Ik zou maar stoppen, als ik jou was.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ik zou maar stoppen, als ik jou was."

Transcriptie

1 Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Media & Communicatie Instituut Ik zou maar stoppen, als ik jou was. Een onderzoek naar het effect van fear appealing foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren op de attitude van jongeren ten aanzien van stoppen met roken en de intentie van jongeren om te stoppen met roken. Eva Kruiper Masterscriptie Commerciële Communicatie en Voorlichting Scriptiebegeleider: Mario Keer 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding p Theoretisch kader p Attitude, intentie & gedrag p Fear appeal p Het Extended Parallel Proces Model p Stoppen met roken volgens het Extended Parallel Proces Model p Methode p Participanten p Procedure p Vragenlijst 1: voormeting p Vragenlijst 2: nameting p Resultaten p Hypotheses p Controle variabelen p Conclusie & Discussie p Getuigen de foto s van een te hoog fear appeal? p In hoeverre hebben de foto s effect op angstgevoelens, attitude & intentie? p Tot slot p. 23 LITERATUUR p. 25 BIJLAGE I: Codeboek p. 27 BIJLAGE II: Vragenlijst p. 31 2

3 SAMENVATING Antirookcampagnes komen steeds dichter bij de roker. Zo is de EU van plan om angstaanjagende foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren te plaatsen. De foto s getuigen van fear appeal, een veelgebruikte techniek in gezondheidscampagnes waarbij angst wordt opgewekt bij het publiek. Het fear appeal dat de foto s uitdragen is mogelijk te hoog. Bovendien hebben rokers naar alle waarschijnlijkheid moeite om het aanbevolen gedrag dat bij antirookcampagnes hoort aan te nemen, aangezien roken zeer verslavend werkt. Kortom, er wordt een vraagteken gezet bij de effectiviteit van foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren. Onderzocht is of de foto s effect hebben op gedragsvoorspellers als de attitude ten aanzien van stoppen met roken en de intentie om te stoppen met roken. Hierbij werd gekeken naar evaluatiefactoren afkomstig uit het Extended Parallel Proces Model: de waargenomen dreiging en waargenomen effectiviteit. Middels een voor- en na- survey is er een experiment uitgevoerd. Verwacht werd dat participanten die de foto s als dreigend ervaren meer angst ervaren dan participanten die de foto s niet als dreigend ervaart. Daarnaast werd verwacht dat er bij participanten die de waargenomen effectiviteit hoog inschatten, er meer attitudeverandering en meer intentieverandering optreedt (in positieve zin) dan bij participanten die de waargenomen effectiviteit laag inschatten. Er zijn, op één resultaat na, geen significante resultaten gevonden. Met een grotere steekproef waren de resultaten wellicht wel significant geweest. Enkel met betrekking tot de langetermijn intentie is er een significant resultaat gevonden. Een verklaring hiervoor schuilt wellicht in het feit dat participanten die de waargenomen effectiviteit hoog inschatten en participanten die de waargenomen effectiviteit laag inschatten tijdens de voormeting al significant verschillen op de variabele lange-termijn intentie om te stoppen met roken. 3

4 1. Inleiding Rokers worden tegenwoordig niet alleen via de media gewaarschuwd voor de negatieve gevolgen van roken, de verpakkingen van de rookwaren zelf dragen ook hun steentje bij. Sinds 1 mei 2002 staan er op pakjes sigaretten, shag en sigaren veertien verschillende waarschuwingsteksten, een initiatief dat genomen werd door de Europese Unie. De teksten staan in ieder EU-land in hun eigen taal op de pakjes en geven informatie weer over de gevaren van roken voor de gezondheid. Roken is dodelijk, Rokers sterven jonger, Roken veroudert uw huid Alle teksten lijken dezelfde boodschap uit te dragen: Ik zou maar stoppen, als ik jou was. Nog nooit eerder werden rokers en moment suprême geconfronteerd met de risico s van hun (rook)gedrag. Deze directe methode van communiceren lijkt met betrekking tot rokende jongeren te werken: 1 op de 3 rokende jongeren tussen de 13 en 18 jaar is minder gaan roken sinds er waarschuwende teksten op sigarettenpakjes staan. Het probleem blijkt echter nog lang niet opgelost als je de rokende jeugd van tegenwoordig van de andere kant bekijkt: Jongeren roken gemiddeld 7 sigaretten per dag, bijna 1 op de 3 rokende jongeren denkt er niet over om te stoppen met roken en meer dan 1 op de 3 jongeren van 16 jaar en ouder heeft in de afgelopen 4 weken gerookt (STIVORO, 2006). De waarschuwingsteksten op pakjes sigaretten een andere rookwaren boeken dus wel succes, maar lang niet alle sigaretten worden uitgedrukt na het lezen ervan. Nog (te)veel jongeren beginnen op jonge leeftijd met roken. Eind 2004 maakte de EU bekend dat waarschuwingen op pakjes sigaretten en andere rookwaren daarom angstaanjagender moeten worden. De EU is van plan om in de toekomst in alle EU-landen foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren te zetten die de ernst van de gevaren van roken krachtig onderstrepen. In sommige landen wordt dit al gedaan. Er worden hiervoor twee categorieën foto s gebruikt. Enerzijds zijn er expliciete foto s waarop te zien is welke schade roken allemaal toe kan brengen aan het lichaam, bijvoorbeeld een foto van een kankergezwel. Anderzijds zijn er foto s van een jonge vrouw met een lege kinderwagen en de foto s van een slap hangende sigaret, waarmee indirect gesuggereerd wordt dat roken kan leiden tot onvruchtbaarheid en impotentie. De foto s op de pakjes sigaretten en andere rookwaren getuigen van fear appeal. Boodschappen met fear appeal trachten een gedragsverandering teweeg te brengen door de doelgroep angst aan te jagen over de negatieve consequenties van hun gedrag. De opgewekte 4

5 angst wordt als ongewenste emotie ervaren en omdat men daar vanaf wil, zou angst motiveren om het gedrag - in positieve zin - te veranderen (Hoeken, 1998). Door enge foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren te plaatsen, wordt geprobeerd om bij rokers angst op te wekken, wat rokers zou moeten motiveren om te stoppen met roken. Wellicht getuigen de foto s van een te hoog fear appeal. Uit onderzoek is gebleken dat een boodschap met een te hoog fear appeal teveel angst opwekt en vaak geen effect heeft: men negeert de boodschap en er vind dus geen gedragsverandering plaats (Job, 1988; Janis, 1967). Indien de foto s inderdaad getuigen van een te hoog fear appeal, dan zou dus eigenlijk de werking van de foto s in twijfel getrokken. In dit onderzoek wordt echter de werking van fear appeal in twijfel getrokken. Op basis van het Extended Parallel Proces Model (EPPM) van Witte (1994) kan namelijk gesteld worden dat om een gedragsverandering teweeg te brengen het opwekken van angst niet voldoende is. Bovendien zou angst niet altijd motiveren tot gedragsverandering in positieve zin. Deze gegevens, tezamen met het feit dat de Europese regering van plan is om de foto s in de toekomst in alle EU-landen op pakjes sigaretten en andere rookwaren te plaatsen, maakt dat een onderzoek naar de effecten van de foto s zowel interessant als van belang is. Omdat attitude en intentie een belangrijke rol spelen met betrekking tot gedragsverandering (de Vries, Dijkstra & Kuhlman, 1988), wordt in dit onderzoek onderzocht in hoeverre de foto s op sigarettenpakjes effect hebben op de attitude ten aanzien van stoppen met roken en de intentie om te stoppen met roken. De onderzoeksvraag luidt: In hoeverre hebben fear appealing foto s op sigarettenpakjes invloed op de attitude van jongeren ten aanzien van stoppen met roken en de intentie van jongeren om te stoppen met roken, en welke rol speelt angst hierbij? 5

6 2. Theoretisch kader Welke rol spelen attitude en intentie bij gedragsverandering? 2.1 Attitude, intentie & gedrag Een directe voorspeller van gedrag is de intentie om het gedrag uit te voeren. Met betrekking tot rookgedrag blijkt de intentie om te roken sterk gerelateerd te zijn aan daadwerkelijk roken (Conrad, Flay & Hill, 1992). Een belangrijke factor die van invloed is op de intentie is de attitude. Een attitude kan omschreven worden als een opvatting of houding ten aanzien van het uitvoeren van bepaald gedrag, in dit geval rookgedrag. Een attitude bestaat uit overtuigingen en evaluaties met betrekking tot gedrag en daaruit volgt een positieve of een negatieve attitude ten aanzien van het gedrag. Mensen genereren over het algemeen een positieve attitude ten aanzien van bepaald gedrag indien men ervan overtuigd is dat dit gedrag positieve gevolgen met zich mee zal brengen. Omgekeerd zullen mensen een negatieve attitude genereren ten aanzien van gedrag waarvan zij verwachten dat het gedrag negatieve gevolgen met zich meebrengt (Fishbein & Ajzen, 1975). Uit onderzoek is gebleken dat rokers vooral de positieve effecten van roken op korte termijn belangrijk vinden en dat rokers over het algemeen een positieve attitude hebben ten aanzien van roken. Niet-rokers daarentegen hebben meestal een negatieve attitude ten aanzien van roken en letten meer op de negatieve gevolgen van roken op lange termijn, dat wil zeggen: de gevolgen die roken voor de gezondheid heeft (van Harreveld, van der Pligt, de Vries & Andreas, 2000). De waarschuwende teksten die tegenwoordig op pakjes sigaretten en andere rookwaren worden geplaatst benadrukken de gezondheidsrisico s van roken. Omdat er nog (te) veel mensen roken heeft de EU besloten om meer angstaanjagende waarschuwingen op pakjes sigaretten en andere rookwaren te plaatsen: angstaanjagende foto s met een hoog fear appeal gehalte. Wat is fear appeal precies, en waarom leidt een te hoog fear appeal tot afwijzing van een boodschap? 6

7 2.2 Fear Appeal Een veelgebruikte definitie van fear appeal luidt als volgt: A fear appeal is a persuasive communication that attempts to motivate the recipients into safer behavior by arousing fear. (Rogers, 1983) Centraal in deze omschrijving staat dat een fear appeal een gedragsverandering teweeg probeert te brengen door angst op te wekken. Fear appeals brengen echter dikwijls geen gedragsverandering teweeg (Job, 1988). Dit heeft te maken met the inverted U theory of fear (Janis, 1967). Volgens deze theorie bestaat er een omgekeerde u-vormige relatie tussen angst en attitudeverandering: een boodschap met fear appeal die geen angst, of daarentegen juist heel veel angst opwekt, zou tot weinig attitude- en dus gedragsverandering leiden. De meeste attitudeverandering vindt volgens de theorie plaats wanneer een boodschap met fear appeal een matige hoeveelheid angst opwekt, dus niet te veel, maar ook niet te weinig. Angst leidt dus niet altijd tot attitude- en dus gedragsverandering. Uit onderzoek is gebleken dat fear appeals alleen effectief zijn indien het publiek de appeal als dreigend ervaart, en wanneer er naast de appeal een oplossing wordt aangeboden in de vorm van gedrag (om zo de opgewekte angst te verminderen) (Rogers, 1983). Als het aanbevolen gedrag gemakkelijk uitvoerbaar is en effectief is ter voorkoming van de dreiging, dan zal men sneller geneigd zijn het gedrag over te nemen (Das, 2001). Samengevat voldoet een effectief fear appeal dus aan vier eisen (zie fig. 1). 1. Fear appeal mag niet te laag, maar ook niet te hoog zijn. 2. Fear appeal dient als dreigend te worden ervaren. 3. Fear appeal biedt een oplossing aanbevolen gedrag. 4. Aanbevolen gedrag is makkelijk uitvoerbaar en effectief. Figuur 1. Vier kenmerken waaraan een fear appeal moet voldoen om effectief te zijn. Met betrekking tot roken is het twijfelachtig of fear appeals aan punt 4 kunnen voldoen. Het aanbevolen gedrag bij antirookcampagnes spreekt uiteraard voor zich: stoppen met roken. Stoppen met roken is effectief gedrag om de gezondheidsrisico s van roken tegen te gaan, maar is voor veel mensen niet makkelijk uitvoerbaar aangezien roken zeer verslavend werkt. Hoe kan een antirookcampagnes waarin fear appeal wordt toegepast toch een positief effect hebben op het rookgedrag? Om deze vraag te beantwoorden dient er meer inzicht te worden verkregen in de manier waarop men een boodschap met fear appeal verwerkt. 7

8 2.3 Het Extended Parallel Proces Model Het Extended Parallel Proces Model (EPPM) van Witte (1994) geeft antwoord op de vraag hoe mensen een boodschap met fear appeal verwerken. Ook volgens het EPPM is alleen het opwekken van angst niet voldoende om een gedragsverandering teweeg te brengen. Sterker nog, angst motiveert niet altijd tot gedragsverandering in positieve zin. Volgens het model bestaan er namelijk twee processen die erop gericht zijn om het gevoel van angst te reduceren. Enerzijds is er het danger control proces, waarbij de fear appeal middels protectie motivatie het beoogde effect bereikt. Anderzijds is er het fear control proces, waarbij de fear appeal dankzij defensie motivatie geen effect heeft op gedrag (zie fig. 2). In welk proces men zich uiteindelijk bevindt hangt volgens het EPPM af van de manier waarop men een boodschap met fear appeal evalueert. Het model maakt daarbij een onderscheid tussen twee evaluaties die men maakt bij het evalueren van een boodschap: waargenomen dreiging en waargenomen effectiviteit. Deze evaluatiefasen komen overeen met punt 2 en punt 4 van figuur 1. Figuur 2. Extended Parallel Proces Model In de eerste evaluatiefase - de waargenomen dreiging - worden de ernst van de dreiging en de kwetsbaarheid voor de dreiging ingeschat. Indien men de ernst van de dreiging en/of de kwetsbaarheid voor de dreiging laag inschat, en men zich dus niet bedreigd voelt, dan zal er geen angst worden ervaren en zal er geen motivatie ontstaan om het aanbevolen gedrag op te volgen. 8

9 Wanneer men zowel de ernst van de dreiging als de kwetsbaarheid voor de dreiging hoog inschat, en men dus de waargenomen dreiging positief inschat, dan zal men angst ervaren. Hierdoor zal er motivatie ontstaan om het gedrag op te volgen dat in de boodschap wordt aanbevolen om de dreiging te voorkomen. Men zal echter eerst een tweede evaluatie doorlopen: de waargenomen effectiviteit. In de tweede evaluatie wordt zowel de responseffectiviteit als de eigeneffectiviteit van het aanbevolen gedrag ingeschat. De responseffectiviteit duidt op de effectiviteit die het aanbevolen gedrag heeft om negatieve gevolgen van het ongewenste gedrag te verminderen. Bij eigeneffectiviteit gaat het erom of iemand zichzelf in staat acht het aanbevolen gedrag uit te kunnen voeren. De mate van eigen effectiviteit hangt sterk samen met de intentie om niet te roken of te stoppen met roken, en is daarmee een belangrijke indicator voor eventuele veranderingen in het rookgedrag van jongeren (Koolhaas & Willemsen, 2005). Indien men de responseffectiviteit en/of de eigen effectiviteit van het aanbevolen gedrag laag inschat, dan zal men niet het gevoel hebben zich tegen de dreiging te kunnen beschermen. Het fear appeal is in dat geval te hoog en volgens het EPPM zal er in dit geval defensie motivatie ontstaan, waarbij men defensief gedrag vertoont om het gevoel van angst te reduceren. Denk hierbij aan reacties als afwijzing van het aanbevolen advies en/of het goedpraten van het ongewenste gedrag. Dit proces wordt het fear control proces genoemd, waarbij de boodschap met fear appeal geen effect heeft op het desbetreffende gedrag. Wanneer men zowel de responseffectiviteit als de eigen effectiviteit van het aanbevolen gedrag hoog inschat, dan zal men wel het gevoel hebben zich tegen de dreiging te kunnen beschermen - namelijk door het aanbevolen gedrag aan te nemen. Volgens het EPPM zal er in dit geval protectie motivatie ontstaan waarbij men protectief gedrag vertoont om het gevoel van angst te reduceren. Dit proces wordt danger control genoemd, waarbij het aanbevolen gedrag geaccepteerd wordt en de boodschap met fear appeal dus wel effect heeft op het gedrag. 9

10 2.3.1 Stoppen met roken volgens het Extended Parallel Proces Model Volgens het EPPM kan men een boodschap met fear appeal dus op drie manieren verwerken: 1. De fear appeal werkt niet. De waargenomen dreiging wordt laag ingeschat. Men ervaart geen angst en er ontstaat geen motivatie om het aanbevolen gedrag aan te nemen. 2. De fear appeal werkt niet. De waargenomen dreiging wordt hoog ingeschat, maar de waargenomen effectiviteit wordt laag ingeschat. Men ervaart angst en er zal defensie motivatie ontstaan om deze angst te reduceren, waarbij men defensief gedrag vertoont zoals het afwijzen van het aanbevolen advies of het goedpraten van het ongewenste gedrag (fear control proces). 3. De fear appeal werkt wel. Zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit wordt hoog ingeschat. Men ervaart angst en er zal protectie motivatie ontstaan om deze angst te reduceren, waarbij men protectief gedrag vertoont zoals het accepteren van het aanbevolen gedrag (danger control proces). Met betrekking tot de foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren kan de waargenomen dreiging beschreven worden als de negatieve gevolgen van roken voor de gezondheid. Het aanbevolen gedrag hierbij kan beschreven worden als stoppen met roken. Aangezien de foto s krachtig onderstrepen welke negatieve effecten roken heeft voor de gezondheid, kan verwacht worden dat rokers de ernst van de dreiging hoog inschatten. Het is echter nog maar de vraag of rokers zich bij het zien van de foto s ook kwetsbaar zullen voelen voor de dreiging. Indien rokers de waargenomen dreiging hoog inschatten, dan zullen zij angst ervaren en gemotiveerd raken om te stoppen met roken. Maar wordt de waargenomen effectiviteit ook hoog genoeg ingeschat om daadwerkelijk te stoppen met roken? Verwacht zou kunnen worden dat rokers de responseffectiviteit hoog inschatten aangezien het aanbevolen gedrag effectief is om zich tegen de waargenomen dreiging te beschermen. Met andere woorden: stoppen met roken is effectief om de negatieve gevolgen van roken voor de gezondheid te verminderen. Echter gezien het feit dat roken zeer verslavend werkt, zullen veel rokers mogelijk de eigen effectiviteit laag inschatten. Deze rokers zullen angst ervaren en het gevoel hebben zich niet tegen de dreiging te kunnen beschermen. De foto s getuigen in dat geval van een te hoog fear appeal. Er zal defensie motivatie ontstaan, waarbij defensief gedrag wordt vertoond om het gevoel van angst te reduceren. Het aanbevolen gedrag zal worden afgewezen en het ongewenste gedrag - rokenzal mogelijk worden goedgepraat. Rokers houden zichzelf wellicht voor dat roken lang zo slecht nog niet is, dat roken ontspant of dat roken goed is voor de spijsvertering. 10

11 Indien rokers zowel de responseffectiviteit als de eigen effectiviteit van het aanbevolen gedrag hoog inschatten, dan wordt de waargenomen effectiviteit van het aanbevolen gedrag dus hoog ingeschat. Rokers zullen zich bij het zien van de foto s op sigarettenpakjes bedreigd voelen, maar het gevoel hebben zich tegen de dreiging te kunnen beschermen. Er zal in dit geval protectie motivatie ontstaan, waarbij protectief gedrag wordt vertoond om het gevoel van angst te reduceren, zoals het accepteren van het aanbevolen gedrag. De foto s hebben in dat geval wel effect hebben op het rookgedrag. Hieruit volgen de volgende hypotheses: H 1 Participanten die de waargenomen dreiging hoog inschatten zullen na blootstelling aan de foto s meer angst ervaren dan participanten die de waargenomen dreiging laag inschatten. H 2 Bij participanten die zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit hoog inschatten zal na blootstelling aan de foto s meer attitudeverandering ten aanzien van stoppen met roken optreden dan bij participanten die de waargenomen dreiging hoog inschatten maar de waargenomen effectiviteit laag inschatten. H 3a Bij participanten die zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit hoog inschatten zal na blootstelling aan de foto s meer korte termijn intentieverandering om te stoppen met roken optreden dan bij participanten die de waargenomen dreiging hoog inschatten maar de waargenomen effectiviteit laag inschatten. H 3b Bij participanten die zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit hoog inschatten zal na blootstelling aan de foto s meer lange termijn intentieverandering om te stoppen met roken optreden dan bij participanten die de waargenomen dreiging hoog inschatten maar de waargenomen effectiviteit laag inschatten. 11

12 3. Methode 3.1 Participanten Dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het afnemen van een online vragenlijst. In totaal hebben 95 participanten ( 36 mannen, 59 vrouwen) deelgenomen aan het onderzoek. De gemiddelde leeftijd is 24,6 jaar. De jongste participant is 18 jaar. De oudste participant is 25 jaar. Het opleidingsniveau ligt hoog. 82 % van de participanten volgt een wetenschappelijke opleiding of heeft deze reeds afgerond. De participanten die aan dit onderzoek mee hebben gedaan, roken gemiddeld tussen 5 en de 15 sigaretten per dag en roken gemiddeld tussen de 3 en de 5 jaar. De participanten die deelnamen aan dit onderzoek zijn op basis van het EPPM in twee basisgroepen te onderscheidden, welke weer onderverdeeld kunnen worden in twee groepen: Groep 0: De waargenomen dreiging is laag ingeschat. Groep 0a: Zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit zijn laag ingeschat. Groep 0b: De waargenomen dreiging is laag ingeschat, de waargenomen effectiviteit is hoog ingeschat. Groep 1: De waargenomen dreiging is hoog ingeschat. Groep 1a: Zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit zijn hoog ingeschat. Groep 1b: De waargenomen dreiging is hoog ingeschat, de waargenomen effectiviteit is laag ingeschat. Participanten die tot groep 0 behoorden voelden zich niet bedreigd door de foto s en ervaarden geen angst na blootstelling aan de foto s. De foto s getuigen in dat geval van een te laag fear appeal, waarbij te weinig angst (of geen angst) wordt opgewekt om gedragsverandering teweeg te brengen. Participanten uit groep 0 zijn onder te verdelen in participanten die zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit laag inschatten (groep 0a) en participanten die de waargenomen dreiging laag inschatten maar de waargenomen effectiviteit hoog inschatten (groep 0b). Er zijn in dit onderzoek geen hypotheses opgesteld met betrekking tot groep 0a en groep 0b, omdat hierover geen theoretische bevindingen zijn gedaan. Indien participanten de waargenomen dreiging hoog inschatten, dan behoren zij tot groep 1. Participanten die vervolgens de waargenomen effectiviteit hoog inschatten behoren tot groep 1a. Participanten die vervolgens de waargenomen effectiviteit laag inschatten 12

13 behoren tot groep 1b. Participanten uit groep 1b voelen zich bedreigd door de foto s, maar hebben het gevoel zich niet tegen de dreiging te kunnen beschermen. In dat geval getuigen de foto s wellicht van een te hoog fear appeal, waarbij teveel angst wordt opgewekt om een gedragsverandering teweeg te brengen. 3.2 Procedure Voorwaarde om deel te nemen aan het onderzoek was dat participanten zich bevinden in de leeftijdgroep waar jongeren toe behoren. In dit onderzoek wordt hieronder de leeftijdgroep van jaar verstaan. Daarnaast dienden de participanten die deelnamen aan dit onderzoek te roken. De online vragenlijst die in dit onderzoek gebruikt is, bestaat uit twee vragenlijsten (zie fig. 3). Na het invullen van het vragenlijst 1 kreeg iedere participant zes online foto s te zien die in andere landen reeds op pakjes sigaretten en andere rookwaren worden geplaatst. Alle participanten zijn blootgesteld aan dezelfde zes foto s. De vragenlijst is opgenomen in de Bijlage II. Vragenlijst 1 6 Vragenlijst 2 Persoonskenmerken F Bekendheid met de foto s Attitude t.a.v. roken O Attitude t.a.v. foto s Attitude t.a.v. stoppen met roken T Attitude t.a.v. roken Intentie om te stoppen met roken O Attitude t.a.v. stoppen met roken Intentie om te stoppen met roken S Waargenomen dreiging Waargenomen effectiviteit Angst Figuur 3. Twee vragenlijsten: één vóór de blootstelling aan de 3 foto s, één ná de blootstelling aan de 3 foto s Vragenlijst deel 1: voormeting Middels het eerste deel van de vragenlijst zijn persoonlijke kenmerken van participanten gemeten. Deze vragenlijst diende ook als voormeting van de controlevariabele attitude ten aanzien roken en de variabelen attitude ten aanzien van stoppen met roken en de intentie om te stoppen met roken. 13

14 Onafhankelijke variabelen (voormeting) Persoonskenmerken Allereerst is aan de participanten gevraagd om zijn of haar sekse aan te geven ( jongen/man, meisje/vrouw ) en hun leeftijd in te vullen. Daarna werd aan de participanten gevraagd welke opleiding ze volgen of gevolgd hebben ( IVBO/VBO, MAVO/VMBO, HAVO/VWO, MBO, HBO, WO ). Er is ook aan de participanten gevraagd hoe lang zij al roken ( minder dan een jaar, 1-2 jaar, 2-3 jaar, 3-4 jaar, 5 jaar of langer ) en hoeveel sigaretten (of shagjes) zij per dag roken ( minder dan 5 sigaretten/shagjes, 5 10 sigaretten/ shagjes, sigaretten/ shagjes, sigaretten/ shagjes, sigaretten/ shagjes, sigaretten/ shagjes, meer dan 40 sigaretten/ shagjes ). Attitude ten aanzien van roken (controle variabele) In vragenlijst 1 werd de controlevariabele attitude ten aanzien van roken gemeten omdat deze van invloed kan zijn op het effect van de foto s. De attitude ten aanzien van roken is gemeten aan de hand van één stelling, namelijk Roken is voor mij. Deze onvolledige stelling dienden participanten volledig te maken aan de hand van vier verschillende zevenpuntsschalen (Ajzen, 1991), namelijk van voordelig (1) tot nadelig (7), van goed () tot slecht (7), van plezierig (1) tot onplezierig (7) en van betekenisvol (1) tot betekenisloos (7). De antwoorden op deze stellingen vormend een schaal waarmee de attitude wordt weergegeven die participanten hadden ten aanzien van roken voordat zij werden blootgesteld aan de drie foto s die in dit onderzoek gebruikt worden. Deze schaal bleek betrouwbaar te zijn (α = 0,708). Attitude ten aanzien van stoppen met roken De attitude ten aanzien van stoppen met roken werd in vragenlijst 1 eveneens gemeten aan de hand van één stelling, namelijk Stoppen met roken is voor mij. Deze onvolledige stelling dienden participanten volledig te maken aan de hand van vier verschillende zevenpuntsschalen (Ajzen, 1991), namelijk van voordelig (1) tot nadelig (7), van goed (1) tot slecht (7), van plezierig (1) tot onplezierig (7) en van betekenisvol (1) to betekenisloos (7). De antwoorden op deze stellingen vormen een schaal welke de attitude weergeeft die participanten hebben ten aanzien van stoppen met roken voordat zij worden blootgesteld aan de drie foto s die in dit onderzoek gebruikt worden. Deze schaal bleek redelijk betrouwbaar te zijn (α = 0,617). 14

15 Intentie om te stoppen met roken Er zijn in dit onderzoek twee intenties gemeten, namelijk de korte-termijn intentie en de lange-termijn intentie. De korte-termijn intentie om te stoppen met roken werd gemeten aan de hand van twee stellingen die gebaseerd zijn op werk van Ajzen (1991): Ik verwacht over drie maanden gestopt te zijn met roken en ik wil over drie maanden gestopt zijn met roken. De stellingen dienden beantwoord te worden aan de hand van een vijfpunts-likertschaal die liep van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (5) (Baarda, de Goede en Kalmijn, 2000; Likert, 1932). De antwoorden op deze stellingen vormen samen een schaal die weergeeft in hoeverre participanten de intentie bezitten om op korte termijn te stoppen met roken voordat zij werden blootgesteld aan de zes foto s die in dit onderzoek gebruikt worden. Deze schaal bleek zeer betrouwbaar te zijn (α = 0,961). De lange termijn intentie om te stoppen met roken werd eveneens gemeten aan de hand van twee stellingen die gebaseerd zijn op werk van Ajzen (1991): Ik verwacht ooit te stoppen met roken en Ik wil ooit stoppen met roken. Deze stellingen dienden beantwoord te worden aan de hand van dezelfde schaal die bij de stellingen gebruikt zijn om de korte-termijn intentie te meten. De antwoorden op deze stellingen vormen samen een schaal welke weergeeft in hoeverre participanten de intentie bezitten om op lange termijn te stoppen met roken, voordat zij werden blootgesteld aan de drie foto s die in dit onderzoek gebruikt worden. Deze schaal bleek eveneens zeer betrouwbaar te zijn (α = 0,933) Vragenlijst deel 2: nameting Na het zien van de foto s dienden de participanten het tweede gedeelte van de vragenlijst in te vullen. Hier werden allereerst twee controle variabelen gemeten, namelijk de bekendheid met de foto s en de attitude ten aanzien van de foto s. Vervolgens heeft middels dit gedeelte van de vragenlijst de nameting plaatsgevonden, waarbij opnieuw de attitude ten aanzien van roken, de attitude ten aanzien van stoppen met roken en de intentie om te stoppen met roken werd gemeten, als ook de waargenomen dreiging, de waargenomen effectiviteit van stoppen met roken, en de mate waarin participanten angst ervaren na het zien van de foto s. 15

16 Onafhankelijke variabelen (nameting) Bekendheid met foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren (controlevariabele) Er zal worden nagegaan of participanten bekend zijn met de drie foto s die in dit onderzoek worden toegepast of met soortgelijke foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren. Deze controlevariabele heeft wellicht invloed op de manier waarop participanten de foto s verwerken waaraan ze in dit onderzoek zijn blootgesteld en is gemeten aan de hand van één vraag: Heb je de foto s die je zojuist hebt bekeken, of soortgelijke foto s, al eens eerder gezien? Er waren drie antwoordmogelijkheden bij deze vraag, namelijk nee, nog nooit, ja, een paar keer, ja, al heel vaak. De antwoorden op deze stellingen vormen een schaal welke weergeeft in hoeverre participanten bekend zijn met de foto s die in dit onderzoek worden getoond of soortgelijke foto s die op pakjes sigaretten en andere rookwaren worden geplaatst. Attitude ten aanzien van foto s (controlevariabele) Bekendheid met de foto s of soortgelijke foto s gaat wellicht gepaard met een attitude ten aanzien van de foto s. Deze attitude heeft wellicht invloed op het effect van de foto s. De attitude ten aanzien van de foto s werd gemeten aan de hand van stellingen die gebaseerd zijn op werk van Etter, Perneger en Ronchi (1998): Dit soort foto s maken mij bewust van de negatieve gevolgen van roken, Dit soort foto s helpen mij om te stoppen met roken, Het is een goed initiatief om dit soort foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren te plaatsen. De stellingen dienden beantwoord te worden aan de hand van een vijfpunts- likertschaal van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (5). De antwoorden op deze stellingen vormen samen een schaal welke de attitude weergeeft die participanten hadden ten aanzien van de foto s nadat zij waren blootgesteld aan de zes foto s die in dit onderzoek gebruikt worden. Deze schaal bleek zeer betrouwbaar te zijn (α = 0,857). Waargenomen dreiging De waargenomen dreiging uit het EPPM van Witte (1994) bestaat uit de waargenomen ernst van de dreiging en de waargenomen kwetsbaarheid voor de dreiging. De waargenomen ernst van de dreiging werd gemeten aan de hand van drie stellingen: Ik geloof dat wat er op dit soort foto s te zien is, ernstig is, Ik geloof dat wat er op dit soort foto s te zien is, serieus is, Ik geloof dat wat er op de foto s te zien is, veelzeggend is. De waargenomen kwetsbaarheid werd eveneens gemeten aan de hand van drie stellingen: Als ik blijf roken, dan loop ik risico om gezondheidskwalen die op dit soort foto s worden getoond op te lopen, Als ik blijf 16

17 roken, dan is het waarschijnlijk dat ik te maken krijg met gezondheidskwalen die op dit soort foto s worden getoond, Als ik blijf roken, dan is het mogelijk dat ik te maken krijg met gezondheidskwalen die op dit soort foto s worden getoond. Alle zes de stellingen zijn gebaseerd op het werk van Witte et. al (1996) en dienden eveneens beantwoord te worden aan de hand van een vijfpunts-likertschaal van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (5). De gemiddelde scores van participanten op deze stellingen vormen samen een schaal welke weergeeft in hoeverre participanten de foto s op sigarettenpakjes als dreigend ervaren. Deze schaal is vervolgens gedichotomiseerd. Indien de gemiddelde score van participanten tussen de 0 en 3 ligt, dan geeft dit een laag ingeschatte waargenomen dreiging weer, terwijl gemiddelde scores tussen 3 en 5 een hoog ingeschatte waargenomen dreiging aangeven. Deze schaal bleek zeer betrouwbaar te zijn (α = 0,879). Waargenomen effectiviteit De waargenomen effectiviteit uit het EPPM van Witte (1994) bestaat uit de responseffectiviteit van het aanbevolen gedrag en de eigen effectiviteit om het aanbevolen gedrag aan te nemen. De eigen effectiviteit werd gemeten aan de hand van drie stellingen: Ik ben in staat om te stoppen met roken, Stoppen met roken is een makkelijke manier om de risico s van roken tegen te gaan en Stoppen met roken komt van pas om de risico s van roken tegen te gaan. De responseffectiviteit werd eveneens gemeten aan de hand van drie stellingen: Stoppen met roken helpt gezondheidskwalen die op dit soort foto s worden getoond tegen te gaan, Stoppen met roken is een effectieve manier om gezondheidskwalen die op dit soort foto s worden getoond tegen te gaan en Als ik stop met roken, wordt de kans kleiner dat ik met gezondheidskwalen die op dit soort foto s worden getoond te maken krijg. Alle zes de stellingen zijn gebaseerd op het werk van Witte et. al (1996) en dienen beantwoord te worden aan de hand van een vijfpunts-likertschaal van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (5) (Baarda, de Goede en Kalmijn, 2000; Likert, 1932). De gemiddelde scores van participanten op deze stellingen vormen samen een schaal welke weergeeft in hoeverre participanten zichzelf in staat achten om te stoppen met roken. Deze schaal is eveneens gedichotomiseerd. Indien gemiddelde scores van participanten tussen de 0 en 3 liggen, geeft dit een laag ingeschatte waargenomen effectiviteit weer, terwijl gemiddelde scores tussen 3 en 5 een hoog ingeschatte waargenomen effectiviteit aangeven. Deze schaal bleek eveneens zeer betrouwbaar te zijn (α = 0,843). 17

18 Afhankelijke variabelen Opnieuw zijn de attitude ten aanzien van roken, de attitude ten aanzien van stoppen met roken en de intentie om te stoppen met roken gemeten. Deze variabelen zijn op dezelfde manier gemeten als in het eerste gedeelte van de vragenlijst is gedaan. Dit om de verschilscores te kunnen meten. Angst Het wel of niet ervaren van gevoelens van angst is gemeten aan de hand van twee stellingen: De foto s maken mij bang en Ik vind de foto s eng. De stellingen dienden beiden beantwoord te worden aan de hand van een vijfpunts- likertschaal van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (5). De scores op de stellingen vormen samen een schaal welke weergeeft in hoeverre participanten gevoelens van angst ervaarden na blootstelling aan de foto s op sigarettenpakjes. Deze schaal bleek zeer betrouwbaar te zijn (α = 0,850). 18

19 4. Resultaten Zoals al eerder naar voren kwam, zijn er in dit onderzoek op basis van het EPPM twee basisgroepen onderscheidden: Groep 0: De waargenomen dreiging is negatief ingeschat. Uit dit onderzoek blijkt dat 36 van de 95 participanten de waargenomen dreiging laag inschatten (M = 2,40, SD = 0,63). Er is nagegaan waarom deze relatief grote groep participanten de foto s niet als dreigend ervaren. Gebleken is dat veel van de rokers die tot deze groep behoren, van mening zijn dat de foto s geen waarheidsgetrouw beeld weergeven. De foto s zouden zijn gephotoshopt en dus geen reden vormen tot paniek. Groep 1: De waargenomen dreiging is positief ingeschat. 59 van de 95 participanten schatten de waargenomen dreiging van de foto s positief in (M = 4,07, SD = 0,67). 53 van de 95 participanten behoren tot groep 1a en schatten zowel de waargenomen dreiging (M = 1,44, SD =,68) als de waargenomen effectiviteit laag in (M = 2,88, SD = 0,13). Enkel 6 van de 95 participanten behoren tot groep 1b. Deze participanten schatten de waargenomen dreiging hoog in (M = 3,47, SD = 0,19), maar schatten de waargenomen effectiviteit laag in (M = 1,59, SD = 0,63). 4.1 Hypotheses Hypothese 1 Groep 1 zal na blootstelling aan de foto s meer angst ervaren dan groep 0. Om na te gaan of participanten die de waargenomen dreiging positief inschatten, meer angst ervaren na blootstelling aan de foto s dan participanten die de waargenomen dreiging negatief inschatten, is er een Mann Whitney toets uitgevoerd. Het blijkt dat participanten uit groep 1 (Gemiddelde rangordescore 51,33) inderdaad meer angst hebben ervaren na blootstelling aan de foto s dan participanten uit groep 0 (Gemiddelde rangordescore 42,54). Dit verschil is echter niet significant (U = 865,500; p > 0,05). Hypothese 1 wordt verworpen. 19

20 Hypothese 2 Bij groep 1a zal na blootstelling aan de foto s meer attitudeverandering ten aanzien van stoppen met roken optreden dan bij groep 1b. Om na te gaan of er bij participanten die de waargenomen effectiviteit positief inschatten, meer attitudeverandering ten aanzien van stoppen met roken optreedt dan bij participanten die de waargenomen effectiviteit negatief inschatten, is er een Mann Whitney toets uitgevoerd. Het blijkt dat er bij participanten uit groep 1a na blootstelling aan de foto s inderdaad meer attitudeverandering is opgetreden (Gemiddelde rangordescore 30,41) dan bij participanten uit groep 1b (Gemiddelde rangordescore 26,42). Dit verschil is echter niet significant (U = 137,500; p > 0,05). Hypothese 2 wordt verworpen. Hypothese 3 H 3a Bij groep 1a zal na blootstelling aan de foto s meer korte termijn intentieverandering om te stoppen met roken optreden dan bij groep 1b. Om na te gaan of er bij participanten die de waargenomen effectiviteit positief inschatten meer korte termijn intentieverandering om te stoppen met roken optreedt dan bij participanten die de waargenomen effectiviteit negatief inschatten, is er een Mann Whitney toets uitgevoerd. Het blijkt dat er bij participanten uit groep 1a na blootstelling aan de foto s juist minder korte termijn intentieverandering is opgetreden (Gemiddelde rangordescore 28,00) dan bij participanten uit groep 1b (Gemiddelde rangordescore 40,83). Dit verschil is echter niet significant (U = 94,000; p > 0,05). Hypothese 3a wordt verworpen. H 3b Bij groep 1a zal na blootstelling aan de foto s meer lange termijn intentieverandering om te stoppen met roken optreden dan bij groep 1b. Om na te gaan of er bij participanten die de waargenomen effectiviteit positief inschatten meer lange termijn intentieverandering om te stoppen met roken optreedt dan bij participanten die de waargenomen effectiviteit negatief inschatten, is er een Mann Whitney toets uitgevoerd. Het blijkt dat er bij participanten uit groep 1a na blootstelling aan de foto s inderdaad meer lange termijn intentieverandering is opgetreden (Gemiddelde rangordescore 30,29) dan bij participanten uit groep 1b (Gemiddelde rangordescore 27,42). Dit verschil is significant (U = 143,500; p < 0,05). Hypothese 3b wordt aangenomen. 20

21 4.2 Controlevariabelen Naast het toetsen van de hypotheses zijn ook een aantal controlevariabelen getoetst. Dit is eveneens aan de hand van een Mann Whitney toets gedaan. Hypothese 1: Groep 0 & groep 1 Het blijkt dat groep 0 (Gemiddelde rangordescore 39,72) en groep 1 (Gemiddelde rangordescore 53.05) significant verschillen op de variabele korte termijn intentie (voormeting) (U = 764,000; p < 0,05). Ook blijkt dat groep 0 (Gemiddelde rangordescore 29,68) en groep 1 (Gemiddelde rangordescore 59,18) significant verschillen op de variabele attitude ten aanzien van de foto s (U = 402,500; p < 0,05). De groepen blijken niet significant te verschillen op andere controlevariabelen, zoals sekse, leeftijd, opleiding, rooktijd, het aantal sigaretten dan men per dag rookt, bekendheid met de foto s, attitude ten aanzien van roken (voormeting), attitude ten aanzien van stoppen met roken (voormeting), en de lange termijn intentie. Hypothese 2 en hypothese 3: Groep 1a & groep 1b Het blijkt dat groep 1a (Gemiddelde rangordescore 31,53) en groep 1b (Gemiddelde rangordescore 16,50) significant verschillen op de variabele lange termijn intentie (voormeting) (U = 78,000; p < 0,05). De groepen blijken niet significant te verschillen op andere controlevariabelen, zijnde sekse, leeftijd, opleiding, rooktijd, het aantal sigaretten dan men per dag rookt, bekendheid met de foto s, attitude ten aanzien van de foto s, attitude ten aanzien van roken (voormeting), attitude ten aanzien van stoppen met roken (voormeting), en de korte termijn intentie. 21

22 5. Discussie & conclusie Antirookcampagnes komen steeds dichter bij de roker. Vroeger waren antirookcampagnes vooral te bezichtigen op banners of op de Televisie. Tegenwoordig worden er waarschuwende teksten op de pakjes sigaretten en andere rookwaren zelf geplaatst. In andere landen worden er zelfs foto s op de pakjes geplaatst die de ernst van de gevaren van roken krachtig onderstrepen. De EU is van plan om in de toekomst in alle EU-landen foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren te zetten. In dit onderzoek wordt de vraag gesteld of dit wel een goed plan is. De foto s getuigen van fear appeal, een veelgebruikte techniek in gezondheidscampagnes waarbij angst wordt opgewekt bij het publiek. Deze angst zou motiveren tot attitude- en gedragsverandering (Rogers, 1983). Een effectief fear appeal dient echter aan meerdere kenmerken te voldoen dan alleen het opwekken van angst Rogers, 1983; Das, 2001). Allereerst mag een fear appeal niet te veel, maar ook niet te weinig angst opwekken. Met andere woorden, een fear appeal mag niet te hoog of te laag zijn. Ten tweede zal een fear appeal als dreigend moeten worden ervaren wil deze überhaupt invloed hebben. Ten derde dient een effectief fear appeal naast haar dreiging ook een oplossing aan te bieden in de vorm van gedrag. Tot slot moet het aanbevolen gedrag effectief zijn ter voorkoming van de dreiging die de fear appeal uitdraagt, en moet het gedrag makkelijk uitvoerbaar zijn. De foto s die op pakjes sigaretten en andere rookwaren worden geplaatst zien er zo angstaanjagend uit, dat deze wellicht teveel angst opwekken en dus getuigen van een te hoog fear appeal. Daarnaast werkt roken zeer verslavend, wat tot gevolg heeft dat het aanbevolen gedrag dat bij antirookcampagnes hoort stoppen met roken voor veel rokers niet makkelijk uitvoerbaar is. Daarom is er in dit onderzoek onderzocht of de foto s effect hebben op gedragsvoorspellers als de attitude ten aanzien van stoppen met roken en de intentie om te stoppen met roken. 5.1 Getuigen de foto s van een te hoog fear appeal? Er is allereerst onderzocht of de foto s wellicht getuigen van een te hoog fear appeal. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de foto s op pakjes sigaretten en andere rookwaren niet een te hoog fear appeal uitdragen. Uit de resultaten blijkt dat de foto s maar volgens 6 participanten getuigen van een te hoog fear appeal. Deze participanten beschouwen de foto s 22

23 als dreigend, maar achtten zichzelf niet in staat het aanbevolen gedrag aan te nemen. Met andere woorden: De waargenomen dreiging wordt hoog ingeschat, maar de waargenomen effectiviteit wordt laag ingeschat. Daartegenover getuigen de foto s volgens 36 participanten van een te laag fear appeal. De foto s worden niet als dreigend ervaren en er wordt geen angst opgewekt. Volgens veel van deze participanten zouden de foto s zijn gephotoshopt en dus geen reden vormen tot paniek. Het lijkt het zo te zijn dat een fear appeal dat door de één als te hoog wordt bestempeld, door een ander als te laag kan worden opgevat. Of een fear appeal te hoog of te laag is, hangt dus blijkbaar ook af van de persoon die aan de fear appeal wordt blootgesteld. Dit vormt wellicht een interessant onderwerp voor volgend onderzoek met betrekking tot fear appeals. 5.2 In hoeverre hebben de foto s effect op attitude & intentie? Omdat volgens Extended Parallel Proces Model (EPPM) van Witte (1994) het opwekken van angst niet altijd motiveert tot attitude- en gedragsverandering in positieve zin, is in dit onderzoek de werking van fear appeal in twijfel getrokken. Op basis van het EPPM werd verwacht dat participanten die de waargenomen dreiging hoog inschatten, meer angst zouden ervaren dan participanten die de waargenomen dreiging laag inschatten (hypothese 1). Uit de resultaten blijkt dat dit inderdaad het geval, waaruit geconcludeerd kan worden dat wanneer een fear appeal als dreigend wordt ervaren, er inderdaad meer angst wordt opgewekt dan wanneer de fear appeal niet als dreigend wordt ervaren. Dit komt overeen met veronderstellingen uit het EPPM en het principe van fear appeal. Het verschil in angstscores tussen de twee groepen participanten is echter niet significant en biedt daarom onvoldoende bewijs om hypothese 1 aan te nemen. In de tweede hypothese die op basis van het EPPM werd opgesteld, werd verwacht dat er bij participanten die zowel de waargenomen dreiging als de waargenomen effectiviteit hoog inschatten, meer attitudeverandering ten aanzien van stoppen met roken zou optreden (in positieve zin) na blootstelling aan de foto s dan bij participanten die de waargenomen effectiviteit laag inschatten. Uit de resultaten blijkt dat dit inderdaad zo is. Echter is het verschil in attitudeverandering tussen beiden groepen niet significant en biedt het daarom onvoldoende bewijs om hypothese 2 aan te nemen. 23

24 In de derde en laatste hypothese die in dit onderzoek werd opgesteld, werd verwacht dat participanten die de waargenomen effectiviteit hoog inschatten, zowel een hogere kortetermijn intentie (hypothese 3a) als een hogere lange-termijn intentie (hypothese 3b) hebben om te stoppen met roken dan participanten die de waargenomen effectiviteit laag inschatten. Uit de resultaten blijkt dit voor een deel te kloppen. Het verschil tussen beiden groepen in de korte-termijn intentieverandering is niet significant en biedt daarom onvoldoende bewijs om hypothese 3a aan te nemen. Met betrekking tot de lange-termijn intentie om te stoppen met roken is er wel een significant verschil gevonden tussen participanten die de waargenomen effectiviteit hoog inschatten en participanten die de waargenomen effectiviteit laag inschatten. Uit de resultaten is gebleken dat als men de waargenomen effectiviteit hoog inschat, de foto s meer effect hebbent op de lange-termijn intentie om te stoppen met roken dan wanneer men de waargenomen effectiviteit laag inschat. Een verklaring voor dit significante verschil schuilt wellicht in de controle variabele lange-termijn intentie (voormeting). Participanten die de waargenomen effectiviteit hoog inschatten en participanten die de waargenomen effectiviteit laag inschatten blijken namelijk in de voormeting al significant te verschillen op de variabele lange-termijn intentie om te stoppen met roken. Of de foto s daadwerkelijk effect hebben op de lange termijn intentie is dus nog maar de vraag, en dit vormt dan ook één van de beperkingen aan dit onderzoek. Een andere grote beperking is dat er, op één bevinding na, geen significante resultaten gevonden zijn in dit onderzoek. Met een grotere steekproef zouden de resultaten wellicht wel significant geweest zijn. 5.3 Tot slot Op één hypothese na kunnen de hypotheses die dit onderzoek onderzocht zijn worden verworpen vanwege het ontbreken van significante verschillen in de resultaten. De kans is groot dat er bij een grotere steekproef wel significante resultaten zouden zijn gevonden. Een interessante bevinding in dit onderzoek is dat een fear appeal niet per definitie te hoog of te laag kan worden genoemd, omdat dit per persoon kan verschillen. Dit zorgt ervoor dat het toepassen van fear appeals in gezondheidscampagnes omstreden lijkt, omdat van tevoren niet goed kan worden voorspeld op welke manier de fear appeal verwerkt zal worden. Onderzoek met betrekking tot fear appeals is en blijft daarom belangrijk. 24

25 LITERATUUR Ajzen, I. (1991). The theory of planned behaviour. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50, Baarda, D. B., Goede, M. P. M., de & Kalmijn, M. (2000). Basisboek Enquêteren en gestructureerd interviewen. Groningen: Wolters- Noordhoff. Conrad, K. M., Flay, B. R., & Hill, D. (1992). Why children start smoking cigarettes: Predictors of onset. British Journal of Addiction, 87, Das, E.H.H.J., (2001). How fear appeals work: Motivational biases in the processing of feararousing health communications. Proefschrift, Universiteit Utrecht. Etter JF, Perneger TV, Ronchi A (1998). Collecting saliva samples by mail. Am J Epidemiol,147: Fishbein, M. & Ajzen, I. (1975). Belief, attitude, intention and behaviour: An introduction to theory and research. Reading, MA: Addison-Wesley. Hoeken, H, (1998). Het ontwerp van overtuigende teksten: Wat onderzoek leert over de opzet van effectieve reclame en voorlichting. Bussum: Coutinho. van Harreveld, F.,van der Pligt, J., de Vries, N.K. & Andreas, S. (2000). Belief importance and accessibility in expectancy-value models. British JournalofSocialPsychology, 39 (3), Janis, I.L. (1967). Effects of fear arousal on attitude change: Recent developments in theory and experimental research. Advances in Experimental Social Psychology, 4, Job, R.F.S. (1988). Effective and ineffective use of fear in health promotion campaigns. American Journal of Public Health, 78,

26 Koolhaas, C. & Willemsen, M. (2005). Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken: veranderingen tussen 1998 en STIVORO. Likert, R. (1932). A Technique for the Measurement of Attitudes. Archives of Psychology, 140, Rogers, E.M. (1983). Diffusion of Innovations. New York: Free Press. STIVORO rookvrij. (2006). Roken, de harde feiten: Jeugd Den Haag: STIVORO voor een rookvrije toekomst. Witte, K. (1994). Fear control and danger control: A test of the extended parallel process model. Communications Monographs, 61(2), Witte, K., Cameron, K.A., McKeon, J.K., Berkowitz, J.M. (1996). Predicting Risk Behaviors: Devlopment and Validation of a Diagnostic Scale. Journal of Health Communication, Volume 1, pp Vries, H. de, Dijkstra, M., Kuhlman, P. (1988). Self-efficacy: the third factor besides attitude and subjective norm as a predictor of behavioural intentions. Health education research 3, nr.3, pp

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken januari 2009

Meting stoppers-met-roken januari 2009 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppersmetroken januari 2009 Meting

Nadere informatie

De veranderde kijk op tabaksproducten: Effecten van de nieuwe gezondheidswaarschuwingen

De veranderde kijk op tabaksproducten: Effecten van de nieuwe gezondheidswaarschuwingen De veranderde kijk op tabaksproducten: Effecten van de nieuwe gezondheidswaarschuwingen op rokers Dr. M.C. Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres Postbus

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

Waarschuwende teksten op sigarettenpakjes

Waarschuwende teksten op sigarettenpakjes nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 00 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail info@nipo.nl Internet www.nipo.nl NIPO het marktonderzoekinstituut

Nadere informatie

Roken onder volwassenen De harde feiten 2010

Roken onder volwassenen De harde feiten 2010 Roken onder volwassenen De harde feiten 2010 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1958 1960 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 Percentage niet rokers onder de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 FACTSHEET MAART 2014 FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 KERNPUNTEN Een kwart (25%) van de Nederlandse bevolking vanaf 15 jaar rookt in 2013: 19% rookt dagelijks en 6% niet dagelijks. Het percentage

Nadere informatie

Een ervaringsdeskundige voor de klas: werkt het? Mail Bas voor het rapport

Een ervaringsdeskundige voor de klas: werkt het? Mail Bas voor het rapport Een ervaringsdeskundige voor de klas: werkt het? Mail Bas voor het rapport Bas van den Putte (s.j.h.m.vandenputte@uva.nl) Tessa Rutten Anneke de Graaf Gert-Jan de Bruijn Een ervaringsdeskundige voor de

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juni 2008

Meting stoppers-met-roken juni 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juni 2008

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport De Tabakswet Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief

Nadere informatie

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Onderzoek in opdracht van VWS December 2017 244108113 Inhoud 1 Inleiding 01 2 Belangrijkste resultaten en samenvatting 07 3 In

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

RAPPORTAGE. Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne

RAPPORTAGE. Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne RAPPORTAGE Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne Voorwoord In deze rapportage wordt beschreven of de doelstellingen van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Roken onder volwassenen De harde feiten 2012

Roken onder volwassenen De harde feiten 2012 Roken onder volwassenen De harde feiten 2012 10 9 8 Rokers 7 6 5 Niet-rokers Verdeling Nederlandse bevolking (15 jaar en ouder) naar % rokers en % niet-rokers 1975-2012 Percentage rokers naar categorie

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Meting stoppers-met-roken juli 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Samenvatting De gezondheidskloof tussen hoog- en laagopgeleide groepen is een bekend fenomeen in de gezondheidscommunicatie. In deze masterscriptie

Samenvatting De gezondheidskloof tussen hoog- en laagopgeleide groepen is een bekend fenomeen in de gezondheidscommunicatie. In deze masterscriptie Is er verschil in het effect van zelfbevestiging op de stopintentie tussen laag- en hoogopgeleide rokers bij het ontvangen van een anti- rook fear appeal? Masterscriptie Student: Carlijn van Selst Studentnummer:

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Summary in Dutch Samenvatting (Summary in Dutch)

Summary in Dutch Samenvatting (Summary in Dutch) Summary in Dutch Samenvatting (Summary in Dutch) Sinds het bekend is dat roken uitermate schadelijk is voor de gezondheid - na een publicatie van de Surgeon General of the United States in 1964 - is rookgedrag

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium

Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium Context & methodologie Stichting tegen Kanker Stichting tegen Kanker is een Belgische stichting met als missie de strijd

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan Project: Communicatieplan Smokeless Nathalie Kooiman, 0863131 Charlotte Voorn, 0847183 Wendy Lanser, 0862815 Rowan Lens, 0857190 CDM1A Hogeschool Rotterdam Rowan Lens - CDM1A - Hogeschool Rotterdam 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen

Nadere informatie

International Tobacco Control (ITC) policy evaluation project Evaluatie In iedere roker zit een stopper campagne Tweede nameting

International Tobacco Control (ITC) policy evaluation project Evaluatie In iedere roker zit een stopper campagne Tweede nameting International Tobacco Control (ITC) policy evaluation project Evaluatie In iedere roker zit een stopper campagne Tweede nameting Den Haag, oktober 2009 Drs. Gera Nagelhout, Universiteit Maastricht Dr.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en. Consumptie van (On)Gezonde voeding

Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en. Consumptie van (On)Gezonde voeding Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en Consumptie van (On)Gezonde voeding Fear-arousing communication on Children: Pilot Study into

Nadere informatie

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Houding van ouders ten aanzien van het

Nadere informatie

Interactieve sessie. Leraren als change agents. Leraren als change agents

Interactieve sessie. Leraren als change agents. Leraren als change agents Interactieve sessie Leraren als change agents drs. Monique van der Heijden, Hogeschool de Kempel dr. Jeannette Geldens, Kempelonderzoekscentrum dr. mr. Herman Popeijus, Kempelonderzoekscentrum prof. dr.

Nadere informatie

Interventie overgewicht bij studenten

Interventie overgewicht bij studenten Interventie overgewicht bij studenten Experiment naar het effect van fear appeals op het geïntendeerde gedrag van studenten met betrekking tot ontbijten Désirée Boerema (s1810898) Dr. J. C. Hartogslaan

Nadere informatie

Het effect van verschillende typen antirook. boodschappen op de stopintentie van rokers

Het effect van verschillende typen antirook. boodschappen op de stopintentie van rokers Het effect van verschillende typen antirook boodschappen op de stopintentie van rokers Carlijn Prins Master Thesis Studentnummer: 5794374 Graduate School of Communication Master programma Communicatie

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld, M. Heijmans, NIVEL, augustus 2013) worden gebruikt.

Nadere informatie

Psychologische modellen m.b.t. gedragsverandering

Psychologische modellen m.b.t. gedragsverandering Psychologische modellen m.b.t. gedragsverandering Psychologische modellen m.b.t. gedragsverandering Doel: Inzicht in de parameters van oorzaken van gedrag Psychologische modellen m.b.t. gedragsverandering

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Rookverbod in de horeca dringt meeroken flink terug

Rookverbod in de horeca dringt meeroken flink terug Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Rookverbod in de horeca dringt meeroken

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Nederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen. Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling

Nederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen. Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling Nederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling 2003-2004 Amsterdam, december 2005 Dr. S.J.H.M. van den Putte Dr. M.C. Yzer Drs.

Nadere informatie

Evaluatie Tabakswet. Recht op een rookvrije werkplek en overlast door tabaksrook tussen 2003 en 2005

Evaluatie Tabakswet. Recht op een rookvrije werkplek en overlast door tabaksrook tussen 2003 en 2005 Evaluatie Tabakswet Recht op een rookvrije werkplek en overlast door tabaksrook tussen 2003 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Beste pleegouder, U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s.

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Expertmeeting Alcohol en Zwangerschap 6 december 2012

Expertmeeting Alcohol en Zwangerschap 6 december 2012 Expertmeeting Alcohol en Zwangerschap 6 december 2012 Onderzoek Alcohol en Zwangerschap 2008-2012 Nickie van der Wulp, MSc 12, Ciska Hoving, PhD 2, Wim van Dalen, MSc 1, & Hein de Vries, PhD 2 1 Nederlands

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Als jij vindt dat ik moet stoppen, stop ik. Sociale normen en de intentie om te stoppen met roken.

Als jij vindt dat ik moet stoppen, stop ik. Sociale normen en de intentie om te stoppen met roken. Als jij vindt dat ik moet stoppen, stop ik. Sociale normen en de intentie om te stoppen met roken. Universiteit van Amsterdam Master Communicatiewetenschappen Persuasieve Communicatie Master Thesis Auteur:

Nadere informatie

Beangstigende feiten en verhalen

Beangstigende feiten en verhalen Beangstigende feiten en verhalen Een onderzoek naar het effect van statistische en narratieve berichten in combinatie met waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid Michelle Huisman 10385037 Masterscriptie

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING Kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging 1 Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING De invloed van kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging op informatieverwerking en overtuiging

Nadere informatie

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012 Attitudevorming & verandering H9 Wat vertellen attitudes over consumenten? Wat vertellen attitudes over consumenten? Mensen die van sushi houden zullen het waarschijnlijk eten Wat vertellen attitudes over

Nadere informatie

Zijn respondenten interviewerresistent?

Zijn respondenten interviewerresistent? Een onderzoek van Gerben Moerman naar de effecten van doorvraagtactieken bij open interviews Martijn van Lanen * G. Moerman, Probing behaviour in open interviews: A field experiment on the effects of probing

Nadere informatie

Rookvrij Opgroeien. Roken? Houd kinderen er buiten. Het bespreken van (mee)roken binnen de JGZ 4-19 jaar. 4-19 jaar

Rookvrij Opgroeien. Roken? Houd kinderen er buiten. Het bespreken van (mee)roken binnen de JGZ 4-19 jaar. 4-19 jaar Rookvrij Opgroeien 4-19 jaar 4-19 jaar Roken? Houd kinderen er buiten. Het bespreken van (mee)roken binnen de JGZ 4-19 jaar Kinderen boven de vier jaar wonen relatief vaak in een huis waar gerookt mag

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Het effect van metaforen en fear appeals in gezondheidsboodschappen op de attitude en intentie ten aanzien van zonbescherming

Het effect van metaforen en fear appeals in gezondheidsboodschappen op de attitude en intentie ten aanzien van zonbescherming Het effect van metaforen en fear appeals in gezondheidsboodschappen op de attitude en intentie ten aanzien van zonbescherming The effect of metaphors and fear appeals in health messages on attitude and

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Questionnaire (in Dutch): LASAB154 / LASAC154 / LASAD154 / LASAE154 / LAS2B154 / LASAF154 / LASAG154 / LASAH154 / LAS3B154 / LASMB154 / LASAI154

Questionnaire (in Dutch): LASAB154 / LASAC154 / LASAD154 / LASAE154 / LAS2B154 / LASAF154 / LASAG154 / LASAH154 / LAS3B154 / LASMB154 / LASAI154 LASAB154 Ik ga u nu een aantal vragen stellen over roken: mvar31 1. Rookt u? naar vraag 3 2. nee naar vraag 2 mvar32 2. Heeft u vroeger gerookt? 2. nee naar onderdeel 4 mvar33 3. Op welke leeftijd bent

Nadere informatie

Rookprevalentie

Rookprevalentie Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Rookprevalentie -2008 Continu onderzoek

Nadere informatie

Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers

Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Rijksorganisaties hebben te maken met veranderingen

Nadere informatie

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde volwassenen (18+).

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde volwassenen (18+). Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde volwassenen (18+). Dit onderzoek is bedacht, opgesteld, uitgevoerd en afgerond met dit verslag door Willem Wind, eigenaar van https://ikbenhoogbegaafd.nl.

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten

Belangrijkste resultaten Belangrijkste resultaten Schadelijkheid roken en meeroken algemeen Totale groep Nederlanders 12+ Rokers Roken Nagenoeg iedereen ziet de schadelijkheid in van roken op de gezondheid: 93% (waarvan 65% erg

Nadere informatie

SLIM implementeren van onderzoek naar praktijk. Persoonlijke en omgevingsfactoren geassocieerd met het opvolgen van leefstijladviezen: De SLIM study

SLIM implementeren van onderzoek naar praktijk. Persoonlijke en omgevingsfactoren geassocieerd met het opvolgen van leefstijladviezen: De SLIM study SLIM implementeren van onderzoek naar praktijk Persoonlijke en omgevingsfactoren geassocieerd met het opvolgen van leefstijladviezen: De SLIM study Cheryl Roumen, PhD- student Vraagstelling Houden de deelnemers

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Verwachting, waardering en leerwinst van de Workshop Nieuws Laura Gil Castillo en Eva Mulder, januari 2009 Universiteit

Nadere informatie

Dialogen website Motiveren tot rookstop

Dialogen website Motiveren tot rookstop Dialogen website Motiveren tot rookstop Dialoog verandertaal uitlokken en versterken Goedemorgen. Heeft u problemen gehad sinds uw vorige controle? Ja, eigenlijk wel. Mijn tanden zijn sterk verkleurd.

Nadere informatie