Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren?"

Transcriptie

1 Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren? Het gebruik van voedingsclaims in traditionele media en nieuwe media. Een experimenteel onderzoek naar de effecten van voedingsclaims op de geloofwaardigheid van de advertentie en de koopintentie bij de consument. 12/01/2015 Thesis afstudeerproject persuasieve communicatie. Naam: Joris Hermanns Studentnummer: Werkgroep: 2 Docent: Charlotte Blom Aantal woorden:

2 Abstract Door middel van een experiment en een online vragenlijst is onderzoek verricht naar de vraag in hoeverre het gebruik van wel of geen voedingsclaim via verschillende type media effect heeft op de geloofwaardigheid van de boodschap en de aankoopintentie bij de consument. In totaal hebben 241 respondenten meegewerkt. Er is nog niet eerder onderzoek verricht naar specifiek deze variabelen, zodoende vullen de resultaten een leemte in effectonderzoek naar voedingsclaims binnen verschillende type media. Er zijn vijf hypotheses getest door middel van eenwegs- en tweewegs- variantieanalyses. Het directe effect van het gebruik van wel of geen voedingsclaim op de geloofwaardigheid van de boodschap is niet significant gebleken. De gemiddelden wijzen wel in de richting van de gestelde hypothesen. Op het directe effect van het gebruik van wel of geen voedingsclaim op de aankoopintentie bij de consument is wel een significant resultaat gevonden. Er is eveneens een significante samenhang gevonden tussen de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie. Op het mogelijk modererende effect van verschillende type media op de geloofwaardigheid van de boodschap en de aankoopintentie bij de consument zijn eveneens geen significante resultaten gevonden. Desalniettemin waren er wel kleine verschillen te zien in de richting waarin de verworpen hypothesen wezen. Deze bevindingen zijn hoopvol voor vervolgonderzoek. Vanuit de literatuur was er een leemte in het onderzoek naar de verschillen van het gebruik van voedingsclaims tussen de twee mediavormen. De steeds relevantere rol van sociale media in de marketing maakt vervolgonderzoek voor zowel de wetenschap als de praktijk zeer interessant. Inleiding Het Gouden Windei. Het is de naam van een prijs die in het leven is geroepen door de organisatie Foodwatch om de overheid te overtuigen van de noodzaak misleiding via voedselclaims aan banden te leggen. Consumenten kunnen bij Foodwatch hun stem uitbrengen op producten die volgens hen deze prijs verdienen. Het is een jaarlijkse prijs die wordt uitgereikt aan het meest misleidende product in de ogen van de consument. Nu stelt de voedselindustrie zelf grenzen aan haar eigen marketing en de consument trekt aan het kortste eind, aldus Foodwatch. In 2014 werd Puur & Eerlijk van Albert Heijn genomineerd als het meest misleidende product, dit heeft nu geresulteerd in een naamsverandering naar AH Biologisch (redactie NU.nl, 2014). De organisatie is al jarenlang bezig met onderzoek naar de waarheid achter claims op voedselverpakkingen en in advertenties. Doel is uiteindelijk de consument te beschermen tegen valse reclame-uitingen (Redactie Foodnieuws.nl, 2014). 2

3 Reclame-uitingen met uitspraken als: 30% minder vet! ; zonder toegevoegde suikers ; voor een goede spijsvertering. Deze uitspraken zijn voorbeelden van claims. Iedereen heeft ze vast wel eens voorbij zien komen in reclames of op productverpakkingen. Claims zijn uitingen die gebruikt worden in de marketing om consumenten te informeren over het product (Trijp van & Lans van der, 2006). De consument krijgt zo relevante informatie over de inhoud en de gezondheidsvoordelen van wat hij of zij wil kopen. Claims dienen de consument te informeren en niet alleen als marketinginstrument te dienen om de verkoop te stimuleren. In 1990 is zijn er onder de noemer Nutrition Labeling and Education Act (NLEA) wettelijk regels opgesteld waaraan voedingsclaims moeten voldoen om te mogen worden ingezet. Hieruit kan worden opgemaakt dat als de consument met claims in aanraking komt, deze op waarheid berust moeten zijn (Trijp van & Lans van der, 2006). Van oorsprong staan claims vooral op functionele voedingsmiddelen (Kleef van, Trijp van & Luning, 2005). Bij functionele voedingsmiddelen, in dit onderzoek onder de noemer voeding, ligt de nadruk op de werking van bioactieve stoffen of ingrediënten. Deze zijn toegevoegd met het oog op optimale gezondheid en een zo laag mogelijk ziekterisico. De populariteit van deze functionele voedingsmiddelen groeit wereldwijd en met deze groei stijgt de concurrentie tussen de verschillende merken. Om te overleven in deze concurrentiestrijd is het gebruik van claims exponentieel toegenomen (Ares & Gambaro, 2007). Een gegeven dat mogelijk de geloofwaardigheid van de reclame, of boodschap, aantast en wellicht ook invloed heeft op de koopintentie van de consument. De consument komt op meerdere momenten in aanraking met voedingsclaims. Via de media; op verpakkingen of het punt van aankoop. In deze studie wordt de focus gericht op de media. Als het gaat om media kan er onderscheid gemaakt worden tussen traditionele en nieuwe media. Onder traditionele media wordt verstaan printmedia of buitenreclame. Onder nieuwe media zaken als Facebook, Twitter en Instagram. Het grootste verschil tussen deze twee mediavormen is de mogelijkheid die de consument krijgt om wel of niet direct te reageren op de uiting. Bij nieuwe media kan er direct gereageerd worden op een bericht, dit wordt two-way communicatie genoemd. (Calisir, 2003). Het gebruik van claims heeft mogelijk een andere werking via nieuwe mediakanalen in vergelijking met traditionele mediakanalen door de verschillen in aard. De invloed van claims 3

4 op de geloofwaardigheid van de boodschap en de aankoopintentie zou dan ook per medium kunnen verschillen. In deze studie zal door middel van een online experiment onderzocht worden wat het effect is van een voedingsclaim op de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie bij de consument. Tevens zal onderzocht worden of het type medium een modererend effect heeft op de relatie tussen het wel of niet gebruiken van een claim en de afhankelijke variabelen: de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie bij de consument. De onderzoeksvraag luidt: In hoeverre heeft een advertentie met een voedingsclaim in verschillende type media, effect op de aankoopintentie en de geloofwaardigheid van de boodschap bij de consument?. Onderzoek naar voedingsclaims is vaker uitgevoerd, onderzoek naar expliciet de afhankelijke variabelen met betrekking tot de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie van de consument is nog niet eerder. Onderzoek naar de verschillen tussen traditionele en nieuwe media is ook vaker uitgevoerd. Hier geldt eveneens een leemte in het onderzoek naar de verschillen van het gebruik van voedingsclaims tussen de twee mediavormen. Deze studie wil deze leemte opvullen en mogelijk aanleiding geven tot nieuwe vraagstukken op het gebied van effecten van voedingsclaims op de consument. Marketeers willen dat de consument het geloofwaardig vinden. Met als uiteindelijk doel het verhogen van de aankoopintentie. Dit onderzoek geeft adverteerders inzicht in de verschillende effecten die het gebruik van voedingsclaims teweeg kunnen brengen en welke mediavorm daarbij effectief is. Inzichten die van belang kunnen zijn bij het ontwikkelen van een campagnestrategie Theoretisch kader 1.1 Claims Een claim wordt ook wel een functionele boodschap genoemd. Een boodschap die de consument informeert over de inhoud of de werking van het product (Kleef van et al., 2005). Claims komen in verschillende vormen voor. Er is onderscheid te maken tussen: voedingsclaims en gezondheidsclaims (Williams, 2005; Trijp van & Lans van der, 2006; Petrovici, Fearne & Nayga jr., 2012). 4

5 Bij voedingsclaims wordt iets gezegd over de inhoud van het product, of de ingrediënten. Bijvoorbeeld: bevat vitamine C of zonder toegevoegde suikers. Gezondheidsclaims benadrukken het positieve effect van de inhoud van het product voor de consument. Zoals goed voor uw cholesterol en geeft extra energie (Kleef van et al., 2005). Gezondheidsclaims worden door velen gezien als een instrument om de publieke gezondheid te verbeteren door de consument te assisteren bij het maken van wel overwogen voedingskeuzes. Voedingsclaims vormen naast deze informatieve functie voor de consument ook een belangrijk marketinginstrument voor de voedingsindustrie, mede door de stijgende populariteit van gezonde voeding. Zo zijn voedingsclaims een manier geworden om een product te differentiëren, gebaseerd op gezondheid gerelateerde aspecten. (Kleef van et al., 2005). In deze studie zal de nadruk liggen op voedingsclaims. Voedingsclaims zijn onderdeel geworden van de persuasieve boodschap voor marketeers, een manier om de consument te overtuigen van de boodschap. Er zijn verschillende modellen die verklaren hoe persuasieve boodschappen overtuigen. Twee van deze modellen, het elaboration likelihood model van Petty en Cacioppo (1984) en het heuristic processing model van Chaiken (1980) worden nader toegelicht. Dual proces modellen Het heuristic processing model van Chaiken (1980) en het elaboration likelihood model (ELM) van Petty en Cacioppo (1984) zijn modellen waarmee verklaart wordt hoe mensen informatie ontvangen en verwerken. Volgens deze modellen zijn er twee routes die kunnen leiden tot overtuiging bij de consument. Een hoge betrokkenheid bij de boodschap zal zorgen voor verwerking van de informatie via de centrale of systematische route. Is de betrokkenheid laag, dan zal de informatie via de perifere of heuristieke route worden verwerkt. De mate van betrokkenheid heeft met omgevings- en persoonlijkheidsfactoren te maken. Bij een boodschap van groot persoonlijk belang zal de informatie via de centrale, systematische route verwerkt worden. Is de boodschap van minder persoonlijk belang en van een meer alledaagse routinematige aard dan zal deze perifeer/heuristiek verwerkt worden. De centrale/systematische route wordt bewandeld als een individu actief en doelgericht de mediaboodschap koppelt aan al aanwezige kennis. Men is geïnteresseerd in de boodschap en zal kritisch zijn in het oordeel. Er zal gezocht worden naar sterke argumenten en de informatie zal kritisch beoordeeld worden. Deze argumenten vragen veel denkkracht en energie. Vooral 5

6 bij zaken waarover een goed overwogen beslissing gemaakt moet worden. De centrale/systematische route kan tot een blijvende attitudeverandering leiden, een kennisverandering op lange termijn (Chaiken, 1980; Petty en Cacioppo, 1984) De perifere/heuristieke route wordt passief bewandeld wanneer er geen of weinig motivatie is om de relevante informatie te verwerken. In plaats van actief en met inspanning na te denken over de boodschap wordt de boodschap vluchtig en oppervlakkig bekeken. De boodschap wordt geassocieerd met positieve of negatieve contextuele niet-inhoudelijke kenmerken (cues). Een cue is iets dat een ontvanger kan beïnvloeden, maar een minimum aan denken vereist. Ten opzichte van de centrale/systematische verwerking concentreert de consument zich bij perifere/heuristieke verwerking ook op randsignalen van de boodschap, zoals kenmerken op de verpakking of in de advertentie (Chaiken, 1980; Petty en Cacioppo, 1984). Dit kan leiden tot onjuiste en inconsistente beredeneringen (Garretson & Burton, 2000). De perifere route kan leiden tot een houdingsverandering op korte termijn. Roë, Levy en Derby (1999) beschrijven drie verschillende effecten die kunnen optreden als claims verkeerd worden geïnterpreteerd. Allereerst kan het halo effect ontstaan (Roë et al., 1999), waarbij de beoordeling van het aspect, opgenomen in de voedingsclaim, zorgt voor meerdere conclusies over productaspecten die niet genoemd worden in de claim. Hierdoor wordt een product gezonder beoordeeld dan vanuit de claim geconcludeerd kan worden. Een voorbeeld hiervan is de claim dat een product geen cholesterol bevat. En de aanname bij de consument is dat het product ook geen vet bevat. Het tweede effect dat Roë et al. (1999) beschrijven is het mere label effect. Hierbij worden de gezonde aspecten van een product overschat, puur door de aanwezigheid van een claim (Trijp van & Lans van der, 2006). Een voorbeeld zijn fruitsappen die bij voorbaat als gezonder worden ingeschat dan frisdranken. Als laatste effect wordt het magic bullet effect genoemd, waarbij ongepaste gezondheidsvoordelen aan een bepaald product gekoppeld worden. Bijvoorbeeld een broodje gezond, dat in werkelijkheid helemaal niet zo gezond is door de hoeveelheid mayonaise en de witte bol. Ondanks de verschillende effecten door misinterpretatie van de voedingsclaim blijkt dat een product of advertentie met een voedingsclaim in tegenstelling tot een product of advertentie zonder voedingsclaim over het algemeen gezonder wordt ingeschat (Bech-Larsen & Scholderer, 2007). 6

7 Een aspect dat een positief effect heeft op de werkzaamheid van een claim is de combinatie tussen de claim en het product (Van Kleef et al., 2005). Uit deze studie blijkt dat de werking van claims sterk samenhangt met het soort product. Dit gegeven is te verklaren vanuit de match-up hypothese van Kamins (1990). Vanuit deze hypothese wordt gesteld dat informatie pas effectief werkt op de consument als de claim en het gepromote product overeenstemmen. De consument moet de claim geloofwaardig vinden. Alleen dan overtuigt de claim. Bij geen juiste connectie tussen het product en claim zal de advertentie ongeloofwaardig worden gevonden en de intentie van de adverteerder sceptisch beoordeeld (Bech-Larsen & Scholderer, 2007; Kleef van et al., 2005; Trijp van & Lans van der, 2007; Verbeke et al., 2009; Williams, 2005). 1.2 Effecten van claims op de geloofwaardigheid van de advertentie Consumenten worden kritischer en laten zich niet meer zo makkelijk beïnvloeden, of zijn in ieder geval behoedzaam voor beïnvloeding door advertenties. De geloofwaardigheid van de boodschap in een advertentie is een noodzakelijk aspect om de consument te overtuigen van deze boodschap (Keller, Landry, Olson, Velliquette, Burton & Andrews, 1997). Het gebruik van een voedingsclaim zal een positief effect hebben op de geloofwaardigheid van de advertentie als er overtuigende argumenten gebruikt worden en als er een bepaalde mate van expertise wordt ervaren door de consument (Greer, 2003). Volgens de activatie theorie speelt de mate van voedselkennis een rol in de effectiviteit van voedselclaims (Andrews et al., 1998). Als de consument informatie uit een voedingsclaim niet precies begrijpt dan zal hij of zij onbewust naar een link met deze informatie zoeken in bij hem of haar reeds aanwezige kennis (Andrews et al., 1998). Dit teruggrijpen op heuristieke cues is eveneens terug te vinden in het elaboration likelihood model van Petty en Cacioppo (1984). Het elaboration likelihood model (ELM) van Petty en Cacioppo (1984) verklaart hoe mensen informatie ontvangen en verwerken. Bij hoge betrokkenheid via de centrale route. Bij lage betrokkenheid via de perifere route. Vanuit het ELM kan voeding gezien worden als een productcategorie dat via de perifere route verwerkt wordt. Boodschappen doen is een handeling waar de gemiddelde consument veel ervaring mee heeft en niet te veel over nadenkt. Het kopen van voeding is veelal gebaseerd op ervaring, gewoontes en naamsbekendheid van het product. Consumenten reageren direct op de informatie die voor handen is, zonder hierbij veel kritische vragen te stellen. Zo ook bij advertenties over 7

8 voedingsproducten. Advertenties die overal aanwezig zijn: zowel in en buiten de winkel als online. De consument is geneigd om terug te vallen op cues bij de verwerking van deze informatie in plaats van een kritische beoordeling. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het kopen van een auto of het afsluiten van een verzekering. Hierbij wordt in mindere mate uit gewoonte gehandeld en zal de consument veel actiever informatie zoeken en argumenten tegen elkaar afwegen om tot een beslissing te komen (Petty en Cacioppo, 1984). Een claim vormt extra informatie die de consument moet overtuigen van bijvoorbeeld de gezonde werking van het product. (Leathwood, Richardson, Sträter, Todd & Trijp, 2007). Maar ook de informatie in de voedingsclaim wordt niet kritisch beoordeeld door consument, maar gekoppeld aan bestaande cues of informatie direct voor handen, zoals op de verpakking of in de advertentie. De informatie wordt zondermeer voor waarheid aangenomen. Ten opzichte van de centrale verwerking concentreert de consument zich bij perifere verwerking ook op de randsignalen van de boodschap, zoals de verpakking, advertentie of eerdere ervaringen (Petty en Cacioppo, 1984). Het kan leiden tot het al eerder genoemde haloeffect, waarbij de beoordeling van het aspect, opgenomen in de voedingsclaim, zorgt voor meerdere conclusies over productaspecten die niet genoemd worden in de claim. Hierdoor wordt een product gezonder beoordeeld dan vanuit de claim geconcludeerd kan worden (Roë et al., 1999). Aangezien de argumenten en de informatie uit de claim niet kritisch worden beoordeeld, geldt de claim meer als een extra bevestiging van de gezonde aard van het product. Er wordt niet kritisch gekeken naar wat er precies in de claim wordt gezegd, maar de claim zorgt voor een algemeen gevoel dat het product gezond is. Een advertentie voor een product met een voedingsclaim zal door de consument in vergelijking met een advertentie voor een product zonder voedingsclaim geloofwaardiger overkomen, aangezien er geen vraagtekens worden gezet bij de argumenten die worden gesteld. Zodoende zorgt de claim voor extra overtuigingskracht. Gebaseerd op deze informatie is de volgende hypothese opgesteld: H1: Een advertentie met een voedingsclaim zal een positiever direct effect hebben op de geloofwaardigheid van de advertentie bij de consument dan een advertentie zonder voedingsclaim. 8

9 1.3 Effecten van claims op de aankoopintentie Het uiteindelijke doel van marketeers en merken is verkopen. Het grote publiek moet willen kopen. Voordat de consument overgaat tot aanschaf van een product, gaat deze op zoek naar informatie. Informatie die overtuigend genoeg is om de consument over de streep te trekken en daadwerkelijk over te gaan tot aanschaf van het gewenste product. De informatie waar de consument op let is de informatie op de verpakking of informatie die de consument in een reclame-uiting ziet of hoort. Claims op de verpakking of in de reclame kunnen dit proces versoepelen en versnellen en zo de consument sneller overtuigen van een juiste aanschaf (Petrovici et al., 2012). Om tot dit gedrag te komen moet volgens de theory of planned behaviour (Ajzen, 1991) eerst de gedragsintentie worden bewerkstelligd. De attitude is volgens de theory of planned behaviour de sterkste voorspeller van de gedragsintentie; voedingsclaims kunnen dienen als middel om de attitude te beïnvloeden. Uit de studie van Urala en Lähteenmäki (2004) blijkt dat de attitude ten opzichte van het product positief wordt beïnvloed als de consument het gevoel heeft dat het kopen van het product voor een beloning zorgt. Het gevoel dat een product goed is voor de gezondheid blijkt de attitude ten opzichte van het product positief te beïnvloeden. Dit wordt verklaard vanuit het principe dat individuen verantwoordelijk willen zijn over de eigen gezondheid en de eigen inschatting of de mogelijkheid er is om het geplande gedrag uit te voeren. Uit verschillende studies blijkt dat consumenten voedingsproducten met een voedingsclaim gezonder beschouwen dan voedingsproducten zonder voedingsclaim (Bech-Larsen en Grunert, 2003; Roë, 1999; Urala en Lähteenmäki, 2003; Verbeke, 2005). Deze gezond geachte producten zullen dus eerder zorgen voor het gevoel van een beloning en zodoende een positieve attitude bij de consument. Een positieve attitude ten opzichte van het product heeft volgens de theory of planned behaviour een positief effect op de gedragsintentie. Hieruit kan worden verondersteld dat het gebruik van een voedingsclaim een positief effect heeft op de aankoopintentie. H2: Een advertentie met een voedingsclaim zal een positiever direct effect hebben op de aankoopintentie bij de consument dan een advertentie zonder voedingsclaim. 9

10 1.4 Effecten van de geloofwaardigheid van de advertentie op de aankoopintentie Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de aankoopintentie nauw samenhangt met de geloofwaardigheid van de advertentie. (Kleef van, 2005; Urala en Lähteenmäki, 2004; Lafferty & Goldsmith, 1999). Hoe de geloofwaardigheid van de advertentie de aankoopintentie kan beïnvloeden is te verklaren vanuit het dual mediation model (MacKenzie, Lutz, & Belch, 1986). Het dual mediation model verklaart het effect van de attitude ten opzichte van de reclame op aankoopintentie aan de hand van reclamecognities en merkcognities (MacKenzie et al., 1986). De geloofwaardigheid van de advertentie kan worden gezien als een reclamecognitie in het dual mediation model. De mate van geloofwaardigheid van de boodschap heeft hierdoor een direct effect op de attitude ten opzichte van de advertentie. De attitude ten opzichte van de reclame heeft vervolgens invloed op de attitude ten opzichte van het merk en deze attitude beïnvloed de aankoopintentie. Wordt de advertentie of productverpakking als ongeloofwaardig bevonden, dan heeft dit een direct effect op de attitude ten opzichte van de advertentie en wordt de intentie van de adverteerder sceptisch beoordeeld. De claim wordt gezien als niet meer dan een verkoopinstrument (Williams, 2005). Aan de hand van dit model kan worden gesteld dat als een advertentie een positief effect op de koopintentie teweeg wil brengen allereerst de attitude ten opzichte van de advertentie positief moet zijn. Geloofwaardigheid is een criterium voor een positieve attitude ten opzichte van de advertentie (Ajzen, 1991; Clark & Evans, 2013). Vandaar het belang van een positieve beoordeling van de geloofwaardigheid van de advertentie door de consument om de aankoopintentie te beïnvloeden. Een positieve beoordeling van de advertentie op geloofwaardigheid zal leidden tot een positieve attitude ten opzichte van de advertentie. Volgens de theory of planned behaviour is de attitude de sterkste voorspeller van intentie (Ajzen, 1991). Hieruit kan worden opgemaakt dat als de geloofwaardigheid van de advertentie door de consument hoog wordt ingeschat, dit een positief effect zal hebben op de aankoopintentie. Hieruit is de volgende hypothese opgesteld: H3: Een advertentie dat hoog beoordeeld wordt op geloofwaardigheid zal eveneens een hoge beoordeling op aankoopintentie hebben bij de consument 10

11 1.5 Traditionele & nieuwe media. In deze studie zal onderscheid gemaakt worden tussen traditionele en nieuwe media. Onder traditionele media vallen onder andere televisie, radio, print en buitenreclame. Nieuwe media gebruiken het Internet. Bijvoorbeeld (direct) , reclame via websites en adverteren via sociale media (Calisir, 2003). Nieuwe media onderscheiden zich vooral van de traditionele media door een ongelimiteerde hoeveelheid aan informatie, onafhankelijk van tijd en ruimte, een ongelimiteerde hoeveelheid aan bronnen en de mogelijkheid zich zeer specifiek met een boodschap te richten op een doelgroep. Maar het allergrootste verschil tussen traditionele en nieuwe media en een groot voordeel van het Internet is de mate van interactiviteit tussen zender en ontvanger van een boodschap (Yoon & Kim, 2001). In het traditionele communicatie paradigma kunnen merken al dan niet in samenwerking met externe bedrijven (communicatie bureaus, reclame bureaus, PR adviseurs, etc.) de inhoud, herhaling, de timing, het medium en de boodschap bepalen. Er is sprake is van one way communicatie van zender naar ontvanger. Hierbij is niet of nauwelijks sprake van interactie tussen het merk en de consumenten. Consumenten hebben wel contact met elkaar over het merk, bijvoorbeeld door in de sociale omgeving hierover te praten. Deze mond-op-mond communicatie verspreid zich echter gelimiteerd en kan voor weinig belemmeringen zorgen op de dynamiek van de plek in de marktplaats van het merk (Mangold & Faulds, 2009). In tegenstelling tot de traditionele media kennen online media een zeer hoge mate van interactiviteit. Het Internet heeft ervoor gezorgd dat de mond-op-mond communicatie nu niet alleen plaatsvindt in de sociale omgeving van de ontvanger, maar een platform biedt waarmee miljoenen andere consumenten in één keer bereikt kunnen worden. De controle die het merk zelf in handen had in het traditionele paradigma bestaat nauwelijks nog. De one way communicatie is veranderd naar two way communicatie. Deze two way communicatie geeft de ontvanger van de boodschap de mogelijkheid te reageren op de boodschap van de zender. Deze verschuiving van one way naar two way communicatie heeft ervoor gezorgd dat een boodschap vanuit een merk direct bekritiseerd of bejegend kan worden door de consument. En de consument heeft vanuit zichzelf ook de mogelijkheid om informatie over een merk te verspreiden. Uit de studie van Rutsaert et al. (2013) blijkt dat juist de mogelijkheid voor iedereen om online content te creëren de consument kritisch maakt tegenover wat online gepresenteerd wordt. Juist omdat iedereen wel iets online kan zetten en het daardoor onduidelijk is of degene die de informatie online deelt dit met de beste bedoelingen doet. 11

12 Verondersteld kan worden dat ook de online boodschap vanuit het merk kritisch wordt bekeken en beoordeeld door de consument. Online berichtgeving vanuit merken, instanties of sociale groepen waar men bekend mee is blijken door de consumenten betrouwbaarder gevonden te worden dan berichtgeving uit onbekende bron. Two-way communicatie geeft de consument het gevoel over meer macht te beschikken dan bij het traditionele paradigma. Het direct kunnen reageren op een uiting van een merk maakt dit merk ook meer betrouwbaar. Het gebrek bij traditionele media aan controle over de informatie en het feit dat er op uitingen niet gereageerd kan worden heeft ervoor gezorgd dat consumenten nieuwe media positiever beoordelen dan traditionele media als bron van informatie (Mangold & Faulds, 2009). Door de two way communicatiemogelijkheid is een online directe respons van de consument op een boodschap van een merk mogelijk en kunnen de consumenten ook onderling communiceren over merken en producten die hun interesse hebben. Het heeft een positief effect op de geloofwaardigheid van een online boodschap vanuit een merk (Rutsaert et al., 2013; Calisir, 2003; Mangold & Faulds, 2009). Uit de eerder aangegeven verwachtingen over de directe effecten van het wel of niet gebruiken van een voedingsclaim op: (H1) de geloofwaardigheid van de boodschap en (H2) de aankoopintentie en de bevindingen tussen traditionele en nieuwe media kan gesteld worden dat advertenties met voedingsclaims via nieuwe media effectiever zullen werken dan advertenties zonder voedingsclaim in vergelijking met traditionele media. H4: Het effect van het gebruik van de voedingsclaim op de geloofwaardigheid van de advertentie zal via nieuwe media groter zijn dan via traditionele media dan wanneer er geen voedingsclaim wordt gebruikt. H5: Het effect van het gebruik van de voedingsclaim op de aankoopintentie zal via nieuwe media groter zijn dan via traditionele media dan wanneer er geen voedingsclaim wordt gebruikt. Bovengenoemde hypotheses worden hieronder schematisch weergegeven: 12

13 Figuur 1. Conceptueel model. Media (traditioneel vs sociaal) Claim (wel vs niet) Geloofwaardigheid vd boodschap Aankoopintentie Methode Om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag, in hoeverre een advertentie in verschillende type media met wel of geen voedingsclaim effect heeft op de aankoopintentie en de geloofwaardigheid van de advertentie bij de consument, is gebruik gemaakt van een experiment met een online vragenlijst (zie bijlage 1). Het experiment is de meest geschikte methode aangezien hiermee de causaliteit tussen de onafhankelijke variabelen voedingsclaim (wel vs. geen) en het medium en de afhankelijke variabelen geloofwaardigheid van de advertentie en aankoopintentie onderzocht kan worden. Door middel van de experimentele opzet zijn de onafhankelijke variabelen gemanipuleerd. Dit om te onderzoeken of een eventueel effect op de afhankelijke variabelen puur toe te schrijven is aan de onafhankelijke variabelen. Er is gekozen voor een online vragenlijst omdat dit een goedkope en snelle manier is om de meningen en attitudes van respondenten te meten (Boeije, t Hart & Hox, Bij gebruik van een experiment is het mogelijk eventuele storende factoren uit te sluiten, zoals de invloed van de onderzoeker bij het invullen van de vragenlijst, wat belangrijk is voor de interne validiteit van het onderzoek. Nadelen van de online vragenlijst zijn non-respons en sociaal wenselijke antwoorden door de respondenten. (Boeije et al., 2009) Deze nadelen wegen echter niet op tegen de genoemde voordelen van deze methode. Experimenteel Design Het experiment betreft een twee (voedingsclaim: wel vs. geen) bij twee (medium: traditioneel vs. nieuw) tussengroepen design. Zie tabel 1 in bijlage 2 voor een schematische weergave van het design. De vier condities zij willekeurig via onderzoeksprogramma Qualtrics aan de respondenten toegewezen. Een advertentie met voedingsclaim via een traditioneel medium 13

14 (conditie 1), een advertentie met voedingsclaim via een nieuw medium (conditie 2), een advertentie zonder voedingsclaim via een traditioneel medium (conditie 3) of een advertentie zonder voedingsclaim via een nieuw medium (conditie 4). De condities zonder voedingsclaim vormen de controlegroep. (Zie bijlage 2, tabel 1. Experimenteel design.) Steekproef Voor deze studie zijn de respondenten geselecteerd uit een convenience sample, deze wordt gebruikt omdat dit voor de onderzoeker de best bereikbare groep vormt en tegelijkertijd voldoet deze groep aan de voorwaarden van dit onderzoek. Daarnaast is de sneeuwbalsteekproefmethode toegepast, de respondenten uit de convenience sample wordt verzocht de vragenlijst te delen in hun eigen sociale omgeving. Deze studie maakte deel uit van een groter geheel, hierdoor werd het bereik aanzienlijk vergroot. In de Analyse zijn uiteindelijk alleen de voor deze studie relevante items uit de vragenlijst meegenomen om de onderzoeksvraag te beantwoorden (zie bijlage 1 voor de vragenlijst). De online survey werd via het online medium Facebook en via verspreid. Er werden in totaal 241 mensen bereikt, waarvan 36,1% mannen (n = 87) en 63,9% vrouwen (n = 154), met een gemiddelde leeftijd van 37 jaar. Gemiddeld waren de respondenten hoog opgeleid, 69,7% van de respondenten gaf aan HBO of universitair te zijn opgeleid (n = 168) waarvan 15,7% aangaf de studie communicatiewetenschap te volgen (n = 97). Het onderzoek heeft gelopen van 4 tot 22 november In de Facebookpost en in de van de onderzoeker werd kort uitgelegd wat het doel van de survey is en werd er een link geplaatst naar de online survey. Het invullen van de survey nam ongeveer 10 minuten in beslag. Voordat de respondenten startten met de vragenlijst werd hen eerst een informatiebrief gepresenteerd en dienden zij ten behoeve van ethische toetsing een akkoord te geven volledig ingelicht te zijn over het onderzoek. Voordat de respondenten konden beginnen met het invullen van de online vragenlijst, diende de respondenten akkoord te zijn gegaan met de voorwaarden van het consentformulier. Vervolgens kregen de respondenten een aantal voorbeeldvragen te zien zodat het duidelijk was hoe de vragen beantwoord dienden te worden. Hierna werd de controlevraag gesteld in hoeverre de respondenten bekend waren met het merk dat is gebruikt in de manipulatie. Vervolgens werd de gemanipuleerde reclame-uiting getoond en hierna allereerst vijf items ter controle van de geloofwaardigheid van de advertentie en vervolgens drie items ter controle van de aankoopintentie. Tot slot zijn er een aantal controlevragen naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, en of de respondenten communicatiewetenschap studeren en een Facebook account hebben. (Zie bijlage 1 voor de vragenlijst). 14

15 Manipulatiemateriaal Zoals beschreven bij de onderzoeksmethode is er sprake van een 2x2 design en waren er vier manipulaties nodig. (Zie bijlage 1 voor de vier manipulaties) De onafhankelijke variabele voedingsclaim is gemanipuleerd door een advertentie te laten zien zonder de voedingsclaim en een advertentie met voedingsclaim. De originele voedingsclaims van Innocent zijn in dit onderzoek gebruikt: Alleen het allersappigste fruit en Niet gemaakt van geconcentreerd sap. De onafhankelijke variabele medium is gemanipuleerd door als nieuwe media het sociale netwerk Facebook te gebruiken, veel mensen zijn bekent met dit medium. Bij traditionele media is gekozen om een Abri te gebruiken. Dit is net als Facebook een wel bekend medium en gemakkelijk te manipuleren. Er zijn zoals gezegd vier condities gemanipuleerd, een Faceookbericht met voedingsclaim een Facebookbericht zonder voedingsclaim, een Abri advertentie met voedingsclaim en een Abri advertentie zonder voedingsclaim. Het product gebruikt in de manipulaties is een flesje sap van het merk Innocent. Innocent kan gezien worden als een functioneel voedingsmiddel, staat voor verantwoorde voeding, en maakt gebruik van voedingsclaims in de reclame-uitingen. De originele voedingsclaims van Innocent zijn gebruikt en deze zijn vergeleken met de controleconditie geen voedingsclaim. Om het manipulatiemateriaal te testen is het materiaal onder vijftien personen getest door middel van een pilot-test. Pilot-test Om de het manipulatiemateriaal te testen en om de survey te controleren op (spel)fouten is er een pilot-test uitgevoerd onder 15 proefpersonen. Deze zijn door de onderzoeker persoonlijk benaderd. Op deze wijze is gebleken dat de items duidelijk waren voor de respondenten en is gecontroleerd of de geconstrueerde schaal betrouwbaar was. Meetinstrument Geloofwaardigheid van de advertentie De geloofwaardigheid van de advertentie is de mate waarin de consument hetgeen in de boodschap wordt verteld als waarheid beschouwd. Deze wordt gemeten aan de hand van de advertising believability scale van Beltramini (1988). De vijf items gebruikt in deze vragenlijst, en die antwoord geven op de stelling de boodschap van Innocent vind ik, zijn: onbetrouwbaar/ betrouwbaar, niet overtuigend/ overtuigend, niet geloofwaardig/ geloofwaardig, misleidend/ oprecht en oneerlijk/ eerlijk. Het betreft hier vijf items die op een 7-punts semantisch differentiaal gemeten zijn. De originele schaal bevat tien items, voor dit 15

16 onderzoek zijn er vijf items geschrapt die niet relevant zijn voor de onderzoeksvraag. Uit een factoranalyse bleek dat met de vijf items één component gecreëerd kon worden met een eigenwaarde boven de 1,00 en een verklaarde variantie van 71,18%. Uit een betrouwbaarheidsanalyse blijkt dat de latente variabele geloofwaardigheid van de advertentie een hoge betrouwbaarheid kent (α = 0,90). Deze meting kan als betrouwbaar en valide beschouwd worden (M = 4,04, SD = 1,17). (Zie bijlage 2, tabel 2 Componentladingen geloofwaardigheid van de advertentie.) Aankoopintentie De aankoopintentie is het voornemen van de consument om iets aan te schaffen. Om de aankoopintentie te meten is gebruikt gemaakt van drie items, deze items zijn afkomstig uit onderzoek van Dodds, Monroe en Grewal (1991). De originele schaal bevat vijf items, voor dit onderzoek zijn er twee items geschrapt die niet relevant zijn voor de onderzoeksvraag. De items gebruikt in deze vragenlijst zijn: de waarschijnlijk dat ik dit product koop is, de kans dat ik dit product koop is en mijn bereidheid om dit product te kopen is. De items worden gemeten op een 7-punt semantisch differentiaal, op een schaal van erg hoog tot erg laag. Uit een betrouwbaarheidsanalyse blijkt dat de latente variabele aankoopintentie een hoge betrouwbaarheid kent (α = 0,97). Deze meting kan als betrouwbaar en valide beschouwd worden (M = 3,09, SD = 1,73). Controlevariabele De merkbekendheid is de actieve of passieve kennis van een merknaam. Om de merkbekendheid van het product dat in de stimulus is gebruikt te meten kregen de respondenten naast het merk gebruikt in deze studie zeven vergelijkbare merken te zien. Deze waren Coolbest, Sourcy Vitaminwater, Roosvicee, Optimel, Appelsientje, Alpro en Hero. De respondenten moesten op een 7-puntlikertschaal aangeven in hoeverre ze bekend waren met de verschillende merken, variërend van 1 helemaal niet mee bekend tot 7 helemaal mee bekend. (Zie bijlage 1). Demografische kenmerken Naast deze variabelen zijn er vijf vragen gesteld naar demografische kenmerken van de respondenten, het betreft hier vragen naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, of de respondent communicatiewetenschap studeert en of de respondent een Facebook account heeft. (Zie de volledige vragenlijst in bijlage 1). 16

17 Analyseplan Met behulp van het programma IBM SPSS Statistics 20 zijn de resultaten van de enquête verwerkt om antwoord te geven op de onderzoeksvraag, in hoeverre een advertentie in verschillende type media met wel of geen voedingsclaim effect heeft op de aankoopintentie en de geloofwaardigheid van de boodschap bij de consument. De controlevariabelen zijn met behulp van eenvoudige kruistabellen op de verschillende condities afgezet. Aangezien de variabele merkbekendheid invloed kan hebben op de relatie tussen de onafhankelijke variabele wel of geen claim en de afhankelijke variabelen geloofwaardigheid van de boodschap en aankoopintentie, wordt hiervoor allereerst gecontroleerd door middel van een bivariate correlatie analyse. Wanneer er een significant effect blijkt te zijn, kan ervan worden uitgegaan dat er een samenhang is tussen merkbekendheid en de afhankelijke variabelen en zal deze worden meegenomen als covariaat in de verdere analyses. Met behulp van het programma IBM SPSS Statistics 20 zijn de resultaten van de enquête verwerkt om antwoord te geven op de onderzoeksvraag, in hoeverre een advertentie in verschillende type media met wel of geen voedingsclaim effect heeft op de aankoopintentie en de geloofwaardigheid van de boodschap bij de consument. De controlevariabelen zijn met behulp van eenvoudige kruistabellen op de verschillende condities afgezet. Om het effect van (H1) de onafhankelijke variabele wel of geen claims op de afhankelijke variabelen geloofwaardigheid van de advertentie en (H2) de onafhankelijke variabele wel of geen claims op de aankoopintentie te toetsen twee maal gebruik gemaakt van een eenwegsvariantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA). Deze toets is het meest geschikt aangezien het zowel bij geloofwaardigheid van de advertentie en bij aankoopintentie gaat om de invloed van één categorische variabele (claims) op één numerieke variabele. Om (H3) de samenhang van de geloofwaardigheid van de advertentie op aankoopintentie te toetsen is eveneens gebruik gemaakt van een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA). Geloofwaardigheid van de advertentie is hercodeerd naar 2 groepen, geloofwaardig en niet geloofwaardig. Om het mogelijk modererende effect van medium op (H4) de onafhankelijke variabele wel of geen claims op de afhankelijke variabelen geloofwaardigheid van de advertentie en (H5) de onafhankelijke variabele wel of geen claims op de aankoopintentie te onderzoeken is er een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd. 17

18 Voor zowel de eenwegs-variantieanalyse als voor de tweewegs-variantieanalyse is er een Levene s Test uitgevoerd om aan te tonen of er al dan niet van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan. Resultaten Beschrijving van de steekproef Conditie 1 bestond voor 30,2% uit mannen (n = 19) en voor 69,9% uit vrouwen (n = 44). De gemiddelde leeftijd was 40 jaar. 73% procent van de respondenten in conditie 1 gaf aan een Facebook account te hebben (n = 46). 69,8% van de respondenten was hoger opgeleid (HBO of universiteit), (n =44) waarvan 14,8% communicatiewetenschap studeerde (n = 4). 47,6% van de respondenten gaf aan helemaal niet bekend te zijn met het merk Innocent dat is gebruikt als stimulus (n = 30). Conditie 2 bestond voor 38,2% uit mannen (n = 21) en voor 61,8% uit vrouwen (n = 34). De gemiddelde leeftijd was 34 jaar. 80% procent van de respondenten in conditie 2 gaf aan een Facebook account te hebben (n= 48). 81,8% van de respondenten was hoger opgeleid (n =45) waarvan 19,4% communicatiewetenschap studeerde (n = 6). 41,8% van de respondenten gaf aan helemaal niet bekend te zijn met het merk Innocent dat is gebruikt als stimulus (n = 23). Conditie 3 bestond voor 39,7% uit mannen (n = 25) en voor 60,3% uit vrouwen (n = 38). De gemiddelde leeftijd was ,7% procent van de respondenten in conditie 3 gaf aan een Facebook account te hebben (n = 54). 65,1% van de respondenten was hoger opgeleid (n =41) waarvan 16,7% communicatiewetenschap studeerde (n = 5). 39,7% van de respondenten gaf aan helemaal niet bekend te zijn met het merk Innocent dat is gebruikt als stimulus (n = 25).Conditie 4 bestond voor 36,7% uit mannen (n = 22) en voor 63,3% uit vrouwen (n = 38). De gemiddelde leeftijd was % procent van de respondenten in conditie 4 gaf aan een Facebook account te hebben (n = 48). 63,3% van de respondenten was hoger opgeleid (n =44) waarvan 11,1% communicatiewetenschap studeerde (n = 3). 43,3% van de respondenten gaf aan helemaal niet bekend te zijn met het merk Innocent dat is gebruikt als stimulus (n = 26). Controlevariabele Ook is een bivariate correlatieanalyse uitgevoerd om te controleren of de controlevariabele merkbekendheid samenhangt met de afhankelijke variabelen geloofwaardigheid van de boodschap en aankoopintentie. Uit deze correlatieanalyse blijkt dat er een significante samenhang bestaat tussen merkbekendheid en de geloofwaardigheid van de advertentie (r = 0,32, p = <0,001) en tussen merkbekendheid en de aankoopintentie (r = 0,51, p = <0,001). De 18

19 samenhang is zwak maar significant. De variabele merkbekendheid is daarom meegenomen als covariaat in de analyses waarbij er wordt gekeken naar mogelijke effecten op de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie. Hypothesen. H1. Claims & de geloofwaardigheid van de advertentie Er is een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA) uitgevoerd met claim (wel/ niet) als onafhankelijke variabele en de geloofwaardigheid van de advertentie als afhankelijke variabele. Als covariaat is merkbekendheid meegenomen in de analyse. Uit de Levene s test is gebleken dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F (1, 239) = 1,911, p = 0,168. Er is geen significant effect gevonden van het wel of niet gebruiken van een voedingsclaim op de beoordeelde geloofwaardigheid van de advertentie, F (1, 239) = 0,028, p = 0,868. De advertentie zonder voedingsclaim werd gemiddeld als iets geloofwaardiger beoordeeld (M = 4,06, SD = 1,06) dan de advertentie met voedingsclaim (M = 4,02, SD = 1,28). Deze bevindingen zijn echter niet significant. Hiermee wordt hypothese 1 verworpen. Een advertentie met een voedingsclaim heeft niet significant een positiever direct effect op de geloofwaardigheid van de advertentie bij de consument dan een advertentie zonder voedingsclaim. (Zie bijlage 2, tabel 3. Gemiddelden en standaarddeviaties hypothese 1.) H2. Claims & de aankoopintentie Er is een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA) uitgevoerd met claim (wel/ niet) als onafhankelijke variabele en de aankoopintentie als afhankelijke variabele. Als covariaat is merkbekendheid meegenomen in de analyse. Uit de Levene s test is gebleken dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F (1, 239) = 0,620, p = 0,432. Er is een significant verschil gevonden van het wel of niet gebruiken van een voedingsclaim op de beoordeelde aankoopintentie, F (1, 239) = 4,179, p = 0,042. Bij de advertentie zonder voedingsclaim was gemiddeld de aankoopintentie iets lager (M = 2,91, SD = 1,67) dan de advertentie met voedingsclaim (M = 3,27, SD = 1,78), deze bevindingen zijn significant. Hiermee wordt hypothese 2 aangenomen. Een advertentie met een voedingsclaim heeft significant een positiever direct effect op de aankoopintentie bij de consument dan een advertentie zonder voedingsclaim. (Zie bijlage 2, tabel 4. Gemiddelden en standaarddeviaties hypothese 2.) 19

20 H3. Geloofwaardigheid van de advertentie & de aankoopintentie Er is een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA) uitgevoerd met geloofwaardigheid van de advertentie (wel/ niet) als onafhankelijke variabele en de aankoopintentie als afhankelijke variabele. Als covariaat is merkbekendheid meegenomen in de analyse. Uit de Levene s test is gebleken dat er niet van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F (1, 239) = 7,710, p = 0,006. Dat betekend dat de resultaten voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd. Er is een significant verschil gevonden van de geloofwaardigheid van de advertentie op de beoordeelde aankoopintentie, F (1, 239) = 4,179, p = 0,042. Bij een lage beoordeling van de geloofwaardigheid van de advertentie was gemiddeld de aankoopintentie lager (M = 1,91, SD = 1,24) dan bij een hoge beoordeling van de geloofwaardigheid van de advertentie (M = 3,53, SD = 1,68). Deze bevindingen zijn significant. Hiermee wordt hypothese 3 aangenomen. Een advertentie, dat hoog beoordeeld wordt op geloofwaardigheid zal eveneens een hoge beoordeling op de aankoopintentie bij de consument. H4 & H5. Traditionele & nieuwe media Om het mogelijk modererende effect van het medium te onderzoeken is er een tweewegsvariantieanalyse uitgevoerd. Allereerst op de afhankelijke variabele geloofwaardigheid van de advertentie. Als covariaat is merkbekendheid meegenomen in de analyse. Uit de Levene s test is gebleken dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F (3, 237) = 2,54, p = 0,477. Er is geen significant verschil gevonden van het wel of niet gebruiken van een voedingsclaim in combinatie met het medium op de beoordeelde geloofwaardigheid van de advertentie, F (3, 237) = 1,227, p = 0,269. Bij het traditionele medium was de geloofwaardigheid van de advertentie zonder voedingsclaim iets hoger (M = 4,13, SD = 1,03) dan de advertentie met voedingsclaim (M = 3,91, SD = 1,20). Bij het nieuwe medium was de geloofwaardigheid van de advertentie zonder voedingsclaim juist iets lager (M = 3,98, SD = 1,09) dan de advertentie met voedingsclaim (M = 4,14, SD = 1,36). Hypothese 4 wordt verworpen. Het effect van het gebruik van de voedingsclaim op de geloofwaardigheid van de advertentie is via nieuwe media niet significant groter dan via traditionele media.(zie bijlage 2, tabel 5. Gemiddelden en standaarddeviaties hypothese 4.) 20

21 Het mogelijke modererende effect van het medium op de afhankelijke variabele aankoopintentie is vervolgens getoetst door middel van een tweewegs- variantieanalyse. Als covariaat is merkbekendheid meegenomen in de analyse. Uit de Levene s test is gebleken dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F (3, 237) = 0,195, p = 0,900. Er is geen significant verschil gevonden van het wel of niet gebruiken van een voedingsclaim in combinatie met het medium op de beoordeelde aankoopintentie, F (3, 237) = 1,623, p = 0,204. Bij het traditionele medium was de aankoopintentie zonder voedingsclaim iets lager (M = 2,99, SD = 1,63) dan de advertentie met voedingsclaim (M = 3,05, SD = 1,69). Bij het nieuwe medium was de aankoopintentie zonder voedingsclaim eveneens iets lager (M = 2,83, SD = 1,71) dan de advertentie met voedingsclaim (M = 3,52, SD = 1,85). Hypothese 5 wordt verworpen. Het effect van het gebruik van de voedingsclaim op de aankoopintentie is via nieuwe media niet significant groter dan via traditionele media. (Zie bijlage 2, tabel 6, Gemiddelden en standaarddeviaties hypothese 5.) Conclusie In deze studie is onderzoek gedaan naar wat het effect van het gebruik van voedingsclaims kan zijn op de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie bij de consument. Daarnaast is onderzocht of het soort medium, traditioneel of nieuw, een modererend effect heeft op het directe effect van wel of geen voedingsclaim op de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie versterkt of verzwakt. Onderzoek naar specifiek deze combinatie van variabelen is nog niet eerder uitgevoerd en daarom draagt deze studie bij aan de kennis over de effecten van voedingsclaims. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een experiment en een online vragenlijst, in totaal hebben 241 mensen meegedaan aan het onderzoek. De centrale onderzoeksvraag was: In hoeverre heeft een advertentie met wel of geen voedingsclaim in verschillende type media effect op de aankoopintentie en de geloofwaardigheid van de boodschap bij de consument?. Uit het onderzoek is allereerst gebleken dat een advertentie met een voedingsclaim geen significant positief direct effect op de geloofwaardigheid van de advertentie bij de consument heeft in vergelijking met een advertentie zonder voedingsclaim. Uit de resultaten is wel gebleken dat de advertentie zonder voedingsclaim gemiddeld als iets geloofwaardiger werd beoordeeld dan de advertentie met voedingsclaim, echter dit verschil was zeer klein. Vanuit de 21

22 literatuur werd verwacht dat de argumenten en de informatie uit de claim niet kritisch zouden worden beoordeeld, waardoor de claim meer als een extra bevestiging zou van de gezonde aard van het product zou gelden. Verwacht werd dat er niet kritisch gekeken zou worden naar wat er precies in de claim werd gezegd, maar de claim zou zorgen voor een algemeen gevoel dat het product gezond is. Het zogenaamde halo-effect zou optreden, deze verwachtingen zijn echter uitgebleven. Hypothese 1 is verworpen. Uit de resultaten is gebleken dat een advertentie met een voedingsclaim een positiever direct effect heeft op de aankoopintentie bij de consument dan een advertentie zonder voedingsclaim. Dit is in lijn met de informatie uit de literatuur. Uit verschillende studies bleek dat consumenten voedingsproducten met een voedingsclaim gezonder beschouwen dan voedingsproducten zonder voedingsclaim (Bech-Larsen en Grunert, 2003; Roë, 1999; Urala en Lähteenmäki, 2003; Verbeke, 2005). Deze gezond geachte producten zouden zorgen voor een positieve attitude bij de consument. Een positieve attitude ten opzichte van het product heeft volgens de theory of planned behaviour een positief effect op de gedragsintentie. Hypothese 2 is aangenomen. Er blijkt uit de resultaten dat er eveneens een verband bestaat tussen de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie. Hoe hoger de advertentie wordt beoordeeld op geloofwaardigheid, hoe hoger deze wordt beoordeeld op aankoopintentie door de respondenten. Dit komt overeen met de resultaten uit het literatuuronderzoek, waar uit menig onderzoek wordt geconcludeerd dat geloofwaardigheid van de advertentie een goede voorspeller is voor de aankoopintentie. En vooral dat zodra een advertentie niet geloofwaardig wordt beoordeeld dit de aankoopintentie negatief beïnvloed (MacKenzie et al., 1986; Clark & Evans, 2013). Echter bleek uit de Levene s test dat er niet van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, hierdoor dienen de resultaten voorzichtig te worden geïnterpreteerd. Het gevonden significante verschil tussen de twee groepen kan niet volledig aan de beïnvloeding van de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie worden gekoppeld omdat de verschillen tussen de groepen het gevonden effect mogelijk heeft kunnen beïnvloeden. Hypothese 3 is onder voorbehoud aangenomen, vervolgonderzoek zou met gelijke groepen wellicht kunnen leiden tot volledige bevestiging. Het medium is in deze studie getoetst als mogelijke moderator die de effecten van een voedingsclaim op de geloofwaardigheid van de advertentie en de aankoopintentie kan 22

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Foodclaims: onder valse vlag varen?

Foodclaims: onder valse vlag varen? Foodclaims: onder valse vlag varen? Een online experiment naar voedingsclaims en het effect hiervan op de attitude van consumenten. Naam: Nienke Gras Studentnummer: 10365478 Docente: Charlotte Blom Universiteit

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Een experimentele studie naar de gezondheidsperceptie van consumenten betreffende gezondheidsclaims over gezonde producten Lisa Baesjou 10175938

Nadere informatie

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar?

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Een onderzoek naar het effect van voedings- en gezondheidsclaims op de productattitude en koopintentie van de consument Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Bachelor Communicatiewetenschap Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Student: Claudia Wienema Studentnummer:

Nadere informatie

Kies mij, ik ben gezond!

Kies mij, ik ben gezond! Kies mij, ik ben gezond! Onderzoek naar het effect van framing van voedingsberichten op de intentie om gezond te eten, een bericht te delen en de gepercipieerde gezondheid van een product Sophie van Overeem

Nadere informatie

Hoe meer je ervan weet, hoe gezonder je eet?

Hoe meer je ervan weet, hoe gezonder je eet? Hoe meer je ervan weet, hoe gezonder je eet? Een kwantitatief onderzoek naar de invloed van voedingskennis (health literacy) op de kennis van standaarden voor een gezond voedingspatroon. Nadine Commandeur,

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding GEZOND ZENDEN Een onderzoek naar het effect van het type zender van Facebook berichten en de hoeveelheid likes op de koopintentie en de intentie om gezond te gaan eten. Tim Oostvogel 10088016 Afstudeerproject

Nadere informatie

Bachelorscriptie. Het uitdragen van duurzaamheid middels verbale en visuele cues op productverpakkingen

Bachelorscriptie. Het uitdragen van duurzaamheid middels verbale en visuele cues op productverpakkingen Bachelorscriptie Het uitdragen van duurzaamheid middels verbale en visuele cues op productverpakkingen Promotion of sustainability through verbal and visual cues on product packaging Auteur: Kim Lucassen

Nadere informatie

Priming: toveren met taal

Priming: toveren met taal 1 Priming: toveren met taal Een onderzoek naar de effecten van priming via user-generated content op merkattitude en merkloyaliteit. Universiteit van Amsterdam Naam Daniël Visser Studentnr 10193758 Datum

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Samenvatting Door het gebruik van een experiment met online vragenlijst onder 201 respondenten is. Michelle van Doorn Studentnummer:

Samenvatting Door het gebruik van een experiment met online vragenlijst onder 201 respondenten is. Michelle van Doorn Studentnummer: Naam: Michelle van Doorn Studentnummer: 10196196 Docent: Charlotte Blom Aantal woorden: 7964 Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Samenvatting Door

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Sponsorship disclosures op blogs

Sponsorship disclosures op blogs Sponsorship disclosures op blogs Een onderzoek naar het effect van (de plaats van) sponsorship disclosures op blogs op de attitude ten aanzien van de blogpost, de attitude ten aanzien van het merk en de

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Stephanie Kruythof ANR: 555110 Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie: Bedrijfscommunicatie

Nadere informatie

Is een betrouwbare bron echt belangrijk?

Is een betrouwbare bron echt belangrijk? Is een betrouwbare bron echt belangrijk? Het effect van de source credibility van een health-claim op een voedingsproduct, op de attitude en koopintentie ten aanzien van het voedingsproduct. Nadine Duijndam

Nadere informatie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie 1 BLAME THE FRAME Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie [Type text] [Type text] [Type text] Liselotte Vuijk 10608435 Docent: Eline

Nadere informatie

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Bachelorscriptie De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S4517954 29-1-2016 Begeleidster: Anneke de Graaf Thema 3: Winst- en verliesframing

Nadere informatie

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017 VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND September 2017 INTRODUCTIE Het vertrouwen in overheden, bedrijfsleven, media en NGO s daalt wereldwijd (bron: Edelman Trust barometer), eigenlijk al sinds de recessie in

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Masterscriptie De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Naam Nikki Theuns Studentnummer S4141660 E-mailadres n.theuns@student.ru.nl Opleiding Master Communicatie

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING?

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? Universiteit van Amsterdam Afdeling Communicatiewetenschap Student: Laura Gaanderse Studentnummer: 5898102 Scriptiebegeleider: dr. Pytrik Schafraad 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Natuur als reclamestrategie

Natuur als reclamestrategie Natuur als reclamestrategie Een experiment naar de invloed van natuur in advertenties op de perceptie van milieuvriendelijkheid, merkattitude en koopintentie. Afstudeerproject Bachelor Communicatiewetenschap

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Zet Instagram aan tot gezonder eten?

Zet Instagram aan tot gezonder eten? Zet Instagram aan tot gezonder eten? Een onderzoek naar de effecten van endorsement en likes op de attitudevorming en koopintentie ten opzichte van gezonde producten. Romy Cluistra (10610995) Afstudeerproject

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel

Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel Over gezinsaankopen wordt veel overleg gevoerd binnen families. Alle gezinsleden

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing.

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Onderzoeksverslag Masterscriptie De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Lauret Gerner S4219910 30 januari 2017

Nadere informatie

Leren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012

Leren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012 Leren en betrokkenheid H8 Leren? Leren? Marketeers willen de consument iets leren over hun producten/ diensten: hoe te gebruiken, waar te kopen etc. Leren? Marketeers willen de consument iets leren over

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december

Nadere informatie

Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op een voedingsverpakking

Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op een voedingsverpakking Caroline van Teeffelen Master s thesis Persuasive Communication Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op een voedingsverpakking Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love?

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Naam: Ruben Betjes Studentnummer: 10624759 Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Docent:

Nadere informatie

Crisiscommunicatie en social media: het medium is de boodschap

Crisiscommunicatie en social media: het medium is de boodschap Crisis en social media: het medium is de boodschap Een onderzoek naar de invloed van crisis respons strategieën via social media op reputatie, en de invloed van reputatie op word-ofmouth Roos Bouws 5815193

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare?

Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare? Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare? Een onderzoek naar het effect van webcare op Facebook en de tone of voice hiervan op merkattitude en aankoopintentie Marlotte van den Dries U0554557 Master

Nadere informatie

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen Rapportage Mediawijsheid November 2016 In opdracht van: De Issuemakers Project number: 2016465 Auteur: Tim Faassen Achtergrond van het onderzoek Doel onderzoek Van 18 tot en met 25 november 2016 wordt

Nadere informatie

Reclame op internet. Beeld, audio of video: welk type banner werkt het best?

Reclame op internet. Beeld, audio of video: welk type banner werkt het best? Reclame op internet Beeld, audio of video: welk type banner werkt het best? 26 augustus 2009 Claartje Wolff 0118354 Begeleider: Hans van der Brug Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Sponsoring van een golfevenement: Monsterlijke energydrank of high-class champagne?

Sponsoring van een golfevenement: Monsterlijke energydrank of high-class champagne? 2016 Sponsoring van een golfevenement: Monsterlijke energydrank of high-class champagne? Experimenteel onderzoek naar de invloed van congruentie tussen sponsor en sport op merkattitude & herinnering, en

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

CASESTUDIE? HOE KRIJG IK MIJN WINKEL VOL? 12 februari 2014, Richard van Hoorn

CASESTUDIE? HOE KRIJG IK MIJN WINKEL VOL? 12 februari 2014, Richard van Hoorn CASESTUDIE? HOE KRIJG IK MIJN WINKEL VOL? Hoe krijg ik mijn winkel vol? Inzet marketingbudget Hoe meet je of de kosten van printmedia opwegen tegen het effect? Het commercieel effect De klassieke commerciële

Nadere informatie

D E KRACHT VAN S P O RT CELEBRITY EN

D E KRACHT VAN S P O RT CELEBRITY EN D E KRACHT VAN S P O RT CELEBRITY EN F RAMING Een experimenteel onderzoek naar het effect van sport celebrity endorsers en framing op de geloofwaardigheid van een bericht en in welke mate geslacht invloed

Nadere informatie

Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties

Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties Student: Laura van Leijen 3859533 Docent: Prof. dr. mr. Paul van den Hoven Universiteit

Nadere informatie

Online Trust. Informatie-uitwisseling Opdracht

Online Trust. Informatie-uitwisseling Opdracht Online Trust Informatie-uitwisseling Opdracht 2 2014-2015 Dit document bevat een voorstel voor de onderzoeksopdracht voor de cursus Informatie-uitwisseling van de opleiding Informatiekunde Team #71: Bluelephant

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

CSR communicatie: stakeholders betrekken via. Facebook of informeren via de corporate website?

CSR communicatie: stakeholders betrekken via. Facebook of informeren via de corporate website? CSR communicatie: stakeholders betrekken via Facebook of informeren via de corporate website? Een experimenteel onderzoek naar de geloofwaardigheid en legitimiteit van communicatiemiddelen en communicatiestrategieën.

Nadere informatie

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn Imago-onderzoek 1 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn 1 Inhoudsopgave Pagina Samenvatting 3 Resultaten ouders Algemene beschrijving ouders 1. Hoeveel ouders hebben van het CJG gehoord? 6. Waar

Nadere informatie

De reputatie van financiële bijsluiters

De reputatie van financiële bijsluiters De reputatie van financiële bijsluiters De invloed van gepercipieerd belang en eenduidigheid op de attitude, koopintentie en vertrouwen ten aanzien van banken en hun producten. Afstudeerscriptie voor de

Nadere informatie

OVERTUIGEND OVERTUIGEN

OVERTUIGEND OVERTUIGEN OVERTUIGEND OVERTUIGEN Experimenteel onderzoek naar de rol van gender van de bron, waargenomen bronkwaliteit en type evidentie in een persuasieve boodschap Bachelor Eindwerkstuk, derde versie Communicatie-

Nadere informatie

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie.

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. Bachelor thesis - Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Naam: Gitte Thijssen

Nadere informatie

Relatiemagazines: een gezaghebbende bron?

Relatiemagazines: een gezaghebbende bron? MARJOLEIN VAN DER KOLK RELATIEMAGAZINES; EEN GEZAGHEBBENDE BRON? Relatiemagazines: een gezaghebbende bron? Marjolein van der Kolk. Marjolein@marjoleinvanderkolk.com. Vrije Universiteit, Faculteit der Sociale

Nadere informatie

PERSUASIVE DESIGN Waarom R eview m arketing onmisbaar is voor jouw startup webshop PIEN DE LAAT

PERSUASIVE DESIGN Waarom R eview m arketing onmisbaar is voor jouw startup webshop PIEN DE LAAT PERSUASIVE DESIGN Waarom Review marketing onmisbaar is voor jouw startup webshop PIEN DE LAAT I n h o u d s o p g a v e Inleiding Consumenten over online reviews Review marketing onderzoek Review marketing

Nadere informatie

Framing van maatschappelijk verantwoord ondernemen;

Framing van maatschappelijk verantwoord ondernemen; Framing van maatschappelijk verantwoord ondernemen; Een experiment naar het effect van de afzender in combinatie met het greenwashing- en green performance frame met de modererende variabele betrokkenheid

Nadere informatie

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES Een onderzoek naar het effect van leverings- en vraagschaarste in advertenties voor nieuwe en bestaande producten. Masterscriptie Jony van den Mosselaar s4057791 jony.mosselaar@gmail.com

Nadere informatie

Weet wat je eet: Hoe maak je een gezonde voedingskeuze?

Weet wat je eet: Hoe maak je een gezonde voedingskeuze? Weet wat je eet: Hoe maak je een gezonde voedingskeuze? De invloed van een nutrition-claim op de cognitieve en affectieve reacties van een consument Naam: Merel Oosterhof Studentnummer: 10575588 Begeleider:

Nadere informatie

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Naam: Kim Tielen Studentnummer: 4376420 Telefoonnummer: 0652181302 E-mailadres: kim.tielen@student.ru.nl Instelling: Radboud Universitair

Nadere informatie

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Naam: E-mail: Studentnr.: Instelling: Opleiding: Specialisatie: Eerste lezer: Tweede lezer:

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015 Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) 1. Het overtuigingsproces Op basis van modellen als het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986a; Petty & Wegener, 1999), het Heuristic-Systematic

Nadere informatie

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon CONSUMENTENPLATFORM Ons voedsel over 10 OPINIEONDERZOEK In september 2003 heeft het onderzoeksbureau Survey@ te Zoetermeer onder 600 Nederlanders een representatieve steekproef gehouden. De vragen in het

Nadere informatie

Een gouden plak of een knappe kop?

Een gouden plak of een knappe kop? Een gouden plak of een knappe kop? Experimenteel onderzoek naar de effecten van de mate van aantrekkelijkheid en sportprestaties van een sportendorser op merkattitude. Ekki Lemmink 10590668 Afstudeerproject

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Deze modeblog wordt niet gesponsord

Deze modeblog wordt niet gesponsord Deze modeblog wordt niet gesponsord Onderzoek naar het vermelden van gesponsorde content op Instagram modeblogs op merkattitude en aankoopintentie Nina Noordermeer 10782592 Universiteit van Amsterdam Masterscriptie

Nadere informatie

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING Online Marketing Door: Annika Woud 1 Inhoudsopgaven 1 Wat is online marketing? 2 Hoe pas je online marketing toe op een website? Hoe pas je het toe? SEO Domeinnaam HTML Google Analytics Advertenties op

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Becks in Business: Brand it like Beckham

Becks in Business: Brand it like Beckham Becks in Business: Brand it like Beckham Het gebruik van een sport endorser in printadvertenties Bachelorthesis Nina Aerts 10009272 11 juni 2013 Ca. 7500 woorden Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Sport jij voldoende?

Sport jij voldoende? Sport jij voldoende? Een onderzoek naar het effect van de bron en het frame van een sportcampagne op de attitude tegenover sporten Lotte van den Berg (10554807) Bachelorthesis Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw?

Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw? Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw? Een onderzoek naar de invloed van de sekse van de afgebeelde persoon in een sekseneutrale reclame op de waardering van het product en de persoon

Nadere informatie

Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen...

Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen... 1 Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen... Een effectstudie naar de toegevoegde waarde van dagbladen aan de hand van de Unilever s A-merk campagne: Niet voor niets Amsterdam, oktober 2009 2

Nadere informatie

Effect toiletreclame Ziggo. Altermedia Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin, Daan Damen en Jeroen Senster Project Z4778

Effect toiletreclame Ziggo. Altermedia Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin, Daan Damen en Jeroen Senster Project Z4778 Effect toiletreclame Ziggo Altermedia Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin, Daan Damen en Jeroen Senster Project Z4778 Achtergrond, doel- en probleemstelling In opdracht van Altermedia, in naam van Oskar van

Nadere informatie

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapportage Keurmerk Klantgericht Verzekeren In opdracht van: Stichting toetsing verzekeraars Datum: 27 januari 2015 Projectnummer: 2014026 Auteurs: Marit Koelman & John Ruiter Index Achtergrond van het

Nadere informatie