A.H.F. Elling en P. de Knop. De sociaal-integrerende functie van sport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "A.H.F. Elling en P. de Knop. De sociaal-integrerende functie van sport"

Transcriptie

1 De sociaal-integrerende functie van sport Een kwestie van interpretatie? A.H.F. Elling en P. de Knop Beide auteurs zijn veronden aan de Katholieke Universiteit Braant en etrokken ij het interuniversitaire onderzoeksprograa Waarden en Noren in de Sport' (wns) van noc*nsf. Dit onderzoek wordt ede ogelijk geaakt door financiële ondersteuning van het inisterie van vws en Stichting Nationale Sporttotalisator. Adres: drs. Agnes Elling, Katholieke Universiteit Braant, vakgroep Vrijetijdswetenschappen, Postus 90153, 5000 le Tilurg, t (013) /(020) Saenvatting Aan sport worden de laatste jaren allerlei aatschappelijke functies toegeschreven. Ook in het kader van de ontwikkeling van een plurifore en ulticulturele saenleving zou sport een elangrijk iddel kunnen zijn. Vaak wordt sport gezien als ideaal iddel voor sociale integratie. In dit artikel wordt de zeer coplexe relatie tussen sport en integratie kritisch ekeken en worden verschillende aspecten nader elicht. Zowel sociale integratie als segregatie zijn processen die enerzijds nauw veronden zijn et de eigenheid van sport en anderzijds tevens voortkoen uit de aatschappelijke inedding van sport. Het egrip sociale integratie wordt ontleed in een drietal diensies en er wordt onderscheid geaakt in integratie in en door de sport. De diverse facetten worden geïllustreerd et vooreelden van enkele doelgroepen van het sportstiulerings- en/of antidiscriinatieeleid van de overheid. i Inleiding Sporteoefening in sociaal verand draagt ij aan sociale cohesie; via sport koen persoonlijke contacten en relaties tot stand, ouwen ensen vriendenkringen en relatienetwerken op en kan ook het geeenschapsgevoel worden versterkt. Door deze sociaal-indende werking kan sport ijdragen aan socialisatie-, integratie- en eancipatieprocessen in de saenleving (...) Sport wordt gewaardeerd o de vorende waarden die er inherent aan zijn. Sporters leren zich te houden aan afgesproken regels, verlies te accepteren, respect te tonen voor de prestaties van de tegenstander en zich open te stellen voor anderen (...) De praktijk laat echter ook zien dat de sportwereld een aatschappelijke plaats is waar negatieve tendensen in onze saenleving tot uiting koen, (vws 1996,15/28) In eleidsgerichte discussies over sport wordt de laatste jaren in toeneende ate aandacht esteed aan waarden en noren in de sport, aan algeene en specifieke etekenissen van sport voor de saenleving en anderso. Deografische veranderingen en eer individualistische en plurifore leefstijlen heen hun uitwerking op de organisatie en eleving van sport. Daarnaast heeft de sport innen de

2 A.H.F. Elling en P. de Knop De sociaal-integrerende functie van sport saenleving een eer centrale plaats ingenoen. De actieve en passieve sporteoefening zijn gestegen evenals de aan sport toegekende etekenissen en functies voor individu en totale evolking. Bovendien tekent de grote etrokkenheid van sport ij rede aatschappelijke issues en verantwoordelijkheden als gezondheid, socialisatie en sociale integratie, coercie, econoie en wetenschap zich steeds duidelijker af (Council of Europe 1995). In recente eleidsrapporten van de overheid en de nationale sportkoepel noc* nsf wordt gewezen op het elang van sport als sociaal indiddel in de saenleving (Van Bottenurg en Schuyt 1996, Cru 1991, Kearney 1992, vws 1996). De gevoerde waarden en noren discussies gaan zowel over intrinsieke aspecten van sport zoals spel en ewegen, als ook over eer instruentele kanten zoals ogelijke econoische en integratieve functies van de sport. Er wordt niet alleen gewezen op de elangrijke positieve sociale etekenissen van sport voor individu en saenleving (ijvooreeld zelfontplooiing, gezondheid en sociale integratie), aar er is ook in toeneende ate aandacht voor negatieve tendensen als discriinatie, agressie en uitwassen innen de (jeugd)topsport (Calhoun 1981, Coakley 1994, Council of Europe 1995, Vanreusel en Bulcaen 1992). Ondanks de onderkenning dat sport in haar vele facetten een coplex fenoeen is et paradoxale etekenissen, worden tegelijkertijd nog vaak eenzijdige, functionele relaties tussen sport, individu en aatschappij verondersteld. Hoewel er in het algeene overheidseleid ten aanzien van de aatschappelijke integratie van etnische inderheden en andere achterstandsgroeperingen relatief weinig aandacht wordt esteed aan sport, wordt tegelijkertijd de sportwereld sos aangedragen als lichtend vooreeld of als elangrijk instruent (Elling en De Knop 1998). Het is echter nog niet zo lang geleden dat sporteoefening een activiteit was, die vrijwel uitsluitend toegankelijk was voor jonge, lanke, fysiek gezonde, heteroseksuele annen en daaree uiterate sterk ijdroeg aan sociale differentiatie. Is sport iniddels zover gedeocratiseerd dat dergelijke uitsluitings- en segregatieprocessen in de hedendaagse sport niet eer voorkoen? Ook in veel huidige sportverenigingen wordt voornaelijk wedstrijdsport edreven en juist deze is sterk gecategoriseerd naar leeftijd, sekse en validiteit (Anthonissen en Boessenkool 1996,1997, Heineann en Schuert 1994). Bovendien lijkt de participatie en integratie van verschillende groepen geen hoge prioriteit te krijgen innen het verenigingseleid (Prinsen 1996). Het etaalde voetal wordt vaak als vooreeld gezien voor de integratie van etnische inderheden. Hierover kunnen echter ook een aantal kritische vragen gesteld worden: In hoeverre wordt stereotype eeldvoring ten aanzien van 'zwarte ensen evestigd? Is professionele sporteoefening voor jonge allochtonen annen slechts één van de weinige ogelijkheden tot sociale oiliteit? Waar zijn de allochtone trainers en estuurders? En hoe zit het et de integratie innen de volleyal-, hockey of tenniswereld? In haar huidige verschijningsvoren lijkt sport zeker ogelijkheden te ieden tot sociale integratie, aar een gedifferentieerde analyse is hierij van elang. Wat wordt eigenlijk edoeld et de integratieve etekenis/functie van sport? Zijn er verschillende integratieaspecten te onderscheiden? Wie oeten er integreren en onder welke voorwaarden? Integreert sport ten aanzien van verschillende sociale kenerken (ijv. leeftijd, etniciteit, validiteit, seksuele voorkeur) op dezelfde wijze? Zijn de leden van een Surinaase, Turkse of hooseksuele sportvereniging inder geïntegreerd in de saenleving dan zij die in een geengde clu sporten? In dit artikel staat de sociaal-integrerende etekenis van sport(eoefening) centraal. Na een korte uiteenzetting van het duelkarakter van sport zal een analysekader uiteengezet worden, et ehulp waarvan gekeken kan worden op welke wijzen sporteoefening kan ijdragen aan sociale integratie. Aan de hand van dit kader wordt kritisch gekeken naar de integratieve ogelijkheden van sporteoefening ten aanzien van verschillende doelgroepen van het sportstiuleringseleid.1 2 Waarden en noren in de sport Sport is filled with oth violqnce and tenderness, joy and despair, eauty and repulsiveness, order and disorder...cheers are inevitaly followed y oos, the sweet wine of victory y the gall of defeat. (Snyder en Spreitzer 1978, 15) *4

3 A.H.F. Elling en P. de Knop De sociaal-integrerende functie van sport Binnen theorievoring over sport wordt regelatig onderscheid geaakt tussen sportspecifieke en sportoverstijgende aspecten, tussen sportinterne en -externe goederen, tussen sportintrinsieke en -extrinsieke waarden. Steenergen e.a. (1992, 1996) spreken, in dit verand van het duelkarakter van sport. O onder andere ij ethische kwesties categorische verwarringen te voorkoen zou de specifieke eigenheid van sport steeds in eschouwing oeten worden genoen. In sport gelden epaalde regels en waarden die niet altijd overeenkoen et algeeen geldende waarden en noren. Zo zijn epaalde voren van discriinatie, van onderscheid aken naar ijvooreeld sekse, leeftijd, validiteit of nationaliteit, toegestaan vanwege het wedstrijdprincipe. In de wedstrijdsport geldt naelijk een geod op overtreffen én een geod op gelijkheid. Het zo goed ogelijk presteren, willen winnen, is onderdeel van de sport. Tegelijkertijd geldt het principe van gelijke kansen: annen en vrouwen, jongeren en ouderen hoeven in de eeste takken van sport niet tegen elkaar in het strijdperk te treden vanwege de ongelijke kansen op overwinning. Een wedstrijd waarij een 14-jarig eisje in een rolstoel tegen een 18-jarige jongen en een 50-jarige vrouw zou oeten hardlopen voldoet niet aan de regels van fair play. En een profvoetaller uit Brazilië die in de Nederlandse copetitie uitkot ag niet eedoen et het Nederlands elftal ij een interlandwedstrijd. In sport gelden echter niet alleen eigen regels en waarden; sport is tevens onderdeel van een groter aatschappelijk geheel en daaro zal ook steeds de sociaal-culturele inedding in ogenschouw oeten worden genoen. Sportverenigingen die zich nog steeds eenzijdig oriënteren op wedstrijdsport eigen waarden, zoals segregatie naar sekse en leeftijd en het streven naar het overtreffen van de tegenstander, koen onder druk te staan van ledenverlies, ede door veranderende opvattingen in de saenleving (Anthonissen en Boessenkool 1997, Janssens 1996, Heineann en Schuert 1994). Niet alle overtredingen van aatschappelijke noren en regels kunnen onder het o van van de sporteigenheid worden goedgepraat. Op grond van sportoverstijgende arguenten zou iedereen de ogelijkheid oeten worden geoden o de tak van sport van zijn of haar interesse, naar eigen wensen en kunnen, te eoefenen. Dit laatste is ook de doelstelling van het sporteleid van de overheid en de nationale sportkoepel (noc*nsfi997, vws 1996). Het sportoverstijgende principe van participatie of integratie van verschillende sociale groepen in de sport is korto niet altijd strijdig et, aar kan juist gepaard gaan et segregatie, et onderscheid aken op wedstrijdsportinhoudelijke arguenten. Naast dit onderscheid in sportintrinsieke en sportextrinsieke waarden kan er ovendien onderscheid geaakt worden tussen het niveau van sporteoefening - de sportpraktijk - en het institutionele niveau, de sportorganisaties. Zo kan integratie in de sport etrekking heen op gezaenlijke sporteoefening van valide en indervalide personen, aar kan er ook sprake zijn van integratie op organisatorisch niveau, waarij alle sportonden een afdeling gehandicaptensport heen. Odat sporteoefening niet eer hoofdzakelijk eperkt is tot de jonge, annelijke evolking uit de gegoede urgerij, aar in of eer geeengoed is geworden heeft de sociale etekenis en daaree de sociaal-integrerende etekenis van sport steeds eer aandacht gekregen. Niettein worden etekenisanalyses van sport voornaelijk enaderd vanuit een positivistisch, functionalistisch perspectief en steunen de aan sport toegedichte functies vaak op gerekkig epirisch ateriaal (Cachay 1988, Coakley 1994, Council of Europe 1995, Ingha en Loy 1993)- Sport is et andere woorden een coplex fenoeen et eerduidige en vaak ook paradoxale etekenissen, waartussen steeds opnieuw een alans gevonden oet worden. Vooreelden van de paradoxale etekenissen van sport zijn de spanning tussen het gelijktijdige streven naar gelijkheid (fair play) en verschil (copetitie, winst en verlies), tussen ongedwongen sporteoefening en de sociale dwang tot ewegen en gezondheid, tussen vrijwilligerswerk en verregaande professionalisering en coercialisering van sport, tussen gloalisatie en lokale identiteit, tussen natuureleving en ilieuproleatiek, tussen integratie en segregatie. O de integratieve (on)ogelijkheden van sport te analyseren is een ruikare oschrijving van het egrip sociale integratie in relatie tot sport noodzakelijk. 1998*25*

