Eerst zien dan geloven!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eerst zien dan geloven!"

Transcriptie

1 Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong ( ) Groep 2, Charlotte Blom Bachelor Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam 8 juni woorden

2 Samenvatting Door middel van een experiment met een online vragenlijst onder 174 respondenten is onderzocht wat de invloed is van de aanwezigheid van een voedingsclaim op de verpakking van een voedingsproduct en het verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Daarbij is ook het moderatie-effect van geslacht en de gepercipieerde geloofwaardigheid van de voedingsclaim onderzocht. Dit onderzoek draagt bij aan een verkleining van de kenniskloof op het gebied van de invloed van deze twee vormen van promotie door voedingsproducenten. Aan de hand van eenwegs- en tweewegs-variantieanalyses zijn zes hypothesen getoetst. Er zijn geen significante resultaten gevonden. Wel lieten de gemiddelden zien dat het gebruik van een voedingsclaim op de verpakking van een voedingsproduct leidde tot een hogere koopintentie en productattitude. Bij vrouwen waren deze effecten groter dan bij mannen. Daarbij was koopintentie en productattitude hoger bij respondenten die de voedingsclaim als meer geloofwaardig zagen dan bij respondenten die de voedingsclaim als minder geloofwaardig zagen. Ook bleek uit de resultaten dat het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal leidde tot een hogere koopintentie en productattitude. Bij vrouwen waren deze effecten ook groter dan bij mannen, en groter bij respondenten die de voedingsclaim als meer geloofwaardig zagen dan bij respondenten die de voedingsclaim als minder geloofwaardig zagen. Er bleek geen interactie-effect te bestaan tussen de aanwezigheid van een voedingsclaim en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Ondanks dat de resultaten niet significant waren en de hypothesen werden verworpen, is dit onderzoek nuttig voor de wetenschap. De kenniskloof op het gebied van twee promotievormen door producenten, het gebruik van voedingsclaims en milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal, is verkleind. Vervolgonderzoek kan deze kenniskloof nog verder verkleinen. Inleiding Minder suiker, meer vitaminen, minder verzadigd vet, meer ijzer; we worden als consument steeds meer gewezen op verantwoord en gezond eten. Het is de laatste jaren een belangrijk onderwerp geworden in de voedingswereld. Bedrijven proberen de consument te motiveren om een gezonde voedingskeuze te maken (Feunekes et al., 2008), door onder andere gezond of gezondere voeding te produceren. Dit doen ze bijvoorbeeld door de voedingswaarden duidelijk op de verpakking te zetten. Ook vanuit de kant van de consument staat gezond eten hoog op de agenda. De consument is steeds meer geïnteresseerd in gezonde producten. Zo blijkt dat 60% van de Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar let op de voedingswaarden van 1

3 voedingsproducten voor de aankoop (GfK, 2013), om een gezondere keuze te kunnen maken. Voedingsgoeroes pikken graag een graantje mee in de nieuwe wereld waar gezond eten centraal staat, met bijvoorbeeld blogs. Maar vooral de marketingwereld kan goed inspelen op de nieuwe trend door middel van verschillende vormen van reclame en promotie. Er bestaan twee vormen van promotie die veel gebruikt wordt door producenten: het maken van voedingsclaims (expliciet) en het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal (impliciet). Een bekend voorbeeld van een voedingsclaim is light, dat steeds meer te zien is op verschillende typen voedingsmiddelen. Voedingsclaims mogen alleen maar worden gebruikt wanneer het voedingsmiddel voldoet aan de eisen van een claim (Voedingscentrum, z.d.). Deze eisen zijn vastgelegd in een Europese wetgeving. Zo mag de claim light bijvoorbeeld alleen maar worden gebruikt wanneer het product 30% minder suiker bevat dan een vergelijkbaar product. De tweede belangrijke vorm van promotie is het gebruik van milieuvriendelijke verpakkingen. Dit past in het straatje van verantwoord ondernemen, dat steeds belangrijker wordt gevonden door de consument. De verpakkingen van producten van Bio Futura zijn bijvoorbeeld duurzaam en biologisch afbreekbaar (Bio Futura, z.d.). Producenten proberen door middel van voedingsclaims en milieuvriendelijke verpakkingsmaterialen hun producten aantrekkelijker te maken en hun afzet te vergroten. Het is daarom interessant om te kijken naar de invloed van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op de beeldvorming van consumenten over het product (de productattitude) en op de bereidheid om het product te kopen (de koopintentie). Daarbij is het ook nuttig om te kijken wat het interactie-effect is van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Echter, niet elke voedingsclaim wordt zomaar aangenomen. Daarom is het belangrijk om te kijken wat de invloed is van de gepercipieerde geloofwaardigheid van de voedingsclaim op de bovengenoemde effecten. Tenslotte is het mogelijk dat er een verschil is in bovengenoemde effecten bij mannen en vrouwen, doordat mannen en vrouwen volgens de selectiviteitshypothese voedingsclaims op een andere manier verwerken (Hallahan, 1995). Dit is van belangrijke waarde, dus wordt geslacht meegenomen in het onderzoek. Zoals besproken worden in dit onderzoek twee belangrijke trends onderzocht: voedingsclaims op de verpakking van voedingsproducten, en het verpakkingsmateriaal van deze producten. Er wordt onderzocht wat de invloed van deze trends is op de koopintentie en productattitude. Deze variabelen zijn belangrijk voor producenten omdat ze de afzet beïnvloeden. Twee factoren die voor verschillen kunnen zorgen wat betreft de invloed van 2

4 voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude zijn geslacht en de gepercipieerde geloofwaardigheid van de voedingsclaim. Bovenstaande samengevat, luidt de hoofdvraag van dit onderzoek als volgt: RQ: Wat is het effect van de aanwezigheid van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op de koopintentie en productattitude, en wat is daarbij de invloed van geslacht en de gepercipieerde geloofwaardigheid van de voedingsclaim? De onderzoeksvraag zal getracht te worden beantwoord door middel van een experiment. Omdat gezonde voeding vooral de laatste jaren een hot topic is, is het belangrijk om meer onderzoek te doen in dit onderwerp. Met dit onderzoek wordt kennis vergaard die van pas komt in de marketingwereld. Marketeers kunnen door middel van dit onderzoek kennis opdoen over verschillende promotiemanieren voor voedingsproducten. Daarnaast is dit onderzoek relevant voor voedingsproducenten, omdat zij met de opgedane kennis hun aanpak kunnen verbeteren om zo hun afzet te vergroten. Hiermee kunnen ze een sterkere marktpositie innemen. Tenslotte is dit onderzoek ook relevant voor de wetenschap, aangezien hier nog weinig onderzoek naar is gedaan. De vergaarde kennis zal een gat vullen in de wetenschap. Theoretisch kader In dit theoretisch kader wordt ingegaan op de verschillende concepten in dit onderzoek, en op de bestaande literatuur over het onderwerp. Ten eerste wordt het concept voedingsclaims besproken, en wordt het concept gekoppeld aan het Elaboration Likelihood Model. Ten tweede wordt ingegaan op het concept verpakkingsmateriaal. Hierna wordt kort ingegaan op het interactie-effect tussen voedingsclaims en verpakkingsmateriaal. Ten vierde wordt het concept geslacht besproken, en ten slotte wordt ingegaan op het concept geloofwaardigheid van de voedingsclaim. Voedingsclaims Een voedingsclaim is een positieve bewering over de samenstelling van het product (Voedingscentrum, z.d.). Een voedingsclaim staat op de voorkant van de verpakking van het product, en wordt door producenten gebruikt om onder andere de productattitude positief te beïnvloeden. Maar uit interviews in focusgroepen blijkt dat consumenten meestal erg sceptisch zijn over de voedingsclaims (Keller et al., 1997). De consument heeft vaak door dat het een poging is van de producent om zijn afzet te vergroten. 3

5 De verwerking van voedingsclaims is te verklaren aan de hand van het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986). Dit model beschrijft de manier waarop attitudes gevormd worden en veranderen. Het model onderscheidt twee routes waarop informatie verwerkt kan worden: de centrale route en de perifere route. Verwerking via de centrale route gebeurt wanneer iemand een hoge motivatie heeft om de desbetreffende informatie te verwerken. De informatie wordt dan bewust verwerkt en dat kost energie. Wanneer iemand een lage motivatie heeft, gebeurt verwerking via de perifere route (Keller et al., 1997). Dit gaat onbewust, kost geen energie en gebeurt aan de hand van simpele beslisregels. Uit onderzoek van Walters en Long (2012) blijkt dat voedingsclaims via de perifere route worden verwerkt. Voedingsproducten zijn producten met een lage betrokkenheid. Ze worden verwerkt via de perifere route, daarom ligt de nadruk op voedingsclaims. De verwerking van voedingsclaims gebeurt dus automatisch en onbewust. In de literatuur zijn verschillende resultaten te vinden over de invloed van voedingsclaims op koopintentie en productattitude. Er kan gezegd worden dat er twee scholen zijn die tegenover elkaar staan. De ene groep zegt dat er geen invloed is van voedingsclaims op productattitude en koopintentie. Zo hebben Keller et al. (1997) door middel van een experiment onderzocht wat de invloed is van een voedingsclaim op productattitude en koopintentie. De voedingsclaim werd gemanipuleerd (vier condities; drie groepen met verschillende voedingsclaims en één controlegroep zonder voedingsclaim). Uit het onderzoek blijkt dat voedingsclaims op de verpakking van voedingsproducten geen invloed hebben op de productattitude en koopintentie. Ook uit onderzoek van Garretson et al. (2000) blijkt dat voedingsclaims geen invloed hebben op de productattitude en koopintentie. De andere groep zegt echter dat er wel een invloed is van voedingsclaims op productattitude en koopintentie. Uit onderzoek van Aschemann-Witzel et al. (2010) blijkt bijvoorbeeld dat voedingsclaims op de verpakkingen van voedingsproducten leiden tot een stijging van de koopintentie met 10%. Ook volgens Drichoutis et al. (2006), Barreiro-Hurlé (2009) en Shine (1997) hebben voedingsclaims een positieve invloed op koopintentie. Dit is volgens Drichoutis (2006) te verklaren doordat consumenten ongewenste ingrediënten in voedingsproducten willen vermijden. Wanneer een verpakking van een product een voedingsclaim bevat, ziet men het product als gezonder enkel door de voedingsclaim, zonder verder op zoek te gaan naar informatie over de voedingswaarden van het product. De aanwezigheid van een voedingsclaim zal dus leiden tot een grotere kans dat de consumenten het product kopen, ongeacht hun zoektocht naar meer informatie (Roe, 1999). Dit effect wordt het halo effect genoemd: men maakt gebruik van algemene kenmerken (een voedingsclaim) 4

6 om een specifieke evaluatie te maken (het product is gezond) (study.com). Het halo effect wordt ook wel omschreven aan de hand van een uitspraak van Standing (2004): what is beautiful, is good. Een voedingsclaim leidt er toe dat de consument het product ook beschouwt als goed. Het halo effect dat optreedt hangt samen met de omvang van de voedingsclaim op een voedingsproduct (de lengte van de voedingsclaim). De omvang blijkt invloed te hebben op de koopintentie (Drichoutes, 2006). Dit is te verklaren aan de hand van de kosten-baten benadering van Stigler (1961). Consumenten zullen aandacht vestigen op voeding gerelateerde informatie zo lang de kosten (namelijk de tijd die het kost om de voedingsclaim te lezen) niet groter zijn dan de baten (gezondere voedingskeuzes). Hieruit blijkt dat een korte voedingsclaim beter werkt dan een lange voedingsclaim. Het halo effect, waarbij consumenten het product beschouwen als goed wanneer de verpakking een voedingsclaim bevat, leidt daarnaast ook tot een positievere productattitude. Ook uit het onderzoek van Barreiro-Hurlé (2009) blijkt dat voedingsclaims een positieve invloed hebben op productattitude. Consumenten waarderen voedingsclaims, wat leidt tot een positievere productattitude. Op basis van een meerderheid aan onderzoeken die concluderen dat voedingsclaims een positieve invloed hebben op koopintentie en productattitude, en op basis van de theorie over het halo effect, zijn de volgende hypothesen opgesteld: H1: De aanwezigheid van een voedingsclaim op de verpakking van een voedingsproduct leidt tot een (a) hogere koopintentie en een (b) positievere productattitude dan de afwezigheid van een voedingsclaim. Verpakkingsmateriaal De verpakking van voedingsproducten speelt een grote rol bij marketing (Estiri et al., 2010). Voedingsproducten worden verpakt om onder andere de houdbaarheid te verlengen (Smurfit Kappa, z.d.). Veel producten worden verpakt in plastic verpakkingsmateriaal (in dit onderzoek normaal verpakkingsmateriaal genoemd), maar met het belangrijk worden van verantwoord ondernemen worden nieuwe verpakkingsmaterialen ontworpen, zoals milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. De verpakking van voedingsproducten is erg belangrijk. Volgens Govind en Jain (2012) is de verpakking van producten een van de belangrijkste invloeds-factoren bij koopintentie. 73% van de koopbeslissingen van consumenten worden namelijk pas in de winkel gemaakt (Rettie & Brewer, 2000), en de verpakking van producten is het eerste contactpunt is van de consument met de merknaam 5

7 (Wang, 2015). Producenten trachten daarom door middel van de verpakking de aandacht van de consument te trekken en hun merkimago te verbeteren. Uit onderzoek is gebleken dat 78% van de consumenten in Amerika bereid is om meer te betalen voor voedingsproducten met een milieuvriendelijke verpakking (Kadlecek, 1991). Het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal wordt door de consument als positief ervaren. Er wordt dus verwacht dat koopintentie stijgt door het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. Volgens onderzoek van Vasquez et al. (2003) heeft de verpakking van voedingsproducten een belangrijke invloed op koopintentie en productattitude. Het onderzoek werd gedaan door middel van een inhoudsanalyse met vier grote retailbedrijven in Groot- Brittannië. Uit de resultaten bleek dat de afzet van de bedrijven groeide en de productattitude van consumenten ten aanzien van hun producten verbeterde wanneer de bedrijven veel aandacht vestigden op de verpakking van hun producten. Ook uit onderzoek van Stevenson (2007) en Kadleck (1991) bleek dat productattitude positiever werd wanneer gebruik wordt gemaakt van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. In tegenstelling tot deze onderzoeken blijkt uit onderzoek van Abdalkrim en Al-Hrezat (2013) dat milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal geen invloed heeft op koopintentie. Een discussiepunt van dit onderzoek is echter dat dit onderzoek gedaan is met alleen Jordaanse consumenten. Voor consumenten in andere delen van de wereld kan het effect anders zijn. Aangezien de meeste literatuur spreekt van een positief effect van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude, is de volgende hypothese opgesteld: H2: Het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal leidt tot een (a) hogere koopintentie en (b) positievere productattitude dan het gebruik van normaal verpakkingsmateriaal. Interactie-effect voedingsclaim en verpakkingsmateriaal Over het interactie-effect van de aanwezigheid van een voedingsclaim en verpakkingsmateriaal bestaat nog geen literatuur. Op basis van de vorige hypothesen kan echter gesteld worden dat: H3: het gebruik van een voedingsclaim in combinatie met milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal leidt tot een (a) hogere koopintentie en een (b) positievere productattitude. 6

8 Geslacht Uit het onderzoek van Aschemann-Witzel et al. (2010) blijkt dat er geen modererend effect bestaat van geslacht op de invloed van voedingsclaims op koopintentie. Het onderzoek werd uitgevoerd door middel van realistische simulaties met voedingsproducten met voedingsclaims. Echter, volgens de selectiviteitshypothese van Meyers-Levy verwerken mannen en vrouwen informatie en communicatieboodschappen verschillend (Hallahan, 1995). Hierbij spelen objectieve attributies (tastbare producteigenschappen) en subjectieve attributies (ontastbare producteigenschappen, zoals de voedingsclaim) een rol. Uit het onderzoek blijkt dat mannen meer aandacht besteden aan objectieve attributies en minder aan subjectieve attributies dan vrouwen. Mannen verwerken voedingsclaims dus minder intensief dan vrouwen, wat er toe kan leiden dat de voedingsclaims meer effect hebben bij mannen. De verwachting is dus dat de aanwezigheid van voedingsclaims een groter effect heeft op koopintentie en productattitude bij mannen dan bij vrouwen. Over een eventueel modererend effect van geslacht op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude bestaat weinig literatuur. Volgens Koutsimanis et al. (2012) heeft geslacht geen modererend effect op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Maar uit onderzoek van onder andere Livette (2007) en Shi et al. (2009) blijkt dat mannen en vrouwen anders handelen wanneer ze een koopbeslissing maken. Op basis hiervan zijn de volgende hypothesen opgesteld: H4: Geslacht heeft een modererende invloed op het effect van de aanwezigheid van een voedingsclaim op (a) koopintentie en (b) productattitude. H5: Geslacht heeft een modererende invloed op het effect van verpakkingsmateriaal op (a) koopintentie en (b) productattitude. Geloofwaardigheid voedingsclaim De invloed van de voedingsclaim hangt af van de geloofwaardigheid van de voedingsclaim. Hiermee wordt de mate bedoeld waarin de consument de voedingsclaim vertrouwt en gelooft (Encyclo, z.d.). Uit onderzoek blijkt dat vertrouwen een positieve invloed heeft op de koopintentie (Hornikx, 2002). Meer vertrouwen leidt tot een hogere geloofwaardigheid. Een hogere 7

9 geloofwaardigheid van de voedingsclaim zal dus leiden tot een hogere koopintentie. Daarnaast leidt een hogere mate van vertrouwen tot een positievere productattitude (Anwar et al., 2011). Aangezien meer vertrouwen leidt tot een hogere geloofwaardigheid, kan verwacht worden dat een hogere geloofwaardigheid van de voedingsclaim leidt tot een positievere productattitude. In beide gevallen wordt verwacht dat de geloofwaardigheid van de voedingsclaim een modererend effect heeft. Aan de hand hiervan zijn de volgende hypothesen gesteld: H6: De geloofwaardigheid van de voedingsclaim heeft een positieve invloed op het effect van de aanwezigheid van een voedingsclaim op (a) koopintentie en (b) productattitude. Bij het zien van de voedingsclaim leidt een hoge geloofwaardigheid van de claim tot een positievere invloed dan een lagere geloofwaardigheid. H7: De geloofwaardigheid van de voedingsclaim heeft een positieve invloed op het effect van verpakkingsmateriaal op (a) koopintentie en (b) productattitude. Bij het zien van de voedingsclaim leidt een hogere geloofwaardigheid van de claim tot een positievere invloed dan een lagere geloofwaardigheid. In figuur 1 is de onderzoeksvraag verduidelijkt door middel van een conceptueel model. De gebroken pijlen geven aan dat het gaat om een modererend effect. Figuur 1 Conceptueel model onderzoeksvraag 8

10 Methode De onderzoeksvraag is onderzocht aan de hand van een experiment. Hiermee werd het causale verband onderzocht tussen voedingsclaims en verpakkingsmateriaal aan de ene zijde, en koopintentie en productattitude aan de andere zijde. Daarbij is gekeken of geslacht en de geloofwaardigheid van de voedingsclaim invloed hebben op dit causale verband. Er is gekozen voor een experiment zodat een zo werkelijk mogelijke situatie gemanipuleerd kon worden. In dit experiment is gebruik gemaakt van een online vragenlijst (zie bijlage A), omdat hiermee op een snelle en makkelijke manier veel respondenten te bereiken zijn (Wright, 2006), en dus veel data verzameld kunnen worden (Birnbaum, 2000). Daarnaast kunnen online vragenlijsten overal worden afgenomen in een natuurlijke setting. Dit is bevorderend voor de externe validiteit. Dit onderzoek maakt deel uit van een groter geheel. Hierdoor waren er meer respondenten, wat beter is voor de steekproef, en daarmee ook bevorderend is voor de uitkomsten van het onderzoek. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is alleen relevante data geanalyseerd. Onderzoeksdesign In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een 2x2 between-subjects design. De variabele voedingsclaim had twee levels ( wel voedingsclaim en geen voedingsclaim ). De variabele verpakkingsmateriaal had ook twee levels ( normaal verpakkingsmateriaal en milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal ). Er waren vier condities. Conditie één was een afbeelding van een zak chips met een voedingsclaim en van normaal verpakkingsmateriaal. Controleconditie twee was een afbeelding van een zak chips met een voedingsclaim en van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. Conditie drie was een afbeelding van een zak chips zonder voedingsclaim en van normaal verpakkingsmateriaal. Controleconditie vier was een afbeelding van een zak chips zonder voedingsclaim en van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. De condities zijn in tabel 1 uiteengezet. Tabel 1 Condities onderzoek Verpakkingsmateriaal Wel voedingsclaim Geen voedingsclaim Normaal verpakkingsmateriaal Conditie 1: n = 32 Conditie 3: n = 33 Milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal Conditie 2: n = 34 Conditie 4: n = 35 9

11 Met het between-subjects design zijn de respondenten elk aan één conditie blootgesteld, en hadden daarbij geen weet van de andere condities. Op deze manier werd voorkomen dat participanten snel doorhadden waar het onderzoek precies over ging. De respondenten zijn random toegewezen aan de condities. Iedere respondent kreeg één afbeelding te zien van een zak chips, waarna de respondent werd gevraagd om een online vragenlijst in te vullen. Het onderzoeksdesign is uiteengezet in tabel 2. Tabel 2 Onderzoeksdesign Tijdstip t 1 Groep I R X Experimentele groep 1 Groep II R X Experimentele groep 2 Groep III R X Experimentele groep 3 Groep IV R X Experimentele groep 4 Respondenten Aan het onderzoek hebben 174 respondenten deelgenomen. De respondenten zijn vooral familie en sociale contacten, geworven via Facebook. Er is gebruik gemaakt van een convenience steekproef, om zo individuele verschillen te minimaliseren. De respondenten werd tevens gevraagd de vragenlijst zoveel mogelijk te verspreiden, wat heeft geleid tot een sneeuwbaleffect. De leeftijd van de respondenten varieerde van 18 jaar tot en met 90 jaar. De gemiddelde leeftijd was 32,16 jaar (SD = 16,72). 34,3% van de respondenten was man (n = 46) en 65,7% was vrouw (n = 88). Het gemiddelde opleidingsniveau was hbo (SD = 1,33). 25,4% van de respondenten (n = 34) was lager opgeleid (mbo-niveau of lager) en 74,6% van de respondenten (n = 100) was hoger opgeleid (hbo-niveau of hoger). In totaal was n = respondenten zijn als missing opgegeven. Procedure Er is in het onderzoek gebruikt gemaakt van een manipulatie (het zien van een zak chips) en een nameting (vragen die koopintentie en productattitude meten). Via de link op Facebook of kwamen de respondenten bij de welkomstpagina van het experiment. De eerste pagina bestond uit een informatieblad, met de belangrijkste informatie over het onderzoek. Daarna kregen de respondenten een consent formulier te zien met de ethische code. Pas wanneer de respondenten op akkoord klikten begon de daadwerkelijke vragenlijst. 10

12 Ten eerste werd de respondenten gevraagd een aantal algemene vragen in vullen, waarmee hun geslacht, leeftijd en opleidingsniveau werd gemeten. Ook werd gevraagd of ze Communicatiewetenschap studeerden of hadden gestudeerd. Dit is belangrijk om te weten, aangezien respondenten die de studie Communicatiewetenschap volgen of hebben gevolgd bekend zijn met onderzoeken, en door kunnen hebben waar het experiment over gaat. Na de algemene vragen kregen de respondenten een afbeelding te zien van een zak chips. Hierbij werden ze dus blootgesteld aan één van de vier condities. Wanneer ze de afbeelding rustig hadden bekeken werd ze gevraagd op volgende te klikken om verder te gaan met de vragenlijst. De vragen in de vragenlijst na de manipulatie hadden betrekking op de afbeelding. Hiermee werden de afhankelijke variabelen koopintentie en productattitude gemeten. Tenslotte werd ook de modererende variabele geloofwaardigheid van de voedingsclaim gemeten bij de respondenten die een zak chips met een voedingsclaim hadden gezien. Na afloop van de laatste vragen van de survey werden de respondenten bedankt voor hun deelname aan het onderzoek. De periode van dataverzameling was drie weken in mei. Manipulatiemateriaal Totaal waren er vier condities. De condities verschilden in de wel of niet aanwezigheid van een voedingsclaim en het verpakkingsmateriaal. De voedingsclaim is gemanipuleerd door een duidelijke tekst op de verpakking: 30% minder vet. Deze tekst is omcirkeld om het extra te laten opvallen. Het verpakkingsmateriaal is gemanipuleerd door een tekst op de verpakking: milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. Dit is extra duidelijk gemaakt door in de online vragenlijst dikgedrukt te zetten dat de participant een afbeelding te zien kreeg van een zak met een milieuvriendelijke verpakking. In tabel 3 zijn de condities van het manipulatiemateriaal uiteengezet. 11

13 Tabel 3 Manipulatiemateriaal Conditie 1: voedingsclaim, normale verpakking Conditie 2: voedingsclaim, milieuvriendelijke verpakking Conditie 3: geen voedingsclaim, normale verpakking Conditie 4: geen voedingsclaim, milieuvriendelijke verpakking Pilottest Voor de officiële dataverzameling is een pilottest uitgevoerd. Dit is gedaan om zeker te zijn dat de online vragenlijst klopt en ook daadwerkelijk ingevuld kon worden. De pilottest is uitgevoerd onder vijf kennissen, omdat deze makkelijk te bereiken waren en duidelijke feedback konden geven. De feedback was positief, de vragenlijst hoefde niet aangepast te worden. Operationalisering Onafhankelijke variabelen Dit onderzoek heeft twee onafhankelijke variabelen: voedingsclaim en verpakkingsmateriaal. 12

14 De variabele voedingsclaim bestaat uit twee condities, namelijk wél een voedingsclaim op de verpakking van de zak chips ( aanwezigheid voedingsclaim, waarde 1), en geen voedingsclaim op de verpakking van de zak chips ( afwezigheid voedingsclaim, waarde 2). Het meetniveau van deze variabele is nominaal. De variabele verpakkingsmateriaal bestaat uit twee condities, namelijk normaal verpakkingsmateriaal (waarde 1) of milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal (waarde 2). Het meetniveau van deze variabele is nominaal. Afhankelijke variabelen Koopintentie Koopintentie is de persoonlijke intentie tot actie met betrekking tot een merk (Spears & Singh, 2004). Het is het bewuste plan van een individu om over te gaan tot het kopen van een merk of product. De meting van koopintentie is afgeleid van de methode van Dodds et al. (1991) en enigszins aangepast voor dit onderzoek. In het onderzoek van Dodds et al. is koopintentie gemeten aan de hand van vijf items met een 7-punts Likertschaal, met de antwoordmogelijkheden lopend van 1 (zeer klein) tot 7 (zeer groot). In dit onderzoek zijn drie van deze vijf items gebruikt om koopintentie te meten. De andere twee items zijn niet gebruikt omdat deze niet van toepassing zijn op dit onderzoek. Het eerste item dat in dit onderzoek is gebruikt is: de kans dat ik dit product ga kopen is. Het tweede item is: de kans dat ik zou overwegen om dit product te kopen is. Het derde item is: mijn bereidheid om dit product te kopen is (zie bijlage 1 voor de items). De afhankelijke variabelen koopintentie is een latente variabele. Om de betrouwbaarheid van de waarnemingen in het onderzoek en de interne validiteit vast te stellen is een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd. Er hoefde geen factoranalyse uitgevoerd te worden, omdat de variabele slechts uit drie items bestaat. Uit de betrouwbaarheidsanalyse bleek dat Cronbach s alpha voor koopintentie 0,94 is, Hiermee is de schaal voor koopintentie betrouwbaar, want α > Cronbach s alpha kon niet verbeterd worden. De items vormen de latente variabele koopintentie (M = 3,14 ; SD = 1,46). Hoe hoger de waarde, hoe hoger de koopintentie. Productattitude Attitude is de gehele evaluatie van de consument van een product, persoon, object of kwestie. In dit onderzoek gaat het om productattitude: de evaluatie van de consument van een product, in dit geval een zak chips. Een persoon kan zowel een positieve of negatieve productattitude 13

15 hebben. De meting van productattitude is afgeleid van de methode van Lee et al. (2008) en aangepast voor dit onderzoek. In het onderzoek van Lee et al. is productattitude gemeten aan de hand van vier items met een 5-punts Likertschaal, met antwoordmogelijkheden lopend van 1 (zeer mee oneens) tot 5 (zeer mee eens). Voor dit onderzoek is de schaal aangepast naar een 7-punts Likertschaal. Dit is gedaan omdat de rest van de vragen ook met een 7-punts Likertschaal zijn gemeten. De vier items luiden achtereenvolgend: het product spreekt mij aan, het product lijkt mij smakelijk, ik vind het product interessant, en ik zou het product willen uitproberen (zie bijlage 1 voor de items). De afhankelijke variabele productattitude is een latente variabele. Om de betrouwbaarheid van de waarnemingen in het onderzoek en de interne validiteit vast te stellen is een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd. Er hoefde geen factoranalyse uitgevoerd te worden omdat de variabele uit slechts vier items bestaat. Uit de betrouwbaarheidsanalyse bleek dat Cronbach s alpha voor productattitude 0,92 is, Hiermee is de schaal voor productattitude betrouwbaar, want α > Cronbach s alpha kon niet meer verbeterd worden. De items vormen de latente variabele productattitude (M = 4,15 ; SD = 1,42). Hoe hoger de waarde, hoe hoger de productattitude. Modererende variabelen Geslacht De modererende variabele geslacht is nominaal en kan in dit onderzoek twee waarden aannemen: man (waarde 0) of vrouw (waarde 1). Geslacht wordt als onafhankelijke variabele gebruikt, omdat deze in dit onderzoek als een modererende variabele wordt beschouwd. Geloofwaardigheid voedingsclaim De geloofwaardigheid van een claim wordt omschreven als de mate waarin iemand de voedingsclaim gelooft en beschouwt als betrouwbaar. Betrouwbaarheid is een belangrijk concept bij overtuiging en attitudeverandering (Ohanian, 1990). Geloofwaardigheid van de voedingsclaim is afgeleid van het source credibility model van Ohanian. In zijn model bestaat geloofwaardigheid uit drie elementen: de expertise van de bron, de betrouwbaarheid van de bron, en de aantrekkelijkheid van de bron (Dekker & Van Reijmersdal, 2010). In dit onderzoek is gebruik gemaakt van twee van de drie elementen van Ohanian, namelijk betrouwbaarheid van de bron en aantrekkelijkheid van de bron. In dit onderzoek is de bron de voedingsclaim op de verpakking van het product. Het derde element is niet gebruikt, omdat deze niet van toepassing was op dit onderzoek. 14

16 Betrouwbaarheid van de voedingsclaim: er zijn vijf items gebruikt om de betrouwbaarheid te meten. De items zijn semantisch. De vraag om de betrouwbaarheid te meten luidde: wat vindt u van de voedingsclaim?. De vijf items waarmee deze vraag beantwoord kon worden luidden achtereenvolgend: betrouwbaar/onbetrouwbaar, eerlijk/oneerlijk, aannemelijk/onaannemelijk, oprecht/niet oprecht, plausibel/niet plausibel. Aantrekkelijkheid van de bron: om de aantrekkelijkheid van de voedingsclaim te meten is gebruik gemaakt van één van de vijf semantische items van Ohanian. Deze andere vier items hadden betrekking op de aantrekkelijkheid van celebrities en waren niet bruikbaar in dit onderzoek, zoals sexy vs. niet sexy, knap vs. lelijk. Om de aantrekkelijkheid van de voedingsclaim te meten is de volgende vraag gebruikt: Wat vindt u van de voedingsclaim?. De respondenten konden in hun antwoord kiezen tussen aantrekkelijk en onaantrekkelijk. In totaal zijn dus zes items gebruikt om de geloofwaardigheid van de voedingsclaim te onderzoeken. De modererende variabele geloofwaardigheid voedingsclaim is een latente variabele. Om de betrouwbaarheid van de waarnemingen in het onderzoek en de interne validiteit vast te stellen is een betrouwbaarheidsanalyse en een factoranalyse uitgevoerd. Uit de betrouwbaarheidsanalyse bleek dat Cronbach s alpha voor geloofwaardigheid claim 0,70 is, Hiermee is de schaal voor geloofwaardigheid voedingsclaim betrouwbaar, want α > De schaal kon echter verbeterd worden door het item onaantrekkelijk/aantrekkelijk weg te laten. De schaal bestaat dan uit vijf items in plaats van zes, met een waarde voor Cronbach s alpha van 0,72. Ook uit de factoranalyse blijkt dat de schaal het beste gevormd kan worden met de vijf items, waarbij het item onaantrekkelijk/aantrekkelijk weggelaten wordt. De variabele bestond namelijk uit twee componenten. Component 1, bestaande uit de items onbetrouwbaar/betrouwbaar, oneerlijk/eerlijk, onaannemelijk/aannemelijk, niet oprecht/oprecht, en niet plausibel/plausibel had een eigenwaarde van 2,48. Component 2, bestaande uit het item onaantrekkelijk/aantrekkelijk had een eigenwaarde van 1,06. De vijf items uit component 1 vormen samen de latente variabele geloofwaardigheid voedingsclaim (M = 1,41 ; SD = 0,35). Hoe hoger de waarde, hoe meer de respondent de voedingsclaim ziet als geloofwaardig. Geloofwaardigheid voedingsclaim wordt als onafhankelijke variabele gebruikt, omdat deze in dit onderzoek als een modererende variabele wordt beschouwd. De variabele is opgedeeld in twee groepen: zij die de voedingsclaim relatief als meer geloofwaardig beschouwen, en zij die de voedingsclaim relatief als minder geloofwaardig beschouwen. Om 15

17 tot gelijke groepen te komen is de mediaan gebruikt, deze was 1,4. De groep beschouwen de voedingsclaim relatief als minder geloofwaardig bestond uit de respondenten met een waarde lager dan 1,4 op de schaal (n = 27), en de groep beschouwen de voedingsclaim relatief als meer geloofwaardig bestond uit de respondenten met een waarde van 1,4 of hoger op de schaal (n = 36). Controlevraag Om te controleren of de respondenten de manipulatie zouden kunnen herkennen, is ze het volgende gevraagd: Studeert u Communicatiewetenschap of heeft u Communicatiewetenschap gestudeerd?, met de antwoordmogelijkheden Ja (1) en Nee (2). 11,2% van de respondenten gaf aan communicatiewetenschap te studeren of te hebben gestudeerd (n = 15). Dit lage percentage toont aan dat de kans dat de respondenten de manipulatie zouden herkennen klein was. Analyseplan Eerst is van de variabelen voedingsclaim en verpakkingsmateriaal dummyvariabelen gemaakt met twee waarden: voor voedingsclaim de waarden 1 ( wel voedingsclaim ) en 2 ( geen voedingsclaim ), en voor verpakkingsmateriaal de waarden 1 ( normaal verpakkingsmateriaal ) en 2 ( milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal ). Om het effect van een voedingsclaim op koopintentie en productattitude (H1) te meten is een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen uitgevoerd (ANOVA), want voedingsclaim is een nominale variabele en koopintentie en productattitude zijn ratio variabelen. Deze toets wordt gebruikt wanneer twee of meer groepen met elkaar worden vergeleken op basis van het gemiddelde. Om dezelfde redenen is ook het effect van verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude (H2) gemeten met een eenwegsvariantieanalyse (ANOVA). Om het interactie-effect te meten tussen de aanwezigheid van een voedingsclaim en het verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude (H3) is een tweewegsvariantieanalyse (Univariate) uitgevoerd. Het eventuele moderatie-effect van geslacht op de invloed van de voedingsclaim op koopintentie en productattitude (H4) is onderzocht door middel van een tweewegsvariantieanalyse (Univariate), met de aanwezigheid van een voedingsclaim en geslacht als onafhankelijke variabelen. Het eventuele moderatie-effect van geslacht op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude (H5) is ook onderzocht door middel 16

18 van een tweewegs-variantieanalyse (Univariate), met verpakkingsmateriaal en geslacht als onafhankelijke variabelen. Het eventuele moderatie-effect van de geloofwaardigheid van de voedingsclaim op de invloed van een voedingsclaim op koopintentie en productattitude (H6) is getoetst met een tweewegs-variantieanalyse (Univariate), met geloofwaardigheid van de voedingsclaim en de aanwezigheid van een voedingsclaim als onafhankelijke variabelen. Het eventuele moderatieeffect van de geloofwaardigheid van de voedingsclaim op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude (H7) is ook getoetst met een tweewegs-variantieanalyse (Univariate), met geloofwaardigheid van de voedingsclaim en verpakkingsmateriaal als onafhankelijke variabelen. Hypothesen 6 en 7 worden alleen getoetst met de respondenten in de condities met een afbeelding met een zak chips met een voedingsclaim (condities 1 en 2). Voor alle variantieanalyses zijn tevens Levene s Tests uitgevoerd, om na te gaan of uit mocht worden gegaan van gelijke populatievarianties, om zo een normale verdeling van de populatie te waarborgen. Voor de demografische variabelen is gebruik gemaakt van een correlatieanalyse, waarbij de antwoorden die de respondenten hebben gegeven afgezet zijn tegenover de conditie waaraan zij door Qualtrics aan zijn toegewezen. Resultaten Steekproefverdeling De variabelen leeftijd, geslacht en opleidingsniveau waren ongeveer gelijk verdeeld over de vier condities. Conditie 1 bestond voor 25% uit mannen (n = 8) en voor 75% uit vrouwen (n = 24), met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar. 25% van de respondenten in deze conditie was laagopgeleid (n = 8) en 75% hoogopgeleid (n = 24). Conditie 2 bestond voor 26,5% uit mannen (n = 9) en voor 73,5% uit vrouwen (n = 25), met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. 29,4% van de respondenten in deze conditie was laagopgeleid (n = 10) en 70,6% hoogopgeleid (n = 24). Conditie 3 bestond voor 36,4% uit mannen (n = 12) en voor 63,6% uit vrouwen (n = 21), met een gemiddelde leeftijd van 20 jaar. 21,2% van de respondenten in deze conditie was laagopgeleid (n = 7) en 78,8% hoogopgeleid (n = 26), Conditie 4 bestond voor 48,6% uit mannen (n = 17) en voor 51,4% uit vrouwen (n = 18), met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar. 25,7% van de respondenten in deze conditie was laagopgeleid (n = 9) en 74,3% hoogopgeleid (n = 26). Doordat de steekproefverdeling tussen de condities ongeveer 17

19 gelijk zijn verdeeld, kunnen significante verschillen in de resultaten niet voortvloeien uit de steekproefverdeling, maar zijn ze te wijten aan het manipulatiemateriaal. Hypothesetoetsing Voedingsclaim Hypothese 1a is getoetst door middel van een eenwegs-variantieanalyse. De Levene s Test heeft aangetoond dat gesproken mag worden van gelijke populatievarianties, F (1, 132) = 0,24, p = 0,622. Uit de eenwegs-variantieanalyse bleek dat respondenten die de voedingsclaim wel zagen een hogere koopintentie hadden (M = 3,19, SD = 1,44) dan respondenten die geen voedingsclaim zagen (M = 3,09, SD = 1,48). Dit verschil was echter niet significant, F (1, 132) = 0,17, p = 0,682. Hiermee wordt hypothese 1a verworpen, wat betekent dat de aanwezigheid van een op de verpakking van een voedingsproduct niet leidt tot een hogere koopintentie dan de afwezigheid van een voedingsclaim. Om hypothese 1b te toetsen is ook een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd. De Levene s test was niet significant, F (1, 132) = 0,340, p = 0,561. Er mag dus worden uitgegaan van gelijke varianties tussen de groepen. Uit de eenwegs-variantieanalyse bleek geen significant effect van de aanwezigheid van een voedingsclaim op de productattitude, F(1, 132) = 0,02, p = 0,901. Respondenten die wel een voedingsclaim zagen hadden wel een hogere productattitude (M = 4,16, SD = 1,40) dan respondenten die geen voedingsclaim zagen (M = 4,13, SD = 1,45). Hypothese 1b wordt verworpen, wat betekent dat de aanwezigheid van een voedingsclaim op de verpakking van een voedingsproduct niet leidt tot een positievere productattitude dan de afwezigheid van een voedingsclaim. Verpakkingsmateriaal Er is een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd om hypothese 2a te toetsen. De Levene s Test was niet significant, F (1, 132) = 0,99, p = 0,321, waarmee mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties. Uit de eenwegs-variantieanalyse bleek dat respondenten die een milieuvriendelijke verpakking zagen een hogere koopintentie hadden (M = 3,35, SD = 1,43) dan respondenten die een normale verpakking zagen (M = 2,92, SD = 1,47). Dit effect was echter niet significant, F (1, 132) = 2,96, p = 0,088. Hiermee wordt hypothese 2b verworpen, wat betekent dat het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal niet leidt tot een hogere koopintentie dan het gebruik van normaal verpakkingsmateriaal. Om hypothese 2b te toetsen is ook een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd. De Levene s Test was niet significant, F (1, 132) = 2,0, p = 0,160. Er mag dus worden uitgegaan van 18

20 gelijke varianties tussen de groepen. Uit de eenwegs-variantieanalyse bleek dat respondenten die een milieuvriendelijke verpakking gezien hadden een hogere productattitude hadden (M = 4,26, SD = 1,53) dan respondenten die een normale verpakking hadden gezien (M = 4,03, SD = 1,29). Dit verschil bleek echter niet significant, F (1, 132) = 0,85, p = 0,358, waarmee hypothese 2b wordt verworpen. Dit betekent dat het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal niet leidt tot een hogere productattitude dan het gebruik van normaal verpakkingsmateriaal. Interactie-effect voedingsclaim en verpakkingsmateriaal Om hypothese 3a te toetsen werd een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd met voedingsclaim en verpakkingsmateriaal als onafhankelijke variabelen en koopintentie als afhankelijke variabele. De Levene s Test was niet significant, F (3, 130) = 1,11, p = 0,346. Er mag dus worden uitgegaan van gelijke populatievarianties. Uit de tweewegs-variantieanalyse bleek dat er geen significant interactie-effect is tussen de aanwezigheid van een voedingsclaim en verpakkingsmateriaal op koopintentie, F (1, 130) = 0,09, p = 0,762. De combinatie van een voedingsclaim met milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal leidde wel tot een hogere koopintentie (M = 3,36, SD = 1,36) dan geen combinatie van de twee. Hypothese 3b is ook getoetst door midden van een tweewegs-variantieanalyse met voedingsclaim en verpakkingsmateriaal als onafhankelijke variabelen en productattitude als afhankelijke variabele. Uit de Levene s Test bleek dat mocht worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, F (3, 130) = 0,87, p = 0,466. Volgens de tweewegs-variantieanalyse was er geen significant interactie-effect tussen de aanwezigheid van een voedingsclaim en verpakkingsmateriaal op productattitude, F (1, 130) = 0,14, p = 0,714. Geslacht Om hypothese 4a te toetsen werd een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd met voedingsclaim en geslacht als onafhankelijke variabelen en koopintentie als afhankelijke variabele. De Levene s Test was niet significant, F (3, 130) = 0,33, p = 0,801. Er mag dus worden uitgegaan van gelijke varianties tussen de groepen. Uit de tweewegs-variantieanalyse blijkt dat vrouwen die een verpakking zien met een voedingsclaim een hogere koopintentie hebben (M = 3,29, SD = 1,43) dan mannen die een verpakking zien met een voedingsclaim (M = 2,90, SD = 1,49). Dit verschil is echter niet significant, F (1, 130) = 1,11, p = 0,294. Hypothese 4a wordt hiermee verworpen, wat betekent dat er is geen moderatie-effect van geslacht is op de invloed van de aanwezigheid van een voedingsclaim op koopintentie. 19

21 Hypothese 4b, die stelt dat geslacht een modererend effect heeft op de invloed van de aanwezigheid van een voedingsclaim op productattitude, is ook getoetst met een tweewegsvariantieanalyse. Uit de Levene s Test bleek dat uit mocht worden gegaan van gelijke populatievarianties, F (3, 130) = 0,31, p = 0,817. Volgens de tweewegs-variantieanalyse hadden vrouwen bij het zien van een voedingsclaim een hogere productattitude (M = 4,21, SD = 1,42) dan mannen (M = 4,04, SD = 1,40). Dit verschil was echter niet significant, F (1, 130) = 0,63, p = 0,428. Hiermee wordt hypothese 4b verworpen, wat betekent dat geslacht geen modererend effect heeft op de invloed van de aanwezigheid van een voedingsclaim op productattitude. Hypothese 5a, die stelt dat geslacht een modererend effect heeft op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie, is getoetst door middel van een tweewegsvariantieanalyse. Volgens de Levene s Test bleek dat mocht worden uitgegaan van gelijke varianties binnen de groepen, F (3, 130) = 0,87, p = 0,458. Uit de tweewegs-variantieanalyse bleek dat vrouwen die een milieuvriendelijke verpakking zagen een hogere koopintentie hadden (M = 3,48, SD = 1,44) dan mannen (M = 3,13, SD = 1,41). Dit verschil bleek echter niet significant, F (1, 130) = 0,96, p = 0,330. Hiermee wordt hypothese 5a verworpen, wat betekent dat geslacht geen modererend effect heeft op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie. Ook om hypothese 5b te toetsen is een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd. Uit de Levene s Test bleek dat uit mocht worden gegaan van gelijke populatievarianties, F (3, 130) = 0,90, p = 0,444. Uit de tweewegs-variantieanalyse bleek dat vrouwen een hogere productattitude hadden bij het zien van een milieuvriendelijke verpakking (M = 4,38, SD = 1,58) dan mannen (M = 4,05, SD = 1,45). Dit verschil bleek echter niet significant, F (1, 130) = 2,70, p = 0,103. Hiermee wordt hypothese 5b verworpen, wat betekent dat geslacht geen modererend effect heeft op de invloed van verpakkingsmateriaal op productattitude. Geloofwaardigheid voedingsclaim Om hypothese 6a te toetsen is een eenwegs-variantieanalyse. Volgens de Levene s Test mag uitgegaan worden van gelijke populatievarianties, F (1, 40) = 1,09, p = 0,303. Uit de eenwegs-variantieanalyse bleek dat respondenten die de voedingsclaim als meer geloofwaardig zagen (een score van 1,4 of hoger op de variabele geloofwaardigheid voedingsclaim ) een hogere koopintentie hadden (M = 3,31, SD = 1,34) dan respondenten die de voedingsclaim als minder geloofwaardig zagen (een score lager op de variabele geloofwaardigheid voedingsclaim ) (M = 2,81, SD = 1,48). Dit verschil is echter niet 20

22 significant, F (1, 41) = 1,16, p = 0,289. Hypothese 6a wordt hiermee verworpen, wat betekent dat er geen moderatie-effect bestaat van de geloofwaardigheid van de voedingsclaim op het effect van de aanwezigheid van een voedingsclaim op koopintentie. Om hypothese 6b te toetsen is ook een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd. Uit de Levene s Test blijkt dat mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, F (1,40) = 0,86, p = 0,361. Volgens de eenwegs-variantieanalyse hadden respondenten die de voedingsclaim als meer geloofwaardig zagen een hogere productattitude (M = 4,30, SD = 1,17) dan de respondenten die de voedingsclaim als minder geloofwaardig zagen (M = 3,94, SD = 1,48). De verschillen bleken echter niet significant, F (1, 41) = 0,68, p = 0,415. Hypothese 6b wordt hiermee verworpen, wat betekent dat er geen moderatie-effect bestaat van de geloofwaardigheid van de voedingsclaim op het effect van de aanwezigheid van een voedingsclaim op productattitude. Hypothese 7a, die stelt dat de geloofwaardigheid van de voedingsclaim een modererend effect heeft op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie, is getoetst door middel van een tweewegs-variantieanalyse. Uit de Levene s Test bleek dat mag worden uitgegaan van gelijke populatievarianties, F (3, 38) = 1,83, p = 0,158. Uit de tweewegsvariantieanalyse bleek dat respondenten die de voedingsclaim als meer geloofwaardig zagen en een milieuvriendelijke verpakking hadden gezien een hogere koopintentie hadden (M = 3,54, SD = 0,94) dan respondenten die de voedingsclaim als minder geloofwaardig zien (M = 3,23, SD = 1,60). Dit verschil bleek echter niet significant, F (1, 38) = 0,11, p = 0,739. Hiermee wordt hypothese 7a verworpen, wat betekent dat er geen moderatie-effect bestaat van de geloofwaardigheid van de voedingsclaim op de invloed van verpakkingsmateriaal op koopintentie. Ook om hypothese 7b te toetsen is een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd. Volgens de Levene s Test mag uitgegaan worden van gelijke populatievarianties, F (3, 38) = 0,31, p = 0,821. Uit de tweewegs-variantieanalyse bleek dat respondenten die de voedingsclaim als meer geloofwaardig zagen en een milieuvriendelijke verpakking hadden gezien een hogere productattitude hadden (M = 4,38, SD = 1,34) dan respondenten die de voedingsclaim als minder geloofwaardig zagen (M = 4,10, SD = 1,52). Dit verschil is echter niet significant, F (1, 38) = 0,27, p = 0,870. Hiermee wordt hypothese 7b verworpen, wat betekent dat er geen moderatie-effect bestaat van de geloofwaardigheid van de voedingsclaim op de invloed van verpakkingsmateriaal op productattitude. 21

23 Conclusie en discussie In dit experiment is onderzocht wat het effect is van de aanwezigheid van een voedingsclaim en het verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Daarbij is gekeken wat het moderatie-effect is van geslacht en de geloofwaardigheid van de voedingsclaim. Hiermee is getracht de kenniskloof op het gebied van verschillende manieren van promotie bij voedingsmiddelen te verkleinen. Om de kennis te verkrijgen is een experiment uitgevoerd met een online survey onder 174 respondenten. Hierbij stond de volgende probleemstelling centraal: Wat is het effect van de aanwezigheid van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op de koopintentie en productattitude, en wat is daarbij de invloed van geslacht en de gepercipieerde geloofwaardigheid van de voedingsclaim? Ten eerste blijkt uit het onderzoek dat er geen significant effect is van de aanwezigheid van een voedingsclaim op de verpakking van een voedingsproduct op koopintentie en productattitude, ook al tonen de resultaten een hogere koopintentie en positievere productattitude bij de aanwezigheid van een voedingsclaim. De resultaten komen overeen met de onderzoeken van Keller et al. (1997) en Garretson et al. (2000). Volgens onderzoek van Drichoutis (2006) heeft een voedingsclaim echter wel degelijk invloed op koopintentie en productattitude. Volgens hem speelt de omvang van de voedingsclaim een rol. Dit kan een eventuele oorzaak zijn voor het ontbreken van een verband in dit onderzoek. Wellicht zou een langere voedingsclaim wel tot een significant effect leiden. Uit onderzoek van Aschemann- Witzel et al. (2010) blijkt dat voedingsclaims op de verpakking van voedingsproducten leidt tot een stijging van 10% in koopintentie. Hun onderzoek werd uitgevoerd door middel van een koopsimulatie, wat reëler is dan de onderzoeksmethode in dit onderzoek. Dit kan een eventuele oorzaak zijn voor het ontbreken van een verband in dit onderzoek, waar de respondent enkel een afbeelding van een zak chips op de computer te zien kreeg. Ten tweede blijkt uit dit onderzoek dat ook verpakkingsmateriaal geen significant effect heeft op koopintentie en productattitude, al tonen de resultaten een hogere koopintentie en positievere productattitude bij een milieuvriendelijke verpakking dan bij een normale verpakking. Dit komt overeen met de resultaten van onderzoek van Abdalkrim en Al-Hrezat (2013), dat werd uitgevoerd onder Jordaanse consumenten. Met de huidige resultaten kan geconcludeerd worden dat hetzelfde geldt in Nederland. 22

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar?

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Een onderzoek naar het effect van voedings- en gezondheidsclaims op de productattitude en koopintentie van de consument Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Foodclaims: onder valse vlag varen?

Foodclaims: onder valse vlag varen? Foodclaims: onder valse vlag varen? Een online experiment naar voedingsclaims en het effect hiervan op de attitude van consumenten. Naam: Nienke Gras Studentnummer: 10365478 Docente: Charlotte Blom Universiteit

Nadere informatie

Kies mij, ik ben gezond!

Kies mij, ik ben gezond! Kies mij, ik ben gezond! Onderzoek naar het effect van framing van voedingsberichten op de intentie om gezond te eten, een bericht te delen en de gepercipieerde gezondheid van een product Sophie van Overeem

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren?

Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren? Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren? Het gebruik van voedingsclaims in traditionele media en nieuwe media. Een experimenteel onderzoek naar de effecten van voedingsclaims op de geloofwaardigheid

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding GEZOND ZENDEN Een onderzoek naar het effect van het type zender van Facebook berichten en de hoeveelheid likes op de koopintentie en de intentie om gezond te gaan eten. Tim Oostvogel 10088016 Afstudeerproject

Nadere informatie

Priming: toveren met taal

Priming: toveren met taal 1 Priming: toveren met taal Een onderzoek naar de effecten van priming via user-generated content op merkattitude en merkloyaliteit. Universiteit van Amsterdam Naam Daniël Visser Studentnr 10193758 Datum

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie

Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie De onderzoeksresultaten van de pre- en post-vragenlijsten December 2011 Uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen, in opdracht van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

De reputatie van financiële bijsluiters

De reputatie van financiële bijsluiters De reputatie van financiële bijsluiters De invloed van gepercipieerd belang en eenduidigheid op de attitude, koopintentie en vertrouwen ten aanzien van banken en hun producten. Afstudeerscriptie voor de

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Naam: Kim Tielen Studentnummer: 4376420 Telefoonnummer: 0652181302 E-mailadres: kim.tielen@student.ru.nl Instelling: Radboud Universitair

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Samenvatting Door het gebruik van een experiment met online vragenlijst onder 201 respondenten is. Michelle van Doorn Studentnummer:

Samenvatting Door het gebruik van een experiment met online vragenlijst onder 201 respondenten is. Michelle van Doorn Studentnummer: Naam: Michelle van Doorn Studentnummer: 10196196 Docent: Charlotte Blom Aantal woorden: 7964 Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Samenvatting Door

Nadere informatie

Zet Instagram aan tot gezonder eten?

Zet Instagram aan tot gezonder eten? Zet Instagram aan tot gezonder eten? Een onderzoek naar de effecten van endorsement en likes op de attitudevorming en koopintentie ten opzichte van gezonde producten. Romy Cluistra (10610995) Afstudeerproject

Nadere informatie

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Een experimentele studie naar de gezondheidsperceptie van consumenten betreffende gezondheidsclaims over gezonde producten Lisa Baesjou 10175938

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden Afdeling ICT&O, Cleveringa Instituut,

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Bachelor Communicatiewetenschap Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Student: Claudia Wienema Studentnummer:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

De Grote (kleine) voicemail-poll

De Grote (kleine) voicemail-poll De Grote (kleine) voicemail-poll De Grote (kleine) voicemail-poll Maken mensen tegenwoordig nog gebruik van voicemail? En hoe staat men tegenover het gebruik van voicemails in het zakelijk verkeer? Mensen

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Het succes van merkextensies

Het succes van merkextensies Het succes van merkextensies De oorzaak van de gepercipieerde fit tussen merken en merkextensies van gezondheidsproducten en diensten Fabian Hogers, studentnummer: 10076808 Januari 2013 Bachelorthesis

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME.

GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME. GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME. Celebrity Sport Endorsement Elise Beelen 10217843 Afstudeerproject Persuasive Communicatie 13 januari 2014 Werkgroep 3 Rhianne Hoek Aantal woorden: 7489 Bachelor

Nadere informatie

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon CONSUMENTENPLATFORM Ons voedsel over 10 OPINIEONDERZOEK In september 2003 heeft het onderzoeksbureau Survey@ te Zoetermeer onder 600 Nederlanders een representatieve steekproef gehouden. De vragen in het

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument - Marieke van Westerlaak 2007 - 1. Inleiding Libelle Idee, Libelle Balans, Libelle

Nadere informatie

Rapport gezonde keuzes

Rapport gezonde keuzes Rapport gezonde keuzes Thijs Bouman Postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen d.d. 8-0-08 . Inleiding. Belang van onderzoek naar voeding in Almere Goede gezondheid van haar inwoners

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek De babyboomer generatie, een langere levensverwachting en lagere geboortecijfers hebben als gevolg dat de samenleving vergrijst. Om de gevolgen van de vergrijzende samenleving, zowel vanuit bedrijfs- als

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg op een huisartsenpost (HAP) te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff Voeding in 2020 Gezond en duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff 1 Inleiding 2 Resultaten 3 Samenvatting 1 Inleiding Achtergrond en opzet onderzoek Aanleiding: het Voedingscentrum

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Astma en COPD

Werkinstructies voor de CQI Astma en COPD Werkinstructies voor de CQI Astma en COPD 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Astma en COPD bedoeld? De CQI Astma en COPD is bedoeld om de kwaliteit van de zorg voor astma en COPD te meten vanuit het

Nadere informatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Emoties Emoties of informatie? Een onderzoek naar de invloed van emotionele versus functionele merkpositionering en merkbetrokkenheid op de merkattitude van de

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

De invloed van geslacht en visie op leiderschap op de bereidheid om te solliciteren op een vacature met een diversiteitsframe

De invloed van geslacht en visie op leiderschap op de bereidheid om te solliciteren op een vacature met een diversiteitsframe De invloed van geslacht en visie op leiderschap op de bereidheid om te solliciteren op een vacature met een diversiteitsframe Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Bachelor thesis Afstudeerproject:

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties

Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties Student: Laura van Leijen 3859533 Docent: Prof. dr. mr. Paul van den Hoven Universiteit

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Samenvatting van: Effectiviteit MatriXcoaching op faalangst bij middelbare scholieren in de bovenbouw

Samenvatting van: Effectiviteit MatriXcoaching op faalangst bij middelbare scholieren in de bovenbouw Samenvatting van: Effectiviteit MatriXcoaching op faalangst bij middelbare scholieren in de bovenbouw Voorwoord Walter Franssen; Projectleider MatriXmethode Instituut Het onderzoek naar faalangst heeft

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful Postbus 450 5600 AL Eindhoven +31 (0)40-84 89 280 www.dynamic-concepts.nl info@dynamic-concepts.nl Beleving Theaterfestival Boulevard Life is Wonderful Dynamic Concepts consultancy Eindhoven Copyright

Nadere informatie

HOUDING, GEDRAG & KENNIS OVER HET ETIKET OP VOEDINGSMIDDELEN

HOUDING, GEDRAG & KENNIS OVER HET ETIKET OP VOEDINGSMIDDELEN HOUDING, GEDRAG & KENNIS OVER HET ETIKET OP VOEDINGSMIDDELEN Marcel Temminghoff en Anne van Vlerken Juni 2013 GfK 2013 Houding, Gedrag en Kennis over het Etiket op Voedingsmiddelen Juni 2013 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt

Bedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt Bedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt Experimenteel onderzoek onder volwassenen naar de effecten van het gebruik van calorielabels op verpakkingen van tussendoortjes op de intentie en het gedrag

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Management summary Schuttelaar & Partners 001-01.ppt december 00 Marieke Gaus Context en doel van het onderzoek Doel onderzoek Het onderzoek wordt uitgevoerd

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items 1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items item Persoon 1 2 3 1 1 0 0 2 1 1 0 3 1 0 0 4 0 1 1 5 1 0 1 6 1 1 1 7 0 0 0 8 1 1 0 Er geldt: (a) de p-waarden van item 1 en item 2 zijn

Nadere informatie

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Index 1. Oasen en de campagne 3 2. Samenvatting en conclusie 6 3. Resultaten onderzoek 10 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9 Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid

Nadere informatie

WHITEPAPER FOOD VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING

WHITEPAPER FOOD VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING WHITEPAPER FOOD 70% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN VOEDINGSMIDDELEN VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING Vrouwen hebben een grotere interesse in voeding,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg in opdracht van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg Datum 24 april 2014 Versie 1.0 Auteur Miquelle Marchand T: +31 13 466 8323 E: m.marchand@uvt.nl

Nadere informatie

Persoonlijke factoren en Sales succes

Persoonlijke factoren en Sales succes Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.

Nadere informatie

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse College 7 Tweeweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 12 (p. 255 t/m p. 262) - MM&C: Hoofdstuk 12 (p. 618 t/m p. 623 ), Hoofdstuk 13 - Aanvullende tekst 9, 10, 11 Jolien Pas ECO 2012-2013 Het Experiment

Nadere informatie

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Naam: Anouk Jansen Studentnummer: 10002964 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Communicatiewetenschap Afstudeerproject:

Nadere informatie

Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op een voedingsverpakking

Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op een voedingsverpakking Caroline van Teeffelen Master s thesis Persuasive Communication Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op een voedingsverpakking Een gezond merkimago: het effect van gezondheidsclaims op

Nadere informatie

Uit (mijn) onderzoek

Uit (mijn) onderzoek Uit (mijn) onderzoek blijkt Experimenteel onderzoek naar de invloed van de perceptie van de bron op de overtuigingskracht van objectieve versus subjectieve statistische evidentie Bachelor Eindwerkstuk

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen Werkinstructies voor de Volwassenen en Ouders 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in revalidatiecentra te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie