Mintzberg meten De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mintzberg meten De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie"

Transcriptie

1 Mintzberg meten De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie Auteur: G.A. (Gert-Jan) de Jong Studentnummer: Begeleider: drs. B. Jetten Plaats: Dordrecht Tweede beoordelaar: prof. dr. J.F.A. Braster Datum: augustus 2012 Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit de Sociale Wetenschappen Sociologie (Arbeid Organisatie en management)

2

3 2012. Alle rechten voorbehouden. Op deze scriptie met alle bijbehorende bijlagen en het beschreven meetinstrument voor taakspecialisatie berust auteursrecht. Toepassing c.q. gebruik van het meetinstrument of gedeelten daarvan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur, is verboden. Citeren met correcte en volledige bronvermelding is wel toegestaan. Voor vragen kunt u contact opnemen met de auteur.

4

5 Voorwoord Naast het richten van een dankwoord aan diegenen die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van de scriptie, stelt het voorwoord de schrijver in de gelegenheid terug te kijken op het totstandkomingsproces. En in mijn geval bleek dat er één met de nodige hobbels in de weg. Meer dan eens stond ik op het punt van beginnen (en een aantal keer was ik ook daadwerkelijk begonnen), maar er was altijd wel een reden (de een meer legitiem dan de ander) om niet door te zetten. Desondanks heb ik de periode zelf als zeer leerzaam ervaren. Waar ik mezelf in de tussentijd als professional heb kunnen ontwikkelen in mijn werk, door vanuit een inhoudelijke en individuele benadering een meer praktische en samenwerkingsgerichte werkhouding aan te nemen, bleek het voor mij een uitdaging om me gedurende een langere tijd te focussen op een specifiek onderwerp. Twee jaar na het indienen van mijn oorspronkelijke scriptievoorstel en het laatste contact met mijn scriptiebegeleider, drs. Bert Jetten, werd het de hoogste tijd om de draad weer op te pakken. De nieuwe start betekende ook het indienen van een nieuw onderzoeksvoorstel. De reden van het nieuwe voorstel lag niet in de keuze voor een ander onderwerp, maar inmiddels werden er andere en vooral strengere eisen aan een scriptievoorstel gesteld. Nadien droegen de voortgangsafspraken met Bert Jetten er aan bij dat ik gestaag vorderde. Zelf tijdens het Big Rivers festival in Dordrecht herinnert hij mij er aan om een nieuwe afspraak te maken. Het is dan ook niet meer dan logisch, dat ik hem wil bedanken voor zijn betrokkenheid als scriptie begeleider en inhoudelijke commentaar. Hij was altijd bereid om inhoudelijk van gedachten te wisselen over het onderwerp. De tweede persoon die ik mijn dank verschuldigd ben, is Dirk de Wit. Niet alleen heeft hij het in een eerder stadium mogelijk gemaakt om op het onderwerp Mintzberg meten af te kunnen studeren, ook heeft hij mij tijdens het onderzoek geholpen en van handige tips voorzien. Voor mijn scriptie onderzoek heb ik geprobeerd, waar mogelijk aansluiting te vinden bij zijn onderzoek uit Meer informatie over zijn scriptie of het project Mintzberg meten is terug te lezen op de website opgenomen in de literatuurlijst. Uiteraard wil ik ook mijn contactpersonen binnen de organisaties en de overige respondenten voor hun bijdragen bedanken. Zonder hen was het niet mogelijk om de benodigde data voor het testen van het instrument te verkrijgen. Ten slotte wil ik mijn familie, vrienden en collega s bedanken, die me gedurende de hele periode zijn blijven steunen. Vooral tijdens de moeilijke periodes in de afgelopen jaren wisten zij mij elke keer weer te stimuleren om door te zetten. De ene keer was dat door te zorgen voor afleiding, maar ook een kritisch woord bleef me gelukkig niet bespaard. Jullie betrokkenheid heeft erg veel voor mij betekend. Dennis Roks en Wouter Wouters verdienen voor hun betrokkenheid bij het redigeren en tegenlezen van mijn scriptie een laatste eervolle vermelding. Dordrecht, augustus 2012 Gert-Jan de Jong Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 1

6 Samenvatting In The Structuring of Organizations beschrijft Mintzberg, hoe de structuur van een organisatie en de situatie waarin de organisatie zich bevindt zijn opgebouwd. Hij doet dat aan de hand van negen structuurparameters en vier contingentiefactoren. Voor een effectieve organisatie zijn volgens hem twee belangrijke conclusies te trekken. Aller eerst moeten de contingentiefactoren en structuurparameters op elkaar zijn afgestemd. Daarnaast moeten de structuurparameters onderling consistent zijn. Mintzberg heeft met zijn werk een significante bijdrage geleverd aan het kunnen beschrijven van organisaties. Desondanks is het opvallend om te constateren, dat zijn werk nog niet tot een meetinstrument heeft geleid om de toestand van een organisatie nauwkeurig te kunnen beschrijven. Dit onderzoek gaat verder met hetgeen De Wit in 2007 is begonnen, namelijk de ontwikkeling van een meetinstrument voor organisatiestructuren. Gebaseerd op het werk van Mintzberg, heeft dit onderzoek tot doel een meetinstrument te ontwikkelen voor de structuurparameter taakspecialisatie. De centrale vraag van het onderzoek luidt dan ook als volgt: Hoe kan, aansluitend bij het werk van De Wit, de door Mintzberg geformuleerde structuurparameter taakspecialisatie worden gemeten?'. Alvorens het meetinstrument kan worden ontwikkeld, moet er overeenstemming bereikt worden over de kenmerken van het begrip meten zelf. Meten is in de eerste plaats een zintuiglijke waarneming, die met een bewuste reden plaatsvindt. Vervolgens dient het waargenomen object te worden vergeleken met vooraf bepaald vergelijkingsmateriaal, die het object middels indicatoren uitdrukken in een schaal of eenheid. De wijze waarop de informatie verkregen wordt, moet daarbij in directe relatie staan tot het object. Om de centrale vraag van het onderzoek te beantwoorden is gebruik gemaakt van een literatuuronderzoek en een empirische test. Het literatuuronderzoek ligt daarbij aan de basis van het meetinstrument. Uit de literatuur is gebleken, dat onder taakspecialisatie de verdeling van arbeid wordt verstaan. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een horizontale en verticale dimensie. Horizontale taakspecialisatie duidt op de breedte van het takenpakket binnen een functie. Volgens Mintzberg wordt de horizontale taakspecialisatie bepaald, door de vraag uit hoeveel deeltaken een functie bestaat en hoeveel omvattend elk van deze taken is. De verticale taakspecialisatie geeft de diepte van een functie aan en wordt volgens Mintzberg bepaald door de mate van zeggenschap en controle binnen een functie. Mintzberg laat in zijn definities echter na een duidelijk onderscheid te maken tussen de taken die bijdragen aan de breedte of diepte van een functie. Dit onderscheid wordt ook door andere auteurs niet gegeven. In de literatuur wordt horizontale taakspecialisatie namelijk bepaald door de toedeling van concrete taken. Verticale taakspecialisatie wordt daarentegen niet geordend naar te verrichten taken, maar op basis van de effecten die de toegedeelde taken hebben op de medewerker. In dit onderzoek wordt wel onderscheid gemaakt tussen beide dimensies op basis van te verrichten taken. Daarbij wordt voor het vaststellen van de mate van horizontale taakspecialisatie onderscheid gemaakt tussen: voorbereidende taken, uitvoerende taken en ondersteunende taken. De mate van verticale taakspecialisatie is afhankelijk van de regeltaken binnen een functie. Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 2

7 Het ontwikkelde meetinstrument omvat naast een vragenlijst een beoordelingsmodel. Het beoordelingsmodel drukt daarbij de uitkomsten van de vragenlijst uit in een mate van taakspecialisatie. Hoewel de empirische test uit het onderzoek een beperkte omvang kent, zijn de eerste resultaten veelbelovend. De verkregen resultaten leveren een goede weergave op van de mate van taakspecialisatie binnen de onderzochte functies. De uitkomsten komen overeen met vooraf bepaalde theoretische veronderstellingen en, nog belangrijker, zijn herkenbaar voor de respondenten. Het instrument is op eenvoudige wijze toe te passen. Daarnaast zijn de resultaten eenvoudig te interpreteren. Geconcludeerd kan worden dat het meetinstrument op gedegen wijze de mate van taakspecialisatie binnen een functie vaststelt. Geheel in lijn met de theorie van Mintzberg is het meetinstrument beschrijvend van aard. De uitkomsten zijn op zichzelf dan ook niet goed of fout. Vooral in combinatie met informatie over andere aspecten binnen de organisatie, zoals de complexiteit binnen de omgeving of de groepering van eenheden, levert het meetinstrument bruikbare informatie op. De wijze waarop de structuurparameters zijn afgestemd op de omgeving en onderling consistent zijn, zal immers in belangrijke mate bijdragen aan het succes van een organisatie. Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 3

8 Inhoudsopgave VOORWOORD... 1 SAMENVATTING... 2 INHOUDSOPGAVE INLEIDING AANLEIDING PROBLEEMSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN INDELING THEORIE VAN MINTZBERG BASISKENMERKEN VAN ORGANISATIESTRUCTUREN STRUCTUURPARAMETERS CONTINGENTIEFACTOREN CONFIGURATIES CONCLUSIE TAAKSPECIALISATIE TAAKSPECIALISATIE VOLGENS MINTZBERG TAAKSPECIALISATIE VOLGENS ORGANISATIESOCIOLOGEN CONCLUSIE METHODOLOGIE, METEN EN KWALITEITSCRITERIA AARD EN OPZET VAN HET ONDERZOEK METEN UITGANGSPUNTEN MEETINSTRUMENT KWALITEITSEISEN CONCLUSIE TOTSTANDKOMING MEETINSTRUMENT OPERATIONALISERING HORIZONTALE TAAKSPECIALISATIE OPERATIONALISERING VERTICALE TAAKSPECIALISATIE OPERATIONALISERING OVERIGE VRAGEN TOELICHTING EN INDELING VRAGENLIJST BEOORDELINGSMODEL CONCLUSIE TESTEN MEETINSTRUMENT EN TESTRESULTATEN AANZOEKEN VAN ORGANISATIES EN RESPONDENTEN WIJZE VAN AFNEMEN VRAGENLIJST TESTRESULTATEN REACTIES RESPONDENTEN AANPASSINGEN OP BASIS VAN AFGENOMEN ONDERZOEKEN CONCLUSIE Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 4

9 7 CONCLUSIE EN SLOTBESCHOUWING VOLDOET HET MEETINSTRUMENT AAN DE METHODOLOGISCHE EISEN? WAT ZIJN DE STERKE KANTEN VAN HET MEETINSTRUMENT? WAT ZIJN DE ZWAKKE KANTEN VAN HET MEETINSTRUMENT? WELKE MOGELIJKHEDEN ZIJN ER VOOR VERDERE ONTWIKKELING? RELEVANTIE EN TOEPASBAARHEID EINDCONCLUSIE LITERATUURLIJST OVERZICHT BIJLAGEN BIJLAGE I SAMENVATTING MINTZBERG METEN BIJLAGE II VRAGENLIJST VERSIE BIJLAGE III BEOORDELINGSMODEL BIJLAGE IV EVALUATIEVRAGEN BIJLAGE V VRAGENLIJST VERSIE Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 5

10 1 Inleiding In dit hoofdstuk worden in paragrafen 1.1 en 1.2 achtereenvolgens de aanleiding van het onderzoek en de probleemstelling met daarbij behorende onderzoeksvragen behandeld. Ten slotte wordt in paragraaf 1.3 de opbouw van de verdere scriptie beschreven. 1.1 Aanleiding Van tijd tot tijd is het voor organisaties goed om te weten hoe ze er voor staan. Het in kaart brengen van de huidige situatie maakt het mogelijk om middels een weloverwogen strategie toe te werken naar de gewenste situatie. Voordat een nieuwe strategie bedacht kan worden dient eerst de huidige organisatie in kaart gebracht te worden. Een meetinstrument voor het meten van de organisatiekenmerken kan daar aan bijdragen. Bestaande meetmethoden voor organisatiediagnose zijn volgens De Wit (2007) te veel gericht op een bepaalde situatie of kampen met een beperkte aansluiting bij bekende organisatietheorie. De instrumenten zijn hierdoor beperkt toepasbaar. Het is daarom niet vreemd dat De Wit voor de totstandkoming van een meetinstrument voor de organisatiestructuren aansluiting zoekt bij het werk van Mintzberg (1979) The Structuring of Organizations. Mintzberg heeft met zijn theoretische synthese een belangrijk aandeel gehad in de ontwikkeling van de organisatiesociologie. Hij is in staat gebleken verschillende kenmerken van de structuur van een organisatie te onderscheiden, ordenen en koppelen aan een door hem gedefinieerd organisatietype. Vooral de herkenbaarheid heeft deze synthese tot een veel gelezen en gebruikte theorie gemaakt. Noem een organisatie en deze zal aan de hand van zijn werk te beschrijven en typeren zijn. Wil je echter een organisatie meten dan blijkt zijn werk als instrument te beperkt. Het werk van Mintzberg heeft immers niet tot doel om organisaties te meten, maar om de structuren van organisaties te beschrijven aan de hand van structuurparameters en contingentiefactoren. Op basis van de structuurparameters en contingentiefactoren komt Mintzberg tot een indeling in een organisatietypologie. De structuurparameters vormen hiermee een leidraad bij het op geordende wijze beschrijven van de organisatie. Mintzberg heeft in totaal negen structuurparameters - door De Wit organisatieeigenschappen genoemd - en vier contingentiefactoren beschreven, die bepalend zijn voor de organisatiestructuur. De Wit (2007) heeft in zijn afstudeerscriptie een veelbelovende start gemaakt met de ontwikkeling van een op het werk van Mintzberg gebaseerd meetinstrument voor organisatiestructuren. Een samenvatting hiervan is opgenomen in bijlage I. Hij pretendeert in zijn werk weliswaar geen volledigheid, maar komt wel tot een bruikbaar en uitgebreid instrument voor het meten van de groepering van eenheden en (een deel van) de omgeving van de organisatie. Pas wanneer voor alle structuurparameters en contingentiefactoren meetinstrumenten zijn ontwikkeld, is het mogelijk de organisatie in zijn geheel te meten. Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 6

11 Uitbreiding van het instrument van De Wit is dan ook een haast vanzelfsprekende vervolgstap te noemen. In onderstaand kader wordt een korte samenvatting gegeven van de wijze waarop De Wit zijn onderzoek heeft vormgegeven en welke mogelijkheden hij noemt voor verbetering en/of uitbreiding van het meetinstrument. 1.2 Probleemstelling en onderzoeksvragen Als er iets duidelijk wordt uit de aanleiding en de opgenomen samenvatting is het wel dat Mintzberg in The Structuring of Organizations geen aandacht heeft besteed aan de wijze waarop de structuurparameters en contingentiefactoren gemeten moeten worden. Andere organisatiesociologen hebben wel instrumenten ontwikkeld om bepaalde organisatie-eigenschappen te meten, maar het ontbreekt bij deze instrumenten aan een koppeling met het werk van Mintzberg. In dit onderzoek wordt verder gegaan waarmee De Wit is begonnen, te weten de totstandkoming van een instrument voor het meten van de organisatiekenmerken, door een instrument te ontwikkelen voor het meten van taakspecialisatie in organisaties. De structuurparameter taakspecialisatie maakt onderdeel uit van het ontwerp van de individuele posities binnen de organisatie. De reden om de structuurparameter taakspecialisatie uit te werken is tweeledig. In de eerste plaats sluit deze keuze aan bij het werk van De Wit. De Wit heeft een meetinstrument ontwikkeld voor de groepering van eenheden. De wijze waarop eenheden worden gegroepeerd, om zodoende vorm te geven aan het productieproces, heeft volgens Christis (1998, p. 57) grote gevolgen voor de inhoud van verschillende functies. De groepering van eenheden kan gezien worden als de ruggengraat van de organisatie. De individuele posities staan daarmee in nauw verband met de groepering van eenheden. Bij groepering van eenheden vindt er een verdeling van werkzaamheden plaats naar groepen medewerkers binnen de organisatie. Het ontwerp van de individuele positie richt zich op een verdere verdeling van de werkzaamheden naar de individuele medewerker. Bij de gemaakte keuze voor taakspecialisatie speelt in de tweede plaats het belang van taakspecialisatie ten opzichte van de overige twee structuurparameters, die invulling geven aan het ontwerp van de individuele posities, een rol. Pas als inhoud is gegeven aan de verdeling van de werkzaamheden binnen een individuele positie kunnen daar vaardigheidsvereisten en regels aan worden gekoppeld. Het doel van de scriptie is daarom de ontwikkeling van een meetinstrument voor de taakspecialisatie, door bestaande literatuur over taakspecialisatie en het meten van functies te koppelen aan wat Mintzberg schrijft over taakspecialisatie. De vraagstelling die aan het onderzoek ten grondslag ligt laat zich als volgt verwoorden: Hoe kan, aansluitend bij het werk van De Wit, de door Mintzberg geformuleerde structuurparameter taakspecialisatie worden gemeten? Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 7

12 Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden, dienen de volgende onderzoeksvragen beantwoord te worden: I. Hoe ziet de theorie van Mintzberg er uit? II. Wat is taakspecialisatie? a. Wat verstaat Mintzberg onder de structuurparameter taakspecialisatie? b. Wat verstaan andere auteurs onder taakspecialisatie? III. Welke methodologische eisen worden vanuit de wetenschap gesteld aan meetinstrumenten? IV. Hoe ziet het meetinstrument voor taakspecialisatie er uit? a. Uit welke indicatoren bestaat het meetinstrument voor taakspecialisatie? b. Hoe moeten de indicatoren worden gemeten? V. Welke verbeteringen aan het meetinstrument kunnen worden doorgevoerd naar aanleiding van de testresultaten? a. Welke verbeterpunten kunnen worden doorgevoerd uit het commentaar van de onderzochte organisaties? b. Voldoet het meetinstrument aan de methodologische eisen die gesteld worden aan meetinstrumenten? 1.3 Indeling Voor de beantwoording van de deelvragen wordt in dit onderzoek de volgende opbouw gehanteerd. In hoofdstuk 2 staat de theorie van Mintzberg over organisatiestructuren centraal. Achtereenvolgens worden de basiskenmerken van een organisatie, structuurparameters, contingentiefactoren en configuraties van Mintzberg toegelicht om zodoende de structuurparameter taakspecialisatie in een breder kader te kunnen plaatsen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het begrip taakspecialisatie verder uitgewerkt aan de hand de theorie van Mintzberg en theorieën van andere organisatiesociologen. Hoofdstuk 4 plaatst het onderzoek in een methodologisch kader. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ingegaan op het begrip meten en de eisen die gesteld worden aan een meetinstrument en het onderzoek in zijn geheel. Deze eisen leiden tot de zogenaamde kwaliteitseisen voor het doen van wetenschappelijk onderzoek en enkele belangrijke uitgangspunten voor het te ontwikkelen meetinstrument. Hoofdstuk 5 vormt de kern van dit onderzoek. In dit hoofdstuk wordt de constructie van het meetinstrument beschreven. Vervolgens wordt het meetinstrument in hoofdstuk 6 empirisch getest en verbeterd. Hoofdstuk 7 is het afsluitende hoofdstuk, waarin de het onderzoek nader beschouwd wordt en de eindconclusie is opgenomen. Naast een methodologische beschouwing van het gehele onderzoek is in dit hoofdstuk plaats gemaakt voor de relevantie en toepasbaarheid van het meetinstrument, sterke en zwakke punten van het meetinstrument en de mogelijkheden voor doorontwikkeling. Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 8

13 2 Theorie van Mintzberg In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de eerste onderzoeksvraag door de theorie van Mintzberg kort toe te lichten. Mintzberg (1979, p. XI) geeft in het boek The Structuring of Organizations: A Synthesis of the Research antwoord op de vraag: How do organizations structure themselves?. Om tot de uiteindelijke beantwoording van deze vraag te komen heeft Mintzberg een synthese gemaakt van meer dan 200 van de meest belangwekkende artikelen uit de organisatiesociologische theorie tot die tijd. Achtereenvolgens wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de basiskenmerken van de organisatiestructuur ( 2.1), de structuurparameters ( 2.2) de contingentiefactoren die van invloed zijn op de organisatie ( 2.3) en de verschillende configuraties ( 2.4). 2.1 Basiskenmerken van organisatiestructuren Om een georganiseerde activiteit van mensen mogelijk te maken, moet volgens Mintzberg aan twee basisvoorwaarden voldaan worden: de verdeling van het werk in afzonderlijke taken en de coördinatie van de taken. Met zijn definitie van structuur sluit Mintzberg aan bij deze twee basisvoorwaarden. Hij definieert structuur (2006, p. 2) als: het totaal van de verschillende wijze waarop het werk in afzonderlijke taken is verdeeld en de wijze waarop deze taken vervolgens worden gecoördineerd. In The Structuring of Organizations begint Mintzberg met het beschrijven van de coördinatiemechanismen. Met behulp van coördinatiemechanismen worden binnen organisaties werkzaamheden op elkaar afgestemd. Mintzberg maakt onderscheid tussen een vijftal vormen van coördinatie, te weten: onderlinge aanpassing, direct toezicht, standaardisatie van werkprocessen, standaardisatie van output en standaardisatie van vaardigheden. Afstemming van de werkzaamheden vindt bij onderlinge aanpassing plaats door directe en informele communicatie tussen medewerkers. Daarmee is de controle van het werk in handen van de mensen die het werk uitvoeren. Bij direct toezicht is de leidinggevende verantwoordelijk voor het werk van zijn afdeling. Hij ziet er op toe dat werkzaamheden volgens zijn instructies worden uitgevoerd. Bij standaardisatie van werkprocessen komt de coördinatie tot stand, doordat de wijze waarop werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd staat beschreven of is geprogrammeerd. Coördinatie bij standaardisatie van de output komt tot stand door de resultaten van werkzaamheden te specificeren. In tegenstelling tot standaardisatie van werkprocessen is bij standaardisatie van output de werkwijze niet vooraf bepaald. Afstemming bij standaardisatie van vaardigheden komt tot stand, doordat de kennis en vaardigheden benodigd voor de uitvoering van de werkzaamheden is gestandaardiseerd. De opleiding bepaalt de wijze waarop medewerkers handelen binnen hun werk. Naarmate het werk binnen organisaties complexer worden, vindt volgens Mintzberg een verschuiving plaats van coördinatiemechanisme. Binnen organisaties met enkele medewerkers vindt afstemming plaats door onderlinge aanpassing. Naarmate de groep groter wordt zal directe afstemming steeds problematischer worden. Om de coördinatie te herstellen wordt één persoon aangesteld, die het werk van de gehele groep aanstuurt en controleert. Neemt de complexiteit van het werk verder toe dan zijn organisaties doorgaans geneigd op standaardisatie over te stappen. Indien de werkzaamheden Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 9

14 kunnen worden teruggebracht tot routinehandelingen stappen organisaties bij voorkeur over naar standaardisatie van werkprocessen. Bij complexe werkzaamheden is dit vaak ondenkbaar en wordt overstapt op standaardisatie van output of vaardigheden. Neemt de complexiteit nog verder toe dan zijn organisaties ten slotte genoodzaakt terug te keren bij onderlinge afstemming. Mintzberg gaat in zijn boek vervolgens verder door vijf basisonderdelen van organisaties te onderscheiden. De vijf basisonderdelen zijn: uitvoerende kern, strategische top, middenkader, technostructuur en ondersteunende diensten. Onder de uitvoerende kern verstaat Mintzberg de medewerkers, die direct betrokken zijn bij de totstandkoming van goederen en diensten. Door de transformatie van input naar output en distributie van diezelfde output wordt de uitvoerende kern als het hart van de organisatie beschouwd. De strategische top bevindt zich aan het andere uiteinde van de organisatie. De strategische top wordt gevormd door de directeur en de topmanagers van de organisatie. Zij dragen de verantwoordelijkheid voor de gehele organisatie. De kerntaken van de strategische top bestaan uit het vaststellen van een strategie, het bewaken van de voortgang van de strategie en het onderhouden van contacten met de omgeving van de organisatie. Het Middenkader houdt, zoals de naam doet vermoeden, een middenpositie in tussen de uitvoerende kern en de strategische top. Voor zover de organisatie te groot is om geheel geleid te worden door de strategische top, voorziet het middenkader in de behoefte van organisaties direct toezicht uit te oefenen op de uitvoerende kern. Tot zijn eigen verbazing wordt in de literatuur nauwelijks onderscheid gemaakt tussen de technostructuur en de ondersteunende diensten. Mintzberg doet dat wel. De technostructuur bestaat volgens hem uit analisten die specifiek belast zijn met de inrichting van het productieproces, opstellen van de productieplanning, training van de medewerkers of kwaliteitscontrole van de output. Kortom, allemaal werkzaamheden waarmee invloed wordt uitgeoefend op de werkzaamheden van de uitvoerende kern. De ondersteunende diensten houden zich daarentegen bezig met werkzaamheden, die niet verbonden zijn met het uitvoerende werk. De afdeling communicatie, P&O en de bedrijfskantine zijn enkele voorbeelden van afdelingen die tot de ondersteunende diensten behoren. Figuur 2.1: De basisonderdelen van een organisatie (Mintzberg, 2006, p. 120) Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 10

15 2.2 Structuurparameters Aansluitend op de verschillende coördinatiemechanismen en basisonderdelen van organisaties gaat Mintzberg, in het tweede deel van zijn boek, nader in op het organisatieontwerp. Onder het ontwerpen van de organisatiestructuur verstaat Mintzberg (1979, p. 65): Turning the knobs that influence the division of labour and the coordinating mechanisms, thereby affecting how the organization functions. In andere bewoording betekent het ontwerp van de organisatiestructuur, invulling geven aan de organisatiekenmerken of structuurparameters zoals deze door Mintzberg worden genoemd die de arbeidsverdeling en coördinatiemechanismen en daarmee ook het functioneren van de organisatie beïnvloeden. Door invulling te geven aan de structuurparameters wordt de wijze waarop materialen, verantwoordelijkheden, informatie en besluitvormingsprocessen door de organisatie stromen duidelijk. Mintzberg onderscheidt in totaal negen structuurparameters die hij verdeelt in een viertal categorieën: Categorie Structuurparameter Verwante begrippen Taakspecialisatie Basisarbeidsverdeling Ontwerp van posities Ontwerp van de superstructuur Ontwerp van laterale verbindingen Ontwerp van besluitvormingssystemen Formalisatie van Standaardisatie van de inhoud van het werk gedrag Training en Standaardisatie van vaardigheden indoctrinatie Direct toezicht Bestuurlijke arbeidsverdeling Groepering van Systemen van formeel gezag, beheersing van eenheden stromen, informele communicatie en werkconstellaties Organogram Systeem van informele communicatie Grootte van Direct toezicht eenheden Span of control Systemen voor Standaardisatie van output planning en controle Systemen van stroombeheersing Onderlinge aanpassing Systemen van informele communicatie, Verbindingsmiddelen werkconstellaties en ad-hoc besluitvormingsproces Bestuurlijke arbeidsverdeling Verticale Systemen van formeel gezag, stroombeheersing, decentralisatie werkconstellaties en ad-hoc besluitvormingsprocessen Bestuurlijke arbeidsverdeling Horizontale Systemen van informele communicatie, decentralisatie werkconstellaties en ad-hoc besluitvormingsprocessen Figuur 2.2: Structuurparameters (Mintzberg, 2006, p. 27) Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 11

16 Ontwerpen van individuele posities Het begrip position oftewel (individuele) positie is een binnen de Engelstalige literatuur veel gebruikt begrip voor functie (Jägers et al., 1995). Daar het begrip functie meer hedendaags taalgebruik is, zal in dit onderzoek gesproken worden over functie(s) in plaats van individuele positie(s). Voor het ontwerp van de individuele posities zijn volgens Mintzberg drie parameters van belang, te weten: formalisatie van gedrag, vereiste training en indoctrinatie en het onderwerp van dit onderzoek taakspecialisatie. De parameter taakspecialisatie heeft alles te maken met de taakverdeling binnen organisaties. Daarbij maakt Mintzberg onderscheid tussen een tweetal dimensies. Horizontale taakspecialisatie richt zich het kwantitatieve deel van een functie. De vragen uit hoeveel verschillende deeltaken het werk van een medewerker bestaat en hoe veel omvattend elk van deze taken is, staan hierin centraal. Verticale specialisatie is de tweede dimensie en bevat de diepte van het takenpakket. Het gaat bij verticale decentralisatie om de mate waarin de uitvoering van het werk gescheiden is van de zeggenschap en controle over het werk. In hoofdstuk 3 wordt deze structuurparameter verder uitgewerkt. De tweede parameter, formalisatie van gedrag, behelst de wijze waarop organisaties het gedrag van hun medewerkers proberen te beïnvloeden. Dit kan door het beschrijven van de functie, de werkprocessen of het opstellen van regels. Door vast te leggen wat van medewerkers wordt verwacht, zorgt formalisatie van gedrag er voor dat het gedrag van de medewerkers voorspelbaar en controleerbaar wordt. Tussen de wijze waarop en mate waarin gedragsformalisatie binnen de verschillende organisatieonderdelen wordt toegepast kunnen wezenlijke verschillen bestaan. Hoe stabieler en routinematiger de werkzaamheden des te sterker de formalisatie van gedrag doorgaans is. De derde en laatste parameter die van belang is voor het ontwerpen van individuele posities betreft training en indoctrinatie. Beide hebben betrekking op het specificeren van benodigde kennis binnen de organisatie. Waar training wordt gezien als het aanleren van voor het werk benodigde kennis en vaardigheden, richt indoctrinatie zich op het overdragen van de binnen de organisatie geldende normen, waarden en gedragspatronen. Complexe en niet te rationaliseren functies, die slechts gedeeltelijk kunnen worden vastgelegd of gespecificeerd, noemt Mintzberg professionele functies. Naarmate binnen een functie het aantal complexe en niet te rationaliseren taken toeneemt, wordt een groter beroep gedaan op de individuele kennis en vaardigheden van de medewerker. Daarmee neemt het belang van training en indoctrinatie toe. Ontwerpen van de superstructuur Na het vormgeven van de individuele posities moet volgens Mintzberg de aandacht gericht worden op het beantwoorden van de vragen: hoe de individuele posities moeten worden gegroepeerd in eenheden en hoe groot die eenheden moeten zijn. De parameter groepering van eenheden maakt, door het clusteren van de individuele medewerkers in grotere groepen, gemeenschappelijk toezicht en het delen van (productie)middelen mogelijk. Groepering van eenheden kan op verschillende wijze tot stand komen. Mintzberg beperkt zich tot de zes meest voorkomende vormen binnen de literatuur. Bij groepering naar kennis en vaardigheden worden medewerkers ingedeeld naar specifieke Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 12

17 kennis en vaardigheden waarover zij beschikken. Ziekenhuizen zijn hier een goed voorbeeld van. Voor klachten aan de voorhoofdholtes kunnen patiënten terecht bij de kno-afdeling van het ziekenhuis, terwijl ze voor vreemde plekken op de huid een beroep kunnen doen op een dermatoloog. De verdeling kan tevens gebaseerd zijn op het kennisniveau waarover de medewerkers dienen te beschikken. Bij groepering naar functie worden medewerkers die dezelfde taak verrichten geclusterd. Worden medewerkers gegroepeerd naar tijd, dan vormt het tijdstip waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd de basis van de verdeling. Denk daarbij aan het werken in een ploegendienst. De afzonderlijke ploegen vervullen op verschillende tijdstippen eenzelfde taak. Bij de groepering naar output, worden groepen gevormd op basis van het geleverde eindproduct of een bepaalde dienst. Binnen die groep vindt de inkoop, bewerking, verkoop en levering van het eindproduct plaats. De groepering naar klant en geografisch gebied vertonen sterke overeenkomsten met groepering naar output. Ook hier is een groep verantwoordelijk voor de totstandkoming van het gehele product of de dienst. Het verschil berust op het onderscheid naar klantensoort of een verspreiding van de organisatie naar geografisch gebied in plaats van output. De parameter grootte van de eenheden omvat meer dan alleen de vraag uit hoeveel medewerkers een groep dient te bestaan. Afhankelijk van de gewenste grootte van de groepen geeft het inzicht in het aantal niveaus waaruit de organisatie moet bestaan. Naarmate groepen uit een geringer aantal medewerkers bestaan zal de gelaagdheid van de organisatie toenemen. Bepalend voor de groepsgrootte is de aanwezigheid van: mogelijkheden tot standaardisatie, gelijksoortige werkzaamheden binnen de groep, behoefte aan autonomie van de medewerkers en de behoefte van het management om controle uit te oefenen op medewerkers. Ontwerpen van laterale verbindingen De organisatiestructuur bestaat uit meer dan alleen verticale verbindingen, voortkomend uit het ontwerp van de superstructuur. Het bouwwerk van de superstructuur moet verder worden aangevuld met laterale verbinden. Mintzberg onderscheidt twee categorieën laterale verbindingen, te weten: planning- en controlesystemen en verbindingsmiddelen. Planning- en controlesystemen moeten, middels in de structuur opgenomen mechanismen, de voortgang van de organisatieoutput bewaken. Met behulp van planning worden de gewenste outputnormen uitgedrukt in kwantiteit, kwaliteit, geld en tijd voor de toekomst vastgesteld. Controle maakt het mogelijk om achteraf vast te stellen wat voor resultaten zijn behaald. Planning- en controlesystemen gaan veelal hand in hand. Het opstellen van een planning is zinloos, zolang behaalde resultaten niet worden gecontroleerd. Anderzijds is het ook niet zinvol een controlesysteem op te zetten alvorens outputnormen zijn bepaald. Onder verbindingsmiddelen verstaat Mintzberg het geheel van systemen die de formele communicatie moeten stimuleren. Mintzberg beperkt zich tot een viertal verbindingsmiddelen: liaisonposities, taakgroepen en vaste commissies, integratiemanagers en matrixstructuren. Liaisonposities worden ingezet om de communicatie tussen twee afdelingen te vergemakkelijken. Een functionaris zorgt voor de communicatie over en weer zonder dat deze via de verticale structuur verloopt. Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 13

18 Voorbeeld hiervan is afstemmingsoverleg tussen de inkoop- en productieafdeling om zo de benodigde goederen voor de productie te bepalen. Taakgroepen worden gevormd om medewerkers vanuit verschillende disciplines gezamenlijk een probleem op te laten lossen. Terwijl een taakgroep na afronding van de taak wordt ontbonden, hebben commissies een meer permanent karakter. Integratiemanagers kunnen worden vergeleken met de functionaris in een liaisonpositie, met één groot verschil. De integratiemanager beschikt in tegenstelling tot de liaisonfunctionaris over formeel gezag, waarmee invloed op de besluitvorming kan worden uitgeoefend. De productmanager, die verantwoordelijk is voor zowel productontwikkeling als verkoop is een goed voorbeeld van de integratiemanager. Bij de matrixstructuur wordt ten slotte afgestapt van het principe van eenheid van leiding. De matrixstructuur kan bijvoorbeeld worden aangetroffen, indien binnen de structuur van een organisatie de groepering van eenheden op basis van markt wordt gecombineerd met een functionele indeling. Ontwerpen van besluitvormingssystemen Mintzberg doelt met het ontwerpen van de besluitvormingssystemen op verdeling van macht voor het nemen van beslissingen binnen de organisatie. De macht kan bij één enkel individu zijn ondergebracht of verspreid over meerdere medewerkers. Indien alle beslissingsbevoegdheid bij één persoon is ondergebracht wordt gesproken over een centrale beslissingsstructuur. Zodra de beslissingsbevoegdheid verspreid is over een groter aantal medewerkers, is er sprake van een decentrale beslissingsstructuur. Met behulp van decentralisatie worden beslissingen genomen op de plaats in de organisatie, waar de benodigde kennis aanwezig is om juiste afweging te maken. Bovendien kan een grote organisatie sneller reageren, omdat de besluitvorming zich door minder hiërarchische lagen moet dringen. Er zijn twee vormen van decentralisatie: verticale en horizontale. Bij verticale decentralisatie is de beslissingsbevoegdheid ondergebracht bij een lager hiërarchisch niveau in de organisatie. Horizontale decentralisatie richt zich op de vraag of de beslissingsbevoegdheid is ondergebracht bij een manager of vanuit de lijn is ondergebracht bij de specialisten uit de technostructuur of ondersteunende diensten. Indien sprake is van een sterke mate van horizontale decentralisatie gaat het vaak niet om formele macht, maar beschikken de uitvoerende medewerkers over informele macht als gevolg van superieure kennis. 2.3 Contingentiefactoren Ontwerpparameters geven invulling aan de organisatiestructuur, daarbij staan ze echter niet op zichzelf. In deel 3 van The Structuring of Organizations: A Synthesis of the Research gaat Mintzberg in op de condities die bepalend zijn voor de vorming van de organisatiestructuur. De structuurtheorie van Mintzberg behoort tot een stroming binnen de organisatiewetenschappen, die de contingentiebenadering genoemd wordt. Contingentiebenaderingen zijn rationele theorieën, waarbij de structuur van een organisatie wordt gezien als een resultante van de best mogelijke aanpassing van de organisatie aan zijn omgeving (Handel, 2003). Bestudering van diverse auteurs leert Mintzberg dat een tweetal verschillende conclusies van belang zijn voor de effectiviteit van organisaties. De eerste, door Mintzberg congruentiehypothese genoemd, vereist dat de contingentiefactoren en structuurparameters op elkaar worden afgestemd. De tweede noemt hij de Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 14

19 configuratiehypothese. Daarmee wordt bedoeld dat structuurparameters onderling ook consistent dienen te zijn. Voor een effectieve structuur is afstemming van de structuurparameter op de contingentiefactoren, ook wel situationele factoren genaamd, dus een vereiste. Mintzberg verdeelt de contingentiefactoren in vier groepen: de leeftijd en omvang van de organisatie, het door de uitvoerende kern gebruikte technische systeem, de omgeving van de organisatie en de machtsrelaties van de organisatie. Leeftijd en omvang Met behulp van een vijftal stellingen wordt door Mintzberg de invloed van de contingentiefactor leeftijd en omvang op de organisatiestructuur uitgewerkt. Naarmate organisaties ouder worden neemt de voorspelbaarheid en daarmee ook de mate waarin gedrag wordt geformaliseerd volgens Mintzberg toe. Daarnaast vormt de structuur van de organisatie een afspiegeling van de tijd waarin de bedrijfstak is ontstaan. Terwijl bedrijfstakken, die hun oorsprong vinden in het pre-industriële tijdperk, meer familie georiënteerd zijn en zich richten op het uitoefen van een ambacht, worden de grote organisaties die tijdens of na de industriële revolutie zijn ontstaan veel meer gekenmerkt door specialisatie, bureaucratie en de aanstelling van professionele managers. Waar de twee voorgaande stellingen gericht waren op de leeftijd van de organisatie, hebben de laatste drie betrekking op de omvang van de organisatie. In de eerste plaats wordt volgens Mintzberg de structuur van organisaties uitgebreider naarmate de organisatie in omvang toeneemt. Een grotere organisatie leidt tot meer specialisatie van taken, scheiding van eenheden en een toenemende behoefte aan professioneel management. In de tweede en derde plaats nemen zowel de omvang van de eenheden als de formalisatie toe naarmate de organisatie groter wordt. Dit alles wil echter niet zeggen dat de ontwikkeling van organisaties lineair verloopt. De ontwikkeling verloopt volgens diverse ontwikkelstadia, die met duidelijke overgangen van elkaar worden onderscheiden. Technisch systeem De structuur van een organisatie staat in nauw verband met de technologie binnen de organisatie. In ruime zin betekent technologie meer dan enkel de instrumenten en machines die gebruikt worden bij de productie van goederen en diensten. Het gaat tevens om de kennis die daarmee gepaard gaat. Mintzberg hanteert echter een enge definitie, door hem het technische systeem genoemd, waarmee de instrumenten worden bedoeld die door de uitvoerende kern worden gebruikt voor het produceren van goederen of diensten. Zoals verderop zal blijken maakt de vereiste kennis onderdeel uit van de complexiteit. In navolging van Woodward beschrijft Mintzberg drie productiesystemen. Stukproductie vindt zijn oorsprong in de periode voorafgaand aan de pre-industriële periode. Organisaties produceren stukgoederen, waardoor de werkzaamheden niet gestandaardiseerd kunnen worden. De structuur is opgebouwd rond de vaardigheden van de medewerkers. Massaproductie doet zijn intrede ten tijde van de industriële revolutie. Bij massaproductie vindt de productie niet meer stuksgewijs plaats, maar worden grote aantallen standaardproduct geproduceerd. De gestandaardiseerde producten leidden tot sterk gestandaardiseerde, geformaliseerde en routinematige taken. De werkzaamheden Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 15

20 zijn sterk gespecialiseerd en er wordt onderscheid gemaakt tussen uitvoerende en besturende taken. Procesproductie kan ten slotte gezien worden als een geheel geautomatiseerd technisch systeem, waarbij alleen medewerkers zijn overgebleven om de processen te monitoren en systemen te onderhouden. Het monotone routinewerk wordt binnen de procesindustrie niet langer uitgevoerd door laag geschoolde medewerkers, maar door machines. Wat overblijft zijn taken bestemd voor hoger opgeleide medewerkers, die over een ruime mate van zeggenschap over hun eigen werkzaamheden beschikken. De belangrijkste lering die Mintzberg trekt uit het werk van Woodward richt zich op de mate van regulatie van het technische systeem. Naarmate deze regulatie toeneemt, worden de uitvoerende werkzaamheden verder opgedeeld in eenvoudige en gespecialiseerde taken. Deze taken laten weinig ruimte over voor vrijheid van handelen. Daarnaast stelt Mintzberg, dat naarmate het technische systeem geavanceerder wordt, de omvang van ondersteunende afdelingen toeneemt. Omgeving De volgende contingentiefactor die door Mintzberg wordt beschreven is de omgeving. Organisaties zijn onlosmakelijk verbonden met hun omgeving. De omgeving omvat het geheel van invloeden en omstandigheden waarbinnen een organisatie zich begeeft. Aan de hand van een viertal dimensies kan volgens Mintzberg de omgeving van de organisatie in kaart worden gebracht, te weten: stabiliteit, complexiteit, diversiteit van markten en vijandigheid. De dimensie stabiliteit kan worden gezien als een continuüm waarbij de uitersten uiteenlopen van stabiel tot dynamisch. Hoe meer veranderingen zich in de omgeving voordoen hoe dynamischer deze wordt. In een stabiele omgeving is de organisatie beter in staat de toekomstige situaties in te schatten dan in een omgeving met een grotere dynamiek. Binnen een dynamische omgeving kan een organisatie niet volstaan met standaardisatie, maar wordt een meer organische structuur vereist. De complexiteit van een omgeving kan uiteen lopen van eenvoudig tot complex. Naarmate de complexiteit van de productie toeneemt zal de kennisbehoefte binnen de organisatie toenemen en de structuur van de organisatie gedecentraliseerder worden. De dimensie diversiteit van markten heeft betrekking op de verscheidenheid van markten, producten en afnemers. Deze kan variëren tussen geïntegreerd en gediversifieerd. Het is voor de structuur van een organisatie een groot verschil of de organisatie één standaard product levert aan één afnemer of een grote diversiteit aan producten levert aan verschillende afnemers. De laatste dimensie biedt inzicht in hoe vijandig de omgeving van de organisatie is. De vijandigheid wordt onder meer bepaald door de mate van concurrentie, de verhoudingen met vakbonden en de betrekkingen met de overheid. Hoe vijandiger de omgeving, hoe sterker de organisatie geneigd is om de structuur (tijdelijk) te centraliseren. Zodoende is de organisatie snel in staat om op de vijandigheid vanuit de omgeving te reageren. Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 16

21 Macht Macht is de laatste contingentiefactor die door Mintzberg wordt beschreven. Machtsfactoren brengen een organisatie in beweging of bieden juist weerstand tegen verandering. Het in beweging brengen van de organisatie kan zowel in de door de organisatie gewenste richting zijn, maar ook in de ongewenste richting. Bovendien spelen machtsfactoren van zowel binnen als buiten de organisatie een rol. Mintzberg benoemt in zijn werk de volgende machtsfactoren: de externe controle, de individuele behoefte van medewerkers en de mode. Externe controle, van onder meer eigenaren en overheden, vormt een belangrijke machtsfactor voor organisaties. Een sterke externe controle leidt tot een meer gecentraliseerde en geformaliseerde structuur binnen organisaties. Mintzberg neemt als uitgangspunt voor de machtsfactor individuele behoefte van medewerkers, dat alle medewerkers binnen een organisatie streven naar macht. Al is het alleen maar over de uitvoering van hun eigen werkzaamheden. Indien de top van een organisatie wordt gedreven door de een sterke behoefte aan macht, lijkt het waarschijnlijk dat de structuur van een organisatie bovenmatig sterk gecentraliseerd is. Daarnaast lopen de belangen van (individuele) medewerkers niet altijd parallel met de doelen van de organisatie. Waar de belangen niet parallel lopen kan er sprake zijn van een conflicterende situatie. De derde en laatste machtsfactor mode staat stil bij het verschijnsel, dat organisaties willen veranderen in de richting van een organisatie die als succesvol wordt beschouwd. Paradoxaal genoeg komt deze veranderrichting niet altijd overeen met de eisen vanuit de omgeving. 2.4 Configuraties De ontwerpparameters van de structuur moeten zowel onderling consistent zijn als aansluiten bij de situatie waarin de organisatie zich bevindt. Hoewel de combinatie van de ontwerpparameters en de situatie tot tal van verschillende organisatieontwerpen kan leiden, komt Mintzberg tot een onderverdeling in vijftal basisstructuren, configuraties genaamd: eenvoudige structuur, machinebureaucratie, professionele bureaucratie, divisiestructuur en adhocratie. De eenvoudige structuur De eenvoudige structuur zie je vaak terug in jonge en/of kleine organisaties en kenmerkt zich vooral door alles wat er niet is. Om toch sturing te geven aan de organisatie vindt coördinatie plaats met behulp van direct toezicht. Beslissingen worden door de top genomen en de organisatie kenmerkt zich verder door centralisatie. Deze structuur is bovenal organisch van aard en biedt weinig ruimte voor formalisatie van het gedrag. Daarnaast wordt beperkt gebruik gemaakt van planning, training en verbindingsmiddelen. De omgeving van een dergelijke organisatie is eenvoudig en dynamisch. De machinebureaucratie De machinebureaucratie heeft als primair coördinatiemechanisme standaardisatie van werkprocessen, de inhoud van het werk bestaat uit sterk gespecialiseerde routinewerkzaamheden. De technostructuur, belast met het vaststellen van de werkprocessen en daaraan gekoppelde normen, vormt het dominante organisatie onderdeel. Er is sprake van een sterke mate van formalisatie van gedrag, zowel verticale Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 17

22 als horizontale taakspecialisatie en actieplanning. De groepering van taken vindt plaats op functionele basis en de eenheden op productieniveau zijn groot. De machinebureaucratie komt vooral voor in een eenvoudige en stabiele omgeving. De professionele bureaucratie De professionele bureaucratie heeft als primair coördinatiemechanisme standaardisatie van vaardigheden. De complexiteit van de werkzaamheden vereist goed getrainde specialisten, die een hoge mate van controle over hun eigen werk krijgen. Hoewel het werk horizontaal sterk is gespecialiseerd beslaat het verticaal een groot gebied. Daarmee is macht verbonden aan kunde en vormt de uitvoerende kern het dominante organisatieonderdeel. De professionals maken gebruik van moeilijk aan te leren, maar wel uitgebreid omschreven procedures. De omgeving van een professionele bureaucratie is zowel complex als stabiel. De divisiestructuur De divisiestructuur heeft als primair coördinatiemechanisme standaardisatie van output. De eenheden van het middenkader binnen de divisiestructuur zijn gegroepeerd op basis van de markt. De strategische top delegeert beslissingsbevoegdheid naar het middenkader en controleert vervolgens de resultaten van de genomen beslissingen. Het middenkader vormt het dominante organisatieonderdeel met als belangrijkste ontwerpparameters groepering naar markt, systemen voor controle van resultaten en beperkte verticale decentralisatie. De divisiestructuur komt het beste tot zijn recht in een omgeving die noch erg complex, noch erg dynamisch is. De adhocratie De adhocratie heeft als primair coördinatiemechanisme onderlinge aanpassing. Innovatie binnen een complexe en dynamische omgeving vereist samenwerking in ad-hoc projectteams tussen experts uit verschillende disciplines. De ondersteunende diensten vormen het dominante organisatieonderdeel. Door de ad-hoc projectteams is de structuur zeer organisch van aard en kenmerkt zich verder door geringe formalisatie van gedrag, een sterke mate van horizontale taakspecialisatie gebaseerd op formele training en het belang van verbindingsmiddelen om de samenwerking binnen de projectteams te bevorderen. 2.5 Conclusie Met de beschrijving van het werk van Mintzberg in de vorige paragrafen is antwoord gegeven op de eerste onderzoeksvraag. Het volgende hoofdstuk gaat specifiek in op taakspecialisatie, de structuurparameter die centraal staat in dit onderzoek. Met behulp van Mintzberg en andere organisatiesociologen wordt er een theoretisch kader opgesteld, die de basis vormt voor het uiteindelijke meetinstrument. Mintzberg meten: De ontwikkeling van een meetinstrument voor taakspecialisatie 18

Samenvatting Management

Samenvatting Management Samenvatting Management Week 1 Het 7S model en Mintzberg zijn beiden te gebruiken om een organisatie te bekijken. Bij Mintzberg gaat het om: Hoe moeten organisaties effectief functioneren om hun doelen

Nadere informatie

Management/ Mintzberg H1 Kennen voor tentamen H1, H2, H3 en de aantekeningen en de sheets.

Management/ Mintzberg H1 Kennen voor tentamen H1, H2, H3 en de aantekeningen en de sheets. Management/ Mintzberg H1 Kennen voor tentamen H1, H2, H3 en de aantekeningen en de sheets. Het gaat over het 7S model, maar dan een verdieping in de S van de Structuur. Om effectief te functioneren als

Nadere informatie

voorbeeldexamen I-Tracks IT and Management Foundation voorbeeldexamen ITMF uitgave september 2006

voorbeeldexamen I-Tracks IT and Management Foundation voorbeeldexamen ITMF uitgave september 2006 voorbeeldexamen IT and Management Foundation (ITMF) I-Tracks IT and Management Foundation voorbeeldexamen ITMF uitgave september 2006 inhoud 3 inleiding 4 voorbeeldexamen 12 antwoordindicatie 25 beoordeling

Nadere informatie

Bedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat

Bedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat Marketing Stimulus respons model Auteur: A. Kotler Beschrijving: Bij het consumeren van een product vanuit de afnemer, wordt de consument beïnvloed door verschillende factoren. Het aankoop gedrag heeft

Nadere informatie

Mintzberg meten De ontwikkeling van een meetinstrument bij de theorie van Mintzberg over organisatiestructuren

Mintzberg meten De ontwikkeling van een meetinstrument bij de theorie van Mintzberg over organisatiestructuren O nderzoek naar de mgeving en de pbouw van uw rganisatie. Mintzberg meten De ontwikkeling van een meetinstrument bij de theorie van Mintzberg over organisatiestructuren Auteur: ing. D.J. de Wit Studentnummer:

Nadere informatie

Samenvatting I-Tracks: IT and Management. Hoofdstuk 1 : Mintzberg. 1.1 Organisatiestructuren

Samenvatting I-Tracks: IT and Management. Hoofdstuk 1 : Mintzberg. 1.1 Organisatiestructuren Samenvatting I-Tracks: IT and Management Hoofdstuk 1 : Mintzberg 1.1 Organisatiestructuren Organisatiestructuur: de wijze waarop we taken hebben verdeeld en de coördinatie van deze taken hebben ingericht.

Nadere informatie

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht Kennisportfolio Hoofdfase blok 1 Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht Management De theorie van Mintzberg. 5 Coördinatiemechanismen

Nadere informatie

Thema 2. Bedrijfsstructuur

Thema 2. Bedrijfsstructuur Thema 2 Bedrijfsstructuur 0. Inleiding ORGANISEREN is het proces van het regelen van mensen en andere middelen om samen een doel te bereiken. Organiseren betekent de keuze van HORIZONTALE indeling VERTICALE

Nadere informatie

KENNISPORTFOLIO H1. Ricardo Buster Bedrijfskunde MER

KENNISPORTFOLIO H1. Ricardo Buster Bedrijfskunde MER KENNISPORTFOLIO H1 Ricardo Buster 2073959. Bedrijfskunde MER Bedrijfseconomie Kostprijsberekening Bedrijfseconomie Beschrijving Kostprijs = V + C W N V= variabele kosten W= verwachte productie C= constante

Nadere informatie

PERIODE 1 (H1) MANAGEMENT

PERIODE 1 (H1) MANAGEMENT Kennisportfolio bedrijfskunde MER Minh Ngo Hoofdfase 17 januari 2015 PERIODE 1 (H1) MANAGEMENT Organisatiestructuren van Mintzberg: In leerjaar 1 hebben we gekeken naar het 7S model van McKinsey. In leerjaar

Nadere informatie

Mintzberg Organisatiestructuren / modellen Geschreven door Chris Stapper op 17 mei 2012 00:00 Categorie: Strategische HRM

Mintzberg Organisatiestructuren / modellen Geschreven door Chris Stapper op 17 mei 2012 00:00 Categorie: Strategische HRM Mintzberg Organisatiestructuren / modellen Geschreven door Chris Stapper op 17 mei 2012 00:00 Categorie: Strategische HRM De Mintzberg organisatiestructuren, of eigenlijk de Mintzberg configuraties, zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk: 1 Mintzberg

Hoofdstuk: 1 Mintzberg ITMF IT en Management Hoofdstuk: 1 Mintzberg aant Css: 2 509 blz 7 1.1.1 Organisatiestructuren - definitie ve organisatiestructuur - Mintzberg: Het totaal van de verschillende manieren waarop het werk

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 De thematiek

1 Inleiding. 1.1 De thematiek 1 Inleiding 1.1 De thematiek Voor ondernemers is de relatie tussen organisatie en markt van cruciaal belang. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de markt. De omzet wordt tenslotte op de markt

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 6

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 6 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 8 MAART 2016 14.45 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 6 Opgave 1 Vitens: van restproduct naar super-pokon 1 Vraag 1 Vraag

Nadere informatie

EFFECTEN VAN SCHAALVERGROTING OP DE ARBEIDSORGANISATIE. PROJECT 1218 Workshop PETER VERMEULEN JOLANDA VAN WEVERWIJK

EFFECTEN VAN SCHAALVERGROTING OP DE ARBEIDSORGANISATIE. PROJECT 1218 Workshop PETER VERMEULEN JOLANDA VAN WEVERWIJK EFFECTEN VAN SCHAALVERGROTING OP DE ARBEIDSORGANISATIE PROJECT 1218 Workshop 17-11-1999 PETER VERMEULEN JOLANDA VAN WEVERWIJK PROGRAMMA: INLEIDING LEZING 1: RESULTATEN INTERVIEWS EN RADARS LEZING 2: MINTZBERG

Nadere informatie

Beoordeling van het PWS

Beoordeling van het PWS Weging tussen de drie fasen: 25% projectvoorstel, 50% eindverslag, 25% presentatie (indien de presentatie het belangrijkste onderdeel is (toneelstuk, balletuitvoering, muziekuitvoering), dan telt de presentatie

Nadere informatie

woensdag 16 november 2011 Hoofdstuk 9 Structurering

woensdag 16 november 2011 Hoofdstuk 9 Structurering Hoofdstuk 9 Structurering Organiseren van activiteiten Tweezijdige invloed op organiseren: externe afstemming interne afstemming geen beste manier van organiseren/situatiegebonden Organisatiestructuur

Nadere informatie

Foto voorzijde: Eric Elich. Ontwerp voor- en achterzijde: Wim Huissen. Layout:

Foto voorzijde: Eric Elich. Ontwerp voor- en achterzijde: Wim Huissen. Layout: Foto voorzijde: Lichtkoepel op de Rijksdag in Berlijn, ontworpen door Sir Norman Foster. De foto representeert de verbinding tussen de sociale en fysieke dimensie die samenkomen in het gebouw en de mensen

Nadere informatie

ORGANISATIEVERORDENING GGD Hollands Noorden 2013

ORGANISATIEVERORDENING GGD Hollands Noorden 2013 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden (GGD Hollands Noorden) Het algemeen bestuur van de GGD Hollands Noorden overwegende dat zich sinds de vaststelling van de geldende Organisatieverordening

Nadere informatie

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI)

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het zelfbeoordelingsformulier Het doel van deze evaluatie is om u te helpen bij het bepalen van de belangrijkste aandachtsvelden van uw leidinggevende

Nadere informatie

HR: Uitvoerende afdeling of strategische partner?

HR: Uitvoerende afdeling of strategische partner? Inhoud Inleiding In hoeverre zijn bedrijven volgroeid op het gebied van het organiseren van personeel(sgegevens)? In hoeverre is de organisatie volgroeid op het gebied van HR? In hoeverre is de organisatie

Nadere informatie

Leidraad voor inbedding in HRM-beleid

Leidraad voor inbedding in HRM-beleid Leidraad voor inbedding in HRM-beleid Voor je ligt een leidraad om de instrumenten van het talent@werkplek -project (de scan en de agenda s verzameld in de box@werkplek) in te bedden in het HRM-beleid

Nadere informatie

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Praktijkplein Titel: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Toepassing: Beknopte samenvatting van twee implementatiemethodieken en hun toepassing bij het implementeren van een operational

Nadere informatie

De uitnodiging en nadere informatie volgt tzt. per mail en via de Nieuwsbrief van de Ooa.

De uitnodiging en nadere informatie volgt tzt. per mail en via de Nieuwsbrief van de Ooa. Ooa Netwerk Onderwijs Bijeenkomst 23 juni 2008, Amershof, Amersfoort (Kort) Verslag bijeenkomst 23 juni 2008 Aanwezig: 8 personen; 1. Inhoudelijk gedeelte Het inhoudelijk gedeelte bestaat uit een korte

Nadere informatie

Controletechnische functiescheiding

Controletechnische functiescheiding Controletechnische functiescheiding A3040^1. Controletechnische functiescheiding drs. A.J.A. Hassing RE RA 1 1 Inleiding A3040 ^ 3 2 Functies A3040 ^ 4 2.1 Beschikken A3040 ^ 4 2.2 Bewaren A3040 ^ 4 2.3

Nadere informatie

Inleiding... 9. Hoofdstuk 2: Positie van de leidinggevenden op middenkaderniveau

Inleiding... 9. Hoofdstuk 2: Positie van de leidinggevenden op middenkaderniveau Inhoud Inleiding... 9 Hoofdstuk 1: Managen versus leidinggeven... 13 1.1 Management... 13 1.2 Leiding geven... 13 1.3 Competenties en taakaspecten van de leidinggevende... 16 1.4 Samenvattend... 16 Hoofdstuk

Nadere informatie

Kennis en vaardigheden H1 MER Sjors van Doesburg

Kennis en vaardigheden H1 MER Sjors van Doesburg Kennis en vaardigheden H1 MER Sjors van Doesburg Marketing Marketing: het opbouwen van winstgevende klantrelaties. Doelen zijn: - nieuwe afnemers aantrekken door superieure waarde te beloven - bestaande

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Slim organiseren De organisatie van de organisatie. Jac Christis, 29 mei 2013

Slim organiseren De organisatie van de organisatie. Jac Christis, 29 mei 2013 Slim organiseren De organisatie van de organisatie Jac Christis, Wat is organiseren? Twee betekenissen van het woord organisatie : 1. Institutionele betekenis: werkgever 2. Instrumentele betekenis: arbeidsorganisatie

Nadere informatie

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke

Nadere informatie

The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity

The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity Synopsis onderszoeksplan Afstudeerscriptie Strategisch Management, faculteit Bedrijfskunde, Wendy Poppelaars -

Nadere informatie

Reddin s 3D Leiderschap Model

Reddin s 3D Leiderschap Model Reddin s 3D Leiderschap Model stijl van leidinggeven situatie effectiviteit Input actieplan Output effectiviteitsgebieden effectiviteitsmaatstaven doelstellingen W.J.Reddin & Associates Nederland BV 1

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie

Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie Hoofdstuk 3 Bedrijfs- en afdelingsorganisatie Paragraaf 3.1 1. Afdelingsstructuur a. Noem de soorten afdelingen die in bedrijven binnen de mobiliteitsbranche gebruikelijk zijn. b. Onder welke voorwaarden

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen 1 2 3 4 1. Wat is beleidsvoerend vermogen? De scholen die een succesvol beleid voeren, gebruiken hun beleidsruimte maximaal zodat de onderwijskwaliteit

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Logistiek management in de gezondheidszorg

Logistiek management in de gezondheidszorg Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Geneeskunde Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap Master in management en beleid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Klantprofilering Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Concept projectvoorstel, versie 0.4 26 oktober2004 Documenthistorie Versie/Status Datum Wijzigingen Auteur 0.1 16/06/2004 B.G. Langedijk

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland Kenniscentrum Bèta Techniek Floor Binkhorst Februari 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R INTERNE ORGANISATIE

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R INTERNE ORGANISATIE MBO+ / Intermediate vocational education Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Een organisatie is elk samenwerkingsverband waarbinnen mensen bewust relaties met

Nadere informatie

5 Organisatiekunde. Organisatie als integraal systeem 3. Inleiding 3. Organisatiesysteem schematisch weergegeven 4. Omgeving 5. Contextuele omgeving 5

5 Organisatiekunde. Organisatie als integraal systeem 3. Inleiding 3. Organisatiesysteem schematisch weergegeven 4. Omgeving 5. Contextuele omgeving 5 5 Organisatiekunde Organisatie als integraal systeem 3 Inleiding 3 Organisatiesysteem schematisch weergegeven 4 Omgeving 5 Contextuele omgeving 5 Transactionele omgeving 5 Richting 6 Visie 6 Strategie

Nadere informatie

De strategische keuzes die moeten gemaakt worden zijn als volgt: Interne controle of zelfcontrole/sociale controle

De strategische keuzes die moeten gemaakt worden zijn als volgt: Interne controle of zelfcontrole/sociale controle 1 Hoofdstuk 1 1.1 Dirigeren en coördineren p43 1.1.1 Dirigeren Dirigeren is een synoniem voor delegeren. Dirigeren houdt in dat bepaalde bevoegdheden overgedragen worden naar een persoon met een lagere

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

SITUATIONEEL LEIDERSCHAP EN VERZUIM

SITUATIONEEL LEIDERSCHAP EN VERZUIM Trefwoorden Leiderschapsstijl Leidinggeven Verzuim JORINDE MOEKE SITUATIONEEL LEIDERSCHAP EN VERZUIM Waarom wordt er binnen het ene bedrijf of op die ene afdeling veel meer verzuimd dan bij een andere

Nadere informatie

Ontwikkelaar ICT. Context. Doel

Ontwikkelaar ICT. Context. Doel Ontwikkelaar ICT Doel Ontwikkelen en ontwerpen van ICT-producten, binnen overeen te komen dan wel in een projectplan vastgelegde afspraken ten aanzien van tijd, budget en kwaliteit, opdat overeenkomstig

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Management control: ONTWERP VAN KOSTENSYSTEMEN EN CONTEXTUELE KENMERKEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK. MCA: november 2007, nummer 7

Management control: ONTWERP VAN KOSTENSYSTEMEN EN CONTEXTUELE KENMERKEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK. MCA: november 2007, nummer 7 Management control: ONTWERP VAN KOSTENSYSTEMEN EN CONTEXTUELE KENMERKEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK 4 MCA: november 27, nummer 7 De afgelopen jaren is een behoorlijk aantal studies verricht naar

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel. Organisatie & Management. donderdag 23 juni uur uur

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel. Organisatie & Management. donderdag 23 juni uur uur SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel Organisatie & Management donderdag 23 juni 2016 12.45 uur - 14.15 uur SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & Management donderdag 23 juni 2016 B / 6 2016 NGO-ENS

Nadere informatie

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier: Bijlage bij Andriessen, D. en Van der Marel, I. (2015) Beoordelingsmodel voor eindwerkstukken voor een Faculteit Economie & Manage-ment in het hbo. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Jaargang 33, Nr. 2,

Nadere informatie

BEGELEIDINGSNOODZAAK

BEGELEIDINGSNOODZAAK SAMENVATTING VASTSTELLEN BEGELEIDINGSNOODZAAK IN DE PRAKTIJK Maria J.E. Schouten MSc., dr. Karen Nieuwenhuijsen, drs. Saskia Andriessen, Stefan van der Veen MSc, prof. dr. Monique H.W. Frings- Dresen Financiering

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Deel 5 Introductie. Handleiding scripties

Deel 5 Introductie. Handleiding scripties Deel 5 Introductie De Introductie is het deel van de scriptie dat vóór de Inleiding komt (althans, zo noem ik dat deel). Deze introductie wordt veelal opgesteld als de scriptie (bijna) klaar is (al zijn

Nadere informatie

Training Within Industry - Job Instruction

Training Within Industry - Job Instruction Training Within Industry - Job Instruction Inleiding In veel bedrijven worden problemen opgelost door doelgericht aan die problemen te werken. Achteraf hadden deze problemen voorkomen kunnen worden, door

Nadere informatie

2 Situationeel leidinggeven

2 Situationeel leidinggeven 2 Situationeel leidinggeven Inleiding 3 Stijlen 3 Taxeren 4 Taken 5 Vragenlijst 6 Maturity-schaal 7 Leidinggevende stijl 10 Analyse stijl-maturity 15 1 2 Situationeel leidinggeven Inleiding Situationeel

Nadere informatie

Geef aan in hoeverre u het eens bent met onderstaande stellingen (1 = volstrekt mee oneens, 5 = helemaal mee eens)

Geef aan in hoeverre u het eens bent met onderstaande stellingen (1 = volstrekt mee oneens, 5 = helemaal mee eens) Knowledge Performance Scan De Knowledge Performance Scan geeft relatief snel en goedkoop inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de manier waarop met kennis wordt omgegaan in een organisatie(onderdeel).

Nadere informatie

[functie] De functie die verantwoordelijk is voor het beheren van applicaties. [zaak] Een methode of maatregel om een risico te managen.

[functie] De functie die verantwoordelijk is voor het beheren van applicaties. [zaak] Een methode of maatregel om een risico te managen. Applicatiebeheer het beheren van applicaties. [functie] De functie die verantwoordelijk is voor het beheren van applicaties. Beheer (beheren) Control Onder de activiteit applicatiebeheer valt de ontwikkeling,

Nadere informatie

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Klantgerichtheid Selecteren van een klant Wanneer u hoog scoort op 'selecteren

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Samenvatting IT management Foundation Inhoudsopgave

Samenvatting IT management Foundation Inhoudsopgave Samenvatting IT management Foundation Inhoudsopgave Organisatiestructuren... 3 Definitie organisatiestructuur... 3 Coördinatie mechanismen... 3 Onderdelen van de organisatie:... 3 Functioneren organisatie:...

Nadere informatie

onvoldoende voldoende goed uitstekend 1 2 3 4 Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

onvoldoende voldoende goed uitstekend 1 2 3 4 Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag. Onderzoek Naam leerling:. Onderzoeksplan Er is een onderzoeksplan, maar de hoofdvraag is onduidelijk. Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

Nadere informatie

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bevindingen Erasmus Innovatiemonitor Zorg Eindhoven, 5 oktober 2012 TOP INSTITUTE INSCOPE

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Professioneel facility management. Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces

Professioneel facility management. Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces Professioneel facility management Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces Inhoud Voorwoord Professionele frontliners 1. Theoretisch kader 2. Competenties en

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Rapport over de functie van Dirk Demo

Rapport over de functie van Dirk Demo Rapport over de functie van Dirk Demo Publicatiedatum: 14 februari 2014 Leeswijzer Dit rapport omschrijft de functie van 'Dirk Demo' zoals die door The PeopleFactory - Demo omgeving is vastgesteld en geeft

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Wat is een bedrijf? 17. Inleiding 14

Inhoud. Deel 1 Wat is een bedrijf? 17. Inleiding 14 Inhoud Inleiding 14 Deel 1 Wat is een bedrijf? 17 1 Bedrijf en bedrijfskunde 19 1.1 Het bedrijf 20 1.1.1 Organisatie, bedrijf en onderneming 20 1.1.2 Bedrijven zijn organisaties 22 1.1.3 De eenvoudige

Nadere informatie

CORAM International Het management van gedistribueerde ICT-projecten Auteur: Datum:

CORAM International Het management van gedistribueerde ICT-projecten  Auteur: Datum: CORAM International Het management van gedistribueerde ICT-projecten. Onderzoek Auteur: ing. E.M.M. Boerboom Datum: 31-08-2007 De aanleiding van het onderzoek Door de toenemende globalisering en mogelijkheden

Nadere informatie

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version Introductie Quickscan De financiële organisatie moet, net zo als alle andere ondersteunende diensten, volledig gericht zijn

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Het onderzoeksverslag

Het onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling

Nadere informatie

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. De raden van de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.; OVERWEGENDE:

Nadere informatie

Medewerker mobiliteit

Medewerker mobiliteit Medewerker mobiliteit Doel (Mede)ontwikkelen van mobiliteitsbeleid, uitvoeren van mobiliteitstrajecten en geven van individueel loopbaanadvies, uitgaande van het mobiliteits-/ personeelsbeleid op instellings-

Nadere informatie

Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur

Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur -Structuur -Organisatie -Bureaucratie -Routinisering Begrippen: Sociale structuur Definitie: Geheel van posities binnen groeperingen (vb. arbeidsverdeling)

Nadere informatie

Beoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken

Beoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken Beoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken Hieronder treft u per onderwerp het beoordelingskader aan van de module Betalingsachterstanden hypotheken 2014-2015. Ieder onderdeel

Nadere informatie

Situationeel leidinggeven

Situationeel leidinggeven Situationeel leidinggeven Inleiding Situationeel leidinggeven wil zeggen dat leidinggeven dat de manager zijn/haar stijl moet aanpassen aan de eisen van de situatie. Inschattingsvermogen en flexibiliteit

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV Plan van aanpak Project : Let s Drop Bedrijf : DropCo BV Plaats, datum: Horn, 28 september 2012 Opgesteld door: 1205366 1205366smit@zuyd.nl Plan van Aanpak project Let s Drop pagina 1 Inhoudsopgave plan

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

15 Mate van dekkingsgraad, een eerste aanzet tot baten

15 Mate van dekkingsgraad, een eerste aanzet tot baten 15 Mate van dekkingsgraad, een eerste aanzet tot baten Sanneke van der Linden Sinds 2007 organiseert M&I/Partners de ICT Benchmark Ziekenhuizen. Op hoofdlijnen zijn de doelstellingen en aanpak van de ICT

Nadere informatie

Het sociaal regelsysteem: externe sturing door discipline. Het systeem van communicatieve zelfsturing: zelfsturing in communicatie

Het sociaal regelsysteem: externe sturing door discipline. Het systeem van communicatieve zelfsturing: zelfsturing in communicatie De logica van lef, discipline en communicatie Theoretisch kader voor organisatieontwikkeling Tonnie van der Zouwen, maart 2007 De gelaagdheid in onze werkelijkheid Theorieën zijn conceptuele verhalen met

Nadere informatie

KUIL -methodiek & Gehanteerde Theoretische Modellen

KUIL -methodiek & Gehanteerde Theoretische Modellen KUIL -methodiek & Gehanteerde Theoretische Modellen Inleiding Bureau Lolkema houdt zich bezig met veranderingsprocessen bij mensen in/en organisaties. Daarbij richten wij ons primair op de ontwikkeling

Nadere informatie

Ordening van processen in een ziekenhuis

Ordening van processen in een ziekenhuis 4 Ordening van processen in een ziekenhuis Inhoudsopgave Inhoud 4 1. Inleiding 6 2. Verantwoording 8 3. Ordening principes 10 3.0 Inleiding 10 3.1 Patiëntproces 11 3.2 Patiënt subproces 13 3.3 Orderproces

Nadere informatie

Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360. Test Kandidaat

Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360. Test Kandidaat Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding

Nadere informatie

Blauwdruk voor succesvol FM. Inclusief performance management, contractmanagement en planning en control voor facilitaire organisaties

Blauwdruk voor succesvol FM. Inclusief performance management, contractmanagement en planning en control voor facilitaire organisaties Blauwdruk voor succesvol FM Inclusief performance management, contractmanagement en planning en control voor facilitaire organisaties Inhoud Voorwoord Planning en control voor facilitaire organisaties

Nadere informatie

Samengevat verloopt de bepaling van een profiel in meerdere fasen: - de evaluator plaatst de functie: hij geeft aan de functie één van de 13 posities

Samengevat verloopt de bepaling van een profiel in meerdere fasen: - de evaluator plaatst de functie: hij geeft aan de functie één van de 13 posities Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling

Nadere informatie