4 A.H.F. Elling en P. de Knop De sociaauintegrerende functie van sport Sociale integratie STRUCTUREEL (participatie) SOCIAAL-CULTUREEL (eeldvor ing) SOCIAAL-AFFECTI E F (vriendschap) Sportpraktijk for eel co petitief organisato risch direct A ssi ila tie Acceptatie E ancip atie W ederzijds respect so ciaal contact (sp ort)vriendschap (integratie in sport) (in eigen' kring/'ge engd ) Sportoverstijgend (Andere sferen: areid, onderwijs, huisvesting, kunst cultuur) O p le id in g (on) etaald werk so ciale oiliteit Doorreking vooroordelen Zich t aarh eid E ancip atie so ciale contacten vriend schap partner/huw elijk (integratie door sport) (indirect door taal, o gangsvo r en, gezondheid) (in eigen kring/'ge engd ) 3 Integratie en segregatie Viele neue Gruppen von Menschen haen sich in den letzten Jahren den Turn- und Sportvereinen angeschlossen zw. eigene Sportgruppen ausgeildet; dies gilt z.b. für Frauen, ältere Menschen, Ausländer oder Behinderte; sie koen oft aus andere Bewegungsgründen und it anderen Interessen zu Sport, als es die typischen Sportler taten an denen sich die Vereinsareit islang weitgehend orientierte. Die vielfältigen Gesundheits-, Therapie- und sogar Leenshilfe-Erwartungen, die sich zunehend it de Sport verinden, edürfen aer genauer wissenschaftlicher Erfassung und Analyse, wenn sie angeessen erfüllt werden sollen, und sie üssen auch daraufhin üerprüft werden, o und inwieweit sie realisierar sind. (Grupe 1986, 264) Integratie als een algeeen egrip etekent het saengaan van verschillende entiteiten tot een (eer hoogeen) geheel. Bij toepassing op personen en culturen wordt vaak een toevoeging geruikt zoals aatschappelijk of sociaal (Engersen en Gariëls 1995, Vanreusel en Bulcaen 1992). In die zin etekent het dus het saengroeien van verschillende groepen en/of personen in een aatschappij, instituut of organisatie. Het gaat in de eerste plaats o een proces, aar sos wordt vooral gedoeld op een (gewenste) toestand. Bovendien estaat sociale integratie uit verschillende aspecten, waarij accenten gelegd worden op verschillende diensies van saenleven, zoals aatschappelijke participatie, eeldvoring en vriendschap.2 Dergelijke algeene diensies van sociale integratie tezaen et het duelkarakter van sport hanteren wij als analysekader voor onderzoek naar de sociaal-integrerende etekenis van sport: De driedeling functioneel, oreel en expressief van Engersen en Gariëls (i995).geruiken wij o de arguentatie voor integratie en/of segregatie in de sport te verhelderen. Bij de functionele diensie gaat het o een efficiënte afsteing en coördinatie van handelen. In een sportwedstrijd op het hoogste niveau zullen de personen et de este vaardig «25 «4

5 A.H.F. Elling en P. de Knop De sociaal-integrerende functie van sport heden die ovendien het este functioneren innen het gehele tea, oeten worden opgesteld. De eigenheid van de wedstrijdsport, et principes als spelen o te winnen staan hier centraal. Maar ook sportoverstijgende arguenten kunnen functioneel zijn (zoals gezondheid) en sos zelfs strijdig et de sport eigen functionaliteit. De orele diensie verwijst naar het overeenkoen van een rechtvaardig norenstelsel, waardoor integriteit van ensen gewaarorgd lijft. Ten aanzien van sport voor gehandicapten kan integratie eerder als oreel en ethisch correct dan functioneel, worden opgevat. Morele, sportoverstijgende, arguenten voor integratie kunnen sos tegengesteld zijn aan functionele arguenten. Dat geldt ijvooreeld ij de jeugdsport als het elangrijker wordt gevonden dat iedereen eedoet dan dat er wordt gewonnen. De expressieve diensie verwijst naar de erkenning van en ogelijkheden tot ontwikkeling van een individuele en collectieve identiteit. De expressieve diensie kot naar voren ij het saenstellen van vriendenteas of het oprichten van een vereniging et een epaalde signatuur (ijv. sportverenigingen et een christelijk, Surinaas of hooseksueel karakter). Ook deze expressieve aspecten kunnen zowel saengaan als conflicteren et functionele én orele arguenten tot integratie (zie ijv. Penninx e.a. 1995, Taylor 1995). Door deze verschillende diensies te onderkennen worden zowel aspecten van een ulticulturele saenleving als een geïndividualiseerde saenleving als uitgangspunten genoen ij het proces van sociale integratie. In een plurifore saenleving heerst naelijk een overkoepelend patroon van waarden en noren, aar is er tevens sprake van flexiiliteit, wederzijds egrip en tolerantie (Latuheru e.a. 1994, Taylor 1995). Wij zullen vervolgens ingaan op de verschillende diensies van integratie zoals genoed in tael 1. In het geval van structurele integratie gaat het o verplichte en eer vrijlijvende participatie aan verschillende aatschappelijke terreinen, waaronder ook de sport. Gelijke kansen en ogelijkheden staan hierij centraal, welke saenhangen et zowel functionele als orele coponenten. De selectie van een nationaal tea in een epaalde tak van sport zou puur op grond van functionele arguenten geaseerd oeten zijn op louter sportspecifieke vaardigheden en kenerken en niet op ijvooreeld huidskleur of seksuele voorkeur. Het gaat iers o het ehalen van een zo goed ogelijke prestatie. Daarnaast gelden tevens orele arguenten, het recht op gelijke ehandeling en het tegengaan van discriinatie. Structurele integratie in de sport kan worden opgevat als het zorgdragen voor toegankelijkheid en participatie. Deelnae aan sport op zich kan dus reeds worden gezien als een vor van aatschappelijke integratie, vergelijkaar et het deelneen aan andere sociale 'sferen o f praktijken zoals de areidsarkt of het onderwijs. Er kan vervolgens nader onderscheid geaakt worden in uiteenlopende voren van sportparticipatie. Niet alle doelgroepen van het sportstiulerings- en antidiscriinatieeleid heen naelijk dezelfde wensen en ogelijkheden tot integratie. Er kan gesproken worden van een structureel integratiecontinuü, van georganiseerde sportdeelnae et weinig tot sportdeelnae et veel onderlinge groepsintegratie.3 1 Forele integratie: in dit geval estaat de enige vor van (institutionele) integratie uit contacten via epaalde overlegorganen of een lidaatschap van een reguliere sportorganisatie (ijv. noc*nsf). Dit geldt ijvooreeld voor de gehandicaptensport, en voor Meer Bewegen voor Ouderen (vo). 2 Copetitieve integratie: naast forele integratie via ijvooreeld het lidaatschap van een ond, vindt integratie plaats door iddel van deelnae aan een reguliere copetitie (ijv. voetal of volleyal) of een sporttoernooi. Deze vor van integratie kot vooral voor ij categoriale verenigingen van allochtone of hooseksuele sporters, die aan de reguliere copetitie eedoen. j Organisatorische integratie: ij deze integratievor gaat het ijvooreeld o een sectie gehandicapten- of ouderensport innen een ond of vereniging of een allochtoon tea innen een, verder autochtone, sportvereniging. 4 Directe integratie: hieree wordt edoeld dat individuen (uit epaalde achterstandsgroepen) innen regulier verand eedoen aan sportwedstrijden. Terwijl etnische inderheden of hooseksuelen in principe de ogelijkheid heen tot directe integratie, zijn er slechts weinig voren van directe integratie et etrekking tot ouderen en gehandicapten, odat voor de eeste takken van sport prestaties afhankelijk zijn van leeftijd en validiteit. Er kan echter

6 A.H.F. Elling en P. de Knop De sociaamntegrerende functie van sport ook sprake zijn van ogekeerde integratie als ijvooreeld niet gehandicapten eedoen et zitvolleyal of er één Hollander in een allochtoon tea speelt. Afhankelijk van de sociale groepering vooral ten aanzien van allochtonen en hooseksuelen _ worden enkele van de hier onderscheiden integratievoren (ijv. copetitieve integratie) over het algeeen aangeduid als sporteoefening in eigen kring en in verand geracht et segregatietendensen (vergelijkaar et zwarte woonwijken of scholen). Aangezien sporteoefening echter een activiteit is waaraan in de vrije tijd en volgens het sporteleid naar eigen wensen en ogelijkheden zou oeten kunnen worden deelgenoen zal vooral de vraag gesteld oeten worden waaro epaalde groeperingen zich (ook in de sport) apart organiseren. Doen zij dit odat er geen ogelijkheden zijn o geïntegreerd te sporten, of odat zij zich gediscriineerd of inder welko voelen innen de reguliere sport, of odat zij graag in contact willen koen/lijven et ensen et epaalde sociale kenerken? Wanneer dergelijke vragen worden gesteld gaat het niet eer alleen o verschillende structuren van integratie, aar tevens o culturele aspecten. Bij het proces van sociaal-culturele integratie gaat het vooral o aspecten als veranderende eeldvoring, waarden en noren. Respect voor pluriforiteit van waardeoriëntaties, identiteitsvoring en -eleving is hierij van groot elang (zie ook Martin 1992). Verschillende groepen hanteren naelijk epaalde eigen culturele noreelden (Gowricha 1995, 210). Ondanks de toeneende pluriforiteit van sportogelijkheden en oriëntaties heerst er vooral in de wedstrijdsport nog vaak een doinante cultuur waardoor ook selectie- en uitsluitingsprocessen kunnen optreden. Binnen de sportwereld gelden allerlei specifieke syolen, opvattingen en regels die niet altijd zo neutraal en vanzelfsprekend zijn als ze sos, ede onder het o van de eigenheid van sport worden voorgesteld. Bepaalde (ongeschreven) codes ten aanzien van ogangstaal en gedrag kunnen ijvooreeld door allochtonen of hooseksuelen als niet wenselijk of zelfs discriinerend worden ervaren, waardoor zij zich zullen oeten aanpassen of ervoor kiezen o de sportclu te verlaten en eventueel in eigen kring gaan sporten (Bakhtali en Rasahai 1990, Elling en De Knop 1998, Heka 1994, De Jong 1989, Stöpler en Schuyf 1997). Ook voor veel ouderen en gehandicapten kunnen naast structurele, ook culturele drepels deelnae en integratie in de weg staan (Van Essen e.a. 1995, Sherill en Willias 1996). De laatste tijd is innen de sport steeds eer aandacht voor pluriforiteit van waarden of culturele noreelden. En tevens voor de vraag hoe et deze pluriforiteit o te gaan vanuit de sportvereniging, de onden of de overheid (Beckers en Serail 1991, Cru 1991, Digel 1986, Hoogenda 1997). Daarij is één van de grootste uitdagingen o een goede alans te vinden tussen sporteigen en sportoverstijgende waarden en tussen expressieve, orele en functionele aspecten welke sos tegenstrijdig kunnen zijn. 'Geengde sporteoefening qua leeftijd, etnische achtergrond, validiteit of seksuele voorkeur kan ieands eeldvoring over epaalde evolkingsgroepen veranderen en ijdragen tot eer inzicht in en respect voor culturele verschillen. Zo kunnen personen op individuele asis stereotype eeldvoring, van andere sporters en toeschouwers, ontkrachten. Dat geldt ijvooreeld voor een 60-jarige arathonloper of een hooseksuele voetaller4 ten aanzien van heersende ideeën over leeftijd of seksuele voorkeur. Gezaenlijke sporteoefening kan estaande vooroordelen echter tevens evestigen, of zelfs versterken. Structurele integratie is dus in zekere ate voorwaarde, aar iedt geen garantie tot sociaal-culturele integratie. Individuen heen, in tegenstelling tot ovengenoede vooreeld vaak sterker de neiging tot aanpassing aan geldende noren (assiilatie). Allochtone voetallers worden vooral gewaardeerd als ze zich aanpassen aan forele en inforele regels en codes, opgesteld door een wit estuur en een witte trainer. Hooseksuele (top)sporters durven vaak innen hun (reguliere) vereniging niet openlijk te zijn over hun seksuele voorkeur en doen sos zelf ee aan het ehoud van een vrouwonvriendelijke en hoofoe sfeer (Elling e.a. 1995, Messner en Sao 1990, 1994). Sociaal-culturele integratie hangt dus nauw saen et eeldvoring, et tolerantie, acceptatie en wederzijds respect. Minder hoog op een denkeeldig sociaal-cultureel integratiecontinuü staat ijvooreeld eenzijdige aanpassing aan heersende noren *25*4

