Beangstigende feiten en verhalen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beangstigende feiten en verhalen"

Transcriptie

1 Beangstigende feiten en verhalen Een onderzoek naar het effect van statistische en narratieve berichten in combinatie met waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid Michelle Huisman Masterscriptie Graduate School of Communication Master Persuasive Communication Begeleider: dhr. Simon Zebregs, MSc Aantal woorden: (excl. samenvatting en referenties) 24 juni 2016

2 Samenvatting In dit experiment is door middel van een 2x2 tussenproefpersonen-design onderzoek gedaan naar het effect van statistisch en narratief geschreven boodschappen op de waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid bij de ontvangers van deze boodschappen. Er is onderzocht op welke manier een boodschap het best vorm kan worden gegeven om zo de mate van waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid te verhogen. Hierbij werd verwacht dat een statistisch geschreven bericht een sterker effect zou hebben op de waargenomen vatbaarheid en een narratief geschreven bericht juist een sterker effect zou hebben op de waargenomen ernst van de ontvanger. De waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid vormen samen angst en angst is een belangrijke voorspeller van gedrag en daarmee ook voor gedragsveranderingen. Door een online experiment onder 163 vrouwelijke studenten, verdeeld over vier condities, kon dit vraagstuk worden onderzocht. Uit het experiment is gebleken dat de vorm van het bericht, narratief ofwel statistisch, geen effect heeft op de waargenomen ernst en/of de waargenomen vatbaarheid bij de ontvanger van de boodschap. De vier condities lieten geen significante verschillen in gemiddelden zien en dus is het effect van statistisch of narratief geschreven boodschappen op waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid niet verschillend voor de vier opgestelde boodschappen. Inleiding Angst, één van de zes basis emoties zoals geformuleerd door Ekman (1999). Iedereen ervaart weleens angst. Tijdens het lezen van een spannend boek of het kijken van een spannende film. Op zo n moment ervaar je de angst van de personages uit het verhaal. Maar angst kan natuurlijk ook worden gevoeld in het echte leven. Angst voor bepaalde dingen uit je omgeving, maar ook angst dat jezelf of mensen uit jouw directe familie of vriendenkring iets overkomt. Dit kan bijvoorbeeld een ongeluk of een bepaalde ziekte zijn. Door het Michelle Huisman 1

3 ontwikkelen van bepaalde (gezondheids)boodschappen proberen bedrijven of organisaties soms angst op te wekken bij de ontvangers om zo een gedragsverandering te veroorzaken. Door de negatieve gevolgen van bepaald gedrag te benadrukken, zullen de ontvangers immers angstig worden en zich af gaan vragen of zij nog door willen gaan met het huidige gedrag (Witte & Allen, 2000; Sheeran, Harris, & Epton, 2014). Maar hoe kunnen boodschapontwikkelaars angst zo goed mogelijk opwekken? Hier is nog maar weinig over duidelijk. Veel studies focussen zich op wat er gebeurd nadat een bepaalde boodschap of blootstelling angst heeft opgewekt bij de ontvangers (Gerull & Rapee, 2002; Brown & West, 2015; Peters, Ruiter, & Kok, 2013), maar er is minder aandacht voor hoe deze angst kan worden opgewekt. Zoals kan worden opgemaakt uit het Extended Parellel Process Model (EPPM) van Witte (1994), gebeurd het opwekken van angst via de twee componenten waar angst uit bestaat, namelijk de waargenomen vatbaarheid en de waargenomen ernst. De waargenomen vatbaarheid kan worden beschreven als de mate waarin de ontvanger denkt dat hij of zij het risico loopt om de dreiging te ervaren. Terwijl de waargenomen ernst gaat over hoe belangrijk of hoe ernstig de mogelijke dreiging wordt geacht (Witte, 1994; Greene, Campo, & Banerjee, 2010). Beide componenten zijn van groot belang voor het daadwerkelijk voelen van angst of dreiging. Het is onwaarschijnlijk dat iemand angst voelt voor iets waarvan hij of zij weet dat het hem of haar kan overkomen, zonder dat de ernst ervan wordt ingezien. Andersom geldt ook dat iemand wel de ernst van een bepaalde situatie kan inzien, maar als die persoon weet dat het niet op hem of haar van toepassing zal zijn, zal er hoogstwaarschijnlijk ook geen angst worden ervaren (Sheeran et al., 2014). Deze studie zal zich daarom gaan focussen op hoe angst is opgebouwd en hoe het zo sterk mogelijk kan worden opgewekt. Naast de hierboven genoemde concepten, is het ook belangrijk om te kijken naar hoe het bericht wordt gepresenteerd. Een bericht kan namelijk op zowel een narratieve als op een Michelle Huisman 2

4 statistische manier worden geschreven. Een narratief bericht is op zo n manier geschreven dat het een samenhangend verhaal verteld dat een beschrijving geeft van een bepaalde setting en gebeurtenis. Dit wordt meestal gedaan vanuit het perspectief van één of meer hoofdpersonen en geeft vaak informatie over doelen, plannen, acties en gevolgen (Kopfman, Smith, Ah Yun, & Hodges, 1998). Wanneer een bericht op een statistische manier is geschreven, geeft het bericht meer een samenvatting van kwantitatieve informatie over een groot aantal gevallen en deze informatie kan worden gegeneraliseerd over de gehele populatie (Allen & Preiss, 1997). Deze vier concepten samen vormen de leidraad van deze studie. Eerder uitgevoerd onderzoek heeft laten zien dat de eigenschappen van de boodschap verschillende effecten kunnen hebben op verschillende afhankelijke variabelen (Zebregs, Van den Putte, Neijens, & De Graaf, 2015). In huidig onderzoek zal daarom worden gekeken wat de beste manier is om een gezondheidsboodschap vorm te geven om zo het grootst mogelijke effect te bewerkstelligen. Dit zal worden gedaan door de twee componenten van angst, vatbaarheid en ernst, te combineren met narratieve en statistische boodschappen. Door te kijken welke van de gezondheidsboodschappen het sterkste effect heeft, zal duidelijk worden welke berichten zorgen voor de grootste waargenomen dreiging en dus voor de grootste kans op gedragsverandering. Uit het bovenstaande kan de volgende onderzoeksvraag worden opgesteld: RQ: Wat is het effect van narratieve versus statistische berichten op de waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid? Dit onderzoek is wetenschappelijk relevant, omdat dit voor zover bekend het eerste onderzoek is dat de vatbaarheid en de ernst apart van elkaar bestudeerd in hetzelfde experiment. In voorgaande onderzoeken werden deze twee componenten samen onderzocht onder de noemer angst of werd één van de twee componenten apart onderzocht (bijv. Kopfman et al., 1998; Morman, 2000; Nan, Dahlstrom, Richards, & Rangarajan, 2015). Ook Michelle Huisman 3

5 heeft de huidige studie meer aandacht voor hoe angst zo sterk mogelijk kan worden opgewekt, in plaats van het effect van angst op gedrag. Hiermee is huidig onderzoek een aanvulling op de bestaande wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp. Ook zal dit onderzoek een maatschappelijke functie hebben. Met het onderzoek zal er meer duidelijkheid komen over welke soort berichten de meeste invloed hebben op de ontvangers. Met name voor gezondheidsboodschappen is het van belang dat er uiteindelijk een gedragsverandering op zal treden en de kans op deze verandering is het grootst wanneer de boodschappen het meest effectief zijn. Door dit te onderzoeken, kunnen de boodschappen op zo n manier worden ontwikkeld dat de ontvangers beter overtuigd worden van het belang om hun gedrag te veranderen. Ditzelfde geldt vanzelfsprekend ook voor commerciële partijen, ook voor hen kan het interessant zijn om te weten wat voor soort boodschappen zij moeten uitzenden om hun ontvangers het best te kunnen beïnvloeden. Theoretisch kader Angst: vatbaarheid en ernst Zoals al eerder beschreven, bestaat angst uit twee componenten, namelijk de waargenomen vatbaarheid en de waargenomen ernst (Witte, 1994; Greene & Brinn, 2003). Beide componenten zijn volgens de literatuur nodig om angst op te wekken bij de ontvanger van een boodschap. Zonder één van beide componenten zal er immers geen dreiging worden gevoeld. In de meeste onderzoeken wordt angst, en dus vatbaarheid en ernst, als één component onderzocht (bijv. Kopfman et al., 1998; Morman, 2000; Nan et al., 2015). Wanneer er angst in een boodschap wordt verwerkt, is het de bedoeling van de zender om een bepaald gevaar of bepaalde schade te laten zien wanneer de ontvanger de aanbevelingen van de boodschap niet opvolgt (Tannenbaum et al., 2015). Om daadwerkelijk deze dreiging over te brengen op de ontvangers, moet de juiste mate van waargenomen ernst en waargenomen Michelle Huisman 4

6 vatbaarheid aanwezig zijn en moeten deze twee een wisselwerking hebben met elkaar (Sheeran et al., 2014). Een duidelijke beschrijving van waargenomen vatbaarheid is de mate waarin de ontvanger denkt dat hij of zij het risico loopt om de dreiging te ervaren (Witte, 1994; Greene et al., 2010). De waargenomen vatbaarheid is een cruciaal onderdeel van veel gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Daarbij is de waargenomen vatbaarheid voor een bepaalde dreiging een belangrijke motivatie om gezond gedrag te vertonen. Het nadeel hiervan is dat de vatbaarheid een subjectief concept is en dat het wordt bepaald door de hoeveelheid kennis die de ontvanger heeft over de dreiging (Greene & Brinn, 2003). Hierdoor kan er een hoge vatbaarheid zijn, maar de ontvanger is zich hier dan niet van bewust doordat hij of zij kennis over het onderwerp mist. Naast de waargenomen vatbaarheid is ook de waargenomen ernst een belangrijk component van angst. De waargenomen ernst kan worden beschreven als hoe ernstig de mogelijk dreiging wordt ervaren (Greene et al., 2010). Ook de waargenomen ernst is een belangrijke motivator om bepaald gedrag te vertonen. Hoe ernstiger het gevolg van bepaald gedrag wordt gevonden, hoe groter de motivatie is om deze uitkomst te vermijden. Andersom is het ook zo dat wanneer het gevolg geen grote invloed op het leven van de persoon zal hebben, er ook niet veel moeite zal worden gedaan om het gedrag te veranderen (Carpenter, 2010). De waargenomen vatbaarheid en waargenomen ernst zijn dus beiden nodig om angst op te wekken. Wanneer één van beiden niet of in te kleine mate aanwezig is in een boodschap, zal de ontvanger de waargenomen dreiging niet ervaren omdat het niet ernstig genoeg is of omdat het hem of haar waarschijnlijk niet zal overkomen (Sheeran et al., 2014). De angst voor een mogelijke uitkomst van het ongewenste gedrag zorgt voor een bepaalde overtuiging en overtuigingen zijn weer belangrijke voorspellers van gedrag (Ajzen, 2002). Vatbaarheid en Michelle Huisman 5

7 ernst zijn daardoor indirect gekoppeld aan gedrag, omdat angst of een bepaalde dreiging kan zorgen voor gedragsverandering (Carpenter, 2010). Dit maakt angst dus een belangrijke voorspeller van gedrag. De aanwezigheid van de vatbaarheid en ernst zorgen er samen dus voor of en in welke mate er angst wordt gevoeld. Daarbij kan de vorm van de boodschap invloed hebben op hoe sterk de angst wordt opgewekt en dus hoe je de ontvanger het best kan beïnvloeden. Narratieve en statistische boodschappen Aan een artikel, poster of gezondheidsboodschap kan op verschillende manieren vorm of inhoud worden gegeven. De manier waarop dit wordt gedaan, kan een effect hebben op hoe de boodschap wordt gewaardeerd door de ontvanger, maar ook hoe krachtig de boodschap wordt bevonden. Beide vormen die gebruikt worden in dit onderzoek hebben sterke en zwakke punten, dus is het verstandig om te kijken welke vorm van de boodschap er voor zal zorgen dat de inhoud zo krachtig mogelijk wordt overgebracht (Hoeken, 2001). Statistische boodschappen zorgen voor een overtuigend beeld dat een bepaald soort gedrag uiteindelijk zal zorgen voor bepaalde voordelen of juist nadelen voor de gezondheid van de persoon die het gedrag uitvoert. In de statistische boodschap wordt namelijk aangegeven bij hoeveel mensen deze voor- of nadelen een gevolg waren van ditzelfde gedrag en dit is mogelijk omdat de informatie gebaseerd is op een grote groep mensen (Baesler & Burgoon, 1994). Een dergelijke boodschap focust zich dus vooral op de praktische gevolgen van het gedrag en speelt daardoor meer in op de cognitie van de ontvanger (De Wit, Das, & Vet, 2008). Het voordeel van statistische boodschappen is hiermee dat er op basis van een groot aantal gevallen bewijs kan worden geleverd. Er kan dus worden aangetoond dat het gevolg van het ongewenste gedrag vaker voorkomt en dat de ontvanger van de boodschap zeer waarschijnlijk geen uitzondering zal zijn. Het nadeel van een statistische boodschap is Michelle Huisman 6

8 echter dat er alleen op de cognitie wordt gespeeld en niet op het gevoel, het bewijs dat wordt geleverd, bestaat uitsluitend uit aantallen of percentages. Hierdoor kan het zijn dat het voor de ontvanger lastig in te schatten is hoe vervelend het gevolg is en zal de gecommuniceerde informatie minder effectief zijn (Zebregs et al., 2015). Bij narratieve boodschappen draait het om het beeld dat wordt geschetst van juist een kleine groep gevallen waarin een bepaalde situatie uiteen wordt gezet. Er wordt een verhaal verteld over een bepaalde situatie inclusief informatie over doelen, plannen, acties en de gevolgen hiervan (Kopfman et al., 1998). Doordat het hierbij maar om een paar gevallen gaat of één heel specifiek geval, is het voor de ontvangers makkelijker te beredeneren dat dit gevolg weinig voorkomt, terwijl dit zeker niet het geval hoeft te zijn (Baesler & Burgoon, 1994). Hiermee is meteen het nadeel van narratieve boodschappen aangehaald. In dergelijke boodschappen wordt vaak gesproken over één specifiek persoon waarover de situatie wordt geschetst. Hierbij zou de identificatie met de persoon uit de boodschap ook een rol kunnen spelen. Als de ontvanger zich niet kan identificeren met de persoon uit de boodschap of vindt dat de situatie uit de boodschap niet geheel overeenkomt met de eigen situatie, zal de boodschap minder effectief zijn (Moyer-Gusé, 2008). Het sterke punt van een narratieve boodschap is daarentegen dat het bewijs dat hierin gegeven wordt, inspeelt op de gevoelens van de ontvanger. Wanneer de ontvanger zich (enigszins) herkent in de persoon uit het verhaal, zal het effect van de narratieve boodschap erg sterk zijn. De ontvanger zal namelijk de gevoelens ervaren zoals beschreven in het verhaal en dus ook de angst gaan ervaren voor de mogelijke gevolgen van het ongewenste gedrag. Doordat beide vormen van een boodschap sterke en zwakke punten hebben, zijn er ook verschillende resultaten in de literatuur te vinden. Zo zijn er studies die bewijs hebben gevonden dat statistische boodschappen krachtiger zijn (bijv. Baesler & Burgoon, 1994), maar er zijn ook onderzoeken geweest die het tegenovergestelde vonden (bijv. Allen & Preis, Michelle Huisman 7

9 1997). Hier zou echter een verklaring voor kunnen zijn. Eerder is namelijk beschreven dat angst uit twee componenten bestaat die beiden nodig zijn om daadwerkelijk dreiging te ervaren (Sheeran et al., 2014). De eigenschappen van deze twee componenten en de vormen waarin een boodschap kan worden geschreven, zouden aan elkaar gekoppeld kunnen worden. De waargenomen vatbaarheid gaat over de kans die men loopt om het negatieve gevolg van bepaald gedrag te ervaren en speelt dus in op de kennis over het risico dat wordt gelopen. Dit zou betekenen dat statistische boodschappen, die ook inspelen op cognitie, meer effect hebben op de waargenomen vatbaarheid voor een bepaald risico. Hiertegenover staat de waargenomen ernst, waarbij het draait om hoe ernstig de mogelijke dreiging is. Dit component speelt meer in op het gevoel. De waargenomen ernst valt hiermee te koppelen aan een narratieve boodschap. Door de inhoud en de vorm van een boodschap op deze manier te koppelen, zou er een zo sterk mogelijke boodschap kunnen worden gevormd en dus een hoge mate van angst worden opgewekt. Uit hetgeen dat hierboven beschreven is, kunnen de onderstaande verwachtingen worden opgesteld met het oog op de opwekking van angst bij de ontvanger. H1: Een statistisch bericht heeft een sterker effect op de waargenomen vatbaarheid dan een narratief bericht. H2: Een narratief bericht heeft een sterker effect op de waargenomen ernst dan een statistisch bericht. Doordat er wordt verwacht dat voor het verkrijgen van de beide componenten van angst een andere vorm van de boodschap nodig is, zou dit betekenen dat er verschillende boodschappen nodig zijn om daadwerkelijk angst op te kunnen wekken bij de ontvanger. Beide componenten, ernst en vatbaarheid, zijn immers nodig om daadwerkelijk angst te voelen en het doel is om het effect zo groot mogelijk te laten zijn. Door een gecombineerde boodschap van statistisch beschreven vatbaarheid en narratief beschreven ernst te maken, Michelle Huisman 8

10 zouden beide componenten het best tot hun recht moeten komen. Dit betekent dat zowel de ernst als de vatbaarheid in de boodschap hoog zijn en dus zal de boodschap een groot effect hebben op zowel de waargenomen ernst en de waargenomen vatbaarheid bij de ontvanger. Methode Om antwoord te kunnen geven op de vraag in welke vorm een gezondheidsboodschap opgebouwd zou moeten zijn om zo n sterk mogelijke mate van angst op te wekken bij de ontvangers is een experiment uitgevoerd. Er is gekozen om een experiment uit te voeren, omdat dit de enige wetenschappelijke methode is waarmee oorzaak-gevolg relaties kunnen worden onderzocht (Pearl, 2003). Er zijn vier condities gecreëerd door het ontwikkelen van vier verschillende manipulaties. Met het gebruik van deze manipulaties kon er worden onderzocht in welke mate de verschillende componenten van angst en de vorm van de gezondheidsboodschappen van invloed zijn op de angst die wordt gevoeld bij de ontvangers. De participanten werden random onderverdeeld in één van de vier condities in een 2 (ernst vs. vatbaarheid) x 2 (statistisch vs. narratief) tussenproefpersonen-design. Stimulusmateriaal Zoals al eerder beschreven zijn er in dit experiment vier condities, met elk hun eigen manipulatie. In elke conditie bestond de manipulatie uit een online artikel met de gevaren van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA s), met een focus op gonorroe, afkomstig van de website van SOA Aids Nederland. Deze boodschappen zijn fictief en worden niet daadwerkelijk gebruikt op de website van SOA Aids Nederland. Na de blootstelling aan het gevaar van het huidige gedrag, moeten de ontvangers wel het gevoel hebben dat zij iets aan hun gedrag kunnen veranderen. De eigeneffectiviteit voor het gebruiken van een condoom bij Michelle Huisman 9

11 mensen is over het algemeen goed (Baele, Dusseldorp, & Maes, 2001), waardoor dit geen probleem zou moeten opleveren. Alle manipulaties begonnen met dezelfde korte, inleidende alinea en eindigden met dezelfde zin. Daartussenin werden de twee componenten van angst en de verschillende vormen van een boodschap met elkaar gecombineerd. In de eerste conditie werden de participanten blootgesteld aan een artikel waarin vatbaarheid in een narratieve alinea was samengevoegd met ernst in een narratieve alinea (n = 44), in de tweede conditie was het artikel zo opgesteld dat vatbaarheid in een narratieve alinea was samengevoegd met ernst in een statistische alinea (n = 40). Het artikel in de derde conditie was zo opgebouwd dat vatbaarheid in een statistische alinea was gecombineerd met ernst in een narratieve alinea (n = 40), in de vierde en laatste conditie werden de participanten blootgesteld aan een artikel met vatbaarheid in een statistische alinea samengevoegd met ernst in een statistische alinea (n = 39). Na de blootstelling aan één van de vier manipulaties (zie Figuur 1) kregen de participanten een vragenlijst om de afhankelijke variabelen te meten. Figuur 1: Voorbeeld van manipulatie in de verschillende condities Participanten Voor dit experiment is er gekozen om als participanten vrouwelijke studenten te gebruiken. De keuze voor studenten werd gemaakt op basis van het feit dat deze groep vaak gemakkelijk te bereiken is en omdat deze groep vaak bereid is om mee te werken aan een Michelle Huisman 10

12 onderzoek (Fotopoulos & Krystallis, 2002). Daarbij is er specifiek gekozen voor vrouwen. De boodschappen in de manipulaties konden daardoor specifiek worden gericht op dit geslacht, waardoor er meer inlevingsvermogen mogelijk was bij de participanten en dit zorgt er weer voor dat zij zich meer aangesproken voelden (Moyer-Gusé, 2008). In het totaal hebben 203 mensen meegewerkt aan dit experiment. Echter, er waren een aantal participanten die de vragenlijst niet hebben afgerond of niet volledig voldeden aan de doelgroep, hierdoor konden er uiteindelijk 163 vragenlijsten mee worden genomen in het onderzoek. De gemiddelde leeftijd van de vrouwen die hebben meegedaan aan dit experiment is 22,94 jaar (SD = 2,08). Van de participanten heeft 2,5% aangegeven MBO-student te zijn, respectievelijk 23,3% en 73,0% van de vrouwen is HBO- of WO-student. De participanten zijn voor een deel geworven via eigen sociale contacten, maar voor het grootste deel door gebruik te maken van sociale media zoals Facebook. Procedure Via sociale media werden de vrouwelijke studenten gevraagd om mee te werken aan het online experiment dat via de survey software van Qualtrics is uitgevoerd. Voorafgaande aan het experiment werd de participanten verteld dat het onderzoek ging over gezondheidsboodschappen over SOA s. Aan het begin van de vragenlijst, werd de participanten gevraagd een informed consent te ondertekenen. Hiermee gaven de vrouwen aan akkoord te gaan met de voorwaarden en werd hen tevens duidelijk gemaakt dat zij op elk moment tijdens het onderzoek konden stoppen. Wanneer hier geen toestemming voor werd gegeven, ging het experiment niet van start. Voor de uitvoering van het experiment werden alle participanten random in één van de vier genoemde condities ingedeeld en kregen dus ook één van de vier manipulaties te zien, zoals hierboven beschreven. Na de blootstelling aan dit artikel begon de vragenlijst waarmee Michelle Huisman 11

13 de afhankelijke variabelen werden gemeten. Als eerst werd gevraagd naar de waargenomen ernst voor SOA s in het algemeen, gevolgd door de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen. Vervolgens werd er gevraagd naar respectievelijk de waargenomen ernst en de waargenomen vatbaarheid voor gonorroe. Aan het eind van de vragenlijst werden enkele vragen gesteld over de demografische kenmerken van de participanten en hierna volgde de debriefing over het experiment. Meting afhankelijke variabelen In dit experiment zijn meerdere afhankelijke variabelen. De eerste afhankelijke variabele is de waargenomen ernst van SOA s in het algemeen. Deze variabele is gemeten door gebruik te maken van vijf stellingen. Al deze stellingen zijn gemeten op een zevenpuntsschaal die loopt van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens. Een voorbeeld van een item dat is gebruikt in de vragenlijst is Wanneer ik een SOA op zou lopen, zou ik me zorgen maken. De tweede afhankelijke variabele in dit onderzoek is de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen. Deze variabele is gemeten door middel van vier stellingen en ook deze stellingen zijn gemeten op een zevenpuntsschaal die loopt van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens. Deze variabele werd gemeten met stellingen zoals Ik denk dat ik met mijn huidige levensstijl een SOA op zal lopen. De laatste twee variabelen zijn de waargenomen ernst van gonorroe en de waargenomen vatbaarheid voor gonorroe. Deze variabelen zijn op dezelfde manier gemeten als de hiervoor beschreven variabelen, alleen is in alle stellingen SOA vervangen door gonorroe. Schalen aanmaken Voordat kon worden begonnen met de analyses, moesten er eerst schalen worden aangemaakt voor de verschillende afhankelijke variabelen. Er werden schalen aangemaakt Michelle Huisman 12

14 voor de waargenomen ernst voor SOA s in het algemeen, voor de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen, voor de waargenomen ernst voor gonorroe en voor de waargenomen vatbaarheid voor gonorroe. Bij het uitvoeren van de factoranalyses voor deze vier schalen werd duidelijk dat er een eigenwaarde was van hoger dan 1, respectievelijk 2,42; 2,67; 2,61 en 2,83. Hierop volgend werden er betrouwbaarheidsanalyses met Cronbach s alfa uitgevoerd. Voor de waargenomen ernst voor SOA s in het algemeen was de betrouwbaarheid 0,66, maar deze kon worden verbeterd door een item te verwijderen. Hierdoor kon er voor de waargenomen ernst voor SOA s in het algemeen een betrouwbare schaal worden geconstrueerd (α = 0,73; M = 5,70; SD = 0,67). Voor de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen was de schaal betrouwbaar genoeg zonder items te verwijderen, dus zijn alle items gebruikt om een schaal te construeren (α = 0,71; M = 2,45; SD = 1,58). De derde schaal, de waargenomen ernst voor gonorroe had een betrouwbaarheid van 0,66, maar ook deze kon worden verbeterd door een item te verwijderen. Door dit item te verwijderen kon er alsnog een betrouwbare schaal worden geconstrueerd (α = 0,82; M = 5,74; SD = 0,49). Als laatste werd er een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd voor de waargenomen vatbaarheid voor gonorroe en ook deze was hoog genoeg voor het construeren van een betrouwbare schaal (α = 0,74; M = 2,18; SD = 1,14). Resultaten Selectie covariaat Om te controleren of er geen variabelen waren die mogelijk storend zouden kunnen zijn bij het uitvoeren van de uiteindelijke analyses is de correlatie tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabelen berekend. Uit deze analyse is gebleken dat de waargenomen ernst van SOA s in het algemeen en de waargenomen ernst van gonorroe significant met elkaar samenhangen (p < 0,001). Dit betekent dat deze elkaar beïnvloeden en dus zal de Michelle Huisman 13

15 waargenomen ernst van SOA s in het algemeen worden meegenomen als covariaat bij de uiteindelijke analyses. Uit de uitgevoerde analyse is ook gebleken dat de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen en de waargenomen vatbaarheid voor gonorroe significant met elkaar samenhangen (p < 0,001). Dit betekent dat ook deze twee variabelen elkaar beïnvloeden en dat ook de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen als covariaat zal worden meegenomen. Hypothesetoetsing Om de verkregen data van dit experiment te analyseren, is er een 2 (ernst vs. vatbaarheid) x 2 (statistisch vs. narratief) variantieanalyse gebruikt. In deze analyse kon er worden gecontroleerd voor de waargenomen ernst ofwel de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen, wanneer de waargenomen ernst dan wel de waargenomen vatbaarheid voor gonorroe werd getest. Met de analyse kon worden gekeken in welke mate narratief geschreven boodschappen of statistisch geschreven boodschappen een versterkend effect hebben op de waargenomen ernst dan wel de waargenomen vatbaarheid. De eerste verwachting die is getest met de analyse H1: Een statistisch bericht heeft een sterker effect op de waargenomen vatbaarheid dan een narratief bericht kan niet worden aangenomen. Uit de analyses blijkt namelijk dat er geen significant resultaat is gevonden, F(1) = 0,53, p = 0,468. Dit betekent dat een statistisch geschreven boodschap er niet voor zorgt dat er een hogere mate van vatbaarheid wordt ervaren door de ontvanger dan bij een narratief geschreven boodschap. Hypothese 1 is daarom verworpen. Bij het vervolgen van de analyses is gebleken dat er voor de tweede verwachting H2: Een narratief bericht heeft een sterker effect op de waargenomen ernst dan een statistisch bericht wederom geen significant resultaat kon worden gevonden, F(1) = 1,61, p = 0,206. Ook de tweede verwachting wordt hierdoor verworpen. Dit betekent dat een narratief Michelle Huisman 14

16 geschreven boodschap niet perse zorgt voor een hogere mate van waargenomen ernst dan een statistisch geschreven boodschap. Daarom kan ook hypothese 2 niet worden aangenomen. Discussie Met dit experiment is onderzoek gedaan naar het effect van de vorm waarin een boodschap is geschreven op de waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid die wordt ervaren door de ontvanger. De onderzoeksvraag die daarvoor is gebruikt is: Wat is het effect van narratieve versus statistische berichten op de waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid?. Met deze onderzoeksvraag is er een bijdrage geleverd aan de kennis die beschikbaar is over het zo effectief mogelijk vormgeven van angstboodschappen in combinatie met de concepten ernst en vatbaarheid. Hiermee zal dit onderzoek een aanvulling zijn op de kennis over hoe angst het best kan worden opgewekt. Voorafgaande aan dit onderzoek werd er verwacht dat door de waargenomen ernst te combineren met een narratief geschreven bericht er een hogere mate van angst kon worden opgewekt dan door dit te combineren met een statistisch geschreven bericht. Andersom werd er verwacht dat een statistisch geschreven bericht over de waargenomen vatbaarheid een hogere mate van angst zou opwekken dan een narratief geschreven bericht. Uit de resultaten is gebleken dat er geen significante resultaten gevonden konden worden. Dit betekent dat de vorm waarin de boodschap is geschreven geen effect heeft op de waargenomen ernst ofwel de waargenomen vatbaarheid die wordt ervaren. Dit geldt zowel voor statistisch geschreven berichten in combinatie met de waargenomen vatbaarheid, als voor narratief geschreven berichten in combinatie met de waargenomen ernst. Deze conclusie spreekt de verwachtingen van dit onderzoek tegen. De eerder beschreven theorie suggereert immers dat statistische berichten de waargenomen vatbaarheid zouden moeten versterken en dat narratieve berichten een verhogend effect zouden moeten hebben op de waargenomen ernst. Michelle Huisman 15

17 Wat echter wel kon worden opgemaakt uit de gemiddelden bij het construeren van de schalen van de verschillende afhankelijke variabelen, is dat er een groot verschil te zien is tussen de gemiddelden van de waargenomen ernst en de waargenomen vatbaarheid. Deze observatie was opvallend. Zo is het gemiddelde voor de waargenomen ernst voor SOA s in het algemeen en gonorroe respectievelijk M = 5,70 (SD = 0,67) en M = 5,74 (SD = 0,49), terwijl de gemiddelden voor de waargenomen vatbaarheid voor SOA s in het algemeen en gonorroe respectievelijk M = 2,45 (SD = 1,58) en M = 2,18 (SD = 1,14) zijn. Hieruit kan in elk geval worden opgemaakt dat de participanten SOA s en gonorroe wel als ernstig ervaren, maar zij voelen zich er minder of niet vatbaar voor. Dit zou mogelijk de verklaring kunnen zijn voor de niet significante resultaten die zijn gevonden. Zowel de waargenomen ernst als de waargenomen vatbaarheid zijn gemiddeld genomen over alle vier de condities respectievelijk hoog en laag. Dit betekent dat er geen grote verschillen zijn tussen de vier verschillende condities, wat resulteert in een gebrek aan significante resultaten. Dit zou kunnen betekenen dat de waargenomen ernst hoog is en de waargenomen vatbaarheid laag, ongeacht de boodschap die wordt gecommuniceerd. Vanuit het uitgevoerde experiment kan dus worden gezegd dat de vorm van het bericht, narratief ofwel statistisch, geen effect heeft op de waargenomen ernst en/of waargenomen vatbaarheid bij de ontvanger van de boodschap. Voor de praktijk betekent dit dat er op basis van dit onderzoek gesteld kan worden dat er geen rekening gehouden hoeft te worden met de vorm waarin een boodschap wordt geschreven om de waargenomen ernst of waargenomen vatbaarheid te verhogen. Dit betekent dat een gezondheidsboodschap zowel op een statistische als een narratieve manier geschreven kan zijn zonder dat dit effect heeft op de angst die wordt ervaren door de ontvanger. Michelle Huisman 16

18 Vergelijking met voorgaande onderzoeken De conclusies die uit dit onderzoek zijn getrokken, zijn anders dan werd verwacht vanuit de literatuur. In de literatuur wordt beschreven dat statistisch geschreven boodschappen praktische gevolgen van het gedrag laten zien en daarmee spelen deze boodschappen meer in op de cognitie (De Wit et al., 2008). Doordat vatbaarheid gaat over het risico dat men loopt op een bepaald gevolg en de kennis die de persoon hierover heeft, wordt hier ook op de cognitie ingespeeld (Witte, 1994; Greene et al., 2010). Dit maakte dat de aanname werd gedaan dat een statistisch geschreven bericht de waargenomen vatbaarheid zou versterken. Toch kon deze verwachting niet worden aangenomen met dit experiment. Daarbij werd er verwacht dat narratief geschreven boodschappen, die vaak gaan over een specifiek geval en dus meer inspelen op het gevoel (Kopfman et al., 1998), een sterker effect zouden hebben op de waargenomen ernst dan statistisch geschreven boodschappen. De waargenomen ernst gaat over hoe ernstig een waargenomen dreiging wordt ervaren (Greene et al., 2010). Ervaring gaat over wat er wordt gevoeld en dus kon ook deze koppeling worden gemaakt. Echter, kon ook deze verwachting niet worden aangenomen. Vanuit deze resultaten kan worden gezegd dat de verwachtingen die zijn opgesteld vanuit de bestaande literatuur niet overeenkomen met de conclusies die in dit experiment zijn getrokken. De getrokken conclusies zorgen ervoor dat er weer opnieuw naar de huidige literatuur gekeken zal moeten worden. Immers, de gestelde verwachtingen kwamen niet uit met wat er gevonden is. Dus om daadwerkelijk een verband te kunnen vinden tussen de vorm van een bericht en de componenten van angst om zo een zo effectief mogelijk bericht op te kunnen stellen, zullen er andere verwachtingen moeten worden opgesteld. Een andere optie is om de in dit onderzoek opgestelde verwachtingen nogmaals en op een andere manier te onderzoeken. Een mogelijke verklaring voor het uitblijven van een effect zou kunnen zijn dat de verschillen tussen de manipulaties niet groot genoeg waren. Hierdoor is het mogelijk dat de Michelle Huisman 17

19 waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid niet sterk genoeg beïnvloedt werden en konden er ook geen significante verschillen worden gevonden. Daarbij kan het zijn dat de mate van waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid erg stabiel en sterk waren bij de participanten. Met een eenmalige blootstelling aan de gebruikte gezondheidsboodschap zijn deze overtuigingen dan lastig te beïnvloeden (Hawkins, Hoch, & Meyers-Levy, 2001), wat ook een verklaring zou kunnen zijn voor het uitblijven van significante verschillen tussen de condities. Limitaties en pluspunten Net als ieder onderzoek kent ook dit onderzoek verschillende limitaties en pluspunten. Ten eerste is dit experiment alleen uitgevoerd onder vrouwelijke studenten. Dit maakt de externe validiteit van dit onderzoek vrij laag, de resultaten zijn immers alleen te generaliseren naar deze doelgroep en niet naar een groter deel van de bevolking. Echter, door een steekproef te nemen uit deze vrij specifieke doelgroep, konden de manipulaties goed op deze groep worden aangepast. Zo is het personage in de narratieve berichten vrouwelijk en gaan de boodschappen over seks en SOA s, een actueel onderwerp onder studenten. Met 83% van de jongeren tot en met 25 jaar die seksueel actief is (CBS, 2013), wordt voor hen ook het onderwerp SOA s relevant. Dit zorgt ervoor dat de gezondheidsboodschap aantrekkelijker is voor de ontvangers en dus dat de ontvangers de informatie beter lezen en opnemen. Een tweede limitatie van dit onderzoek is het feit dat in de manipulatie al een oplossing werd aangedragen voor het krijgen van SOA s. In elke manipulatie was namelijk aan het eind van de tekst het zinnetje En een simpele condoom kan dit allemaal voorkomen! opgenomen. De keuze om deze zin toe te voegen is gebaseerd op het EPPM (Witte, 1994). Uit dit model kan namelijk worden opgemaakt dat er een zekere mate van overtuiging moet zijn bij de ontvanger dat een bepaalde actie de dreiging helpt voorkomen. In Michelle Huisman 18

20 dit geval is dat dus dat de ontvanger er van overtuigd moet zijn dat het gebruiken van een condoom (het gewenste gedrag) het krijgen van een SOA (de dreiging) kan helpen voorkomen. Echter, door het zinnetje dat is opgenomen in de manipulaties kan het zijn dat de participanten het gevoel kregen dat een oplossing voor het krijgen van SOA s dichtbij is, waarmee de waargenomen vatbaarheid lager werd. En zoals gebleken uit de theorie, kan de angst niet hoog zijn zonder de waargenomen vatbaarheid. Doordat de vatbaarheid hier misschien (deels) mee is weggenomen, kan wellicht ook het grote verschil in gemiddelden tussen de waargenomen ernst en de waargenomen vatbaarheid worden verklaard. Immers, de studenten voelden zich niet meer vatbaar, maar zagen wel de ernst van het krijgen van een SOA. Ten derde is er in dit experiment geen gebruik gemaakt van een controlegroep. Hiermee had kunnen worden gecontroleerd of er helemaal geen effect was of dat er alleen geen effect kon worden gevonden tussen de condities. Met een controlegroep had er geanalyseerd kunnen worden of er een verschil was tussen een groep zonder manipulatie en de groepen met manipulatie. Het is nu onduidelijk of de participanten in dit experiment misschien toch angstiger geworden zijn door de blootstelling aan de gezondheidsboodschap of dat de gezondheidsboodschappen helemaal geen effect hebben gehad. Met een controlegroep kan er worden gecontroleerd of een gezondheidsboodschap, in welke vorm dan ook, kan zorgen voor een hogere mate van waargenomen ernst en/of waargenomen vatbaarheid en wordt er niet enkel gekeken naar het verschil in effect tussen de verschillende manipulaties. Het zou immers zo kunnen zijn dat enkel het communiceren over een onderwerp al genoeg is om bepaalde gebieden in de hersenen te activeren, waarbij het niet uitmaakt hoe de communicatie plaatsvindt. Dit zou kunnen verklaren waarom er in dit experiment geen effect gevonden is, omdat het effect er wellicht al is als er alleen al over het onderwerp wordt gecommuniceerd. Michelle Huisman 19

21 Buiten de hierboven genoemde limitaties is dit experiment op een betrouwbare en valide manier uitgevoerd. Daarbij vormt het onderzoek een aanvulling op de bestaande literatuur en is het een opstap naar nieuw onderzoek, om zo steeds meer te weten te komen over hoe angst het best kan worden opgewekt bij de ontvangers van een gezondheidsboodschap. Vervolgonderzoek De resultaten van dit onderzoek zorgen voor openingen voor nieuw onderzoek. Een optie voor een vervolgonderzoek is bijvoorbeeld het herhalen van dit onderzoek, maar dan met een andere of gecombineerde doelgroep. Denk hierbij aan mannelijke studenten, vrouwen uit een andere leeftijdscategorie of ouderen. Hiermee kan er worden onderzocht of de gebruikte manipulaties überhaupt geen effect hebben op mensen, of dat het effect niet gevonden werd bij vrouwelijke studenten. Daarbij is het een goed idee om dit onderzoek nogmaals te herhalen, maar dan met een controlegroep die niet aan een dergelijke gezondheidsboodschap wordt blootgesteld. Hiermee kan worden onderzocht of de gezondheidsboodschappen op zichzelf al een effect hebben en dat angst niet wordt beïnvloedt door de vorm van de boodschap. Een andere mogelijkheid voor vervolgonderzoek is dat er in het onderzoek ook wordt gevraagd naar hoe angstig mensen zich voelen en dit niet of niet alleen op te splitsen in de twee losse componenten waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid. Hiermee kunnen de participanten aangeven hoe angstig zij zich voelen voor de gevolgen van bepaald gedrag en deze totale waargenomen dreiging kan dan worden vergeleken met de mate van waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid. Dit zou nieuwe inzichten kunnen geven over de effectiviteit van een gezondheidsboodschap en de vorm waarin de boodschap het best gecommuniceerd kan worden. Daarnaast zou dit experiment uitgevoerd kunnen worden met Michelle Huisman 20

22 een ander doel in de manipulaties, bijvoorbeeld stoppen met roken, meer bewegen of het stoppen met drinken van frisdrank. Het mogelijke effect dat wordt gevonden kan verschillen van het gevonden effect in dit experiment, omdat de gevolgen van deze ongewenste gedragingen anders zijn dan van het niet gebruiken van een condoom. Dit onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan de wetenschappelijke kennis over hoe een gezondheidsboodschap het best kan worden vormgegeven om ervoor te zorgen dat er een zo hoog mogelijke mate van angst wordt opgewekt bij de ontvangers om er vervolgens voor te zorgen dat de ontvangers het gewenste gedrag gaan vertonen. Het experiment heeft hiermee de kenniskloof kunnen verkleinen en dit heeft geresulteerd in nieuwe inzichten en kennis. Daarbij draagt dit experiment bij aan de maatschappelijke kennis. Het onderzoek maakt duidelijk dat het voor boodschapontwikkelaars geen verschil maakt of een gezondheidsboodschap op een statistische of op een narratieve manier is geschreven om de ontvanger een bepaalde mate van angst te laten ervaren. Referenties Ajzen, I. (2002). Perceived behavioral control, self-efficacy, locus of control, and the Theory of Planned Behavior. Journal of Applied Social Psychology, 32, Allen, M., & Preiss, R. W. (1997). Comparing the persuasiveness of narrative and statistical evidence using meta analysis. Communication Research Reports, 14(2), Baele, J., Dusseldorp, E., & Maes, S. (2001). Condom use self-efficacy: Effect on intended and actual condom use in adolescents. Journal of adolescent health, 28(5), Baesler, E., & Burgoon, J. (1994). The temporal effects of story and statistical evidence on belief change. Communication Research, 21(5), Brown, S. L., & West, C. (2015). Sequencing the threat and recommendation components of persuasive messages differentially improves the effectiveness of high and Michelle Huisman 21

23 low distressing imagery in an anti alcohol message in students. British journal of health psychology, 20(2), Carpenter, C. J. (2010). A meta-analysis of the effectiveness of health belief model variables in predicting behavior. Health communication, 25(8), CBS. (2013). Seksueel gedrag; jongeren van 12 tot 25 jaar, Verkregen op 16 juni 2016 van: < De Wit, J. B. F., Das, E., & Vet, R. (2008). What works best: Objective statistics or a personal testimonial? An assessment of the persuasive effects of different types of message evidence on risk perception. Health Psychology, 27(1), Ekman, P. (1999). Basic emotions. Handbook of cognition and emotion. New York, NY: John Wiley & Sons Ltd. Fotopoulos, C., & Krystallis, A. (2002). Purchasing motives and profile of the Greek organic consumer. A countrywide survey. British Food Journal, 104, Gerull, F. C., & Rapee, R. M. (2002). Mother knows best: effects of maternal modelling on the acquisition of fear and avoidance behaviour in toddlers. Behaviour research and therapy, 40(3), Greene, K., & Brinn, L. S. (2003). Messages influencing college women's tanning bed use: Statistical versus narrative evidence format and a self-assessment to increase perceived susceptibility. Journal of health communication, 8(5), Greene, K., Campo, S., & Banerjee, S. C. (2010). Comparing normative, anecdotal, and statistical risk evidence to discourage tanning bed use. Communication Quarterly, 58(2), Michelle Huisman 22

24 Hawkins, S. A., Hoch, S. J., & Meyers-Levy, J. (2001). Low-involvement learning: Repetition and coherence in familiarity and belief. Journal of Consumer Psychology, 11(1), Hoeken, H. (2001). Anecdotal, statistical, and causal evidence: Their perceived and actual persuasiveness. Argumentation, 15(4), Kopfman, J. E., Smith, S.W., Ah Yun, J. K., & Hodges, A. (1998). Affective and cognitive reactions to narrative versus statistical evidence organ donation messages. Journal of Applied Communication Research, 26, Morman, M. T. (2000). The influence of fear appeals, message design, and masculinity on men's motivation to perform the testicular self exam. Journal of Applied Communication Research, 28(2), Moyer-Gusé, E. (2008). Toward a theory of entertainment persuasion: Explaining the persuasive effects of entertainment-education messages. Communication Theory, 18(3), Nan, X., Dahlstrom, M. F., Richards, A., & Rangarajan, S. (2015). Influence of evidence type and narrative type on HPV risk perception and intention to obtain the HPV vaccine. Health communication, 30(3), Pearl, J. (2003). Causality: models, reasoning and inference. Econometric Theory, 19, Peters, G. J. Y., Ruiter, R. A., & Kok, G. (2013). Threatening communication: a critical re -analysis and a revised meta-analytic test of fear appeal theory. Health Psychology Review, 7(1), S8-S31. Sheeran, P., Harris, P. R., & Epton, T. (2014). Does heightening risk appraisals change people s intentions and behavior? A meta-analysis of experimental studies. Psychological Bulletin, 140(2), Michelle Huisman 23

25 Tannenbaum, M. B., Hepler, J., Zimmerman, R. S., Saul, L., Jacobs, S., Wilson, K., & Albarracín, D. (2015). Appealing to fear: A meta-analysis of fear appeal effectiveness and theories. Psychological Bulletin, 141(6), Witte, K. (1994). Fear control and danger control: A test of the extended parallel process model (EPPM). Communications Monographs, 61(2), Witte, K., & Allen, M. (2000). A meta-analysis of fear appeals: Implications for effective public health campaigns. Health education & behavior, 27(5), Zebregs, S., van den Putte, B., Neijens, P., & de Graaf, A. (2015). The differential impact of statistical and narrative evidence on beliefs, attitude, and intention: A meta-analysis. Health communication, 30(3), Michelle Huisman 24

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s.

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Ik zou maar stoppen, als ik jou was.

Ik zou maar stoppen, als ik jou was. Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Media & Communicatie Instituut Ik zou maar stoppen, als ik jou was. Een onderzoek naar het effect van fear appealing foto s

Nadere informatie

Ecolabels en gezonde vs. nietgezonde

Ecolabels en gezonde vs. nietgezonde UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Ecolabels en gezonde vs. nietgezonde voeding Een onderzoek naar de invloed van ecolabels op gezonde en nietgezonde voeding op de smaakverwachting van de consument Michelle Huisman

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek E: info@malvee.com T: +31 (0)76 7002012 Het opzetten en uitvoeren van een medewerker tevredenheid onderzoek is relatief eenvoudig zolang de te nemen stappen bekend

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

JoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent)

JoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent) JoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent) Inhoud Context en theorie ICT-competenties studentleraren Strategieën lerarenopleiding (SQD) Probleemstelling Methode Survey Multilevel analyse Resultaten

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6 Global management of Social Issues Interesting courses Global Management of Social Issues 410129 International Organizations 1 6 410130 Advanced Project management * 3 6 410133 Cross Cultural HRM 3 6 410134

Nadere informatie

Een vaccinerend narratief

Een vaccinerend narratief Een vaccinerend narratief Onderzoek naar in welke mate de kenmerken tijd en perspectief effect hebben op de narratieve processen transportatie en identificatie en op de attitude van de lezer ten opzichte

Nadere informatie

Managen van professioneel behandelgedrag door en voor fysiotherapeuten

Managen van professioneel behandelgedrag door en voor fysiotherapeuten Managen van professioneel behandelgedrag door en voor fysiotherapeuten Saxion University of Applied Sciences Kenniskring Ondernemend in de Zorg Monique Filart, Jos van der Werf Mei 2015 Aanleiding Behoefte

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

The effects of learning analytics in higher education. Marcel Schmitz & Nicolette van Halem

The effects of learning analytics in higher education. Marcel Schmitz & Nicolette van Halem The effects of learning analytics in higher education Marcel Schmitz & Nicolette van Halem The effect of learning analytics on Ga naar menti.com en gebruik de code 511464 The effect of learning analytics

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN Een kwantitatief onderzoek onder jongeren in opdracht van het Interprovinciaal Overleg JEROEN HERMANS KJELL MASSEN AMSTERDAM, JULI 2017

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

Tussentijds Toetsen als Leerstrategie. Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A.

Tussentijds Toetsen als Leerstrategie. Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A. Tussentijds Toetsen als Leerstrategie Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A. Overzicht Welk doel kan een tussentijds toetsen hebben? Tussentijds toetsen als leerstrategie: het testing-effect 4 studies

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Een gezondheidscheck via het werk: wat vinden werknemers ervan?

Een gezondheidscheck via het werk: wat vinden werknemers ervan? Een gezondheidscheck via het werk: wat vinden werknemers ervan? Olga Damman Allard van der Beek Danielle Timmermans -0- Department of Public and Occupational Health Quality of Care EMGO Institute for Health

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6 Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 2 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben

Nadere informatie

Tips Nederlands Hoe overtuig ik iemand?

Tips Nederlands Hoe overtuig ik iemand? Tips Nederlands Hoe overtuig ik iemand? Tips door een scholier 2090 woorden 13 jaar geleden 5,3 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Inhoudsopgave Inleiding blz. 2 Centraal probleem van een adviseur blz.

Nadere informatie

SPEEDPRESENTATIES Deel 1

SPEEDPRESENTATIES Deel 1 Dia 1 SPEEDPRESENTATIES Deel 1 Dia 2 Disclosure belangen sprekers van de speedpresentatie (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Persoonlijke factoren en Sales succes

Persoonlijke factoren en Sales succes Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.

Nadere informatie

Eerste- en tweedehands ervaringen

Eerste- en tweedehands ervaringen Eerste- en tweedehands ervaringen Een onderzoek naar het verschil tussen het gebruik van eigen- en andermans ervaringen in narratieve fear appeals Masterscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING Kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging 1 Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING De invloed van kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging op informatieverwerking en overtuiging

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

MAAKT NARRATIVITEIT VERSCHIL

MAAKT NARRATIVITEIT VERSCHIL MAAKT NARRATIVITEIT VERSCHIL IN DE EFFECTIVITEIT VAN FEAR APPEALS? [ONDERZOEK NAAR DE VERSCHILLENDE EFFECTEN VAN NARRATIEVE EN OBJECTIEVE FEAR APPEALS] Student Karin Bax 6163599 Begeleider dr. M. Keer

Nadere informatie