Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt?"

Transcriptie

1 Onderzoeksvraag 2 Hoe verlopen de kosten naarmate de productie stijgt? 1 Intro Peter en Stefanie zijn door de microbe van Mijn restaurant gebeten en willen zelf een restaurant opstarten waar enkel gewerkt wordt met biologische producten. Som een tiental kosten op die zij zullen moeten maken om biologische gerechten op tafel te toveren. Welke van die kosten zullen onveranderd blijven ook als het succes op zich laat wachten? Duid ze aan in het groen. Welke van die kosten zullen variëren naarmate er meer gerechten worden verkocht? Duid ze aan in het rood. Eigen antwoord leerlingen 2 Probleemstelling Hoe verloopt de productie naarmate een onderneming meer personeel inzet? Hoe verlopen de kosten op de korte termijn? 3 Leerplandoelstellingen De leerlingen kunnen formuleren dat de uitbreiding van de productie in de korte periode enkel mogelijk is door meer arbeid in te schakelen; omschrijven wat verstaan wordt onder variabele en vaste kosten; omschrijven wat verstaan wordt onder totale, gemiddelde en marginale kosten. 4 VOETen LEREN LEREN De leerlingen: (informatieverwerving) 3 kunnen uit gegeven informatiebronnen en kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen; (informatieverwerking) 4 kunnen zinvol inoefenen en herhalen; Van In 1

2 5 kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten. STAM De leerlingen: (doorzettingsvermogen) 4 blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven; (kritisch denken) 13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; (zorgvuldigheid) 25 stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen. 5 Opdrachten Opdracht 1 Hoe verloopt de productie naarmate een onderneming meer personeel inzet? A Lesstrategie Deze opdracht kan het beste individueel worden uitgevoerd ondersteund door een onderwijsleergesprek. B Oplossingen 1 Leg de wet van de dalende meeropbrengst met je eigen woorden uit aan de hand van het verhaal. Bij toevoeging van steeds meer eenheden van een variabele productiefactor, terwijl de andere productiefactoren constant gehouden worden, zal de fysieke meeropbrengst eerst toenemen, later voorbij een bepaald punt afnemen en tenslotte negatief worden. 2 Bereken de gemiddelde productie (GP) en vul die in de tabel in. 3 De marginale productie (MP) is de bijkomende productie als er een werknemer meer in dienst wordt genomen. Bereken de marginale productie en vul die in de tabel in. Van In 2

3 TABEL 1 Verloop van de totale, gemiddelde en marginale productie Variabele productiefactor (eenheden arbeiders) Totale productie (TP) (ton/dag) Gemiddelde productie (GP) Marginale productie (MP) , , , , , , , ,8 Van In 3

4 4 Stel de totale productie (TP), de gemiddelde productie (GP) en de marginale productie (MP) grafisch voor. TP (x ton) TP Aantal arbeiders MP, GP (x ton) GP 5 0 aantal arbeiders MP 5 Bespreek het verloop van de totale productie. Formuleer een verklaring. Als er nul arbeiders worden ingezet op de vissersboot, is er geen opbrengst. Uit de grafiek blijkt dat de totale productie toeneemt tot en met het inzetten van de elfde arbeider. Tot dat niveau is er wel degelijk een meeropbrengst, maar die is niet evenredig met het stijgingsritme. In een eerste fase (tot zeven arbeiders) stijgt de productie meer dan evenredig, in een tweede fase Van In 4

5 (vanaf de achtste arbeider) minder dan evenredig. Vanaf de twaalfde arbeider daalt de totale productie. 6 Welk verband stel je vast tussen de totale productie en de marginale productie? Zolang de totale productie stijgt, is de marginale productie positief. Op het ogenblik dat de totale productie maximaal is, is de marginale productie gelijk aan nul. Vanaf het moment dat de totale productie daalt, is de marginale productie negatief. 7 Welk verband stel je vast tussen de gemiddelde productie en de marginale productie? Zolang de marginale productie groter is dan de gemiddelde productie, stijgt de gemiddelde productie per werknemer. Vanaf het ogenblik dat de marginale productie kleiner is dan de gemiddelde productie, daalt de gemiddelde productie per werknemer. Opdracht 2 Hoe verlopen de kosten op korte termijn? A Lesstrategie Deze opdracht kan het beste individueel worden uitgevoerd ondersteund door een onderwijsleergesprek. B Oplossingen 1 Stel de totale constante kost (TCK), de totale variabele kost (TVK) en de totale kost (TK) grafisch voor TK,, TVK, TCK (x EUR) 1200 TK 1000 TVK TCK eenheden (x ton) Van In 5

6 2 Bespreek het verloop van de TVK. Bij de TVK zien we aanvankelijk een minder dan evenredige (= degressieve), vervolgens een evenredige (= proportionele) en op het einde een meer dan evenredige (=progressieve) stijging. 3 Waarom kennen de TVK en de TK een gelijkaardig verloop? Het verschil tussen TVK en TK is de constante kost en die wijzigt niet. 4 Waarom vertrekt de TCK niet vanuit het nulpunt? Waarom loopt de TCK evenwijdig aan de X as? Zelfs als er niets geproduceerd wordt, heeft de onderneming die constante kost. De TCK blijft op korte termijn onveranderd. TABEL 3 Verband tussen kostenbegrippen Hoeveelheid arbeid = A Q TCK GCK TVK GVK TK GK MK , , , ,13 10, , , ,06 7, , , ,28 6, , , ,94 5, , , ,19 4, , , ,06 4, , , ,24 5, , , ,01 8, , , ,12 12, , , ,40 25, , , ,85 Van In 6

7 5 Bereken de GCK en de GVK. Vul ze aan in de tabel. 6 Op welke twee manieren kun je de GK berekenen? GK = GCK + GVK GK = TK / Q 7 Bereken de GK. Vul de tabel aan. De marginale kosten (MK) zijn de extra kosten die ontstaan door de productie met een eenheid uit te breiden. (ΔTK/ΔQ of ΔTVK/ΔQ) 8 Bereken de MK. Vul die ook aan in de tabel. 9 Stel de GCK, de GVK, de GK en de MK grafisch voor. 30,00 GCK, GVK, GTK, MK (in euro) 25,00 MK 20,00 15,00 10,00 GTK 5,00 GVK 0, GCK Eenheden (x ton) 10 Waarom kent de GCK een voortdurend dalend verloop als de productieomvang stijgt? De TCK blijft op korte termijn ongewijzigd en wordt dus bij elke productietoename over meer producten gespreid. 11 Wat is het verband tussen de wet van de toe en de afnemende meeropbrengst en het verloop van de GVK curve? Door toevoeging van telkens meer variabele productiefactoren zal de productieomvang in het begin meer dan evenredig toenemen. Het gevolg daarvan is dat de gemiddelde variabele kost in eerste instantie zal dalen. Bij toevoeging van telkens meer variabele productiefactoren zal de productieomvang uiteindelijk minder dan evenredig toenemen. De gemiddelde variabele kost zal dan weer stijgen. Van In 7

8 12 Waarom komen de GK curve en de GVK curve steeds dichter bij elkaar? De curves komen steeds dichter bij elkaar omdat het verschil tussen beide curves de GCK is en die wordt steeds kleiner omdat de TCK over steeds meer producten kan verspreid worden. 13 Waarom nemen de marginale kosten toe vanaf een bepaald productieniveau? Dat komt omdat het marginale product van elke bijkomende arbeider eerst stijgt en vervolgens daalt bij hogere productievolumes. Immers als bijkomende arbeiders de totale productie doen toenemen, stijgt het marginale product en daalt de kost per extra eenheid productie. Als het marginale product daalt, stijgt de MK. 14 Bij welke productieomvang bereikt de ondernemer het technisch optimale punt? Bij een productieomvang van 132 ton. 6 To the point Om het gewenste eindproduct te bekomen, moet een ondernemer productiefactoren (natuur, arbeid en kapitaal) inzetten. Op korte termijn gaat men ervan uit dat het aantal eenheden dat men in een gegeven periode kan voortbrengen met de beschikbare hoeveelheid kapitaalgoederen, de productiecapaciteit, constant blijft. Als aan die constante productiefactor (grond of kapitaal) eenheden van een variabele productiefactor (arbeid) worden toegevoegd zal de fysieke meeropbrengst eerst toenemen, vervolgens afnemen en ten slotte negatief worden (wet van de toe en afnemende fysieke meeropbrengst). De fysieke meeropbrengst is de extra productie die wordt verkregen door 1 eenheid van de variabele productiefactor (arbeid) meer te gebruiken. Een onderneming heeft twee soorten kosten: constante (vaste) en variabele kosten. De totale constante kosten veranderen niet met de productie omvang, de totale variabele kosten daarentegen wel. Gemiddelde kosten zijn de kosten per eenheid product. Die kunnen ook worden berekend door de gemiddelde constante kosten en gemiddelde variabele kosten op te tellen. Marginale kosten zijn de extra kosten voor de productie van 1 extra eenheid. Formule TCK = totale constante kosten TVK = totale variabele kosten TK = totale kosten GCK = gemiddelde constante kosten GVK = gemiddelde variabele kosten GK = gemiddelde totale kosten MK = marginale kosten GCK = TCK/Q GVK = TVK/Q GK = TK/Q of GCK + GVK MK = ΔTK/ΔQ of ΔTVK/ΔQ Van In 8

9 Als de totale variabele kosten evenredig met de productie omvang (= proportioneel) toenemen: zijn de TVK lijn en de TK lijn rechte lijnen; heeft de GVK lijn een horizontaal verloop. Als de totale variabele kosten niet evenredig met de productie omvang toenemen: zullen de TVK lijn en de TK lijn eerst degressief en vervolgens progressief stijgen; zal de GVK lijn eerst dalen en vervolgens stijgen. Toenemende meeropbrengsten zijn het gevolg van efficiënter produceren, bijvoorbeeld door een betere arbeidsverdeling. Als er sprake is van toenemende meeropbrengsten nemen de totale variabele kosten in verhouding tot de geproduceerde hoeveelheid minder dan evenredig toe (= degressief variabele kosten). Afnemende meeropbrengsten ontstaan als uitbreiding van de productie met de beschikbare constante productiefactor (grond of kapitaal) steeds moeilijker wordt. Als er sprake is van afnemende meeropbrengsten nemen de totale variabele kosten in verhouding tot de geproduceerde hoeveelheid meer dan evenredig toe (= progressief variabele kosten). Als wordt uitgegaan van de wet van de toe en afnemende fysieke meeropbrengst: stijgen de totale (variabele) kosten eerst minder dan evenredig (degressief) en daarna meer dan evenredig (progressief); zullen de marginale kosten (extra kosten van 1 extra eenheid) eerst dalen en daarna stijgen. is de marginalekostenlijn minimaal als de totale (variabele) kostenlijn het minst stijgt (in het buigpunt); gaat de marginale kostenlijn door het laagste punt van de gemiddelde (variabele) kostenlijn. Als de marginale kosten kleiner zijn dan de gemiddelde variabele kosten, dalen de gemiddelde variabele kosten. Als de marginale kosten groter zijn dan de gemiddelde variabele kosten, stijgen de gemiddelde variabele kosten. Van In 9

10 De onderneming bereikt het technisch optimale punt daar waar de GK het laagst is. Hier produceert het bedrijf het goedkoopst. Dat betekent niet dat de ondernemer hier maximale winst realiseert, want we kennen de opbrengsten nog niet. 7 Mindmap Van In 10

11 8 Oefeningen Oefening 1 Hoe verloopt de productie in een artisanale kaasmakerij? A Lesstrategie Deze oefening kan het beste in duo s worden uitgevoerd. Op die manier kunnen leerlingen met elkaar overleggen. B Oplossingen 1 Teken de totale productiecurve aan de hand van de marginale en de gemiddelde productiecurve. GRAFIEK 1 Marginale en gemiddelde productiecurve in een kaasmakerij 25,00 20,00 MP, GP (x kg/week) ,00 10, , ,00 12,50 14,5 13,60 13, ,21 11,88 GP 9,44 5,00 5 5,00 2,5 0,00 Arbeiders ,00 10,00 10 MP 15,00 2 Vanaf hoeveel arbeiders daalt de efficiëntie van de nieuw aangeworven werknemer? Waarom? Tot de 4de arbeider stijgt de productie meer dan evenredig. 3 Vanaf hoeveel arbeiders is het totaal niet verstandig om nog extra mensen in dienst te nemen? Waarom? Vanaf acht arbeiders is het totaal onverstandig om nog mensen aan te nemen. De 9de arbeider levert zelfs een negatieve marginale productie op. Dat betekent dat de totale productie daalt. 4 Verklaar waarom op korte termijn constante kosten toch kunnen stijgen bij verschillende productieniveaus. Dit kan gebeuren bij een prijsstijging van de betrokken kost zoals bij de huurprijs van een magazijn. Van In 11

12 Oefening 2 Hoeveel kost de productie van onderneming Volders? A Lesstrategie Deze oefening kan het beste individueel worden uitgevoerd. De leraar kan dan kiezen om te werken met een verbetersleutel of om de oplossing klassikaal te verbeteren. B Oplossingen 1 Vul de tabel verder aan. TABEL 4 De productie van onderneming Volders Q TCK TVK TK GCK GVK GTK MK/e ,00 0, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,00 Van In 12

13 Q TCK TVK TK GCK GVK GTK MK/e , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,00 2 Stel de TCK, de TVK en de TK grafisch voor met behulp van MS Excel. 3 Stel de GCK, de GVK, de GK en de MK grafisch voor met behulp van MS Excel. Oefening 3 Zijn de stellingen juist of fout? Verbeter waar nodig. A Lesstrategie Deze oefening kan het beste in duo s worden uitgevoerd. De leerlingen kunnen dan onderling overleggen. B Oplossingen 1 De brandverzekering van een fabrieksgebouw is een variabele kost. Fout. Die kost verandert niet op korte termijn bij een veranderend productieniveau. Van In 13

14 2 De TK curve loopt evenwijdig aan de TVK curve. Juist. 3 Door toevoeging van telkens meer variabele productiefactoren zal de productieomvang in het begin minder dan evenredig toenemen. Fout. Zolang de MP stijgt, zal de productieomvang meer dan evenredig toenemen. 4 Vanaf het ogenblik dat de meeropbrengst minder dan evenredig toeneemt, zal de GVK terug stijgen. Juist. 5 De TCK vertrekt vanuit het nulpunt. Fout. Ook wanneer er niet geproduceerd wordt, is er een constante kost. 6 De GVK curve en de GK curve lopen evenwijdig. Fout. De curves komen steeds dichter bij elkaar omdat het verschil tussen meer eenheden kan verspreid worden. Oefening 4 Zoek de fout. A Lesstrategie Deze oefening kan het beste in duo s worden uitgevoerd. Leerlingen kunnen dan onderling overleggen. B Oplossingen In de grafiek staan minstens vier fouten getekend. Zoek de fouten op en verklaar ze! De MK curve snijdt de GVK curve in zijn dieptepunt. De GVK en de GK curve komen steeds dichter bij elkaar omdat het verschil tussen beide curves de GCK is en die wordt steeds kleiner omdat de TCK over steeds meer producten kan verspreid worden. De GCK daalt voortdurend omdat de TCK bij een stijgende productie omvang over meer producten kan gespreid worden. De MK ligt altijd boven de GCK. Oefening 5 Duid het juiste antwoord aan. A Lesstrategie Deze oefening kan het beste in duo s worden uitgevoerd. Leerlingen kunnen dan onderling overleggen. Van In 14

15 B Oplossingen 1 Geef aan hoe de totale variabele kosten verlopen als de gemiddelde variabele kosten constant zijn. Omcirkel het juiste antwoord. a De TVK verlopen evenredig stijgend. b De TVK verlopen dalend. c De TVK verlopen degressief stijgend. d De TVK verlopen progressief stijgend. 2 Wat is het technisch optimale punt? Omcirkel het juiste antwoord. a De productieomvang waarbij de GVK minimaal zijn. b De productieomvang waarbij de GK minimaal zijn. c De productieomvang waarbij de GCK minimaal zijn. d De productieomvang waarbij de MK minimaal zijn. Oefening 6 Hoe verloopt de MK curve? A Lesstrategie Deze oefening kan het beste in duo s worden uitgevoerd. Leerlingen kunnen dan onderling overleggen. B Oplossingen Toon aan op een grafiek wat de gevolgen zijn voor de MK curve als: 1 de werknemers beter geoefend en geschoold zijn dan tevoren; Van In 15

16 2 het loon per werknemer stijgt; 3 de productietechniek arbeidsintensiever wordt. Oefening 7 Bereken de kostenstructuur. A Lesstrategie Deze oefening kan het beste in duo s worden uitgevoerd. Leerlingen kunnen dan onderling overleggen. Van In 16

17 B Oplossingen 1 Vul de tabel verder aan. Productie (x eenheden) TCK (x euro) TVK (x euro) TK (x euro) GCK (euro) GVK (euro) GTK (euro) MK (euro) , , , , , , Check up Kun je de opdrachten en oefeningen zelfstandig oplossen? Zo ja, vink dan het vakje ernaast aan. Zo neen, maak dan eerst de extra oefeningen via Noteer dan in de laatste kolom de nummers van de Extra s die je maakte. Doelstelling Opdracht Oefening Extra Hoe verloopt de productie naarmate een onderneming meer personeel inzet? 1 1 Hoe verlopen de kosten op de korte termijn? Intro/2 1/2/3/4/5/ 6/7 Van In 17

18 10 Direct! Lees het artikel op Beantwoord vervolgens de vragen. 1 Waarom is het initiatief niet haalbaar voor de ondernemer? De investering is een constante kost voor deze ondernemer en hij is niet zeker over de inkomsten die hier tegenover staan. 2 Noem drie constante en drie variabele kosten waarmee de ondernemer wordt geconfronteerd. Constante kosten: gemeentebelasting, berging voor het terras tussen oktober en maart, onderhoud van de taverne Variabele kosten: aankoop van grondstoffen voor de gerechten, aankoop van servetten/tafellakens, elektriciteitsverbruik voor het klaarmaken van de gerechten 11 Persoonlijk woordenboek De leerlingen kunnen hier een lijst maken van begrippen die niet in de lijst van kernbegrippen in de to the point zijn opgenomen. 12 Action! Het bedrijf Sunnyseat Productiefunctie Bij het bedrijf Sunnyseat worden terrasstoelen geproduceerd. Met de bestaande vastliggende middelen als gebouwen, machines en gereedschap is de ondernemer in staat terrasstoelen te produceren per week. De voorspelling van een zonnig voorjaar en een warme zomer komt het bedrijf goed uit. De ondernemer ziet de vraag naar terrasstoelen stijgen. Toch is hij voorzichtig. Daarom breidt hij zijn productiecapaciteit niet onmiddellijk uit. Hij probeert aan de stijgende vraag te beantwoorden door het inzetten van meer arbeiders. De ondernemer wil weten hoe zijn productie binnen de gegeven productie capaciteit zal variëren ten gevolge van het inzetten van meer arbeiders. Van In 18

19 Vaste middelen Aantal arbeiders Totale productie Gemiddelde productie Marginale productie , , , Blijven onveranderd , , , , ,00 1 Vul de tabel verder aan. 2 Stel de totale productie grafisch voor TP 1000 TP Werknemers Van In 19

20 3 Stel de gemiddelde en de marginale productie grafisch voor. 350 GP, MP GP MP werknemers 4 Vul de tekst verder aan. Aanvankelijk doet de inschakeling van een extra eenheid van de variabele productiefactor arbeid de TP meer dan evenredig toenemen. Er waren in het begin wellicht te weinig arbeiders om een goede organisatie tot stand te brengen. Na de inschakeling van meerdere arbeiders verloopt de productie op een efficiënte manier. De TP neemt verder toe maar minder dan evenredig omdat de productiviteit afneemt. Bij een bepaalde bezetting kan het gebeuren dat het inzetten van een extra eenheid arbeid geen toename maar een afname van de TP veroorzaakt. Die bijkomende arbeider hindert de anderen bij hun werk. Hij loopt er gewoon te veel bij. Van In 20

21 Visualisering van de kostenstructuur Geproduceerde eenheden TCK (euro) TVK (euro) TK (euro) GCK (euro) GVK (euro) GTK (euro) MK (euro) ,00 400,00 700, ,00 275,00 425, ,00 216,67 316, ,00 212,50 287, ,00 250,00 310, ,00 308,33 358, ,86 378,57 421,43 5 Vul de tabel verder aan. 6 Stel de TCK, de TVK en de TK grafisch voor TK, TVK, TCK (in euro's) TK TVK TCK 0 eenheden Van In 21

22 7 Stel de GCK, de GVK, de GK en de MK grafisch voor. 900,00 800,00 MK, GK, GCK, GVK (in euro) MK 700,00 600,00 500,00 GK 400,00 GVK 300,00 200,00 100,00 GCK 0,00 eenheden Van In 22

23 Evaluatiecriteria Het bedrijf Sunnyseat (deel 1) Tabel productiefunctie Max. Score Opmerkingen Gemiddelde productie Marginale productie Grafieken Totale productie Gemiddelde productie Marginale productie Aanvulling tekst Tabel kostenstructuur TCK TVK GCK GVK GTK MK Grafieken TK TVK TCK MK GK GVK GCK TOTAAL Van In 23

Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn?

Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn? 1 Intro Een onderneming produceert 3 000 eenheden van haar product en maakt daarbij 27 500 euro kosten. De variabele kosten verlopen

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

1 De bepaling van de optimale productiegrootte 1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem

Nadere informatie

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het

Nadere informatie

Thema 3 Ondernemen is risico s nemen en beheersen. Onderzoeksvraag 6 Wanneer draait een onderneming break-even? 1 Intro. 2 Probleemstelling

Thema 3 Ondernemen is risico s nemen en beheersen. Onderzoeksvraag 6 Wanneer draait een onderneming break-even? 1 Intro. 2 Probleemstelling Onderzoeksvraag 6 Wanneer draait een onderneming break-even? 1 Intro Wat betekent de term break even volgens jou? Break even is de situatie waarbij er geen winst of verlies is. 2 Probleemstelling Hoe wordt

Nadere informatie

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden 3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een

Nadere informatie

Thema 1 De kern van het ondernemen. Onderzoeksvraag 6 Hoe komt de prijs tot stand? 1 Intro. 2 Probleemstelling. 3 Leerplandoelstellingen.

Thema 1 De kern van het ondernemen. Onderzoeksvraag 6 Hoe komt de prijs tot stand? 1 Intro. 2 Probleemstelling. 3 Leerplandoelstellingen. Onderzoeksvraag 6 Hoe komt de prijs tot stand? 1 Intro 1 Wie bood de tickets van de concerten aan? De organisatie achter Michael Jackson, samen met de O2 arena 2 Wie was vragende partij voor de tickets?

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 11

Extra opgaven hoofdstuk 11 Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven

Nadere informatie

Onderzoeksvraag 4 Hoe creëert men toegevoegde waarde en welvaart?

Onderzoeksvraag 4 Hoe creëert men toegevoegde waarde en welvaart? Thema De kern van het ondernemen Onderzoeksvraag 4 Hoe creëert men toegevoegde waarde en welvaart? Intro Wat zie je in deze afbeeldingen? In de eerste foto zie je een katoenplantage. In de tweede foto

Nadere informatie

Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst

Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Vakdidactiek Algemene Economie, Masters jaar 2 In opdracht van: dhr. Peter Voorend Instituut: Hogeschool van Amsterdam Gemaakt door: Natasha Pers Naam docent: Vak:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid

Nadere informatie

Oefeningen op monopolie

Oefeningen op monopolie Oefeningen op monopolie Oefening : De NV Imolex brengt als enige onderneming het product Mico op de markt. Met de op korte termijn gegeven productiecapaciteit kunnen maximaal 5.000 eenheden per maand worden

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Productie en Kosten

Hoofdstuk 7: Productie en Kosten Economie, een Inleiding Hoofdstuk 7: Productie en Kosten 1 Productie en Kosten Constructie van kostenfunctie Resultaat van optimale keuze van productiefactoren gegeven prijzen gegeven te produceren output

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5

Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting door een scholier 2679 woorden 14 juni 2011 7,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 3. De producent: prijzen, kosten en aanbod

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7 OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7 Open vragen OEFENING 1 Consumptietheorie Nutsfunctie Budgetrechte Indifferentiecurve Marginale substitutievoet Marginaal nut Inkomenseffect Productietheorie Productiefunctie

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Prijsvorming bij monopolie

Prijsvorming bij monopolie Prijsvorming bij monopolie Wanneer we naar het evenwicht van de monopolist op zoek gaan, gaan we op zoek naar die afzet en die prijs waar de monopolist een maximale winst bereikt (of minimaal verlies).

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7 Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert Prof. Dr. André Van Poeck 15-19 november 2012 1. Welke uitspraak is fout? A. De curve van productiemogelijkheden illustreert het begrip

Nadere informatie

Beredeneer waarom de marginale productcurve de gemiddelde productcurve in het maximum snijdt.

Beredeneer waarom de marginale productcurve de gemiddelde productcurve in het maximum snijdt. Opgaven hoofdstuk 9 Opgave 1 Beredeneer waarom de marginae productcurve de gemiddede productcurve in het maximum snijdt. Opgave Vu de vogende tabe verder in en teken de bijbehorende curven voor het totae,

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2

Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht

Nadere informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie 1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering

Nadere informatie

Reader Bedrijfseconomische berekeningen

Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Peter H. C. Hintzen isbn 978 90 5752 290 1 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie

Nadere informatie

De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn.

De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn. Examenvragen economie 12 juni 2002. De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn. --------------------------------------------------------------------------------- 1)

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 10

Extra opgaven hoofdstuk 10 Extra opgaven hoofdstuk 10 Opgave 1 Stel, dat de prijs van kapitaal gelijk is aan 2 euro per eenheid en dat de vergoeding voor arbeid 1 euro per eenheid bedraagt. De betreffende onderneming heeft de beschikking

Nadere informatie

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE Lesrief EERSTE AFGELEIDE etreme waarden raaklijn normaal TWEEDE AFGELEIDE uigpunten 6/7Np GGHM03 Inleiding Met ehulp van de grafische rekenmachine kun je snel zien of de grafiek daalt of stijgt. Het horizontaal

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Kaarten module 4 derde klas

Kaarten module 4 derde klas 1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod

Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 12

Extra opgaven hoofdstuk 12 Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------

Nadere informatie

Thema 3 Ondernemen is risico s nemen en beheersen. Onderzoeksvraag 7 Welke ondernemingsvormen bestaan er? 1 Intro. 2 Probleemstelling

Thema 3 Ondernemen is risico s nemen en beheersen. Onderzoeksvraag 7 Welke ondernemingsvormen bestaan er? 1 Intro. 2 Probleemstelling Onderzoeksvraag 7 Welke ondernemingsvormen bestaan er? 1 Intro Voor wie heeft een faillissement gevolgen? Ondernemer zelf Het gezin van de ondernemer Personeel Leveranciers Klanten De overheid De gemeenschap

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen

Nadere informatie

Industrie tussen grafisch en begrijpen Opgave A. Leuk!

Industrie tussen grafisch en begrijpen Opgave A. Leuk! Industrie tussen grafisch en begrijpen Opgave A Leuk! Een opgave met een grafische toepassing, waarbij het aankomt op goed analyseren, redeneren, een beetje rekenen, ietsje tekenen en: de juiste theoretische

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen

Nadere informatie

Herhaling vwo 4. Module 1, 2 en 3. Herhaling vwo 4 module 1, 2, 3. Domeinen ruil, schaarste, markt.

Herhaling vwo 4. Module 1, 2 en 3. Herhaling vwo 4 module 1, 2, 3. Domeinen ruil, schaarste, markt. Herhaling vwo 4 Module 1, 2 en 3 1 Problemen 1. Overzicht over de stof 2. Vergelijkingen oplossen 3. Oplosstappen TWmax 4. Tekenen van grafieken 5. Leerwerk verbeteren 6. Lezen van opgaven (m.i. grootste

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie 1.9 Direct costing 1.9.1 Direct costing en variabele-kostencalaculatie Direct costing (D.C.) of wel variabele kostencalculatie is de methode van kostencalculatie waarbij alleen de variabele kosten als

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte

Nadere informatie

Module 7 Antwoorden. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie

Module 7 Antwoorden. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Module 7 Antwoorden Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010, Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO. Voor deze

Nadere informatie

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.

Nadere informatie

Oefeningen vraag en aanbod

Oefeningen vraag en aanbod Oefeningen vraag en aanbod Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen (telkens ceteris paribus). a. De productiviteit van een groot aantal

Nadere informatie

Formules en grafieken Hst. 15

Formules en grafieken Hst. 15 Formules en grafieken Hst. 5. De totale kosten zijn dan : 0,5. 0000 = 0.000 dollar. Dan zijn de kosten per ton, dollar. De prijs is dan :,. 0.000 = 4.000 dollar. 0,50 dollar per ton en 4000 mijl. Aflezen

Nadere informatie

Keuzemenu - Wiskunde en economie

Keuzemenu - Wiskunde en economie 1a a Keuzemenu - Wiskunde en eonomie ladzijde 6 TK( 00) GTK( 00) = = 300 = 71 euro per ezoeker 00 00 TK( 600) 800 = = 71, 33 euro per ezoeker 600 600 TK( 800) 9 00 GTK( 800) = = = 7 euro per ezoeker 800

Nadere informatie

DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO

DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO De Eenmanszaak deel 2 VWO DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING Jannes Timmers Copyright Jannes Timmers 2015 Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op een

Nadere informatie

Categoriale inkomensverdeling

Categoriale inkomensverdeling Categoriale inkomensverdeling - 1 van 5 Categoriale inkomensverdeling 1. Verdeling Het nationaal inkomen dat ontstaat wordt verdeeld over de productiefactoren arbeid, kapitaal en ondernemingsinitiatief.

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht Naam: Nummer: HT: Vraag en aanbod - marktevenwicht Klas: 5 ECMT Lkr.: R. De Wever 20 september 202 20 Vraag : (2 ptn) ACTUA: Apple. Wie is de huidige CEO? Tim Cook. 2. Waarom kwam Apple afgelopen week

Nadere informatie

Boekhouden Direct. Algemene probleemstelling

Boekhouden Direct. Algemene probleemstelling Algemene probleemstelling Het bedrag dat de eigenaar in de onderneming inbrengt, is het kapitaal van de onderneming. Als de onderneming later winst maakt, kan de ondernemer deze winst geheel of gedeeltelijk

Nadere informatie

Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven

Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven Tijd 1 lesuur Doel 1 De leerlingen kunnen het begrip arbeidsproductiviteit uitleggen in eigen woorden. 2 De leerlingen kunnen uitleggen hoe de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Eindexamen economie 1-2 vwo I Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore

Nadere informatie

Wiskunde. voor. economie. drs. H.J.Ots. Hellevoetsluis

Wiskunde. voor. economie. drs. H.J.Ots. Hellevoetsluis Wiskunde voor economie drs. H.J.Ots Hellevoetsluis 15-2-2004, Wiskunde voor economie, ISBN 90-70619-05-9,drs. H.J. Ots, www.webecon.nl Wiskunde voor economie Drs. H.J. Ots ISBN 90-70619-05-9 Webecon, Hellevoetsluis,

Nadere informatie

Katern 2 Markten en welvaart

Katern 2 Markten en welvaart Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de

Nadere informatie

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie heb je al veel geleerd over hoe de prijs van een product tot stand komt. De eerste hoofdstukken in dat boek

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk

Nadere informatie

Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma

Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma Introductie Deze handleiding geeft een korte inleiding tot de werking en het gebruik van de BreakEven Calculator. Met een paar simpele stappen leert

Nadere informatie

Onderzoeksvraag 5 Hoe groeien ondernemingen?

Onderzoeksvraag 5 Hoe groeien ondernemingen? Onderzoeksvraag 5 Hoe groeien ondernemingen? 1 Intro 1 Omschrijf de groei van de kaasmakerij. Je kunt daarbij heel creatief te werk gaan. Eigen antwoord leerlingen Tip: ga eens kijken op www.capzles.com

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten Opgaven paragraaf 2.2 en 2.3 Opgave 1 Van een onderneming zijn de volgende gegevens bekend: constante kosten 600.000, normale productie 40.000 stuks werkelijke productie

Nadere informatie

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming P. H. C. Hintzen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011 Omslagontwerp: Proforma Barcelona

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming?

Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming? Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming? 2.1. Wat je produceert moet je kunnen verkopen. Zie boek: p. 22 25 (+ nota s) Senseo en stadstweewieler van BMW 2.2./2.3./2.4. Vraag en aanbod 1. Voorbeeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk

Nadere informatie

A ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT.

A ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT. Vraag 1 De vraagcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q d = 200 P. De aanbodcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q s = 2*P 40. Stel dat de overheid de totale omzet

Nadere informatie

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs Opgave 4-2 Er is hier sprake van een onderneming die een bepaald type koffieautomaat produceert. Op grond van dit gegeven zal bepaald moeten worden

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 17

Extra opgaven hoofdstuk 17 Extra opgaven hoofdstuk 17 Opgave 1 De input-outputrelaties van een willekeurige ondernemer worden beschreven door de productietabel uit opgave 2 van hoofdstuk 9. We veronderstellen dat de onderneming

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Economie Module 2 & Module 3 H1

Economie Module 2 & Module 3 H1 Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7, 8.5 en 9.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7, 8.5 en 9. Samenvatting Economie Hoofdstuk 7, 8.5 en 9. Samenvatting door M. 2320 woorden 17 april 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Economie H7+H8.5+H9 7.1 productie en goederen.

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen. Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid

Nadere informatie

BREAK EVEN ANALYSE. Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is.

BREAK EVEN ANALYSE. Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is. BREAK EVEN ANALYSE Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is. 1. BREAK EVEN GRAFIEK GEGEVENS Ik verkoop bloemen aan 1,00 per stuk. Ik koop deze bloemen aan voor 0,50 per stuk. Mijn vaste

Nadere informatie

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. 16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. Voorbeeld: f() = Differentiequotiënt van f() op [0, 3] = y f (3) f (0) 6 0 30 30 y 1 16.1

Nadere informatie

Is er afstemming tussen economie en wiskunde?

Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Ab van der Roest In Euclides 92-4 was te zien dat er een groot verschil is tussen de manier waarop in het vmbo procenten werden behandeld in de economie- en

Nadere informatie

1 Waarover zijn de werknemers ontevreden? De meerderheid van de werknemers (53 %) is ontevreden over het loonbeleid.

1 Waarover zijn de werknemers ontevreden? De meerderheid van de werknemers (53 %) is ontevreden over het loonbeleid. Onderzoeksvraag 2 Wat bepaalt het loon? Intro Waarover zijn de werknemers ontevreden? De meerderheid van de werknemers (53 %) is ontevreden over het loonbeleid. 2 Waarom lijkt dat moeilijk te begrijpen?

Nadere informatie

In de vorige les heeft de docent uitleg gegeven over oligopolie. Leerlingen hebben ook opdrachten gemaakt die klassikaal werden besproken.

In de vorige les heeft de docent uitleg gegeven over oligopolie. Leerlingen hebben ook opdrachten gemaakt die klassikaal werden besproken. Naam docent: Vak: N. Pers Economie Klas: Havo 5 Onderwerp: Experiment op een oligopolistische markt Beginsituatie: In de vorige les heeft de docent uitleg gegeven over oligopolie. Leerlingen hebben ook

Nadere informatie

Q A. K (q in 1.000 stuks)

Q A. K (q in 1.000 stuks) Domein I Produceren en welvaart Eindterm 35*: Productiefunctie: Geeft het verband weer tussen de input (= gebruikte productiefactoren; natuur, arbeid, kapitaal en management) en de output (= eindproducten

Nadere informatie

UIT doelstellingen en grafieken

UIT doelstellingen en grafieken Vraaglijn is prijs-afzetlijn. De vraaglijn die we kennen van de perfect werkende markt, zien we terug bij de niet perfecte marktvormen. Het drukt nu de betalingsbereidheid van de klant voor het specifieke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vraag en Aanbod

Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting door Y. 1883 woorden 5 juli 2017 8,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Concrete markt-->vragers en aanbieders komen op bepaalde

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: DE OUTPUTBESLISSING VAN DE ONDERNEMING. Centrale vraag : Kies outputvolume zodat winst gemaximaliseerd wordt.

HOOFDSTUK 6: DE OUTPUTBESLISSING VAN DE ONDERNEMING. Centrale vraag : Kies outputvolume zodat winst gemaximaliseerd wordt. 1 HOOFDSTUK 6: DE OUTPUTBESLISSING VAN DE ONDERNEMING Centrale vraag : Kies outputvolume zodat winst gemaximaliseerd wordt. 1. DE KOSTENANALYSE 1.1. Kosten op korte termijn Op korte termijn (# productiefactoren

Nadere informatie

Literatuur: Onderneming en omgeving. Docent: Jan Coppens

Literatuur: Onderneming en omgeving. Docent: Jan Coppens Literatuur: Onderneming en omgeving Docent: Jan Coppens Algemene economie Economie in combinatie met de maatschappij. Er wordt onderzocht hoe er met beperkte middelen keuzes worden gemaakt uit oneindige

Nadere informatie

Oefeningen: Break-even analyse

Oefeningen: Break-even analyse Oefeningen: Break-even analyse Oefening 1: Een onderneming produceert een bepaald product dat verkocht wordt tegen een prijs van 50 EUR per stuk. Per eenheid dat gemaakt wordt, kost het de onderneming

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen

Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen Samenvatting door een scholier 1446 woorden 14 december 2003 7,3 22 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 2 Een kwestie van ondernemen Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod 6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod Opgave 1 a Noem vier factoren die bij een gegeven prijsniveau tot een verandering van de Effectieve Vraag kunnen leiden. b Met welke (macro-economische) instrumenten

Nadere informatie

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten Break-even analyse C2020 1 Break-even analyse Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2020 3 2. Principe C2020 3 2.1. Analytisch C2020 3 2.2. Grafisch C2020 4 3. Realiteitsgehalte C2020 6 3.1. Aannames

Nadere informatie