Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid."

Transcriptie

1 Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid. Student: Frederique Thans Studentnummer: Afstudeerproject: Persuasieve Communicatie Groep 1: Creative media advertisement Docent: Lotte Salome Datum: 16 januari 2017 Aantal woorden: 5483

2 Abstract Met de continue ontwikkeling van het (sociale) medialandschap worden adverteerders uitgedaagd om met nieuwe vormen van adverteren te werken. Creative media advertising is zo n nieuwe vorm van adverteren en kan de zogenoemde traditionele advertentie-moeheid doorbreken. In dit onderzoek wordt op basis van eerdere onderzoeken verwacht dat het gebruik van creative media advertising een positiever effect heeft op advertentie attitude dan het adverteren middels traditionele media. Hiernaast wordt ook de modererende rol van merkbekendheid geanalyseerd. In dit onderzoek deden respondenten (n= 307) van minimaal 18 jaar oud mee aan een online experiment. Tegen de verwachting in bleek dat de gevonden resultaten niet in lijn waren met die van voorgaande onderzoeken. Gebaseerd op deze bevindingen is het belangrijk om meer vervolgonderzoek uit te voeren naar de effecten van creative media advertising op de advertentie attitude van de consument. 2

3 Inleiding Buigbare rietjes die de lenigheid van yoga symboliseren, fonteinen die het bruisende water van Aquarius uitbeelden en een KitKat bankje dat duidt op de slogan Have a Break, Have a KitKat. Om de hedendaagse consument te bereiken, moeten adverteerders meer doen dan een poster met een naam en slogan ophangen. De consument wordt dagelijks aan zo n traditionele advertenties blootgesteld (Hutter & Hoffman, 2014). In het onderzoek van Dahlén et al. (2008) wordt zelfs gesproken van een traditionele advertentiemoeheid. Om deze advertentie-moeheid tegen te gaan zijn adverteerders op zoek naar nieuwe vormen van adverteren. De bovenstaande voorbeelden zijn voorbeelden van een nieuwe vorm van adverteren. Deze vorm van adverteren wordt creative media advertising genoemd. Bij CMA wordt gebruik gemaakt van een non-traditioneel medium en moet er sprake zijn van een associatieve overlap tussen het medium en de boodschap (Dahlén, 2005). Uit onderzoeken van onder andere Dahlén (2005; 2009) blijkt dat het gebruik van CMA positieve effecten heeft op advertentie attitude. Volgens Petty en Cacioppo (1986) wordt een advertentie attitude gezien als een neiging om op een gunstige of ongunstige manier te reageren op een advertentie. Deze manier van reageren wordt gevormd door de gedachten en gevoelens ten aanzien van de advertentie. Hoewel uit de onderzoeken blijkt dat CMA positieve effecten heeft op advertentie attitude, is er nog beperkt tot geen onderzoek gedaan verschillende effecten voor bekende en onbekende merken. Er kan een onderscheid gemaakt worden in de bekendheid van merken aan de hand van de human associative theorie (Anderson & Bower, 1973; van Osselaer & Janiszewski, 2001). De theorie verklaart dat er een netwerk van concepten wordt geopend wanneer de consument een merk ziet. Dit netwerk bestaat uit concepten die met elkaar zijn verbonden door gelinkte associaties. Bij een bekend merk kan worden gedacht aan Sprite, een frisdrankmerk dat wereldwijd bekend is om haar groene en blauwe kleur. Bij het woord Sprite wordt gedacht aan begrippen als groen, frisdrank of prik. Deze begrippen vormen een netwerk van associaties die opgeroepen wordt wanneer er gedacht wordt aan het merk Sprite. Waar bij een bekend merk als Sprite een netwerk van associaties wordt geactiveerd, is dit anders bij een onbekend biermerk als Lemonz. Onbekende merken roepen nog geen bestaande associaties op. In dit onderzoek wordt de schema theorie onderzocht als verklarende variabele voor effecten van CMA op advertentie attitude voor bekende en onbekende merken. De schema theorie stelt dat de kennis van de consument verdeeld is in zogenoemde schema s (Roedder & Whitney, 3

4 1986; Warlaumont, 1997). Om de boodschap van een advertentie te herkennen, vallen de consumenten terug op hun merkschema en advertentieschema. Een merkschema wordt gevormd door alle gedachten en gevoelens die een persoon linkt aan een merk (Dahlén et al., 2008; Halkias & Kokkinaki, 2013). Een advertentie schema bestaat uit kennis over adverteren. Hierbij kan gedacht worden aan hoe de advertentie te herkennen is en wat het doel van de advertentie is (Friestad & Wright, 1994; Dahlén, 2005). Uit onderzoek is gebleken dat het advertentieschema niet geactiveerd wordt bij CMA (Dahlén & Edenius, 2007). Dahlén en Edenius (2007) verklaren dit door het onverwachte en nieuwe aspect van CMA waardoor men de advertentie niet direct herkent als advertentie. Onderzoek naar het effect van CMA versus TMA op advertentieattitude voor bekende merken en onbekende merken is nog zeer gering aangezien creative media advertising nog een relatief nieuwe vorm van adverteren is. Dit onderzoek probeert de bestaande literatuur omtrent het onderwerp creative media advertising aan te vullen. Volgens Rosengren et al. (2015) neemt het gebruik van non-traditionele media in de marketing toe. Dit houdt in dat adverteerders meer geld investeren in non-traditionele media. Door adverteerders inzicht te geven, kunnen de juiste en efficiënte keuzes gemaakt worden voor een merk en kunnen adverteerders hun werk beter afstemmen op de consument. Om de literatuur omtrent dit onderwerp aan te vullen en om inzicht te creëren voor adverteerders, wordt er in deze thesis onderzoek gedaan naar het effect van CMA op advertentie attitude voor onbekende en bekende merken. Voor dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: RQ: In hoeverre is er een effect van CMA versus TMA op advertentie attitude en in hoeverre wordt dit effect gemodereerd door merkbekendheid? 4

5 Theoretisch kader Zoals in de inleiding aangegeven werd, zal deze studie zich richten op de relatie tussen creative media advertising en advertentie attitude voor bekende merken en onbekende merken. In de literatuurstudie van Thans (2016) is in kaart gebracht in hoeverre er informatie bekend is over de effecten van CMA op advertentie attitude voor onbekende en bekende merken. In de zes gereviewde studies uit de literatuurstudie van Thans (2016) is er onderzoek gedaan naar de effecten van CMA op advertentie attitude. Creative media advertising wordt beschreven als een manier van adverteren waarbij gebruik wordt gemaakt van een non-traditioneel medium en waarbij er sprake is een associatieve overlap tussen het medium en de boodschap (Dahlén, 2005). Er wordt van een non-traditioneel medium gesproken wanneer er een medium wordt gekozen dat normaliter niet gezien wordt als een traditioneel medium voor advertenties. Eierschalen en liftschaften zijn voorbeelden van zo n non-traditioneel medium (Rosenberg et al., 2008). Er is sprake van een associatieve overlap als een non-traditioneel medium zowel de merknaam en slogan vertoont en als het medium op impliciete wijze merk associaties communiceert (Dahlén, 2005). In de zes studies is het effect van CMA op advertentie attitude onderzocht en zijn er over het algemeen positieve effecten gevonden. Onder andere Dahlén (2005) en Hutter en Hoffmann (2014) geven in hun onderzoeken aan dat een positievere advertentie attitude door het gebruik van creative media advertising ten opzichte van traditionele media verklaard kan worden door het verrassende en onverwachte effect, met de daarbij horende gevoelens en emoties, van deze manier van adverteren. In deze studies menen de auteurs dat advertentie- en merkevaluaties moeten profiteren van het onverwachte effect van creative media advertising. Aan de hand van de gevonden resultaten van voorgaande studies en de mogelijke verklaringen kan de volgende hypothese worden opgesteld: H1: CMA heeft een positiever effect op advertentie attitude dan TMA. Zoals gezegd is er onderzoek gedaan naar de effecten van CMA op advertentie attitude. Uit de studies blijkt dat er verschillen gevonden zijn tussen de effecten op de verschillende merken. In het onderzoek van Dahlén (2005) is er een klein verschil gevonden in de resultaten van de twee merken. Het verschil in effect van CMA versus TMA op advertentie attitude waren groter bij een energiedrankje dan bij een verzekeringsmaatschappij. De auteur gaf bij zijn suggesties voor vervolgonderzoek aan dat dit verschil verklaard kon worden doordat het energiedrankje beter zou passen (en dus bekender zou voelen) bij de studenten dan de verzekeringsmaatschappij. Toch blijkt uit de studie van Dahlén et al. (2008) dat het gebruik van 5

6 incongruente advertenties een positiever effect heeft op advertentie attitude dan de congruente advertenties en dat dit effect sterker is bij bekende merken dan bij onbekende merken. Echter, deze bevinding is in strijd met de schema theorie. Deze theorie voorspelt dat positieve effecten van CMA alleen genereerd worden bij consumenten die de overlap tussen het merk en het medium herkennen en dus bij congruente advertenties. Wanneer er geen kennis over het merk bestaat, kan de overlap niet herkend worden door de consument. Volgens deze theorie zou CMA dus enkel kunnen resulteren in een positief effect op advertentie attitude bij merken waarvan we al kennis bezitten (Thans, 2016). Omdat er binnen het onderzoek van Dahlén et al. (2008) gebruik gemaakt werd van congruente en incongruente advertenties in plaats van CMA en TMA, wordt er in dit onderzoek uitgegaan van de schema theorie in plaats van de gevonden resultaten van Dahlén et al. (2008). Om onderzoek te doen naar het verschil in effect van CMA versus TMA op advertentie attitude voor bekende en onbekende is aan de hand van de schema theorie de volgende hypothese opgesteld: H2: In een CMA conditie zal merkbekendheid het effect modereren van de mate van creativiteit op advertentie attitude. Respondenten in de creatieve conditie zullen een positievere advertentie attiude ervaren voor een bekend merk dan voor een onbekend merk. Schematisch weergegeven ziet het conceptueel model van de hiervoor genoemde hypothesen er als volgt uit: Merkbekendheid Bekend merk Onbekend merk Type medium CMA TMA H1 H2 Advertentie attitude Figuur 1: Conceptueel model 6

7 Methode Om te onderzoeken of het type medium en de merkbekendheid invloed hebben op de advertentie attitude, is er een online experiment uitgevoerd. Er is voor een experiment gekozen zodat er conclusies getrokken kunnen worden over eventuele causale relaties tussen het type medium, merkbekendheid en advertentie attitude. Het onderzoeksdesign dat is gekozen is een 2 (CMA vs. TMA) x 2 (bekend merk vs. onbekend merk) between-subjects design met advertentie attitude als afhankelijke variabele. Naast de onafhankelijke variabele type medium is de moderator merkbekendheid in dit experiment als tweede onafhankelijke variabele meegenomen. Het toewijzen van respondenten aan de verschillende condities is gedaan middels randomisatie. Dit houdt in dat de onderzoekseenheden op grond van toeval aan de verschillende groepen zijn toegewezen. Deze keuze is gemaakt om een zuiver experiment uit te voeren. Steekproef Uit praktische overwegingen is er voor het werven van respondenten gebruik gemaakt van een gelegenheidssteekproef. Het voordeel hiervan was dat er in een kort tijdsbestek respondenten geworven kon worden. De gelegenheidssteekproef is door de onderzoekers verspreid via hun eigen netwerk. Deze respondenten zijn geworven middels Facebook, , WhatsApp en faceto-face contact. De respondenten zijn benaderd met een boodschap waarin vermeld stond dat het ging om een enquête voor een afstudeerproject voor de Universiteit van Amsterdam. Een voorwaarde bij het werven van respondenten was dat zij 18 jaar of ouder moesten zijn. Dit stond ook duidelijk vermeld in de boodschap. Deze keuze is gemaakt om aan de ethische voorwaarden te voldoen. Na akkoord werd het voor de respondenten mogelijk om mee te doen aan de online vragenlijst. Elke respondent kreeg een van de vier condities te zien om zo volgorde effecten tegen te gaan. Er hebben 307 respondenten deelgenomen aan het onderzoek welke gelijkmatig verdeeld zijn over de vier condities (CMA-bekend: 72, TMA-bekend: 71, CMA-onbekend: 72, TMA-onbekend: 71). Van de 307 respondenten was 64% vrouw en 36% man. In drie van de vier groepen was de gemiddelde leeftijd 28 jaar. De gemiddelde leeftijd in CMA-onbekend conditie was hoger (30 jaar). Met een meerderheid van 75,5% waren de respondenten hoogopgeleid (vmbo: 2,8%, havo: 4,9%, vwo/gymnasium: 6,6%, MBO: 9,4%, HBO: 35,7%, WO: 39,9%). Pre-test Er zijn vier stimuli ontwikkeld voor de vier verschillende condities. In de bijlage 1 is een overzicht te vinden van de CMA voor een bekend merk (Figuur 1a), de TMA voor een bekend 7

8 merk (Figuur 1b), de CMA voor een onbekend merk (Figuur 1c) en de TMA voor een onbekend merk (Figuur 1d). Voor het stimulusmateriaal is de productcategorie frisdrank gekozen. Voor het onbekende merk is een fictief merk ontwikkeld genaamd Lemonz. Het merk is zelf ontwikkeld om zeker te zijn dat respondenten het merk daadwerkelijk als onbekend zouden beschouwen. Voor het bekende merk is het frisdrankmerk Sprite gekozen. Beide merken toonden de slogan Refreshing in hun advertenties. Voor zowel Lemonz als Sprite bestond de TMA uit een poster op een bushokje en bestond de CMA uit een grote frisdrank dispenser die als douche fungeerde op het strand. Volgens Dahlén (2005) wordt er bij CMA gebruik gemaakt van een non-traditioneel medium en moet er sprake zijn van een associatieve overlap tussen het medium en de boodschap. Met de frisdrank dispenser werd er voldaan aan het eerste kenmerk van CMA. Een douche wordt gezien als verfrissend en omdat de slogan van beide merken Refreshing was, was er sprake van een associatieve overlap tussen het medium en de boodschap. In bijlage 1 is een overzicht van de advertenties terug te vinden middels de eerder genummerde figuren. Er is een pre-test uitgevoerd onder 30 respondenten om vast te kunnen stellen welke advertentie als CMA werd ervaren en welke als TMA. Hiernaast is er in deze pre-test gekeken naar in hoeverre men het bekende merk als bekender zou ervaren dan het onbekend merk. De pre-test is uitgevoerd middels een online vragenlijst via Qualtrics met een within-subjects design. Er is gebruik gemaakt van een gelegenheidssteekproef voor het werven van respondenten. Deze participanten zijn benaderd met de boodschap mee te doen aan een afstudeerproject van de onderzoekers. In de pre-test werd men eerst blootgesteld aan de condities voor het onbekende merk en vervolgens aan de condities voor het bekende merk. Om te meten of daadwerkelijk het verschil werd ervaren tussen de CMA en de TMA werd de mate van creativiteit gemeten. Participanten in de pre-test (n=30) hebben de creativiteit van de stimuli beoordeeld middels zes stellingen. Deze zes stellingen zijn gemeten op een 7-punts Likertschaal (1=volledig mee oneens, 7=volledig mee eens). Men kon op de schaal aangeven in hoeverre zij de stimulus gebruikelijk, opvallend, verrassend, voorspelbaar, vernieuwend en creatief vonden. De antwoorden op de zes stellingen zijn tot een schaal geconstrueerd voor alle vier de condities. Omdat deze schaal vier keer gebruikt is, resulteerde dit in diverse uitkomsten voor de mate van creativiteit. De zes verschillende items vormden één component met een eigenwaarde boven 1 bij elke meting van de eendimensionale schaal. Er is een duidelijke knik in de scree plot te zien. De factor verklaart 8

9 bij alle de vier metingen 70%-75% van de variantie. Met een Cronbach s Alpha van 0,69 (CMA bekend merk), 0,71 (TMA bekend merk), 0,62 (CMA onbekend merk) en 0,64 (TMA onbekend merk) zijn dit redelijk betrouwbare schalen. Om te testen of de antwoorden voor de CMA condities significant verschilden van de TMA condities, is er een gepaarde t-test uitgevoerd. In deze gepaarde t-test werd de onafhankelijke variabele gevormd door het type medium en werd de afhankelijke variabele gevormd door de mate van creativiteit. Voor zowel het bekende merk als het onbekende merk is er een significant verschil gevonden tussen de CMA en de TMA. In de condities voor het bekende merk werd CMA als meer creatief ervaren (M= 4,69, SD = 0,62) dan de TMA (M = 3,24, SD = 0,67), t (29) = -8,013 p < 0,001, CI = [-1,81, -1,08]. Ook in de condities voor het onbekende merk werd CMA als meer creatief ervaren (M = 4,76, SD = 0,57) dan de TMA (M= 3,38, SD = 0,74), t (29) = -8,05, p < 0,001, CI = [-1,73, -1,03]. In de pre-test is daarnaast ook gekeken of men het verschil tussen het bekende merk en het onbekende merk zou ervaren. Participanten in de pre-test (n=30) hebben de merkbekendheid van de stimuli beoordeeld middels één dichotome item met de vraag: Ben je bekend met het merk?. Dit item werd gemeten op een dichotome antwoordschaal met ja en nee. Uit de resultaten bleek dat het merk Lemonz daadwerkelijk als onbekend werd ervaren (n=30) en dat het merk Sprite als bekend werd ervaren (n=30). Uit de pre-test is gebleken dat de CMA condities significant hoger scoorden op creativiteit dan de TMA condities. Hiernaast is er gebleken dat er een duidelijk verschil is ervaren tussen een bekend merk en een onbekend merk. Aan de hand van deze resultaten is ervoor gekozen om de geconstrueerde stimuli te gebruiken voor de online vragenlijst in de hoofdstudie. Echter, creativiteit wordt in de hoofdstudie gevraagd middels drie andere stellingen om aan de voorwaarden van Dahlén (2005) te voldoen. Meetinstrument In de online vragenlijst zijn er vragen gesteld die advertentie attitude meten over de gemanipuleerde stimuli. Naast advertentie attitude zijn er in de vragenlijst vragen gesteld over sub thema s van medeonderzoekers. Bij het maken van de vragenlijst is er rekening gehouden met counterbalancing. Advertentie attitude is gemeten aan de hand van 3 stellingen: ik vind de advertentie interessant, ik vind de advertentie leuk en ik vind de advertentie goed. Deze stellingen zijn gemeten op een 7-punts Likertschaal (1=Volledig mee oneens, 7=Volledig mee eens). De stellingen zijn gekozen aan de hand van de operationalisering van Hutter en Hoffman 9

10 (2014) en Hutter (2015). Er is gekozen om de operationalisering van Dahlén (2005), Dahlén en Edenius (2007), Dahlén et al. (2008) en Dahlén (2009) niet te gebruiken, omdat deze bij vertaling naar het Nederlands als onduidelijk ervaren konden worden. De antwoorden op de drie stellingen voor advertentie attitude zijn tot een schaal geconstrueerd. De drie verschillende items vormden één component met een eigenwaarde boven 1. Er is een duidelijk knik in de scree plot te zien. De factor verklaart voor ongeveer 80% de variantie. Met een Cronbach s Alpha van 0,87 is het een betrouwbare schaal. Tevens zijn er demografische vragen gesteld als wat is jouw leeftijd?, wat is jouw geslacht? en wat is jouw hoogst genoten opleidingsniveau?. Deze vragen zijn gesteld om te controleren op de covariaten leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Leeftijd werd tevens als ethische toetsing gevraagd om controleren of de respondenten 18 jaar of ouder waren. In de vragenlijst is een manipulatiecheck uitgevoerd voor de onafhankelijke variabelen type medium en merkbekendheid. Type medium is gemeten aan de hand van 3 stellingen: ik vind de advertentie creatief, ik vind de advertentie vernieuwend en ik vind dat het gekozen medium goed bij de boodschap past. De stellingen zijn gevormd aan de hand van voorwaarden waaraan een advertentie moet voldoen om als CMA te fungeren (Dahlén, 2005). Volgens Dahlén (2005) wordt er bij CMA gebruik gemaakt van een non-traditioneel medium en moet er sprake zijn van een associatieve overlap tussen het medium en de boodschap. De antwoorden op de drie stellingen voor creativiteit zijn tot een schaal geconstrueerd. De drie verschillende items vormden één component met een eigenwaarde boven 1. Er is een duidelijke knik in de scree plot te zien. De factor verklaart voor ongeveer 71% de variantie. Met een Cronbach s Alpha van 0,8 is het een betrouwbare schaal. Het verwijderen van 1 item zou de Cronbach s Alpha kunnen verhogen tot 0,92. Er is bewust gekozen om dit niet te doen, omdat drie van de items gelden als voorwaarden voor een creatief medium. Hiernaast is er al manipulatiecheck aan de respondenten gevraagd of zij bekend zijn met het merk. Zij konden de vraag ben jij bekend met het merk? beantwoorden op een dichotome antwoordschaal met ja en nee. In bijlage 1 is een overzicht van de advertenties terug te vinden middels de eerder genummerde figuren. In bijlage 2 is de vragenlijst terug te vinden. Procedure De respondenten zijn geworven middels Facebook, , WhatsApp en face-to-face contact. Wanneer zij besloten om deel te nemen aan dit onderzoek, werden zij via een link in de 10

11 boodschap naar de online vragenlijst geleid. In het geopende venster kregen de respondenten informatie te zien over het onderzoek en werd er aan hen gevraagd of zij akkoord gingen met het informed consentformulier. Indien de participanten niet akkoord gingen, werden zij uitgesloten van verdere deelname aan het onderzoek. De participanten werden blootgesteld aan een van de vier condities. In de vragenlijst kregen zij een foto te zien van een van de vier advertenties waar zij zo lang naar mochten kijken als dat zij wilden. Volgens Dahlén (2005) was dit, in plaats van een grote dispenser neerzetten op het strand, een geschikte manier om een echte setting te illustreren. Bij het doorklikken naar de volgende pagina was het voor de respondenten niet meer mogelijk om terug te gaan naar de advertentie. Na het zien van de stimuli werden er vragen gesteld over de advertentie attitude en ook werden er vragen gesteld ter manipulatiecheck. Aan het eind van het onderzoek werden de participanten vriendelijk bedankt voor hun deelname aan het onderzoek. Analyseplan De analyse die gebruikt is om de gevonden data te verwerken is een tweewegs-variantieanalyse middels SPSS. Deze keuze is gemaakt aan de hand van het gekozen design. Het design bestaat uit twee onafhankelijke variabelen~ waarvan de hoofdeffecten en het interactie-effect op de numerieke afhankelijke variabelen bestudeerd werden. 11

12 Resultaten Allereerst is er een controle uitgevoerd van de variabelen. Middels het selecteren van data is zijn er 85 van de 307 missing gemaakt wat resulteerde in 222 schone respondenten. Bij het selecteren van deze data is geselecteerd op een volledig ingevulde vragenlijsten en op de respondenten die nog niet bekend waren met de advertenties. Manipulatiecheck Uit de manipulatiecheck voor type medium bleek dat de manipulatie voor TMA en CMA geslaagd is. Er is een onafhankelijke t-test uitgevoerd voor het vergelijken van twee gemiddelden voor TMA en CMA. De onafhankelijke t-test voor Lemonz toont dat er een significant verschil is tussen de TMA-conditie en de CMA-conditie, F (123) = 13,88, p < 0,001, 95% CI [0,75, 1,68]. Respondenten in de TMA-conditie scoren hoger (M = 4,47, SD = 1,54) dan in de CMA-conditie (M = 3,30, SD = 1,00). De onafhankelijke t-test voor Sprite toont dat er een significant verschil is tussen de TMA-conditie en de CMA-conditie, F (121) = 33,42, p < 0,001, 95% CI [1,56, 2,47]. Respondenten in de TMA-conditie scoren hoger (M = 4,88, SD = 1,55) dan in de CMA-conditie (M = 2,93, SD = 0,79). Uit de manipulatiecheck voor merkbekendheid bleek dat de manipulatie voor een bekend merk en een onbekend merk geslaagd is. Er is een onafhankelijke t-test uitgevoerd voor het vergelijken van twee gemiddelden voor bekend merk en onbekend merk. De onafhankelijke t- test toont dat er een significant verschil is tussen de merkbekendheid van het bekende merk en het onbekende merk, F (220) = 6,09, p < 0,05, 95% CI [0,92, 1]. Respondenten in de conditie voor het onbekende merk scoorden hoger (M = 1,97, SD = 0,18) dan voor het bekende merk (M = 1,01, SD = 0,10). Hoe hoger de respondent scoort, hoe minder bekend hij/zij is met het merk. Dit houdt in dat de respondenten in de conditie voor het bekende merk bekender waren met het merk dan de respondenten in de conditie voor het onbekende merk. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de manipulatie voor een bekend merk en een onbekend merk geslaagd is. Controlevariabelen Omdat er een significante correlatie is gevonden tussen advertentie attitude en opleidingsniveau is het bij het toetsen van de hypotheses nodig om te controleren op deze variabele. Er is een significant negatief en zwak verband tussen opleidingsniveau en advertentie attitude, r = - 0,145, p < 0,05. Er is geen verband tussen leeftijd en advertentie attitude, r = - 0,11, p = 0,116. Er is geen verband tussen geslacht en advertentie attitude, r = 0,01, p = 0,

13 Hypotheses Er is ter controle een Levene s toets uitgevoerd, omdat de grootte van groepen niet exact hetzelfde waren. Deze is niet significant, F (3, 217) = 0,76, p = 0,516, dus is er voldaan aan de voorwaarde van homogene varianties. Vervolgens is er een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd om te toetsen of type medium en merkbekendheid afzonderlijk en gezamenlijk effect hebben op advertentie attitude. Er is een significant middelmatig effect van het type medium op advertentie attitude, F (1, 217) = 31,10, p < 0,001, n2 = 0,12. Tegen de verwachting in, zoals geformuleerd in Hypothese 1, hadden de respondenten die de traditionele advertentie gezien hebben een positievere advertentie attitude (M = 4,54, SD= 1,46) dan de respondenten die de creatieve advertentie gezien hebben (M = 3,51, SD = 1,32). Met deze resultaten wordt Hypothese 1 verworpen. Er is daarnaast, zoals genoemd in Hypothese 2, een klein significant interactie-effect tussen het type medium en merkbekendheid, F (1, 217) = 7,26, p < 0,01, n2 = 0,03. De gevonden effecten zijn in Tabel 1 weergegeven ter verduidelijking. Hiernaast zijn de gemiddelden en standaarddeviaties weergegeven in Tabel 2 om de verschillen in de groepen te verduidelijken. Respondenten die de traditionele advertentie voor het bekende merk hebben gezien, hebben een positievere advertentie attitude (M = 4,94, SD = 1,34) dan de respondenten die de creatieve advertentie voor het bekende merk hebben gezien (M = 3,37, SD = 1,31). Hiernaast hebben de respondenten die de traditionele advertentie voor het onbekende merk hebben gezien een positievere advertentie attitude (M = 4,18, SD = 1,47) dan de respondenten die de creatieve advertentie voor het onbekende merk hebben gezien (M = 3,63, SD = 1,33). Met deze resultaten wordt Hypothese 2 verworpen. Tabel 1: Toetsingsgrootheden, overschrijdingskansen en effectgrootten van de tweewegsvariantie voor advertentie attitude. F(df) p n 2 Merkbekendheid 2,64 (1, 217) 0,106 Type medium 31,10 (1, 217) <0,001 0,12 Interactie 7,26 (1, 217) <0,01 0,03 13

14 Tabel 2: Gemiddelden en standaarddeviaties van advertentie attitude en de relatie tussen type medium en merkbekendheid. Bekend merk Onbekend merk Type medium M SD M SD Advertentie attitude CMA 3,37 1,31 3,63 1,33 TMA 4,92 1,34 4,18 1,47 Conclusie en Discussie In dit onderzoek is er bekeken in hoeverre CMA versus TMA effect heeft op advertentie attitude van individuen. Ook werd onderzocht in hoeverre dit effect gemodereerd wordt door merkbekendheid. Uit de resultaten bleek dat er een significant effect is gevonden van het type medium (CMA versus TMA) op advertentie attitude. Echter, TMA bleek een hogere en dus positievere advertentie attitude te scoren dan CMA. Met dit resultaat wordt hypothese 1, waarin wordt verwacht dat CMA een positiever effect heeft op advertentie attitude dan TMA, verworpen. De verwerping van deze hypothese is niet in lijn met voorgaande onderzoeken. In onderzoeken van Hutter en Hoffmann (2014) en Hutter (2015) kwam duidelijk naar voren dat congruente advertenties een positiever effect hadden op advertentie attitude dan traditionele advertenties. Ook de onderzoeken van Dahlén (2005), Dahlén en Edenius (2007), Dahlén et al. (2008) en Dahlén (2009) bevestigen een positiever effect van CMA op advertentie attitude dan TMA. Een mogelijke verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat de respondenten in dit onderzoek geen associatieve overlap hebben ondervonden tussen het medium en de boodschap. In tegenstelling tot voorgaande onderzoeken is er in dit onderzoek gebruik gemaakt van een afbeelding zonder scenario waardoor men al snel door kon klikken naar de volgende pagina. Het snel doorklikken naar de volgende pagina zonder goed naar de afbeelding gekeken te hebben, kan ervoor gezorgd hebben dat participanten de associatieve overlap gemist hebben. Hiernaast is er in dit onderzoek gebruik gemaakt van een gelegenheidssteekproef wat gezorgd 14

15 kan hebben voor sociaal wenselijke antwoorden van vrienden, familie en kennissen welke de resultaten beïnvloed kan hebben. Ook zorgt een online experiment ervoor dat de sociaal wenselijke bias lager ligt dan wanneer er vragen gesteld zouden worden middels een interviewer (Warlaumont, 1997). In dit onderzoek is een significant modererend effect gevonden van merkbekendheid (bekend versus onbekend) op de relatie tussen het type medium en advertentie attitude. Hiermee wordt hypothese 2, waarin wordt verwacht dat respondenten in de creatieve conditie een positievere advertentie attitude ervaren voor een bekend merk dan voor een onbekend merk, aangenomen. Het aannemen van deze hypothese is in lijn met voorgaand onderzoek van Dahlén et al. (2008, Studie 2). In dit onderzoek komt naar voren dat het effect van de advertenties significant sterker blijkt te zijn voor bekende merken dan voor onbekende merken. Ook de schema theorie gaat ervan uit dat het effect van advertenties hoger is voor bekende merken dan voor onbekende merken. Echter, uit het onderzoek van Dahlén et al. (2008, Studie 2) blijkt dat incongruente advertenties een groter effect hebben op de advertentie attitude dan congruente advertenties, wat in strijd is met het gevonden resultaat. Middels deze resultaten kan de hoofdvraag van dit onderzoek beantwoord worden. De hoofdvraag luidt: In hoeverre is er een effect van CMA versus TMA op advertentie attitude en in hoeverre wordt dit effect gemodereerd door merkbekendheid?. In dit onderzoek heeft CMA een negatiever effect op advertentie attitude dan TMA en is er een modererend effect van merkbekendheid gevonden. In een CMA conditie modereert merkbekendheid het effect van de mate van creativiteit op advertentie attitude. Respondenten in de CMA conditie ervaren een positievere advertentie attitude voor een bekend merk dan voor een onbekend merk. Dit onderzoek zou vooral een aanvulling moeten zijn op het onderzoek van Dahlén (2008, Studie 2) waarin gekeken is naar bekende merken en onbekende merken. Hiernaast geldt dit onderzoek als aanvulling voor bestaand onderzoek dat reeds is gedaan naar de effecten van CMA (Dahlén,2005; Dahlén & Edenius, 2007; Dahlén et al., 2008; Dahlén, 2009). Waar in dit onderzoek vooral naar voren kwam dat CMA effectiever is dan TMA, biedt dit onderzoek een tegenstrijdig resultaat wat kan dienen als aanknopingspunt voor vervolgonderzoek. De praktische implicatie van dit onderzoek is dat de resultaten adverteerders inzicht geven in het gebruik van CMA versus TMA. De resultaten van dit onderzoek tonen adverteerders dat het gebruik van CMA geen zekerheid is voor effectievere resultaten. Volgens Rosengren et al. (2015) neemt het gebruik van non-traditionele media in de marketing toe. Dit houdt in dat adverteerders meer geld investeren in non-traditionele media. Door adverteerders 15

16 inzicht te geven, kunnen de juiste en efficiënte keuzes gemaakt worden voor een merk en kunnen adverteerders hun werk beter afstemmen op de consument. Dit onderzoek laat zien dat het investeren van het advertentiebudget in CMA niet altijd de meest geschikte keuze is voor een merk. Dit onderzoek bevat beperkingen die besproken dienen te worden aangezien zij een verklaring kunnen vormen voor de gevonden resultaten. Ten eerste is er in deze methode gebruik gemaakt van foto s in plaats van het echte medium. Er zijn foto s gebruikt om een echte setting te simuleren. In plaats van een levensgrote dispenser in de handen van de respondent, kregen zij een foto te zien van een levensgrote dispenser op het strand. Het gebruiken van foto s in plaats van het echte medium zorgt voor een minder hoge generaliseerbaarheid. In vervolgonderzoek zou een veldexperiment uitgevoerd kunnen worden. Een veldexperiment zou voor realistischere resultaten zorgen en zo de externe validiteit verhogen. Echter, dit zou wel de interne validiteit kunnen verlagen door mogelijke storende factoren. Ten tweede is het experiment uit praktische overwegingen online afgenomen. Hierdoor kon iedere respondent zelf beslissen in welke omgeving de vragenlijst werd afgenomen. Verschillende omgevingsfactoren kunnen op deze manier invloed gehad hebben op bijvoorbeeld de aandacht van de respondent en daarmee de resultaten. Uit onderzoek van Dahlén en Edenius (2007) blijkt dat een drukke omgeving de aandacht verlaagt. In vervolgonderzoek zou de vragenlijst afgenomen kunnen worden in een gecontroleerde omgeving om zo de interne validiteit te verhogen. Wel is dit praktisch minder toegankelijk en verlaagd dit de externe validiteit. Hiernaast was er weinig inzicht in het respons van de participanten. Er was geen informatie over de participanten die vroegtijdig gestopt waren met de online vragenlijst. De beweegredenen achter het vroegtijdig stoppen van de vragenlijst zijn hierdoor onbekend. De beweegredenen hadden kennis kunnen geven over hoe de online vragenlijst werd ontvangen door de participanten. Ten derde deden er in het onderzoek duidelijk meer vrouwen mee dan mannen. Dit vormt een bedreiging voor de generaliseerbaarheid en dus de externe validiteit. In vervolgonderzoek zou er meer rekening gehouden kunnen worden met de verdelingen van man en vrouw om de externe validiteit te verhogen. Hiernaast zijn geen demografische variabelen meegenomen in de pre-test. Mogelijke storende variabelen zoals opleidingsniveau zijn hierdoor later in het onderzoek pas opgevallen. In vervolgonderzoek zouden er in de pre-test meer 16

17 demografische variabelen meegenomen kunnen worden ter controle om mogelijke storende variabelen uit te sluiten. Ten vierde is er in het onderzoek frisdrank als productcategorie gekozen, maar is er geen rekening mee gehouden met de mate waarin participanten gebruik maken van deze productcategorie. Er kan een verschil zijn in effecten tussen participanten die bekend zijn met het product en participanten die de productcategorie daadwerkelijk gebruiken. Dit verschil kan invloed hebben gehad op de resultaten. In vervolgonderzoek zouden er vragen in de vragenlijst toegepast kunnen worden die gericht zijn op de mate waarin de productcategorie wordt gebruikt door de participanten. Tot slot zijn de resultaten in dit onderzoek gebaseerd op één directe nameting. In vervolgonderzoek zou er een onderzoek uitgevoerd kunnen worden met meerdere nametingen. Dit geeft de participanten de kans om engagement te voelen met de advertentie. Dit zou de evaluatie van de advertentie kunnen bevorderen. Hiernaast is er in dit onderzoek gekeken naar slechts één afhankelijke variabele. Hiermee worden diverse mogelijke effecten zoals aandacht en koopintentie uitgesloten. In vervolgonderzoek zouden er meer afhankelijke variabelen meegenomen kunnen worden om meer kennis uit het experiment te halen. Kortom, het onderzoek vormt een aanvulling aan bestaande literatuur en vormt wel degelijk een aanleiding voor vervolgonderzoek omtrent de effecten van CMA versus TMA voor bekende en onbekende merken. Met de continue ontwikkeling van het medialandschap is vervolgonderzoek belangrijk om de verschillende effecten van advertenties duidelijk in kaart te brengen. 17

18 Bijlage Bijlage 1 Stimulusmateriaal Figuur 1a: Een CMA voor een bekend merk. Figuur 1b: Een TMA voor een bekend merk. 18

19 Figuur 1 c: Een CMA voor een onbekend merk. Figuur 1d: Een TMA voor een onbekend merk. 19

20 Bijlage 2 Vragenlijst Effecten van adverteren - Survey Q2 Beste deelnemer, bedankt voor jouw deelname aan het onderzoek Effecten van adverteren. In deze online vragenlijst zal een advertentie te zien zijn waar enkele vragen over worden gesteld. Aan dit onderzoek kunnen enkel respondenten ouder dan 18 jaar meedoen. Doel van het onderzoek is het genereren van meer inzicht in de effecten van adverteren. Het onderzoek duurt ongeveer 5 à 10 minuten. Omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van ASCoR, Universiteit van Amsterdam, heb je de garantie dat: jouw anonimiteit is gewaarborgd, jij zonder opgaaf van redenen kunt weigeren mee te doen, het onderzoek geen noemenswaardige risico s of ongemakken met zich meebrengt en jij uiterlijk vijf maanden na afloop van het onderzoek de beschikking kunt krijgen over een onderzoek rapportage. Vragen over het onderzoek kunnen gesteld worden door contact op te nemen met de projectleider Maroescha Wentzel per ; maroescha_wentzel@hotmail.com. Wij hopen je hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en danken je bij voorbaat hartelijk voor jouw deelname aan dit onderzoek dat van grote waarde is. Met vriendelijke groet, Frederique Thans, Sunny de Bok en Maroescha Wentzel. Q3 Ik verklaar hierbij op voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en methode van het onderzoek, zoals voorgaand uiteengezet is. Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud daarbij het recht deze instemming weer in te trekken zonder dat ik daarvoor een reden hoef op te geven. Ik besef dat ik op elk moment mag stoppen met het onderzoek. Als mijn onderzoeksresultaten worden gebruikt in wetenschappelijke publicaties, of op een andere manier openbaar worden gemaakt, dan zal dit volledig geanonimiseerd gebeuren. Mijn persoonsgegevens worden niet door derden ingezien zonder mijn uitdrukkelijke toestemming. Q28 Ik begrijp de bovenstaande tekst en ga akkoord met deelname aan het onderzoek m Akkoord (1) 20

21 Q111 Wat is jouw leeftijd? Q24 Wat is jouw geslacht? m Man (1) m Vrouw (2) Q25 Wat is jouw hoogst genoten opleiding? m Vmbo (1) m Havo (2) m Vwo/Gymnasium (3) m MBO (4) m HBO (5) m WO (8) m Geen van allen (7) Q127 Bekijk de advertentie goed. Als je verder klikt, worden er een aantal vragen over de advertentie gesteld. 21

22 Q28 Geef aan in hoeverre je het eens bent met de onderstaande stellingen. Volledig mee oneens (1) Mee oneens (2) Een beetje mee oneens (3) Niet mee eens / Niet mee oneens (4) Een beetje mee eens (5) Mee eens (6) Volledig mee eens (7) Ik vind de advertentie interessant (1) Ik vind de advertentie leuk (2) Ik vind de advertentie goed (3) m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m Q29 Geef aan in hoeverre je het eens bent met de onderstaande stellingen. Volledig mee oneens (1) Mee oneens (2) Een beetje mee oneens (3) Niet mee eens / Niet mee oneens (4) Een beetje mee eens (5) Mee eens (6) Volledig mee eens (7) Ik vind het merk goed (4) Ik vind het merk leuk (5) Ik vind het merk van hoge kwaliteit (6) m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m 22

23 Q30 Welke elementen van de boodschap kun jij je herinneren? Benoem er minstens 3 in korte zinnen of steekwoorden. Q31 Binnen welke productcategorie past de advertentie die je net hebt gezien? m Afwasmiddel (4) m Alcoholische dranken (5) m Brood (6) m Chips (7) m Chocolade (8) m Frisdrank (10) m Fruitsnacks (11) m Ijs (13) m Kaas (14) m Koek (15) m Koffie (16) m Ontbijtgranen (17) m Popcorn (18) m Salades (19) m Sauzen (20) m Snoep (21) m Suiker (9) m Thee (22) m Water (23) m Zuivel (12) 23

24 Q32 Welk merk heb je net gezien in de advertentie? m 7UP (25) m Coca Cola (26) m Club Mate (27) m Dr Pepper (28) m Fanta (29) m Sprite (30) m Lemonz (31) m Fernandes (32) m Mountain Dew (33) m Orangina (34) m Rivella (35) m Royal Club (36) m Lipton (37) m Spa (38) m Red Bull (39) m Sourcy (40) m Pepsi (41) m Crystal Clear (42) m Hero (43) m San Pellegrino (44) Q33 Ben je bekend met het merk? m Ja (1) m Nee (2) Q34 Ben je bekend met de advertentie? m Ja (1) m Nee (2) 24

25 Q35 Geef aan in hoeverre je het eens bent met de onderstaande stellingen. Niet Volledig mee oneens (1) Mee oneens (2) Een beetje mee oneens (3) mee eens / Niet mee oneens Een beetje mee eens (5) Mee eens (6) Volledig mee eens (7) (4) Ik vind de advertentie creatief (4) Ik vind de advertentie vernieuwend (6) Ik vind dat er het gekozen medium goed bij de boodschap past (5) m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m Q45 Dit is het einde van de vragenlijst. Bedankt voor jouw tijd. 25

26 Referenties Anderson, J. & Bower, G. H. (1973). Human associative memory. Washington, D.C. : Winston. Campbell, M. C. & Keller, K. L. (2003). Brand Familiarity and Advertising Repetition Effects. Journal of Consumer Research, 30(2), pp DOI: / Dahlén, M. (2005). The medium as a contextual cue: Effects of creative media choice. Journal of Advertising, 34(3), pp DOI: / Dahlén, M. (2009). A Rhetorical Question: What is the Impact of Non-traditional Media for Low-and High-Reputation Brands? Journal of Current Issues & Research in Advertising, 31(2), pp DOI: / Dahlén, M. & Edenius, M. (2007). When is advertising advertising? Comparing responses to non-traditional and traditional advertising media. Journal of Current Issues & Research in Advertising, 29(1), p DOI: Dahlén, M., Rosengren, S., Törn, F. & Öhman, N. (2008). Could Placing Ads Wrong be Right? Advertising Effects of Thematic Incongruence. Journal of Advertising, 37(3), pp DOI: /JOA Friestad, M. & Wright, P. (1994). The Persuasion Knowledge Model : How People Cope with Persuasion Attempts. Journal of Consumer Research, 21(1), pp DOI: / Halkias, G. & Kokkinaki, F. (2013). Increasing advertising effectiveness through incongruitybased tactics: The moderating role of consumer involvement. Journal of Marketing Communications, 19(3), pp DOI: / Hutter, K. & Hoffmann, S. (2014). Surprise, Surprise. Ambient Media as Promotion Tool for Retailers. Journal of Retailing, 90(1), pp DOI: /j.retai Roedder, D., & Whitney, J. C. (1986). The Development of Consumer Knowledge in Children: A Cognitive Structure Approach. Journal of Consumer Research, 12(4), p

27 Rosengren, S., Modig, E. & Dahlén, M. (2015). The value of ambient communication from a consumer perspective. Journal of Marketing Communications, 21(1), pp DOI: / Thans, F. (2016). Een onderzoek naar de effecten van CMA voor onbekende merken en bekende merken. Manuscript in preparation. Retrieved October 6, Van Osselaer, S. M. J. & Janiszewski, C. (2001). Two Ways of Learning Brand Associations. Journal of Consumer Research, 28(2), pp DOI: / Warlaumont, H. G. (1997). Appropriating Reality: Consumers Perceptions of Schema- Inconsistent Advertising. Journalism & Mass Communication Quarterly, 74(1), pp DOI: /

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF?

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? Een experiment naar de affectieve responses van Creative Media Advertising in vergelijking met Traditional Media Advertising en wordt dit gemedieerd door

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De kracht van verrassing

De kracht van verrassing De kracht van verrassing Een experimenteel onderzoek naar de invloed van creatieve media advertenties op electronic word-of-mouth in vergelijking met traditionele media advertenties. Vita Behage 10749225

Nadere informatie

De effecten van creative media. advertising op advertentie-attitude en. de rol van persuasieve intentie

De effecten van creative media. advertising op advertentie-attitude en. de rol van persuasieve intentie De effecten van creative media advertising op advertentie-attitude en de rol van persuasieve intentie Student: Simone Rienks (6074715) Docent: dr. Marijn Meijers Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Auteur: Kars Tiecken Studentnummer: s4518209 E-mailadres: k.tiecken@student.ru.nl

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

The best future for fashion is one where nothing goes to waste.

The best future for fashion is one where nothing goes to waste. The best future for fashion is one where nothing goes to waste. Een onderzoek naar het effect van Creative Media Advertising vs. Traditional Media Advertising met betrekking tot het recyclen van kleding

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Creative media advertisement versus traditional media advertisement: De modererende rol. van product-betrokkenheid en de effecten op merkbekendheid.

Creative media advertisement versus traditional media advertisement: De modererende rol. van product-betrokkenheid en de effecten op merkbekendheid. Creative media advertisement versus traditional media advertisement: De modererende rol van product-betrokkenheid en de effecten op merkbekendheid. 11 januari 2016 Lubna Rezzoug 10747621 Afstudeerproject

Nadere informatie

(On)conventionele advertising:

(On)conventionele advertising: (On)conventionele advertising: Een onderzoek naar het effect van CMA versus TMA en de modererende rol van productcategorie op waargenomen congruentie en aankoopintentie. Bart Ufkes 10788565 Afstudeerproject

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

De effectiviteit van humor in alcoholreclames

De effectiviteit van humor in alcoholreclames De effectiviteit van humor in alcoholreclames Naam: Sabrina Brand Flu Studentnummer: 10276378 Docent: Dr. Hanneke Hendriks Werkgroep: 03 Datum: 30-01-2017 Wordcount: 5838 Abstract. Eerder is er onderzoek

Nadere informatie

Zijn advertorials de oplossing?

Zijn advertorials de oplossing? 2014 Zijn advertorials de oplossing? Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Persuasive Communication Effecten van advertorials en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love?

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Naam: Ruben Betjes Studentnummer: 10624759 Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Docent:

Nadere informatie

De nieuwste trend creatief adverteren onder de loep genomen

De nieuwste trend creatief adverteren onder de loep genomen De nieuwste trend creatief adverteren onder de loep genomen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van CMA versus TMA op advertentie attitude en donatie-intentie en de mediërende werking van waargenomen

Nadere informatie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie 1 BLAME THE FRAME Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie [Type text] [Type text] [Type text] Liselotte Vuijk 10608435 Docent: Eline

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Floriade Almere 2022 juli 2018

Floriade Almere 2022 juli 2018 Floriade Almere 2022 juli 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK In Almere vindt in 2022 de Floriade plaats. Deze zevende editie van de wereldtuinbouwtentoonstelling staat in het teken van Growing Green Cities,

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie 2015 De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorwerkstuk Student: Chiel Nibbeling Studentnummer: S4516095 E-mail: c.nibbeling@student.ru.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Structuur van wetenschappelijke verslagen

Structuur van wetenschappelijke verslagen Structuur van wetenschappelijke verslagen In de wetenschap is een structuur ontwikkeld voor de verslaglegging van toegepast onderzoek. Deze structuur wordt in de meeste wetenschappelijke artikelen aangehouden

Nadere informatie

DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT

DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT Lisa Nguyen Bachelor Thesis 2016 Eerste begeleider: Erica van Herpen Tweede lezer: Ynte van Dam Inhoudsopgave Abstract... 3 Inleiding... 4 Probleemstelling...

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Bijlage A: Aanbevelingen

Bijlage A: Aanbevelingen Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG,

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Logo s: Herkenbaarheid en Attitude ten opzichte van logo s met een complete of incomplete slogan. Bachelorscriptie

Logo s: Herkenbaarheid en Attitude ten opzichte van logo s met een complete of incomplete slogan. Bachelorscriptie Logo s: Herkenbaarheid en Attitude ten opzichte van logo s met een complete of incomplete slogan. Bachelorscriptie Auteur Onderzoeksinstituut Begeleider Onderzoeksschool Mick van Dalen s4074424 mick.van.dalen@student.ru.nl

Nadere informatie

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved.

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved. CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN 2016 MeMo². All rights reserved. INHOUDSOPGAVE Introductie & Methodologie Campagne Evaluatie Vrouwen Doelstellingen Campagne effecten / single medium, synergie Herkenning

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen

Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen Een onderzoek naar evenementsponsoring door alcoholmerken en de invloed op de merkattitude en koopintentie van de consument. Yoeri Wegman 10479279 Werkgroep

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren R E S U L T A T E N V A N E E N P O S T H O C S T U D I E Specialisme leider PsyQ Depressie PG IPT Specifieke factor op te vatten als theoretically

Nadere informatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Emoties Emoties of informatie? Een onderzoek naar de invloed van emotionele versus functionele merkpositionering en merkbetrokkenheid op de merkattitude van de

Nadere informatie

Vragenlijst Beoordelen van wetenschappelijke manuscripten

Vragenlijst Beoordelen van wetenschappelijke manuscripten Vragenlijst Beoordelen van wetenschappelijke manuscripten Welkom bij het onderzoek naar eigenschappen van wetenschappelijke manuscripten. In dit onderzoek willen we daarom nader onderzoeken welke onderdelen

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Wetenschappelijk Onderzoek: Experimenteel Onderzoek

Wetenschappelijk Onderzoek: Experimenteel Onderzoek Programma Wetenschappelijk Onderzoek: Experimenteel Onderzoek Pieter Wouters 1. Kenmerken van experimenten 2. Het selecteren van onderzoekseenheden 3. Experimentele designs 4. Validiteit van experimenten

Nadere informatie

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS EN MERKRESPONSEN BIJ BLOGS STUDENT: BYNETTE STAM STUDENTNUMMER: 10837922 AFSTUDEERRICHTING: COMMUNICATIEWETENSCHAP: PERSUASIEVE

Nadere informatie

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam Een onderzoek naar de invloed van een waarschuwing voor brand placement in games op merkherinnering, merkherkenning en merkattitude en welke rol stemming en ervaring hierin spelen Master scriptie Persuasieve

Nadere informatie

Imago onderzoek en KS techniek Het meten van imago

Imago onderzoek en KS techniek Het meten van imago Imago onderzoek en KS techniek Het meten van imago Het meten van imago aspecten met behulp van de KS techniek Imago speelt in het aankoopbeslissingsproces van consumenten vaak een doorslaggevende rol.

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet?

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Een onderzoek naar de invloed van product placement disclosures op de merkevaluatie bij mensen met veel of weinig zelfcontrole Madeleine

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Decisional conflict. Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014

Decisional conflict. Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014 Decisional conflict Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014 Disclosure Belangenverstrengeling geen Financiering ZonMw KNOV Samenwerkende organisaties NVOG TNO AMC Inhoud presentatie Wat is decisional conflict?

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

Voorbeeldcase RAB RADAR

Voorbeeldcase RAB RADAR Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses Vandaag Onderzoeksmethoden: Statistiek 3 Peter de Waal (gebaseerd op slides Peter de Waal, Marjan van den Akker) Departement Informatica Beta-faculteit, Universiteit Utrecht Recap Centrale limietstelling

Nadere informatie

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering voor BNP Paribas B12115, mei 2010 BNP Paribas Wat wil jij dat er echt verandert? 1/ pag. Politiek Nederlanders willen online kunnen stemmen

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

OV-plangedrag Breng-reizigers

OV-plangedrag Breng-reizigers OV-plangedrag Breng-reizigers Lectoraat Human Communication Development Auteurs: Daphne Hachmang Renée van Os Els van der Pool Datum: 9-9-2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Achtergrond onderzoek 4 2.1

Nadere informatie

Product gerelateerde tweet webcare volgens individueel tegemoetkomend cluster

Product gerelateerde tweet webcare volgens individueel tegemoetkomend cluster Bijlage 1. Materiaal voor pretest en hoofdexperiment Product gerelateerde tweet webcare volgens individueel tegemoetkomend cluster Product gerelateerde tweet webcare volgens collectief tegemoetkomend cluster

Nadere informatie

Toekomst voorspellingen

Toekomst voorspellingen Toekomst voorspellingen Dit zoek is een vragenlijst waarin aan jou gevraagd wordt om over voorspellingen na te denken die mensen maken in verschillende omstandigheden. Deelname duurt ongeveer 1 minuten.

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Het succes van merkextensies

Het succes van merkextensies Het succes van merkextensies De oorzaak van de gepercipieerde fit tussen merken en merkextensies van gezondheidsproducten en diensten Fabian Hogers, studentnummer: 10076808 Januari 2013 Bachelorthesis

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Zelf aan de slag met vragenlijsten

Zelf aan de slag met vragenlijsten Zelf aan de slag met vragenlijsten Team Claudia de Graauw Vandaag Wanneer kies je voor een vragenlijst? Een vragenlijst opstellen Een vragenlijst uitzetten Een vragenlijst verwerken Als je kwantitatieve

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie