Wet van 1 mei 1981, houdende regelen met betrekking tot het afbreken van zwangerschap

Transcriptie

1 Wet van 1 mei 1981, hudende regelen met betrekking tt het afbreken van zwangerschap Artikel 1 1.Vr de tepassing van het bij f krachtens deze wet bepaalde wrdt verstaan nder: Onze Minister: Onze Minister van Vlksgezndheid en Milieuhygiëne; inspecteur: de bevegde inspecteur van het Staatstezicht p de vlksgezndheid; arts: degene die bevegd is de titel van arts te veren, alsmede, vr zver het betreft de arts, bedeld in artikel 3, tweede lid, degene die in het land waar hij is gevestigd, het berep van arts wettig uitefent; ziekenhuis: een inrichting waarin persnen wrden pgenmen vr het ndergaan van een genees-, heel- f verlskundig nderzek f een genees-, heel- f verlskundige behandeling, met inbegrip van een daarvan nderdeel uitmakende plikliniek; abrtuskliniek - hierna te nemen kliniek -: een inrichting, niet zijnde een ziekenhuis, waarin vruwen een behandeling ndergaan, gericht p het afbreken van zwangerschap. 2.Vr de tepassing van het bij f krachtens deze wet bepaalde wrdt nder het afbreken van zwangerschap niet verstaan het tepassen van een middel ter vrkming van de innesteling van een bevruchte eicel in de baarmeder. 3.Vr de tepassing van het bij f krachtens deze wet bepaalde wrdt nder "geneesheer-directeur" mede verstaan de arts die, hewel geen directeursfunctie bekledende, belast is met de zrg vr de algemene gang van zaken p geneeskundig gebied in de inrichting. Artikel 2 Een behandeling, gericht p het afbreken van zwangerschap, mag slechts wrden verricht dr een arts in een ziekenhuis f kliniek, waaraan dr Onze Minister vergunning tt het verrichten van dergelijke behandelingen is verleend.

2 Artikel 3 1.Een zwangerschap wrdt niet eerder afgebrken dan p de zesde dag nadat de vruw de arts heeft bezcht en daarbij haar vrnemen met hem heeft besprken. 2.Indien een arts bij wie de vruw nder regelmatige medische behandeling staat, dan wel als medisch specialist f in de wnplaats van de vruw als huisarts werkzaam is, haar, nder mededeling van zijn bevindingen, heeft verwezen naar een ziekenhuis f kliniek, als bedeld in artikel 2, begint de termijn te lpen vanaf het tijdstip dat de vruw die arts heeft bezcht en daarbij haar vrnemen met hem heeft besprken. 3.De arts deelt de vruw z spedig mgelijk mede f hij de aan hem gevraagde medewerking zal verlenen. Geldt het een arts als bedeld in het eerste lid, dan det hij die mededeling in elk geval uiterlijk vijf dagen nadat zij zich tt hem heeft gewend, anders uiterlijk na drie dagen. 4.De in het eerste lid bedelde termijn wrdt met een dag bekrt indien de arts, bedeld in het tweede lid, de vruw drie dagen nadat zij zich tt hem had gewend, heeft medegedeeld, dat hij haar niet zal verwijzen. 5.In het geval, dat de arts de vruw niet verwijst, stelt hij haar nverwijld een gedateerde schriftelijke kennisgeving daarmtrent ter hand, welke in elk geval het tijdstip vermeldt, waarp de vruw zich tt hem had gewend. Artikel 4 1. De vergunning, bedeld in artikel 2, wrdt aangevraagd dr het bestuur van het ziekenhuis f de kliniek. Bij de aanvraag dienen de bij algemene maatregel van bestuur verlangde gegevens te wrden verstrekt. Indien hij dit ndig acht vr een verantwrde beslissing p het verzek m vergunning, kan Onze Minister nadere gegevens vragen. 2. Onze Minister beslist binnen zeven maanden na de ntvangst van de aanvraag. 3. Het ziekenhuis f de kliniek verkrijgt de vergunning indien aannemelijk is gemaakt dat aan de in de artikelen 5, eerste lid, f 6 bedelde eisen zal wrden vldaan. Artikel 5 1.Bij algemene maatregel van bestuur wrden eisen gesteld met betrekking tt hulpverlening en besluitvrming, welke erp zijn gericht te verzekeren dat iedere beslissing tt het afbreken van zwangerschap met zrgvuldigheid wrdt genmen en alleen dan uitgeverd, indien de ndsituatie van de vruw deze nntkmbaar maakt. 2.Deze eisen strekken er met name te te verzekeren: a. dat de vruw die het vrnemen heeft tt afbreking van zwangerschap en zich met een daarte strekkend verzek tt de

3 arts heeft gewend, wrdt bijgestaan, in het bijznder dr het verstrekken van verantwrde vrlichting ver andere plssingen van haar ndsituatie dan het afbreken van de zwangerschap; b. dat de arts, indien de vruw van rdeel is dat haar ndsituatie niet p andere wijze kan wrden beëindigd, zich ervan vergewist dat de vruw haar verzek heeft gedaan en gehandhaafd in vrijwilligheid, na zrgvuldige verweging en in het besef van haar verantwrdelijkheid vr ngebren leven en van de gevlgen vr haarzelf en de haren; c. dat, nverminderd het bepaalde in artikel 20, de arts de behandeling slechts verricht indien deze p grnd van zijn bevindingen verantwrd is te achten; d. dat na afbreking van de zwangerschap een genegzame nazrg vr de vruw en de haren beschikbaar is, mede in de vrm van vrlichting ver methden ter vrkming van ngewenste zwangerschap. Artikel 6 1.De vergunning wrdt ten aanzien van een kliniek verigens slechts verleend indien: a. de kliniek wrdt beheerd dr een rechtspersn met vlledige rechtsbevegdheid welke geen winst nastreeft; b. wrdt vldaan aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen mtrent bestuur en beheer van de kliniek, rganisatie, werkwijze, persneel, huisvesting en uitrusting, pdat gewaarbrgd is dat de behandeling vldet aan de eisen die daaraan uit medisch en verpleegkundig gpunt behren te wrden gesteld, alsmede mtrent de samenstelling van het bestuur; c. de kliniek bij de behandeling van de afbreking van zwangerschappen vlgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels samenwerkt met een f meer ziekenhuizen; d. de tariefstelling geschiedt dr het Centraal Orgaan Ziekenhuistarieven f een ander, dr Onze Minister aan te wijzen, rgaan; e. de rechtspersn, die de kliniek beheert, jaarlijks verslag det van de gang van zaken p medisch en financieel gebied in het vrafgaande kalenderjaar en dat verslag algemeen verkrijgbaar stelt; f. de rechtspersn, die de kliniek beheert en geen penbaar lichaam is, krachtens de statuten de jaarrekening ter verkrijging van een verklaring daarmtrent dr een accuntant als bedeld in artikel 393, eerste lid, van Bek 2 van het Burgerlijk Wetbek det nderzeken.

4 2.De vergunning heeft slechts mede betrekking p afbreking in een kliniek van zwangerschappen die langer dan dertien weken hebben geduurd, indien aan daarte bij de algemene maatregel van bestuur, bedeld in het eerste lid, nder b en c, te stellen nadere eisen van medische en verpleegkundige aard is vldaan. Artikel 7 Onze Minister kan, al naar gelang de specifieke mstandigheden van een inrichting hierte npen, aan een vergunning aanvullende vrschriften verbinden, nderscheidenlijk deze vrschriften wijzigen, aanvullen f intrekken. De vrschriften mgen slechts betrekking hebben p de nderwerpen waarmtrent en vr zver daarver bij f krachtens de artikelen 5 en 6 eisen zijn gesteld. Artikel 8 Onze Minister kan een vergunning intrekken: a. indien njuiste gegevens zijn verstrekt, die hebben geleid tt het verlenen van de vergunning; b. indien de vrschriften, gesteld bij f krachtens deze wet, dan wel de vrschriften verbnden aan de vergunning, zijn vertreden. Artikel 9 1.Een krachtens de artikelen 5 tt en met 8 genmen besluit bepaalt het tijdstip waarp de verlening f intrekking van de vergunning, dan wel de wijziging, aanvulling f intrekking van de aan de vergunning te verbinden vrschriften, ingaat. 2.Van het verlenen f intrekken van een vergunning wrdt mededeling gedaan in de Staatscurant. Artikel 10 1.Hangende het nderzek naar feiten p grnd waarvan vlgens artikel 8 intrekking van een vergunning mgelijk is, kan Onze Minister bevelen, dat de behandelingen in de inrichting, gericht p afbreking van zwangerschap, nverwijld zullen wrden gestaakt.

5 2.Het bevel blijft van kracht ttdat mtrent de intrekking van de vergunning is beschikt, nderscheidenlijk tt het tijdstip waarp de intrekking ingaat, behudens eerdere pheffing van het bevel dr Onze Minister. 3.Het bevel, alsmede de pheffing van het bevel, wrdt schriftelijk gegeven. Artikel 9, eerste en tweede lid, is van vereenkmstige tepassing. Artikel 11 1.Elke arts die behandelingen, gericht p afbreking van zwangerschap, verricht, det ten minste eens per maand aan de geneesheer-directeur van de inrichting de vlgende gegevens tekmen: a. het aantal behandelingen, gericht p afbreking van zwangerschap, dat hij in dat tijdsverlp heeft verricht, en de eventueel daarbij pgetreden bijznderheden; b. de duur van de zwangerschap, het aantal vrafgegane zwangerschappen en zwangerschapsafbrekingen, de leeftijd, de prvincie - dan wel, vr zver het buiten Nederland wnachtige vruwen betreft, het land - van wnplaats, de burgerlijke staat en het aantal kinderen van elk van de behandelde vruwen; c. de datum waarp hij met de vruw haar vrnemen heeft besprken, alsmede, indien de vruw dr een arts als bedeld in artikel 3, tweede lid, verwezen is, het in dat lid bedelde tijdstip en de medische hedanigheid waarin hij de vruw hulp heeft gebden, de vraag f, en z ja in welke gevallen, verleg is gepleegd met andere deskundigen, en welke de aard van de deskundigheid van de geraadpleegde was, de datum van de ingreep, met dien verstande dat, indien het zich in artikel 16, tweede lid, bedelde geval heeft vrgedaan, tevens de bijzndere redenen daarvr wrden pgegeven, en de nazrg die na de afbreking van de zwangerschap aan de vruw is verleend. 2.De geneesheer-directeur van de inrichting ziet erp te dat alle in de inrichting werkzame artsen hem de in het eerste lid bedelde gegevens vlledig en tijdig den tekmen in zdanige vrm dat zij niet tt individuele patiënten herleidbaar zijn. Hij draagt er zrg vr, dat deze gegevens ten minste vijf jaar wrden bewaard. 3.De geneesheer-directeur det eens per drie maanden aan de inspecteur pgave tekmen van de ttalen, die aan de in de vrige leden bedelde gegevens kunnen wrden ntleend. 4.Bij f krachtens algemene maatregel van bestuur wrden nadere regels gesteld mtrent de tijdstippen en wijze waarp de in de vrige leden van dit artikel bedelde gegevens meten wrden verstrekt. Bij deze pgaven wrdt de annimiteit van de behandelde vruwen gewaarbrgd. 5.De verkregen gegevens mgen uitsluitend wrden gebruikt:

6 a. vr statistische deleinden en b. ten beheve van het tezicht p de naleving van het bij f krachtens deze wet bepaalde. 6.De in het eerste lid bedelde arts draagt er tevens zrg vr, dat vóór f z spedig mgelijk na de behandeling aantekening wrdt gemaakt van de bevindingen die erte hebben geleid de behandeling te geven. Hij is verplicht deze aantekeningen gedurende ten minste vijf jaar te bewaren en de daarin vervatte gegevens, mits niet herleidbaar tt individuele patiënten, desverzcht ter beschikking te stellen van de inspecteur. Artikel 12 De geneesheer-directeur van de inrichting draagt zrg dat de inspecteur p zijn verzek inzage wrdt verschaft van de in artikel 11, tweede lid, bedelde gegevens en dat hem alle gevraagde inlichtingen, mits niet herleidbaar tt individuele patiënten, wrden verstrekt die hij redelijkerwijs vr de uitefening van zijn taak met betrekking tt deze wet beheft. Artikel 13 1.Een algemene maatregel van bestuur, als bedeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, 6, eerste lid, nder b, c en 11, vierde lid, wrdt vastgesteld p vrdracht van Onze Minister. 2.Hij treedt niet in werking dan nadat drie maanden sedert de datum van afkndiging zijn verstreken. Van de datum van afkndiging wrdt dr Onze Minister mededeling gedaan aan de Staten-Generaal nder verlegging van de ver het ntwerp van de algemene maatregel van bestuur uitgebrachte adviezen. Artikel 14 [Vervallen.] Artikel 14a 1.Met het tezicht p de naleving van het bepaalde bij f krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van het Staatstezicht p de vlksgezndheid. 2.De tezichthuder beschikt niet ver de bevegdheden, genemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

7 Artikel 15 De arts die een behandeling, gericht p het afbreken van zwangerschap, verricht in een kliniek, tenzij het betreft een kliniek ten aanzien waarvan aan artikel 6, tweede lid, is vldaan terwijl hij weet f redelijkerwijs met vermeden, dat de zwangerschap langer dan dertien weken heeft geduurd, wrdt gestraft met hechtenis van ten hgste een jaar f geldbete van de vijfde categrie. Artikel 16 1.De arts die een behandeling, gericht p het afbreken van zwangerschap, verricht p een eerder tijdstip dan in artikel 3 vrgeschreven, wrdt gestraft met geldbete van de vijfde categrie. 2.Het feit is niet strafbaar indien de arts de behandeling, gericht p het afbreken van zwangerschap, p een eerder tijdstip heeft verricht m daarmede een dreigend gevaar vr het leven f de gezndheid van de vruw af te wenden. 3.Met dezelfde straf wrdt gestraft de arts die p een later tijdstip dan in artikel 3 vrgeschreven aan de vruw mededeling det f hij de aan hem gevraagde medewerking zal verlenen. Artikel 17 Het ziekenhuis f de kliniek waar behandelingen, gericht p het afbreken van zwangerschap, wrden verricht in strijd met artikel 2 dan wel met het in artikel 10, eerste lid, bedelde bevel, wrdt gestraft met een geldbete van de vijfde categrie. Artikel 18 1.De arts die nalaat te vlden aan het bepaalde in artikel 11, eerste f zesde lid, wrdt gestraft met een geldbete van de derde categrie. 2.De geneesheer-directeur die nalaat te vlden aan het bepaalde in de artikelen 11, tweede en derde lid, en 12 wrdt gestraft met een geldbete van de vierde categrie. Artikel 19

8 1.De in de artikelen 15, 16, eerste en derde lid, 17 en 18 strafbaar gestelde feiten zijn vertredingen. 2.Met de pspring van de in het vrige lid bedelde strafbare feiten zijn, behalve de ambtenaren bedeld in artikel 141 van het Wetbek van Strafvrdering, belast de geneeskundige hfdinspecteur en inspecteurs van het Staatstezicht p de vlksgezndheid, alsmede de aan dezen tegevegde ambtenaren. Artikel 19a Onze Minister is bevegd een bestuurlijke bete van ten hgste , p te leggen ter zake van een gedraging die in strijd is met artikel 11, tweede lid, laatste vlzin, derde, vierde f zesde lid. Artikel 20 1.Niemand is verplicht een vruw een behandeling, gericht p het afbreken van zwangerschap, te geven, dan wel daaraan medewerking te verlenen. 2.Indien de arts gemedsbezwaren kestert tegen het verrichten f den verrichten van de behandeling, stelt hij de vruw nverwijld nadat zij zich tt hem heeft gewend, daarvan in kennis. 3.Het eerste lid ntheft een arts niet van de verplichting m desgevraagd en indien de vruw daarte testemming heeft verleend inlichtingen mtrent de testand van de vruw te geven aan andere artsen. Artikel 20a [Treedt in werking p een nader te bepalen tijdstip] 1. Deze wet is mede van tepassing in de penbare lichamen Bnaire, Sint Eustatius en Saba met inachtneming van dit artikel. 2. In afwijking van artikel 6, eerste lid, nder d, geschiedt de tariefstelling dr een dr Onze Minister aan te wijzen rgaan. 3. In afwijking van artikel 6, eerste lid, nder f, laat de rechtspersn de jaarrekening nderzeken met het g p het verkrijgen van een verklaring als bedeld in artikel 121, eerste lid, van Bek 2 van het Burgerlijk Wetbek BES. 4. In afwijking van artikel 19, tweede lid, wrdt in plaats van «artikel 141 van het Wetbek van Strafvrdering» gelezen: artikel 184 van het Wetbek van Strafvrdering BES.