The best future for fashion is one where nothing goes to waste.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "The best future for fashion is one where nothing goes to waste."

Transcriptie

1 The best future for fashion is one where nothing goes to waste. Een onderzoek naar het effect van Creative Media Advertising vs. Traditional Media Advertising met betrekking tot het recyclen van kleding Door: Irene Groeneveld Studentennummer: Docent: Studie: Afstudeerproject: Marijn Meijers Bachelor Communicatiewetenschap Persuasieve Communicatie Woorden: 7282 Datum: 11 januari 2016

2 Abstract De hoeveelheid textielafval in de wereld neemt steeds meer toe. Recyclen kan hier verandering in brengen, echter is het stimuleren van de intentie om te recyclen tot op heden niet altijd succesvol verlopen. Wellicht kan een nieuwe manier van adverteren hier verandering in brengen. Bij Creative Media Advertising (CMA) wordt de consument op een creatieve manier en via een onverwacht medium, impliciet benaderd, waarmee het zich onderscheidt van Traditional Media Advertising (TMA). Om te kijken of deze manier van adverteren effectief kan werken ten opzichte van de intentie van recyclen is er een experiment uitgevoerd. In dit experiment is er tevens rekening gehouden met de activatie van de persuasieve kennis. Honderdvijfenzeventig respondenten werden blootgesteld aan de CMA conditie of aan de TMA conditie. Uit de resultaten bleek dat er geen significant effect van CMA op de intentie bleek te zijn en dat persuasieve kennis geen mediërende werking had. Inleiding Volgens het instituut Milieu Centraal in Nederland (2012) gooit de gemiddelde Nederlander elf kilogram textiel per jaar weg. Slechts vier kilogram wordt hiervan ingezameld en gerecycled. Daarnaast blijft er ook ongebruikte kleding in een kledingkast hangen zonder dat dit wordt ingeleverd. Uit een onderzoek in Groot-Brittannië blijkt daarbij dat kledingafval een waarde van ongeveer 140 miljoen pond vertegenwoordigt (WRAP, 2015). Vijfennegentig procent van dit afgeschreven textiel kan hergebruikt of gerecycled worden (Environmental Protection Agency, 2015). Er is nog te veel textiel dat nu als afval wordt afgevoerd, recyclen kan hier in positieve zin een verandering in brengen doordat het resulteert in hergebruik en daarmee bijvoorbeeld kan bijdragen aan een schonere wereld. Ondanks de vele initiatieven om recyclen te stimuleren, blijkt uit de bovenstaande gegevens dat dit nog niet voldoende daadwerkelijke verandering teweegbrengt. Een 2

3 belangrijke factor bij het stimuleren van de maatschappij om te recyclen is het creëren van een intentie. Traditional Media Advertising (TMA) is een manier om deze intentie te creëren, dit is echter tot op heden niet altijd succesvol geweest (Huarng, Yu & Huang, 2009). Een reden hiervoor is dat de consument dagelijks geconfronteerd wordt met tientallen reclameboodschappen en als gevolg zichzelf beschermt door selectief aandacht te besteden aan TMA (Johnson, 2006 in Wottrich & Voorveld, 2015). De activatie van de persuasieve kennis kan hier van invloed zijn. De persuasieve kennis wordt geactiveerd wanneer de consument denkt dat hij of zij wordt overgehaald, waardoor de consument zich gaat verzetten tegen de boodschap en zo minder snel overtuigd raakt (Friestad & Wright, 1994). Wellicht kan een nieuwe manier van adverteren, zoals Creative Media Advertising (CMA) hier verandering in brengen. CMA wordt gezien als een onconventionele manier van marketing waar er gebruik wordt gemaakt van een non-traditioneel medium, bijvoorbeeld een afvalbak, lift of lantaarnpaal (Eelen, Rauwers, Wottrich, Voorveld & van Noort, 2015). Er wordt gebruik gemaakt van een non-traditioneel creatief medium. Daarnaast brengt dit medium herhaaldelijk op een impliciete manier een boodschap over (Dahlén, 2005). Naast het creatieve karakter van dit medium is een ander element verrassing. Deze twee elementen blijken positief te correleren met intentie, zo laat onderzoek van Robinson en Beesley (2008) en Hutter en Hoffman (2014) zien. Doordat de consument op een onverwachtse manier wordt benaderd (Hutter & Hoffman, 2014) is de consument minder bewust van de overtuiging wat tot minder activatie van de persuasieve kennis kan leiden (Boerman, Reijmersdal & Neijens, 2012). Een mindere mate van activatie van de persuasieve kennis kan mogelijk leiden tot een grotere mate van ontvankelijkheid van de boodschap, dit kan er vervolgens mogelijk toe leiden dat er een hogere intentie tot recyclen ontstaat. Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de mate van activatie van de persuasieve kennis een indirecte rol kan spelen bij de effecten van TMA, hierdoor wordt het in dit onderzoek als 3

4 mediator meegenomen. Om de effecten van CMA ten opzichte van TMA gemedieerd door de persuasieve kennis op de intentie tot recyclen te meten is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: In hoeverre is CMA effectiever ten opzichte van TMA met betrekking tot de intentie van het recyclen van kleding en in hoeverre wordt dit effect gemedieerd door de persuasieve kennis? Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in het effect van CMA op de intentie tot recyclen. Hiermee kunnen de gegevens van dit onderzoek mogelijk maatschappelijke en wetenschappelijke relevante meerwaarde bieden. Wanneer uit de resultaten blijkt dat CMA effectief werkt bij het bevorderen van recyclen, kunnen adverteerders, non-profit instellingen en overheidsinstanties hier verder op in spelen. Wanneer deze organisaties vaker gebruik zullen maken van CMA, kan dit de intentie tot recyclen vergroten. Als de consument daadwerkelijk gaat recyclen door het effect van CMA, heeft dit een positieve invloed op het milieu doordat er minder textiel in de afvalstroom belandt. Naast de maatschappelijke relevantie bevat dit onderzoek ook wetenschappelijke relevantie. Aangezien er nooit eerder onderzoek gedaan is naar het effect van CMA ten opzichte van de intentie tot recyclen kan dit nieuwe inzichten bieden voor de wetenschap. De resultaten uit dit onderzoek kunnen worden vergeleken met TMA om uiteen te zetten wat het beste effect teweeg brengt. Uit eerder onderzoek waar CMA en TMA werd vergeleken (Turk, Ewing & Newton, 2006) blijkt dat CMA op het gebied van gezondheidsprotectie effectiever werkt ten opzichte van de intentie in vergelijking met TMA. Er is echter niet eerder onderzocht of CMA invloed heeft op de intentie tot recyclen, waardoor het een interessant onderwerp is om te onderzoeken. 4

5 De rest van dit paper is als volgt opgebouwd: ten eerste wordt de relevante literatuur over CMA, TMA en persuasieve kennis uiteengezet. Op basis van deze literatuur worden de hypotheses gevormd. Daarna wordt de methodologie van de studie beschreven. Vervolgens worden de resultaten gepresenteerd, tevens worden de implicaties voor theorie en praktijk besproken. Tenslotte worden de beperkingen van het onderzoek toegelicht en worden er mogelijkheden voor toekomstig onderzoek gesuggereerd. Theoretisch Kader In dit hoofdstuk wordt ten eerste gekeken naar het directe effect van CMA en TMA ten aanzien van de intentie tot recyclen. Vervolgens wordt de mediator persuasieve kennis geïntroduceerd en de effecten van CMA en TMA op de mediator uiteengezet. Tot slot wordt gekeken naar de effecten van CMA en TMA met betrekking tot de intentie tot recyclen gemedieerd door de persuasieve kennis. 1. Effecten van Creative Media Advertising versus Traditional Media Advertising op de intentie tot recyclen. CMA werd in 2005 geïntroduceerd door Dahlén. Hij definieerde CMA als een nontraditionele advertentietechniek die impliciet een boodschap communiceert (Dahlén, 2005). CMA wordt door onderzoekers gezien als onconventionele marketing. Onconventionele marketing kan bestaan in vele vormen, bijvoorbeeld guerrilla marketing en buzz-marketing (Eelen & Seiler, 2015). De reden voor deze zienswijze is omdat adverteerders gebruik maken van een medium wat niet traditioneel wordt gebruikt bij het overbrengen van een boodschap. Het medium moet niet alleen onconventioneel zijn, maar het moet tevens een specifieke boodschap overbrengen om aan de voorwaarden van CMA te voldoen (Dahlén, Friberg & Nilsson, 2009). 5

6 Neem als voorbeeld een lift in het gebouw van een echtscheidingsadvocaat. Op de lift is een getrouwd stel afgebeeld, zodra de lift opent gaat het stel uit elkaar en verschijnt het logo van de echtscheidingsadvocaat aan de binnenzijde van de lift. Het uit elkaar gaan van de lift symboliseert het getrouwde stel wat van elkaar scheidt. Daarnaast associeert het uit elkaar gaan van de lift, het medium aan de advocaten. Het medium werkt op een creatieve, onverwachte en verassende manier (Eelen & Seiler, 2015). Op deze manier onderscheidt CMA zich van traditioneel adverteren. Bij traditioneel adverteren (TMA) wordt de boodschap via een klassiek- (tv, print) of online (online krant, blogs) medium overgebracht (Pfeifer & Zinnbauer, 2010). Hierdoor voegt het medium zelf niets toe aan de boodschap. Een tv of radio heeft bijvoorbeeld geen link met de merken of producten die via dit medium een boodschap overbrengen (Dahlén et al. 2009). Doordat TMA en CMA op verschillende wijze media inzetten bij het overbrengen van de boodschap, kunnen deze manieren van adverteren verschillende effecten teweeg brengen. Wellicht ook bij het stimuleren van iemand zijn intentie om te recyclen. Het is van belang om de afhankelijke variabele intentie tot recyclen te definiëren aangezien het effect van TMA versus CMA op de intentie tot recyclen centraal staat in dit onderzoek. Hiervoor is gekeken naar de theorie van gepland gedrag (Azjen & Fishbein,1980). Binnen dit gedragsmodel wordt de intentie gezien als een directe voorspeller van een daadwerkelijke gedragsverandering (Ajzen, 1988). Op basis van deze theorie wordt de intentie tot recyclen in dit onderzoek gezien als de voorspeller van daadwerkelijk recyclen. Tot op heden is het toepassen van TMA niet altijd succesvol verlopen bij het stimuleren van de intentie om te recyclen. De onderzoekers Huarng, en Huang (2010) veronderstellen hierdoor in hun onderzoek dat er een nieuwe manier van media nodig is om deze intentie te stimuleren, wellicht kan het toepassen van CMA dit effect teweeg brengen. Voor dat hier een veronderstelling over wordt genomen, wordt eerst de effectiviteit van CMA uiteengezet. 6

7 Aangezien CMA een nieuwe manier van adverteren is, is er tot op heden nog weinig onderzoek naar verricht, zo ook op het gebied van recyclen. Er is bijvoorbeeld nooit eerder onderzoek gedaan naar het effect van CMA op de intentie tot recyclen. Er is echter wel eerder onderzoek gedaan naar het effect op de intentie voor gebruik van gezondheidsprotectie. Zo onderzochten Turk, Ewing en Newton (2006) of CMA ingezet kon worden om HIV/aids bescherming te promoten. Uit de resultaten van dit onderzoek bleek dat CMA effectiever werkt ten opzichte van TMA met betrekking tot de intentie tot het gebruiken van bescherming. Daarnaast blijkt uit een literatuur studie van Eelen, Rauwers, Wottrich, Voorveld en van Noort (2015) dat CMA in de meeste gevallen leidt tot positieve uitkomsten met betrekking tot de intentie (Eelen & Seiler, 2015; Rosengren, Modig & Dahlén, 2015; Dahlén, Granlund & Grenros, 2008; Dahlén et al. 2009; Hutter en Hofman, 2014). De meerderheid van de bestudeerde artikelen uit het onderzoek van Eelen et al. (2015) is in tegenstelling tot dit onderzoek gericht op de aankoopintentie of op de mond-op-mond intentie. Echter bleken de resultaten van CMA met betrekking tot de aankoopintentie niet altijd effectief te werken. Zo is er in de onderzoeken van Hutter (2015) en Hutter en Hoffman (2014) geen direct effect van CMA op de aankoop intentie vastgesteld. Uit het onderzoek van Hutter (2015) bleek zelfs geen verschil tussen het toepassen van CMA en TMA. Uit meerdere onderzoeken is verder gebleken (Dahlén et al. 2009; Turk, Ewing & Newton, 2006; Dahlén, 2005; Dahlén & Edenius, 2007) dat CMA effectiever werkt ten opzichte van TMA, niet alleen met betrekking tot intentie maar ook met betrekking tot attitude en andere cognitieve effecten (Eelen & Seiler, 2015). Zo verhoogt het toepassen van een creatief medium de attitude tegenover de advertentie en de attitude tegenover het merk (Dahle n, 2005; Dahle n & Edenius 2007; Dahle n et al. 2009). Daarnaast vestigt een creatief medium de aandacht beter (Dahlén, 2005), worden associaties met het merk verhoogt en verhoogt het de kans dat de consument het merk eerder zal herkennen (Dahlén et al. 2009). 7

8 Eelen en Seiler (2015) veronderstellen in hun onderzoek dat al deze gunstige uitkomsten komen doordat CMA een verassend kenmerk heeft. Dit verassende kenmerk brengt volgens Eelen en Seiler (2015) positieve gevoelens over en verhoogt positieve gevolgen. In het algemeen (Dahlén et al. 2009; Turk, Ewing & Newton, 2006; Dahlén, 2005; Dahlén & Edenius, 2007) wordt er dus verondersteld dat CMA effectief werkt. Hierdoor wordt er in dit onderzoek ook verondersteld dat CMA effectiever werkt met betrekking tot de intentie van het recyclen van kleding dan TMA. Hieruit volgt de onderstaande hypothese: Hypothese 1: Creative Media Advertising werkt effectiever ten opzichte van de intentie van het recyclen van kleding dan Traditional Media Advertising Door het verassende en creatieve aspect van CMA onderscheidt dit zich van het medium dat bij TMA wordt toegepast. Doordat het creatieve medium op een impliciete manier de boodschap overbrengt, kan het er toe leiden dat consument de persuasieve boodschap minder snel herkent, waardoor het mogelijk is dat de persuasieve kennis minder snel geactiveerd wordt dan bij TMA. Vanwege deze reden wordt de persuasieve kennis meegenomen als mediator in dit onderzoek en wordt het verder uiteengezet in de volgende paragraaf. 2. De persuasieve kennis (en de relatie tot CMA en TMA) Een van de primaire taken van een consument is het leren omgaan en interpreteren van verkooptechnieken van marketeers en advertising (Friestad & Wright, 1994). Na verloop van tijd ontwikkelt de consument persoonlijke kennis over de tactieken die gebruikt worden in de overtuigingspoging van verkooptechnieken (Friestad & Wright, 1994). Deze kennis helpt de consument bepalen hoe, wanneer en waarom marketeers hen proberen te beïnvloeden (Friestad & Wright, 1994). Het helpt hen adaptief te reageren op deze overtuigpogingen. Deze kennis wordt de persuasieve kennis genoemd (Friestad & Wright, 1994). 8

9 Om de persuasieve kennis te kunnen meten hebben de onderzoekers Friestad en Wright (1994) het persuasion knowledge model ontworpen. Dit model beschrijft hoe mensen algemene kennis over de overtuiging (persuasion) ontwikkelen en hoe mensen deze kennis gebruiken om verkooptechnieken te interpreteren en te evalueren. Het model gaat er van uit dat consumenten bewust moeten zijn van de overtuiging voordat de persuasieve kennis geactiveerd kan worden (Friestad & Wright, 1994; Boerman, Reijmersdal & Neijens, 2012). Wanneer een overtuigingspoging wordt herkend, kunnen consumenten hun algemene persuasieve kennis activeren (Friestad & Wright, 1994). Aangezien CMA geen gebruik maakt van een traditioneel medium (Dahlén, 2005), is de persuasieve intentie minder zichtbaar. Het medium dat bij CMA wordt toegepast is meestal niet eerder gebruikt bij het overbrengen van een boodschap, (Dahlén, 2005) hierdoor wekt het minder snel de gevoelens en gedachtes op die de consument normaal heeft bij het zien van een traditionele advertentie (Rauwers & van Noort, 2015; in Eelen, Rauwers, Wottrich, Voorveld & van Noort, 2015). Volgens Rauwers en van Noort (2015; in Eelen et al. 2015) zijn consumenten hierdoor minder bewust van de persuasieve boodschap, dan wanneer ze worden blootgesteld aan TMA. Uit de onderzoeken van Boerman, Reijmersdal en Neijens (2012) en Nehenzal en Jaffe (1988) blijkt ook dat consumenten de persuasieve boodschap minder snel zien wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van een traditioneel medium. Dit kan verklaard worden door middel van de reactance theory (1996). Volgens deze theorie worden mensen liever niet gemanipuleerd en streven ze ernaar om hun vrijheid te behouden. In een situatie waarin mensen het gevoel krijgen dat ze worden beïnvloed, zullen zij zich verzetten tegen deze overtuiging. Hierdoor krijgen mensen de neiging om overtuigingspogingen te weerstaan zodra zij deze herkennen (Sagarin, Cialdini, Rice, & Serna, 2002; Wei, Fisher & Main, 2008). 9

10 Vanwege de dagelijkse blootstelling aan ongeveer 5000 advertenties (Johnson, 2006) is het logisch dat de consument zich beschermend opstelt ten opzichte van TMA (Wottrich & Voorveld, 2015). Het gebruik van CMA is voor consumenten nieuw en onverwacht, waardoor het andere effecten dan TMA oplevert (Eelen et al. 2015). Er wordt dan ook verondersteld dat de persuasieve kennis minder wordt geactiveerd bij CMA dan bij TMA, op basis hiervan is de volgende hypothese opgesteld: Hypothese 2: Creative Media Advertising leidt tot minder activatie van persuasieve kennis dan Traditional Media Advertising Het activeren van de persuasieve kennis wordt in dit onderzoek meegenomen als mediator, daarom is het van belang dat alle variabelen gezamenlijk ook uiteen worden gezet. In de volgende paragraaf worden de effecten van CMA, TMA en de persuasieve kennis met betrekking tot intentie om te recyclen beschreven. 3. De effecten van CMA en TMA ten opzichte van de intentie tot recyclen en de invloed van de persuasieve kennis. In de voorgaande paragrafen is het effect van CMA en TMA op de intentie beschreven, en de mediator persuasieve kennis geïntroduceerd. In de paragrafen werd verondersteld dat CMA effectiever werkt dan TMA ten opzichte van de intentie tot recyclen en dat CMA tot minder activatie van de persuasieve leidt. Tot slot wordt er in deze paragraaf beschreven wat alle variabelen samen voor effect op de intentie tot recyclen teweeg brengen. Ten eerste wordt gekeken naar de relatie van de persuasieve kennis en de intentie om te recyclen. Eerder onderzoek (Hibbert, Smith, Davies & Ireland, 2007; Chang, 2014) toont aan dat de intentie om een goede daad uit te voeren, bijvoorbeeld recyclen (Latif, Bidin & Awang, 2013), samenhangt met de persuasieve kennis. Zo blijkt uit het onderzoek dat 10

11 consumenten de goede daad minder snel willen uitvoeren wanneer de persuasieve kennis wordt geactiveerd (Hibbert, et al. 2007). Wanneer de persuasieve kennis wordt geactiveerd, ontstaat er scepticisme tegenover de advertentie waardoor consumenten minder intentie vormen dan wanneer de persuasieve kennis niet wordt geactiveerd (Hibbert, et al. 2007). Eerder in dit onderzoek is verondersteld dat CMA effectiever werkt ten opzichte van de intentie om te recyclen en tot minder activatie van de persuasieve kennis leidt. Wanneer TMA wordt toegepast, wordt de persuasieve kennis eerder geactiveerd (Nehenzal & Jaffe, 1988), waardoor er mogelijk minder effect ontstaat op de intentie om te recyclen (Hibbert, et al. 2007). Daarnaast veronderstellen de onderzoekers Rauwers en van Noort (2015; in Eelen et al. 2015) dat consumenten bij blootstelling aan CMA niet bewust zijn van de persuasieve boodschap, waardoor ze wellicht meer worden overgehaald door de advertentie. Om de bovenstaande veronderstelling te toetsen is de volgende hypothese opgesteld: Hypothese 3: Creative Media Advertising leidt tot een positievere intentie ten opzichte van recyclen dan Traditional Media Advertising en dit wordt gemedieerd door minder activatie van de persuasieve kennis. Methode Participanten en Design Om de onderzoeksvraag te beantwoorden en de hypothesen te toetsen, is ervoor gekozen om gebruik te maken van een experiment, omdat deze methode het mogelijk maakt om een causaal verband aan te tonen tussen de onafhankelijke (type campagne: CMA, TMA) en de afhankelijke variabelen (intentie; Hart, Boeije & Hox, 2010). Het design van het onderzoek is een 1-factorieel between-subjects design met twee levels, namelijk een CMA conditie en een TMA conditie. De respondenten werden random aan één van de condities blootgesteld. 11

12 De participanten werden op vrijwillige basis geworven door middel van een convenience sampling, vervolgens werden de respondenten door middel van een sneeuwbal sampling geselecteerd. Er werd gestart met een aantal participanten, waarna aan deze personen werd gevraagd of zij ook één of meerdere personen wilden benaderen. Middels e- mail is er contact opgenomen met de participanten. Daarnaast is via het social media platform Facebook, de link gedeeld die leidde naar de online vragenlijst. Dit maakte de vragenlijst toegankelijk voor iedereen, respondenten jonger dan 18 jaar werden vanwege ethische redenen uitgesloten van de vragenlijst. Aan het onderzoek hebben 317 participanten deelgenomen (M leeftijd = 32,62 SD leeftijd = 15,59, 68% vrouw). Zij werden random toegewezen aan één van de condities (type advertentie: CMA en TMA). Honderd tweeënveertig participanten voldeden niet aan de instructies van het onderzoek, vanwege deze reden werden zij verwijderd van verdere analyses. Vervolgens is door middel van een Mahalanobis Distance gekeken of er eventuele uitschieters in de data voorkwamen. Hieruit bleek dat er op de onafhankelijke variabele intentie twee uitschieters waren, omdat p<0,001 (Pallant, 2005) en twee uitschieters bij de mediator persuasieve kennis, omdat p<0,001 (Pallant, 2005). Deze werden daarom verwijderd voor verdere analyses, dit veroorzaakte echter geen verschil in de resultaten. De onderstaande resultaten hebben alleen betrekking op de overige 171 participanten. Pre-test: Stimulus Design De onafhankelijke variabele type advertentie werd gemanipuleerd, waarna vervolgens getest werd of het stimulusmateriaal het daadwerkelijk beoogde effect had. Er waren twee verschillende afbeeldingreeksen ontworpen, één met een Creatieve Media Advertentie en één met een Traditionele Media Advertentie, zie Figuur 1. De participanten werden blootgesteld 12

13 aan één van deze afbeeldingreeksen. Er is getracht beide afbeeldingreeksen zo constant mogelijk te houden. In de CMA conditie kregen de participanten een afbeeldingreeks met vijf verschillende afbeeldingen te zien. Deze afbeeldingen werden onder elkaar afgebeeld, zodat de participanten de juiste volgorde zagen. Op de eerste afbeelding waren vier verschillende recyclebakken te zien met daar boven omschreven waar het voor diende. Daarnaast is op de muur een recycle logo afgebeeld. Op de meest rechter bak, die diende voor kleding recyclen, is een afbeelding te zien van een jongen. Zijn hoofd is afgebeeld terwijl zijn lichaam doorzichtig is en de binnenkant van de recyclebak te zien is. Dit symboliseerde het beeld van een onaangekleed jongentje. Op de tweede afbeelding waren dezelfde recyclebakken te zien, en een man lopend richting de recyclebak met een volle tas met kleding. Op de derde afbeelding doet de man kleding in de recyclebak die dient voor kleding. Daarnaast is te zien dat het lichaam van de jongen die afgebeeld is op de bak, gevuld wordt met deze kleding. Het lichaam van de jongen, kleed zich aan door middel van de kleding die in de bak wordt gegooid. Dit symboliseert het idee, dat ongebruikte kleding, hergebruikt kan worden door anderen. Op de vierde afbeelding is te zien dat de man meer kleding in de recyclebak stopt en dat het lichaam van de jongen afgebeeld op de recyclebak steeds meer opvult en hierdoor steeds verder wordt aangekleed. Op de vijfde en laatste foto is een recycle logo afgebeeld met daarop de volgende slogan te zien: Geef je kleding een nieuw leven, Gooi het in een recyclebak. In de TMA conditie wordt bijna een gelijke afbeeldingreeks toegepast. Het verschilt echter van de CMA conditie doordat er in deze conditie op de eerste vier afbeeldingen geen jongen is afgebeeld op de meest rechter recycle bak. Wanneer de man kleding in de recycle bak stopt, is er niet te zien hoe de bak opvult. Hierdoor brengt de advertentie niet op een 13

14 creatieve en impliciete manier een boodschap over, en wordt het gezien als een traditionele campagne. De rest van de afbeelding is zo gelijk mogelijk gehouden als de CMA conditie. Participanten in de pre-test (N = 26) beoordeelden de advertenties in een betweensubjects design. De participanten kregen één van de twee condities te zien en er werd gevraagd om de afbeeldingreeks te beoordelen op creativiteit, realiteit, duidelijkheid, mate van verassing, mate van vernieuwing en informatie. Deze items werden apart gemeten aan de hand van een 7-punt Likertschaal. Een 7-punts Likertschaal werd gebruikt om de kans te verkleinen dat de participanten een neutrale beoordeling gaven (Matell & Jacoby, 1972). Ten eerste werd gekeken of de respondenten volledig antwoord hadden gegeven, hieruit bleek dat dit bij één respondent onvolledig was, hierdoor voldeed deze respondent niet aan de voorwaarden en werd de respondent missing gemaakt in SPSS. Vervolgens werd door middel van SPSS een t-toets op onafhankelijke samples uitgevoerd. De resultaten van de pretest lieten zien dat de respondenten uit de CMA conditie (n = 13) hoger scoorden dan de respondenten uit de TMA conditie (n = 13) op de onderdelen duidelijkheid, creatief, realistisch en vernieuwing. Dit was echter niet significant, zie Figuur 2. Vervolgens is er toch voor gekozen om verder te werken met hetzelfde stimulus materiaal, dit is gedaan omdat bij het uitvoeren van het daadwerkelijke experiment gebruik gemaakt zou worden van een grotere sample. Figuur 2, resultaten pre-test. TMA CMA Levene s Test Independent Samples T-test M SD M SD F P T df p Creatief 5,25 1,55 5,77 0,73 5,204 0,032-1,061 15,346 0,305 Verrassend 4,33 1,92 4,31 1,60 0,454 0,507 0, ,971 14

15 Onverwachts 4,42 2,02 4,00 1,47 3,406 0,078 0, ,559 Vernieuwend 4,42 1,68 5,00 1,29 1,409 0,247-0, ,338 Duidelijk 6,00 1,41 6,08 1,12 0,099 0,756-0, ,881 Realistisch 5,42 1,51 5,92 1,38 0,590 0,450-0, ,389 Informatief 5,33 1,56 5,00 1,35 0,067 0,789 0, ,573 Procedure Participanten werden uitgenodigd door middel van een link via de mail om deel te nemen aan een onderzoek. In totaal nam het deelnemen aan het onderzoek ongeveer 10 minuten in beslag. De participanten werden aan één van de twee campagnes in de vorm van een afbeeldingreeks blootgesteld (CMA versus TMA). Daarna werd gevraagd of zij een vragenlijst wilden invullen over de afbeeldingreeks die zij te zien kregen. Dezelfde afbeeldingreeks die toegepast is bij de pre-test werd hier wederom toegepast. Om de afhankelijke variabelen intentie te meten is gebruik gemaakt van e e n schaal. Het is gemeten door middel van de volgende vier items: In de volgende maand ben ik van plan om kleding te gaan recyclen, Wanneer ik mijn kleding niet meer nodig denk te hebben is recyclen een optie, Ik ben ervan overtuigd dat ik mijn oude kleding ga recyclen, Het is zeer waarschijnlijk dat ik mijn oude kleding bij het restafval laat belanden (schaal omdraaien) op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 7 (helemaal mee eens). Deze items zijn gebaseerd op onderzoek van Knussen, Yule, MacKenzie en Wells (2004) en Elgaaied (2012). Vervolgens werd er een factoranalyse uitgevoerd om te kijken of de vier items, de schaal intentie goed genoeg konden meten. Hier kwam e e n component uit met een eigenwaarde hoger dan 1 (eigenwaarde = 2,4). Daarnaast was in de scree plot een duidelijke knik te zien hierna. Vervolgens is met Cronbach s alpha gekeken of de vier items van intentie ook een 15

16 betrouwbare schaal vormen. Dit bleek zo te zijn (a = 0,76). Doordat dit al zeer betrouwbaar was, zijn er geen items verwijderd. Om de mediator persuasieve kennis te meten is gebruik gemaakt van één schaal. Persuasieve kennis is gemeten aan de hand van de volgende vier items: De advertentie geeft de waarheid goed weer, Ik vind de advertentie oprecht, Ik word overgehaald om te gaan recyclen, Het doel van de advertentie is om de lezer te informeren. De items werden gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 7 (helemaal mee eens) en zijn gebaseerd op de schalen van Obermiller en Spangenberg (1998) en Bearden, Hardesty en Rose (2001). Doordat de items positief zijn geformuleerd, werden alle items eerst gehercodeerd voordat er verdere analyses zijn uitgevoerd. Daarna is een factor analyse uitgevoerd om te kijken of de items de persuasieve kennis goed genoeg konden meten. Hieruit bleek dat er één component was met een eigenwaarde hoger dan 1 (eigenwaarde = 2,28). Vervolgens is er een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd om te kijken of de items een betrouwbare schaal vormde. De Cronbach s alpha liet zien dat de schaal voldoende betrouwbaar was (α = 0,72). De schaal kon nog betrouwbaarder worden met 0,01 wanneer het item Ik word niet overgehaald om te gaan recyclen verwijderd werd. Doordat de schaal al betrouwbaar genoeg was, is het item niet verwijderd. Vervolgens werden er nog twee open vragen opgesteld die dienden voor de manipulatiecheck, namelijk: Wat werd er in de desbetreffende recyclebak gegooid? en Wat was er te zien op de VOORKANT van de rechter recyclebak (met gele deksel)?. Daarna waren er nog verschillende demografische vragen en ruimte voor eventuele opmerkingen. De vragenlijst werd afgesloten met een dankwoord voor de deelname. 16

17 Resultaten Storende variabelen Voordat de hypotheses werden getoetst is er gekeken naar mogelijke storende variabelen. Hiervoor is er een correlatieanalyse uitgevoerd om te meten of er een storend effect is van de variabelen leeftijd en geslacht op de afhankelijke variabele intentie en op de mediator persuasieve kennis. Daaruit bleek dat er een significante correlatie is tussen intentie en geslacht, r = 0.24, n = 171, p = 0,002. Ook is er een significante correlatie gevonden tussen intentie en leeftijd, r = 0,23 n = 171 p = 0,002. Daarnaast is er ook een significant resultaat gevonden bij de correlatie van persuasieve kennis en de leeftijd, r = -0,24 n = 171, p = 0,002. Er is echter geen significant effect gevonden op de correlatie van de variabele geslacht en de mediator persuasieve kennis r = -0,03, n = 171, p = 0,697. Doordat er significante correlaties zijn gevonden, wordt er voor verdere analyses gecontroleerd op de variabelen leeftijd en geslacht. Manipulatiecheck Er is een manipulatiecheck uitgevoerd om te kijken of de respondenten het stimulus materiaal aandachtig genoeg hadden bekeken, en of zij begrepen wat er op de afbeeldingen te zien was. De respondenten hadden een open antwoordvlak voor de twee items Wat werd er in de desbetreffende recyclebak gegooid? en Wat was er te zien op de VOORKANT van de rechter recyclebak (met gele deksel)?. Hierdoor zijn de antwoorden op een kwalitatieve manier beoordeeld en bekeken door verschillende onderzoekers. Wanneer een respondent een zeer onduidelijk antwoord gaf, werd dit met meerdere onderzoekers besproken en werd er besloten of de respondent moest worden meegenomen voor verdere analyses. Dit was bij geen van de respondenten het geval. Op de vraag Wat werd er in de desbetreffende recyclebak gegooid? gaven de respondenten antwoorden als: kleding, een zak met kleding en een grijze trui. 17

18 De respondenten gaven op de vraag Wat was er te zien op de VOORKANT van de rechter recyclebak (met gele deksel)? antwoorden als: Een mannetje met een doorzichtig lichaam, Het hoofd van een jongetje en Er was niks te zien. Op basis hiervan werd besloten dat de manipulatie was gelukt. Toetsen van hypothesen Om de eerste hypothese Creative Media Advertising werkt effectiever ten opzichte van de intentie van het recyclen van kleding dan Traditionele Media Advertising te toetsten wordt er gekeken naar het directe effect van de type campagne (CMA vs. TMA) op de intentie. Om dit te meten is er gebruik gemaakt van een meervoudige regressie analyse. Dit biedt de mogelijkheid om te controleren op de variabelen leeftijd en geslacht. Het regressiemodel zelf is significant F(3, 168) = 7,89, p<0,001 en is dus een goede voorspeller voor de intentie. De type conditie, leeftijd en geslacht voorspellen samen een klein gedeelte (R 2 = 0,12) van de variantie in de intentie. Echter is de samenhang tussen de type campagne en de intentie niet significant, t(171) = 1,61, b* = 0,12, p = 0,110, 95% CI [-,06, 0,64]. Het bleek echter wel een rol te spelen wat voor geslacht of leeftijd de respondent had. De controle variabelen leeftijd, t(171) = 3,16, b* = 0,23, p = 0,002, en geslacht t(171) = 3,27, b* = 0,24, p = 0,001 hadden wel een significant effect op de afhankelijke variabele. Dit betekent dat vrouwen gemiddeld hoger scoorde op de intentie dan mannen, en dat wanneer de leeftijd van een respondent met 1 jaar toenam er gemiddeld hoger gescoord werd op de intentie. De twee controle variabelen verklaren hierdoor het significante resultaat van het regressiemodel, zonder deze variabelen is er geen samenhang aangetoond bij het directe effect van CMA op de intentie. Op basis van deze gegevens wordt Hypothese 1 Creative Media Advertising werkt effectiever ten opzichte van de intentie van het recyclen van kleding dan Traditionele Media Advertising verworpen. 18

19 Om de tweede hypothese Creative Media Advertising leidt tot minder activatie van persuasieve kennis dan Traditionele Media Advertising te toetsen is er ook gebruik gemaakt van een meervoudige regressie analyse. De mediator persuasieve kennis werd hier gezien als de afhankelijke variabele en de variabele type campagne als de onafhankelijke variabele. Daarnaast werd er gecontroleerd op de variabelen leeftijd en geslacht. Uit de regressie analyse bleek dat het regressiemodel significant was, F(3, 168) = 5,11, p = 0,002. De variabelen type campagne, leeftijd en geslacht voorspellen voor 8% de variantie in de persuasieve kennis. Daarnaast bleek uit de regressie analyse dat er een significant negatief zwak effect is van de type campagne op de persuasieve kennis, t(171) = -2,17, b* = -0,16 p = 0,031. De gemiddelden op persuasieve kennis verschillen significant tussen de respondenten uit de CMA conditie (M = 3,23, SD = 0,93) en de respondenten uit de TMA conditie ( M = 2,97, SD = 0,93). Dit betekent dat bij respondenten die blootgesteld waren aan de CMA conditie minder snel de persuasieve kennis werd geactiveerd dan bij de respondenten die aan de TMA conditie waren blootgesteld. Daarnaast werd er gecontroleerd op de variabelen leeftijd en geslacht. Bij de variabele leeftijd bleek er een significant negatief zwak effect, t(171) = -3,19, b* = -0,24, p = 0,002. Uit de correlatie analyse bleek dat de persuasieve kennis niet correleerde met geslacht, deze is hierdoor niet meegenomen voor de analyses. Op basis van de bovenstaande gegevens wordt Hypothese 2 Creative Media Advertising leidt tot minder activatie van persuasieve kennis dan Traditionele Media Advertising aangenomen. Om de derde hypothese Creative Media Advertising leidt tot een positievere intentie ten opzichte van recyclen dan Traditionele Media Advertising en dit wordt gemedieerd door minder activatie van de persuasieve kennis te toetsen is er een mediatie analyse uitgevoerd. Ten eerste zijn drie enkelvoudige regressie analyses uitgevoerd. Een tussen de onafhankelijke variabelen type campagne en de afhankelijke variabele intentie, een tussen de onafhankelijke 19

20 variabele en de mediator persuasieve kennis en een tussen de mediator en de afhankelijke variabele intentie. Om het mediërend effect vast te stellen, moet eerst het effect tussen de mediator persuasieve kennis en de afhankelijke variabele intentie, het effect tussen de onafhankelijke variabele type campagne en afhankelijke variabele intentie en het effect tussen de onafhankelijke variabele type campagne en de mediator persuasieve kennis significant zijn (Baron & Kenny, 1986). Het directe effect tussen de onafhankelijke variabelen type conditie en de afhankelijke variabele intentie, toont geen significant effect, F(3, 168) = 7,89, b = 0,28, p = 0,680, 95% CI [-0,05, 0,62]. Wel is er een significant effect gevonden tussen het directe effect van de onafhankelijke variabele type conditie en mediator persuasieve kennis, F(3, 168) = 5,11, b = - 0,31, p = 0,030, 95% CI [-0,59, -0,031]. Er is ook een significant effect gevonden bij de directe relatie tussen de mediator en de afhankelijke variabele, F(3, 168) = 21,58, b = -0,40, p<0,001. Ondanks dat het directe effect niet significant is, wordt er toch gekeken hoeveel dit verband verklaard wordt door de mediator. Hiervoor is een mediatie analyse uitgevoerd. Ten eerste is het gehele regressiemodel significant, F(4, 167) = 9,40, p<0,001. Dit betekent dat de type conditie, leeftijd, geslacht en persuasieve kennis voor 4% de variantie in de intentie verklaren. Daarna is er gekeken of de regressiecoëfficiënt van de onafhankelijke variabele veranderd is nu het wordt gecontroleerd door de persuasieve kennis. Dit bleek zo te zijn, daarnaast bleek het regressiecoëfficiënt niet significant, b = 0,18, p = 0,260. Om te toetsen hoeveel van het directe effect verklaard wordt door de mediator persuasieve kennis, is de Sobel s Z test uitgevoerd. Hieruit is een Sobel s Z waarde uitgekomen van -1,20 deze waarde is niet significant p = 0,228. Op basis van deze gegevens blijkt dat er geen mediërende werking van de persuasieve kennis is. 20

21 Hypothese 3 Creative Media Advertising leidt tot een positievere intentie ten opzichte van recyclen dan Traditionele Media Advertising en dit wordt gemedieerd door minder activatie van de persuasieve kennis wordt op basis van de bovenstaande gegevens verworpen. In Figuur 3 staan de bèta waardes die aangeven hoe sterk het verband is, en of dit negatief of positief is. Tussen het type campagne en de persuasieve kennis is er een zwak positief verband gevonden, tussen de persuasieve kennis en de intentie is er sprake van een sterk negatief verband en tussen het type campagne en de intentie is er een zwak tot sterk negatief verband gevonden. Figuur 3 Conclusie In dit paper werd onderzocht of het gebruiken van Creative Media Advertising de intentie om te recyclen kon vergroten. Dit werd vergeleken met Traditional Media Advertising, om te kijken of de nieuwe manier van adverteren effectiever werkte. Tevens is er onderzocht of de persuasieve kennis een mediërende rol kon spelen bij dit effect. Er werd verondersteld dat het gebruiken van CMA de intentie tot recyclen zou vergroten, daarnaast werd er ook verondersteld dat CMA tot minder activatie van de persuasieve kennis zou leiden dan TMA en daardoor de intentie zou verhogen. 21

22 De resultaten uit dit onderzoek bleken in tegenstrijd te zijn met de verwachtingen. Uit de resultaten bleek dat de eerste hypothese, Creative Media Advertising werkt effectiever ten opzichte van de intentie van het recyclen van kleding dan Traditional Media Advertising niet werd ondersteunt en dus werd verworpen. Echter bleek wel dat de variabelen leeftijd en geslacht een invloed hadden op de intentie, waardoor het regressiemodel significant was. Doordat het directe effect van CMA op de intentie niet significant bleek te zijn, lijkt het op basis van dit onderzoek voor adverteerders niet van belang welk medium zij gebruiken wanneer zij de intentie om te recyclen willen stimuleren. De tweede hypothese Creative Media Advertising leidt tot minder activatie van persuasieve kennis dan Traditional Media Advertising kon op basis van de resultaten uit dit onderzoek worden aangenomen. Uit de analyses bleek dat de CMA tot minder activatie van de persuasieve kennis leidde. Tevens bleek uit de resultaten van de mediatie analyse dat de persuasieve kennis een significant effect had op de intentie om te recyclen. De mediator had invloed op de intentie, en het type campagne had invloed op de persuasieve kennis. Er was echter geen sprake van het directe effect, waardoor er geen mediërend effect van de persuasieve kennis vastgesteld kon worden. Hypothese 3 Creative Media Advertising leidt tot een positievere intentie ten opzichte van recyclen dan Traditional Media Advertising en dit wordt gemedieerd door minder activatie van de persuasieve kennis. werd op basis van deze gegevens verworpen. Op basis van de resultaten uit de mediatie analyse kon er antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag luidde: In hoeverre is CMA effectiever ten opzichte van TMA met betrekking tot de intentie van het recyclen van kleding en in hoeverre wordt dit effect gemedieerd door persuasieve kennis? Op basis van deze resultaten wordt er geconcludeerd dat CMA niet significant effectiever werkt ten opzichte van TMA met 22

23 betrekking tot de intentie om te recyclen. Daarnaast is er ook geen mediërende werking aangetoond van de variabele persuasieve kennis. Discussie Uit dit onderzoek blijkt tegen de verwachtingen in dat het toepassen van CMA niet effectiever werkt dan het toepassen van TMA wanneer het betrekking heeft op de intentie om te recyclen. In eerdere onderzoeken zijn wel significante effecten gevonden bij het toepassen van CMA (Dahlén et al. 2009; Turk, Ewing & Newton, 2006; Dahlén 2005; Dahlén & Edenius 2007). Uit deze onderzoeken kwam namelijk voort dat CMA effectiever werkte ten opzichte van TMA, niet alleen met betrekking tot intentie maar ook met betrekking tot attitude en andere cognitieve effecten. Volgens onderzoekers (Eelen & Seiler, 2015) werkt CMA effectiever doordat het verassende kenmerk van het medium positieve gevoelens opwekt. Daarnaast werd er bij het onderzoek van Turk, Ewing en Newton (2006) ook specifiek een verband gelegd met de intentie waaruit voortkwam dat CMA effectiever werkte dan TMA. Op basis van deze onderzoeken werd de veronderstelling gemaakt dat de intentie ook positiever werd na het zien van de CMA conditie. Deze veronderstelling wordt dus niet bevestigd. Dit is wellicht te verklaren doordat recyclen niet een product is, maar een maatschappelijk belang (Latif, Bidin & Awang, 2013). Recyclen is goed voor het milieu en stimuleert duurzaamheid, dit heeft er mogelijk toe geleid dat mensen geneigd waren om eerder sociaal wenselijke antwoorden te geven (Verstraete, 2008). Doordat recyclen gezien kan worden als een goede daad (Latif, Bidin & Awang, 2013) kunnen wellicht beide condities positieve gevoelens opwekken in tegenstelling tot alleen het creatieve medium wat verondersteld wordt in het onderzoek van Eelen en Seiler (2015). Dit is een mogelijke 23

24 verklaring voor de resultaten waarbij in beide condities bijna hetzelfde gescoord werd op de intentie. Daarnaast werd er in dit onderzoek verondersteld dat het toepassen van CMA tot minder activatie van de persuasieve kennis leidde. De resultaten uit dit onderzoek bevestigden dit. Zoals aangegeven in het onderzoek van Boerman Reijmersdal en Neijens (2012) beoordeeld de consument de persuasieve boodschap minder kritisch, wanneer zij de commerciële boodschap niet direct herkennen. Het effect van CMA op de persuasieve kennis was echter nooit vastgesteld in eerder onderzoek, waardoor het een interessant fenomeen is om verder in te verdiepen. Uit de correlatieanalyse bleek dat de variabelen leeftijd en geslacht een storend effect hadden op de afhankelijke variabele intentie en op de mediator persuasieve kennis. Een mogelijke verklaring voor het storende effect van de variabele geslacht zou kunnen zijn dat vrouwen meer besteden aan kleding. Dit wordt ook bevestigd door cijfers van het CBS (2009). Een verklaring voor het storende effect van de variabele leeftijd zou wellicht kunnen zijn dat ouderen meer bewust zijn van het milieu en het toenemende afvalprobleem. Ouderen betalen in tegenstelling tot studenten afvalstofheffing, waardoor ze bewuster omgaan met hun afval (VNG, 2015). Leeftijd had tevens een storend effect op de mediator persuasieve kennis, hoe ouder de respondent, hoe hoger er gemiddeld gescoord werd op de persuasieve kennis. Een verklaring hiervoor kan zijn dat ouderen aan een hogere mate van advertenties zijn blootgesteld, waardoor zij mogelijk de persuasieve boodschap eerder herkennen. Waarde voor wetenschap en maatschappij Dit onderzoek kan waardevol zijn voor de wetenschap doordat dit een van de eerste onderzoeken is die het effect van CMA op de intentie van recyclen gemedieerd door de persuasieve kennis onderzoekt en dit vergelijkt met het effect van TMA. Dit onderzoek kan 24

25 een leidraad zijn voor onderzoeken naar het effect van CMA op de intentie om te recyclen. Daarnaast kan het een startpunt zijn voor onderzoekers die andere variabelen onderzoeken rondom het onderwerp van CMA en recyclen. Dit onderzoek kan waardevol zijn voor de maatschappij doordat het bedrijven, milieu instanties en de overheid kan helpen bij het opzetten van een campagne voor recyclen. Uit de bevindingen van dit onderzoek blijkt dat het niet uitmaakt wat voor campagne wordt toegepast, CMA of TMA. Hierdoor kan er gekeken worden naar andere kenmerken naast de effectiviteit. Bijvoorbeeld naar welke campagne voordeliger is, wat voor meer bereik kan zorgen of welke van de twee campagnes makkelijker inzetbaar is. Daarnaast weten bedrijven en adverteerders door dit onderzoek dat het inzetten van CMA mogelijk tot minder activatie van de persuasieve kennis kan leiden, dit kan meegenomen worden bij nieuwe campagnes. Limitaties en aanbeveling voor vervolg onderzoek Ten eerste zijn er te weinig respondenten gebruikt bij het uitvoeren van de pre-test. Bij de analyse is er een t-test uitgevoerd, dit kan echter pas toegepast worden wanneer er in beide condities meer dan 30 respondenten hebben deelgenomen (Peet, Namesnik & Hox, 2005). Hierdoor kon er uit de pre-test geen significant effect bevonden worden. Vervolgens is er toch voor gekozen om verder te werken met hetzelfde stimulus materiaal, dit is gedaan omdat bij het uitvoeren van het daadwerkelijke experiment gebruik gemaakt zou worden van sample groter dan 100, waardoor het effect mogelijk significant zou kunnen worden. Dit was echter niet het geval, waardoor de pre-test gezien wordt als een limitatie. Een andere limitatie is dat er geen voormeting is uitgevoerd. De intentie om te recyclen kon wellicht al hoog zijn zonder dat de respondenten blootgesteld waren aan de campagne. Hier is in dit onderzoek geen rekening mee gehouden, waardoor het invloed kon hebben op de bevonden resultaten. Wanneer de intentie al hoog was voor blootstelling aan de 25

26 campagne, kan dit storend zijn op het effect tussen de oorspronkelijke variabelen uit dit onderzoek (Gravetter & Forzano, 2013). Daarnaast heeft eerder onderzoek (Turk, Ewing & Newton, 2012) naar CMA met betrekking tot de intentie, waarbij wel een voormeting was toegepast, in tegenstelling tot dit onderzoek wel een significant resultaat aangetoond. Om deze bedreiging uit te sluiten in vervolgonderzoek wordt er aanbevolen om gebruik te maken van een voormeting (Gravetter & Forzano, 2013). Daarnaast wordt het aanbevolen om in vervolg onderzoek rekening te houden met sociaal wenselijke antwoorden. Doordat de vragenlijst via internet is afgenomen, is deze kans al kleiner dan bij een persoonlijk interview of in een telefonische enquête (Bekkers, 2004). Uit onderzoek (Verstraete, 2008) blijkt dat sociaal wenselijke antwoorden minder snel voorkomen wanneer de respondenten vooraf worden gewaarschuwd dat sociaal wenselijke antwoorden gedetecteerd kunnen worden. Nog een aanbeveling voor vervolgonderzoek is dat er meerdere afhankelijke variabelen onderzocht kunnen worden. Er is nu alleen gekeken naar de intentie maar er zijn wellicht meer variabelen waarop CMA effectiever zou kunnen werken dan TMA. Bijvoorbeeld de attitude tegenover recyclen. Uit onderzoek van Azjen en Fishbein (1980) is namelijk gebleken dat de intentie tegen over een fenomeen tot stand komt door de attitude en de sociale norm tegenover het verschijnsel. In dit onderzoek blijkt dat CMA niet effectiever werkt ten opzichte van de intentie. Echter blijkt uit eerder onderzoek (Dahlén et al. 2009; Eelen & Seiler, 2015; Dahlén & Edenius, 2007; Hutter, 2015; Rosengren, Modig & Dahlén, 2015 ) dat CMA in de meeste gevallen een positief effect heeft ten opzichte van de attitude. Volgens Eelen et al. (2015) zijn de bevindingen in het algemeen positief ten opzichte van de attitude. Wellicht heeft de sociale norm invloed gehad op het vormen van de intentie, er wordt hierdoor voor vervolg onderzoek aanbevolen om de variabelen attitude en sociale norm 26

27 ook te meten zodat de intentie bekeken kan worden vanuit de theorie van gepland gedrag (Azjen & Fishbein, 1980). Wellicht kunnen vervolgonderzoekers wel een significant effect van CMA op de intentie om te recyclen vaststellen en kan CMA in de toekomst bijdragen aan een schonere wereld. Referentielijst Ajzen, I. (1988). Attitudes, personality, and behavior. Homewood, IL: Dorsey Press. Ajzen, I., & Fishbein, M. (1980). Understanding attitudes and predicting social behavior. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall. Bearden, W. O., Hardesty, D. M., & Rose, R. L. (2001). Consumer self-confidence: Refinements in conceptualization and measurement. Journal of Consumer Research, 28(1), Bekkers, R. (2004). Giving and volunteering in the Netherlands: Sociological and psychological per- spectives. Department of Sociology, Utrecht University, Utrecht, Netherlands. Boerman, S. C., van Reijmersdal, E. A., & Neijens, P. C. (2012). Sponsorship disclosure: Effects on duration on persuasion knowledge and brand responses. Journal of communication, 62(6), Brehm, J. W. (1966). A theory of psychological reactance. New York, NY: Academic Press. Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009). Klassiek rolpatroon in uitgaven alleenstaande mannen en vrouwen. Geraadpleegd op 6 januari 2016, van: Chang, C. (2014). Guilt Regulation: The relative effects of altruistic versus egoistic 27

28 appeals for charity advertising. Journal of Advertsing 43(3), doi: / Dahlén, M. (2005). The medium as a contextual cue: Effects of creative media choice. Journal of advertising, 34(3), Dahlén, M., & Edenius, M. (2007). When is Advertising Advertising? Comparing Responses to Non-Traditional and Traditional Advertising Media. Journal of Current Issues & Research in Advertising, 29(1), Dahlén, M., Friberg, L., & Nilsson, E. (2009). Long live creative media choice. Journal of advertising, 38(2), Dahlén, M., Granlund, A., & Grenros, M. (2008). The consumer-perceived value of non- traditional media: Effects of brand reputation, appropriateness and expense. Journal of Consumer Marketing, 26(3), Eelen, J., & Seiler, R. V. J. (2015). Creative Media Use Increases Online Sharing of Your Ad (but Seems Less Effective for Your Brand). In P. W. J. Verlegh, H. A. M. Voorveld & M. eisend (Eds.) Advances in Advertising Research: The Digital, The Classic, The Subtle and The Alternative (Vol. 5, pp ). Heidelberg, Germany: Springer Gabler. Eelen, J., Rauwers, F., Wottrich, V. M., Voorveld, H. A., & van Noort, G. (forthcoming). Consumer responses to creative media advertising: A literature review. In P. De Pelsmacker (Ed.), Handbook of Research on New Advertising Formats. Emerald Publishing. Elgaaied, L. (2012). Exploring the role of anticipated guilt on pro-environmental behavior-a suggested typology of residents in France based on their recycling patterns. Journal of Consumer Marketing, 29(5), Environmental Protection Agency. (2015). Learn about waste. Geraadpleegd op 15 september 28

29 2015, van: Friestad, M. & Wright, P. (1994). The persuasion knowledge model: How people cope with persuasion attempts. Jounal of consumer research, 21(1), Gravetter, F. J., & Forzano, L. B. (2013). Research Methods for the Behavioral Sciences. Amsterdam: Cengage Hart, H., Boeije, H. R., & Hox, J. (2010). Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom/Lemma Hibbert, S. A., Smith, A., Davies, A., & Ireland, F. (2007). Guilt appeals: Persuasion knowledge and charitable giving. Psychology and marketing 24(8), Huarng, K.H., Yu, T.H. & Huang, J.J. (2010).The impacts of instructional video advertising on customer purchasing intentions on the internet. Service Business, 4(1), Hutter, K. (2015). Unusual location and unexpected execution in advertising: A content analysis and test of effectiveness in ambient advertisements. Journal of Marketing Communications, 21(1), Hutter, K., & Hoffmann, S. (2014). Surprise, surprise. Ambient media as promotion tool for retailers. Journal of Retailing, 90(1), Johnson, C. (2006). Cutting Through Advertising Clutter. van: Knussen, C., Yule, F., MacKenzie, J., & Wells, M. (2004). An analysis of intentions to recycle household waste: The roles of past behaviour, perceived habit, and perceived lack of facilities. Journal of Environmental Psychology, 24(2), Latif, S. A., Bidin, Y. H., & Awang, Z. (2013). Towards the realization of green cities: The Moderating Role of the Residents Education Level. Social and Behavioral Sciences, 85, Matell, M. S., & Jacoby, J. (1972). Is there an optimal number of alternatives for Likert-scale 29

30 items? Effects of testing time and scale properties. Journal of Applied Psychology, 56(6), 506. Milleu Centraal (2014). Cijfers over afvalscheiding. Geraadpleegd op 20 september 2015, van: Nebenzahl, I. D., & Jaffe, E. D. (1998). Ethical dimensions of advertising executions. Journal of Business Ethics, 17(7), doi: /A: Obermiller, C. & Spangenberg, E. R. (1998). Development of a scale to measure consumer scepticism toward advertising. Journal of consumer psychology, 7(2), Pallant, J. (2005). SPSS survival manual: A step by step guide to data analysis using SPSS for Windows (Version 12). Gedownload op 5 januari 2016, van: anual_ver12.pdf Peet, A. A. J., van den Witteboer, G. L. H. (2005). Toegepaste statistiek Inductieve technieken. Amsterdam: Noordhoff Uitgevers B.V. Pfeifer, M., & Zinnbauer, M. (2010). Can old media enhance new media? How traditional advertising pays off for an online social network. Journal of Advertising Research, 50(1), 42 Rauwers, F., & van Noort, G. (2015b). The Underlying Processes of Creative Media Advertising. In P. W. J. Verlegh, H. A. M. Voorveld, & M. Eisend (Eds.), Advances in Advertising Research: The Digital, The Classic, The Subtle and The Alternative (5th ed., pp ). Heidelberg, Germany. Robinson, R., & Beesley, L.G. (2010). Investigating linkages between creativity and intention to quit: An occupational study of chefs. Tourism Management, 31(6), Rosengren, S., Modig, E., & Dahlén, M. (2015). The value of ambient communication from a consumer perspective. Journal of Marketing Communications 21(1),

31 Sagarin, B.J., Cialdini, R.B., Rice, W.E., & Serna, S.B. (2002). Dispelling the illusion of invulnerability: The motivations and mechanisms of resistance to persuasion. Journal of Personality and Social Psychology, 83(3), doi: // Turk, T., Ewing, M.T., & Newton, F.J. (2006). Using ambient media to promote HIV/AIDS protective behaviour Change. International Journal of Advertising, 25(3), doi: / Vereniging van Nederlandse Gemeente. (2015). Heffen afvalstoffen en reiniging. Geraadpleegd op 8 januari 2016, van: belastingen/heffing-afvalstoffen-en-reiniging Verstreate, B. (2008). Het sociaal wenselijk antwoorden bij adolescentenenquêtes. Interuniversitaire Manama-opleiding Jeugdgezondheidzorg. Waste & Resources Action Programma. (2015). Sustainable Clothing Action Plan. Geraadpleegd op 15 september 2015, van: Wei, M., Fischer, E., & Main, K.J. (2008). An examination of the effects of activating persuasion knowledge on consumer response to brands engaging in covert marketing. Journal of Public Policy & Marketing, 27(1), doi: /jppm Wottrich, V. M., & Voorveld, H. A. M. (2015). Creative vs. traditional media choice: effects on word-of-mouth and purchase Intention. Advances in Advertising Research series, 6, doi: / _25 31

32 Figuur 1 CMA afbeeldingreeks. Volgorde van links naar rechts, wordt in de vragenlijst onder elkaar afgebeeld. TMA afbeelding reeks Volgorde van links naar rechts, wordt in de vragenlijst onder elkaar afgebeeld. 32

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF?

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? Een experiment naar de affectieve responses van Creative Media Advertising in vergelijking met Traditional Media Advertising en wordt dit gemedieerd door

Nadere informatie

De effecten van creative media. advertising op advertentie-attitude en. de rol van persuasieve intentie

De effecten van creative media. advertising op advertentie-attitude en. de rol van persuasieve intentie De effecten van creative media advertising op advertentie-attitude en de rol van persuasieve intentie Student: Simone Rienks (6074715) Docent: dr. Marijn Meijers Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Het gebruik van creative media advertising in de bierindustrie

Het gebruik van creative media advertising in de bierindustrie Het gebruik van creative media advertising in de bierindustrie Een experimenteel onderzoek naar de effecten van creative media advertising op de mate van verrassing en de advertentieattitude over bier

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De kracht van verrassing

De kracht van verrassing De kracht van verrassing Een experimenteel onderzoek naar de invloed van creatieve media advertenties op electronic word-of-mouth in vergelijking met traditionele media advertenties. Vita Behage 10749225

Nadere informatie

Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid.

Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid. Maakt creative media advertising het verschil? Een onderzoek naar de effecten CMA versus TMA en de modererende rol van merkbekendheid. Student: Frederique Thans Studentnummer: 10729542 Afstudeerproject:

Nadere informatie

Sponsorship disclosures op blogs

Sponsorship disclosures op blogs Sponsorship disclosures op blogs Een onderzoek naar het effect van (de plaats van) sponsorship disclosures op blogs op de attitude ten aanzien van de blogpost, de attitude ten aanzien van het merk en de

Nadere informatie

De nieuwste trend creatief adverteren onder de loep genomen

De nieuwste trend creatief adverteren onder de loep genomen De nieuwste trend creatief adverteren onder de loep genomen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van CMA versus TMA op advertentie attitude en donatie-intentie en de mediërende werking van waargenomen

Nadere informatie

Zijn advertorials de oplossing?

Zijn advertorials de oplossing? 2014 Zijn advertorials de oplossing? Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Persuasive Communication Effecten van advertorials en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

Samenvatting. De huidige studie onderzocht de effectiviteit van creative media advertising (CMA) in

Samenvatting. De huidige studie onderzocht de effectiviteit van creative media advertising (CMA) in Samenvatting De huidige studie onderzocht de effectiviteit van creative media advertising (CMA) in vergelijking met traditional media advertising (TMA) in sociale marketing rondom milieuproblemen door

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Deze modeblog wordt niet gesponsord

Deze modeblog wordt niet gesponsord Deze modeblog wordt niet gesponsord Onderzoek naar het vermelden van gesponsorde content op Instagram modeblogs op merkattitude en aankoopintentie Nina Noordermeer 10782592 Universiteit van Amsterdam Masterscriptie

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Online virale campagnes: hoe belangrijk is amusement?

Online virale campagnes: hoe belangrijk is amusement? Online virale campagnes: hoe belangrijk is amusement? Een onderzoek naar de invloed van amusement/entertainment in online virale campagnes Afstudeerproject persuasieve communicatie Naam: Elke van Gerven

Nadere informatie

De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes

De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes Tuba Saritas 10593365 Master s thesis Communication Science Track Corporate

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie 2015 De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorwerkstuk Student: Chiel Nibbeling Studentnummer: S4516095 E-mail: c.nibbeling@student.ru.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

(On)conventionele advertising:

(On)conventionele advertising: (On)conventionele advertising: Een onderzoek naar het effect van CMA versus TMA en de modererende rol van productcategorie op waargenomen congruentie en aankoopintentie. Bart Ufkes 10788565 Afstudeerproject

Nadere informatie

Creative media advertisement versus traditional media advertisement: De modererende rol. van product-betrokkenheid en de effecten op merkbekendheid.

Creative media advertisement versus traditional media advertisement: De modererende rol. van product-betrokkenheid en de effecten op merkbekendheid. Creative media advertisement versus traditional media advertisement: De modererende rol van product-betrokkenheid en de effecten op merkbekendheid. 11 januari 2016 Lubna Rezzoug 10747621 Afstudeerproject

Nadere informatie

Richtlijnen effectieve OOH campagnes

Richtlijnen effectieve OOH campagnes Gebaseerd op 135+ Brand Lift studies Richtlijnen effectieve OOH campagnes Voorwoord In 2016 zijn de onderzoeksresultaten van 136 Out-of-Home campagnes geanalyseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

Instagramgebruikers opgelet! Laat je niet voor de gek houden en houd s en # s in de gaten

Instagramgebruikers opgelet! Laat je niet voor de gek houden en houd s en # s in de gaten Instagramgebruikers opgelet! Laat je niet voor de gek houden en houd de @ s en # s in de gaten Onderzoek naar de effecten van prominentie in advertentievermeldingen in een Instagrampost Master Thesis Lisa

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie.

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. Bachelor thesis - Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Naam: Gitte Thijssen

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Het effect van type disclosure bij Instagram-advertenties op merkresponsen: de rol van persuasion knowledge en stemming

Het effect van type disclosure bij Instagram-advertenties op merkresponsen: de rol van persuasion knowledge en stemming Het effect van type disclosure bij Instagram-advertenties op merkresponsen: de rol van persuasion knowledge en stemming Lotte Nijhof (11121769) Masterscriptie Graduate School of Communication Master Communicatiewetenschap:

Nadere informatie

Zichtbaar reinigen en beleving

Zichtbaar reinigen en beleving Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

Bijlage A: Aanbevelingen

Bijlage A: Aanbevelingen Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG,

Nadere informatie

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS EN MERKRESPONSEN BIJ BLOGS STUDENT: BYNETTE STAM STUDENTNUMMER: 10837922 AFSTUDEERRICHTING: COMMUNICATIEWETENSCHAP: PERSUASIEVE

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Analyse van confounders en mediatoren. Cursus Bachelor Project 2 B&O College 3 Harry B.G. Ganzeboom

Analyse van confounders en mediatoren. Cursus Bachelor Project 2 B&O College 3 Harry B.G. Ganzeboom Analyse van confounders en mediatoren Cursus Bachelor Project 2 B&O College 3 Harry B.G. Ganzeboom 1 AGENDA Nabespreking Practicum 2. Terug naar College 2: regressie met dummyvariabelen. Confounding en

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Kwantitatieve modellen voor BCO PMC Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Drie colleges Validiteits- en betrouwbaarheidsanalyse Causale analyse met confounding en mediatie Causale

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht

KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Inzamelen, Markten

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 Markt, trends en ontwikkelingen Amsterdam, april 2012 Ir. L. van Graafeiland Dr. P. van Gelderen Baken Adviesgroep BV info@bakenadviesgroep.nl

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt.

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt. Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er expliciet en impliciet van vindt. Onderzoek naar de invloed van customer magazines, digitaal versus print, op de impliciete en expliciete

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op. kijkersresponsen

Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op. kijkersresponsen Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op kijkersresponsen 24 juni 2016 Charlotte Kapeczuk (11077417) Masterscriptie Graduate School of Communication

Nadere informatie

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam Een onderzoek naar de invloed van een waarschuwing voor brand placement in games op merkherinnering, merkherkenning en merkattitude en welke rol stemming en ervaring hierin spelen Master scriptie Persuasieve

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Politieke campagnes die gebruik maken van jouw. persoonlijke gegevens: accepteren of weerstand bieden?

Politieke campagnes die gebruik maken van jouw. persoonlijke gegevens: accepteren of weerstand bieden? Politieke campagnes die gebruik maken van jouw persoonlijke gegevens: accepteren of weerstand bieden? Kayleigh van Teeffelen 10741461 Afstudeerproject Online Politieke Communicatie Dr. S. Kruikemeier Universiteit

Nadere informatie

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl)

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Inleiding Je handtekening zetten speelt een belangrijke rol in je leven. Als consument

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT

DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT Lisa Nguyen Bachelor Thesis 2016 Eerste begeleider: Erica van Herpen Tweede lezer: Ynte van Dam Inhoudsopgave Abstract... 3 Inleiding... 4 Probleemstelling...

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

De rol van leeftijd in het verband tussen sponsoring, activatie van kennis over advertenties en weerstand.

De rol van leeftijd in het verband tussen sponsoring, activatie van kennis over advertenties en weerstand. De rol van leeftijd in het verband tussen sponsoring, activatie van kennis over advertenties en weerstand. Concept afstudeerscriptie Marja van Dam 10710027 Universiteit van Amsterdam Sanne Kruikemeier

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

De effecten van twee verschillende typen Facebook-advertenties op de merkattitude en koopintentie ten opzichte van het merk

De effecten van twee verschillende typen Facebook-advertenties op de merkattitude en koopintentie ten opzichte van het merk De effecten van twee verschillende typen Facebook-advertenties op de merkattitude en koopintentie ten opzichte van het merk Rene Vandewall 10247602 Dr. E. A. van Reijmerdal 30 januari 2017 Master Thesis

Nadere informatie

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love?

Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Personalisatie van emotionele of functionele boodschappen als oplossing voor het creëren van brand love? Naam: Ruben Betjes Studentnummer: 10624759 Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Docent:

Nadere informatie

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s.

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek

Nadere informatie

Een onderzoek naar de effectiviteit van influencer marketing op Youtube

Een onderzoek naar de effectiviteit van influencer marketing op Youtube Een onderzoek naar de effectiviteit van influencer marketing op Youtube Wat zijn de effecten van het vermelden van native advertising, en spelen kennis van overtuiging en geloofwaardigheid hierbij een

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

SOCIALE NETWERK SITES EN MULTIMEDIACAMPAGNES: Het Effect van Sociale Netwerk Sites in Multimediacampagnes en de Rol van Resistance.

SOCIALE NETWERK SITES EN MULTIMEDIACAMPAGNES: Het Effect van Sociale Netwerk Sites in Multimediacampagnes en de Rol van Resistance. SOCIALE NETWERK SITES EN MULTIMEDIACAMPAGNES: Het Effect van Sociale Netwerk Sites in Multimediacampagnes en de Rol van Resistance to Persuasion Student: Aniek Peelen Studentnr. 6011462 Opleiding: Universiteit:

Nadere informatie

Zijn bloggers de nieuwe adverteerders?

Zijn bloggers de nieuwe adverteerders? Masterthesis Zijn bloggers de nieuwe adverteerders? De effecten van advertorials en banneradvertenties in blogs op de merkattitude, doorklikintentie en koopintentie en de invloed van scepticisme ten opzichte

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Het Medium of De Boodschap? Onderzoek naar de effecten van native advertising op sociale media. Bachelor Thesis - Persuasieve Communicatie

Het Medium of De Boodschap? Onderzoek naar de effecten van native advertising op sociale media. Bachelor Thesis - Persuasieve Communicatie Het Medium of De Boodschap? Onderzoek naar de effecten van native advertising op sociale media Bachelor Thesis - Persuasieve Communicatie Jason Adamus - 10648186 onder begeleiding van prof. dr. P.C. Neijens

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

van een advertorial?

van een advertorial? Nieuwswebsites: het st ideale genre voor het plaatsen van een advertorial? Een onderzoek naar de invloed van het genre van een website op de merkreacties van online advertorials en de onderliggende processen

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Payback 3 TV realiseert hoogste ROI

Payback 3 TV realiseert hoogste ROI Payback 3 TV realiseert hoogste ROI Adverteren werkt Marketeers weten instinctief dat adverteren werkt maar willen bewijs Adverteren zorgt voor sales: Het lange termijn affect varieert tussen 50 en 100%

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

D U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie