Is een betrouwbare bron echt belangrijk?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Is een betrouwbare bron echt belangrijk?"

Transcriptie

1 Is een betrouwbare bron echt belangrijk? Het effect van de source credibility van een health-claim op een voedingsproduct, op de attitude en koopintentie ten aanzien van het voedingsproduct. Nadine Duijndam ( ) januari 2013 Bachelor scriptie Afstudeerproject: de commerciële communicatie van de gezondheid Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam Begeleider: Dr. Sandra Zwier Aantal woorden: 6604 Samenvatting Centraal in dit onderzoek staat wat het effect is van de source credibility van health-claims weergegeven op voedingsproducten op de attitude en koopintentie tegenover deze voedingsproducten. Daarnaast wordt er gekeken naar of er effectverschillen zijn tussen health-claims op gezonde voedingsproducten en health-claims op ongezonde voedingsproducten. Om dit te kunnen onderzoeken is een experiment uitgevoerd waarin 81 personen deelnamen in de leeftijdscategorie 18 t/m 30 jaar. Gevonden werd dat de source credibility van een health-claim op een voedingsproduct vooral van belang is als het gaat om de attitude tegenover het voedingsproduct. De source credibility van een health-claim op een voedingsproduct bleek geen effect te hebben op de koopintentie ten opzichte van het voedingsproduct. Daarnaast werd er geen verschil in effect gevonden tussen gezonde- en ongezonde voedingsproducten. In het vervolg zou er meer onderzoek gedaan kunnen worden naar het effect van source credibility van health-claims op voedingsproducten om meer over dit onderwerp te weten te kunnen komen. Inleiding Brood waardoor je afvalt, drankjes waarvan je energie krijgt, cholesterolverlagende boter, snoepjes die vitaminen bevatten en ga zo nog maar even door. Het lijkt er tegenwoordig op dat elk voedingsproduct in de supermarkt wel iets bevat wat gezond is. Bedrijven hopen op 1

2 een hogere omzet door deze zogenaamde health-claims op hun voedingsproducten te plaatsen. Men kan zich echter afvragen of health-claims daadwerkelijk voor een grotere omzet zorgen en welke aspecten hierbij een rol kunnen spelen. In dit onderzoek wordt ingegaan op de geloofwaardigheid van de bron waar de health-claim van afkomstig is. De reden dat het belangrijk is om onderzoek te doen naar de geloofwaardigheid van de bron waar de health-claim van afkomstig is, is omdat tegenwoordig steeds meer wantrouwen ontstaat tegenover health-claims. Mensen twijfelen over of de beweringen in de health-claims altijd juist zijn. Als bij één product blijkt dat de health-claim misleidend is, kan automatisch wantrouwen ontstaan tegenover de andere producten met health-claims die daarna volgen, ongeacht of die van dezelfde- of een andere adverteerder zijn (Darke & Ritchie, 2007). In Nederland is zelfs een prijs ontworpen voor het voedselproduct met de meest misleidende marketing, ook wel bekend als het gouden windei (Foodwatch, 2012). Voor deze prijs worden vijf voedselproducten genomineerd die op een misleidende manier, door middel van health-claims, gepromoot worden. Vervolgens kan de consument stemmen op het voedselproduct dat als meest misleidend wordt gezien. In 2012 hebben ruim mensen hun stem uitgebracht. In 2011 waren dit er ruim waarmee het aantal stemmende mensen zich in een jaar bijna verdubbeld heeft. Dit geeft aan dat consumenten het steeds belangrijker vinden om te kijken of marketinginformatie over voedselproducten wel juist is. Het hebben van vertrouwen in een product is van positieve invloed op het koopgedrag van de consument (Kenning, 2008). Om de health-claim te kunnen vertrouwen is het van belang dat de bron waar de health-claim van afkomstig is als betrouwbaar wordt gezien. In dit onderzoek wordt daarom gekeken of het vertrouwen in de bron waarvan de health-claim afkomstig is, van invloed is op de attitude en koopintentie ten opzichte van het geadverteerde product. In deze thesis zal voor het vertrouwen in de bron de term source credibility worden gebruikt. De volgende onderzoeksvraag staat in dit onderzoek centraal: Wat is het effect van de source credibility van een health-claim in een reclame voor een gezonder en ongezonder voedingsproduct, op de attitude en koopintentie ten opzichte van het product? Attitude en koopintentie zijn van belang om te meten omdat dit de voorlopers zijn van koopgedrag (Fishbein & Ajzen, 1975). In dit onderzoek zullen tussendoortjes zoals 2

3 mueslirepen en chocoladekoekjes worden gebruikt als voorbeelden van gezonde- en ongezonde voedingsproducten. In dit onderzoek is voor tussendoortjes gekozen omdat in de praktijk vaak op tussendoortjes, zowel gezonde als ongezonde, health-claims worden weergegeven en het onderzoek hierdoor aan praktische toepasbaarheid wint. Dit onderzoek geeft op wetenschappelijk gebied meer informatie over wat het belang is van source credibility van een health-claim op attitude en koopintentie. Daarnaast kunnen de resultaten van dit onderzoek eventueel als informatiebron dienen voor bedrijven omtrent het belang van de juiste bron voor health-claims op voedingsproducten. In de volgende hoofdstukken zullen theoretische bevindingen tot nu toe over het onderwerp besproken worden. Hieruit zullen hypotheses ontstaan. Vervolgens volgt een beschrijving van de methode van het onderzoek. Tot slot zullen de resultaten van het onderzoek besproken worden en een discussie hiervan aan de orde komen. Theoretisch kader Het gebruik van health-claims is een vorm van persuasieve communicatie. Door health-claims op producten te gebruiken hoopt de producent de consument over te halen het product te kopen. McGuire (zoals geciteerd in Pornpitakpan, 2004) heeft persuasieve communicatie ingedeeld in vijf componenten: Source, message, channel, receiver en destination. In dit onderzoek staat het eerste component centraal, de bron. Credibility van de bron, oftewel de geloofwaardigheid, is waar het in dit onderzoek om draait. De term die vaak wordt gebruikt als het gaat om de geloofwaardigheid van de bron is source credibility. Source credibility gaat over het vertrouwen dat de consument heeft in de bron van een boodschap en kan uit meerdere aspecten bestaan, waaronder waargenomen expertise (Lin & Chung, 2011). Expertise is het aspect wat in het huidige onderzoek centraal zal staan als het gaat om de geloofwaardigheid van een bron. Tot nu toe is al veel onderzoek gedaan naar wat het effect van source credibility van een commerciële boodschap kan zijn op attitude en gedragsintentie ten opzichte van de boodschap (Lafferty & Goldsmith, 1999; Lafferty, Goldsmith & Newell, 2002). Onderzoek naar source credibility begon in de jaren vijftig. Hovland en Weiss (1952) maakten onderscheid tussen een bron met hoge geloofwaardigheid en een bron met lage geloofwaardigheid. Dit 3

4 onderscheid is de basis voor bijna alle latere onderzoeken waarin source credibility wordt gebruikt en zal tevens de basis zijn voor dit onderzoek. Omdat het huidige onderzoek gaat over de geloofwaardigheid van de bron van health-claims, is het van belang om te bespreken wat health-claims zijn. Health-claims kunnen letterlijk vertaald worden als beweringen die betrekking hebben op gezondheid. Claims worden vaak gezien als een sterk communicatiemiddel voor het overbrengen van informatie (Leathwood, Richardson, Sträter, Todd & Van Trijp, 2007). In het geval van health-claims op voedingsproducten, geven de health-claims de relatie aan tussen een bepaald nutriënt wat het desbetreffende voedingsproduct bevat enerzijds en een ziekte- of gezondheidsconditie anderzijds (Kozup, Creyer & Burton, 2003). Een voorbeeld van een health-claim kan zijn: Dit product is cholesterolverlagend en verkleint hierdoor de kans op hart- en vaatziekten. Uit onderzoek van Kozup, Creyer en Burton (2003) bleek na het uitvoeren van drie experimenten dat health-claims op voedselverpakkingen zorgde voor een positievere attitude ten opzichte van het product en een grotere koopintentie. Als eerste zal worden gekeken naar het effect van source credibility van de health-claim op de attitude ten opzichte van het geadverteerde product. Het begrip attitude betekent in het algemeen een evaluatie van een object of gedachte (Bohner & Dickel, 2011). Deze objecten en gedachtes kunnen van alles zijn. Het kan gaan over mensen, producten, groepen, ideeën enzovoorts. In het huidige onderzoek gaat het om attitude ten opzichte van een voedingsproduct. Als voedingsproduct is gekozen voor een tussendoortje. In deze thesis wordt gekeken naar bestaand onderzoek over de invloed van source credibility van de bron van een health-claim op attitude. Er bestaan veel onderzoeken die veronderstellen dat een bericht afkomstig van een bron met een hoge betrouwbaarheid persuasiever is dan een bericht afkomstig van een bron met een lage betrouwbaarheid (Horai, Naccari, & Fatoullah, 1974; Maddux & Rogers, 1980). Als een hoog betrouwbare bron er sneller voor zorgt dat men overtuigd wordt is de kans groot dat men tevens een positievere attitude tegenover deze boodschap heeft. Uit de eerder genoemde studie van Hovland en Weiss (1952) bleek dat een bron met hoge geloofwaardigheid ervoor zorgt dat de attitude direct na het zien van bepaald communicatiemateriaal werd aangepast aan de mening die in het materiaal naar voren kwam. 4

5 Lafferty en Goldsmith (1999) voerden een experiment uit waarbij de source credibility werd gesplitst in twee onderdelen. Ten eerste de endorser credibility, hiermee wordt de betrouwbaarheid van de persoon bedoeld die op de reclame staat. Ten twee de corporate credibility, waarmee de betrouwbaarheid van het bedrijf waarvan de reclame afkomstig is wordt bedoeld. De bevindingen in dit onderzoek suggereren dat een hoge betrouwbaarheid van positieve invloed is op attitude ten opzichte van de advertentie en attitude ten opzichte van het merk. Er bleek echter wel een verschil in effect tussen corporate credibility en endorser credibility. Een hoge corporate credibility had vooral een positief effect op attitude ten opzichte van het merk. Een hoge endorser credibility zorgde voornamelijk voor een positieve invloed op de attitude ten opzichte van de advertentie. Een onderzoek van Kumkale, Albarracin en Seignourel (2010) naar source credibility suggereert echter dat het wel van belang is of de consument al een vooraf gevormde attitude heeft ten aanzien van het product of niet. Als de consument al een attitude jegens het product heeft gevormd, is de kans groot dat deze attitude niet zo maar verandert. Als de consument echter nog geen gevormde attitude over het product heeft, kan source credibility een belangrijke rol spelen bij de vorming van een attitude. Daarnaast suggereert een onderzoek van Tormala, Brinol en Petty (2006) dat wanneer een persuasief bericht sterke argumenten heeft, een hogere source credibility inderdaad zal zorgen voor een positievere attitude dan een lagere source credibility, maar wanneer de persuasieve boodschap zwakke argumenten bevat er een averechts effect ontstaat en een hoge source credibility juist zal zorgen voor een minder positieve attitude dan een lage source credibility. Naast attitude zal in dit onderzoek ook worden gekeken naar het effect van de source credibility op de koopintentie. Het meten van koopintentie is van belang omdat het meestal voortvloeit uit attitude en de voorloper is van koopgedrag (Fishbein & Ajzen, 1975). Koopintentie geeft aan in hoeverre consumenten aangeven een bepaald product wel te willen kopen, oftewel in hoeverre consumenten de intentie hebben om iets te kopen. Uit een recent onderzoek van Lin en Chung (2011) dat gaat over de rol van source credibility in commerciële communicatie op het internet, bleek dat de geloofwaardigheid van de bron een positief effect heeft op koopintentie. Door Gotlieb en Sarel (1991) is eerder onderzoek gedaan naar de vraag of comparative advertising positieve effecten heeft op de koopintentie. Comparative advertising houdt in dat een bedrijf dat adverteert voor een bepaald product duidelijk laat zien in de campagne dat er concurrentie bestaat met andere bedrijven die een soortgelijk product maken. Uit dit onderzoek bleek wederom dat een hoge geloofwaardigheid 5

6 van de bron een positief effect heeft op de koopintentie van de consument. Uit het eerder genoemde experiment van Lafferty en Goldsmith (1999) over endorser credibility en corporate credibility bleek naast het feit dat een betrouwbare bron positief van invloed is op attitude ten opzichte van de advertentie en het merk, dat een betrouwbare bron ook een positief effect heeft op koopintentie. Bij corporate credibility was dit effect sterker dan bij endorser credibility. Tot slot bevestigde een onderzoek van Kavanoor, Grewal en Blodgett (1997) na het uitvoeren van drie experimenten dat een bron met een hoge betrouwbaarheid zorgt voor een positievere attitude en koopintentie dan een bron met een lage betrouwbaarheid. Omdat uit vele onderzoeken blijkt dat een boodschap afkomstig van een betrouwbare bron zorgt voor een positievere attitude en koopintentie dan een boodschap afkomstig van een minder betrouwbare bron kunnen de volgende hypotheses gesteld worden: Hypothese 1a: Een health-claim die afkomstig is van een bron met een hoge source credibility zorgt voor een positievere attitude ten opzichte van een tussendoortje dan een health-claim afkomstig van een bron met een lage source-credibility. Hypothese 1b: Een health-claim die afkomstig is van een bron met een hoge source credibility zorgt voor een grotere koopintentie ten opzichte van een tussendoortje dan een health-claim afkomstig van een bron met een lage source-credibility. Voorts is het interessant om te kijken of er verschil is tussen het eventuele effect van source credibility voor health-claims die worden gebruikt voor gezonde tussendoortjes en ongezonde tussendoortjes. Een onderzoek van Balasubramanian en Cole (2002) bestond uit vier onderdelen. Ten eerste werden er observaties uitgevoerd van consumenten in de supermarkt, ten tweede een experiment en daarnaast ook een longitudinale studie en een focusgroep. Hieruit bleek onder andere dat gezonde voedingsproducten door consumenten meestal beschouwd worden als meer betrouwbaar om een health-claim aan toe te voegen dan ongezonde voedingsproducten. Hierdoor kan verwacht worden dat de attitude ten opzichte van het gezonde product met een health-claim in het algemeen positiever zal zijn. Dat consumenten een health-claim op een gezond product beschouwen als meer betrouwbaar beschouwen, kan worden verklaar door de perceived fit. Perceived fit met betrekking tot het huidige onderzoek houdt in dat de consument de combinatie van het soort product dat de health-claim bevat, ook wel de carrier genoemd, en het toegevoegde ingrediënt wat ervoor zorgt dat het product gezonder wordt, accepteert en bij elkaar vindt passen (Krutulyte, 6

7 Grunert, Scholderer, Lähteenmäki, Hagemann, Elgaard, Nielsen & Graverholt, 2011). De acceptatie door consumenten van een health-claim heeft dus veel te maken met of de consument een perceived fit ervaart tussen het product en de health-claim (Verbeke, 2010). Zodra de consument een health-claim accepteert en geloofwaardig vindt, is te verwachten dat het belang van de geloofwaardigheid van de bron waarvan de health-claim afkomstig is bij een gezond product groter zal zijn dan bij een ongezond product. De belangrijkste motieven voor mensen om producten met een health-claim te kopen is om de gezondheid te verbeteren en om gezondheidsrisico s te voorkomen (Krystallis, Maglaras & Mamalis, 2008). Het is dus te verwachten dat mensen het gezonde product kopen vanwege de health-claim en ongezonde producten kopen om andere redenen. Dit is tevens een reden om te verwachten dat het effect van source credibility bij een gezond product sterker zal zijn dan bij een ongezond product omdat mensen het bij een gezond product waarschijnlijk belangrijker zullen vinden dat de health-claim van een geloofwaardige bron afkomt, aangezien de health-claim een belangrijke reden is dat zij het product willen kopen. Omdat verwacht wordt dat het effect van source credibility bij een gezond tussendoortje groter is dan bij een ongezond tussendoortje wat betreft de attitude en koopintentie ten opzichte van het tussendoortje, worden de volgende hypotheses gesteld: Hypothese 2a: Het effect van de source credibility van een health-claim in een reclame voor een gezond tussendoortje op de attitude ten opzichte van het tussendoortje is groter dan in een reclame voor een ongezond tussendoortje. Hypothese 2b: Het effect van de source credibility van een health-claim in een reclame voor een gezond tussendoortje op de koopintentie is groter dan in een reclame voor een ongezond tussendoortje. Methode 1. Respondenten Om de hypothesen en onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is een groep personen onderzocht van 18 tot en met 30 jaar. Voor deze leeftijdscategorie is gekozen omdat mensen in deze leeftijdsgroep zelf boodschappen gaan doen en gezond leven in deze fase vaak een belangrijke rol speelt. Dit is van belang voor het onderzoek omdat de kans dat de health-claim dan wordt gezien door de respondent, groter is. Er is voor een kleine leeftijdsrange gekozen om de interne validiteit van het experiment te vergroten. 7

8 In totaal zijn er uiteindelijk 81 respondenten meegenomen in de analyses. Het aantal respondenten dat de vragenlijst volledig had ingevuld was 89. Twee mensen werden verwijderd doordat hun leeftijd buiten de doelgroep viel. Daarnaast zijn in één van de vier condities 6 respondenten random verwijderd zodat het verschil in aantal respondenten per conditie onderling kleiner werd. Van de uiteindelijke groep respondenten was 32,1% man en 67,9% vrouw. De gemiddelde leeftijd bedroeg 22,1 jaar (SD = 2,9). Wat betreft het opleidingsniveau van de respondenten geven de volgende percentagescores aan hoeveel respondenten op dit moment een bepaald soort onderwijs volgen, of als de respondent geen opleiding meer volgt, wat op dit moment de hoogst afgeronde opleiding is: Middelbaar onderwijs 14,8%, MBO 11,1%, HBO 28,4% en WO 45,7%. 2. Design Er is gekozen voor een experimenteel design om te kijken of er een causaal verband bestaat tussen de bron van de health-claim en het soort tussendoortje enerzijds, en de attitude en koopintentie van de respondenten ten opzichte van het tussendoortje anderzijds. Dit kan onderzocht worden door middel van het manipuleren van de onafhankelijke variabelen. Het experiment bestond uit een 2x2 factorieel design. Dit wil zeggen dat het experiment twee onafhankelijke variabelen kent met beiden twee niveaus. De eerste onafhankelijke variabele was de mate van betrouwbaarheid van de bron. Deze variabele bestond uit twee niveaus: Hoog betrouwbare bron en minder betrouwbare bron. De tweede onafhankelijke variabele was het soort voedingsproduct. De twee niveaus waarop deze onafhankelijke variabele verschilde is een gezond tussendoortje tegenover een ongezond tussendoortje. Uiteindelijk ontstonden er vier verschillende soorten advertenties, weergegeven in Figuur 1. De twee afhankelijke variabelen in dit onderzoek zijn de attitude ten opzichte van het product en de koopintentie ten opzichte van het product. Figuur 1: 2 x 2 factorieel design Gezond tussendoortje Ongezond tussendoortje Hoog betrouwbare bron Advertentie 1 Advertentie 2 Minder betrouwbare bron Advertentie 3 Advertentie 4 De 81 respondenten zijn zo gelijk mogelijk over de vier verschillende condities verdeeld. De respondenten zijn random, dat wil zeggen dat elke respondent evenveel kans heeft om een bepaalde advertentie te zien, over de vier condities verdeeld. Deze random verdeling is gebruikt voor een sterkere interne validiteit. 8

9 3. Onafhankelijke variabelen 3.1 Betrouwbaarheid van de bron De eerste onafhankelijke variabele is de mate van betrouwbaarheid van de bron waar de health-claim van afkomstig is. Deze onafhankelijke variabele is meegenomen om het effect van source-credibility te kunnen meten. Met mate van betrouwbaarheid van de bron wordt bedoeld de mate waarin de respondent de bron geloofwaardig vindt. De manipulatie van deze eerste onafhankelijke variabele verliep als volgt: In de ene conditie werd een expert als bron van de health-claim in de advertentie voor een tussendoortje gebruikt en in de andere conditie een gewoon persoon. Zo ontstond er een hoog betrouwbare bron tegenover een minder betrouwbare bron. Deze personen zagen er echter exact hetzelfde uit in de advertentie om ervoor te zorgen dat andere variabelen zoals aantrekkelijkheid van de bron werden uitgeschakeld. Uit de tekst in de advertentie bleek dat de persoon een expert met betrekking tot de beweerde health-claim over het geadverteerde tussendoortje is, en in de andere advertentie leek deze persoon een gewone man terwijl hij er exact hetzelfde uitziet als de expert. De persoon in de advertenties was een man van rond de veertig jaar. Het verschil zat in de tekst die naast de man op de advertentie werd weergegeven. Beide advertenties bevatten dezelfde health-claim. De health-claim bestond uit de volgende tekst: Bevat veel granen, zorgt voor een vol gevoel en voorkomt hiermee overgewicht. Naast de health-claim van de advertentie met de expert stond gedrukt: Prof. Dr. J. Kuipers, hoogleraar voeding & gezondheid, AMC, Amsterdam. Bij de andere advertentie werd dit weggelaten, waardoor de persoon op de advertentie meer een gewone man leek. Zie Bijlage 1 voor een weergave van de advertenties. 3.2 Soort voedingsproduct De andere onafhankelijke variabele is het soort voedingsproduct. Met soort voedingsproduct wordt in dit onderzoek bedoeld of het voedingsproduct gezond of ongezond is. In dit onderzoek is gekozen voor een tussendoortje als voedingsproduct. De tweede onafhankelijke variabele werd gemanipuleerd door in de ene advertentie een meer gezond tussendoortje te gebruiken en in de andere advertentie een meer ongezond tussendoortje te gebruiken. Los van de tussendoortjes zagen de advertenties er echter exact hetzelfde uit, om andere variabelen die een rol spelen in de vormgeving van de advertentie en die eventueel van invloed kunnen zijn op de uitkomsten van het onderzoek uit te schakelen. De tussendoortjes zijn gekozen binnen de voedselcategorie: koekjes. Voor het gezonde 9

10 tussendoortje werd een mueslireep gebruikt, voor het ongezonde tussendoortje een chocoladekoekje. Door te kiezen voor twee producten uit dezelfde voedingscategorie werd gezorgd dat de variabele voedingscategorie niet van invloed zou kunnen zijn op de resultaten van het onderzoek. De vier verschillende advertenties die ontworpen zijn voor het onderzoek zijn te vinden in Bijlage Afhankelijke variabelen 4.1 Attitude ten opzichte van het product Naast de twee onafhankelijke variabelen, de mate van betrouwbaarheid van de bron en het soort tussendoortje, zijn er ook twee afhankelijke variabelen. De eerste afhankelijke variabele was attitude ten opzichte van het geadverteerde product. Attitude is de houding die de respondent heeft tegenover het product in de advertentie. Attitude ten opzichte van het product is gemeten door middel van een vragenlijst die een schaal voor attitude bevatte, die na het zien van de advertentie is afgenomen. Om de attitude ten opzichte van de advertentie te meten is gebruikt gemaakt van vier items in de vorm van 7-punts semantische differentialen. Dit waren achtereenvolgens: onaantrekkelijkaantrekkelijk; oninteressant-interessant; niet nuttig-nuttig; slecht-goed. Over deze vier items is een factoranalyse uitgevoerd. Eén van de vier items (te weten: aantrekkelijkheid) is na het uitvoeren van deze factoranalyse verwijderd. De resultaten van de factoranalyse van de uiteindelijke schaal met drie items zijn als volgt: Deze 3 items bleken samen één component te vormen met een eigenwaarde groter dan 1. Deze component verklaarde 72,92% van de variantie in de items. De waarde van de Cronbach s Alpha voor deze schaal was 0,81. Door uiteindelijk deze drie items te gebruiken is er een betrouwbare schaal ontstaan om het latente begrip attitude te meten. De drie items die in dit onderzoek zijn gebruikt staan in Bijlage Koopintentie van het product De tweede afhankelijke variabele is koopintentie. Koopintentie geeft aan in hoeverre consumenten aangeven een bepaald product wel te willen kopen. Dit is gemeten door middel van verschillende stellingen. Eén van de stellingen was bijvoorbeeld: Ik zou dit product een keer willen proberen. Vervolgens konden de respondenten op een zevenpuntschaal aangeven in hoeverre zij het met de stelling eens of oneens zijn. In totaal zijn er drie stellingen gebruikt. Over deze drie items is een factoranalyse uitgevoerd. Deze 3 items bleken samen één component te vormen met een eigenwaarde groter dan 1. Deze component verklaarde 75,33% 10

11 procent van de variantie in de items. De waarde van de Cronbach s Alpha voor deze schaal was: 0,83. Door uiteindelijk deze drie items te gebruiken is er een betrouwbare schaal ontstaan om het latente begrip koopintentie te meten. Alle drie de stellingen voor koopintentie zijn te vinden in Bijlage Manipulatiechecks Om te controleren of in het experiment daadwerkelijk is gemanipuleerd wat de bedoeling was om te manipuleren, is een manipulatiecheck uitgevoerd. Dit houdt in dat aan het einde van de vragenlijst drie vragen zijn gesteld aan de respondenten om te kijken of de manipulatie van de onafhankelijke variabelen geslaagd is. Per onafhankelijke variabele zijn vragen gesteld. Welke vragen er per variabele zijn gesteld wordt duidelijk uit Figuur 2. Wanneer de manipulatie geslaagd is, zullen respondenten die de advertentie met de expert hebben gezien, vaker het antwoord voedings- en gezondheidsspecialist geven dan de respondenten die de advertentie met de gewone man hebben gezien. De manipulatie voor soort voedingsproduct is geslaagd als mensen aangeven een mueslireep als een meer gezond voedingsproduct te zien en een chocoladekoekje als een meer ongezond voedingsproduct. Figuur 2: Manipulatiecheck-items Onafhankelijke variabele Vraag Antwoordcategorieën Mate van betrouwbaarheid van de bron Zojuist heb je een advertentie voor een voedingsproduct te zien gekregen. Hoe zou je de 1. Als een voedings- en gezondheidsspecialist 2. Als een gewone man man in de advertentie volgens jou het beste kunnen omschrijven? Soort voedingsproduct Zijn mueslirepen volgens jou over het algemeen een gezondof ongezond voedingsproduct? Gemeten op een zevenpuntsschaal: Ongezond Gezond Soort voedingsproduct Zijn chocoladekoekjes volgens jou over het algemeen een gezond- of ongezond voedingsproduct? 11 Gemeten op een zevenpuntsschaal: Ongezond Gezond

12 6. Procedure De respondenten werden benaderd via een of via Facebook. In de uitnodigingen via en Facebook stond de vraag of zij deel zouden willen nemen aan een onderzoek met een duur van vijf tot tien minuten voor mensen van jaar. Het enige wat de respondenten hoefden te doen was klikken op een link in de uitnodiging en het onderzoek startte. Zodra de respondenten op de link hadden geklikt kwamen zij bij een welkomstscherm. Hierin stond allereerst een bedankwoord voor deelname, vervolgens een introductie van het onderzoek, een ethische verantwoording en tot slot informatie over waar de respondenten naartoe konden voor vragen en meer informatie over het onderzoek. Na dit welkomstscherm kwam eerst een onderzoek van een medestudent. Na de manipulatiecheck van deze medestudent begonnen de respondenten aan het onderzoek over de invloed van source credibility van health-claims op voedingsproducten op de attitude en koopintentie van het product. Op de eerste pagina van dit onderzoek kregen de respondenten één van de vier advertenties te zien en werd gevraagd of ze aandachtig naar deze advertenties wilden kijken. Op de volgende pagina verschenen de vier vragen die de eerste afhankelijke variabele, attitude, meten. Hierna volgden de drie stellingen die de tweede afhankelijke variabele van dit onderzoek, koopintentie, meten. Na de vragen over attitude en koopintentie kwam een scherm in beeld met de drie vragen voor de manipulatiecheck. Tot slot kwam er een scherm waarin demografische gegevens werden ingevuld. De demografische gegevens waarnaar gevraagd werd waren: leeftijd, geslacht en opleiding. Dit werd gedaan om te kijken of de respondent daadwerkelijk in de doelgroep past en tevens om wat meer te weten te komen over het gemiddelde opleidingsniveau, de man/vrouw verhouding en de gemiddelde leeftijd van de respondenten. Na het invullen van deze demografische gegevens kregen de respondenten een scherm te zien waarin stond dat de advertenties die in de vragenlijst voorkwamen waren verzonnen ten behoeve van het onderzoek. Tevens werden de respondenten op de hoogte gebracht van het feit dat de man in de advertentie niet de professor was zoals in de advertentie lijkt en de koekjes en mueslirepen van het merk crunchy niet echt bestaan. Vervolgens kwamen de respondenten op het laatste scherm waar ze te horen kregen dat hun antwoorden waren opgeslagen en ze nogmaals hartelijk bedankt werden voor deelname aan het onderzoek. Resultaten Manipulatiechecks Om te kijken of de manipulaties van de onafhankelijke variabelen, soort tussendoortje en geloofwaardigheid van de bron, gelukt zijn, zijn er manipulatiechecks uitgevoerd. Om te 12

13 kijken of de manipulatie van het soort tussendoortje geslaagd was, gaven alle respondenten op een schaal van 1 tot 7 aan, of zij een mueslireep over het algemeen zien als een gezond of ongezond product. Dit werd tevens gedaan voor het chocoladekoekje. Hoe hoger de score, hoe gezonder het product werd gezien en hoe lager de score hoe ongezonder. Om te kunnen meten of deze manipulatie geslaagd is, is een enkelvoudige T-toets uitgevoerd voor zowel het chocoladekoekje als onafhankelijke variabele en de mueslireep als onafhankelijke variabele. De score op de zevenpuntschaal was in dit geval de afhankelijke variabele. Als testwaarde was 3,5 genomen omdat dit het gemiddelde was wat de respondenten op een 7- puntschaal zouden kunnen scoren. Na het uitvoeren van de enkelvoudige T-toets bleek dat chocoladekoekjes significant afweken van dit gemiddelde, T (80) = -16,71, p <.001 tweezijdig; 95% CI [-1,90, -1,50]. Chocoladekoekjes werden over het algemeen als een meer ongezond voedingsproduct beschouwd (M = 1,80, SD = 0,91). Ook voor mueslirepen bleek er een significant effect te zijn, T (80) = 6.92, p <.001 tweezijdig; 95% CI [0,79, 1,42]. Mueslirepen werden juist als een meer gezond voedingsproduct beschouwd (M = 4,60, SD = 1,44). Doordat mueslirepen als gezonder worden beschouwd dan chocoladekoekjes kan worden geconcludeerd dat de manipulatie voor soort tussendoortje geslaagd is. Daarnaast is er een manipulatiecheck uitgevoerd voor de andere onafhankelijke variabele: mate van betrouwbaarheid van de bron. Gevraagd is hoe de getoonde persoon in de advertentie het beste kon worden omschreven: als een voedings- en gezondheidsspecialist (score = 1) of als een gewone man (score = 2). Om te kijken of deze manipulatie geslaagd was is er een onafhankelijke T-toets uitgevoerd met geloofwaardigheid van de bron als onafhankelijke variabele en score op manipulatiecheck (score 1 expert en score 2 gewone man) als afhankelijke variabele. Er bleek een significant verschil te zijn tussen de groep die de expert heeft gezien (M = 1,37, SD = 0,49) en de groep die de gewone man heeft gezien (M = 1,76, SD = 0,43), t (68,01) = -3,73; p <.001 tweezijdig; 95% CI [-0,60, -0,18]. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de manipulatie voor de onafhankelijke variabele betrouwbaarheid van de bron geslaagd is. Resultaten Alle hypothesen zijn getoetst met behulp van een tweewegs-variantieanalyse met betrouwbaarheid van de bron en soort tussendoortje als onafhankelijke variabelen en attitude en koopintentie als afhankelijke variabelen. Door middel van deze toets konden alle eventuele hoofd- en interactie-effecten getoetst worden. Bij het uitvoeren van deze tweewegs- 13

14 variantieanalyse is meegenomen of de variantie tussen de groepen gelijk is, aangezien dit een voorwaarde is voor het uitvoeren van de toets. Het resultaat van de Levene s homogenity test bij attitude was: F (3, 77) = 0,69, p = 0,56. Bij koopintentie was dit resultaat: F (3, 77) = 1,19, p < 0,32. Dit houdt in dat er geen significant verschil is gevonden en uit mag worden gegaan van gelijke varianties tussen de groepen. Voordat de hypothesen worden behandeld, kan vermeld worden dat er een -wellicht voor de hand liggend- significant hoofdeffect is gevonden van soort tussendoortje op de attitude ten aanzien van het tussendoortje, F (1, 77) = 7,51, p <.01, η2 = 0,09. Respondenten hadden een positievere attitude tegenover de mueslireep als het gezonde tussendoortje (M = 3,73, SD = 1,37) dan tegenover het chocoladekoekje als het ongezonde tussendoortje (M = 2,87, SD = 1,20). Er werd er echter geen significant hoofdeffect van het soort tussendoortje op de koopintentie gevonden, F (1, 77) = 0,065, p = 0,80, η2 = 0,00. Respondenten hadden geen grotere koopintentie tegenover de mueslireep als het gezonde tussendoortje (M = 2,84, SD = 1,48) dan tegenover het chocoladekoekje als het ongezonde tussendoortje (M = 2,71, SD = 1,23). Hypothese 1a De eerste hypothese luidde als volgt: Een health-claim die afkomstig is van een bron met een hoge source credibility zorgt voor een positievere attitude ten opzichte van een tussendoortje dan een health-claim afkomstig van een bron met een lage source-credibility. Er is een marginaal significant hoofdeffect gevonden van source credibility op de attitude ten aanzien van het tussendoortje, F (1, 77) = 3,72, p <.06, η2 = 0,05. Respondenten die de expert gezien hebben, hadden een iets positievere attitude (M = 3,65, SD = 1,28) ten aanzien van het tussendoortje dan de respondenten die de gewone man hebben gezien (M = 3,01, SD = 1,35). Hiermee kan H1a met enige terughoudendheid worden aangenomen. Hypothese 1b De tweede hypothese in dit onderzoek was: Een health-claim die afkomstig is van een bron met een hoge source credibility zorgt voor een grotere koopintentie ten opzichte van een tussendoortje dan een health-claim afkomstig van een bron met een lage source-credibility. Er is geen significant hoofdeffect gevonden van source credibility op de koopintentie ten aanzien van het tussendoortje F (1, 77) = 0,45, p = 0,50, η2 = 0,01. Respondenten die de expert gezien hebben, hadden geen sterkere koopintentie (M = 2,90, SD = 1,39) ten aanzien van het 14

15 tussendoortje dan de respondenten die de gewone man hebben gezien (M = 2,67, SD = 1,33). Hiermee wordt H1b verworpen. Hypothese 2a De derde hypothese die gesteld werd was: Het effect van de source credibility van een healthclaim in een reclame voor een gezond tussendoortje op de attitude ten opzichte van het tussendoortje is groter dan in een reclame voor een ongezond tussendoortje. Er is echter geen significant interactie-effect gevonden tussen het soort tussendoortje en de source-credibility op de attitude ten aanzien van het tussendoortje, F (1, 77) = 0,04, p = 0,85 0,9, η2 = 0,00. Personen die werden blootgesteld aan een gezond tussendoortje (M = 3,73, SD = 1,37) hadden een iets positievere attitude ten opzichte van het geadverteerde product dan de personen die werden blootgesteld aan een ongezond tussendoortje (M = 2,87, SD = 1,20). Echter was het verschil in attitude ten aanzien van het product tussen een gezond- en ongezond tussendoortje, ongeveer hetzelfde tussen de personen die de expert hadden gezien (Mgezond = 3,98, SDgezond = 1,26, Mongezond = 3,25, SDongezond = 1,22) als de personen die de gewone man hadden gezien (Mgezond = 3,48, SDgezond = 1,46, Mongezond = 2,64, SDongezond = 1,15). Het effect van source credibility op attitude ten aanzien van het product bleek dus niet sterker bij één van de twee soorten tussendoortjes. Hiermee wordt hypothese 2a verworpen. Hypothese 2b De laatste hypothese in dit onderzoek luidde: Het effect van de source credibility van een health-claim in een reclame voor een gezond tussendoortje op de koopintentie is groter dan in een reclame voor een ongezond tussendoortje. Er is ook hier echter geen significant interactieeffect gevonden tussen het soort tussendoortje en de source-credibility op de koopintentie ten aanzien van het tussendoortje, F (1, 77) = 0,57, p = 0,45, η2 = 0,01. Er was geen verschil wat betreft koopintentie tussen de personen die werden blootgesteld aan een gezond tussendoortje (M = 2,84, SD = 1,48) en de personen die werden blootgesteld aan een ongezond tussendoortje (M = 2,70, SD = 1,23). Het verschil in koopintentie ten aanzien van het product tussen een gezond- en ongezond tussendoortje was ongeveer hetzelfde tussen de personen die de expert hadden gezien (Mgezond = 2,82, SDgezond = 1,46, Mongezond = 2,97, SDongezond = 1,33) en de personen die de gewone man hadden gezien (Mgezond = 2,85, SDgezond = 1,54, Mongezond = 2,54, SDongezond = 1,17). Het effect van source credibility op koopintentie ten aanzien van het product bleek niet geldig en ook was er geen verschil tussen de twee producten. Hypothese 2b wordt verworpen. 15

16 Extra resultaten Om te toetsen of de manipulaties van de advertentie een ander effect hebben gehad op de attitude tegenover het tussendoortje dan op de aankoopintentie van het tussendoortje, is een MANOVA uitgevoerd met Betrouwbaarheid van de bron (hoger vs. lager betrouwbaar) en Soort tussendoortje (gezonder vs. ongezonder) als onafhankelijke variabelen, en consumentenreacties (attitude vs. aankoopintentie) als herhaalde metingen. De MANOVA liet een significant interactie-effect zien tussen Soort tussendoortje en consumentenreactie : F (1, 77) = 6,21, p < 0,05. De gemiddelden laten zien dat het soort tussendoortje een sterker effect had op de attitude tegenover het tussendoortje dan op de aankoopintentie van het tussendoortje. Men had met andere woorden een duidelijk positievere attitude tegenover de mueslireep (M = 3,73, SD = 1,37) dan het chocoladekoekje (M = 2,87, SD = 1,20), terwijl de aankoopintentie van de mueslireep (M = 2,84, SD = 1,48) maar weinig verschilde van de aankoopintentie van het chocoladekoekje (M = 2,71, SD = 1,23). Conclusie De eerste hypothese van dit onderzoek was dat een health-claim die afkomstig is van een bron met een hoge source credibility zorgt voor een positievere attitude ten opzichte van een tussendoortje dan een health-claim afkomstig van een bron met een lage source-credibility. Deze hypothese kon met enige terughoudendheid worden aangenomen. De tweede hypothese dat een health-claim die afkomstig is van een bron met een hoge source credibility zorgt voor een grotere koopintentie ten opzichte van een tussendoortje dan een health-claim afkomstig van een bron met een lage source-credibility, kon echter niet worden niet bevestigd. De derde en vierde hypotheses hielden in dat het effect van de source credibility van een health-claim in een reclame voor een gezond tussendoortje op de attitude én koopintentie groter is dan in een reclame voor een ongezond tussendoortje. Deze hypotheses konden evenmin worden bevestigd. De onderzoeksvraag in dit onderzoek luidde: Wat is het effect van de source credibility van een health-claim in een reclame voor een gezonder en ongezonder voedingsproduct, op de attitude en koopintentie ten opzichte van het product? Gebleken is dat een hoog betrouwbare bron van een health-claim in een reclame er inderdaad voor kan zorgen dat mensen eerder een positieve attitude krijgen ten opzichte van het product, dan het geval is bij een laag betrouwbare bron van de health-claim. Echter bleek dezelfde betrouwbaarheid van de bron 16

17 geen effect te hebben op de koopintentie van het product. Daarnaast maakte het niet uit of het voedingsproduct gezond of ongezond was wat betreft de sterkte van het effect van source credibility. Aan de hand van deze resultaten kan geconcludeerd worden dat source credibility in een advertentie mogelijk vooral van belang is als het gaat om de attitude die mensen tegenover een voedingsproduct ontwikkelen. Alvorens conclusies worden gegeneraliseerd, moet echter worden gesteld dat dit onderzoek zich richt op een heel klein gedeelte van alle mogelijke voedingsproducten, namelijk tussendoortjes. De uitkomsten van dit onderzoek hoeven niet van toepassing zijn op alle andere (voedings)producten. Daarnaast zijn attitude en koopintentie slechts door een beperkt aantal items gemeten. Dit onderzoek werd in een kort tijdsbestek uitgevoerd en mogelijk zouden meer uitontwikkelde manipulaties van source credibility, soorten voedingsproducten en schalen om attitude en koopintentie ten opzichte van de tussendoortjes te meten, hebben geleid tot andere resultaten. Discussie Opvallend is dat het merendeel van de resultaten van de huidige studie niet overeenkomt met de resultaten van eerdere onderzoeken. Veel van de eerdere onderzoeken stellen dat source credibility wél van invloed is op de attitude (Hovland & Weiss, 1952; Tormala, Brinol & Petty, 2006; Lafferty & Goldsmith, 1999) en koopintentie (Lin & Chung, 2011; Gotlieb & Sarel, 1991; Kavanoor, Grewal & Blodgett, 1997) ten aanzien van een product en/of het merk en/of de advertentie. Zoals de vorige zin echter al aangeeft, richt veel onderzoek zich op attitude en koopintentie ten aanzien van merk en advertentie, terwijl in dit onderzoek de focus lag op attitude en koopintentie ten aanzien van het product. Het kan zijn dat het effect van source credibility anders is als het gaat om attitude en koopintentie ten opzichte van merk/advertentie dan als het gaat om attitude en koopintentie ten opzichte van het product, omdat merk en advertentie weer met andere aspecten te maken hebben dan een product. Zo kunnen bijvoorbeeld eerdere associaties met een merk een rol spelen als het gaat om attitude en koopintentie tegenover het merk en kunnen attitude en koopintentie tegenover een advertentie ook weer te maken hebben met bijvoorbeeld de vormgeving van de advertentie. Een andere eventuele verklaring waarom het merendeel van de resultaten niet overeenkomt met eerdere onderzoeken is dat het in ander onderzoek niet ging om health-claims op voedingsproducten maar bijvoorbeeld over commerciële communicatie op internet (Lin & 17

18 Chung, 2011) of over comparative advertising (Gotlieb & Sarel, 1991). Het kan zijn dat mensen bij verschillende vormen van reclame maken, verschillende belangen hebben bij een betrouwbare bron. Omdat bijvoorbeeld op internet door iedereen reclame kan worden geplaatst kan het zijn dat mensen een betrouwbare bron hierdoor belangrijker vinden dan bij health-claims op voedingsproducten. Bij health-claims op voedingsproducten bestaan daarnaast bepaalde wetten en mag er niet zomaar een health-claim worden geplaatst in tegenstelling tot internet waar wel door iedereen van alles geplaatst mag worden. De vorige alinea geeft aan dat het belang van een betrouwbare bron veel te maken heeft met wantrouwen tegenover bepaalde vormen van persuasieve communicatie. Op basis van deze resultaten kan gezegd worden dat het wantrouwen tegenover health-claims wel meevalt. Uit de resultaten blijkt namelijk dat de mensen die een product hebben gezien met een healthclaim beweerd door een expert, een even grote intentie hebben om het product te kopen als de mensen die een product hebben gezien met een health-claim beweerd door een gewone man. Dit is in tegenstelling tot wat in de inleiding werd verondersteld. In de inleiding kwam naar voren dat er bij consumenten juist wel wantrouwen ontstond tegenover health-claims. Dit bleek bijvoorbeeld doordat er een prijs was ontworpen voor de meest misleidende healthclaim op een voedingsproduct. In vervolgonderzoek is het daarom interessant om te kijken naar het verband tussen wantrouwen dat er bestaat tegenover een bepaalde vorm van persuasieve communicatie enerzijds en het belang van een betrouwbare bron anderzijds. Literatuur Balasubramanian, S.K. & Cole, C. (2002). Consumers search and use of nutrition information: The challenge and promise of the nutrition labeling and education act. Journal of Marketing, 66(3), Bohner, G. & Dickel, N. (2011). Attitude and attitude change. Annual Review of Psychology, 62, Darke, P.R. & Ritchie, R.J.B. (2007). The defensive consumer: Advertising deception, defensive processing, and distrust. Journal of Marketing Research, 64, Fishbein, M. & Ajzen I. (1975). Belief, attitude, intention, and behavior: An introduction to theory and research. Reading, MA: Addison-Wesley Publishing Company. Foodwatch. (2012). Gouden Windei Verkregen op 1 oktober, 2012, from 18

19 Gotlieb, J.B. & Sarel, D. (1991). Comparative advertising effectiveness: The role of involvement and source credibility. Journal of Advertising, 20(1), Horai, J., Naccari, N., & Fatoullah, E. (1974). The effects of expertise and physical attractiveness upon opinion agreement and liking. Sociometry, 37, Hovland, I.C. & Weiss, W. (1952). The influence of source credibility on communication effectiveness. The Public Opinion Quarterly, 15(4), Kavanoor, S., Grewal, D. & Blodgett, J. (1997). Ads promoting OTC medications: The effect of ad format and credibility on beliefs, attitudes, and purchase intentions. Journal of Business Research, 40, Kenning, P. (2008). The influence of general trust and specific trust on buying behaviour. International Journal of Retail & Distribution Management, 36(6), Kozup, J.C., Creyer, E.H. & Burton, S. (2003). Healthful food choices: The influence of health claims and nutrition information on consumers' evaluations of packaged food products and restaurant menu items. Journal of Marketing, 67(2), Krutulyte, R., Grunert, K.G., Scholderer, J., Lähteenmäki, L., Hagemann, K.S., Elgaard, P., Nielsen, B. & Graverholt, J.P. (2011). Perceived fit of different combinations of carriers and functional ingredients and its effect on purchase intention. Food Quality and Preference, 22(1), Krystallis, A., Maglaras, G. & Mamalis, S. (2008). Motivations and cognitive structures of consumers in their purchasing of functional foods. Food Quality and Preference, 19(6), Kumkale, G.T., Albarracin, D. & Seignourel, P.G. (2010). The effects of source credibility in the presence or absence of prior attitudes: Implications for the design of persuasive communication campaigns. Journal of Applied Social Psychology, 40(6), Lafferty, B.A. & Goldsmith, R.E. (1999). Corporate credibility s role in consumers attitudes and purchase intentions when a high versus a low credibility endorser is used in the ad. Journal of Business Research, 44, Lafferty, B.A., Goldsmith, R.E. & Newell, S.J. (2002). The dual credibility model: The influence of corporate and endorser credibility on attitudes and purchase intentions. Journal of Marketing Theory and Practice, 10(3), Leathwood, P. D., Richardson, D. P., Sträter, P., Todd, P. M., & Van Trijp, H. C. M. (2007). Consumer understanding of nutrition and health claims: sources of evidence. British Journal of Nutrition, 98,

20 Lin, M.J. & Chung, C.C. (2011). The study of the effects of source credibility of word-ofmouse, consumers trust and involvement on purchase intention (masters thesis, Chaoyang University of Technology, Taiwan). Verkregen op Maddux, J. E., & Rogers, R. W. (1980). Effects of source expertness, physical attractiveness, and supporting arguments on persuasion: A case of brains over beauty. Journal of Personality and Social Psychology, 39(2), Pornpitakpan, C. (2004). The persuasiveness of source credibility: A critical review of five decades' evidence. Journal of Applied Social Psychology, 34(2), Tormala, Z.L., Brinol, P. & Petty, R.E. (2006). When credibility attacks: The reverse impact of source credibility on persuasion. Journal of Experimental Social Psychology, 42(5), Verbeke, W. (2010). Consumer reactions to foods with nutrition and health claims. AgroFOOD industry high-tech, 21(6),

21 Bijlage 1 De vier advertenties die gebruikt zijn in het experiment 1. Mueslireep, expert 2. Chocoladekoekje, expert 3. Mueslireep, gewone man 4. Chocoladekoekje, gewone man 21

22 Bijlage 2 Meting afhankelijke variabelen Vragen attitude ten opzichte van het product in de advertentie: Geef op de volgende schalen aan in hoeverre het product volgens jou scoort op de volgende eigenschappen: Onaantrekkelijk Aantrekkelijk Oninteressant Interessant Niet nuttig Nuttig Slecht Goed Stellingen koopintentie op het product in de advertentie: Geef aan in hoeverre je het eens of oneens bent met de onderstaande stellingen: - In de supermarkt zou ik op zoek gaan naar dit product: Helemaal oneens Helemaal eens - Ik zou dit product een keer willen proberen: Helemaal oneens Helemaal eens - Er is een mogelijkheid dat ik dit product in de toekomst zou kunnen gaan kopen: Helemaal oneens Helemaal eens 22

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Weet wat je eet: Hoe maak je een gezonde voedingskeuze?

Weet wat je eet: Hoe maak je een gezonde voedingskeuze? Weet wat je eet: Hoe maak je een gezonde voedingskeuze? De invloed van een nutrition-claim op de cognitieve en affectieve reacties van een consument Naam: Merel Oosterhof Studentnummer: 10575588 Begeleider:

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

Foodclaims: onder valse vlag varen?

Foodclaims: onder valse vlag varen? Foodclaims: onder valse vlag varen? Een online experiment naar voedingsclaims en het effect hiervan op de attitude van consumenten. Naam: Nienke Gras Studentnummer: 10365478 Docente: Charlotte Blom Universiteit

Nadere informatie

Het Effect van Positieve vs. Negatieve Frames in Groene Advertenties en de Invloed van. Milieubewustzijn op de Merkattitude van de Consument

Het Effect van Positieve vs. Negatieve Frames in Groene Advertenties en de Invloed van. Milieubewustzijn op de Merkattitude van de Consument Het Effect van Positieve vs. Negatieve Frames in Groene Advertenties en de Invloed van Milieubewustzijn op de Merkattitude van de Consument Yorrian Mathot Persuasieve Communicatie Studentnummer 10002988

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar?

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Een onderzoek naar het effect van voedings- en gezondheidsclaims op de productattitude en koopintentie van de consument Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Een experimentele studie naar de gezondheidsperceptie van consumenten betreffende gezondheidsclaims over gezonde producten Lisa Baesjou 10175938

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren?

Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren? Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren? Het gebruik van voedingsclaims in traditionele media en nieuwe media. Een experimenteel onderzoek naar de effecten van voedingsclaims op de geloofwaardigheid

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING?

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? Universiteit van Amsterdam Afdeling Communicatiewetenschap Student: Laura Gaanderse Studentnummer: 5898102 Scriptiebegeleider: dr. Pytrik Schafraad 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Hoe meer je ervan weet, hoe gezonder je eet?

Hoe meer je ervan weet, hoe gezonder je eet? Hoe meer je ervan weet, hoe gezonder je eet? Een kwantitatief onderzoek naar de invloed van voedingskennis (health literacy) op de kennis van standaarden voor een gezond voedingspatroon. Nadine Commandeur,

Nadere informatie

Invloed van positieve versus negatieve frames op de aankoopintentie in groene reclames en de modererende rol van milieubewustzijn

Invloed van positieve versus negatieve frames op de aankoopintentie in groene reclames en de modererende rol van milieubewustzijn 12-01-2015 Invloed van positieve versus negatieve frames op de aankoopintentie in groene reclames en de modererende rol van milieubewustzijn Bachelor Thesis Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk?

Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk? Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk? Een onderzoek naar de invloed van het imago van goede doelen op attitude en koopintentie aangaande een merk in

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Sponsorship disclosures op blogs

Sponsorship disclosures op blogs Sponsorship disclosures op blogs Een onderzoek naar het effect van (de plaats van) sponsorship disclosures op blogs op de attitude ten aanzien van de blogpost, de attitude ten aanzien van het merk en de

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie?

Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie? PERSUASIEVE GEZONDHEIDSCOMMUNICATIE 1 Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie? Een experimenteel onderzoek naar de invloed van message framing en endorsement op de attitude tegenover fruit

Nadere informatie

Natuur als reclamestrategie

Natuur als reclamestrategie Natuur als reclamestrategie Een experiment naar de invloed van natuur in advertenties op de perceptie van milieuvriendelijkheid, merkattitude en koopintentie. Afstudeerproject Bachelor Communicatiewetenschap

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME.

GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME. GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME. Celebrity Sport Endorsement Elise Beelen 10217843 Afstudeerproject Persuasive Communicatie 13 januari 2014 Werkgroep 3 Rhianne Hoek Aantal woorden: 7489 Bachelor

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

Kies mij, ik ben gezond!

Kies mij, ik ben gezond! Kies mij, ik ben gezond! Onderzoek naar het effect van framing van voedingsberichten op de intentie om gezond te eten, een bericht te delen en de gepercipieerde gezondheid van een product Sophie van Overeem

Nadere informatie

De effectiviteit van humor in alcoholreclames

De effectiviteit van humor in alcoholreclames De effectiviteit van humor in alcoholreclames Naam: Sabrina Brand Flu Studentnummer: 10276378 Docent: Dr. Hanneke Hendriks Werkgroep: 03 Datum: 30-01-2017 Wordcount: 5838 Abstract. Eerder is er onderzoek

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Een gouden plak of een knappe kop?

Een gouden plak of een knappe kop? Een gouden plak of een knappe kop? Experimenteel onderzoek naar de effecten van de mate van aantrekkelijkheid en sportprestaties van een sportendorser op merkattitude. Ekki Lemmink 10590668 Afstudeerproject

Nadere informatie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie 1 BLAME THE FRAME Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie [Type text] [Type text] [Type text] Liselotte Vuijk 10608435 Docent: Eline

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF?

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? Een experiment naar de affectieve responses van Creative Media Advertising in vergelijking met Traditional Media Advertising en wordt dit gemedieerd door

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Is Tekst Effectiever dan een Duurzaam Keurmerk?

Is Tekst Effectiever dan een Duurzaam Keurmerk? Is Tekst Effectiever dan een Duurzaam Keurmerk? Een onderzoek naar het effect van een duurzaam keurmerk vs. inhoudelijke informatie over een duurzaam keurmerk op de koopintentie gemedieerd door de geloofwaardigheid

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon MONKEY SEE, MONKEY DO? Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon Rôchelle Renfurm 5601525 Persuasive Communication Scriptiebegeleider: Dhr Aart Velthuijsen

Nadere informatie

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Dr. Olga Damman Dr. Maaike van den Haak Nina Bogaerts, Msc Amber van der Meij, Bsc Prof.dr. Danielle Timmermans Quality of Care EMGO Institute for

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Vertrouwen in nieuwe producten van nieuwe merken in reclame

Vertrouwen in nieuwe producten van nieuwe merken in reclame Vertrouwen in nieuwe producten van nieuwe merken in reclame Jos Hornikx 1 Ondanks een toenemende belangstelling voor vertrouwen in een bedrijfskundige context, is er weinig onderzoek naar vertrouwen bij

Nadere informatie

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017 VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND September 2017 INTRODUCTIE Het vertrouwen in overheden, bedrijfsleven, media en NGO s daalt wereldwijd (bron: Edelman Trust barometer), eigenlijk al sinds de recessie in

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Mijn merk is beter dan jouw merk

Mijn merk is beter dan jouw merk Mijn merk is beter dan jouw merk Een experiment naar de effecten van vergelijkende reclame op de attitude en aankoopintentie ten opzichte van de getoonde merken Iris Kromwijk, 10204423 Bachelor Afstudeerproject

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Adverteren met eco-labels?

Adverteren met eco-labels? Adverteren met eco-labels? Een onderzoek naar het effect van eco-labels op luxeproducten en de rol van subjectieve kennis op de koopintentie van de consument. Door: Inge Kolen Studentnummer: 10684964 Docent:

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Schoonheid, waarheid, realiteit!

Schoonheid, waarheid, realiteit! Schoonheid, waarheid, realiteit! Onderzoek naar het effect van digitale manipulatie en argument type in productadvertenties Masterthesis Faculteit Geesteswetenschappen Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Bijlage A: Aanbevelingen

Bijlage A: Aanbevelingen Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG,

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

Hoe kiezen patiënten een zorgaanbieder? De rol van objectieve en subjectieve kwaliteitsinformatie

Hoe kiezen patiënten een zorgaanbieder? De rol van objectieve en subjectieve kwaliteitsinformatie Hoe kiezen patiënten een zorgaanbieder? De rol van objectieve en subjectieve kwaliteitsinformatie Presentatie literatuur- en praktijkonderzoek Invitational Nivel: Judith de Jong Kim Out Romy Bes Kim van

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid.

Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid. Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid. Student: Frederique Thans Studentnummer: 10729542 Afstudeerproject:

Nadere informatie

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING Kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging 1 Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING De invloed van kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging op informatieverwerking en overtuiging

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

Bachelorwerkstuk Het effect van negatieve berichtgeving over één bedrijf voor andere bedrijven uit de bedrijfstak

Bachelorwerkstuk Het effect van negatieve berichtgeving over één bedrijf voor andere bedrijven uit de bedrijfstak Bachelorwerkstuk Het effect van negatieve berichtgeving over één bedrijf voor andere bedrijven uit de bedrijfstak Naam cursus: Theoretisch gestuurd bachelorwerkstuk Student: Marij Scheepers Studentnummer:

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures

De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures Bachelorwerkstuk De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures Lauret Gerner s4219910 lauret.gerner@student.ru.nl 1 juni 2015 Begeleider: Dr. Loes Janssen Samenvatting Sinds

Nadere informatie

Ecolabels en gezonde vs. nietgezonde

Ecolabels en gezonde vs. nietgezonde UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Ecolabels en gezonde vs. nietgezonde voeding Een onderzoek naar de invloed van ecolabels op gezonde en nietgezonde voeding op de smaakverwachting van de consument Michelle Huisman

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren R E S U L T A T E N V A N E E N P O S T H O C S T U D I E Specialisme leider PsyQ Depressie PG IPT Specifieke factor op te vatten als theoretically

Nadere informatie

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Bachelor Communicatiewetenschap Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Student: Claudia Wienema Studentnummer:

Nadere informatie

Beangstigende feiten en verhalen

Beangstigende feiten en verhalen Beangstigende feiten en verhalen Een onderzoek naar het effect van statistische en narratieve berichten in combinatie met waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid Michelle Huisman 10385037 Masterscriptie

Nadere informatie

Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal?

Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal? Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal? Leo Lentz Henk Pander Maat Begrijpelijke financiële communicatie: hypotheken en pensioenen Leo Henk

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Stephanie Kruythof ANR: 555110 Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie: Bedrijfscommunicatie

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Naam: Kim Tielen Studentnummer: 4376420 Telefoonnummer: 0652181302 E-mailadres: kim.tielen@student.ru.nl Instelling: Radboud Universitair

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Expliciete en impliciete effecten van dunne en ronde advertentiemodellen op productevaluaties

Expliciete en impliciete effecten van dunne en ronde advertentiemodellen op productevaluaties Expliciete en impliciete effecten van dunne en ronde advertentiemodellen op productevaluaties Arend ten Oever (0485292) Juli 2008 Universiteit Utrecht Samenvatting Veel onderzoek richt zich op de zelf-evaluatieve

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Becks in Business: Brand it like Beckham

Becks in Business: Brand it like Beckham Becks in Business: Brand it like Beckham Het gebruik van een sport endorser in printadvertenties Bachelorthesis Nina Aerts 10009272 11 juni 2013 Ca. 7500 woorden Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument - Marieke van Westerlaak 2007 - 1. Inleiding Libelle Idee, Libelle Balans, Libelle

Nadere informatie