek 11a en 11b op te maken dat respondenten uit Houten en de overige plaatsen het verst van hun werk wonen en daarom ook langer onderweg zijn.verder valt op dat de respondenten uit Bilthoven relatief dichtbij hun werk wonen, maar toch een lange reistijd hebben. Het betreft hier de afstand en de reistijd zoals deze door de respondenten is ingevuld. 2.3 Beloning en beleving In de enquête is een aantal vragen (11 t/m 18) gewijd aan belevings- en beloningsaspecten die het fietsgebruik zouden kunnen stimuleren. Eerst werd de respondenten gevraagd alle aspecten te benoemen die hen zouden kunnen stimuleren vaker te fietsen, om vervolgens te vragen naar de belangrijkste van deze aspecten. 11
12 Grafiek 12: Routebelevingsaspecten om fietsgebruik te stimuleren Grafiek 13: Fietsbelevingsaspecten om fietsgebruik te stimuleren % 33% 33% 1 14% 19% 24% anders nl. aansluiting op locatie sneeuwvrije route (dyn.) informatie schuilmogelijkheden verlichting route route minder saai % 3 33% 21% 13% 15% anders serious gaming social media bedrijvenwedstrijd fietsambassadeur fietsactiviteiten voorzieningen werkgever reparatieservice verbetering route samen fietsen Grafiek 14: Beloningsaspecten om fietsgebruik te stimuleren Grafiek 15: Overige aspecten om fietsgebruik te stimuleren % 15% 14% 4% 12% 15% 1 12% 21% 2 anders gezondheidstest "fiets en win"-actie spitsvergoeding prijzen winnen (fiets)gadgets elektrische fiets geld/waardebon fietsplan km. vergoeding % 5% 31% 3 5% 15% 69% anders korting elek. fiets lease elek. fiets fietscampagne coaching fietsende collega's fietsende werkgever bezit elek. fiets betaald parkeren werk niet parkeren werk milieu gezondheid Grafiek 16: Fietsregelingen werkgever (naar fietsgebruik) % 12% 13% 11% 9% 22% 2 12% 15% 4% 15% 23% 25% 2 15% 19% % 2 15% 42% 82% 81% 5 54% 51% 5 43% 42% 54% 62% 12% 5% 5% 19% 19% A B C D A B C D A B C D Altijd Meestal Soms Weet niet Niet mogelijk Geen gebruik In gebruik A: Reiskostenvergoeding B: Fiets van de zaak C: Fietsplan D: Fietsvoorzieningen 12
13 Alle respondenten Ten aanzien van de routebeleving zien we in grafiek 12 dat het sneeuwvrij houden van de snelfietsroute vaak is gekozen en ook vaak als belangrijkste wordt aangemerkt. Het verbeteren van de route staat op de tweede plaats, gevolgd door verlichting. Aspecten die bij de categorie anders vaker worden genoemd zijn veiligheid en minder auto s en/of brommers op de route. Ook het schoonhouden van de route, in verband met modder van landbouwverkeer, vinden de respondenten belangrijk. Voor een kwart van de respondenten is geen van deze aspecten een stimulans om vaker naar het werk te fietsen (zie ook Basistabel 4a in bijlage 5). Dit is logisch, aangezien het merendeel (8) van deze groep bestaat uit respondenten die al altijd of meestal op de fiets naar het werk gaan. Twee derde van de respondenten (266/387) vond geen van de aspecten die betrekking hebben op fietsbeleving een stimulans om vaker naar het werk te fietsen. Het merendeel van deze groep (9) gaat altijd of meestal met de fiets naar het werk. Voor de respondenten die wel te stimuleren zijn, zijn voorzieningen door de werkgever (bijvoorbeeld douchegelegenheid), een reparatieservice langs de route en samen fietsen de belangrijkste aspecten (zie ook grafiek 13). Ook de beloningsaspecten die in de enquête genoemd werden blijken voor (153/387) van de fietsers geen stimulans te zijn. Dit komt deels doordat deze groep al altijd of meestal fietst (8). Grafiek 14 laat zien dat een financiële beloning voor ruim twee derde van de overige fietsers wel belangrijk is, ongeacht de vorm (kilometervergoeding, spitsvergoeding, fietsplan of contant geld). Een deel van de respondenten noemt ook de elektrische fiets. Het winnen van prijzen en sparen voor (fiets)gadgets spreekt de respondenten het minst aan. Tot slot werd een aantal andere zaken voorgelegd die mogelijk het fietsgebruik kunnen bevorderen. Uit grafiek 15 komt naar voren dat het milieu en de eigen gezondheid vaak als motiverend worden genoemd, maar dat gezondheid van deze twee het allerbelangrijkst is. Een coach/persoonlijk reisadvies of de voorbeeldfunctie van een fietsende werkgever of collega s spreekt de respondenten het minst aan. In totaal vinden 76 respondenten geen van de aspecten stimulerend. Hiervan behoort 12% tot de categorie die soms of nooit fietst. Respondenten die soms of nooit fietsen In totaal zijn er 39 respondenten die soms of nooit met de fiets naar het werk gaan. Van deze groep is een kleine groep van 5 respondenten met geen enkel aspect te verleiden/stimuleren om (meer) te gaan fietsen. 13
14 Grafiek 17: Beoordeling route en percentage onvoldoendes (<6) ,6 6,4 6,6 24% 7, ,9 6 5,9 39% 34% 35% 6,8 1 7,8 Grafiek 18: Bekendheid met verbeterplannen Grafiek 19: Gezien in de media % 42% % 5 61% 2 12% % 7 83% 81% 1 21% 13% 14% 11% 5% 9% 5% Goed beeld Globaal beeld Geen idee Lokale krant Huis-aan-huis Lokale radio/tv Anders Niet gezien Tabel 2: Reistijdverschillen Alternatieven: auto openbaar alternatieve De snelfietsroute is t.o.v. <alternatief>: vervoer fietsroute veel sneller 1 54% 2 iets sneller 1 21% 29% in tijd gelijk 22% 13% 32% iets langzamer 2 9% veel langzamer 1 3% 3% 1% Grafiek 20: Mening mediaaandacht 3 23% 4 Zeer positief Positief Negatief Zeer negatief Neutraal 14
15 De overige respondenten hebben één of meerdere aspecten genoemd waarmee zij gestimuleerd kunnen worden om (vaker) op de fiets naar het werk te gaan. De fietsbelevingsaspecten zijn het minste in trek, terwijl de overige aspecten het meest genoemd worden. Hieronder volgen de aspecten die het meeste genoemd zijn en de aspecten die de respondenten het belangrijkste vinden (deze zijn voorzien van een *): Routebeleving: sneeuwvrije route verbetering route* (niet nader te specificeren) verlichting van de route Fietsbeleving: (betere) voorzieningen werkgever* samen fietsen* reparatieservice* Beloning: spitsvergoeding (hogere) kilometervergoeding* fietsplan* Overige aspecten: gezondheid* milieu. 2.4 Werkgever Grafiek 16 geeft voor een aantal fietsregelingen aan in hoeverre de respondenten er mee bekend zijn en of zij er gebruik van maken. In de eerste plaats valt op dat de respondenten goed op de hoogte zijn van de regelingen. Bij de respondenten die soms fietsen, is het aandeel dat niet weet of er een reiskostenvergoeding is voor de fiets, het hoogst. De mogelijkheid om een fiets van de zaak te gebruiken (cadeau of in bruikleen) is volgens de respondenten zeer beperkt. Degenen die soms fietsen maken minder gebruik van de regelingen dan de mensen die altijd en meestal fietsen. Uitzondering hierop vormt het gebruik van de fietsvoorzieningen. In totaal maakt iets minder dan de helft van de respondenten (4) gebruik van een reiskostenvergoeding voor de fiets. Voor het merendeel van de respondenten is deze vergoeding maximaal 19 cent. Door te lage aantallen in de groep die soms/nooit fietst, is het niet mogelijk om nadere uitspraken te doen over de verhouding tussen de hoogte van de vergoeding en de fietsfrequentie. 2.5 Beoordeling snelfietsroute Grafiek 17 laat zien dat de snelfietsroute redelijk scoort. De gemiddelde rapportcijfers die worden gegeven liggen op een schaal van één tot tien tussen 15
16 5,9 en 7,8. Het percentage onvoldoendes (scores lager dan zes) wordt ook weergegeven per vraag. De aantrekkelijkheid van de omgeving en de rechtstreekse route worden het beste beoordeeld. Het minst goed scoren de verlichting, de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid op de route. Dat de snelfietsroute een goede ligging heeft (rechtstreekse route) blijkt ook uit tabel 2. Voor meer dan de helft van de respondenten is de route net zo snel of sneller als met de auto. Voor het openbaar vervoer en de beste alternatieve fietsroute zijn deze percentages respectievelijk zelfs 88 en 89%. Grafiek 18 en 19 laten zien dat bekendheid met verbeterplannen en de mediaaandacht vrij gering is. De huis-aan-huis krant is over het algemeen het meest genoemde medium. De aandacht die de media aan het onderwerp besteedt, wordt vooral positief opgevat. Grafiek 20 laat dit zien. 2.6 Conclusie Uit de enquêteresultaten valt op te maken dat Houten een belangrijke herkomstplaats is voor de gebruikers van de snelfietsroute. Een belangrijk deel van de respondenten werkt op de Uithof of ergens anders in Utrecht. De route wordt iets meer door mannelijke dan door vrouwelijke respondenten gebruikt. De beoordeling van de fietsroute is redelijk. De route is voor veel respondenten even snel of zelfs sneller dan met de auto. De route scoort dan ook goed op het rechtstreeks zijn. Bovendien ligt deze ook nog eens in een aantrekkelijke omgeving. Veel respondenten hebben aangegeven dat het verbeteren van de route in het algemeen een stimulans is om vaker te gaan fietsen. Meer specifiek zijn de onderstaande verbeteringen aangegeven: het sneeuw- en ijsvrij maken van de route in de winter; het verbeteren van de verkeersveiligheid op de route; verbetering van de verlichting op de route, en hiermee samenhangend de sociale veiligheid. het schoonhouden van de route in verband met modder van landbouwverkeer. Uit dit enquêteonderzoek komt ten slotte naar voren dat een ruime meerderheid van de respondenten altijd of meestal fietst. Weersomstandigheden zijn een voorname reden om de fiets te laten staan. Het potentieel onder de huidige gebruikers van de snelfietsroute om vaker te fietsen is hierdoor gering. Wat voor deze groep wel belangrijk is, is de kwaliteit van de route. Door bijvoorbeeld bepaalde infrastructurele maatregelen of het beter sneeuw- en ijsvrij houden van de route in de winter, kan voor deze groep het fietsgenot flink toenemen. 16
17 Bovendien zijn ook (betere) voorzieningen bij de werkgever een belangrijk aspect voor deze groep. Hieronder vallen ook de financiële voorzieningen. Voor de respondenten die niet of soms fietsen geldt dat er een beperkte groep is die aangeeft dat ze door bepaalde aspecten gestimuleerd kunnen worden om (vaker) op de fiets naar het werk te gaan. Hieronder staan de belangrijkste factoren die hiervoor een stimulans kunnen zijn: verbeteren van de route (niet nader te specificeren); (betere) voorzieningen bij de werkgever; samen fietsen; reparatieservice; (hogere) kilometervergoeding; aanbieden van een fietsplan; gezondheid. 17
18 Enquêteresultaten route 2: Houten-Nieuwegein-Utrecht West-Maarssen Grafiek 1: Geslacht Grafiek 2: Woonplaats 39% 61% Man Vrouw 4% 15% 25% 15% 34% Houten Utrecht Nieuwegein Maarssen IJsselstein Overig Grafiek 3: Werklocatie Grafiek 4: Leeftijd 1 5% Houten Utrecht 1% 13% < % 14% 1 45% Nieuwegein Maarssen Lage Weide Overig 32% 2 21% Grafiek 5: Opleidingsniveau 1% Grafiek 6: Fietsgebruik 4% 7 21% Basis LBO MBO HBO/WO Anders, nl. 51% 35% Altijd Meestal Soms Nooit Tabel 1: Woonplaats en werklocatie respondenten Houten Utrecht Nieuwegein Maarssen Overig Totaal Aantal woonachtig in <plaats>: Aantal dat werkt in <plaats>:* * excl. 5 respondenten die niet werken Plaats 18
19 Hoofdstuk 3 Enquêteresultaten Houten-Nieuwegein-Utrecht West-Maarssen 3.1 Kenmerken respondenten In totaal hebben 345 mensen de online enquête ingevuld. Dit is 4 van het aantal flyers dat uitgereikt is. De grafieken 1 t/m 5 geven kenmerken van de respondenten weer. Uit grafiek 1 is af te lezen dat ruim de helft van de respondenten man is. Grafiek 2 en tabel 1 laten de verdeling per woonplaats zien. Een derde van de respondenten is woonachtig in Utrecht en ruim een kwart komt uit Nieuwegein. Verder valt uit tabel 1 op te maken dat Utrecht de belangrijkste bestemmingslocatie is: 59% van de respondenten werkt in Utrecht. In grafiek 3 is de werklocatie Utrecht verder opgesplitst in Utrecht en Lage Weide. Het aandeel respondenten dan op Lage Weide werkt is 14%. Als we kijken naar leeftijd dan blijkt uit grafiek 4 dat de categorieën jaar en jaar het grootst zijn; samen 5. Jongeren tot 18 jaar vormen slechts 1% van de respons, omdat zij bewust geen flyer hebben gekregen. Het opleidingsniveau van de respondenten is weergegeven in grafiek 5. Het merendeel van de respondenten heeft een opleiding in het hoger of wetenschappelijk onderwijs voltooid. 3.2 Fiets- en routegebruik Definitie fietsgebruik In de openingsvraag van de enquête werd de respondent gevraagd aan te geven welk vervoermiddel hij/zij het meest gebruikt om naar het werk te gaan. De tweede vraag ging in op een eventueel alternatief. Het fietsgebruik van de respondent is naar aanleiding van deze vragen ingedeeld in vier categorieën 2 : altijd, meestal, soms en nooit. Voor deze indeling is gekozen, omdat zo eventuele verschillen aan het licht komen waar de fietspromotie zich in een latere fase op kan richten. Grafiek 6 toont dat een derde van de respondenten altijd op de fiets gaat, de helft meestal en soms. Basistabel 1b (zie bijlage 6) laat zien dat het openbaar vervoer (met name voor de respondenten uit Utrecht, Nieuwegein en de overige herkomstplaatsen) het meest gebruikte alternatief voor de fiets is, gevolgd door de auto (als bestuurder). 2 Iemands fietsgebruik is Altijd zodra op vraag 1 de (elektrische of lig-) fiets als antwoord werd gegeven en men bij vraag 2 aangaf altijd hetzelfde vervoermiddel of een ander type fiets te gebruiken. In de categorie Meestal vallen respondenten die bij vraag 1 ook aangaven de (elektrische of lig-) fiets te gebruiken, maar bij vraag 2 antwoordden weleens van een alternatief vervoermiddel gebruik te maken. Degenen die in Soms zijn ingedeeld antwoordden bij vraag 1 niet de (elektrische of lig-) fiets maar bij vraag 2 wel. Nooit wordt gebruikt als aanduiding voor degenen die niet op de fiets naar het werk gaan. 19
20 1% 4% 33% Grafiek 7: frequentie routegebruik voor woon-werkritten 1% 5% dgn. wk. 1-3 dgn. wk. 1-3 dgn. mnd dgn. jr. 1-5 dgn. jr. Nooit Grafiek 8: Frequentie routegebruik voor andere doelen 4 11% 14% dgn. wk. 1-3 dgn. wk. 1-3 dgn. mnd dgn. jr. 1-5 dgn. jr. Nooit Grafiek 9: Routegebruik voor andere doelen (naar fietsgebruik) Grafiek 10: Motieven om de fiets te laten staan (naar fietsgebruik) 5% 14% 13% 12% 13% 1 22% 9% 11% 25% 2 29% 9% 21% 29% 23% 24% 51% 52% 3 Altijd Meestal Soms Altijd Meestal Soms Ja, voor ontspanning Ja, voor winkelen Ja, voor sport Ja, voor school Ja, voor bezoek N.v.t. altijd fiets Sneller / te ver fietsen Reismoment Anders Slecht weer Bagage Vervolgreis Grafiek 11a: Fietsafstand Grafiek 11b: Reisduur % 42% % Houten Utrecht Nieuwegein Maarssen Overig % 2 32% % % 21% Houten Utrecht Nieuwegein Maarssen Overig <11 km km >15 km <16 min min min <45 min 20
21 Routegebruik Uit grafiek 7 en grafiek 8 valt op te maken dat de route door de respondenten intensiever voor dagelijks woon-werkverkeer dan voor andere doeleinden wordt gebruikt. Ruim de helft van de respondenten gebruikt de route (bijna) dagelijk (4 tot 7 dagen per week) om naar het werk te fietsen. Een derde gebruikt de route hiervoor 1 tot 3 dagen per week. Daar komt bij dat 4 de route nooit voor andere doeleinden gebruikt en dat de frequentie daarbij lager is. Kijken we in grafiek 9 naar de andere doeleinden, dan zien we dat ontspanning erg belangrijk is. Ook voor winkelen en het op de fiets bezoeken van vrienden en familie wordt de route gebruikt, zij het in mindere mate. Uit grafiek 10 blijkt dat de helft van de fietsers die volgens onze definitie altijd naar het werk fietst: "N.v.t. altijd fiets" antwoordt op de vraag waarom de fiets niet altijd wordt gebruikt. Van de groep die altijd fietst zegt echter een kwart dat de weersomstandigheden hen er soms van weerhouden om te fietsen. Afgezien anders en vervolgreis, de zogenaamde taakcombinatie waarbij de respondent bijvoorbeeld de kinderen van het dagverblijf ophaalt, spelen de andere factoren nauwelijks een rol. Voor degenen die meestal fietsen zijn het weer en een vervolgreis ook de belangrijkste reden om de fiets te laten staan. Voor degenen die soms fietsen is er sprake van een gemengd beeld waarin het weer, snelheid/afstand, vervolgreis en andere factoren een rol spelen. Tot slot valt uit grafiek 11a en 11b op te maken dat respondenten uit Maarssen en de overige plaatsen het verst van hun werk wonen. De respondenten uit Houten, Nieuwegein en de overige plaatsen hebben de langste reistijd. Het betreft hier de afstand en de reistijd zoals deze door de respondenten is ingevuld. 3.3 Beloning en beleving In de enquête is een aantal vragen (11 t/m 18) gewijd aan belevings- en beloningsaspecten die het fietsgebruik zouden kunnen stimuleren. Eerst werd de respondenten gevraagd alle aspecten te benoemen die hen zouden kunnen stimuleren vaker te fietsen, om vervolgens te vragen naar de belangrijkste van deze aspecten. 21
22 Grafiek 12: Routebelevingsaspecten om fietsgebruik te stimuleren Grafiek 13: Fietsbelevingsaspecten om fietsgebruik te stimuleren % 1 32% 39% 11% 4% 22% 24% anders nl. aansluiting op locatie sneeuwvrije route (dyn.) informatie schuilmogelijkheden verlichting route route minder saai % 13% 2 33% 23% 15% 15% anders serious gaming social media bedrijvenwedstrijd fietsambassadeur fietsactiviteiten voorzieningen werkgever reparatieservice verbetering route samen fietsen Grafiek 14: Beloningsaspecten om fietsgebruik te stimuleren Grafiek 15: Overige aspecten om fietsgebruik te stimuleren % 14% 9% 14% 11% 1 11% 12% 13% 14% 31% anders gezondheidstest "fiets en win"-actie spitsvergoeding prijzen winnen (fiets)gadgets elektrische fiets geld/waardebon fietsplan km. vergoeding % 5% 5% % anders korting elek. fiets lease elek. fiets fietscampagne coaching fietsende collega's fietsende werkgever bezit elek. fiets betaald parkeren werk niet parkeren werk milieu gezondheid Grafiek 16: Fietsregelingen werkgever (naar fietsgebruik) % 11% 1 13% 9% 13% 1 15% 9% 33% 1 35% 39% 35% % 11% 2 72% 21% 75% 3 62% 2 52% 55% 52% 4 45% 4 32% 44% 12% 21% 1 A B C D A B C D A B C D Altijd Meestal Soms Weet niet Niet mogelijk Geen gebruik In gebruik A: Reiskostenvergoeding B: Fiets van de zaak C: Fietsplan D: Fietsvoorzieningen 22
23 Alle respondenten Ten aanzien van de routebeleving zien we in grafiek 12 dat het sneeuwvrij houden van de snelfietsroute het meeste is gekozen en ook het meest als belangrijkste wordt aangemerkt. Het verbeteren van de route staat op de tweede plaats van belangrijkste aspecten. Een betere aansluiting van de route op de woon- of werklocatie en verbetering van de verlichting staan op de derde en vierde plaats van belangrijkste aspecten. Aspecten die bij de categorie anders vaker worden genoemd zijn veiligheid en minder auto s en/of brommers op de route. Voor iets meer dan een vijfde van de respondenten is geen van deze aspecten een stimulans om vaker naar het werk te fietsen (zie ook Basistabel 4a in bijlage 6). Ruim de helft van deze groep bestaat uit respondenten die al altijd of meestal op de fiets naar het werk gaan. Door de respondenten die soms of nooit fietsen, zijn de volgende aspecten het meest genoemd: sneeuwvrije route, verbetering van de route en de verlichting van de route. Als belangrijkste aspect wordt verbetering van de route het meest genoemd. Bijna twee derde van de respondenten (217/340) vond geen van de aspecten die betrekking hebben op fietsbeleving een stimulans om vaker naar het werk te fietsen. De helft van deze groep gaat altijd of meestal met de fiets naar het werk. Voor de respondenten die wel te stimuleren zijn, zijn voorzieningen door de werkgever (bijvoorbeeld douchegelegenheid), een reparatieservice langs de route en samen fietsen de belangrijkste aspecten (zie ook grafiek 13). Ook de beloningsaspecten die in de enquête genoemd werden blijken voor ruim een derde (124/340) van de fietsers geen stimulans te zijn. De helft van deze groep fietst al altijd of meestal. Grafiek 14 laat zien dat een financiële beloning voor ruim twee derde van de overige fietsers wel belangrijk is, ongeacht de vorm (kilometervergoeding, spitsvergoeding, fietsplan of contant geld). De elektrische fiets wordt ook door een deel van de respondenten genoemd. Het winnen van prijzen en sparen voor (fiets)gadgets spreekt de respondenten het minst aan. Tot slot werd een aantal andere zaken voorgelegd die mogelijk het fietsgebruik kunnen bevorderen. Uit grafiek 15 komt naar voren dat het milieu en de eigen gezondheid vaak als motiverend worden genoemd, maar dat gezondheid van deze twee het allerbelangrijkst is. Een coach/persoonlijk reisadvies of de voorbeeldfunctie van een fietsende werkgever of collega s spreekt de respondenten het minst aan. In totaal vinden 63 respondenten geen van deze aspecten stimulerend. Hiervan behoort bijna iedereen (61) tot de categorie die altijd of meestal fietst. 23
24 Grafiek 17: Beoordeling route en percentage onvoldoendes (<6) ,5 6,5 6,6 6,7 22% 21% ,4 6,3 6,2 6,4 6,6 24% % 23% Grafiek 18: Bekendheid met verbeterplannen Grafiek 19: Gezien in de media % 63% % 33% 29% 2 11% % 31% 81% 71% 13% 62% % Goed beeld Globaal beeld Geen idee Lokale krant Lokale radio/tv Niet gezien Huis-aan-huis Anders Tabel 2: Reistijdverschillen Alternatieven: auto openbaar alternatieve De snelfietsroute is t.o.v. <alternatief>: vervoer fietsroute veel sneller 4 24% iets sneller 9% 25% 31% in tijd gelijk 24% 15% 3 iets langzamer 39% 11% veel langzamer 2% 2% 1% Grafiek 20: Mening mediaaandacht 21% 54% 24% Zeer positief Positief Negatief Zeer negatief Neutraal 24
25 Respondenten die soms of nooit fietsen In totaal zijn er 39 respondenten die soms of nooit met de fiets naar het werk gaan. Van deze groep is één respondent die met geen enkel aspect te verleiden is om (meer) te gaan fietsen. De overige respondenten hebben één of meerdere aspecten genoemd waarmee zij gestimuleerd kunnen worden om (vaker) op de fiets naar het werk te gaan. De fietsbelevingsaspecten zijn het minste in trek, terwijl de overige aspecten het meest genoemd worden. Hieronder volgen de aspecten die het meeste genoemd zijn en de aspecten die de respondenten het belangrijkste vinden (deze zijn voorzien van een *): Routebeleving: verbetering route* (niet nader te specificeren) verlichting van de route sneeuwvrije route Fietsbeleving: samen fietsen (betere) voorzieningen bij de werkgever* Beloning: spitsvergoeding geld/waardebonnen (hogere) kilometervergoeding* Overige aspecten: gezondheid* milieu. 3.4 Werkgever Grafiek 16 geeft voor een aantal fietsregelingen aan in hoeverre de respondenten er mee bekend zijn en of zij er gebruik van maken. In de eerste plaats valt op dat de respondenten goed op de hoogte zijn van de regelingen. Bij de respondenten die soms fietsen, is het aandeel dat niet weet of er een reiskostenvergoeding is voor de fiets, met 35% opvallend hoog. De mogelijkheid om een fiets van de zaak te gebruiken (cadeau of in bruikleen) is volgens de respondenten beperkt. Degenen die soms fietsen maken minder gebruik van de regelingen dan de mensen die altijd en meestal fietsen. In totaal maakt minder dan de helft van de respondenten (44%) gebruik van een reiskostenvergoeding voor de fiets. Voor het merendeel van de respondenten is deze vergoeding maximaal 19 cent. Door te lage aantallen in de groep die soms/nooit fietst, is het niet mogelijk om nadere uitspraken te doen over de verhouding tussen de hoogte van de vergoeding en de fietsfrequentie. 25
26 3.5 Beoordeling snelfietsroute Grafiek 17 laat zien dat de snelfietsroute redelijk scoort. De gemiddelde rapportcijfers die worden gegeven liggen op een schaal van één tot tien tussen 6,2 en 7,5. Het percentage onvoldoendes (scores lager dan zes) wordt ook weergegeven per vraag. De rechtstreekse route en het ontbreken van vertraging door kruispunten zonder verkeerslichten, worden het beste beoordeeld. De sociale veiligheid op de route scoort het laagst. Hoewel de snelfietsroute een goede ligging heeft (rechtstreekse route) blijkt dat voor meer dan de helft van de respondenten de auto sneller te zijn dan de fiets (zie tabel 2). Voor respectievelijk 88 en 91% is de snelfietsroute sneller of even snel als het openbaar vervoer en de beste alternatieve fietsroute. Grafiek 18 en 19 laten zien dat bekendheid met verbeterplannen en de mediaaandacht vrij gering is. De respondenten uit Houten zijn het beste op de hoogte. Het huis-aan-huis blad is over het algemeen het meest genoemde medium. De aandacht die de media aan het onderwerp besteedt, wordt vooral positief opgevat. Grafiek 20 laat dit zien. 3.6 Conclusie Uit de enquêteresultaten valt op te maken dat de snelfietsroute het meest wordt gebruikt door mensen die wonen in Utrecht, gevolgd door Nieuwegein en Houten. De respondenten werken vooral in Utrecht en het zijn voor mannen. De beoordeling van de fietsroute is redelijk. De route is sneller dan alternatieve fietsroutes, vanwege de rechtstreeksheid van en een goede doorstroming op kruispunten zonder verkeerslichten. Veel respondenten hebben aangegeven dat het verbeteren van de route in het algemeen een stimulans is om vaker te gaan fietsen. Meer specifiek zijn de onderstaande verbeteringen aangegeven: het sneeuw- en ijsvrij maken van de route in de winter; een betere aansluiting van de route op de woon- of werklocatie; verbetering van de verlichting op de route en hiermee samenhangend, de sociale veiligheid. De overige conclusies voor de resultaten van deze fietsroute zijn vergelijkbaar met die van de route Houten Bunnik Utrecht Uithof Bilthoven. Een ruime meerderheid van de respondenten fietst al altijd of meestal. Weersomstandigheden zijn een voorname reden om de fiets te laten staan. Het potentieel onder de huidige gebruikers van de snelfietsroute om vaker te fietsen is hierdoor gering. Wat voor deze groep wel belangrijk is, is de kwaliteit van de route. Door bijvoorbeeld bepaalde infrastructurele maatregelen of het beter 26
27 sneeuw- en ijsvrij houden van de route in de winter, kan voor deze groep het fietsgenot flink toenemen. Bovendien zijn ook (betere) voorzieningen bij de werkgever een belangrijk aspect voor deze groep. Hieronder vallen ook de financiële voorzieningen. Voor de respondenten die niet of soms fietsen geldt dat er een beperkte groep is die aangeeft dat ze door bepaalde aspecten gestimuleerd kunnen worden om (vaker) op de fiets naar het werk te gaan. Hieronder staan de belangrijkste factoren die hiervoor een stimulans kunnen zijn: verbeteren van de route (niet nader te specificeren); (betere) voorzieningen bij de werkgever; (hogere) kilometervergoeding; gezondheid. 27
Resultaten nulmetingen snelfietsroutes
Resultaten nulmetingen snelfietsroutes projectnummer 29120 opdrachtgever Fietsersbond / Fiets filevrij contactpersoon Wim Bot projectleiding Bart Christiaens projectuitvoering Janneke Volleberg SOAB Breda,
Nadere informatieRondetafelgesprekken Fiets filevrij. Wat vinden de huidige fietsers van de (toekomstige) snelfietsroutes? Analyse enquêtes nulmetingen
Rondetafelgesprekken Fiets filevrij Wat vinden de huidige fietsers van de (toekomstige) snelfietsroutes? Analyse enquêtes nulmetingen Januari/februari 2013 Bart Christiaens (SOAB Adviseurs) Nulmeting snelfietsroutes
Nadere informatieOnderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen
Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009
Nadere informatieTibs. Rapportage. adviesp
Gebruikersonderzoek snelfietsroutes Gelderland 0-metingen: F12, Arnhem-Dieren en Arnhem-Wageningen 1-metingen Liemersroute, Batavierenpad Noord en Zuid Rapportage Datum: 17 januari 2018 Projectnr: 2017013
Nadere informatieSnelle fietsroutes in Nederland: Inspiratieboek & Resultaten nulmetingen
Snelle fietsroutes in Nederland: Insiratieboek & Resultaten nulmetingen Bart Christiaens Hillie Talens Rico Andriesse Verkeers CROW/Fietsberaad Goudael Coffeng Ozet resentatie Snelle fietsroutes in Nederland
Nadere informatieStadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek
B A S I S V O O R B E L E I D Stadjers over fietsen in Groningen Een Stadspanelonderzoek Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht
Nadere informatieOnderzoek allochtone vrouwen Fiets Focus Schilderswijk Den Haag
Onderzoek allochtone vrouwen Fiets Focus Schilderswijk Den Haag SOAB Breda, 7 maart 0 Projectnummer 90000 Opdrachtgever Fietsersbond Contactpersoon Michiel van Esch Projectleiding Bart Christiaens Projectuitvoering
Nadere informatieGrafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%
12 VERVOERMIDDELENKEUZE De afdeling Ruimte- en Milieubeleid wil graag weten over welke vervoermiddelen de Leidenaren beschikken en welke zij voor verschillende doeleinden gebruiken. Daarnaast is de gemeente
Nadere informatieResultaten fietsenquête
Resultaten fietsenquête Geslacht 16% meer mannen dan vrouwen hebben deze enquête beantwoord. 1 Leeftijd Minder jonge mensen hebben de enquête ingevuld. Zij zijn dus ondervertegenwoordigd in de resultaten
Nadere informatieNieuwsbrief burgerpanel Overschie
Nieuwsbrief burgerpanel Overschie Resultaten 4 e peiling: verkeer en bereikbaarheid april 2014 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de vierde peiling met het burgerpanel Overschie. Het
Nadere informatieRapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike
Rapportage Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike In opdracht van: Stadsregio Arnhem Nijmegen Datum: 11 februari 2013 Projectnummer: 2012171 Auteurs: Ronald Steenhoek & Marieke
Nadere informatieFietsen in Groningen 2017
veel respon Fietsen in Groningen 2017 Kübra Ozisik April 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Fietsen in Groningen 2017... 3 2.1 Respons en achtergrond...
Nadere informatieFietsen in Groningen 2016
B A S I S V O O R B E L E I D Fietsen in Groningen 2016 Laura de Jong Onderzoek en Statistiek Groningen, april 2016 Fietsen in Groningen 2016 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Fietsen in Groningen 2016 4 2.1 Respons
Nadere informatieOnderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle
fietsen Advies en Faciliteiten AF Stadskantoor Lübeckplein Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2008 www.zwolle.nl Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle Opdrachtgever Opdrachtnemer
Nadere informatieHoofdstuk 23. Fietsgebruik
Hoofdstuk 23. Fietsgebruik Samenvatting Evenals in eerdere jaren zegt ruim negen op de tien Leidenaren van 18-75 jaar over een fiets te beschikken, negen op de tien fietst wel eens en acht op de tien zelfs
Nadere informatieResultaten enquête Uithoornlijn
Resultaten enquête Uithoornlijn Juni 2015 Resultaten enquête Uithoornlijn Inleiding De gemeente Uithoorn en de Stadsregio Amsterdam willen graag weten wat inwoners van Uithoorn belangrijk vinden aan het
Nadere informatieLANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016
LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2016 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid De tabel op de volgende pagina toont de belangrijkste uitkomsten van de Gedragsmeting 2016, een landelijk mobiliteitsonderzoek
Nadere informatieVerkeerslichten en fietsen Oktober 2014
Resultaten peiling EnschedePanel Verkeerslichten en fietsen Oktober 2014 In 2012 heeft de gemeenteraad van Enschede de Fietsvisie vastgesteld. Doel van deze visie is om meer te gaan doen voor fietsers.
Nadere informatieCampagnevoorbeeld: Actieweek fietsbeloning. 1 Inleiding. 1.1 Omschrijving. 1.2 Wanneer. 1.3 Betrokken partijen. 1.4 Doel(en) Utrecht, 17 februari 2010
Campagnevoorbeeld: Actieweek fietsbeloning Utrecht, 17 februari 2010 1 Inleiding In deze notitie is een korte beschrijving gegeven van de campagne Actieweek fietsbeloning Zaanstad / Amsterdam-Noord. Aan
Nadere informatieFietscampagne - 2. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming. Juni 2016.
Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Juni 2016 Fietscampagne - 2 Leiden en de omliggende gemeenten investeren de komende jaren flink om het
Nadere informatieFiguur 1: onderverdeling spitsmijdingen per gebied. Figuur 2 bekendheid Ga 3.0 acties.
Enquête Bereikbaar Haaglanden Hoe gaan mensen naar het werk? En waarom reizen ze zoals ze reizen? In de regio Haaglanden wordt door overheden en werkgevers samengewerkt om de regio zo optimaal mogelijk
Nadere informatieHoofdstuk 12. Fietsgebruik
Hoofdstuk 12. Fietsgebruik Samenvatting Van de Leidenaren van 18-75 jaar geeft ruim negen op de tien aan over een fiets te beschikken en acht op de tien Leidenaren fietst wel eens, waarvan een groot deel
Nadere informatieToekomst-agenda Snelfietsroutes werken aan de schaalsprong en een breed draagvlak voor regionale netwerken van snelle fietsroutes
Toekomst-agenda Snelfietsroutes werken aan de schaalsprong en een breed draagvlak voor regionale netwerken van snelle fietsroutes economie, innovatie & lifestyle 5 maart 2013 Programma 14.00-14.05 uur
Nadere informatieHOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB
HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB CONCEPT HANS ONKENHOUT AMSTERDAM, OKTOBER 2011 HOE SLIM REIS JIJ? Een kwantitatief onderzoek naar
Nadere informatieOnderzoek fietstransferia
Onderzoek fietstransferia Resultaten onderzoek 2018 In opdracht van de gemeente Houten Projectnummer 20993 Januari 2019 Totta Research N.V. Burgemeester Stramanweg 105F 1101 AA Amsterdam Inhoudsopgave
Nadere informatieRESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.
Samenvatting mobiliteit, 4-meting 2014 Het Delft Internet Panel (DIP) is ingezet om een beeld te krijgen van de door Delftenaren gebruikte vervoersmiddelen voor verplaatsingen binnen de stad en de regio.
Nadere informatieVervoer in het dagelijks leven
Vervoer in het dagelijks leven Doordat de afstanden tot voorzieningen vandaag de dag steeds groter worden neemt het belang van vervoer in het dagelijks leven toe. In april 2014 zijn de leden van het Groninger
Nadere informatieResultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009
Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en doel 3 2. Uitvoeringsverantwoording 5 3. Resultaten 8 4. Conclusies 47 Klanttevredenheid Regiotaxi Utrecht najaar 2009 2 Aanleiding
Nadere informatiePublieksonderzoek Fietsverlichting
In hoeverre zijn fietsers in Nederland bekend met de huidige regels rond het voeren van fietsverlichting en wat is hun eigen gedrag hierbij? Inleiding Op initiatief van het uitvoeringsteam campagne fietsverlichting
Nadere informatieOnderzoek Houten Jongeren en Wonen
Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen
Nadere informatieNotitie. Potentie fietsstromen Plofsluisbrug Nieuwegein
Notitie Potentie fietsstromen Plofsluisbrug Nieuwegein projectnummer 248800000 opdrachtgever Gemeente Nieuwegein contactpersoon Bart-Peter van Asselt projectleiding Bart Christiaens projectuitvoering Koen
Nadere informatiekoopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER
koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie
Nadere informatieRAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014
RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014 Opdrachtnemer: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Gemeente Maastricht Opdrachtgever: Roy Cornelissen Projectleider Topdagen en Evenementen Programmabureau
Nadere informatieOnderzoek fietstransferia
Onderzoek fietstransferia Resultaten onderzoek 2017 In opdracht van de gemeente Houten Projectnummer 20737 December 2017 Laurette Haas Totta Research N.V. Burgemeester Stramanweg 105F 1101 AA Amsterdam
Nadere informatieFietsen in Groningen 2018
veel respons Fietsen in Groningen 2018 Kübra Ozisik April 2018 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 3
Nadere informatieKübra Ozisik September
Kübra Ozisik September 2018 www.ois-groningen.nl Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Doel van het onderzoek 3 2. Resultaten 4 2.1 Respons 4 2.2 Fietsen in de stad 4 2.3 Bewaakte
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek fietsers 2007. Michiel Bassant
Tevredenheidsonderzoek fietsers 2007 Michiel Bassant Inleiding De gemeente Amsterdam wil het fietsgebruik stimuleren. Om dit te bereiken wordt een actief fietsbeleid gevoerd met maatregelen die het fietsen
Nadere informatieVeluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort
Veluwse Poort in beeld Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Doel van het onderzoek... 2 1.3. Probleemstelling...
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek fietsers Michiel Bassant
Tevredenheidsonderzoek fietsers 2006 Michiel Bassant Inleiding De gemeente Amsterdam wil het fietsgebruik stimuleren. Om dit te bereiken wordt een actief fietsbeleid gevoerd met maatregelen die het fietsen
Nadere informatieProvincie Noord-Brabant Definitief. 0-meting Brabantse snelfietsroutes
Provincie Noord-Brabant Definitief 0-meting Brabantse snelfietsroutes Provincie Noord-Brabant Definitief 0-meting Brabantse snelfietsroutes Datum 3 mei 2019 Kenmerk 003003.20190223.R1.02 Auteur Jantine
Nadere informatieTEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1
Nadere informatieMonitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014
Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners Zomer 2014 nulmeting Monitoring tevredenheid en gebruik van het OV onder bewoners Monitoren tevredenheid en gebruik Om na afloop van de pilot
Nadere informatieHoofdstuk 20. Fietsgebruik
Hoofdstuk 20. Fietsgebruik Samenvatting Negen op de tien Leidenaren van 18-75 jaar zegt een fiets te beschikken en vrijwel alle mensen met een fiets fietsen wel eens. De fiets wordt door driekwart van
Nadere informatieKlantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG
St. Anthoniusplaats 9 6511 TR Nijmegen 024 663 9343 info@movate.nl Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG 05-06-2015 1 Inhoudsopgave Management summary 3 Introductie 5 Deelnemerinformatie 6 Pensioenbewustzijn
Nadere informatieEnquête SJBN 15.10.2013
Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken
Nadere informatieHoofdstuk 21. Fietsgebruik
Hoofdstuk 21. Fietsgebruik Samenvatting Om meer inzicht te krijgen in het fietsgebruik ten opzichte van andere vervoermiddelen is voor vier bestemmingen binnen Leiden gevraagd welk vervoermiddel inwoners
Nadere informatieEvaluatie hinder bij wegwerkzaamheden
Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL
Nadere informatie15% Slimmer Reizen Enquête. Factsheet: Universiteit Twente. 435 van 2900 uitgenodigde werknemers. Dit is een respons van
Slimmer Reizen Enquête Factsheet: Universiteit Twente Tiago Fioreze, Universiteit Twente - 27 October 2016 435 van 2900 uitgenodigde werknemers. Dit is een respons van SLIMMER REIZEN ENQUÊTE UNIVERSITEIT
Nadere informatieBURGERPANEL LANSINGERLAND
BURGERPANEL LANSINGERLAND Resultaten peiling Uitgangspunten Verkeersbeleid januari 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling met het burgerpanel van Lansingerland over de
Nadere informatieInwoners van Enschede beoordelen bereikbaarheid centrum
Inwoners van Enschede beoordelen bereikbaarheid centrum De gemeente Enschede hecht veel belang aan de mening van inwoners. Daarom is het opgericht. Via dit panel kunnen inwoners van Enschede gedurende
Nadere informatieFietsplan Heumen Onderdeel Fietsnetwerk gemeente Heumen
Fietsplan Heumen Onderdeel Fietsnetwerk gemeente Heumen Datum: 5 juni 2015 Projectnr: 2015004 Opdrachtgever: Peter Rutten (gemeente Heumen) Opstellers: Bart Christiaens (Tibs) Koen van Neerven (& Verkeersadvies)
Nadere informatieWat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0
Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken
Nadere informatieFietsbeleid bij werkgevers. Enquêteresultaten
Fietsbeleid bij werkgevers Enquêteresultaten Fietsbeleid bij werkgevers Enquêteresultaten Datum 19 april 2017 Opgesteld door Roel Lenoir Postadres: Jean Francois van Royenweg 11 2597 NV Den Haag E-mail:
Nadere informatieHoofdstuk 12. Fietsgebruik
Hoofdstuk 12. Fietsgebruik Samenvatting Van de Leidenaren van 18-75 jaar geeft, evenals in 2002, ruim negen op de tien aan over een fiets te beschikken en de meeste Leidenaren maken er ook gebruik van.
Nadere informatieOnderzoek Fietsen in Schiedam 2015 Maart 2015 Gemeente Schiedam Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen
Onderzoek Fietsen in Schiedam 2015 Maart 2015 Gemeente Schiedam Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen P a g i n a 2 Inleiding De gemeente Schiedam wil het fietsgebruik in Schiedam stimuleren. Om goed te weten
Nadere informatieENQUÊTE GEBRUIK OPENBAAR VERVOER GROTE MARKT EN A-KERKHOF
ENQUÊTE GEBRUIK OPENBAAR VERVOER GROTE MARKT EN A-KERKHOF 1. Inleiding In opdracht van de gemeente Groningen heeft onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL een enquête uitgevoerd naar het gebruik van het openbaar
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieQuickscan Stichting Katholiek Onderwijs Enschede
Quickscan Stichting Katholiek Onderwijs Enschede Uitkomsten nulmeting 13-2-2013 2 Uitkomsten nulmeting Stichting Katholiek Onderwijs Enschede Vandaag Doel en methode Werkgeversvragenlijst Werknemersvragenlijst
Nadere informatieDEEL F FIETSBALANS IN DRENTHE
DEEL F FIETSBALANS IN DRENTHE 54 21 Inleiding De Fietsbalans is een onderzoek naar het fietsklimaat in de verschillende gemeentes in Nederland. Vanaf 2000 is de Fietsbalans in 123 gemeenten uitgevoerd,
Nadere informatieFietsparkeren in Leiden
Fietsparkeren in Leiden peiling Leids JongerenPanel Colofon Serie Statistiek 2011 / 12 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek, BOA Postbus 9100, 2300 PC Leiden E-mail: boa@leiden.nl Website: www.leiden.nl/jongerenpanel
Nadere informatieDe gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.
Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.
Nadere informatieFietsbeleving Zuidas. Projectorganisatie Zuidasdok
Fietsbeleving Zuidas Projectorganisatie Zuidasdok 31 AUGUSTUS 2017 Auto Motor bromfiets Elektrische fiets Fiets Lokaal OV Regionaal OV Trein Lopend Eindtotaal Algemeen De enquête fietsbeleving is uitgevoerd
Nadere informatieANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015
ANALYSE RESULTATEN ENQUÊTE OVER CENTRUMPLANNEN april 2015 Inleiding Op 18 december 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders conceptvisies over deelaspecten van het centrum aan raads- en burgerleden
Nadere informatieInformatiedocument Praktijktest fietsservicepunt
Informatiedocument Praktijktest fietsservicepunt (conceptversie 1 september 2014) (onderdeel van het project F200 (toekomstige) snelfietsroute Haarlem Halfweg Amsterdam-West) Plaatsing: maandag 8 september
Nadere informatieOnderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival
1 (12) Onderzoek Inwonerspanel: Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 26 maart kregen de panelleden van 18 jaar en ouder (1.155 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst over
Nadere informatieBijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag
Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID
Nadere informatieInventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken
Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...
Nadere informatieOnderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland
Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar
Nadere informatieEerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen
Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Inleiding De FOD Mobiliteit en Vervoer en het Vias-instituut hebben een grote enquête georganiseerd om de mobiliteitsgewoonten
Nadere informatieBeleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful
Postbus 450 5600 AL Eindhoven +31 (0)40-84 89 280 www.dynamic-concepts.nl info@dynamic-concepts.nl Beleving Theaterfestival Boulevard Life is Wonderful Dynamic Concepts consultancy Eindhoven Copyright
Nadere informatieGezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo
Gezondheidsbeleid 2013 Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Afdeling Bedrijfsvoering Team informatievoorziening Onderzoek en Statistiek Venlo, mei 2013 2 Samenvatting Inleiding In mei 2011 is de landelijke
Nadere informatieRapportage enquête Leefbaarheid in de Merenwijk
Rapportage enquête Leefbaarheid in de Merenwijk Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) gemeente Leiden December 2014 In november en december 2014 is een vragenlijst uitgezet op de webpagina www.leiden.nl/merenwijk.
Nadere informatieStraten in Groningen
Straten in Groningen Laura de Jong Januari 2017 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl Inhoud Inhoud... 1 Samenvatting... 2 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Verschillende groepen... 4 2.2 Tevredenheid
Nadere informatieFietscampagne -1. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming. Januari 2016.
Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Januari 2016 Fietscampagne -1 Leiden en de omliggende gemeenten investeren de komende jaren flink om
Nadere informatieSamenvatting Bijlage bij schriftelijke vragen PvdA/GroenLinks Fietsroutes via centrum van Rotterdam Aanbevelingen ter verbetering van
Samenvatting Bijlage bij schriftelijke vragen PvdA/GroenLinks Fietsroutes via centrum van Rotterdam Aanbevelingen ter verbetering van fietsverbindingen door het centrum van Rotterdam Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatie2013, peiling 2 juli 2013
resultaten 2013, peiling 2 juli 2013 Van 14 mei tot en met 26 mei 2013 is een peiling onder het HengeloPanel gehouden. Van de 2.715 panelleden die waren uitgenodigd, hebben 1.615 leden de vragenlijst ingevuld.
Nadere informatieHoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden
Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden Samenvatting De binnenstad van Leiden krijgt een voldoende (7,1) van de Leidenaren. Wanneer wordt gevraagd naar de ontwikkeling van de afgelopen twee jaar, dan geven meer
Nadere informatieGratis met de bus Evaluatie gratis busvervoer in Groningen op 18 en 19 september 2010
Gratis met de bus Evaluatie gratis busvervoer in Groningen op 18 en 19 september 2010 Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen Gratis met de bus
Nadere informatieStudentenBureau Stagemonitor
StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...
Nadere informatieImago-onderzoek Rotterdam onder studenten
Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Rotterdam, februari 2013 Onderzoek uitgevoerd door studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam Contacten: Professor Luit Kloosterman, Bart van Putten, Tim
Nadere informatieFietsen in deelgemeente Noord
rotterdam.nl/onderzoek Fietsen in deelgemeente Noord Onderzoek en Business Intelligence Fietsen in deelgemeente Noord Margriet Heessels Onderzoek en Business Intelligence (OBI) juni 2013 In opdracht van
Nadere informatieSamenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk
Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL
Nadere informatieFactsheets De Liemers
Factsheets snelfietsroute De Liemers Informatie over De Liemers, de snelfiets route tussen Arnhem en Zevenaar. 9 factsheets met infor matie, kosten en planningen. Uitgave mei 2011 Factsheets De Liemers
Nadere informatieRapportage verkenning snelfietsroutes / (hoogwaardige) regionale fietsverbindingen Purmerend Zaanstad en Purmerend-Hoorn
Rapportage verkenning snelfietsroutes / (hoogwaardige) regionale fietsverbindingen Purmerend Zaanstad en Purmerend-Hoorn In het kader van de MIRT-verkenning corridor Amsterdam- Hoorn Datum: 13 mei 2016
Nadere informatieRapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018
Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018 In oktober 2016 organiseerde de Stadsregio Amsterdam een publieksraadpleging over het nieuwe OV Lijnennet. Een online vragenlijst maakte onderdeel uit van
Nadere informatieDe impact van legalisering van online. kansspelen op klassieke loterijen. April 2011. In opdracht van Goede Doelen Loterijen NV
De impact van legalisering van online kansspelen op klassieke loterijen April 2011 In opdracht van Goede Doelen Loterijen NV Uitgevoerd door: MWM2 Bureau voor Online Onderzoek Auteurs Matthijs Wolters
Nadere informatieMaatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij
Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid
Nadere informatieFORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform
Nadere informatieMARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016
MARKTONDERZOEKVERSLAG Goldensports, juni 2016 Marktonderzoek Golden sports juni 2016 Inleiding In juni 2016 hebben 63 deelnemers van GoldenSports de vragenlijst ingevuld (zie bijlage 1). De vragenlijsten
Nadere informatieUitkomsten t.b.v. de visie
Achtergrond Ten behoeve van de regionale bereikbaarheidsvisie IJmond is in de periode april-juni 2012 een digitale enquête gehouden onder de inwoners van de IJmond. Via regionale pers en diverse websites
Nadere informatieFries burgerpanel Fryslân inzicht
Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Fries burgerpanel over voorzieningen in Fryslân september 2015 Wij gaan er van uit
Nadere informatieResultaten referentieprojecten fiets
Resultaten referentieprojecten fiets MIRT-verkenning corridor Amsterdam - Hoorn 25 april 2016 p Rapport Evaluatie Met de fiets minder file (MuConsult i.o.v. Min.V&W, februari 2009) Eénmeting F35-trajecten
Nadere informatieRapportage onderzoek communicatie en informatie. communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken. de Bibliotheek Deventer
voor bibliotheken Rapportage onderzoek communicatie en informatie De mening van klanten over de communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken de Bibliotheek Deventer Inhoud Beschrijving
Nadere informatiePeiling Bibliotheek Olst-Wijhe Oktober 2018
Peiling Bibliotheek - Oktober 2018 Resultaten Inleiding De gemeenteraad van - heeft in 2014 een besluit genomen over de toekomst van het bibliotheekwerk in - tot en met 2020. Daarbij is onder andere gekozen
Nadere informatieToelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016
Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Inleiding Op basis van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. De vier Westerkwartiergemeenten
Nadere informatieOnderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld
NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de
Nadere informatieFietsbeleid in de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Sjors van Duren Stadsregio Arnhem Nijmegen
Fietsbeleid in de Stadsregio Arnhem Nijmegen Sjors van Duren Stadsregio Arnhem Nijmegen Inhoud 1. Ontwikkeling beleid 2. Laaghangend fruit 3. Kennisontwikkeling Ontwikkeling beleid 2008 Financiering: BDU
Nadere informatieFiguur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning?
5 Het energielabel In het tweede kwartaal van 2008 is een aantal aanvullende vragen gesteld aan de respondenten. Deze vragen gingen over het energielabel. De resultaten van deze vragen worden in dit hoofdstuk
Nadere informatieEenzaamheid in relatie tot digitale communicatie
Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Index 1. Samenvatting p. 3 2. Doelstellingen en opzet onderzoek p. 6 3. Gebruik communicatiemiddelen p. 9 4. Perceptie digitale communicatie en eenzaamheid
Nadere informatieSimon Arndt, Directie Bedrijfsvoering, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek. Mariëlle Bartels//Rien de Vries, directie Stad, stadsontwikkeling
omnibusenquête 2011 deelrapport flexibel werken OMNIBUSENQUETE 2011 Deelrapport: flexibel werken Februari 2012 Samenstelling rapport: Enquête-organisatie: In opdracht van: Josée Boormans, Directie Bedrijfsvoering,
Nadere informatie