Bijlage A: Aanbevelingen

Transcriptie

1 Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG, over het algemeen tevreden over de samenwerking. Op dit belangrijke gebied is het CJG dus al zeer goed bezig. Vervolgonderzoek Het doen van vervolgonderzoek is de belangrijkste aanbeveling die gegeven kan worden met het oog op het geringe aantal respondenten van dit onderzoek en het feit dat de meeste werkvelden niet voldoende vertegenwoordigd zijn om deze onderling met elkaar te kunnen vergelijken. Wij raden aan dat in vervolgonderzoek o.a. wordt gekeken naar het deel van de professionals die wel van het CJG hebben gehoord maar nooit iemand hebben doorverwezen. Er is gebleken dat deze groep over het algemeen een positieve attitude t.o.v. het CJG heeft, en daarom kan het interessant zijn om te kijken naar de reden van het niet doorverwijzen. Ook kan er bijvoorbeeld dieper worden ingegaan op de motieven van professionals om vaker naar de ene discipline van het CJG door te verwijzen dan de ander. 12

2 Bijlage B: Verantwoording methode Soort onderzoek Om de bekendheid en het imago van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Apeldoorn onder professionals te meten, is gebruik gemaakt van een enquête. Deze enquête is online geplaatst en met behulp van mailinglijsten zijn professionals per uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Daarbij is aan de ontvanger van de gevraagd om collega s te vragen om deel te nemen aan het onderzoek, mits zij aan de voorwaarden voor het onderzoek voldeden. Er was dus sprake van een gelegenheidssteekproef en het totaal aantal professionals dat is benaderd om deel te nemen, is niet bekend. Selectie respondenten Voor het onderzoek zijn professionals die werken met ouders en jongeren van 0-23 jaar geselecteerd. Voorwaarde hierbij was dat deze professionals niet voor het CJG mochten werken. In totaal hebben 186 professionals de enquête ingevuld. Na het opschonen van de data bleven hiervan nog 157 professionals over waarvan de data zijn meegenomen in de analyses. 13

3 Bijlage C: Data professionals Respondenten: N = 157 1: Hoeveel ouders hebben van het CJG gehoord? Er is een significant verschil tussen mannen en vrouwen wat betreft de bekendheid met het CJG, chikwadraat (2)= 12,76, p = 0,002. Het verband is (zeer) zwak (tau = 0,081). Mannen antwoorden vaker nee (10,3% vs. 2,3%) en ja maar (58,6% vs. 32,8%), terwijl vrouwen vaker ja en contact antwoorden (64,8% vs. 31,0%). 4. Wat is de attitude van professionals ten opzichte van het CJG? De algemene attitude van professionals (N = 59) die van het CJG gehoord hebben, maar niet hebben doorverwezen, t.o.v. het CJG is relatief positief (M = 3,90, SD = 0,68). Professionals vinden het CJG gemiddeld goed (M = 3,83, SD = 0,77). Professionals vinden het CJG gemiddeld betrouwbaar (M = 3,93, SD = 0,67). Professionals vinden het CJG gemiddeld nuttig (M = 3,95, SD = 0,78). 5. Naar welke discipline van het CJG heeft u wel eens iemand doorverwezen? (meerdere antwoorden mogelijk) Hoeveelheid Percentage 1. Consultatiebureau 17 18,5% 2. Jeugdverpleegkundige/jeugdarts 47 51,1% 3. Opvoedsteunpunt/orthopedagoog 61 66,3% 4. Advies en hulp 34 37% 5. Cursussen 22 23,9% 6. Lactatiekundige 1 1,1% 7. Diëtist 6 6,5% 8. Schoolmaatschappelijk werk 57 62% 14

4 9. Logopedist 23 25,0% 10. CJG4Kracht 49 53,3% Anders, namelijk: 1 1,1% - Zorgteam (1) 6. In hoeverre zijn professionals tevreden over de samenwerking met het CJG? Professionals (N = 92) die wel eens iemand naar het CJG hebben doorverwezen, zijn over het algemeen tevreden (M = 7,22, SD = 1,66). Basisschool: N = 59, M = 7,68, SD = 1,27 VO-school: N = 3, M = 5,00, SD = 2,00 Speciaal onderwijs: N = 4, M = 6,75, SD = 0,96 Huisartsenpraktijk: N = 5, M = 5,20, SD = 3,03 Peuterspeelzaal: N = 1, M = 8,00, SD = 0,00 Buitenschoolse opvang: N = 2, M = 7,50, SD = 0,71 Kinderdagverblijf: N = 2, M = 7,50, SD = 3,54 Peuteropvang: N = 0, M = 0,00, SD = 0,00 Verloskundigenpraktijk: N = 2, M = 7,50, SD = 0,71 Vrijgevestigde praktijk: N = 3, M = 5,00, SD = 1,00 (Psycho)sociale hulpinstantie: N = 11, M = 6,82, SD = 1,72 Anders: N = 0, M = 0,00, SD = 0,00 1: 1x (1,1%) 2: 0x (0%) 3: 2x (2,2%) 4: 4x (4,3%) 5: 7x (7,6%) 6: 9x (9,8%) 7: 20x (21,7%) 8: 32x (34,8%) 9: 14x (15,2%) 10: 3x (3,3%) Er is geen significant verschil gevonden tussen mannen en vrouwen m.b.t. tevredenheid. 7. Hoe waarschijnlijk is het dat professionals het CJG zullen aanraden aan collega s? 15

5 Professionals die van het CJG gehoord hebben (en er wel of niet naar hebben doorverwezen) (N = 151), vinden het gemiddeld behoorlijk waarschijnlijk dat ze het CJG aan collega s zullen aanraden (M = 4,03, SD = 1,07). Wel is er een significant verschil tussen professionals die nog nooit iemand hebben doorverwezen naar het CJG (N = 59, M = 3,59, SD = 1,19, p < 0,001) en professionals die wel hebben doorwezen naar het CJG (N = 92, M = 4,32, SD = 0,89). 8. Hoe waarschijnlijk is het dat professionals iemand (opnieuw) naar het CJG zullen (door)verwijzen? Professionals die van het CJG gehoord hebben (en er wel of niet naar hebben doorverwezen) (N = 151), vinden het gemiddeld behoorlijk waarschijnlijk dat ze (opnieuw) iemand naar het CJG zullen (door)verwijzen (M = 4,09, SD = 1,05). Wel is er een significant verschil tussen professionals die nog nooit iemand hebben doorverwezen naar het CJG (N = 59, M = 3,44, SD = 1,21, p < 0,001) en professionals die wel hebben doorwezen naar het CJG (N = 92, M = 4,50, SD = 0,64). Het regressiemodel met de waarschijnlijkheid dat professionals opnieuw iemand zullen (door)verwijzen naar het CJG als afhankelijke variabele en tevredenheid over de samenwerking met het CJG als onafhankelijke variabele is significant, F(1, 90) = 31,27, p < 0,001. Het regressiemodel is dus bruikbaar om de waarschijnlijkheid dat professionals opnieuw iemand zullen (door)verwijzen naar het CJG te voorspellen, maar de voorspelling is qua sterkte matig: 26% van de verschillen in waarschijnlijkheid kunnen voorspeld worden op grond van tevredenheid over het eerdere contact (r2 = 0,26). Tevredenheid, b = 0,20, 95% CI [0,13, 0,26]. Wanneer het tevredenheidscijfer (op een schaal van 1 t/m 10) met 1 toeneemt, neemt de waarschijnlijkheid dat men opnieuw contact opneemt met het CJG, met 0,2 toe (op een schaal van 1 t/m 5). 16