Discriminatie op de arbeidsmarkt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Discriminatie op de arbeidsmarkt"

Transcriptie

1 Discriinatie op de areidsarkt De resultaten van Nederlands onderzoek Justus Veenan Prof. Dr. J. Veenan is hoogleraar Econoische Sociologie aan de Erasus Universiteit Rotterda, en directeur van het Instituut voor Sociologisch- Econoisch Onderzoek (iseo ). Adres: Postus DR Rotterda t (010) of i Inleiding De areidsarkt is een aatschappelijk verdelingsechanise dat sociale ongelijkheid genereert. In dit artikel staat de vraag centraal of de selectie die daaraan ten grondslag ligt, onder invloed staat van discriinatie naar etnische achtergrond. De ter discriinatie verwijst naar gedragingen die de nadelige ehandeling van personen o f groepen inhouden. In de literatuur wordt hieraan wel toegevoegd dat het gaat o achterstelling op grond van overwegingen die er voor de handelingssituatie niet toedoen (Bovenkerk 1977; Elich en Maso 1984). Discriinatie zou zich derhalve voordoen wanneer een leerkracht wordt afgewezen odat hij hooseksueel is, een anager niet in de directie wordt opgenoen odat ze vrouw is en een edewerker niet voor prootie in aanerking kot odat hij o f zij Marokkaan is. Althans, op voorwaarde dat we een aatstaf heen o zo ojectief ogelijk te eoordelen wat er voor de handelingssituatie toe doet. Dit lijkt ij onderzoek naar areidsarktdiscriinatie op grond van etnische herkost niet altijd eenvoudig te zijn. Werkgevers, afdelingschefs en personeelsfunctionarissen willen nog wel eens arguenteren dat voor de afwijzing van allochtonen niet de etnische herkost epalend is, aar de taalvaardigheid, de representativiteit of de reactie van klanten (Veenan 1990, 1995). En zulke kenerken kunnen ertoe doen. Uiteindelijk doorslaggevend voor de vaststelling van discriinatie is dan de oservatie van de onderzoeker dat etnische herkost feitelijk wel de doorslag geeft. Er kunnen ijvooreeld aanwijzingen estaan dat de werkgever, afdelingschef o f personeelsfunctionaris gelegenheidsarguenten geruikt. O aan deze discussie te ontkoen, kiezen onderzoekers ook wel voor een egripsoschrijving die direct verwijst naar datgene waarin ze het eest geïnteresseerd zijn. Discriinatie wordt in dat geval oschreven als het nadelig ehandelen van personen, odat zij ehoren tot een epaalde groepering (Koen 1985), of ook wel: odat zij gerekend worden tot een epaalde groepering (Veenan 1990, 254).1 In het vervolg van dit artikel espreken we verschillende selectieoenten op de areidsarkt. Het eest uitgereid staan we stil ij de aannae van personeel. O herhalingen zoveel ogelijk te ver

2 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt ijden, espreken we vervolgens inder uitgereid de selectie ij doorstroo (prootie) en uitstroo (ontslag). Ten slotte gaan we in op loonverschillen die een indirect gevolg kunnen zijn van het aannae- en/of prootieeleid, aar die ook rechtstreeks kunnen voortvloeien uit verschil in ehandeling van personen op eenzelfde functieniveau. Concreet gaat het hierij o de vraag of allochtonen, ij gelijke kenerken, inder verdienen odat ze werkzaa zijn in lagere functies of odat ze op hetzelfde functieniveau inder loon krijgen. We grijpen steeds terug op Nederlands onderzoek. Daarij zal het verschil in definiëring van discriinatie weer aan de orde koen. We proeren uiteenlopende voren van achterstelling in eeld te krijgen, zoals ewuste versus onewuste discriinatie en directe versus indirecte discriinatie. O niet te struikelen over de verschillende verschijningsvoren, geruiken we hierna kortheidshalve (en als synonieen) de teren discriinatie en achterstelling. We esluiten dit artikel et een eschouwing over de te verwachten ontwikkelingen in de areidsarktdiscriinatie in Nederland. 2 Is areidsarktdiscriinatie te verwachten O het Nederlandse discriinatieonderzoek in een kader te plaatsen, stellen we eerst de vraag of op grond van areidsarkttheorie te verwachten is dat zich daadwerkelijk areidsarktdiscriinatie voordoet.2 Zijn hierover hypothesen te foruleren? Het antwoord is evestigend. Op asis van de theorie zijn uiteenlopende en zelfs tegenstrijdige verwachtingen te foruleren. Allereerst is er een econoische theorie die uitgaat van a taste for discriination ij een aantal werkgevers en die voorspelt dat zulke discriinatie niet kan voortduren. Werkgevers die discriineren, prijzen zichzelf naelijk uit de arkt doordat de gediscriineerden tegen relatief lage lonen elders in dienst treden (Becker 1957). Vooroordeel en discriinatie zijn hier exogene factoren, terwijl arktwerking ervoor zorgt dat discriinatie een tijdelijk verschijnsel is. Anders ligt dit ij de enadering waarin discriinatie wordt opgevat als een vor van rationeel gedrag. Werkgevers heen ij de selectie van kandidaten altijd te aken et eperkte inforatie over de afzonderlijke individuen. Nadere inforatie verzaelen over de individuele sollicitanten leidt tot te hoge kosten (in teren van geld en zoektijd). Daaro zijn het uiteindelijk niet de individuele kenerken van de kandidaten die doorslaggevend zijn, aar groepskenerken. Werkgevers kiezen volgens deze theorie naelijk voor degenen die ehoren tot de categorie waarover zij de eest gunstige inforatie heen en niet voor degenen uit een ongunstig ekend staande categorie. Econoen spreken in dit geval van statistische discriinatie. Deze zienswijze laat volop ruite voor wat psychologen overcategorisatie noeen: personen die op grond van een ojectief kenerk (ijvooreeld etnische herkost) in dezelfde categorie worden ingedeeld, worden eveneens identiek verondersteld qua negatief eoordeelde eigenschappen (zoals luiheid, onetrouwaarheid, etc.) (Adorno 1950; Allport 1954). Bij de zojuist esproken rationele keuzeenadering oet wel worden overwogen dat de theorie slechts van toepassing is, wanneer een werkgever de ogelijkheid heeft tot het aken van een keuze. Er zijn verschillende sollicitanten waaruit hij kan kiezen, of hij kan esluiten o nog niet in de vacature te voorzien in het geval er slechts een enkele sollicitant eschikaar is. In tijden van een krappe areidsarkt zal dit zich inder voordoen. Dit inzicht past in de ecologische zienswijze van sociologen die wijzen op het elang van concurrentie, ijvooreeld o anen of evordering. Discriinatie is dan dus slechts onder epaalde areidsarktostandigheden o f in epaalde -segenten te verwachten. Bij overaanod, zoals in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, ligt discriinatie voor de hand. Bij aanodtekorten daarentegen, zoals in het afgelopen decenniu, is dit veel inder het geval. Het onderscheid naar segenten is ijvooreeld relevant wanneer zich voor lager opgeleiden overaanod voordoet, terwijl hoger opgeleiden opereren in een arkt et aanodtekorten. Is dit het geval, dan zullen de eersten volgens de ecologische zienswijze veel eer et discriinatie geconfronteerd worden dan de laatsten. Tegenover de uitspraak dat areidsarktdiscriinatie altijd aanwezig is odat ze onverrekelijk veronden is et selectie, staat derhalve de voorspelling dat discriinatie slechts tijdelijk zal estaan o f uitsluitend zal voorkoen onder epaalde ostandigheden en innen zekere segenten. Het epirische onderzoek op de Nederlandse areidsarkt kan hierna worden afgezet tegen de

3 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt hypothesen die zojuist zijn geforuleerd. We koen hierop terug. Gedragsonderzoek Bovenkerk (1977) enadrukt dat discriinatie gedrag etreft, wat voor he reden is o te kiezen voor het geruik van zogenoede situatietests (Daniel 1968). In het geval van instroo wordt eerst een aantal vacatures geïnventariseerd, waarna allochtone en autochtone sollicitanten op pad worden gestuurd. Terwijl de testpersonen verschillen naar etnische herkost, zijn ze in een aantal andere opzichten aan elkaar gelijk (geaakt). Ze heen ongeveer dezelfde leeftijd, ezitten hetzelfde diploa, spreken goed Nederlands, zijn in het ezit van een Nederlands paspoort en koen ook qua kleding en andere uiterlijke kenerken et elkaar overeen. Persoonlijkheidsfactoren kunnen het succes ij sollicitaties verklaren. Daaro verdient het aaneveling een aantal sollicitaties per rief o f per telefoon te laten verlopen en o voor de face to face -contacten niet één aar eer testpersonen uit dezelfde evolkingsgroep in te zetten. Dit is precies wat Bovenkerk in 1976 deed ij een onderzoek op de Asterdase areidsarkt en ij een groter herhalingsonderzoek in Bij het eerste onderzoek liet hij creools-surinaase, Spaanse en autochtone testpersonen solliciteren naar een kleine driehonderd vacatures. Steeds ongeveer tien inuten na een allochtone sollicitant verscheen een autochtone kandidaat ij de etrokken werkgever/personeelsfunctionaris. Bovenkerk erkt hierover op: 3 Areidsarktdiscriinatie ij instroo In Nederland is vrij veel aandacht esteed aan de vraag o f areidsarktdiscriinatie naar etnische herkost zich feitelijk voordoet. Onderzoek naar achterstelling ij sollicitaties overheerst hierij, ede odat werd gezocht naar een verklaring van de hoge en geiddeld langdurige werkloosheid onder allochtonen.3 Odat we in het geval van discriinatie te aken heen et een vor van gedrag die in ons land vrij algeeen wordt veroordeeld, in elk geval wettelijk veroden is, is de kans groot dat zulk gedrag wordt verhuld. Het onttrekt zich derhalve aan de directe waarneing. O toch tot uitspraken te koen, heen onderzoekers zich ediend van uiteenlopende onderzoeksethoden. We espreken deze en verelden de voornaaste uitkosten. Het enige verschil was hun etnische afkost. Werd er dus onderscheid geaakt, en het leek dat inderdaad in ongeveer 20 procent van de gevallen de Surinaer of Spanjaard de aan niet kreeg waar de Hollander wel voor indiensttreding werd uitgenodigd, dan kon dat uitsluitend zo zijn op grond van ras of etniciteit. (Bovenkerk 1977, H 9) De auteur concludeert in deze gevallen tot discriinatie. Het herhalingsonderzoek uit 1995 evestigt in grote lijnen de uitkosten en ontkot door een etere opzet aan de statistische ezwaren die tegen de eerste resultaten zijn ingeracht (Bovenkerk 1995). De vraag of we de uitkosten kritiekloos kunnen aanvaarden odat we te doen heen et een superieure onderzoeksethode (zoals Bovenkerk stelt), is niet oniddellijk positief te eantwoorden. We roepen daartoe in herinnering hoe Bovenkerk discriinatie definieert. Zoals vereld in paragraaf 2, verstaat hij eronder het ongelijk ehandelen van personen of groepen op grond van kenerken die voor de handelingssituatie niet relevant worden geacht (Bovenkerk 1995, 59-60). Bovenkerk accentueert hieree het onderscheid tussen relevante en niet-relevante criteria, wat de vraag interessant aakt hoe wordt epaald welke kenerken al dan niet relevant zijn. In zijn studie heeft Bovenkerk zélf esloten op welke kenerken de allochtone en autochtone testpersonen identiek oeten zijn. Dit zijn voor he de relevante kenerken, getuige de conclusie hieroven: Werd er dus onderscheid geaakt... dan kon dat uitsluitend zo zijn op grond van ras of etniciteit. Toch lijkt hij hiervan niet zo zeker, getuige zijn oordeel over de interviews et personeelsselecteurs die plaatsvonden nadat hij ij hen discriinatie had vastgesteld. Bovenkerk erkt op dat de door de geïnterviewden genoede risicofa ctoren voor een deel wel degelijk reëel lijken (Bovenkerk en Breuning- Van Leeuwen 1979, 55-56). Op grond hiervan stelt de auteur dat het gedrag van werkgevers wel egrijpelijk (is), althans wanneer wordt gelet op hun arguenten. Heeft een personeelsselecteur

4 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt ijvooreeld reden o te veronderstellen dat klanten weglijven wanneer hij allochtoon (alie)personeel aanneet of heeft hij herhaaldelijk inder gunstige ervaringen opgedaan et personeel uit een epaalde evolkingsgroep, dan zijn dit volgens Bovenkerk voor de selecteur relevante overwegingen. Hoewel hij tot dit inzicht kot, verindt Bovenkerk er niet de noodzakelijke conclusie aan dat zijn eetethode tekortschiet o datgene vast te stellen waarin hij geïnteresseerd is, naelijk de door he gedefinieerde achterstelling. Overigens herkent de lezer in Bovenkerks erkenning van nietrelevant geachte kenerken als toch relevante criteria, de ipliciete aanvaarding van statistische discriinatie als vor van rationeel gedrag. Alvorens de ogelijkheid te opperen van een andere definitie van discriinatie en wellicht geschiktere eetethoden, erken we nog op dat situatietests geen uitsluitsel kunnen geven over de achterliggende vraag in welke ate hogere of geiddeld langduriger werkloosheid onder allochtonen is toe te schrijven aan discriinatie. Hooguit levert deze ethode inforatie op over het vóórkoen van discriinatie, niet pver de feitelijke effecten ervan op de areidsarktpositie van allochtonen. Triangulatie Bovenkerk had ij zijn onderzoek ook kunnen kiezen voor de oschrijving van discriinatie als nadelige ehandeling van personen odat zij ehoren tot een epaalde groepering, o f odat zij gerekend worden tot een epaalde groepering (zie paragraaf 2). De eerwaarde van deze wijze van definiëren schuilt hierin dat het nu niet eer alleen gaat o gedrag (het nadelig ehandelen), aar ook o de otieven die daaraan ten grondslag liggen. We ogen daardoor niet langer uitsluitend afgaan op de eerste waarneing (van gedrag), aar zijn gedwongen dóór te vragen op een wijze die Bovenkerk wel toepaste, aar niet incorporeerde in zijn concept. Voor de operationalisering etekent dit echter een coplicatie, waardoor de epirische vaststelling van discriinatie een stuk lastiger wordt. De toch al areidsintensieve situatietest volstaat niet; houdingenonderzoek dient plaats te vinden o tot achterstelling te kunnen concluderen. Hieree raken we verzeild in een klassieke discussie over de relatie tussen vooroordeel en gedrag. Dit etreft de ogelijke discrepantie tussen wat individuen zeggen (tijdens een interview) en wat zij feitelijk doen in een niet-gecontroleerde situatie. Anders geforuleerd, gaat het o de ogelijke discrepantie tussen wat als vooroordeel is geeten en wat er feitelijk aan discriinatoir gedrag plaatsvindt. In dit verand oet de ethodologische pulicatie van Deutscher (1973) worden vereld, waarin hij de veronderstelling proleatiseert dat er tussen eide een sterk verand estaat. Wie hiervan kennis heeft genoen, zal zich ij discriinatieonderzoek in geen geval verlaten op uitsluitend attitudeeting. Aldus ontstaat een dilea: gedragsonderzoek en attitudeeting worden elk afzonderlijk als inadequaat eschouwd. De oplossing kan nauwelijks een andere zijn dan een pleidooi voor een coinatie van eetethoden, zogenoede triangulatie. O te concretiseren waar de gedachten naar uitgaan, trekken we een parallel et criinaliteitsonderzoek. Naast statistische analyses, waarover dadelijk eer, is slachtofferonderzoek denkaar en onderzoek onder daders, gericht op hun gedrag zowel als op hun attitude. In uiteenlopende ate en in verschillende vor zijn zulke ethoden ook toegepast ij discriinatieonderzoek. Attitudeonderzoek Attitudeonderzoek richt zich op (potentiële) daders. Een fraai vooreeld vort de studie van Van Beek (1993) die geruikaakt van zogenoede vignettenanalyse. Daarij wordt aan personeelsselecteurs gevraagd de profielkenerken van gefingeerde sollicitanten naar hun aantrekkelijkheid te ordenen. Tot deze kenerken ehoren naast de opleiding en de werkervaring ijvooreeld ook de leeftijd, het geslacht en de etnische herkost. Bij systeatische variatie van de profielkenerken kan de onderzoeker uit de ordening door de ondervraagden opaken óf en in welke ate etnische herkost van invloed is op de voorkeur van de personeelsselecteur. Van Beek toont zulke invloed overtuigend aan, aar dit zegt - strikt genoen - nog niets over discriinatie. Zijn onderzoek richt zich iers op vooroordeel en niet op feitelijk gedrag. Dezelfde operking is te aken ij de ethode die Veenan geruikte in 1982 en 1995, en die tevens is toegepast door Reusaet en Kropan (1985) en Kruisergen en Veld (2002). Veenan

5 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt vroeg werkgevers/personeelsfunctionarissen rechtstreeks naar hun voorkeur voor werkneers uit verschillende evolkingsgroepen zowel als naar hun ereidheid o (eer) werkneers uit deze groepen in dienst te neen. Hij aakte geruik van een geanoniiseerde postale enquête o te evorderen dat respondenten waarheidsgetrouw antwoordden. Over de uitkosten is het volgende te zeggen. Allereerst valt op dat de grote eerderheid van de geïnterviewden geen (expliciet) ezwaar had tegen de wijze waarop hun de vragen zijn voorgelegd. De eesten ordenden evolkingsgroepen alsof dit de gewoonste zaak van de wereld is. Blijkaar sluit deze sterk generaliserende werkwijze aan ij de elevingswereld van etrokkenen. In de tweede plaats verdient verelding dat de verkregen antwoorden in hoge ate consistent zijn. Dit geldt ij een vergelijking in de tijd, ij een vergelijking tussen diverse onderzoeken en ij een interne vergelijking van uitkosten per onderzoek (Veenan 1995, 69). Het zijn steeds dezelfde evolkingsgroepen die de hoogste en laagste plaatsen in de rangorde inneen: Spanjaarden scoren consequent hoog, Marokkanen consequent laag. Grofweg kan worden gesteld dat evolkingsgroepen die qua cultuur het eest op autochtone Nederlanders lijken, gunstig scoren, terwijl het ogekeerde geldt voor evolkingsgroepen die in dit opzicht verder van hen afstaan. Als er iets verandert in de rangorde, houdt dit verand et de gewijzigde algeene eeldvoring over een groepering. Dit kan worden geïllustreerd et de forse daling van (ex-)joegoslaven na de oorlog aldaar en de stijging van Surinaers, die parallel loopt et hun sterk vereterde aatschappelijke positie. Deze vooreelden aken tevens duidelijk dat huidskleur geen grote etekenis heeft voor de rangordening. Een derde operkelijk punt is dat de (verwoorde) weerzin of terughoudendheid o allochtonen in dienst te neen, in de loop van de jaren sterk is afgenoen. In 1982 zei 18% van de ondervraagden niet ereid te zijn o allochtonen in dienst te neen (Veenan 1982), in 1995 gold dit voor 10%, terwijl in % dit oordeel gaf. We tekenen hierij aan dat het onderzoek niet steeds in dezelfde sectoren plaatsvond, wat van invloed kan zijn op de uitkosten. Bovendien ag ij een uitspraak over de ereidheid o ensen toe te laten, niet worden verondersteld dat dit het feitelijke gedrag volledig weerspiegelt (zie het klassieke onderzoek van LaPiere (1934) onder restauranthouders in de vs en hun opvatting over Chinese klanten). Niettein is de trend duidelijk genoeg o niet genegeerd te worden. Terzijde zij nog vereld dat in het Nederlandse areidsarktonderzoek getracht is te achterhalen of de terughoudendheid ij personeelsselecteurs verand houdt et de areidsprestatieeelden die zij heen over allochtone werkneers. Dit leek in zoverre het geval te zijn dat de eelden over allochtonen in het algeeen ongunstiger zijn dan die over autochtonen. Dit zou het gevolg kunnen zijn van de feitelijk opgedane ervaringen. O dit te achterhalen, vroegen Kruisergen en Veld (2002) naar de ervaringen et jonge allochtonen. Uit de resultaten lijkt dat de negatievere areidsprestatieeelden niet noodzakelijk de recente ervaringen van de personeelsselecteurs reflecteren. De ervaringen et jonge allochtone werkneers zijn naelijk etrekkelijk positief, wat de onderzoekers doet concluderen dat de eeldvoring achterlijft ij de copetentieontwikkeling van jonge allochtonen f89).4 'Slachtojferonderzoek' De tot nu toe esproken studies richten zich op de (potentiële) daders van discriinatie ij instroo. In eperkte ate is eveneens onderzoek verricht onder (potentiële) slachtoffers. Zo deed Veenan (1990) onderzoek naar de door Molukkers ondervonden areidsarktdiscriinatie, ook o de consequenties daarvan in eeld te krijgen. Met het voorehoud dat deze aanpak duidelijk eperkingen kent, interviewde hij werkende en werkloze Molukkers. Zijn voorehoud illustreerde hij door in astracta ervaren discriinatie te plaatsen tegenover feitelijk uitgeoefende discriinatie, en de positieve en negatieve opties van eide vervolgens in een atrix te coineren. Aldus kan onderscheid worden geaakt in waargenoen discriinatie (zowel feitelijk uitgeoefend als ervaren), verhulde discriinatie (wel uitgeoefend, niet ervaren), vereende discriinatie (niet uitgeoefend, wel ervaren) en geen discriinatie (noch uitgeoefend noch ervaren). Doordat de antwoorden van de ondervraagden in al deze categorieën kunnen vallen, oeten ze op voorhand worden gerelativeerd. Toch eent Veenan dat de interviews et (potentiële) slachtoffers aanwijzingen opleverden

6 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt voor het estaan van discriinatie. Dit was ijvooreeld het geval wanneer personeelsselecteurs aantoonaar onwaarheden deiteerden ij de afwijzing van Molukse sollicitanten (terwijl hun gezegd werd dat in de vacature was voorzien, werd kort daarna een autochtone kandidaat aangenoen o f verscheen de advertentie nogaals in de krant). Voorts leek uit de interviews dat discriinatie niet altijd wordt verhuld. Zo is er het verhaal van een Moluks eisje dat na een sollicitatiegesprek werd uitgenodigd o eens door het edrijf te lopen. Toen ze terugkwa ij de selecteur, vroeg deze wat haar was opgevallen. Nadat de sollicitante liet weten dat het een prettig edrijf leek, werd haar gezegd dat het daar niet o ging. De selecteur lichtte toe: Ts jou niet opgevallen dat hier alleen aar lanken werken? Nou, dat willen we graag zo houden. Vervolgens kon de sollicitante vertrekken. Al et al liet één op de vijf geïnterviewde Molukkers weten ij sollicitaties discriinatie te heen ervaren. Interessanter dan dit gegeven is het verschil naar leeftijd en geslacht. Jongeren zeiden veel vaker dan ouderen discriinatie te heen eegeaakt, annen eldden het vaker dan vrouwen. Hier estaat saenhang et de werkloosheid per aanodcategorie: hoe hoger en langduriger de werkloosheid innen een categorie, des te groter is het aandeel personen uit deze categorie dat discriinatie eldt. Dit zou een indirect effect kunnen zijn van discriinatie; de ervaring van achterstelling leidt niet zelden tot deotivatie die zich negatief vertaalt in het zoekgedrag. Aldus leidt uitsluiting tot zelfuitsluiting, wat uiteindelijk een vicieuze cirkel oproept die uitondt in een nog hogere en geiddeld langduriger werkloosheid dan wel in een hoge concentratie van allochtonen in epaalde edrijven en edrijfstakken. Statistische analyses Net als de resultaten van gedrags- en attitudeonderzoek geeft de zojuist gepresenteerde, eer kwalitatieve inforatie over (ondervonden) discriinatie, geen uitsluitsel over de ate waarin discriinatie invloed heeft op de areidsarktpositie van allochtonen. De uitkosten van het tot nu toe esproken onderzoek aken het hooguit aanneelijk dat zich op de Nederlandse areidsarkt discriinatie voordoet. Oservaties van selectiegesprekken, in ons land toegepast door Hooghiestra, Kuipers en Muus (1990), ondersteunen deze uitspraak Willen we eer weten over de invloed van discriinatie op ijvooreeld de areidskansen van allochtonen, dan zijn statistische analyses nodig. Daartoe kan geruik worden geaakt van de zogenoede decopositieethode, onder eer ekend van de eerdergenoede Noelprijswinnaar econoie Gary Becker. Eenvoudig gezegd kot deze ethode erop neer dat ij gegeven feitelijke werkloosheidscijfers voor allochtonen en autochtonen (de afhankelijke variaelen in de analyse) voor eide groepen afzonderlijk de coëfficiënten worden geschat van de kenerken die relevant worden geacht voor de areidskansen. Bij deze onafhankelijke variaelen valt te denken aan het opleidingsniveau, het eroep, de werkervaring, de leeftijd en het geslacht. Vervolgens worden de aldus erekende coëfficiënten van de autochtonen, toegekend aan de allochtonen. Voor hen wordt het odel opnieuw geschat, nu o de verwachte werkloosheid te erekenen. Allochtonen ehouden aldus hun oorspronkelijke kenerken, nu echter et de veronderstelling dat deze op de areidsarkt exact zo worden ehandeld als ij autochtonen het geval is. Onder deze veronderstelling wordt het verschil in feitelijke en 'verwachte werkloosheid van allochtonen eschouwd als indicatie van verschil in ehandeling, van discriinatie dus. Ligt het niet aan de (onveranderde) kenerken, dan oet het wel aan de ehandeling liggen - zo is de redenering. Dit is echter een te eenvoudige voorstelling van zaken. Er kunnen iers eer factoren relevant zijn voor de verklaring van (het verschil in) werkloosheid, dan die welke zijn opgenoen in het odel. Te denken valt aan verschil in opleidingsrichting en/of -duur, aan taaleheersing en aan de intensiteit van het zoekgedrag. Zulke variaelen lijven vaak uiten de analyse. Dit geldt zeker voor variaelen van eer kwalitatieve aard (zoals areidsotivatie, sollicitatievaardigheid en representativiteit), die zich lastig laten vertalen naar statistische analyses. De werkelijkheid is dus coplexer dan het odel laat zien. Het is o deze reden dat de econoo Mineer (1979) de decopositieethode heeft oschreven als a easure of our ignorance. Toch is ij discriinatieonderzoek in ons land vaak geruikgeaakt van statistische analyses. We noeen de studies van Einerhand en Ooen-Van

7 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt der Vegt (1986), Van Praag (1989), Niesing en Veenan (1990), Veenan (1990), Kee (1993), Dagevos en Veenan (1996) en Dagevos (1998). De uitkosten corresponderen et de verwachtingen: steeds wordt een onverklaarde rest gevonden nadat is gecontroleerd voor de in het odel opgenoen kenerken. Bij de conclusie dat dit op discriinatie duidt, aakten we een voorehoud. Het is daaro interessanter dat in de tijd gezien, de grootte van de onverklaarde rest geleidelijk afneet. Dit zou erop kunnen duiden dat discriinatie afneet. Van Ours, Veenan en Verhoeven (2002) vinden ij recent onderzoek onder tweedegeneratiejongeren zelfs nauwelijks nog een effect van etnische herkost. Behalve dat discriinatie wellicht verindert, heeft dit ogelijk te aken et de verdere veretering van het analyseodel. De laatstgenoede onderzoekers naen ijvooreeld ook het eroep van de ouders op, een variaele die significante invloed lijkt te heen. We concluderen daaro voorzichtig. Terwijl ook statistische analyses hun eperkingen kennen, indiceren zij het est de invloed die discriinatie heeft op de areidskansen van allochtonen. De indruk estaat dat deze kansen steeds inder eïnvloed worden door achterstelling. Voren van discriinatie We zegden toe aandacht te zullen esteden aan verschillende voren van achterstelling. Uit het voorgaande kan de indruk zijn ontstaan dat discriinatie naar etnische herkost ij instroo steeds intentioneel is. Er zou dan sprake zijn van ewuste discriinatie. Dit is echter niet het geval. Vooral uit het eer kwalitatieve onderzoek (Veenan 1990; Dagevos 1998: Veenan 2001) kot et enige regelaat naar voren dat een elangrijk deel van de achterstelling onewust plaatsvindt. Etnocentrise speelt een elangrijke rol, vooral ij de hantering van sociaal-noratieve selectiecriteria. Bij de oordeelsvoring over ijvooreeld representativiteit en inpasaarheid in het tea is culturele vooringenoenheid veel eerder van invloed dan ij oordelen over technisch-instruentele kwalificaties als opleidingsniveau en werkervaring. Het sterk toegenoen elang van sociaal-noratieve criteria (Moelker 1992) is zo eschouwd niet in het voordeel van allochtonen. Bewuste discriinatie kan zich heel direct uiten, zoals in het vooreeld van de afwijzing van de Molukse sollicitante. Indirecte discriinatie verwijst juist naar eer verhulde voren van achterstelling. Te denken valt aan het geruik van selectiecriteria die geen zakelijk verand houden et de etrokken situatie o f aan schijnaar neutrale regels die in het nadeel werken van epaalde personen of groepen (Elich en Maso 1984). Als vooreeld dienen achtereenvolgens de eis o vloeiend Nederlands te spreken in een functie waar dit niet relevant is, en de regel van een iniu lichaaslengte voor toetreding tot ijvooreeld de politie. Het laatste kan tevens worden aangeduid als institutionele discriinatie, odat het hoofdkenerk daarvan is dat de discriinatoire regel of procedure foreel is vastgelegd en standaard wordt toegepast. Van elk van deze voren zijn vooreelden te vinden in het Nederlandse areidsarktonderzoek. Zo signaleerde Veenan (1990) onewuste discriinatie van Molukse sollicitanten die werden afgewezen, odat zij de personeelsselecteur uit eleefdheid niet in de ogen keken en o dezelfde reden niet uit eigen eweging vragen stelden. Dit gedrag werd geïnterpreteerd als onetrouwaar en ongeïnteresseerd, wat illustratief is voor het etnocentrise van de selecteurs. Het geruik van nietcultuurvrije psychologische tests ( vul in: ij stappot oerenkool hoort...) levert een vooreeld op van institutionele discriinatie (Choenni en Van der Zwan 1987). Hetzelfde geldt voor die gevallen waarin edrijven wervingskanalen aanspreken die allochtonen ij vooraat inder kansrijk aken: inschakeling van eigen, autochtoon personeel ten ehoeve van coöptatie en advertenties exclusief in algeene Nederlandse dagladen en niet in allochtone edia. Vereld kan nog worden dat het areidsarkteleid vaak ook niet ontkot aan culturele vooringenoenheid en institutionele discriinatie. Veenan (1998) noet het vooreeld van de areidsureaus die in een periode van groot overaanod en een te zware caseload, kozen voor het selectiecriteriu zelfredzaaheid, zonder dat eseft werd dat dit (ook) een cultureel kenerk kan zijn. Wie zelf vacatures zocht en/of een opleidingsvoorstel indiende, werd eschouwd als geotiveerd en was de oeite waard o geholpen te worden. Degenen die inder institutioneel redzaa 96 S

8 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt waren (veel allochtonen), leven zonder hulp en waren dus langer werkloos. Dit laatste is nog versterkt door de keuze van eleid, geaseerd op de draaggolfgedachte. Dit kwa hierop neer. Areidsureaus proeerden het voor de eiddeling verloren arktaandeel terug te winnen door de relatie et werkgevers te vereteren. Dit geeurde door het harde aanod voorrang te verlenen. Wie akkelijk plaatsaar was, werd als eerste aangeoden. Wie dit niet was (veel allochtonen), oest wachten tot de relatie et de werkgevers stevig genoeg zou zijn. Bij deze voorrangsregeling is onvoldoende eseft dat een verlengde werkloosheidsduur kansaren veelal kansloos aakt. Aldus werkte een schijnaar neutrale regel in het nadeel van allochtonen. Onze conclusie is dat naast ewuste en directe discriinatie ook onewuste, indirecte en institutionele discriinatie voorkoen. Helaas kan de ate waarin de diverse voren estaan, niet worden vastgesteld op grond van het eschikare onderzoek. 5 4 Discriinatie ij doorstroo en uitstroo We espraken discriinatie naar etnische herkost op een epaald selectieoent, naelijk ij instroo. Selectie doet zich echter ook voor ij doorstroo en uitstroo. Daar kan zich dus eveneens achterstelling voordoen. We gaan hierop inder uitgereid in, ede odat in veel eperktere ate onderzoek is gedaan naar discriinatie op deze selectieoenten. In zijn onderzoek naar de oiliteitskansen van allochtone werkenden constateert Dagevos (1998) op asis van statistische analyses, dat er ten opzichte van autochtone werkenden geen verschil estaat in de perceptie van stijgingskansen6 en evenin in de frequentie van prooties, dit laatste onder controle van relevant geachte persoonlijke kenerken en positie in de functiestructuur. Interviews et allochtone werkneers rengen niettein aan het licht dat zij wel degelijk specifieke arrières ervaren. Dagevos onderscheidt drie eleerende factoren: cultuurverschillen, verschillen in sociale netwerken en vooroordelen. Signalen voor de wens hogerop te koen, worden niet altijd herkend en zelfs isverstaan, etekenisvolle contacten ontreken vaak, en ongunstige eeldvoring speelt door in prootieeslissingen. Slechts weinigen aken elding van wat Dagevos oschrijft als aperte voren van discriinatie ; het zou dus vooral gaan o indirecte en institutionele achterstelling. Deze evindingen sporen et de uitkosten van eerder onderzoek onder Molukkers (Veenan 1990). Een inderheid (13%) van de Molukse werkenden eldt ervaringen et zulke achterstelling. Net als ij de instroo zijn het opnieuw vaker de annen dan de vrouwen die discriinatie ervaren. In hetzelfde onderzoek zijn interviews gehouden et de personeelsfunctionarissen van 48 edrijven et veel Moluks personeel. Daaruit lijkt dat er in soige organisaties sprake is van ewuste achterstelling van Molukse werkneers. Dit is ijvooreeld het geval in de vijf edrijven waar door de personeelsfunctionaris is eegedeeld dat autochtone personeelsleden geen Molukse eerdere accepteren. Bovendien constateert Veenan dat de oordeelsvoring over het proovael zijn van Molukse werkneers, niet altijd even zorgvuldig totstandkot. Rui een kwart van de geïnterviewden is ijvooreeld van oordeel dat de Molukse werkneers niet eschikken over de voor prootie noodzakelijke capaciteiten. Het erendeel eent voorts dat Molukkers geen elangstelling heen o hogerop te koen. Dit laatste is in de interviews et werkende Molukkers niet evestigd; zij klagen erover dat hun inspanningen o hogerop te koen niet worden eloond. Het veldwerk van dit onderzoek vond plaats in I9^3 I9^4- Bij een replicatiestudie in 1990, waaree de tweede generatie eter is ereikt, leek het aandeel van de werkende Molukkers dat ij doorstroo discriinatie ervaart, gedaald tot 8% (Veenan en Martens 1991).7 Hoewel ij zulke uitkosten dezelfde relativering ehoort die is geaakt ij het eerder esproken slachtofferonderzoek, is interessant dat een consistent eeld estaat voor wat etreft het onderscheid naar geslacht en de ontwikkeling in de tijd (annen elden eer discriinatie dan vrouwen, het aandeel eldingen neet af). Over ogelijke discriinatie ij uitstroo rapporteerden Groenendijk c.s. (1984), die ij een casestudy in een edrijf et collectief ontslag, onder de uitstroers een forse oververtegenwoordiging van allochtone (in dit geval Turkse) werkneers aantroffen. De ij de selectie aangelegde ojectieve

9 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt criteria (zoals anciënniteit) lijken voor deze personeelsleden niet te werken. Dat wil zeggen: ze leverden nadeel op ij een kort dienstverand, aar geen voordeel ij een lang dienstverand. Belangrijker nog lijkt het ontreken van scholingsprograa s voor de Turkse werkneers (een vor van indirecte achterstelling). De regels, procedures en afspraken et de onderneingsraad en de vakonden heen naar het oordeel van de onderzoekers een ijzondere etekenis: Het paradoxale van deze veelheid van noren is dat de werkgever daardoor een zeer grote vrijheid ij de selectie krijgt (181). Dit leidt ertoe dat ijna elke uitkost achteraf te rechtvaardigen is, iets waarvan de selecteurs zich volgens Groenendijk c.s. terdege ewust waren. Veenan (1990) voegde hier voor de Molukkers aan toe dat hun eperkte prootieogelijkheden hen onderin de organisatie hielden, wat Molukse werkneers extra kwetsaar aakte ij collectief ontslag. Bovendien lijkt uit zijn interviews et personeelsfunctionarissen dat herplaatsaarheid ij collectief ontslag in de praktijk eestal wordt gerelateerd aan twee copetenties: taalvaardigheid en opleidaarheid. Zulke sociaal-noratieve selectiecriteria werken in het algeeen in het nadeel van allochtonen (298). Het is opnieuw een vooreeld van indirecte discriinatie, die ij vastlegging in regels en procedures eveneens als institutionele discriinatie geduid kan worden. Onze conclusie over achterstelling ij doorstroo en uitstroo is dat deze zich voordoet op de Nederlandse areidsarkt, en wel in verschillende voren, aar dat er voor wat etreft de discriinatie ij doorstroo aanwijzingen estaan dat deze afneet. 5 Loondiscriinatie Areidsarktdiscriinatie kan zich uiten in verschil in eloning. Daarnaar is in Nederland vrij veel onderzoek gedaan, vooral et ehulp van statistische analyses. Als vooreeld noeen we: Niesing en Veenan (1990), Kee (1993), Dagevos, Martens en Verweij (1996), Dagevos (1998), Veenan (2001), Van Ours, Veenan en Verhoeven (2002) en Zorlu (2002). Ook nu espreken we uitsluitend de voornaaste uitkosten, wat wordt vergeakkelijkt door de vrij sterke onderlinge overeenkosten. Kort weergegeven, kot het erop neer dat directe loondiscriinatie nauwelijks voorkot. Hiervan zou sprake zijn wanneer werkneers in dezelfde functie of op hetzelfde functieniveau een duidelijk verschil in eloning kennen. Verschillende auteurs schrijven het ontreken van directe loondiscriinatie toe aan het dichte woud van collectieve areidsovereenkosten dat onze areidsverhoudingen kenerkt. Blijkaar zijn de voorschriften ten aanzien van eloning voldoende strikt o discriinatie (naar etnische herkost) te voorkoen o f itigeren. Dit wil niet zeggen dat werkneers et identieke kenerken (zoals opleiding, werkervaring, aantal dienstjaren, leeftijd en geslacht) gelijk worden eloond. Wordt hiernaar gekeken, dan lijken allochtonen vrij systeatisch in het nadeel. De algeene evinding is daaro dat zich in Nederland wel indirecte loondiscriinatie voordoet; allochtonen koen inder geakkelijk in functies en/of op functieniveaus waar autochtonen et dezelfde kenerken wel terechtkoen en dit vertaalt zich uiteraard in hun areidsinkoen. Een verand et wat eerder is gezegd over discriinatie ij doorstroo, ligt voor de hand. De econoische crowding -hypothese (Bergannn 1971, 1974) kan echter ook een verklaring ieden.8 Kortweg kot deze erop neer dat door de concentratie van allochtonen in een aantal deelarkten, daar overaanod ontstaat waardoor de lonen in deze deelarkten neerwaarts worden eïnvloed. Bij vergelijkingen innen deelarkten zullen de lonen van allochtonen en autochtonen niet verschillen, wat spoort et de evinding dat zich geen directe loondiscriinatie voordoet. De crowding -hypothese iedt de ogelijkheid o de uitkosten rond instroodiscriinatie te verinden et die rond loondiscriinatie. Uitsluiting en daaree veronden zelfuitsluiting dragen iers ij tot concentratie in deelarkten, et als gevolg de zojuist esproken neerwaartse druk op de lonen. 6 Conclusie en discussie De areidsarkt is een aatschappelijk allocatie- en verdelingsechanise. Areidsarktdiscriinatie kan daaro vergaande gevolgen heen. De vraag o f achterstelling naar etnische herkost zich voordoet op de Nederlandse areidsarkt, heen we op grond van epirisch onderzoek evestigend eantwoord. Ze estaat op verschillende oenten van het selectieproces, en in diverse voren

10 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt Het precieze elang van discriinatie voor de areidsarktpositie van allochtonen konden we helaas niet aangeven, ondanks de verwijzing naar statistische analyses. Evenin konden we de ate van voorkoen van de verschillende voren vaststellen. Wel constateerden we aanwijzingen voor een afnae van areidsarktdiscriinatie in ons land. De uitkosten van statistische analyses duiden hierop, evenals de resultaten van interviews et personeelsselecteurs en et allochtonen over hun ervaringen et instroo en doorstroo. We kunnen hierin steun zien voor de econoische theorie van 'a taste for discriination, te eer daar Kruisergen en Veld (2002) recentelijk aantoonden dat de negatieve eeldvoring over allochtonen hardnekkig is. Vooroordeel en overcategorisering estaan dus nog steeds, aar koen niet volledig tot uiting in het gedrag. Dit nu kan verklaard worden et een verwijzing naar econoisch nadeel. De ecologisch-sociologische enadering gaat echter verder, want iedt in feite een etaverklaring. Ze ziet de areidsarktostandigheden als epalend voor de ate waarin werkgevers kunnen toegeven aan hun taste for discriination. De krappe areidsarkt van het afgelopen decenniu aakte discriinatie eenvoudigweg inder goed ogelijk. In ostandigheden van een ruiere areidsarkt was het zeer waarschijnlijk anders geweest. Betekent dit dat we geen uitspraak kunnen doen over de toekost? Geenszins, want een uitspraak is altijd ogelijk. Zeker indien we trends en theorie erij etrekken. Twee trends lijken van elang. De eerste, voor de kortere terijn, is negatief. Er dreigt iers een econoische recessie, et te verwachten ongunstige gevolgen voor de areidsarkt. Volgens de ecologische enadering neet dan de kans op discriinatie toe. Daar staat een krachtige langeterijntrend tegenover. Door de coinatie van ontgroening en vergrijzing zullen tekorten op de areidsarkt ontstaan die het werkgevers juist inder ogelijk aken o te discriineren. Elk talent is nodig. Wie dit eweert, is slechts een kleine stap verwijderd van een nog niet esproken theorie. Dit etreft de acrosociologische eritocratiseringsthese, die kort gezegd hierop neerkot. O te kunnen voortestaan, heeft de steeds coplexer wordende saenleving al het eschikare talent nodig. Dit talent oet worden ontdekt, ontwikkeld (in het onderwijs) en optiaal worden ingezet (op de areidsarkt). Dit is slechts ogelijk wanneer toegeschreven kenerken, zoals geslacht en etnische herkost, aan elang inoeten ten gunste van verworven kenerken.9 Voor de areidsarkt gaat het dan vooral o de genoten opleiding. De toeneende gelijkheid tussen annen en vrouwen zou hieraan toegeschreven kunnen worden. Grote ongelijkheid tussen etnische groepen en zeker discriinatie naar etnische herkost zijn zo eschouwd een anoalie. Deze theorie iedt derhalve een verklaring voor de afnae van discriinatie, een tendens die in de naijgelegen toekost versterkt zal worden door het ijzondere deografische proces van ontgroening en vergrijzing. Noten 1 De auteur heeft deze wijziging aangeracht nadat hij in onderzoek vaststelde dat Surinaers sos zijn gediscriineerd, odat ze aangezien werden voor Molukkers (Veenan 1990, 254). 2 We laten hier andere dan areidsarkttheorieën uiten eschouwing, odat deze esproken worden in de ijdrage van Scheepers c.s. aan deze undel. j Hieruit ag niet worden afgeleid dat uitsluitend discriinatie als verklaringsgrond werd gezien. Veenan (1998) onderscheidt naast de discriinatiethese vijf andere thesen. 4 Het is een vor van entale estendiging van ongelijkheid die sterk doet denken aan hetgeen Tilly eschrijft in Durale inequality (1998). 5 Dit houdt verand et de toepassing van verschillende onderzoeksethoden waarvan de uitkosten niet onderling vergelijkaar zijn. 6 Dagevos verklaart dit uit het hoge aandeel jongeren en personen die pas kort in dienst zijn onder de allochtonen, ogekeerd aan het eeld ij autochtonen (175). 7 Bij recent onderzoek, voornaelijk gericht op de derde generatie (Veenan 2001), is de vraag naar discriinatie ij prooties niet gesteld, ede vanwege korte dienstveranden. 8 Verklaringen zijn tevens ogelijk et de in paragraaf 2 esproken theorie over de taste for discriination' (gediscriineerden werken tegen relatief lage lonen) en de rationele keuzetheorie (werkgevers neen geen risico ij evorderingen waardoor allochtonen relatief lage functies houden). 9 In Nederland is de eritocratiseringstendens waargenoen door Ultee en Dronkers (1995)

11 Justus Veenan Discriinatie op de areidsarkt Literatuur A d o r n o, Th.W. e.a., 1950, The authoritarian personality, N e w Y o r k : H a r p e r. Allport, G.W., 1954, The nature o f prejudice, Caridge (Mass.): Addison-Wesley. Becker, G.S., 1957, The econoics o f discriination, Chicago: University of Chicago Press. Beek, K. van, 1993, To he hired or not to e hired: The eployer decides, diss. Asterda, Asterda. Bergann, B.R., 1971, The effect on white incoes of discriination in eployent. Journal o f Political Econoy, 79 (2), Bergann, B.R., 1974, Occupational segregation, wages and profits when eployers discriinate y race or sex. Eastern Econoic Journal, 1 (2/3), Bovenkerk, F., 1977, Rasdiscriinatie op de Asterdase areidsarkt. In: Hoof, J.J. van en A. Martens (red.), Areidsarkt en ongelijkheid, Asterda: Boo Meppel (speciaal nuer van Sociologische Gids, 1977/1-2), Bovenkerk, F. en E. Breuning-Van Leeuwen, 1979, Rasdiscriinatie en rasvooroordeel op de Asterdase areidsarkt. In: Bovenkerk, F. (red.), Odat zij anders zijn, Asterda: Boo, Bovenkerk, F., M.J.I. Gras en D. Rasoedh, 1995, Discriination against igrant workers and ethnic inorities in access to eployent in the Netherlands, Geneve, International Migration Papers 4, Eployent Departent, International Laour Office. Choenni, C.E.S. en T.J. van der Zwan (red.), 1987, Psychologische tests en allochtonen, Utrecht: Landelijk Bureau Raciseestrijding. Dagevos, J., 1998, Begrensde oiliteit: Over allochtone werkenden in Nederland, diss. Rotterda, Assen: Van Gorcu. Dagevos, J.M., E.P. Martens en A.O. Verweij, 1996, Over directe en indirecte loondiscriinatie. In: Veenan, J. (red.), Keren de kansen?, Assen: Van Gorcu, Dagevos, J.M. en J. Veenan, 1996, Werkloosheid en het voortduren van achterstand. In: Veenan, J. (red.), Keren de kansen?, Assen: Van Gorcu, D a n i e l, W.W., 1968, Racial discriination in England, H a r o n d s w o r t h : P e n g u i n. Deutscher, J. (red.), 1973, What we say what we do: Sentients and acts, Glenview, Scott, Foresan. E lich, J. H. e n B. M a so 1984, Discriinatie, vooroordeel en racise in Nederland, A C O M -ra p p o rt, s - G r a v e n h a g e ( M i n i s t e r ie v a n B i n n e n l a n d s e Z a k e n ). Einerhand, M. en R. Ooen-Van der Vegt, 1986, The structure of the laour arket for aliens. In: Muus, Ph. J., Migration, inorities and policy in the Netherlands, Asterda, Sopei-Netherlands, Groenendijk, K. e.a., 1984, De etekenis van rechtsregels ij collectief ontslag. In: Nieuwsrief voor Nederlandse rechtssociologen, Hooghiestra, B.T.J., K.W. Kuipers en Ph.J. Muus, 1990, Gelijke kansen voor allochtonen op een aan?, Den Haag: oavrapport. Kee, P., 1993, The econoie status o f ale iigrants in the Netherlands, diss. Asterda, Vrije Universiteit Asterda. Koen, A.J.F., 1985, Oordeel en discriinatie. In: Sperna Weiland, J. en J.H.P. Paelinck (red.), Etnische inderheden, Asterda en Meppel: Boo, Kruisergen, E.W. en Th. Veld, 2002, Een gekleurd eeld, Assen: Van Gorcu. LaPiere, R.T., 1934, 'Attitudes versus actions. In: Deutscher, J. (red.), What we say, what we do: Sentients and acts, Glenview, Scott, Foresan, Moelker, R., 1992, Zou hij onze nieuwe edewerker kunnen zijn?, diss. Rotterda: De Lier. Mineer, J., 1979, Coent. In: Lloyd, C.B., E.S. Andrews en C.L. Gilroy (red.), Woen in the laor arket, New York, Niesing, W. en J. Veenan, 1990, Achterstand en achterstelling op de areidsarkt. In: Veenan, J. (red.), Ver van huis, Groningen: Wolters-Noordhoff, Niesing, W. en J. Veenan, 1990, 'Achterstand en achterstelling in het inkoen. In: Veenan, J. (red.), Ver van huis, Groningen: Wolters-Noordhoff, Ours, J. van,). Veenan en W-J. Verhoeven, 2002, Van ouder op kind, Tilurg: Organisatie voor Strategisch Areidsarktonderzoek. Praag van, C.S., 1989, Werkloosheid en inkoens ij etnische inderheden, Den Haag: wrr. Reusaet, T.J.M. en J.A. Kropan, 1985, Beeldvoring over etnische groepen ij de werving en selektie van personeel, Nijegen: Instituut voor Toegepaste Sociologie. Tilly, Ch., 1998, Durale inequality, Berkeley: University of California Press. Ultee, W.C. en J. Dronkers, 1995, En wat doe jij? Vragen over aatschappelijke gelaagdheid, hun kwantitatieve karakter en hun politieke elang. In: Dronkers, J. en W.C. Ultee (red.), Verschuivende ongelijkheid in Nederland, Assen: Van Gorcu, Veenan, J. (red.), 1982, De areidsarktproleatiek van Molukkers: Een verkennend onderzoek, Rotterda: Nederlands Econoisch Instituut/Erasus Universiteit Rotterda. Veenan, J 1990, De areidsarktpositie van allochtonen in Nederland, in het ijzonder van Molukkers, diss. Utrecht, Groningen: Wolters-Noordhoff. Veenan, J., 1995, Onekend aakt oneind, Assen: Van Gorcu. Veenan, J., 1998, Buitenspel: Over langdurige werkloosheid onder etnische inderheden, Assen: Van Gorcu. Veenan, J 2001, Molukse jongeren in Nederland, AsseVan Gorcu. Veenan, J. en E. Mariens, 1991, Een lange weg: Molukkers op de Nederlandse areidsarkt, 'Rotterda: Instituut voor Sociologisch-Econoisch Onderzoek, Erasus Universiteit Rotterda. Zorlu, A., 2002, Asorption o f iigrants in European laour arkets, diss. Asterda, Vrije Universiteit Asterda

Doorwerking in de breedte

Doorwerking in de breedte Doorwerking in de reedte De doorwerking van Agenda 2002 in de teksten van decentrale eleidsnota s en cao-akkoorden in 1989 en 1999 Marte van Santen Drs. M. van Santen is als eleidsedewerker veronden aan

Nadere informatie

2 DEFINITIES VAN BEREIKBAARHEID

2 DEFINITIES VAN BEREIKBAARHEID 2 DEFINITIES VAN BEREIKBAARHEID In hoofdstuk 2 koen de definities van bereikbaarheid aan bod die in de literatuur gehanteerd worden. In paragraaf 2.1 wordt het uitgangspunt beschreven dat ten grondslag

Nadere informatie

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005 1 voor KPN Internet deceer 2005 2 Copyright 2005 Blauw Research v Alle rechten voorehouden. Niets uit dit rapport ag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautoatiseerd gegevensestand, of openaar geaakt,

Nadere informatie

Doorwerking via actieve looncoördinatie

Doorwerking via actieve looncoördinatie Doorwerking via actieve looncoördinatie De axiale looneis van de vakcentrale FNV sinds 1994 Maurice Rojer en Laurens Harteveld Maurice Rojer en Laurens Harteveld zijn werkzaa als respectievelijk senior

Nadere informatie

Discussie. De inzet van asielzoekers op de arbeidsmarkt. De asielzoeker als nieuwe hulp in het huishouden van de BV Nederland?

Discussie. De inzet van asielzoekers op de arbeidsmarkt. De asielzoeker als nieuwe hulp in het huishouden van de BV Nederland? De inzet van asielzoekers op de areidsarkt In de discussieruriek dragen twee auteurs een standpunt uit over een actueel, eleidsrelevant onderwerp. De discussie estaat steeds uit een openingsartikel (1500-2000

Nadere informatie

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling Toekostscenario's en eleid Jan Schoonenoo D rs. I.J. S c h o o n e n o o is s ta f e d e w e rk e r ij de W e t e n s c h a p p e lijk e R aad v o o r het R e g e rin g s e le id en v o o r a lig ijz o

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend> Geeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van Jaar Publicatiedatu Agendapunt besluit B&W Onderwerp Vaststellen van de Verordening interferentiegebieden bodeenergiesysteen 24 Tekst van openbare besluiten

Nadere informatie

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went Dit artikel uit Beleid Maatschappij is gepuliceerd door Boo Lea uitgevers is ested voor Universiteit van Asterda Reflectie & deat Ontwikkelingshulp die verschil aakt Peter van Lieshout, Monique Kreer Roert

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenberg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart en parkeerboetes

gemeente Eindhoven Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenberg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart en parkeerboetes gemeente Eindhoven Inoeknummer 13st01579 Beslisdatum B&W 13 septemer 2013 Dossiernummer 13.37.103 (2.5.3) Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenerg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart

Nadere informatie

Krimpende arbeidsmarkt: nieuw perspectief, oude problemen

Krimpende arbeidsmarkt: nieuw perspectief, oude problemen Kripde areidsarkt: nieuw perspectief, oude prole Paul de Beer Paul de Beer is Hri Polak-hoogleraar voor areidsverhouding aan de Universiteit van Asterda. Tevs is hij verond aan De Burcht (Ctru voor Areidsverhouding)

Nadere informatie

CAOP. co m m 1/4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag

CAOP. co m m 1/4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag CAOP ROP advies inzake klokkenluiderl*^ A. Aan: De inister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag C.C. De inister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Bedrijfsscholing: scholen voor de concurrent?

Bedrijfsscholing: scholen voor de concurrent? Onderwijs en opleiding Bedrijfsscholing: scholen voor de concurrent? Wolff, Ch. J. de, R. Luijkx en M.J.M. Kerkhofs (2002), Bedrijfsscholing en arbeidsmobiliteit, OSA A-186, Tilburg. Scholing van werknemers

Nadere informatie

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1 Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoing van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkost1 Douwe van Houten Prof.dr. D.j. van Houten is hoogleraar Sociaal Beleid, Planning en

Nadere informatie

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6190 Inoeknummer 15BST00180 Dossiernummer 15.09.851 24 feruari 2015 Commissie notitie Onderwerp: Omuiging Mantelzorgcompliment. Inleiding De ehoefte aan mantelzorg 1 zal

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht Dertig jaar later De epirische houdaarheid van arguenten voor en tegen opkostplicht Kees Aarts * Dr. C.W.A.M. Aarts is universitair hoofddocent vooi Methoden en Technieken aan de Faculteit Bestuur* kunde

Nadere informatie

A.H.F. Elling en P. de Knop. De sociaal-integrerende functie van sport

A.H.F. Elling en P. de Knop. De sociaal-integrerende functie van sport De sociaal-integrerende functie van sport Een kwestie van interpretatie? A.H.F. Elling en P. de Knop Beide auteurs zijn veronden aan de Katholieke Universiteit Braant en etrokken ij het interuniversitaire

Nadere informatie

ŢļJE CHOICE. Breda Roosendaal. Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B

ŢļJE CHOICE. Breda Roosendaal. Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B ŢļJE CHOICE arktonderzoek 8L advies Theroeter Klanttevredenheid Welzorg vestiging: Breda Roosendaal Periode : 1 [ januari noveber

Nadere informatie

Lokaal of transnationaal: actief burgerschap bij de allochtone middenklasse

Lokaal of transnationaal: actief burgerschap bij de allochtone middenklasse Lokaal of transnationaal: actief urgerschap ij de allochtone iddklasse Marianne van Bochove, Katja Rusinovic Godfried Engers Marianne van Bochove is als proovdus verond aan de Erasus Universiteit Rotterda.

Nadere informatie

: : OBS de Perroen 22KO. st. kom Leren

: : OBS de Perroen 22KO. st. kom Leren OBS de Perroen 22KO st. ko Leren 5-4-29 29 , ( x, (, (, ( ( ; 2, x q V, ( M, 5-4-29 ( Lineke de Kruijf Jannie Sarton 2 2 OBS de Perroen Rijksweg 7 6228XZ Maastricht 22KO ( Lineke de Kruijf 4-652 l.dekruijf@ko-leren.nl

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Bijlagen. Integratie in zicht? Willem Huijnk Iris Andriessen

Bijlagen. Integratie in zicht? Willem Huijnk Iris Andriessen Bijlagen Integratie in zicht? Willem Huijnk Iris Andriessen Inhoud Bijlage ij hoofdstuk 1 3 Bijlage ij hoofdstuk 2 5 Bijlage ij hoofdstuk 3 7 Bijlage ij hoofdstuk 4 9 Bijlage ij hoofdstuk 5 18 Bijlage

Nadere informatie

BEWIJS VOOR HET GEBREK AAN SKILLS VAN JONGEREN MET EEN MIGRATIE ACHTERGROND IS TE MAGER OM DAAR STERK OP IN TE ZETTEN

BEWIJS VOOR HET GEBREK AAN SKILLS VAN JONGEREN MET EEN MIGRATIE ACHTERGROND IS TE MAGER OM DAAR STERK OP IN TE ZETTEN Werkt het verbeteren van werknemerscompetenties tegen jeugdwerkloosheid? DECEMBER 2016 BEWIJS VOOR HET GEBREK AAN SKILLS VAN JONGEREN MET EEN MIGRATIE ACHTERGROND IS TE MAGER OM DAAR STERK OP IN TE ZETTEN

Nadere informatie

OPEN FORUM. Louis W.C. TAVECCHIO Rijksuniversiteit Leiden

OPEN FORUM. Louis W.C. TAVECCHIO Rijksuniversiteit Leiden Tijdschrift voor Ontwikkelingspsychologie 1991, vol. 18, 2, 99-115 OPEN FORUM Kritische kanttekeningen bij 'De groei van het speciaal onderwijs: een volksgezondheidsproblee?' (Orlebeke, Das-Saal, Boosa

Nadere informatie

Er zijn in totaal zeven mogelijkheden, waarvan er drie zijn met twee jongens en een meisje. De kans is dus 3 op 7 of 3 ofwel 3 : ,9%.

Er zijn in totaal zeven mogelijkheden, waarvan er drie zijn met twee jongens en een meisje. De kans is dus 3 op 7 of 3 ofwel 3 : ,9%. 5a d 6a 04 7-8 - De ogelijkheid voldoet niet aan de voorwaarde dat er ten inste één kind een is. In het oodiagra zie je dat er in totaal drie ogelijkheden zijn, waarvan er één is et preies twee s. De kans

Nadere informatie

HRM Cyclus integraal personeelsbeleid

HRM Cyclus integraal personeelsbeleid HRM Cyclus integraal personeelsbeleid Traject Activiteit Datu Bestuur (Voorgenoen) besluit Mei 2012 GMR Insteing art.23 PGMR Juni 2012 Bestuur Evaluatie en herijken Voorjaar 2016 1 instroo uitstroo Inleiding

Nadere informatie

Doorwerking in de diepte

Doorwerking in de diepte Doorwerking in de diepte De doorwerking van Agenda 2002 in de agenda en onderhandelingen van de CAO grootetaal 1998 René Torenvlied en Agnes Akker an Dr. R. Torenvlied is als universitair docent eleidssociologie

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I Opgave 4 Onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt Bij deze opgave horen tekst 5, figuur 3 en tekst 6. Inleiding Deze opgave gaat over een onderzoek naar discriminatie van Hindoestaanse en Marokkaanse

Nadere informatie

Onvoorziene opbrengsten

Onvoorziene opbrengsten Onvoorzie oprgst Meer dan de tragiek van goede edoeling Mark van Twist Wouter Jan Verheul Mark van Twist is hoogleraar estuurskunde aan de Erasus Universiteit Rotterda decaan van de Nederlandse School

Nadere informatie

Routeplanner beschermde natuur binnen de WABOprocedure

Routeplanner beschermde natuur binnen de WABOprocedure Routeplanner bescherde natuur binnen de WABOprocedure Introductie Waar gaat deze routeplanner over? In deze routeplanner worden de verschillende procedurele stappen beschreven die oeten worden gezet als

Nadere informatie

Routeplanner beschermde natuur binnen de omgevingsvergunning

Routeplanner beschermde natuur binnen de omgevingsvergunning Routeplanner bescherde natuur binnen de ogevingsvergunning Voor wie is deze routeplanner bedoeld? Deze routeplanner is bedoeld voor de aanvrager van een ogevingsvergunning waar een natuurtoets aan de orde

Nadere informatie

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid Scenario s tussen rationaliteit, systeedwang en politieke rede1 Mogelijkheden en eperkingen van toekostscenario s innen estuur en eleid Wieger Bakker Dr. Wieger Bakker is eleidssocioloog en als senior

Nadere informatie

In de tekst komen moeilijke woorden voor. In stap 4 achterhalen de kinderen de betekenis hiervan.

In de tekst komen moeilijke woorden voor. In stap 4 achterhalen de kinderen de betekenis hiervan. HANDLEIDING lok 3, week 3, les 2 groep 5-6 achtergrondinformatie Leesstrategie alle leesstrategieën Lesdoelen De kinderen kunnen: de tekst ekijken voordat ze gaan lezen (stap 1 t/m 3) edenken wat ze moeten

Nadere informatie

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering Werkde vaders, zorgde ann. De ogelijkheid van verandering Jan Wille Duyvdak Monique Stavuiter Jan Wille Duyvdak is hoogleraar algee sociologie aan de Universiteit van Asterda ede-auteur van het oek Working

Nadere informatie

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Lia Kar sten en Eva van Kepen Dr.ir. L. Karsten en drs. E.T. van Kepen zijn veronden aan respectievelijk het ae en de Vakgroep Sociale Geografie van de Universiteit

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende saenlevingen, kenniseconoieën en de houdaarheid van de Europese verzorgingsstaat Gösta Esping-Andersen Gösta Esping-Andersen

Nadere informatie

Beantwoording van de Schriftelijke vragen van de heer G.A. Dorsman inzake de criminaliteitscijfers van het CBS

Beantwoording van de Schriftelijke vragen van de heer G.A. Dorsman inzake de criminaliteitscijfers van het CBS 05BSD13316 Rotterda, 2 septeber 2005. Beantwoording van de Schriftelijke vragen van de heer G.A. Dorsan inzake de criinaliteitscijfers van het CBS Aan de Geeenteraad, p 26 septeber 2005 heeft dhr. r. G.A.

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs Bijlage 1: Dit protocol is van toepassing op een niet pesten school, dit houdt in dat de leerlingen ervan op de hoogte zijn dat pesten niet word getolereerd. Word pesten onverhoopt tocht geconstateerd,

Nadere informatie

Met recht risico s reduceren

Met recht risico s reduceren Met recht risico s reducer Bert Nieeijer Peter van Wijck Bert Nieeijer is plv. directeur van het Wetschappelijk Onderzoek Docutatie Ctru van het inisterie van Justitie hoogleraar rechtssociologie aan de

Nadere informatie

van het door Rudy van Vliet (Wiskunde & Informatica, 1987) Mei 1994 In het kader van een Projectstudie Kunstmatige Intelligentie

van het door Rudy van Vliet (Wiskunde & Informatica, 1987) Mei 1994 In het kader van een Projectstudie Kunstmatige Intelligentie Drie Varianten van het A -Algorite door Rudy van Vliet (Wiskunde & Inforatica, 1987) Mei 1994 In het kader van een Projectstudie Kunstatige Intelligentie Docent: dr. I.G. Sprinkhuizen-Kuyper Rijksuniversiteit

Nadere informatie

DT- ^ L bc t. Grondverwerving, schade- en compensatieregelin. n,* BT 077 NB. Wmmlfc. MMmmk vmcs WpBiSMi. 11 ; v I

DT- ^ L bc t. Grondverwerving, schade- en compensatieregelin. n,* BT 077 NB. Wmmlfc. MMmmk vmcs WpBiSMi. 11 ; v I - DT- ^ L bc t -C Grondverwerving, schade- en copensatieregelin Wlfc co n,* MMk vmcs WpBiSMi 11 ; v I BT 077 NB TSI o V v»\8 SU *»v)*»oo^ Het kabinet heeft het vooeen o Nederland hoogwaardig aan te sluiten

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Kansen op de arbeidsmarkt Wat maakt het verschil?

Kansen op de arbeidsmarkt Wat maakt het verschil? Kansen op de arbeidsmarkt Wat maakt het verschil? Hans Boer, directeur Van Ede & Partners Jolet Woordes, verenigingsmanager OVAL Utrecht, 22 maart 2016 Even voorstellen Hans Boer Van Ede & Partners Jolet

Nadere informatie

1 Antwoorden tussenvragen

1 Antwoorden tussenvragen 1 Antwoorden tussenvragen 1.1 Een vooreeld van reht in ojetieve zin zijn ijvooreeld de regels van het urgerlijk proesreht zoals die zijn opgenomen in het Wetoek van Burgerlijke Rehtsvordering. Een vooreeld

Nadere informatie

Historisch overzicht van etnocentrische reacties in Nederland aan het eind van de twintigste eeuw

Historisch overzicht van etnocentrische reacties in Nederland aan het eind van de twintigste eeuw Historisch overzicht van etnocentrische reacties in Nederland aan het eind van de twintigste eeuw Peer Scheepers, Marcel Coenders, Marcel Luers Prof.dr. Peer Scheepers is hoogleraar ethoden en technieken

Nadere informatie

Omgavsngsdienst noordzeekanaalgebied

Omgavsngsdienst noordzeekanaalgebied GEMEENTE AMSTERDAM Ogavsngsdienst noordzeekanaalgebied Behandelnuer Registratienuer 2014002221 Beschikking ingevolge de Wet bodebeschering MELDING Locatie: Locatiecode: Melder: Parnassusweg 126-200 Ow

Nadere informatie

Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1

Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1 Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1 Frank Bovenkerk en Yücel Yefilgöz Frank Bovenkerk is antropoloog en als hoogleraar criinologie veronden aan het Wille Pope Instituut voor Strafrechtswetenschappen

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Onderwijssegregatie in de grote steden

Onderwijssegregatie in de grote steden Onderwijssegregatie in de grote sted Sjoerd Karst, Charles Felix, Guuske Ledoux, Wi Meijn, Jaap Roeleveld Erik van Schoot Sjoerd Karst is Universitair hoofddoct onderwijseleid, Universiteit van Asterda

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

ANWB Medical Air Assistance B.V, Postbus 843. 8218 PC LELYSTAD " oio-24680oo

ANWB Medical Air Assistance B.V, Postbus 843. 8218 PC LELYSTAD  oio-24680oo Parallelweg 1 ANWB Medical Air Assistance B.V, Postbus 843 Eoeweg16 3IOOAV schieda 8218 PC LELYSTAD " oio-24680oo ilieudienst Rijnond F 010-246 82 83 W www-dcr.nl E coen.boogerd@dcr.nl BESLUIT van gedeputeerde

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee?

Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee? 8 Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee? 80 8 Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee? Arnaud Dupuy en Philip Marey Na hun afstuderen kunnen ingenieurs in verschillende soorten functies aan

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

DCMR. Rijnmond 1 3 MEI t Geachte directie. AANTEKENEN SITA Recycling Services West B.V. T,a.v. de directie Waalhavenweg JJ ROTTERDAM

DCMR. Rijnmond 1 3 MEI t Geachte directie. AANTEKENEN SITA Recycling Services West B.V. T,a.v. de directie Waalhavenweg JJ ROTTERDAM AANTEKENEN SITA Recycling Services West B.V. T,a.v. de directie Waalhavenweg 50 3089 JJ ROTTERDAM Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schieda T 010-246 80 00 F 010-246 82 83 E info@dcr-nl W wwwdcr.nl Ons

Nadere informatie

Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder

Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder Inleiding Degene die op asis van een areidsovereenkomst werkzaamheden verricht, is werkzaam in dienstetrekking en daardoor verzekerd voor de werknemersverzekeringen.

Nadere informatie

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom Stand van zaken Het provinciale in de geestelijke gezondheidszorg Rick Kwekkeoo Mw.dr.ir. M.H. Kwekkeoo is wetenschappelijk edewerker van het Sociaal en Cultureel Planureau. Zij puliceerde eerder op het

Nadere informatie

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes De herijking van sociaal Europa Maurizio Ferrera, Anton Heerijck en Martin Rhodes Maurizio Ferrera is hoogleraar aan de Universiteit van Pavia en de Boccon i Universiteit in Milaan, waar hij een centru

Nadere informatie

Rotterdam. sociaal. gemeten. 3e meting Sociale Index

Rotterdam. sociaal. gemeten. 3e meting Sociale Index 10 Rotterda sociaal geeten 3e eting Sociale Index 10 Rotterda sociaal geeten Rotterda sociaal geeten, 3e eting Sociale Index 1 3e eting Sociale Index Inhoud 0. Woord oraf 1. Inleiding 2. De Sociale Index

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Haaglanden zich, in het kader van een sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inboeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge.

gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inboeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge. gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inoeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge. Inleiding In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

nota Strategisch risicomanagement

nota Strategisch risicomanagement nota Strategisch risicomanagement DEFINITIEF Novemer 2010 te/kd09002755 1 Novemer 2010 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2010-2 - Novemer 2010 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 Inleiding 4

Nadere informatie

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening 1 Algemeen 1.1 Aanleiding nieuwe susidieverordening Het coalitieakkoord Eindhoven 2010-2014 Werken aan morgen laat zien dat door gezamenlijke inspanning van ewoners, verenigingen en instellingen Eindhoven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 851 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat)

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) gemeente Eindhoven Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) Inleiding Bij het opstellen van het estemmingsplan Oud Woensel 2012, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 novemer

Nadere informatie

Schatten en simuleren

Schatten en simuleren Les 4 Schatten en siuleren 4.1 Maxiu likelihood Tot nu toe hebben we eestal naar voorbeelden gekeken waar we van een kansverdeling zijn uitgegaan en dan voorspellingen hebben geaakt. In de praktijk koen

Nadere informatie

Arbeidsrecht. Antwoorden stellingen en oefenopgaven. Editie 2011. H.W.P. van Pelt. Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Arbeidsrecht. Antwoorden stellingen en oefenopgaven. Editie 2011. H.W.P. van Pelt. Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Areidsrecht Antwoorden stellingen en oefenopgaven Editie 2011 H.W.P. van Pelt Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Eventuele op- en aanmerkingen over deze of andere uitgaven kunt u richten aan: Noordhoff

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig A Evenementeneleid in Eindhoven Gastvrij en veilig Novemer 2012 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2012 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 5 DE GEMEENTE EINDHOVEN ALS EVENEMENTENSTAD.... 5 MISSIE...

Nadere informatie

Narratieve infrastructuur en fixaties in beleidsdialogen

Narratieve infrastructuur en fixaties in beleidsdialogen Narratieve infrastructuur en fixaties in eleidsdialogen De Schiphol-discussie ais casus T in e k e A a Dr. Tineke Aa is universitair docent aan het insti tuut voor Beleid en Manageent Gezondheidszorg In

Nadere informatie

Discriminatiemonitor niet westerse migranten op de arbeidsmarkt. Iris Andriessen Jaco Dagevos Eline Nievers Laila Faulk

Discriminatiemonitor niet westerse migranten op de arbeidsmarkt. Iris Andriessen Jaco Dagevos Eline Nievers Laila Faulk Discriminatiemonitor niet westerse migranten op de arbeidsmarkt Iris Andriessen Jaco Dagevos Eline Nievers Laila Faulk Aanleiding en uitgangspunten Werktop 1 december 2005: bevorderen van arbeidsmarktparticipatie

Nadere informatie

Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015. Op naar een positief Pgb beleid

Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015. Op naar een positief Pgb beleid Uitgangspunten Persoonsgeonden udget 2015 Op naar een positief Pg eleid gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK novemer 2014 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 - Lineair programmeren Meer dan twee variabelen

Hoofdstuk 10 - Lineair programmeren Meer dan twee variabelen Hoofdstuk 0 - Lineair programmeren Meer dan twee variaelen ladzijde 90 a 8 anken, 8 stoelen en 7 tafels nemen evenveel plaats in als 8 + 8 + 7 = 6+ 8+ = 78 stoelen. Dat is meer dan de maximale opslagcapaciteit

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

1: Je curriculum vitae en je sollicitatiebrief springen er uit

1: Je curriculum vitae en je sollicitatiebrief springen er uit - 1 - 1: Je curriculum vitae en je sollicitatiebrief springen er uit Bescheidenheid siert de mens... maar niet de sollicitant. Een cv onthult én verhult! Het onthult omdat je jezelf voorstelt en het verhult

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

Eerste graadsfuncties

Eerste graadsfuncties CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Eerste graadsfuncties Eerste-graadsfuncties 1 Eerste graadsfuncties: een voorbeeld Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten: Dan een vaste vertrekprijs

Nadere informatie

Henk Procee. Reflecties bij integriteit in het openbaar bestuur. b "

Henk Procee. Reflecties bij integriteit in het openbaar bestuur. b Reflecties ij integriteit in het openaar estuur Henk Procee Henk Procee studeerde scheikunde en filosofie. Hij is werkzaa aan de Universiteit Twente ij het ureau Studiu Generale en ij de vakgroep Systeatische

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Evaluatie 2011 Gratis met de bus voor 12- en 65+ Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Verkeer en Openbare Ruimte jbe/lf11024748

gemeente Eindhoven Evaluatie 2011 Gratis met de bus voor 12- en 65+ Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Verkeer en Openbare Ruimte jbe/lf11024748 A gemeente Eindhoven Evaluatie 2011 Gratis met de us voor 12- en 65+ Augustus 2011 je/lf11024748 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Augustus 2011 gemeente Eindhoven Versie 1.3 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Eerste graadsfuncties

Eerste graadsfuncties CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Eerste graadsfuncties 1 Eerste graadsfuncties: een voorbeeld Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten: Dan een vaste vertrekprijs van 5 een kiloeterprijs

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, en de burgemeester van Eindhoven hebben op

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, en de burgemeester van Eindhoven hebben op gemeente Eindhoven Besluit Het college van urgemeester en wethouders van Eindhoven, en de urgemeester van Eindhoven heen op esloten: met etrekking tot de handhaving van de Drank en Horecawet en de Drank

Nadere informatie

Opgaven Matlab - Week 2, sessie 2: De Singulierewaardendecompositie

Opgaven Matlab - Week 2, sessie 2: De Singulierewaardendecompositie Opgaven Matla - Week 2, sessie 2: De Singulierewaardendecompositie Laat A R n k. Dan etaan er unitaire matrices V R k k en U R n n zodanig, dat AV = UΣ, (1) waarij Σ R n k een niet-negatieve diagonaalmatrix

Nadere informatie

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 07/10/ KT. 2013

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 07/10/ KT. 2013 Geeente Lansingerland 01 Inkoende Post d.d. 07/10/2013 113.44724 Rijnond Parallelweg 1 Geeente Lansingerland T.a.v. evrouw B. Nikerk Postbus 1 2650 AA BERKEL EN RODENRIJS Postbus 843 3100AV Schieda T 010-246

Nadere informatie

Initiatief Duurzame Hallenbouw

Initiatief Duurzame Hallenbouw VOORTGANG ONTWIKKELING DUTCH HALL De branchevereniging Bouwen et Staal (in saenwerking et de Saenwerkende Nederlandse Staalbouw ) is in 2010 et een initiatief gestart o een duurzae bedrijfshal te ontwikkelen.

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Verhoudingen tussen de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatisme of lobbyisme?

Verhoudingen tussen de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatisme of lobbyisme? Verhouding tuss de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatise of loyise? Agnes Akkeran Agnes Akkeran is als universitair doct verond aan de Faculteit der Managet Wetschapp van de Radoud Universiteit

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig A Evenementeneleid in Eindhoven Gastvrij en veilig Decemer 2012 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2012 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 5 DE GEMEENTE EINDHOVEN ALS EVENEMENTENSTAD.... 5 MISSIE...

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief documentnr.: ADV/RC/17/00147 zaaknr.: Z/CGM/17/41609 Raadsinformatiebrief Onderwerp : Anoniem Solliciteren Aard : Afdoening motie Portefeuillehouder : Mr. W.A.G. Hillenaar Datum college : 2 mei 2017 Openbaar

Nadere informatie

Dordrecht. Beslisformulier B en W. Gemeentebestuur. adres: SEssc. Datum / "T \ör». ö'j L J. OtUi \7- O 'i

Dordrecht. Beslisformulier B en W. Gemeentebestuur.  adres: SEssc. Datum / T \ör». ö'j L J. OtUi \7- O 'i Geeentebestuur ordrecht Beslisforulier B en W e-ail adres: SEssc beleidsvoorstel haerstuk Kabinet Aan het college van burgeeester en wethouders Portefeuillehouder WVZ Agendastuk Projectvoorstel Entree

Nadere informatie

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september 2009) Aanleiding De resultaten van het onderzoek Wel WIA, geen werk? roepen bij de Stichting de vraag op of de

Nadere informatie

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1 Gedrag op aat: een conceptueel odel voor het egrijpen en eïnvloeden van gedrag1 Tony Weggeans, Gerard Tertoolen en Ipe Veling Dr. T.J. Weggeans is directeur van agit Research en Consultancy, dr. G. Tertoolen

Nadere informatie