Oefeningen Producentengedrag
|
|
- Johanna Bosman
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf EUR. Bij een productie van bedragen de totale kosten EUR. De GVK zijn constant. a. De variabele kosten veranderen evenredig met de productiehoeveelheid. Bereken TCK van dit bedrijf. b. Hoe zullen de grafieken van TCK, TVK en TK verlopen. Oefening 2: Indien TVK evenredig verandert met de productiehoeveelheid, wat kan je dan zeggen over GVK? Oefening 3: Verklaar waarom het verschil tussen GVK en GK steeds kleiner wordt naarmate er meer geproduceerd wordt. Oefening 4: Welke beschrijving geeft de juiste definitie van de totale variabele kosten weer? a. Deze kosten variëren met de productieomvang. b. Deze kosten zullen altijd minder dan evenredig en nadien meer dan evenredig stijgen, zelfs al gaat de wet van de toenemende en afnemende meerproductie niet op. c. De variabele kosten kunnen per periode verschillend zijn. d. Dit zijn de totale kosten gedeeld door de productieomvang. Oefening 5: Gegeven is de evolutie van de marginale productie in de korte periode van 4 ondernemingen. Onderneming A Onderneming B Ondernemig C Onderneming D
2 Biij welke van deze 4 ondernemingen voldoet het verloop van de totale fysieke productie aan de wet van de toenemende en afnemende meerproductie? Oefening 6: Veronderstel dat het verloop van de totale fysieke productie niet voldoet aan de wet van de toenemende en afnemende meerproductie. Het verloop van TFP wordt namelijk gekenmerkt door eerst een degressief stijgend deel en nadien zal de totale fysieke productie gaan dalen. Leid hieruit af hoe het verloop van de marginale productie zal zijn. Oefening 7: Het verband tussen de totale fysieke productie en het aantal arbeiders is als volgt in een bepaalde onderneming: Aantal arbeiders TFP GFP MP a. Vul de ontbrekende getallen in. b. Stel grafisch voor: TFP in functie van het aantal arbeiders (verticaal 4 r = 20; horizontaal: 4 r = 1).
3 Oefening 8: In een onderneming bedragen de TCK EUR. Bij een welbepaalde productie bedragen de GTK 10 EUR per eenheid en bij diezelfde productie bedragen de GVK 7 EUR per eenheid. Bereken deze productiegrootte. Oefening 9: De gemiddelde totale kosten bij een productie van 8 eenheden bedragen 100 EUR per stuk. Indien de productie toeneemt van 7 naar 8 eenheden brengt dit een toename van de variabele kosten van 80 EUR met zich mee. Hoeveel bedragen de TK voor de productie van 7 stuks. Oefening 10: Zoek minstens 5 fouten in bovenstaande grafiek. Oefening 11: 1. Welke bewering is fout? a. Zolang MP > GFP zal GFP stijgen. b. Als de TFP zich in haar progressief stijgend gedeelte bevindt, zal de MP positief en stijgend zijn. c. Voorbij het maximum van de TFP is het economisch irrelevant om nog extra arbeiders toe te voegen. d. Als de GFP stijgt, zal de TFP-curve zich steeds in haar meer dan evenredig stijgend deel bevinden.
4 2. De kostenfunctie geeft de relatie weer tussen a. TK en Q b. TK en input c. TK en TO d. TK en P 3. Als de MK voor een gegeven productieniveau hoger liggen dan GVK en de productie neemt toe, dan moet: a. GVK-curve stijgen; b. GTK-curve stijgen; c. GVK-curve dalen; d. Je kunt niet weten of GVK zal stijgen of dalen. 4. Welke uitspraak is fout? a. De GCK zullen steeds afnemen naarmate meer wordt geproduceerd. b. Het minimum van de GFP komt overeen met het maximum van de GVK. c. De MO-curve komt overeen bij volkomen concurrentie met de GO-curve. d. Bij volkomen concurrentie heeft de individuele producent steeds een perfect elastische vraagcurve naar zijn product. e. Geen van bovenstaande uitspraken. 5. Welke uitspraak is fout? a. Een onderneming is break-even als MO = GTK. b. Een onderneming is break-even als TO =TK. c. Een onderneming is break-even als GO = GTK. d. Een onderneming is break-even als p = GTK. e. Geen van bovenstaande uitspraken. 6. Welke uitspraak is fout? a. Zolang de variabele kosten gedekt zijn, doet een onderneming er goed aan te blijven produceren. b. Zolang p > GTK zal een onderneming winst maken. c. Indien GVK < GO < GTK zal de onderneming verlies maken, maar blijft ze best produceren. d. Indien MO < MK lijdt de onderneming verlies. Je weet echter onvoldoende om te kunnen zeggen of de onderneming beter zou stoppen met produceren of niet. e. Geen van bovenstaande uitspraken.
5 7. Een onderneming die winstmaximalisering nastreeft en die prijsnemer is, zal een hoeveelheid goederen produceren waarbij a. GTK = GO b. MK = MO c. GO = GVK d. TO maximaal is 8. Welke van de volgende beweringen is fout? a. Indien de onderneming prijsnemer is, dan is P = MO b. Bij een productiehoeveelheid waarbij MK = MO kan nooit verlies geleden worden c. Bij de optimale productiehoeveelheid is MO = MK. d. MO = GO omdat de prijs altijd hetzelfde blijft voor een prijsnemer 9. Prijsnemerschap betekent dat bij een toename van de output a. noch de prijs, noch de TO veranderen b. de prijs en de TO toenemen c. de prijs niet verandert en de totale ontvangsten toenemen d. zowel de prijs als de TO afnemen 10. De onderneming maakt zeker geen winst meer wanneer a. MK > MO b. GVK = MK c. P < MK d. GTK > GO 11. Welke van de volgende situaties kan zich nooit voordoen in het winstmaximaliserende evenwicht van een onderneming die prijsnemer is. a. TK = TO b. GTK = GO c. MK = MO d. Geen van de vorige 12. Welke kosten moeten minstens worden gedekt indien een onderneming in de korte termijn wil verder produceren? a. de totale kosten b. de vaste kosten c. de variabele kosten d. de marginale kosten
6 13. De break-even productie wordt bereikt wanneer a. GTK = GO b. MO = GVK c. MO = MK d. MO = GO 14. Bij constante GVK en constante GO is de break-even hoeveelheid gelijk aan a. TCK / (TO-TK) b. TVK / (GO-GVK) c. TCK / (GO-GVK) d. TVK / (TO-TK) Oefening 12: a. Benoem de assen en curven in bovenstaande grafiek. b. Bereken de winst die de winstmaximaliserende onderneming maakt bij een marktprijs van 60 EUR. Illustreer de winst grafisch. c. Bij welke marktprijs zal deze onderneming break-even zijn? Leg uit. d. Beneden welke prijs zal deze onderneming haar activiteiten stopzetten? Leg uit.
7 Oefening 13: Gegeven is de TFP-curve met op de horizontale as de hoeveelheid ingezette arbeid. Wat kan je zeggen over de marginale productie en gemiddelde fysieke productie bij deze TFP-curve. Illustreer MP en GFP grafisch. Oefening 14: Indien de GTK-curve verloopt zoals in onderstaande grafiek, wat kan je dan zeggen over (i) TK-curve; (ii) MK-curve ; (iii) GVK-curve ; (iv) TCK ; (v) TFP-curve. GTK GTK 0 Q
8 Oefening 15 : Welke uitspraak is fout bij een productievolume van q *? a. GVK < GTK; b. MK verlopen stijgend; c. MK zijn minimaal; d. GTK is minimaal.
1 De bepaling van de optimale productiegrootte
1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem
Nadere informatieOVER OMZET, KOSTEN EN WINST
OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het
Nadere informatieOnderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn?
Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? 1 Intro Een onderneming produceert 3 000 eenheden van haar product en maakt daarbij 27 500 euro kosten. De variabele kosten verlopen
Nadere informatiePrijsvorming bij monopolie
Prijsvorming bij monopolie Wanneer we naar het evenwicht van de monopolist op zoek gaan, gaan we op zoek naar die afzet en die prijs waar de monopolist een maximale winst bereikt (of minimaal verlies).
Nadere informatieOefeningen op monopolie
Oefeningen op monopolie Oefening : De NV Imolex brengt als enige onderneming het product Mico op de markt. Met de op korte termijn gegeven productiecapaciteit kunnen maximaal 5.000 eenheden per maand worden
Nadere informatieOnderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt?
Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt? 1 Intro Peter en Stefanie zijn door de microbe van Mijn restaurant gebeten en willen zelf een restaurant opstarten waar enkel gewerkt
Nadere informatie3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden
3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een
Nadere informatieOefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie
Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen
Nadere informatieProduct 1 Misconceptie Opbrengst = Winst
Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Vakdidactiek Algemene Economie, Masters jaar 2 In opdracht van: dhr. Peter Voorend Instituut: Hogeschool van Amsterdam Gemaakt door: Natasha Pers Naam docent: Vak:
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: DE OUTPUTBESLISSING VAN DE ONDERNEMING. Centrale vraag : Kies outputvolume zodat winst gemaximaliseerd wordt.
1 HOOFDSTUK 6: DE OUTPUTBESLISSING VAN DE ONDERNEMING Centrale vraag : Kies outputvolume zodat winst gemaximaliseerd wordt. 1. DE KOSTENANALYSE 1.1. Kosten op korte termijn Op korte termijn (# productiefactoren
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieHerhaling vwo 4. Module 1, 2 en 3. Herhaling vwo 4 module 1, 2, 3. Domeinen ruil, schaarste, markt.
Herhaling vwo 4 Module 1, 2 en 3 1 Problemen 1. Overzicht over de stof 2. Vergelijkingen oplossen 3. Oplosstappen TWmax 4. Tekenen van grafieken 5. Leerwerk verbeteren 6. Lezen van opgaven (m.i. grootste
Nadere informatieHoofdstuk 7: Productie en Kosten
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 7: Productie en Kosten 1 Productie en Kosten Constructie van kostenfunctie Resultaat van optimale keuze van productiefactoren gegeven prijzen gegeven te produceren output
Nadere informatieProefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert Prof. Dr. André Van Poeck 15-19 november 2012 1. Welke uitspraak is fout? A. De curve van productiemogelijkheden illustreert het begrip
Nadere informatie1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:
Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt
Nadere informatieauteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7
OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7 Open vragen OEFENING 1 Consumptietheorie Nutsfunctie Budgetrechte Indifferentiecurve Marginale substitutievoet Marginaal nut Inkomenseffect Productietheorie Productiefunctie
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2, 3, 4
Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.
1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe
Nadere informatieOefeningen vraag en aanbod
Oefeningen vraag en aanbod Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen (telkens ceteris paribus). a. De productiviteit van een groot aantal
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische
1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als
Nadere informatie7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet
Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) vwo 4
1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting
Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 12
Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.
Nadere informatieDomein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3
Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is
Nadere informatieModule 7 Antwoorden. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie
Module 7 Antwoorden Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010, Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO. Voor deze
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt
Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Economisch gereedschap
Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...
Nadere informatieHerhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten
Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5
Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting door een scholier 2679 woorden 14 juni 2011 7,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 3. De producent: prijzen, kosten en aanbod
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2
Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 11
Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven
Nadere informatieVraag 11. q 1 MK, MO MK ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010 1 - WAAROVER EN HOE SPREKEN ECONOMEN? S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
Vraag 11 MK, MO MK MO Beschouw bovenstaande figuur. De onderneming produceert een hoeveelheid q 1. Beoordeel de volgende uitspraken: I. De onderneming zal haar winst zien toenemen indien ze meer zou produceren.
Nadere informatieHoofdstuk 8: Volmaakte mededinging
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging 1 Volmaakte mededinging - Inhoudstafel 1. Kenmerken van de competitieve marktvorm 2. Individueel aanbod van de competitieve onderneming 3. Het
Nadere informatieDomein markt: volkomen concurrentie
Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW
Nadere informatieVWO oefenopgave busonderneming ABV in problemen AM v1.1
Opgave 1. Busonderneming Arron Bus Vervoer (ABV) in de problemen. Arron Bus Vervoer (ABV) is een busonderneming in een grote stad, die het alleenrecht heeft gekregen van de gemeente om het gemeentelijke
Nadere informatieEXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018
EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018 (het examen bestaat uit 25 multiplechoice-vragen, u start op -5 en er is geen giscorrectie. De nadruk ligt op redeneren en economische mechanismes. ) 1) 1e wet
Nadere informatieUIT doelstellingen en grafieken
Vraaglijn is prijs-afzetlijn. De vraaglijn die we kennen van de perfect werkende markt, zien we terug bij de niet perfecte marktvormen. Het drukt nu de betalingsbereidheid van de klant voor het specifieke
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatieHoofdstuk 1: Vraag en aanbod
Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk
Nadere informatieHT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht
Naam: Nummer: HT: Vraag en aanbod - marktevenwicht Klas: 5 ECMT Lkr.: R. De Wever 20 september 202 20 Vraag : (2 ptn) ACTUA: Apple. Wie is de huidige CEO? Tim Cook. 2. Waarom kwam Apple afgelopen week
Nadere informatieKatern 2 Markten en welvaart
Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatieGrafieken Economie Hoofdstuk 7
Economie: Grafieken Hoofdstuk 7 1 Inhoud Grafieken Economie Hoofdstuk 7 door ieter Nobels ONDERNEMERSGEDRG BIJ OLKOMEN CONCURRENTIE... 3 GLOBL MRKTEENWICHT... 3 ERSCHUIINGEN N RG- EN NBODCURE (GLOBLE MRKT)...
Nadere informatieDomein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Nadere informatieauteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN Hoofdstuk 11
OPLOSSINGEN OEFENINGEN Hoofdstuk Open Vragen OEFENING a) i. De vraagcurve van arbeid verschuift naar rechts. ii. Daar we in de korte termijn zijn, kan de kapitaalstock niet worden aangepast aan de stijging
Nadere informatieI. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.
1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de
Nadere informatie1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie
1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering
Nadere informatieDe antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn.
Examenvragen economie 12 juni 2002. De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn. --------------------------------------------------------------------------------- 1)
Nadere informatieHoofdstuk 1: Vraag en aanbod
Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk
Nadere informatieDomein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet
Nadere informatieWiskunde in functie van economie
Wiskunde in functie van economie 1 Symbolen in de cursus Wiskunde Economie Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Even herhalen... 3 1.1 Functies... 3 1.2 Eerstegraadsfuncties... 4 1.3 Tweedegraadsfuncties... 5 1.4
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.
Nadere informatieRemediëringstaak: Vraag en aanbod
Remediëringstaak: Vraag en aanbod 1. Studeer opnieuw de leerstof van vraag en aanbod in. Tracht steeds zeer inzichtelijk te studeren: ga na dat je alle redeneringen die we in de klas / cursus maakten snapt.
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 17
Extra opgaven hoofdstuk 17 Opgave 1 De input-outputrelaties van een willekeurige ondernemer worden beschreven door de productietabel uit opgave 2 van hoofdstuk 9. We veronderstellen dat de onderneming
Nadere informatieHoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod
Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen
Nadere informatieOefeningen: Break-even analyse
Oefeningen: Break-even analyse Oefening 1: Een onderneming produceert een bepaald product dat verkocht wordt tegen een prijs van 50 EUR per stuk. Per eenheid dat gemaakt wordt, kost het de onderneming
Nadere informatieDomein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn
Nadere informatieWiskunde in functie van economie
Wiskunde in functie van economie 1 Symbolen in de cursus Wiskunde Economie Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Even herhalen... 3 1.1 Functies... 3 1.2 Eerstegraadsfuncties... 4 1.3 Tweedegraadsfuncties... 5 1.4
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatieKeuzemenu - Wiskunde en economie
1a a Keuzemenu - Wiskunde en eonomie ladzijde 6 TK( 00) GTK( 00) = = 300 = 71 euro per ezoeker 00 00 TK( 600) 800 = = 71, 33 euro per ezoeker 600 600 TK( 800) 9 00 GTK( 800) = = = 7 euro per ezoeker 800
Nadere informatieRemediëringstaak: Vraag en aanbod
Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die
Nadere informatie2 Constante en variabele kosten
2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet
Nadere informatieHT3: Vraag en aanbod
Lkr.: R. De Wever Naam: Nummer: HT3: Vraag en aanbod Klas: 3 ECA1 28 oktober 2016 25 Vraag 1: (6 ptn) Noteer voor elk van onderstaande uitspraken door welke grafiek (1 tot en met 8) ze worden weergegeven.
Nadere informatieDomein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Nadere informatieInleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1
Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1 Vraag 1 (H1-14) Een schoenmaker heeft een paar schoenen gerepareerd en de klant betaalt voor deze reparatie 16 euro. De schoenmaker
Nadere informatieEconomie Module 2 & Module 3 H1
Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel
Nadere informatieExamen Economie 30 januari 2012 Professor Koen Schoors
Naam: Richting: Examen Economie 30 januari 2012 Professor Koen Schoors Algemeen 1. U hebt tijd van 13.30 tot 15.30 2. Dit examen bestaat uit 25 meerkeuzevragen (20 punten). 3. Beantwoord de meerkeuzevragen
Nadere informatieA ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT.
Vraag 1 De vraagcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q d = 200 P. De aanbodcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q s = 2*P 40. Stel dat de overheid de totale omzet
Nadere informatieIs er afstemming tussen economie en wiskunde?
Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Ab van der Roest In Euclides 92-4 was te zien dat er een groot verschil is tussen de manier waarop in het vmbo procenten werden behandeld in de economie- en
Nadere informatie4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:
Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:
Nadere informatieConcrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)
Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante
Nadere informatieHoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming?
Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming? 2.1. Wat je produceert moet je kunnen verkopen. Zie boek: p. 22 25 (+ nota s) Senseo en stadstweewieler van BMW 2.2./2.3./2.4. Vraag en aanbod 1. Voorbeeld
Nadere informatieOpdracht 1 Macro-economie [30p]
Opdracht 1 Macro-economie [30p] De effectieve vraag van land Angeloziё bestaat uit de voorgenomen consumptie van de gezinnen en de voorgenomen investeringen van de bedrijven. In dit land was het Bruto
Nadere informatieEconomie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.
Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete
Nadere informatie1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie
1.9 Direct costing 1.9.1 Direct costing en variabele-kostencalaculatie Direct costing (D.C.) of wel variabele kostencalculatie is de methode van kostencalculatie waarbij alleen de variabele kosten als
Nadere informatieQ A. K (q in 1.000 stuks)
Domein I Produceren en welvaart Eindterm 35*: Productiefunctie: Geeft het verband weer tussen de input (= gebruikte productiefactoren; natuur, arbeid, kapitaal en management) en de output (= eindproducten
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo I
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore
Nadere informatieDe fabricant TV Rama verlaagt de P van zijn kleuren TV s, hun zwart-wit TV s blijven hetzelfde. De prijselasticiteit van TV s is 0.8.
De fabricant TV Rama verlaagt de P van zijn kleuren TV s, hun zwart-wit TV s blijven hetzelfde. De prijselasticiteit van TV s is 0.8. De ontvangsten van: a) kleuren TV s stijgen en die van zwart-wit TV
Nadere informatieVraag 1: PRIJSVORMING
Naam:.. Datum: 03/12/2013 Klas:... Klasnummer: Vak: SEI Leerkracht: K. Wambeke Opdrachtenbundel ( /20) Vraag 1: PRIJSVORMING Een "mp3-speler" wil wel iedereen maar tegen welke prijs? Los hierover de volgende
Nadere informatieRemediëringstaak: Vraag en aanbod
Remediëringstaak: Vraag en aanbod 1. Studeer opnieuw de leerstof van vraag en aanbod in. Tracht steeds zeer inzichtelijk te studeren: ga na dat je alle redeneringen die we in de klas / cursus maakten snapt.
Nadere informatieSamenvatting Economie Vraag en Aanbod
Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting door Y. 1883 woorden 5 juli 2017 8,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Concrete markt-->vragers en aanbieders komen op bepaalde
Nadere informatieConcrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats.
Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Volkomen concurrentie Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Transarante markt
Nadere informatieSamenvatting Economie Rekonomie
Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook
Nadere informatieEconomie Module 3 H1 & H2
Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:
Nadere informatieEvenwichtspri js MO WINST
Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders
Nadere informatieMarkt. Kenmerken van marktvormen:
1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van
Nadere informatieUitwerking Examentraining havo voor economisch tekenen
Uitwerking Examentraining havo voor economisch tekenen Opgave 1 Vraag- en aanbodcurve met consumenten- en producentensurplus. Qv = -0,5p + 10 Qa = 0,5p 2 Qa = Qv Prijs in euro, q in stuks. 1. Teken de
Nadere informatieWAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?
VRAAG & AANBOD WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? De vraag naar een product kan bepaald worden door: Ø Een toe of afname van de bevolking Ø Een toe of afname van het inkomen Ø Een toe of afname behoeften
Nadere informatieEen overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.
Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid
Nadere informatieDomein D markt. Zie steeds de eenvoud!! Grafieken en rekenen Uitwerkingen. Frans Etman
vwo 5 Frans Etman Domein D markt Zie steeds de eenvoud!! Grafieken en rekenen Uitwerkingen Opgave 1 1. Bereken het consumentensurplus en het producentensurplus. Consumentensurplus 3*3000*0,5= 4500 euro
Nadere informatie1 Markt en marktvormen
1 Markt en marktvormen Wat is het verschil tussen een markt en een marktvorm? Markt= Concrete markt, plaats waar vragers en aanbieders van een bepaald goed elkaar ontmoeten en transacties afsluiten Marktvorm
Nadere informatieOp zoek naar een spijkerbroek
Hoofdstuk 2 Op zoek naar een spijkerbroek 2.23 2.24 2.25 2.26 2.27 2.28 2.29 2.30 2.31 2.32 D A A D B C D B C A 2.33 a. P = 6 Qv = -0,8 6 + 20 = 15,2 15.200 stuks. b. Omzet = P Qv = 6 15.200 = 91.200.
Nadere informatieT3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten
Onvolkomen competitieve markten - 1 van 5 T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten 1. Monopolie 1/ Wanneer spreken we van een monopolie? 2/ Geef enkel voorbeelden van ondernemingen met
Nadere informatieauteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN Hoofdstuk 8
OPLOSSINGEN OEFENINGEN Hoofdstuk 8 Open vragen OEFENING 1 a) We maximaliseren de winst als we er voor zorgen dat de laatst geproduceerde eenheid evenveel kost als ze opbrengt, dat de marginale kost in
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de
Nadere informatieAantal fietsen 10 20 30 40 50 60 70 80 Kosten ( ) 2500 4500 6000 7000 7500 8700 10500 12800 Verandering kosten ( ) 2000 1500 1000 500 1200 1800 2300
Hoofdstuk 3, Veranderingen 1 Hoofdstuk 3 Veranderingen Kern 1 Stijgen en dalen 1 a In 2000. Begin 1993 was de stand 130, de top is 700. In totaal is er dus een toename van 570 punten. Die toename vond
Nadere informatieKaarten module 4 derde klas
1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef
Nadere informatie