7 A.H.F. Elling en P. de Knop De sociaal-integrerende functie van sport De laatste vor, sociaal-affectieve integratie, is veronden et de vorige twee, aar is het oeilijkst afdwingaar vanwege de elangrijke coponent van keuzevrijheid. Deze anier van inforele participatie innen de saenleving kot tot uiting in het aangaan van sociale contacten, vriendschappen en partnervoring/huwelijken (Veenan 1994). Sport(eoefening) rengt in vergelijking et andere voren van vrije tijdsesteding grote aantallen ensen ij elkaar en wordt dan ook regelatig een elangrijke cohesiefunctie toegeschreven (Van Bottenurg en Schuyt 1996, Vanreusel en Bulcaen 1991). Vooral voor jongeren is sport een plaats o vrienden te aken, aar ook voor oudere sporters iedt sporteoefening ogelijkheden tot sociaal contact, vriendschapsrelaties en als huwelijksarkt. In eleidsnota s wordt vooral ook ten aanzien van ouderen en gehandicapten gewezen op deze sociaal-affectieve diensie van integratie (vws ï995a, 1995). Sociale contacten lijken naast gezondheid en presteren, een zeer elangrijk otief te zijn voor sporteoefening. Het kan ede aanleiding zijn tot sporteoefening of de o andere redenen egonnen sportdeelnae te continueren (Manders 1984, 1987, Roosen en Kropan 1989). Voor soigen zijn deze vriendschapsrelaties sportoverstijgend, voor anderen lijven deze sociale relaties eperkt tot de sport of kot sporteoefening voort uit reeds estaande vriendschappen. Ook topsporters, in het ijzonder uitenlandse topsporters, zijn voor vriendschappen vaak vooral aangewezen op hun collega 's (Olin e.a 1990). Bij verhuizing is de sportvereniging, naast studie of aan voor velen één van de plekken waar contacten en vriendschappen worden opgedaan. Maar het is niet epirisch vastgesteld dat door sporteoefening geakkelijker vriendschappen worden gesloten dan door het lidaatschap van een uziekvereniging, of door café- of discoezoek. Wanneer er in een etnisch geengde groep gesport wordt kan dit leiden tot etnisch geengde vriendschappen. Maar hoewel een zekere ate aan teacohesie een voorwaarde is, etekent zelfs intensieve gezaenlijke sporteoefening niet dat de sporters eikaars este vrienden oeten zijn (Chu en Griffey 1982, Olin e.a. 1990, Ronglan 1997). Een vooreeld hiervan is de door de edia sterk enadrukte zwart-wit groepsvoring ij ajax en het Nederlandse voetaltea tijdens de Europese Kapioenschappen De eerste twee integratievoren lijken echter wel elangrijke voorwaarden te zijn voor het algeeen welslagen van een collectieve vor van sociaal-affectieve integratie, van ge en g d e sociale co n ta cten, v rien d sch a p p e n e n p a rtn e rv o r in g. Uit ovenstaande kan in ieder geval geconcludeerd worden dat processen van sociale integratie niet eenduidig in etekenis zijn. De hier onderscheiden diensies hangen, net als de driedeling in functioneel, oreel en expressief nauw et elkaar saen, zijn aan de ene kant copleentair en staan aan de andere kant sos op gespannen voet et elkaar (Engersen en Gariëls 1995, 21-23). Er estaan korto geen eenduidige lineaire veranden tussen structurele, sociaal-culturele en sociaal-affectieve integratie. Zo kan een hooseksuele an door aanpassing aan heersende heteroseksuele noren in de sport weliswaar in epaalde ate integreren, aar dit kan gedeeltelijk ten koste gaan van ijvooreeld zelfacceptatie en zelfverwerkelijking. Daarentegen kan een aparte zwegroep van allochtone vrouwen, de interne cohesievoring versterken en ijdragen aan eancipatie, aar ook integratieprocessen vertragen en ogelijk zelfs leiden tot discriinatie. In het voorgaande kwa reeds naar voren dat het stiuleren van (gezaenlijke) sportdeelnae, van integratie in de sport kan ijdragen aan aatschappelijke integratie, aan het wegneen van vooroordelen, aan geengde vriendschappen. Maar geengde sporteoefening veronderstelt niet autoatisch dat er sprake is van sociale integratie door sport. Het zichtaar zijn van gehandicaptensport of een toptea et veel allochtone spelers iedt geen garantie dat vooroordelen ten aanzien van validiteit of etniciteit worden tegengegaan. Het saenspelen in een tea etekent niet altijd dat iedereen eikaars este vriend is en dat er ook saen andere sociale activiteiten worden ondernoen. Sport is een aatschappelijk fenoeen en kan daardoor enerzijds ijdragen aan sportoverstijgende functies zoals aatschappelijke integratie, aar ook leiden tot inder positieve etekenisoverdracht zoals seksise en nationalise. 4 Sociale integratie in en door sport De verschillende aspecten van sociale integratie en hun onderlinge relaties hoeven niet eperkt te lijven tot sport, aar kunnen overdraagaar zijn naar

8 A.H.F. Elting en P. de Knop De sociaal-integrerende functie van sport andere aatschappelijke sectoren. Integratie in de sport kan sociale integratie door de sport tot gevolg heen (zie o.a. De Knop e.a. 1995). Met nae vanwege de unifore structuur, de vereende laagdrepeligheid, de enore ovang en daaree het toeneende elang van sport innen onze aatschappij, zou sport een ijdrage kunnen leveren aan de aatschappelijke integratie van epaalde groeperingen (Vanreusel en Bulcaen 1992). Maar juist ook deze eigenheid van de sport lijkt een redere aatschappelijke integratie in de weg te kunnen staan. Met etrekking tot epaalde groepen (vooral allochtonen) lijkt vaak een directe relatie te worden verondersteld tussen verschillende structurele integratievoren in de sport en redere integratie in de aatschappij. Odat structurele integratie (waaronder integratie in de sport) onderdeel is van aatschappelijke integratie is dit in zekere zin waar. Maar er estaat nauwelijks inzicht in de relaties tussen sporteoefening en andere voren van structurele integratie (ijvooreeld deelnae aan het areidsproces), sociaal-culturele integratie (eeldvoring) en sociaal-affectieve integratie (vriendschap). In ieder geval zullen deze relaties, zoals hieroven reeds vereld, niet causaal en eenduidig van aard zijn. Sporteoefening en aatschappelijke participatie Door sportdeelnae kunnen de kansen en ogelijkheden tot redere aatschappelijke integratie via sociale oiliteit worden vergroot. Vooral door het estaan van topsport is sporteoefening (in een aantal takken van sport) een ogelijkheid o de sociaal-econoische ladder te eklien. Deze sociale vooruitgang is echter slechts weggelegd voor enkelen. Daarnaast zijn ook de areidskansen innen de sportwereld als geheel toegenoen. Voor velen is hun etrokkenheid innen de sport geen vrijetijdsesteding eer, aar werk (trainers, journalisten, anagers, eleidsedewerkers). In die zin is de ogelijkheid tot redere sociale integratie door sporteoefening wel degelijk toegenoen. Maar juist de sport als aatschappelijk stijgingskanaal is niet altijd even toegankelijk voor alle groepen in de saenleving. Vooral in relatie tot vrouwen en allochtonen zijn deze scheve verhoudingen aangetoond (Acosta en Carpenter 1994, Jarvie 1991, Knoppers en Bouan 1996, Lapchick 1995, Maguire 1991). Voor allochtone annen estaat, overeenkostig sporters uit lagere sociaal-econoische klassen, innen epaalde takken van sport de ogelijkheid o als professional hun aatschappelijke positie (tijdelijk) te vereteren. Sos wordt verondersteld dat daaro de structurele integratie van zwarte ensen in de sport relatief hoog is, ondanks verschillende voren van discriinatie (Harris 1991, 1994, Party en Party 1991, Merkel 1996, Sailes I993)- Directe (structurele) integratie is hiervoor dus een voorwaarde, wat voor de groepen ouderen en gehandicapten eestal niet ogelijk is. Wel zou er ook ij deze laatste groepen in epaalde gevallen sprake kunnen zijn van structurele integratie door sport, wanneer en ijvooreeld door sporteoefening langer zelfstandig zou kunnen lijven wonen of wanneer contacten worden gelegd et etrekking tot huisvesting, werk of onderwijs. Hierover zijn weinig onderzoeksresultaten ekend, aar er kan niet van worden uitgegaan dat dit structureel geeurt. Bovendien lijkt dit eerder voor te koen ij takken van sport waaraan ensen uit hogere sociaal-econoische klassen deelneen (tennis, hockey, golf). Niettein kan van sporteoefening zeker een stiulerende werking uitgaan, waardoor ensen indirect ook akkelijker integreren in overige sociale praktijken. Dat neet niet weg dat ook ij sporteoefening in eigen kring sprake kan zijn van structurele integratie op eerdere terreinen (werk, onderwijs, huisvesting). Uit onderzoek naar sportdeelnae in eigen kring (ijv. De Jong 1989, Van Schelven 1994) lijkt niet dat allochtone sporters in eigen teas of verenigingen inder aatschappelijk geïntegreerd zouden zijn dan allochtonen die geengd sporten. De vraag die dan gesteld kan worden is of een vor van directe integratie in de sport de aatschappelijke integratie van deze groep eer zou kunnen vergroten. Bij een inder structureel geïntegreerde vor zoals ijvooreeld copetitieve integratie, valt dan wellicht op het vlak van sociaal-culturele integratie eer winst te ehalen. Sport en veranderende eeldvoring Sportdeelnae van verschillende evolkingsgroepen kan ijdragen aan sociaal-culturele integratie in de wereld van de sport en vanwege de elangrijke plaats van sport in de aatschappij, ook invloed heen op sociaal-culturele integratie innen andere 222 ï 1998 *25 «4

9 A.H.F. E llin g en P. de K nop De sociaal-integrerende functie van sport terreinen. Deze relaties zijn echter uiterst coplex en vaak paradoxaal van aard en zullen daaro vanuit een kritisch gezichtspunt ekeken oeten worden.5 Vooral door Aerikaanse sportsociologen is gewezen op de paradoxale situatie van de evestiging van ythes otrent zwarte ensen door zwarte sportidolen (Coakley 1994, Lupkin, Stoll en Beller 1994). Bovendien is sport weliswaar een wijdverreid en steeds eer gewaardeerd cultuurverschijnsel, aar neet het slechts een arginale positie in als het gaat o aatschappelijke integratie. Zo stelt Gowricharn (1995) dat de waardering van het cultuurgoed van allochtonen is tot nu toe grotendeels eperkt geleven tot hun artistieke verogens (show en uziek) en culinaire geneugten (p. 218). De culturele overdracht van noren en waarden tussen de sport en saenleving is een coplex en dynaisch proces, ede vanwege de verschillende sociale identiteiten die in diverse aatschappelijke sectoren in eer of indere ate centraal staan (zie Tennekes 1995, Taylor 1995). In de sport kan voor ieand leeftijd elangrijker zijn dan op de werkplek, waar ijvooreeld ieands opleiding of etnische achtergrond eer op de voorgrond treedt. Een algeene aanvaarding van de idee dat annen en vrouwen even goede anagers zijn en gelijke ehandeling ehoeven, etekent nog niet dat annen en vrouwen in de sport evenveel gewaardeerd zullen worden. Ogekeerd zorgt de acceptatie van en grote waardering voor allochtone topsporters niet voor een gelijke ehandeling van allochtonen op de areidsarkt. Sociaal-culturele aspecten zijn nauw veronden et achtsstructuren, et aanpassing aan en weerstand tegen doinante noreelden. Daaro is het ook in de sport van elang o niet alleen de sociaal-integratieve potentie van sport te enadrukken, aar ook te achterhalen op welke anieren acht en privilege veronden zijn et de totstandkoing en continuering van ongelijkheid (Dewari993, 230). Hieroven werd reeds gesteld dat sportdeelnae vooroordelen ten aanzien van seksuele voorkeur, etniciteit/ras, leeftijd of validiteit kan tegengaan, aar ook kan evestigen. Met nae topsport kan door de aandacht van de edia ook aatschappelijk gezien een vooreeldfunctie heen en roldoorrekend zijn (zwarte profvoetallers, Paralypics). Daarnaast kunnen ook tegengestelde (segregerende) processen optreden door iddel van stereotypering, stigatisering en discriinatie (Coakley 1994, Lupkin, Stoll en Beller 1994, Merkel 1996). Zo is er gewezen op het proces van stacking, waarij zwarte spelers in voetal of rugy op epaalde posities doineren, aar op andere (centrale) posities sterk ondervertegenwoordigd zijn. Er is sprake van een coplexe interactie van eeldvoring en discriinatie enerzijds et structurele positieveretering en eancipatie anderzijds (Penninx e.a. 1995, Vereulen en Penninx 1994). Zichtaarheid van allochtone of gehandicapte topsporters kan dus zowel een eancipatorische functie heen als leiden tot evestiging van aatschappelijke opvattingen en tot processen van uitsluiting. Niet alleen structureel geïntegreerde sporteveneenten, aar ook sporteveneenten (voornaelijk) in eigen kring, zoals de Gay Gaes lijken doinante eeldvoring over hooseksuele annen en vrouwen te kunnen doorreken (hooseksuele voetallers en lesische kunstschaatsers) als wel te kunnen evestigen (lesische voetallers en hooseksuele cheerleaders) (Elling 1997). Datzelfde geldt voor de, organisatorisch gesegregeerde, gehandicaptensport hoewel er door eleidakers sos autoatisch lijkt te worden verondersteld dat eer zichtaarheid zal ijdragen aan positieve eeldvoring van gehandicapten in onze saenleving. De edia zullen een elangrijk aandeel heen in de uiteindelijke werking van de eeldvoring, evenals de toeschouwers zelf die niet alles passief consueren, aar de gepresenteerde eelden ede zullen interpreteren vanuit hun eigen individuele noreelden (Dines en Huez 1995, Verkuyken 1996). G e e n g d e v rie n d sch a p d o o r g e z a e n lijk e sp o r t e o e fe n in g Bij wedstrijdsport et een sterk copetitief karakter wordt geselecteerd op sportieve vaardigheid en aakt het in principe niet uit of ieand zwart of wit, protestant of katholiek, areider of vertegenwoordiger, hoo- of heteroseksueel is. Sport kan dus een plaats zijn waar elangrijke andere vriendschappen op worden gedaan dan via school, werk of uurt. De op prestatie geaseerde structurele en daardoor ogelijk ook sociaal-affectieve integratie tussen personen uit verschillende groepen hoeft echter niet weerspiegeld te worden in het aangaan van geengde vriendschapsrelaties uiten de sport (Chu en 1998 «25 «

10 A.H.F. E llin g en P. de K nop De sociaal-integrerende functie van sport Griffey 1982, Elling en De Knop 1998, Olin e.a. 1990). Het saen onderneen van epaalde activiteiten (waaronder sport) is één van de elangrijkste kenerken van vriendschap, evenals het vinden van een epaalde evestiging van jezelf in sociale achtergrond en interesse (Adas en Blieszner 1994). Bij lang niet alle takken van sport is sprake van een gedifferentieerd en ulticultureel ledenestand, waardoor de kans o geengde contacten aan te gaan niet altijd groter is dan in de eigen woonogeving of op de werkplek, zoals wel wordt gesuggereerd door eleidakers. Bovendien is sporteoefening van oudsher een activiteit, waardoor niet alleen wordt ijgedragen tot geeenschapszin en aatschappelijke cohesie, aar ook onderscheid wordt geaakt op grond van zowel wedstrijdsportspecifieke aspecten (zoals leeftijd, sekse, vaardigheid, handicap) als sportoverstijgende aspecten (studie, geloof, eroep). Velen eoefenen sport saen et vrienden en/of personen waarij naast de gedeelde interesse in sport of in een specifieke tak van sport, ook vaak sprake is van een overeenkost in andere sociale identiteiten. De laatste jaren lijkt de verscheidenheid van specifieke sportclujes, vooral in de grote steden, een enore vlucht te heen genoen. Deze differentiëring is ede veroorzaakt door de ehoefte aan en de realisatie van een sportaanod et een inder doinant wedstrijdgericht karakter (Cru 1991, Schulke 1990). Vooral ij recreatieve (wedstrijd)sporteoefening worden groepen vaak gevord op asis van reeds estaande vriendengroepjes et gelijksoortige sociale kenerken; er wordt ijvooreeld saen hardgelopen of getennist of eegedaan aan de lokale volleyal- of voetalcopetitie. Er lijkt hier sprake van een paradoxale werking: hoe groter de sociale diensie van ieands sportotivatie (eer recreatief dan prestatief) is, hoe groter de kans is dat er gekozen wordt voor een inder sociaal gedifferentieerde sportgroep.^ Behalve een positieve keuze voor een eigen vereniging, waarij en zich thuisvoelt, kan ovendien het niet-geaccepteerd-worden, de onogelijkheid tot het aangaan van sociaal-affectieve relaties innen een vereniging, reden zijn o sport in eigen kring te eoefenen (Heka 1994, De Jong 1989, Manders 1984). Maar sporteoefening et eigen ensen kan ook ijdragen tot constructie en versterking van een epaalde sociale identiteit en daaree tot uitsluiting van andere. Hieruit lijkt wedero de coplexe relatie tussen de verschillende diensies van integratie in de sport: deelnae in eigen of reguliere groepen, processen van veranderende eeldvoring en vriendschapsvoring. 5 Slotwoord: optiale integratievoren? Gelijktijdig et de versporting van de saenleving is de etekenis van sport pluriforer geworden in deelnae, otivatie, inhoud en organisatie (o.a. Cru 1991, Digel 1986). De sportwereld is opener geworden voor verschillende groepen en gelijktijdig nog sterker sociaal gedifferentieerd. In het verleden werden sportverenigingen in een dorp of wijk gevord op asis van sociale klasse en/of religieuze grondslag (ijv. areiders-, katholieke en gereforeerde sportverenigingen) en waren de leden vooral afkostig uit de jongere annelijke evolking. Het sport voor allen principe heeft de sportwereld doen veranderen. De sportpopulatie weerspiegelt in toeneende ate de diversiteit innen de evolking. Toch neen epaalde groepen nog steeds inder deel aan sport, in ieder geval aan de traditionele sport innen reguliere sportverenigingen. Ook tegenwoordig is er sprake van een sterk verzuilde sport, zij het op grond van andere sociale variaelen dan religieuze identiteit. Hoewel de sociale verplichting tot sporteoefening steeds groter is geworden, lijft sport een vrijwillige activiteit, waaraan ensen op eigen wijze invulling wensen te geven. Zowel integratie als segregatie op grond van sporteigen en sportoverstijgende kenerken lijken onlosakelijk veronden et sporteoefening. De sociale processen van integratie en segregatie zijn dus niet per definitie tegenstrijdig zijn, aar veronderstellen elkaar. Er kan niet gesproken worden van integratie, als niet eerst onderscheid geaakt wordt. Door ovendien verschillende niveaus van integratie te onderscheiden (structureel, sociaalcultureel en sociaal-affectief) kan eer inzicht worden verkregen in de, sos negatief, aan elkaar gerelateerde processen. Sos werken epaalde takken van sport ten aanzien van een epaalde sociale variaele integratief, aar ten aanzien van andere juist heel weinig. Voetal wordt vaak als vooreeld gezien voor de integratie van allochtonen, aar heeft tegelijkertijd een inder integrerend iago ten aanzien van gender en seksuele voorkeur. Beleidakers zullen rekening oeten houden et de plurifore e *25*4

11 A.H.F. E llin g en P. de K nop De sociaal-integrerende functie van sport tekenissen van sport en sociale integratie én van de coplexe relaties tussen de verschillende integratieprocessen. Soige (structurele) integratievoren zoals het oprichten van eigen teas of clus, de Paralypics en de Gay Gaes, worden gezien als segregerend, aar kunnen ook (gedeeltelijk) ijdragen aan sociaal-culturele of sociaal-affectieve integratie. Naar onze ening is echter niet de vraag naar de aatschappelijke (instruentele) functies van geengde dan wel categoriale sporteoefening het eest elangrijk, aar gaat het o de vrijheid van een ieder o sport te eoefenen en te eleven op zijn of haar persoonlijke wijze. Hierij lijkt het vooral elangrijk o negatief gewaardeerde processen zoals discriinatie te signaleren en te estrijden. Beleidakers van de overheid en de sport zullen in epaalde situaties afwegingen oeten aken tussen diverse doelstellingen van het sportstiuleringseleid. Een (lieraal) sportstiuleringseleid dat uitgaat van de visie dat iedereen naar eigen wensen en ogelijkheden aan sport oet kunnen deelneen kan sos conflicteren et een (functioneel) eleid dat gericht is op de optialisering van de eigen waarden van sport (zo goed ogelijk presteren) of aatschappelijke waarden zoals sociale integratie van diverse groeperingen (vgl. Taylor 1995). Er zal nader onderzoek oeten worden gedaan naar de otieven en achtergronden voor het oprichten van eigen verenigingen en het organiseren van eigen copetities en toernooien. In hoeverre spelen hierij voornaelijk (negatieve) sociaal- culturele processen zoals negatieve eeldvoring en discriinatie een rol? Op welke wijze zijn deze processen veronden et eancipatie en de voring of eleving van epaalde sociale identiteiten (etniciteit, seksuele voorkeur)? Bij een - idealiter gezien - eest sociaal-geïntegreerde vor van sporteoefening is, naast het aspect van saen sporten ook sprake van wederzijds respect, gelijke kansen en ogelijkheden en van onderlinge vriendschappen tussen leden van verschillende sociale groeperingen (tussen hoo- en heteroseksuele sporters, tussen autochtone en allochtone sporters, tussen gehandicapte en niet-gehandicapte sporters en tussen oudere en jongere sporters). De sportwereld is echter ondanks en dankzij haar eigen karakter zeker geen wereldvereteraar ij uitstek en heeft in het verleden eestal niet voorop gelopen ij aatschappelijke veranderingen. Sport is zowel spiegel van de saenleving waarin aatschappelijke ongelijkheid gereflecteerd wordt, als ook een eigen astion et ogelijkheden tot het aanzetten van culturele veranderingen. Verdergaande aatschappelijke veranderingen lijken eerder voorwaarde te zijn voor optiale, sociaal integratieve ogelijkheden innen de sport dan dat sporteoefening voorwaarde is tot aatschappelijke integratie. Hoewel sport enerzijds als elangrijk sociaal veld zeker kan ijdragen aan ijvooreeld veranderende eeldvoring, lijft sport anderzijds slechts onderdeel van grotere aatschappelijke ontwikkelingen. De integrerende ogelijkheden van sportparticipatie (zowel sporteoefening als deelnae aan kaderactiviteiten zoals trainer of estuurde) oeten door eleidakers derhalve niet overschat worden. De sociaal-integrerende functie van sport kan niet geruikt worden als priaire legitiatie van het sportstiuleringseleid, zonder dat hiervoor gedegen epirische onderouwing estaat. De priaire legitiatie voor sportdeelnae lijkt eerder gezocht te oeten worden in het eigen karakter van de sport, waarij de potentiële ijdragen aan sociale integratie processen zeker elangrijke secundaire overwegingen kunnen zijn. Maar deze veronderstelde integrerende processen dienen wel in een juist perspectief geplaatst te worden, waarij tevens aandacht uitgaat naar de coplexiteit en interne tegenstrijdigheden in de relatie tussen sport en sociale integratie In voorgaande paragrafen is een analysekader uiteen gezet en kritisch gekeken naar de ogelijkheden en eperkingen van sociale integratie in en door ten aanzien van diverse aatschappelijke groeperingen. Afhankelijk van de wensen en ogelijkheden van de ensen zelf en de aatschappelijke proleen die worden gesignaleerd worden er in de literatuur en het sportstiuleringseleid verschillende accenten gelegd en arguenten geruikt. De ogelijkheden tot structurele of culturele integratie zijn onder andere afhankelijk van sociale variaelen zoals leeftijd, validiteit, etniciteit en seksuele voorkeur. Zo kunnen (negatieve) ervaringen en doinante otieven van invloed zijn op de eslissing o geengd of in eigen kring te sporten. Zowel functionele, orele als expressieve arguenten zijn epalend voor specifieke voren van integratie. Structurele integratie in de sport is een voorwaarde, aar iedt geen garantie voor sociaal-culturele en sociaal 225

12 A.H.F. E llin g en P. de K nop De sociaal-integrerende functie van sport affectieve integratie. De diverse voren van integratie kunnen sportoverstijgend zijn en ijdragen aan aatschappelijke integratie, aar de ate van sociale integratie in de saenleving kan ook van invloed zijn op de ogelijkheden van verdere integratie in de sport. We heen proeren aan te geven dat de sociaal integratieve etekenis en functie van sport niet eenduidig is, aar een zeer coplex karakter heeft. Sport is zeker geen wonderiddel, dat ingezet kan worden o epaalde, wenselijke aatschappelijke effecten te ewerkstelligen. Het integrerende edicinale karakter van sport lijkt juist voort te koen uit een zekere ate van vrijlijvendheid. Dit kot vooral tot uiting wanneer verschillende (groepen) ensen, gewoon plezier eleven aan gezaenlijke sporteoefening. Noten 1 De diversiteit van de relatie tussen sport en integratie zullen wij vooral illustreren et vooreelden van de sociale groeperingen allochtonen, ouderen, gehandicapten en hooseksuelen. Al deze groepen heen een epaalde ate van zelforganisatie in de sport en zijn op uiteenlopende wijze onderwerp van landelijk sport- en integratieeleid (vws 1994, 1995a, 1995, 1996a, 1996, WVC1987,1991,1994). 2 In de literatuur wordt ijvooreeld onderscheid geaakt tussen (sociaal-)structurele en (sociaal-)culturele integratie (Vereulen en Penninx 1994, Latuheru 1994), tussen participatie en oriëntatie (Veenan 1994), tussen fysieke en sociale integratie (Boonstra 1990) of tussen functionele, orele en expressieve integratie (Engersen en Gariëls 1995). De hiergenoede indelingen zijn ontleend aan onderzoek naar participatie en integratie van etnische inderheden of gehandicapte ensen. 3 De indeling aan de hand van een integratiecontinuü wordt voornaelijk geruikt innen de gehandicaptensport (zie ijv. Winnick 1987,158, wvc 1987, 21) op asis van eest eperkende (segregatie) tot inst eperkende (integratie) ostandigheden. Ook in de ongeorganiseerde sport zijn verschillende voren van integratie tussen sociale groeperingen. Dit kan uiteenlopen van een Turks vriendengroepje tot een etnisch geêleerd vrienden- of uurtcluje dat ijvooreeld op gezette tijden in het park sport. Ook sportwedstrijden of toernooien die geheel uiten reguliere kaders plaatsvinden, zijn op zeer uiteenlopende wijze integratief, van interne edrijfscopetities tot een Surinaase sport en culturele anifestatie zoals het Kwakoefestival in de Asterdase Bijler. 4 Terwijl in Europa hooseksuele voetallers de doinante eeldvoring doorreken, zou dit vooreeld in Aerika juist een evestiging etekenen, odat daar soccer in tegenstelling tot footau als een sport voor vrouwen en hoo s wordt gezien. Hieruit lijkt reeds hoe sociaal-culturele noreelden kunnen verschillen innen de westerse cultuur. 5 Vereulen en Penninx (1994) geven aan dat sociaal-culturele integratie van etnische groeperingen onder andere eleerd kan worden door een sterke ate van groepscohesie op asis van een etnische factor, aar dat anderzijds culturele assiilatie niet autoatisch leidt tot structurele integratie of eancipatie. 6 Dit geldt echter niet voor alle aatschappelijke groeperingen. Voor otorisch gehandicapten kan het juist anderso zijn: wedstrijdsport in eigen kring en geengde recreatieve sporteoefening

13 A.H.F. E llin g en P. de K nop De sociaal-integrerende functie van sport Literatuur Acosta, R.V. en Carpenter, L.J., 1994, The satus of woen in intercollegiate athletics. In: S. Birrell en Ch.L. Cole (eds.), W o en, sport, a n d culture, (pp ), Chapaign (IL). Adas R.G. en Blieszer, R., 1994, An integrative conceptual fraework for friendship research. J o u r n a l o f S o c ia l a n d P e r sonal R elationships, 11: Anthonissen, A. en Boessenkool, J., 1996, D e sp o r tv e r e n ig in g tu ssen tra d itie e n co e r c ie. Arnhe: noc* nsf. Anthonissen, A. en Boessenkool, J., 1998, T u s s e n ie r v iltje e n flopp yd isk. Arnhe: noc* nsf.. Bakhtali, J.Z. en Rasahai, S 1990, A l s w e d e r u i t e h a d d e n, d a n... E e n o n d e r z o e k n a a r sp o r t e n s p o r tie v e recrea tie v a n H a a g s e ig r a n te n. Den Haag: Warray. Beckers, Th. en Serail, S., 1991, N ie u w e v e r h o u d in g e n in d e sp o rt: D e to e k o s t v a n h e t n a t io n a a l sp o r t e le id in h e t lic h t v a n aatschap pelijke ontw ikkelingen. Tilurg. Boonstra, H.H., 1990, In te g r a tie : W ie, w a t, w a a r, h o e, w a n n e e r? De Lier. Bottenurg, M. van en Schuyt, K., 1996, D e a a ts c h a p p e lijk e etekenis va n sport. Arnhe. Calhoun, D., 1981, Sports, cu ltu re a n d personality. Westpoint (NY). Cachay, K 1988, S p o r t u n d G e se lls c h a ft: Z u r A u s d if f e r e n z ie r u n g s e in e r F u n k t i o n u n d ih r e n F o lg e n. Schorndorf: Hofann Chu, D. en Griffey, D.C., 1982, Sport and racial integration: The relationship of personal contact, attitudes and ehaviour. In: Dunleavy, A.O., A.W. Miracle en R. Rees, Stu d ies in the soc io lo g y o f sp o rt. Fort Worth (Texas): Texas Christian University Press: p Coakley. J.J., 1994, S p o r t in so ciety : Iss u e s a n d co n tr o v e r sie s. 5th ed. [ist.1978], St. Louis: Mosy. Council of Europe, 1995, T h e s ig n ific a n c e o f s p o r t f o r so cie ty : H e a lt h, s o c ia lis a tio n, e c o n o y. Coittee for the Developent of Sport (cdds), Council of Europe Press. Cru, B., 1991, O v e r v e r sp o r tin g v a n d e s a e n le v in g : R e fle c tie s o v er e w e g in g s c u ltu r e le o n tw ik k e lin g e n e t h e t o o g o p sp o r t e le id. Rijswijk. Dewar, A., 1993, Intergroup race relations: Succes or failure?'. In: D.D. Brooks en R.C. Althouse (eds.) R a cis in college a th letics: T h e A f r ic a n - A e r ic a n a t h l e t e 's e x p e r ie n c e, (pp ), Morgantown. Digel, H., 1986, Uer den Wandel der Werte in Gesellschaft, Freizeit und Sport'. In K. Heinean en H. Becker (Red.)/Deutscher Sportund (Hrsg), D i e Z u k u n f t d e s S p o rts: M a t e r ia lie n z u K o n g r e ß M e n s c h e n i S p o r t (pp.14-43), Schorndorf. Dinez, G. en Huez, J.M. (eds.), 1995, G e n d e r, r a c e a n d cla ss in e d ia : A text-rea d er. Thousand Oaks: Sage. Engersen, G. en Gariels, R., 1995, Voorij segregatie en assiilatie. In: G. Engersen en R. Gariels (red.), Sferen van integratie: Naar een gedifferentieerd allochtoneneleid. (pp.15-47), B eleid en M a atschap p ij, Jaaroek 1994/95, Asterda. Elling, A.H.F, J.W.I. Taoer en A. Knoppers, 1995, Vrouwen en annen in de sport. L ic h a e lijk e O p v o e d in g 83/12: Elling, A., 1997, Hoe lang lijven de Gay Gaes nog deocratisch?. P arool Elling, A. en P. de Knop, 1998 (in ontwikkeling), D e s o c ia a l- in - te g r a tie v e e te k e n is v a n sp o rt. Onderzoeksrapport. Arnhe: NOC*NSF. Essen, S. van, T. Laregts en A. Buisan, 1995, 'De ouderensport en de sportvereniging. L ic h a e lijk e O p v o e d in g 8: Gowricha, R.S., 1995, Integratie in een vereelde werkelijkheid. In: G. Engersen en R. Gariels (red.), Sferen van integratie: Naar een gedifferentieerd allochtoneneleid, (pp ), B e le id e n M a a t s c h a p p ij, Jaaroek 1994/95, Asterda. Grupe, O., 1986, Künftige Aufgaen und Prolee der Sportwissenschaft. In: K. Heinean en H. Becker (Red.)/- Deutscher Sportund (Hrsg), D i e Z u k u n f t d e s S p o r ts: M a t e r ia lie n z u K o n g r e ß M e n s c h e n i S p o r t (pp ), Schorndorf. Harris, O., 1991, Athletics and acadeies: Contrary or copleentary activities?. In: G. Jarvie (ed.), S p o r t, r a c is a n d eth - n icity. (pp ), London (ny). Harris, O., 1994, Race, sport and social support. S o c io lo g y o f S p o r t J o u r n a l, 11: Heineann, K. en M. Schuert, 1994, D e r S p o r tv er e in : E rg e n isse e in e r r e p r ä s e n ta tiv e n U n te r s u c h u n g. Schorndorf: Hofann. Heka, G., 1994, A l s z e a a r n ie t p r o v o c e r e n : D is c r i in a t ie van ho oseksuele a n n en en lesische vrouw en in de georganiseerde sport. Asterda. Hoogenda, A 1997, D e e d a ille e n z i j n k e e r z ijd e : N a a r een eleid voor verantw oorde sporteoefening. Arnhe. Ingha, A.G. en J.W. Loy, (eds.), 1993, S p o r t in s o c ia l d e v e lo p e n t: T r a d itio n s, tr a n s itio n s a n d tr a n s fo r a tio n s. Chapaign (IL): Huan Kinetics. Janssens, J., 1997,... e n sp o n so r s z i j n a l n e t z o o e ilijk te v in d e n a ls v rijw illig e r s. E n q u ê te : d e z o r g e n v a n sp o r tc lu s. Arnhe: NOC*NSF. Jarvie, G. (ed.), 1991, S p o r t, r a c is a n d e th n ic ity. London (ny): Faler Press. Jong, F. de, 1989, A llo c h t o n e n e n sp o r t i n e ig e n k r in g : In te g r a tie o f isola tie? Asterda. Keaey, A.T., 1992, Sport als ron van inspiratie voor o n ze sa e n le v in g : S p o r t ie d t u n ie k e k a n s e n v o o r d e o n tw ik k e lin g v a n d e aatschap pij. Asterda. Knop, P. de e.a., 1995, Sport en integratie: De integratieogelijkheden van de georganiseerde sport voor igrantenjongeren. T ijd s c h r ift v o o r L ic h a e lijk e O p v o e d in g 155/1: 5-9. Knoppers, A. en Y. Bouan, 1996, Trainers /coaches : een kw estie v a n k w a lite it? D e a r e id s c u lt u u r v a n tr a in e r s / c o a c h e s ( i n z e s te a sp o r te n ). Arnhe. Lapchick, R. (ed.), 1995, S p o r t i n so ciety : E q u a l o p p o r tu n ity o r u s in e s s a s u s u a l?thousand Oaks: Sage. Latuheru, E.J., E.M. de Vries en M.-J. de Jong, 1994, In te g r a tie e le e r d? E e n o n d e r z o e k n a a r e le e r i n g e n... Rotterda. Lupkin, A, S.K. Stoll en J.M. Beller, 1994, S p o r t e th ic s : A p p li ca tio n sfo r fa ir play. St. Louis: Mosy. Maguire, J., 1991, Sport, racis and British society: A sociolo 22 7

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005 1 voor KPN Internet deceer 2005 2 Copyright 2005 Blauw Research v Alle rechten voorehouden. Niets uit dit rapport ag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautoatiseerd gegevensestand, of openaar geaakt,

Nadere informatie

Sport. Samenleving. Samenleving & Sport. Gelijkheid van kansen en sport& PROF. DR. PAUL DE KNOP EN DRS. AGNES ELLING VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL

Sport. Samenleving. Samenleving & Sport. Gelijkheid van kansen en sport& PROF. DR. PAUL DE KNOP EN DRS. AGNES ELLING VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Samenleving Samenleving & Gelijkheid van kansen en sport& Sport Sport PROF. DR. PAUL DE KNOP EN DRS. AGNES ELLING VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL SAMENLEVING & SPORT Rapport op vraag van de Koning Boudewijnstichting

Nadere informatie

Discussie. De inzet van asielzoekers op de arbeidsmarkt. De asielzoeker als nieuwe hulp in het huishouden van de BV Nederland?

Discussie. De inzet van asielzoekers op de arbeidsmarkt. De asielzoeker als nieuwe hulp in het huishouden van de BV Nederland? De inzet van asielzoekers op de areidsarkt In de discussieruriek dragen twee auteurs een standpunt uit over een actueel, eleidsrelevant onderwerp. De discussie estaat steeds uit een openingsartikel (1500-2000

Nadere informatie

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went Dit artikel uit Beleid Maatschappij is gepuliceerd door Boo Lea uitgevers is ested voor Universiteit van Asterda Reflectie & deat Ontwikkelingshulp die verschil aakt Peter van Lieshout, Monique Kreer Roert

Nadere informatie

Doorwerking in de breedte

Doorwerking in de breedte Doorwerking in de reedte De doorwerking van Agenda 2002 in de teksten van decentrale eleidsnota s en cao-akkoorden in 1989 en 1999 Marte van Santen Drs. M. van Santen is als eleidsedewerker veronden aan

Nadere informatie

2 DEFINITIES VAN BEREIKBAARHEID

2 DEFINITIES VAN BEREIKBAARHEID 2 DEFINITIES VAN BEREIKBAARHEID In hoofdstuk 2 koen de definities van bereikbaarheid aan bod die in de literatuur gehanteerd worden. In paragraaf 2.1 wordt het uitgangspunt beschreven dat ten grondslag

Nadere informatie

OPEN FORUM. Louis W.C. TAVECCHIO Rijksuniversiteit Leiden

OPEN FORUM. Louis W.C. TAVECCHIO Rijksuniversiteit Leiden Tijdschrift voor Ontwikkelingspsychologie 1991, vol. 18, 2, 99-115 OPEN FORUM Kritische kanttekeningen bij 'De groei van het speciaal onderwijs: een volksgezondheidsproblee?' (Orlebeke, Das-Saal, Boosa

Nadere informatie

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht Dertig jaar later De epirische houdaarheid van arguenten voor en tegen opkostplicht Kees Aarts * Dr. C.W.A.M. Aarts is universitair hoofddocent vooi Methoden en Technieken aan de Faculteit Bestuur* kunde

Nadere informatie

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat)

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) gemeente Eindhoven Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) Inleiding Bij het opstellen van het estemmingsplan Oud Woensel 2012, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 novemer

Nadere informatie

: : OBS de Perroen 22KO. st. kom Leren

: : OBS de Perroen 22KO. st. kom Leren OBS de Perroen 22KO st. ko Leren 5-4-29 29 , ( x, (, (, ( ( ; 2, x q V, ( M, 5-4-29 ( Lineke de Kruijf Jannie Sarton 2 2 OBS de Perroen Rijksweg 7 6228XZ Maastricht 22KO ( Lineke de Kruijf 4-652 l.dekruijf@ko-leren.nl

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend> Geeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van Jaar Publicatiedatu Agendapunt besluit B&W Onderwerp Vaststellen van de Verordening interferentiegebieden bodeenergiesysteen 24 Tekst van openbare besluiten

Nadere informatie

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes De herijking van sociaal Europa Maurizio Ferrera, Anton Heerijck en Martin Rhodes Maurizio Ferrera is hoogleraar aan de Universiteit van Pavia en de Boccon i Universiteit in Milaan, waar hij een centru

Nadere informatie

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering Werkde vaders, zorgde ann. De ogelijkheid van verandering Jan Wille Duyvdak Monique Stavuiter Jan Wille Duyvdak is hoogleraar algee sociologie aan de Universiteit van Asterda ede-auteur van het oek Working

Nadere informatie

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom Stand van zaken Het provinciale in de geestelijke gezondheidszorg Rick Kwekkeoo Mw.dr.ir. M.H. Kwekkeoo is wetenschappelijk edewerker van het Sociaal en Cultureel Planureau. Zij puliceerde eerder op het

Nadere informatie

nota Strategisch risicomanagement

nota Strategisch risicomanagement nota Strategisch risicomanagement DEFINITIEF Novemer 2010 te/kd09002755 1 Novemer 2010 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2010-2 - Novemer 2010 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 Inleiding 4

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inboeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge.

gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inboeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge. gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inoeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge. Inleiding In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Het cultuurbeleid en de toekomst van het culturele ondernemerschap

Het cultuurbeleid en de toekomst van het culturele ondernemerschap Het cultuureleid en de toekost van het culturele onderneerschap Marja Ceradts-Pinckaers en Frans Hoefnagel Drs. Marja H. Geradts-Pinckaers is eleidskundige en werkzaa als extern adviseur op het terrein

Nadere informatie

Onderwijssegregatie in de grote steden

Onderwijssegregatie in de grote steden Onderwijssegregatie in de grote sted Sjoerd Karst, Charles Felix, Guuske Ledoux, Wi Meijn, Jaap Roeleveld Erik van Schoot Sjoerd Karst is Universitair hoofddoct onderwijseleid, Universiteit van Asterda

Nadere informatie

Besturen in commissie

Besturen in commissie Bestur in coissie Verklaring van e foe Martin Schulz, Mark van Twist Hk Geveke * Martin Schulz werkt aan de Tilurgse School voor Politiek Bestuur van de Universiteit van Tilurg aan e proefschrift over

Nadere informatie

De opbouwwerker als architect van de publieke sfeer

De opbouwwerker als architect van de publieke sfeer Dit artikel van Boo Lea Tijdschrift is geaakt voor Universiteit van Asterda De opouwwerker als architect van de pulieke sfeer Jan Wille Duyvdak Justus Uiterark Jan Wille Duyvdak (1959), hoogleraar algee

Nadere informatie

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Lia Kar sten en Eva van Kepen Dr.ir. L. Karsten en drs. E.T. van Kepen zijn veronden aan respectievelijk het ae en de Vakgroep Sociale Geografie van de Universiteit

Nadere informatie

CAOP. co m m 1/4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag

CAOP. co m m 1/4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag CAOP ROP advies inzake klokkenluiderl*^ A. Aan: De inister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag C.C. De inister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling Toekostscenario's en eleid Jan Schoonenoo D rs. I.J. S c h o o n e n o o is s ta f e d e w e rk e r ij de W e t e n s c h a p p e lijk e R aad v o o r het R e g e rin g s e le id en v o o r a lig ijz o

Nadere informatie

Mogen Nederlandse moslimagenten een hoofddoek dragen?

Mogen Nederlandse moslimagenten een hoofddoek dragen? Mogen Nederlandse osliagenten een hoofddoek dragen? Een ijdrage aan de discussie over accoodatie van het islaitische hoofddoekvoorschrift in openare aten1 Odile Verhaar Dr. Odile Verhaar is filosoof en

Nadere informatie

ŢļJE CHOICE. Breda Roosendaal. Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B

ŢļJE CHOICE. Breda Roosendaal. Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B ŢļJE CHOICE arktonderzoek 8L advies Theroeter Klanttevredenheid Welzorg vestiging: Breda Roosendaal Periode : 1 [ januari noveber

Nadere informatie

Vier kernvragen van beleid

Vier kernvragen van beleid Vier kernvragen van eleid Anton H e erijck1 Anton Heerijck is adjunct-directeur van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringseleid en is als universitair hoofddocent veronden aan de opleiding Bestuurskunde

Nadere informatie

Tijd om even een beknopte boom op te zetten

Tijd om even een beknopte boom op te zetten Tijd om even een beknopte boom op te zetten Beknopt Handboek Bedrijfstakpensioenfondsen Het Bedrijfstakpensioenfonds - Welke ondernemingen krijgen er mee te maken en wat zijn de nan i le risi o s wanneer

Nadere informatie

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6190 Inoeknummer 15BST00180 Dossiernummer 15.09.851 24 feruari 2015 Commissie notitie Onderwerp: Omuiging Mantelzorgcompliment. Inleiding De ehoefte aan mantelzorg 1 zal

Nadere informatie

Doorwerking via actieve looncoördinatie

Doorwerking via actieve looncoördinatie Doorwerking via actieve looncoördinatie De axiale looneis van de vakcentrale FNV sinds 1994 Maurice Rojer en Laurens Harteveld Maurice Rojer en Laurens Harteveld zijn werkzaa als respectievelijk senior

Nadere informatie

Discriminatie op de arbeidsmarkt

Discriminatie op de arbeidsmarkt Discriinatie op de areidsarkt De resultaten van Nederlands onderzoek Justus Veenan Prof. Dr. J. Veenan is hoogleraar Econoische Sociologie aan de Erasus Universiteit Rotterda, en directeur van het Instituut

Nadere informatie

Studiedag Remediaal. 25 maart 2011 Sui Lin Goei (s.l.goei@vu.nl)

Studiedag Remediaal. 25 maart 2011 Sui Lin Goei (s.l.goei@vu.nl) Studiedag Remediaal 25 maart 2011 Sui Lin Goei (s.l.goei@vu.nl) 1 Dyscalculie - een nieuw verschijnsel? Rekenexperimentje (TTR en ABC-toets) Ernstige reken/wiskundeproblemen en dyscalculie: zomaar twee

Nadere informatie

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende saenlevingen, kenniseconoieën en de houdaarheid van de Europese verzorgingsstaat Gösta Esping-Andersen Gösta Esping-Andersen

Nadere informatie

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid Scenario s tussen rationaliteit, systeedwang en politieke rede1 Mogelijkheden en eperkingen van toekostscenario s innen estuur en eleid Wieger Bakker Dr. Wieger Bakker is eleidssocioloog en als senior

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Sportiviteit en Respect

Hoofdstuk 6 Sportiviteit en Respect Hoofdstuk 6 Sportiviteit en Respect In hoofdstuk 1 hebben we drie deelgebieden binnen Sportiviteit & Respect onderscheiden, namelijk (1) Fair play, (2) Sportief gedrag en (3) Grijs gebied (zie figuur pagina

Nadere informatie

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening 1 Algemeen 1.1 Aanleiding nieuwe susidieverordening Het coalitieakkoord Eindhoven 2010-2014 Werken aan morgen laat zien dat door gezamenlijke inspanning van ewoners, verenigingen en instellingen Eindhoven

Nadere informatie

Mogelijkheden en wenselijkheden van beleid ter bevordering van een meer gelijke verdeling van arbeiden zorgtaken tussen mannen en vrouwen

Mogelijkheden en wenselijkheden van beleid ter bevordering van een meer gelijke verdeling van arbeiden zorgtaken tussen mannen en vrouwen Dit artikel van Boo Lea Tijdschrift is geaakt voor Universiteit van Asterda Mogelijkhed wselijkhed van eleid ter evordering van e eer gelijke verdeling van areid zorgtak tuss ann vrouw Monique Stavuiter

Nadere informatie

Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015. Op naar een positief Pgb beleid

Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015. Op naar een positief Pgb beleid Uitgangspunten Persoonsgeonden udget 2015 Op naar een positief Pg eleid gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK novemer 2014 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK

Nadere informatie

Agnes Elling Sport is geen panacee voor alle kwalen

Agnes Elling Sport is geen panacee voor alle kwalen Agnes Elling Sport is geen panacee voor alle kwalen Deelname aan sport bevordert integratie. Deze positieve boodschap wordt even frequent als gemakkelijk uitgedragen, maar berust die vooronderstelling

Nadere informatie

Onvoorziene opbrengsten

Onvoorziene opbrengsten Onvoorzie oprgst Meer dan de tragiek van goede edoeling Mark van Twist Wouter Jan Verheul Mark van Twist is hoogleraar estuurskunde aan de Erasus Universiteit Rotterda decaan van de Nederlandse School

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college a Onvermijdelijk gemeente Eindhoven

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college a Onvermijdelijk gemeente Eindhoven gemeente Eindhoven Raadsnummer 11R4428 Inoeknummer 11st01185 Beslisdatum B&W 05 juli 2011 Dossiernummer 11.27.551 Raadsvoorstel Kinderwerk: als er al iets speelt. laat het vooral de kinderen zijn Inleiding

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenberg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart en parkeerboetes

gemeente Eindhoven Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenberg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart en parkeerboetes gemeente Eindhoven Inoeknummer 13st01579 Beslisdatum B&W 13 septemer 2013 Dossiernummer 13.37.103 (2.5.3) Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenerg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart

Nadere informatie

Narratieve infrastructuur en fixaties in beleidsdialogen

Narratieve infrastructuur en fixaties in beleidsdialogen Narratieve infrastructuur en fixaties in eleidsdialogen De Schiphol-discussie ais casus T in e k e A a Dr. Tineke Aa is universitair docent aan het insti tuut voor Beleid en Manageent Gezondheidszorg In

Nadere informatie

Spelregels Drietal hockey

Spelregels Drietal hockey Spelregels Drietal hockey Hoe ziet een speelveld eruit? speelr ichtin g speel richti ng. Veldarkeringen in de vor van pylonnen Doelarkeringen in de vor van pylonnen De zijlijnen doen dienst als achterlijnen.

Nadere informatie

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1 Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoing van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkost1 Douwe van Houten Prof.dr. D.j. van Houten is hoogleraar Sociaal Beleid, Planning en

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, en de burgemeester van Eindhoven hebben op

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, en de burgemeester van Eindhoven hebben op gemeente Eindhoven Besluit Het college van urgemeester en wethouders van Eindhoven, en de urgemeester van Eindhoven heen op esloten: met etrekking tot de handhaving van de Drank en Horecawet en de Drank

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Ter inzage liggende documenten niet allemaal openbaar:

gemeente Eindhoven Ter inzage liggende documenten niet allemaal openbaar: gemeente Eindhoven Grond & Vastgoed, Tactisch Bedrijfsureau Raadsnummer 11R4372 Inoeknummer 11st00708 Beslisdatum B&W 24 mei 2011 Dossiernummer 11.21.604 RaadsvoorstelAankoop gronden PSV en uitgifte in

Nadere informatie

Henk Procee. Reflecties bij integriteit in het openbaar bestuur. b "

Henk Procee. Reflecties bij integriteit in het openbaar bestuur. b Reflecties ij integriteit in het openaar estuur Henk Procee Henk Procee studeerde scheikunde en filosofie. Hij is werkzaa aan de Universiteit Twente ij het ureau Studiu Generale en ij de vakgroep Systeatische

Nadere informatie

Goeie buren houden zich op d r eigert

Goeie buren houden zich op d r eigert Goeie uren houden zich op d r eigert Integratie, racistische repertoires en antiracise op uurtniveau1 Talja Blokland Dr. Talja Blokland is KNAW-fellow aan de Asterdase School voor Sociaal-wetenschappelijk

Nadere informatie

Onderwerp: bouwstenen lokaal sportbeleid voor politieke partijen. Graag inboeken als ingekomen stuk voor de gemeenteraad van Oudewater.

Onderwerp: bouwstenen lokaal sportbeleid voor politieke partijen. Graag inboeken als ingekomen stuk voor de gemeenteraad van Oudewater. Van: Aan: Onderwerp: Datu: Bijlagen: Luat, Arjen van der OWInfo FW: Bouwstenen lokaal sportbeleid voor politieke partijen woensdag 28 juni 2017 10:06:59 inline.txt Graag inboeken als ingekoen stuk voor

Nadere informatie

Westers beleid tegen kinderarbeid: Een politiektheoretische. Mijke Houwerzijl & Roland Pierik

Westers beleid tegen kinderarbeid: Een politiektheoretische. Mijke Houwerzijl & Roland Pierik Westers eleid teg kinderareid: E politiektheoretische eschouwing 1 Mijke Houwerzijl & Roland Pierik Dr. Roland Pierik is universitair doct politieke theorie aan de Rechtfaculteit van de Universiteit van

Nadere informatie

Strategisch beleid: een nadere verkenning van een diffuus begrip

Strategisch beleid: een nadere verkenning van een diffuus begrip Strategisch eleid: een nadere verkenning van een diffuus egrip Co Verdaas en Certjan Arts Dr. J.C. Verdaas is coördinator strategie en strategische projecten ij de geeente Zwolle. Dr. G. Arts is Senior

Nadere informatie

b e s p r e k in g op teneinde plannen Sanderse F t. a.v. R e d i c h e m s e Waard voortgang te kunnen doen [vinden

b e s p r e k in g op teneinde plannen Sanderse F t. a.v. R e d i c h e m s e Waard voortgang te kunnen doen [vinden b e s p r e k in g op 23-4-1971 teneinde plannen Sanderse F t. a.v. R e d i c h e m s e Waard voortgang te kunnen doen [vinden r a p p o r t v o o r b u r g e m e e s t e r en" w e t h o u d e r s I /

Nadere informatie

Verhoudingen tussen de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatisme of lobbyisme?

Verhoudingen tussen de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatisme of lobbyisme? Verhouding tuss de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatise of loyise? Agnes Akkeran Agnes Akkeran is als universitair doct verond aan de Faculteit der Managet Wetschapp van de Radoud Universiteit

Nadere informatie

met de in concept b ijgev o egd e b r ie f om a d vies voor t e leggen aan :

met de in concept b ijgev o egd e b r ie f om a d vies voor t e leggen aan : y H 1 0 M i IJ83 m,vörp Voorgesteld wordt het b ijgev oegd e stuk a f te doen op de hieronder aan gekru iste w ijz e : voor kennisgeving aan te nemen; conform de in concept bijgevoegd e b r i e f ; ter

Nadere informatie

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1 Gedrag op aat: een conceptueel odel voor het egrijpen en eïnvloeden van gedrag1 Tony Weggeans, Gerard Tertoolen en Ipe Veling Dr. T.J. Weggeans is directeur van agit Research en Consultancy, dr. G. Tertoolen

Nadere informatie

Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030

Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030 Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030 1. Inleiding De eerste stap om te komen tot een nieuwe Woonvisie is deze startnotitie. De startnotitie geeft antwoord op aanleiding en doel van de woonvisie en schetst

Nadere informatie

Een kwestie van selectie: de overheid en de informatievoorziening via internet

Een kwestie van selectie: de overheid en de informatievoorziening via internet Een kwestie van selectie: de overheid en de inforatievoorziening via internet A d re s : W e te n s c h a p p e lijk e R aad v o o r het R e g e rin g s ele id (W R R ) P o s t u s 2 0 0 0 4 2 5 0 0 EA

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016. Artikel 1

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016. Artikel 1 De raad van de gemeente Wijk ij Duurstede; gelezen het voorstel van urgemeester en wethouders d.d. 17 novemer nr. ; gelet op artikel 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet; esluit: vast te stellen de:

Nadere informatie

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs Bijlage 1: Dit protocol is van toepassing op een niet pesten school, dit houdt in dat de leerlingen ervan op de hoogte zijn dat pesten niet word getolereerd. Word pesten onverhoopt tocht geconstateerd,

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet Beleidsregels Artikel 13 Opiumwet Gemeente Tilurg Vastgesteld door de urgemeester op xx Vastgesteld laatste versie door de urgemeester op xx Gepuliceerd in het Gemeentelad van xxx 2017, te raadplegen op

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

AH. MA. GemeenteOirschot INGEKOMEN 3 0 JUN 2009 BURG. BtAZOB i IKCH. ons kenmerk BABVI/U Lbr. 09/084

AH. MA. GemeenteOirschot INGEKOMEN 3 0 JUN 2009 BURG. BtAZOB i IKCH. ons kenmerk BABVI/U Lbr. 09/084 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad inforatiecentru tel. (070) 373 8020 1 ^ OMG 1VERG RO AH. MA MO ["»" fin w GeeenteOirschot BURG IKCH INGEKOMEN 3 0 JUN 2009 A BtAZOB i 5K 1 t WB ^ \ BenC

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Fileprobleem

Praktische opdracht Aardrijkskunde Fileprobleem Praktische opdracht Aardrijkskunde Fileproblee Praktische-opdracht door een scholier 2906 woorden 29 aart 2006 6,9 32 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde *Hoofdvraag: Hoe kan je het fileproblee tegen gaan?

Nadere informatie

COACHING TRAINING and CONSULTANCY. verschil: Productief maken van diversiteit

COACHING TRAINING and CONSULTANCY. verschil: Productief maken van diversiteit Work with Joy COACHING TRAINING and CONSULTANCY De spanning van het verschil: verschil: Productief maken van diversiteit Dr. Joyce Rupert Wat is diversiteit? ieder kenmerk waarvan mensen het gevoel hebben

Nadere informatie

Kader Begeleiding en Toezicht

Kader Begeleiding en Toezicht Kader Begeleiding en Toezicht 1 Inleiding 3 2 Begeleiding en toezicht 5 3 Kader egeleiding en toezicht 8 3.1 Rechtspositie 8 3.2 Bejegening 9 3.3 Methodisch handelen 9 3.4 Veiligheid jongere en maatschappij

Nadere informatie

De angst voor bevolkingskrimp, vergrijzing en bevolkingspolitiek

De angst voor bevolkingskrimp, vergrijzing en bevolkingspolitiek De angst voor evolkingskrip, vergrijzing evolkingspolitiek Harry van Dal Harry van Dal is werkzaa als sior onderzoeker ij het Nederlands Interdisciplinair Deografisch Instituut (NIDI) te D Haag het CtER

Nadere informatie

ANWB Medical Air Assistance B.V, Postbus 843. 8218 PC LELYSTAD " oio-24680oo

ANWB Medical Air Assistance B.V, Postbus 843. 8218 PC LELYSTAD  oio-24680oo Parallelweg 1 ANWB Medical Air Assistance B.V, Postbus 843 Eoeweg16 3IOOAV schieda 8218 PC LELYSTAD " oio-24680oo ilieudienst Rijnond F 010-246 82 83 W www-dcr.nl E coen.boogerd@dcr.nl BESLUIT van gedeputeerde

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Agentschappen en de verzelfstandigingsparadox

Agentschappen en de verzelfstandigingsparadox Agentschappen en de verzelfstandigingsparadox A anda Sullen, Sandra van Thiel en C hristopher Pollitt Drs. A.J. Sullen werkt aan een proefschrift ovei agentschappen en is lid van het Europair project,

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Calculaties op korte termijn

Hoofdstuk 10 Calculaties op korte termijn Hoofdstuk 10 Calculaties op korte termijn 10.5 Jorco BV De productiecapaciteit van de onderneming Jorco BV is 30 000 eenheden product per jaar. Met etrekking tot het vorig jaar is het volgende overzicht

Nadere informatie

Discussie. De onderzoeksmethode van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Redactie: René Torenvlied

Discussie. De onderzoeksmethode van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Redactie: René Torenvlied De onderzoeksethode van het Sociaal en Cultureel Planureau Redactie: René Torenvlied In de zoer van 2002 ontstond een sos heftige discussie in de edia over de resultaten van het onderzoeksrapport Zekere

Nadere informatie

De theorie van de RET

De theorie van de RET De theorie van de RET 9 De theorie van de RET Inleiding In dit eerste hoofdstuk koen de achtergronden en uitgangspunten van de rationeel-eotieve therapie (of theorie), de RET, aan bod. Verder wordt de

Nadere informatie

Alleenstaande moeders en sociaal beleid in Nederland

Alleenstaande moeders en sociaal beleid in Nederland Alleenstaande oeders en sociaal eleid in Nederland Van verzorgers naar kostwinners? J e t B u sse a k e r, A n n e ie k e van D re n th, Trudie Knijn en J a n n e k e P la n t e n g a Dr. Jet Busseaker

Nadere informatie

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent MINISTERIE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent RIJKSSTATION VOOR ZEEVISSERIJ Oostende Directeur : P. HOVART OZONATED WASHING WATER : NO

Nadere informatie

Natura 2000 Waddengebied. Natuur in een dynamis ch lands chap

Natura 2000 Waddengebied. Natuur in een dynamis ch lands chap Natura 2000 Waddengebied O n d e rd e le n : W a d d e n z e e e n N o o rd z e e k u s tz o n e Natuur in een dynamis ch lands chap Opzet pres entatie 2 Natura 2000 Aanwijzing s bes luiten Natuurdoelen

Nadere informatie

Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1

Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1 Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1 Frank Bovenkerk en Yücel Yefilgöz Frank Bovenkerk is antropoloog en als hoogleraar criinologie veronden aan het Wille Pope Instituut voor Strafrechtswetenschappen

Nadere informatie

Martindejong en /gor Mayer

Martindejong en /gor Mayer Bay Area odel versus Status Quo: twee odellen voor de esluitvoring over transportcorridors vergeleken in een spelsi u lat ie Martindejong en /gor Mayer Martin de Jong is als universitair docent veronden

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door E. 1169 woorden 16 maart 2017 6,5 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1.1 Opvoeding= kinderen leren hoe ze zich moeten gedragen. - Veilige

Nadere informatie

volledige kaart voor Wat zijn voor verschillende belanghebbenden voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs?

volledige kaart voor Wat zijn voor verschillende belanghebbenden voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs? Wat zijn verschillende belanghebbenden argumenten en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs? Mengen vergroot de ontwikkelingskansen van leerlingen Zwakkere leerlingen kunnen zich optrekken

Nadere informatie

12 Sportbeleidsstukken

12 Sportbeleidsstukken DC 12 Sportbeleidsstukken 1 Inleiding In dit thema bespreken we het overheidsbeleid ten aanzien van sport. We besteden aandacht aan de sportnota Tijd voor Sport. Het ministerie van VWS heeft in 2011 een

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

DT- ^ L bc t. Grondverwerving, schade- en compensatieregelin. n,* BT 077 NB. Wmmlfc. MMmmk vmcs WpBiSMi. 11 ; v I

DT- ^ L bc t. Grondverwerving, schade- en compensatieregelin. n,* BT 077 NB. Wmmlfc. MMmmk vmcs WpBiSMi. 11 ; v I - DT- ^ L bc t -C Grondverwerving, schade- en copensatieregelin Wlfc co n,* MMk vmcs WpBiSMi 11 ; v I BT 077 NB TSI o V v»\8 SU *»v)*»oo^ Het kabinet heeft het vooeen o Nederland hoogwaardig aan te sluiten

Nadere informatie

ESSAY SPORT ALS SOCIAAL BINDMIDDEL

ESSAY SPORT ALS SOCIAAL BINDMIDDEL ESSAY SPORT ALS SOCIAAL BINDMIDDEL SPORT ALS SOCIAAL BINDMIDDEL Door de individualisering van de samenleving en de mobiliteit die stijgt, wordt er steeds minder waarde gehecht aan het hebben of opdoen

Nadere informatie

Allochtone ouderen en de tragiek van de versnelde7 modernisering

Allochtone ouderen en de tragiek van de versnelde7 modernisering Allochtone ouderen en de tragiek van de versnelde7 odernisering Kanttekeningen ij een proleedefinitie Yvette Bartholoée en Karin Bijsterveld Yvette Bartholoée is student Cultuur- en Wetenschapsstudies

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 - Ruimtemeetkunde

Hoofdstuk 9 - Ruimtemeetkunde oderne wiskunde 9e editie vwo deel 2 Voorkennis: wee soorten tekeningen ladzijde 254 V-1a d wee lijnen zijn evenwijdig als ze elkaar nooit snijden, hoe ver je de lijnen ook doortrekt. In werkelijkheid

Nadere informatie

Dwarsdwarsdwars hhhhhhhhhhhhhhh

Dwarsdwarsdwars hhhhhhhhhhhhhhh Dwarsdwarsdwars hhhhhhhhhhhhhhh De waarde van onderwijs oktober 2013 lllllllllllllll dwarsdwarsdwars Inleiding De tijd dat het onderwijs alleen maar gericht was op het overdragen van kennis en vaardigheden

Nadere informatie

We can do better than that! 1 Over de toekomst van het stelsel van sociale zekerheid in het licht van immigratie en integratie van nietwesterse

We can do better than that! 1 Over de toekomst van het stelsel van sociale zekerheid in het licht van immigratie en integratie van nietwesterse We can do etter than that! 1 Over de toekost van het stelsel van sociale zekerheid in het licht van iigratie integratie van nietwesterse iigrant Erik de Gier Erik de Gier is hoogleraar coparatief areidsarkteleid

Nadere informatie

Met recht risico s reduceren

Met recht risico s reduceren Met recht risico s reducer Bert Nieeijer Peter van Wijck Bert Nieeijer is plv. directeur van het Wetschappelijk Onderzoek Docutatie Ctru van het inisterie van Justitie hoogleraar rechtssociologie aan de

Nadere informatie

Doorwerking in de diepte

Doorwerking in de diepte Doorwerking in de diepte De doorwerking van Agenda 2002 in de agenda en onderhandelingen van de CAO grootetaal 1998 René Torenvlied en Agnes Akker an Dr. R. Torenvlied is als universitair docent eleidssociologie

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten behoeve van de leden van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers

Algemene Voorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten behoeve van de leden van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers Algemene Voorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten ehoeve van de leden van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers BAV.MINT NGTV 2013.1 Inhoudsopgave 1 Definities 3 2 Grondslag 4

Nadere informatie

Aspecten van burgerschap

Aspecten van burgerschap Aspect van urgerschap E historische analyse van de transforaties van het urgerschapsconcept in Nederland Friso van Houdt Wille Schinkel Friso van Houdt is als proovdus verond aan de Faculteit Sociale Wetschapp

Nadere informatie

Sport als cultureel erfgoed. Inventarisatie-onderzoek sportarchieven in Nederland (2000) Stichting de Sportwereld en Diopter

Sport als cultureel erfgoed. Inventarisatie-onderzoek sportarchieven in Nederland (2000) Stichting de Sportwereld en Diopter Wilfred van Buuren Sport als cultureel erfgoed. Inventarisatie-onderzoek sportarchieven in Nederland (2000) Stichting de Sportwereld en Diopter Conclusies: Er worden veel sportarchieven bewaard* Slechte

Nadere informatie

1 Maasstroomtheorie of lusstroomtheorie.

1 Maasstroomtheorie of lusstroomtheorie. Maasstrootheorie of lusstrootheorie.. oel. lle spanningen en stroen zoeen in een schaeling, aar et inder vergelijingen dan de wetten van Kirchhoff. Minder vergelijingen beteent oo inder onbeenden. O dat

Nadere informatie

Rotterdam. sociaal. gemeten. 3e meting Sociale Index

Rotterdam. sociaal. gemeten. 3e meting Sociale Index 10 Rotterda sociaal geeten 3e eting Sociale Index 10 Rotterda sociaal geeten Rotterda sociaal geeten, 3e eting Sociale Index 1 3e eting Sociale Index Inhoud 0. Woord oraf 1. Inleiding 2. De Sociale Index

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk - Funties en de rekenmahine Voorkennis: Funties ladzijde V-a De formule is T = + 00, d Je moet oplossen + 00, d = dus dan geldt 00, d = en dan is d = : 00, 77 m V-a f( ) = = 0en f( ) = ( ) (

Nadere informatie

Bijlagen. Integratie in zicht? Willem Huijnk Iris Andriessen

Bijlagen. Integratie in zicht? Willem Huijnk Iris Andriessen Bijlagen Integratie in zicht? Willem Huijnk Iris Andriessen Inhoud Bijlage ij hoofdstuk 1 3 Bijlage ij hoofdstuk 2 5 Bijlage ij hoofdstuk 3 7 Bijlage ij hoofdstuk 4 9 Bijlage ij hoofdstuk 5 18 Bijlage

Nadere informatie

van het door Rudy van Vliet (Wiskunde & Informatica, 1987) Mei 1994 In het kader van een Projectstudie Kunstmatige Intelligentie

van het door Rudy van Vliet (Wiskunde & Informatica, 1987) Mei 1994 In het kader van een Projectstudie Kunstmatige Intelligentie Drie Varianten van het A -Algorite door Rudy van Vliet (Wiskunde & Inforatica, 1987) Mei 1994 In het kader van een Projectstudie Kunstatige Intelligentie Docent: dr. I.G. Sprinkhuizen-Kuyper Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Gescheiden werelden? Drie theorieën over de gevolgen van onderlinge sociale verschillen binnen clubs op betrokkenheid van leden.

Gescheiden werelden? Drie theorieën over de gevolgen van onderlinge sociale verschillen binnen clubs op betrokkenheid van leden. Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie Departement Bestuur- en Organisatiewetenschap Gescheiden werelden? Drie theorieën over de gevolgen van onderlinge sociale verschillen binnen clubs op betrokkenheid

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie