Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3

Transcriptie

1 Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3

2 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is 10 producten Q = 10 Prijs is 200 kosten per product = gemiddelde kosten TK = 1500 Als afzet is 10 producten Q = 10 GTK = 150 Winst per product = gemiddelde winst GW = p GTK = = 50 euro TW = 10 * 50 euro = 500 euro

3 Domein D: Concept markt filmpje Marginale kosten = Toename van de totale kosten als er 1 product meer gemaakt wordt. Marginale omzet = Toename van de totale omzet als er 1 product meer gemaakt wordt. (en verkocht wordt) Omzet = opbrengst Marginale winst = Toename van de totale winst als er 1 product meer gemaakt wordt (en verkocht wordt) Als de toename van de totale omzet groter is dan de toename van de totale kosten zal de totale winst toenemen. Als de toename van de totale omzet kleiner is dan de toename van de totale kosten zal de totale winst afnemen. Is de toename van de totale omzet even groot is als de toename van de totale kosten zal de totale winst niet veranderen. TW is het grootst (=maximaal).

4 Domein D: Concept markt Zo groot mogelijke totale winst maken. Wanneer voor het eerst uit de kosten? MO = MK TO = TK Betekent: MO-lijn snijdt de MK-lijn Betekent: TO-lijn snijdt de TK-lijn Kan gevonden worden met een grafiek of met een tabel. Of GO = GTK Kan gevonden worden met een grafiek of MO is evenveel als MK met een tabel.

5 Domein D: Concept markt Mogelijkheid 1 Mogelijkheid 2 Wie bepaalt de prijs? Op de markt door collectieve vraag naar en collectieve aanbod van een product. Collectieve vraag = de vraag naar 1 product Collectieve aanbod = aanbod van 1 product (exogene prijs = niemand heeft er invloed op) Marktvorm Volkomen concurrentie De producent bepaalt de prijs zelf. (rekening houdend met zijn doelstelling en een klein beetje de betalingsbereid van de vragers) Marktvormen Monopolie Oligopolie Monopolistische concurrentie

6 Domein D: Concept markt Marktmechanisme: Volkomen concurrentie Waarom marktmechanisme? Niet kijken of er lijnen snijden, maar kijken welke lijnen snijden. Marktprijs p= 25 Marktafzet q = 5000 Marktomzet= p*q = 25 * 5000= Voor elke aanbieder geldt dus de prijs van 25. Dus p = 25 En GO = 25 En MO = 25 TO vergelijking (voor elke aanbieder) = p*q TO = 25q

7 Domein D: Concept markt Marktmechanisme: volkomen concurrentie Waarom volkomen concurrentie? Waarom 1 bedrijf? Niet kijken of er lijnen snijden, maar kijken welke lijnen snijden. MO-lijn snijdt de MK lijn bij q = 10 TO = p*q=go* q = 80 * 10 = 800 TK = GTK*q = 40 * 10 = 400 TW = TO TK = = 400 Dit is de grootst mogelijke totale winst. Want MO = MK

8 Domein D: Concept markt Marktmechanisme: volkomen concurrentie Waarom volkomen concurrentie? Waarom 1 bedrijf? Niet kijken of er lijnen snijden, maar kijken welke lijnen snijden. Bij welke hoeveelheid voor het eerst uit de kosten? Bij welke hoeveelheid is er sprake van kostendekkend produceren? Bij welke afzet is het breakevenpunt? Wat is de breakevenafzet? Q = 3 TO = TK = 8*3 = 24 TW = 0!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

9 Domein D: Concept markt Marktmechanisme: volkomen concurrentie Niet kijken of er lijnen snijden, maar kijken welke lijnen snijden. Bij welke hoeveelheid is de totale winst het grootst? Bij welke hoeveelheid snijden de MO-lijn en de MK-lijn? Q = 12 TO = 8* 12 = 96 TK = 6 * 12 = 72 TW = TO TK = = 14

10 Domein D: Concept markt Monopolie: 1 aanbieder TW Hoe is monopolie te herkennen? Moet er bij staan en dalende p-lijn Bij welke prijs is de totale winst het grootst? Welke afzet wordt er dan verkocht? Bij welke prijs snijden de MO-lijn en de MK-lijn? P = 75 en q = 50 TO = p * q = TO = 75 * 50 = 3750 TK = GTK * q = TK = 25 * 50 = 1250 TW = = 2500

11 Domein D: Concept markt Monopolie: 1 aanbieder TW Bij welke prijs is de totale winst het grootst? Welke afzet wordt er dan verkocht? Bij welke prijs snijden de MO-lijn en de MK-lijn? P = 50 en q = 25 TO = p * q = TO = 50 * 25 = 1250 TK = GTK * q = TK = 25 * 25 = 625 TW = = 625

12 Domein D: Concept markt Oligopolie: meerdere aanbieders (duopolie) TW Duopolie 2 aanbieders Bij welke prijs snijden de MO-lijn en de MK-lijn? P = 50 en q = 25 TO = p * q = TO = 50 * 25 = 1250 TK = GTK * q = TK = 25 * 25 = 625 TW = = 625

13 Domein D: Concept markt Monopolistische concurrentie: veel aanbieders Waarom monopolistische concurrentie? Moet er bij staan Veel aanbieders met een goed dat bijzonder is in de ogen van de consument. (heterogeen goed) MK

14 Domein D: Concept markt Monopolistische concurrentie: veel aanbieders MK Bij welke prijs en afzet wordt voor het eerst kostendekkend gewerkt? (Is er sprake van het break even punt) Bij p = 43 en q = 16 TO = 43 * 16 = 688 TK = 688 en TW = 0 Bij welke prijs snijden de MO-lijn en de MK-lijn? P = 35 en q = 25 TO = p * q = TO = 35 * 25 = 875 TK = GTK * q = TK = 31 * 25 = 775 TW = = 100

15 Conclusie Werkwijze voor break even punt en maximale totale winst bij elke marktvorm gelijk.

16 Hoe wordt de prijs op de markt bepaald bij volkomen concurrentie?

17 Prijsvorming volkomen concurrentie Collectieve vraag Betalingsbereidheid van consument (vragers) Inkomen, voorkeuren, prijs andere producten, aantal vragers Collectieve aanbod Marginale kosten van producent (aanbieder) Kosten, arbeid, grondstoffen, energie, verandering in de techniek, accijns (externe effecten) Getallenvoorbeeld: Qv = -2p + 20 Qa = p 4 Qa = Qv p-4 = -2p p = 24 p = 8 Invullen: Qv = -2* = 4 Qa = 8-4 = 4 q = 4 klopt Vragers en aanbieders reageren op prijsverandering.

18 Prijsvorming volkomen concurrentie Collectieve vraag Qv = -4p + 30 Collectieve aanbod Qa = 2p 6 Evenwicht als Qa = Qv 2p 6 = -4p p = 36 p = 6 Invullen Qa = 2*6 6 = 6 Qv = -4*6+30 = 6 Q = 6

19 Prijsvorming volkomen concurrentie Overheid grijpt in Qv = -4p + 30 Qa = 2p 6 Evenwicht als Qa = Qv p = 6 Q = 6 Prijs te laag voor aanbieders: minimumprijs (geeft voordeel aan producenten) P min= 7 Aanbodoverschot Qv = -4* = 2 Qa = 2*7 6 = 8 Aanbodoverschot: 8 2 = 6 Waarde aanbodoverschot (GELD!!!) = 7 * 6 = 42

20 Prijsvorming volkomen concurrentie Overheid grijpt in Qv = -4p + 30 Qa = 2p 6 Evenwicht als Qa = Qv p = 6 Q = 6 Prijs te hoog voor vragers: maximumprijs (geeft voordeel aan consumenten) P max= 5 Vraagoverschot Qv = -4* = 10 Qa = 2*5 6 = 4 Vraagoverschot: 10 4 = 6 Waarde vraagoverschot (GELD!!!) = 5 * 6 = 30

21 Prijsvorming volkomen concurrentie Overheid grijpt in Minimumprijs P = 200 Aanbod- of vraagoverschot? P = 200; Qa = 200 Qv = 100 Aanbodoverschot: = 100 Waarde aanbodoverschot = 200 * 100 =

22 Prijsvorming volkomen concurrentie Overheid grijpt in Maximumprijs = 600 Qv = 8000 ; Qa = 4000 Vraagoverschot = = 4000 Waarde vraagoverschot = 600 * 4000 =

23 Bedrijven failliet Minder aanbod Kosten stijgen Voor elk product een hogere prijs Hogere kosten: Loonkosten Accijns Verschuiving van de aanbodcurve Langs de vraagcurve

24 Minder vraag door: Minder inkomen Minder/andere behoeften Minder vragers Andere producten goedkoper Verschuiving van vraagcurve Langs de aanbodcurve

25 Kenmerken marktvormen

26 Kenmerken marktvormen

27 Kenmerken marktvormen

28 Prijsdiscriminatie (monopolie)

29 Lange termijn evenwicht: door toetreding gaat aanbod dalen. Winst verdwijnt

30 Lange termijn evenwicht: door toetreding gaat aanbod dalen. Winst verdwijnt