Samenvatting Door het gebruik van een experiment met online vragenlijst onder 201 respondenten is. Michelle van Doorn Studentnummer:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Door het gebruik van een experiment met online vragenlijst onder 201 respondenten is. Michelle van Doorn Studentnummer:"

Transcriptie

1 Naam: Michelle van Doorn Studentnummer: Docent: Charlotte Blom Aantal woorden: 7964 Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Samenvatting Door het gebruik van een experiment met online vragenlijst onder 201 respondenten is

2 er gekeken naar het effect van de bron van een Facebookpost (user-generated content of brand-generated content) en het effect van het aantal likes van de Facebookpost (veel of weinig) op merkattitude en aankoopintentie. Dit onderzoek vult de huidige kennis aan als het gaat om de effecten van likes en de bron van een Facebookpost. Er is nog weinig bekend over het persuasieve karakter die deze variabelen mogelijk kunnen hebben. Aan de hand van eenwegs- variantieanalyses zijn er zes hypotheses getoetst. Uit de resultaten bleek dat UGC een significant positiever effect had op merkattitude dan BGC. Daarnaast bleek dat veel likes een significant positiever effect had op merkattitude dan weinig likes. Zowel de bron en likes hadden geen significante invloed op aankoopintentie. Ook bleek dat voor mannen als vrouwen UGC een significante positievere invloed had op merkattitude dan BGC. De resultaten uit dit onderzoek zijn bruikbaar voor bedrijven en marketeers die willen adverteren op Facebook. Met deze kennis kunnen zij een marketingstrategie ontwikkelen waarmee ze likes kunnen verzamelen om zo een hoge merkattitude te realiseren onder de consumenten. Inleiding Internet heeft gezorgd voor enorme revoluties en één daarvan is de opkomst van sociale media. Traditionele media hebben de rol als gatekeeper verloren en er is sprake van een paradigma verschuiving van consumenten die veranderen van passieve ontvangers naar creators op het internet en op sociale media. Voorheen bepaalde traditionele media wat er in de media verscheen. Dit is veranderd nu men op het internet en via sociale media zelf inhoud kan plaatsen. Eén van deze sociale media is het sociale netwerk Facebook. Anno 2014 zijn er verschillende soorten sociale media, maar uit onderzoek blijkt dat Facebook het populairste medium is (Newcom Research, 2014). Facebook heeft in Nederland zo n 9 miljoen gebruikers en dit stijgt met dag (Marketing Facts, 2014). Op Facebook kunnen gebruikers een profiel creëren met persoonlijke informatie, interesses, foto s en kunnen gebruikers vrienden worden met andere Facebookgebruikers. De updates van Facebookvrienden verschijnen op hun nieuwsoverzicht wanneer zij inloggen via de site. Daarnaast kunnen gebruikers informatie en foto s liken. Zij kunnen op deze manier foto s en Facebookposts die hun Facebookvrienden hebben gepost liken en zo hun affectie uitspreken voor deze geplaatste inhoud. De inhoud gecreëerd door consumenten wordt user-generated content of UGC genoemd. UGC refereert naar elk materiaal (content) dat gecreëerd is en geüpload wordt naar het internet door non-media professionals en waar geen professionele routines en praktijken aan te pas komen (Kaplan & Haenlein, 2010). Een voorbeeld van UGC op Facebook kan een Facebookpost zijn over wat iemand heeft meegemaakt die dag. 1

3 Berichten hoeven echter niet altijd over de gebruiker zelf te gaan, maar gebruikers kunnen ook over dingen hun interesses een Facbookpost uploaden, bijvoorbeeld over een merk dat zij leuk vinden, dit wordt merk-gerelateerde UGC genoemd. Niet alleen consumenten kunnen zich op Facebook profileren, maar ook merken kunnen zich profileren op dit sociale medium. Merken kunnen op Facebook een merkenpagina ontwikkelen en vanuit het merk Facebookposts uploaden. Deze pagina s kunnen geliked worden door Facebookgebruikers. Gebruikers op Facebook kunnen deze merkpagina s of Facebookposts van deze merkenpagina liken om zo affectie te tonen voor het merk. Wanneer een gebruiker de merkenpagina geliked heeft, zullen de updates vanuit de merkenpagina op het nieuwsoverzicht van de gebruiker verschijnen. De inhoud gecreëerd door merken wordt brand-generated content of BGC genoemd. BGC wordt gecreëerd door professionals met een duidelijk marketingdoel voor de merken. Op deze manier kan een merk proberen de aankoopintentie te verhogen en een positieve oordeel ten opzichte van het merk achter te laten in het hoofd van de consument, ook wel merkattitude genoemd (Pelsmacker & Guens, 2005). Enerzijds kunnen gebruikers van Facebook zelf een post creëren over een merk (UGC). Anderzijds kunnen merken een Facebookpost uploaden over hun merk (BGC). De bron van een Facebookpost, een Facebookgebruiker of een merk, kan mogelijk een ander effect teweegbrengen en een andere invloed hebben op aankoopintentie en merkattitude (Garretson & Niedrich, 2004). Daarnaast laten mensen laten zich beïnvloeden door de mensen om hen heen (Bandura, 1963). Deze beïnvloeding komt online tot uiting in de vorm van likes. Het is mogelijk dat deze beïnvloeding van likes ook effect heeft op aankoopintentie en merkattitude. De invloed van de bron en likes op Facebook is wellicht anders voor vrouwen dan voor mannen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen online een hogere mate van privacy waarborgen dan mannen en dus wellicht liever interactie zoeken met individuen die zij al kennen. Dit kan een reden zijn waarom zij wellicht anders reageren op verschillende soorten bronnen dan mannen (Fogel & Nehmad, 2009). In dit onderzoek wordt er gekeken naar de bron van een Facebookpost (UGC versus BGC) en het aantal likes (veel versus weinig) dat een post heeft ontvangen op Facebook en het effect die deze twee variabelen hebben op merkattitude en aankoopintentie. Daarnaast wordt er in dit onderzoek gekeken of er nog verschil is tussen mannen en vrouwen wat betreft het effect van de bron op merkattitude en aankoopintentie. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: 2

4 Welk effect heeft de bron, user-generated content of brand-generated content, en het aantal likes van een bericht op Facebook, op de aankoopintentie van het product en de merkattitude en zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen in deze relaties? In wetenschappelijke context is er al veel onderzoek gedaan naar sociale media en Facebook, maar hier werd de focus vooral op privacy gelegd. Door het onderzoeken van andere aspecten, namelijk het persuasieve karakter van dit sociale medium probeert deze studie bij te dragen aan de wetenschappelijke kennis over persuasieve berichten op Facebook. Dit onderzoek creëert tevens een handvat voor de praktijk. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden door marketeers. De informatie geeft namelijk inzicht of bedrijven zelf content moeten creëren of dat zij dit over moeten laten aan de consument. De onderzoeksvraag zal verder besproken worden in het theoretisch kader, waar er gekeken wordt naar wat er in eerder onderzoek al naar voren is gekomen betreffende de onderwerpen in dit onderzoek. Hier zullen verder aansluitende theorieën besproken worden. Aan de hand van deze theorieën zullen er hypotheses opgesteld worden die worden getoetst in een experiment met online vragenlijst. Na het bespreken van de methode worden de resultaten behandeld, waarna een conclusie en discussie zal volgen. Theoretisch kader Facebook Facebook is een sociale netwerksite waar gebruikers een profiel kunnen creëren met persoonlijke informatie, interesses en foto s. Daarnaast kunnen gebruikers in de onlineomgeving met andere gebruikers Facebookvrienden worden. Facebook is in Nederland het populairste sociale medium met zo n negen miljoen gebruikers (Newcom Research, 2007; Marketing Facts, 2014). Een gemiddelde gebruiker spendeert zo n twintig minuten op een dag aan Facebook en 66 procent van de gebruikers logt tenminste één keer per week in (Cassidy, 2006). De meest voorkomende motivaties voor het gebruik van Facebook zijn het verzorgen en onderhouden van bestaande relaties en het zoeken naar nieuwe relaties (Joinson, 2008; Lampe, Ellison & Steinfeld, 2006). Facebook biedt dus een virtuele omgeving waar sociale interacties kunnen ontstaan en relaties onderhouden kunnen worden. Facebookgebruikers kunnen onder andere participeren in verschillende activiteiten zoals het uploaden van Facebookposts, schrijven op het profiel van vrienden, reageren op Facebookposts, participeren in discussies en het liken van pagina s en Facebookposts. Facebookgebruikers kunnen met hun eigen profiel content creëren. Wanneer een Facebookgebruiker zelf content creëert is dit user-generated content of UGC. UGC is elk materiaal dat gecreëerd en geüpload 3

5 wordt naar het internet door non-media professionals. Dit is een manier waarop consumenten zichzelf online uiten en online communiceren (Boyd & Elisson, 2008). Er is volgens de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) sprake van UGC wanneer er voldaan wordt aan de volgende criteria: content moet 1) voor het grote publiek beschikbaar zijn via het internet, 2) een bepaalde mate van creativiteit bezitten en 3) gecreëerd zijn buiten professionele praktijken. Uit onderzoek blijkt dat personen voornamelijk UGC creëren voor redenen zoals zelfpromotie, intrinsiek plezier en het verlangen om publieke percepties te veranderen (Berthon, Pitt & Campbell, 2008). Via UGC kunnen gebruikers op Facebook hun meningen en interesses delen. Hierbij kan men bijvoorbeeld een bepaald merk aanraden, terwijl dit niet door het merk zelf wordt gepost. Dit kan gezien worden als merkgerelateerde UGC en dit is het soort UGC waar dit onderzoek zich op focust. Daarnaast kunnen merken ook een profiel ontwikkelen op Facebook, dit zijn merkenpagina s. Vanuit deze merkenpagina s kunnen merken Facebookposts creëren en uploaden. Dit soort content wordt brand-generated content of BGC genoemd (OECD, 2007). Dit is content die door media professionals wordt gecreëerd en geüpload met een duidelijk marketingdoel. Facebookgebruikers kunnen deze merkenpagina s en de Facebookposts van deze merkenpagina liken om zo affectie te tonen voor het merk. Wanneer Facebookgebruikers de merkenpagina geliked hebben, zullen de Facebookposts van het merk verschijnen op het nieuwsoverzicht van de gebruiker. Er is daarnaast de mogelijkheid dat de Facebookposts verschijnen op het nieuwsoverzicht, zonder dat de gebruiker de merkenpagina heeft geliked. Dit zijn gesponsorde advertenties, onder deze berichten staat dan het woord gesponsord. De bron en merkattitude Bedrijven zijn zich er van bewust dat zij zich moeten focussen op het ontwikkelen van persoonlijke interactieve relaties met consumenten en hier online op moeten inspelen (Li & Bernhoff, 2011). Op die manier kunnen merken namelijk proberen een positieve evaluatie van het merk achter te laten bij de consument. Deze positieve evaluaties worden ook wel merkattitudes genoemd. Merkattitude is de houding van de consument ten opzichte van het merk. Volgens Bandura (1963) ontwikkelen mensen attitudes, waaronder merkattitudes, op basis van hun omgeving. De social learning theory van Bandura (1963) stelt dat we leren van onze omgeving door observatie en dat we in een sociale context normen, attitudes, motivaties en gedragingen onbewust overnemen. De omgeving en sociale context waar over gesproken wordt, kan mogelijk ook gezien worden als de virtuele omgeving en online-context waar Facebookgebruikers zich bevinden. Consumer socialization theory (Ward, 1974) stelt ook dat 4

6 attitudes zoals merkattitude beïnvloed worden op cognitief, affectief en gedragsniveau door de communicatie tussen consumenten. Deze communicatie tussen consumenten kan tevens online voorkomen door het posten van Facebookberichten. Wanneer de Social learning theory van Bandura (1963) en de consumer socialization theory van Ward (1974) worden toegepast op de online-context van Facebook, kan er wellicht gesteld worden dat merkattitudes die tot uiting komen in een Facebookpost overgenomen kunnen worden. Deze Facebookpost is namelijk een onderdeel van de omgeving waardoor mensen beïnvloed worden. Dus het is mogelijk dat wanneer een Facebookgebruiker een Facebookpost ziet waar in een merk wordt aan geprijsd, hij deze positieve merkattitude uit het Facebookbericht zal overnemen. De mate waarin consumenten een merkattitude overnemen hangt echter ook af van het vertrouwen dat een consument heeft in de bron waar zij door worden beïnvloed. Uit onderzoek van Garretson en Niedrich (2004) blijkt dat vertrouwen in de bron een significant positief effect heeft op merkattitude. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat consumenten de mening van mensen die zij kennen eerder vertrouwen en betrouwbaar achten dan de mening van vreemden (Pornpitakpan, 2004; Morris, Teevan & Panovich, 2010). Een bekende bron wordt dus eerder vertrouwd dan een onbekende bron. Het is aannemelijk te stellen dat een Facebookvriend gezien kan worden als bekende en een merk eerder gezien kan worden als een onbekende. Het kan dan ook verondersteld worden dat een post van Facebookvriend (UGC) eerder als vertrouwd wordt beschouwd dan een post van een merk (BGC) wat volgens Garretson en Niedrich (2004) weer een positieve invloed op merkattitude zou moeten hebben. Hieruit vloeit de volgende hypothese: H1: User-generated content heeft een positievere invloed op merkattitude dan brandgenerated content. De bron en aankoopintentie Aankoopintentie is de bereidheid om een product te kopen. In eerder onderzoek naar de bron en aankoopintentie via het internet is er voornamelijk gekeken naar het effect van elektronische mond-tot-mond reclame. Elektronische mond-tot-mond reclame wordt gedefinieerd als een positieve of negatieve opmerking gemaakt door consumenten over een product of merk, die beschikbaar is voor een groot aantal mensen via het internet (Kietzmann & Canhoto, 2013). Elektronische mond-tot-mond reclame is een vorm van UGC. Theorieën en resultaten uit onderzoeken over elektronische mond-tot-mond of mond-tot-mond reclame in het algemeen, kunnen wellicht in huidig onderzoek ook van toepassing zijn. Uit onderzoek van Katz en Lazarfeld (1955) blijkt dat mond-tot-mond reclame (niet 5

7 online) effectiever was in het beïnvloeden van aankopen dan adverteren. Het is mogelijk dat deze effecten ook van toepassing zijn in een onlineomgeving waarbij mond-tot-mond reclame gezien kan worden als UGC en een advertentie gezien kan worden als BGC. Uit onderzoek van Brown en Reingen (1987) blijkt daarnaast dat de effectiviteit van mond-tot-mondreclame wordt beïnvloed door de sterkte van de sociale band die een consument met de bron heeft. Hierbij kan er onderscheid worden gemaakt tussen weak ties en strong ties. Of er sprake is van een strong tie is afhankelijk van de frequentie van het contact en de sociale relatie. Het is verder aannemelijk te stellen dat de frequentie van contact en de sociale relatie sterker is bij een Facebookvriend (UGC) dan bij een merk (BGC). Hier kan een Facebookvriend dus gezien worden als strong ties en een merk gezien worden als weak ties. Het blijkt dat de meest effectieve vorm van mond-tot-mond reclame uit strong ties voortkwam. Het is aannemelijk dat gebruikers eerder strong ties hebben met Facebookvrienden dan met merken. Op basis van voorgaande resultaten, namelijk dat mond-tot-mond reclame een positiever effect heeft op aankoopintentie dan reclame en dat de meest effectieve mond-tot-mond reclame tot stand komt door strong ties kan dan ook worden verondersteld dat UGC een positiever effect zal hebben op aankoopintentie dan BGC. Hieruit vloeit de volgende hypothese: H2: User-generated content heeft een positievere invloed op aankoopintentie dan brandgenerated content. Likes en merkattitude Facebookgebruikers kunnen informatie op Facebook zoals Facebookposts liken om zo waardering uit te spreken voor deze berichten. Daarnaast kunnen gebruikers ook merkenpagina s en Facebookposts van deze merkenpagina liken om zo waardering te tonen voor het merk. Het is daarbij mogelijk te zien op Facebook hoeveel personen een post liken en ook wie deze post liken. Gebruikers worden, zoals al eerder gesteld, beïnvloed door de omgeving om hen heen (Bandura, 1963). Mensen laten zich beïnvloeden door de mensen om hen heen en hebben de drang zich te conformeren aan de algemene overtuiging in hun omgeving. Dit wordt ook wel het bandwagon effect genoemd (Simon, 1954). Dit is het fenomeen waar bij de snelheid van opname van attitudes of trends toeneemt naarmate meer mensen het idee of de overtuiging al hebben geaccepteerd. De waargenomen populariteit van een object, persoon of entiteit, in dit geval bijvoorbeeld een merk, heeft mogelijk een effect over hoe dit object gezien wordt in het geheel. Dus als het merk als populair wordt gezien is de kans groter dat iemand anders dit merk ook zal waarderen en zijn merkattitude voor dit merk zal stijgen. Deze theorie is 6

8 mogelijk ook toe te passen op de populariteit van Facebookposts. De merkattitude die tot uiting komt in de Facebookpost wordt mogelijk overgenomen omdat deze merkattitude als populair wordt gezien. De populariteit op Facebook kan door gebruikers waargenomen worden in het aantal likes dat een Facebookpost heeft ontvangen. Likes kunnen worden gezien als bepaalde cues waar aan gebruikers de populariteit af kunnen lezen. Het blijkt namelijk dat volgens de theorie van social proof dat mensen kijken naar bepaalde cues als zij niet weten welke attitude, zoals merkattitude, de juiste is. Dit doen mensen omdat zij zich graag conformeren naar de sociale norm (Aronson, Wilson & Akert, 2005). Wanneer Facebookgebruikers een Facebookpost over een merk zien met veel likes, zal dit een cue zijn waar aan de gebruikers de populariteit en de sociale norm af kunnen lezen. Wanneer een Facebookpost over een merk veel likes ontvangt, is het aannemelijk dat de merkattitude in die Facebookpost overgenomen wordt door de gebruiker. Dit gebeurt omdat hij of zij zich wil conformeren aan de norm in deze Facebookpost, in tegenstelling tot een Facebookpost met weinig likes. Merkattitude zal dus eerder beïnvloed worden door een post met veel likes dan een post met weinig likes. Daarnaast kan ook mogelijk het multiple source effect optreden. Multiple source effect ontstaat wanneer een persoon meer waarde hecht aan een idee dat door meerdere personen wordt ondersteund (Harkins & Petty, 1981). In een onderzoek van Lee (2004) bleek dat mensen die van vijf verschillende mensen hoorde dat het product een goed product was, zij hoger op productattitude scoorden dan wanneer zij de goede recensie maar van één persoon hoorden. De hoeveelheid waardering kan op Facebook tot stand komen door de hoeveelheid likes die een Facebookpost ontvangt. Het is mogelijk dat de resultaten van het onderzoek van Lee (2004) ook toepasbaar zijn op merkattitude. In dat geval zal een post met veel likes een positiever effect hebben op merkattitude dan een post met weinig likes. Uitgaande van de resultaten van het onderzoek van Lee en de theorieën van social proof en het bandwagon effect is het mogelijk te stellen dat wanneer een Facebookpost over een merk veel likes heeft, dit een positiever effect zal hebben op merkattitude dan wanneer een Facebookpost over een merk weinig likes heeft. Hieruit vloeit de volgende hypothese: H3: Een post met veel likes zal een positievere invloed hebben op merkattitude dan een post met weinig likes. Likes en aankoopintentie De theorie van gepland gedrag (Azjen & Fishbein, 1977) stelt dat gedrag het beste verklaard kan worden door de intentie die een persoon heeft om het gedrag ook daadwerkelijk uit te voeren. Die gedragsintentie wordt bepaald door drie factoren, namelijk attitude ten aanzien 7

9 van het gedrag, subjectieve norm en de waargenomen gedragscontrole. Een voornamelijk belangrijke factor in dit onderzoek is de subjectieve norm. Subjectieve norm stelt dat mensen graag bij een groep willen horen en hierdoor zijn de meningen en gedragingen van anderen erg belangrijk en van invloed op de gedragsintentie. Mensen kijken naar wat anderen doen of juist niet doen en laten zich daar door beïnvloeden omdat zij de intrinsieke neiging hebben zich te conformeren aan de norm. Een persoon zal vervolgens eerder dit gedrag uit willen voeren als hij ziet dat andere mensen dit ook doen. De gedragsintentie is in dit geval de aankoopintentie. In een onderzoek van Tarikiainen en Sundqvist (2005) is er gekeken naar het effect van subjectieve norm en attitudes op de aankoopintentie. Uit de resultaten bleek dat dat subjectieve norm een significant effect had op aankoopintentie. Deze subjectieve norm komt online tot uiting in de hoeveelheid likes die een bericht heeft. Hoe meer likes een bericht heeft, hoe groter de druk om te voldoen aan de sociale norm en hoe groter de gedragsintentie, in dit geval aankoopintentie, zal zijn. Hieruit vloeit de volgende hypothese: H4: Een post met veel likes heeft een positiever effect op aankoopintentie dan een post met weinig likes. Geslacht, merkattitude en aankoopintentie Zowel mannen als vrouwen zijn frequente internetgebruikers. In 2013 had 93% van de vrouwen internet gebruikt in de laatste drie maanden, bij mannen was dit 95% (United Nations Economic Commission for Europe, 2013). De duur van het gebruik van internet is tussen geslacht gelijk, maar de motivaties van het gebruik van internet verschilt erg (Fallows, 2005). Zo blijkt uit cijfers van Centraal Bureau van de Statistiek dat vrouwen vaker gebruik maken van sociale netwerken als Hyves, Facebook en Twitter dan mannen (57 procent versus 53 procent). Terwijl mannen vaker professionele netwerken gebruiken zoals LinkedIn (26 procent tegen 17 procent). Uit onderzoek van Weiser (2000) blijkt ook dat mannen het internet vooral gebruiken voor het opzoeken van informatie of nieuws. Vrouwen daarentegen gebruiken het internet voornamelijk voor interpersoonlijke communicatie zoals en chatten. Dit is mogelijk te verklaren door de Social Role Theory. De Social Role Theory herkent de historische verdeling in werk tussen vrouwen en mannen waar vrouwen vaak thuis blijven en mannen vaak verantwoordelijkheden hebben buiten het huis, zoals de kost verdienen voor het huishouden. Door deze verschillen in sociaal gedrag, zijn de verwachtingen voor mannen en vrouwen gaan verschillen en zijn deze meegegroeid over meerdere generaties. Mannen en vrouwen worden beheerst door de stereotypering van hun sociale rollen (Eagly, 1987). De Social Role Theory verwacht dat mannen agentic moeten 8

10 zijn, dit houdt in dat zij vooral onafhankelijkheid opzoeken en gefocust moeten zijn op taken zoals het zoeken van informatie, terwijl vrouwen volgens deze theorie juist meer communal zullen handelen, dit houdt onder andere in dat vrouwen gefocust zullen zijn op het vormen van banden door middel van sociale interacties (Fallows, 2005). Het is mogelijk dat deze sociale rol ook tot uiting komt op Facebook. Het is aannemelijk te stellen dat vrouwen eerder sociale banden willen vormen en sociale interacties aan gaan met Facebookvrienden dan mannen en dus ook eerder door Facebookvrienden beïnvloed zullen worden. Het blijkt namelijk zo dat naast dat vrouwen meer interpersoonlijke relaties aangaan online, vrouwen ook een hogere mate van privacy waarborgen en minder van identiteit loslaten dan mannen dit doen op sociale netwerksites (Fogel & Nehmad, 2009). Het is dus mogelijk dat vrouwen eerder interactie zoeken met individuen die zij al kennen en vertrouwen, dan dat mannen dit doen. Het logische gevolg is dat vrouwen ook eerder beïnvloed zullen worden door Facebookvrienden omdat ze mening van hen vertrouwen. Zoals eerder gesteld, blijkt dat er sprake is van een positieve relatie tussen vertrouwen in de bron en merkattitude (Garretson & Niedrich, 2004). Het is aannemelijk te stellen dat vrouwen eerder beïnvloed zullen worden door Facebookvrienden (UGC) dan merken (BGC) omdat merken worden beschouwd als onbekend en vrienden als bekend. Vrouwen zullen eerder een Facebookvriend (UGC) vertrouwen dan een merk (BGC) en zullen dus ook eerder positief beïnvloed worden door UGC dan door BGC. Voor mannen is dit mogelijk een ander verhaal. Volgens Roberts (1991) blijken mannen competitiever ingesteld te zijn en bezitten mannen een meer zelfverzekerde attitude dan vrouwen waardoor zij minder worden beïnvloed worden door de evaluaties van anderen zoals Facebookvrienden (Lundeberg, Fox & Punchochar, 1994). Mannen zullen dus minder beïnvloed worden door Facebookvrienden dan vrouwen omdat zij al genoeg vertrouwen hebben in hun eigen attitudes, zoals merkattitude. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Wolin & Korgaonkar (2003) dat mannen juist eerder beïnvloed worden door online advertenties dan vrouwen. Uit het onderzoek bleek dat mannen een positievere attitude hebben tegenover advertenties online dan vrouwen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat attitude tegenover de advertentie een mediator is voor attitude voor het merk en dit tevens een positief effect heeft op aankoopintentie (Lutz, MacKenzie & Belch, 1983; Shimp & Gresham, 1984). Het is dus aannemelijk te stellen dat mannen eerder attitudes, zoals merkattitude, en gedragingen, zoals aankopen, overnemen van merken, dan vrouwen. Het is daarnaast aannemelijk dat mannen meer beïnvloed zullen worden door merken (BGC) dan Facebookvrienden (UGC) omdat uit onderzoek blijkt dat mannen minder aannemen van de evaluaties van anderen door 9

11 een meer zelfverzekerde attitude (Roberts, 1991; Lundeberg, Fox & Punchochar, 1994). Hieruit vloeien de volgende hypotheses: H5a: Merkattitude wordt bij vrouwen sterker beïnvloed door user-generated content dan bij mannen, merkattitude wordt bij mannen sterker beïnvloed door brand-generated content dan bij vrouwen. H5b: Merkattitude wordt bij vrouwen sterker beïnvloed door user-generated content dan brand-generated content, Merkattitude wordt bij mannen sterker beïnvloed door brandgenerated content dan door user-generated content H6a: Aankoopintentie wordt bij vrouwen sterker beïnvloed door user-generated content dan bij mannen, aankoopintentie wordt bij mannen sterker beïnvloed door brand-generated content dan bij vrouwen. H6b: Aankoopintentie wordt bij vrouwen sterker beïnvloed door user-generated content dan brand-generated content, aankoopintentie wordt bij mannen sterker beïnvloed door brandgenerated content dan door user-generated content Alle bovengenoemde hypothesen worden in figuur 1 weergegeven. Geslacht Bron van het bericht (Usergenerated versus brandgenerated) H1/H2 H5/H6 Merkattitude Aantal likes (veel versus weinig) H3/H4 Aankoopintentie Figuur 1 - Conceptueel model Methode In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een experiment met een online vragenlijst om de onderzoeksvraag te beantwoorden en hypotheses te toetsen. Deze methode is gebruikt omdat hierdoor een causaal verband blootgelegd kan worden tussen de onafhankelijke variabelen bron (namelijk user-generated versus brand-generated) en aantal likes (namelijk veel versus weinig) en de afhankelijke variabelen aankoopintentie en merkattitude. De 10

12 voordelen van een online vragenlijst is dat er gemakkelijk veel mensen bereikbaar zijn en dit een goedkope manier van benaderen is. Nadeel is echter een kans op non-respons en surveymoeheid (Boeije, t Hart & Hox, 2009). Maar door de keuze van steekproef (convenience sample) wordt er verwacht dat er toch veel respondenten de vragenlijst zullen voltooien, aangezien dit nauwe contacten zijn. Experimenteel design Er is gebruik gemaakt van een 2x2 in-between subject design. De twee onafhankelijke variabelen waren de bron (UGC versus BGC) en het aantal likes (veel versus weinig). Dit design is weergegeven in tabel 1. Aantal likes Bron Hoog Laag UGC Conditie 1 (n = 49) Conditie 2 (n = 50) BGC Conditie 3 (n = 52) Conditie 4 (n = 50) Tabel 1 Experimenteel design Steekproef In totaal deden 256 personen mee aan het onderzoek. Deze zijn benaderd door middel van een convenience sample, via Facebook en . Dit is gedaan in verband met de relatief korte tijd waarin de steekproef samengesteld moest worden. Daarnaast is de sneeuwbalmethode toegepast, waarbij respondenten aangemoedigd werden de vragenlijst door te sturen naar kennissen en vrienden. De vragenlijst van dit onderzoek maakte onderdeel uit van een grotere vragenlijst waardoor een grotere steekproef kan worden behaald, binnen de relatief korte tijd die beschikbaar was. Alleen de data relevant voor het beantwoorden van de vraagstelling in dit onderzoek werden uiteindelijk geanalyseerd. Uiteindelijk hebben 201 personen de vragenlijst volledig ingevuld. Respondenten die de vragenlijst niet volledig ingevuld hadden of onmogelijke antwoorden hadden ingevuld zijn verwijderd uit de steekproef, dit waren 55 respondenten. Van de overgebleven respondenten was 44,8% man (n=90) en 55,2% vrouw (n=111). De jongste proefpersoon is 18 jaar oud en oudste 61 jaar oud. Daarnaast heeft 36,3% een VWO opleiding afgerond en deze groep was hiermee de grootste groep binnen de respondenten. Aangezien het onderzoek over Facebook ging was dit een criterium waar een respondent aan moest voldoen. Zij moesten namelijk de vaardigheid hebben om een 11

13 Facebookbericht te begrijpen en de berichten daar binnen te kunnen herkennen. In de vragenlijst werd de vraag gesteld of mensen een Facebook account hadden, wanneer dit niet het geval was werden deze respondenten verwijderd uit de steekproef. De periode waarin de respondenten zijn geworven is van 1 november tot en met 25 november Procedure Voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst kregen respondenten een informatiebrief en consentformulier te lezen. Zij dienden hier mee akkoord te gaan, voor ethische toetsing, voordat zij aan het onderzoek mee mochten doen. De eerste vragen die de respondenten moesten beantwoorden waren enkele vragen over demografische variabelen, namelijk geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Hier werd ook gevraagd of men in het bezit was van een Facebook-account. Zo niet, kon de respondent niet verder deelnemen aan het onderzoek en werd deze automatisch naar het einde van de vragenlijst geleid. Na deze vragen werd het manipulatiemateriaal getoond. Afhankelijk van de conditie kregen de respondenten een korte tekst te zien waar in uitgelegd werd dat zij een Facebookpost te zien zouden krijgen en werd hen gevraagd het manipulatiemateriaal goed in zich op te nemen. Na het zien van het manipulatiemateriaal beantwoordden de respondenten enkele vragen over merkattitude en vervolgens over aankoopintentie, om zo het effect van bron en likes op de afhankelijke variabelen te meten. De laatste vragen gingen over het manipulatiemateriaal die fungeerde als controlevragen. Er werd gevraagd aan de respondenten of zij zich konden herinneren wie de bron was van de Facebookpost en hoeveel likes het bericht had ontvangen. Aan het eind van de vragenlijst werden de respondenten bedankt. De volledige vragenlijst is toegevoegd als bijlage, als bijlage 1. Manipulatiemateriaal In dit experiment was er sprake van een manipulatie van een Facebookpost. Deze is in figuur 2 weergegeven. De onafhankelijke variabele bron was gemanipuleerd door gebruik te maken van twee bronnen; een fictieve Facebookvriend genaamd Lisa Verheul (UGC) of het merk Fruitmand.nl (BGC). Lisa Verheul is een fictief persoon en Fruitmand.nl is een relatief onbekend merk maar bestaat echter wel. Er is gekozen voor deze bronnen om te voorkomen dat respondenten al een bestaande attitude hadden bij deze bronnen. Wanneer respondenten al een bestaande attitude hebben bij deze bronnen, kan dit voor storend effect zorgen op de resultaten. Door het gebruik van deze bronnen is er geprobeerd deze storende effecten te minimaliseren. Elke participant kreeg een Facebookpost te zien over een gezond product, in dit geval een fruitmand. De onafhankelijke variabele likes was gemanipuleerd door gebruik 12

14 te maken van verschillend aantal likes in de condities die getoond werden onder aan het Facebookbericht. De mogelijke aantal likes waren 3, 81 of 286 likes. 3 likes werd gezien als weinig likes in beide condities (UGC en BGC). Er is geen verschil gemaakt tussen weinig likes tussen de UGC-conditie en BGC-conditie. Er is een verschil tussen veel likes tussen de UGC-conditie en de BGC-conditie (81 versus 268). Dit is gedaan omdat 286 likes voor een normale post van een gebruiker relatief veel is. Hierdoor is er de keuze gemaakt om een geloofwaardiger aantal likes aan de UGC-conditie toe te kennen. Respondenten konden ingedeeld worden in vier condities: 1) UGC met veel likes, 2) UGC met weinig likes, 3) BGC met veel likes en 4) BGC met weinig likes. Respondenten zijn random ingedeeld in één van de vier condities. In conditie 1 en 2 zagen de respondenten een Facebookpost gepost door een Facebookvriend genaamd Lisa Verheul die een positief bericht postte over het merk Fruitmand.nl namelijk Net een heerlijke fruitmand besteld via Fruitmand.nl!. Voordat de manipulatie getoond werd, is aan de respondenten gevraagd zich voor te stellen dat Lisa Verheul een vriend is. In conditie 1 had dit bericht veel likes namelijk 81. In conditie 2 werd het bericht ook gepost door Facebookvriend Lisa Verheul maar had het bericht weinig likes namelijk 3. In conditie 3 en 4 werd de Facebookpost gepost door het merk Fruitmand.nl, waar er aangemoedigd werd een fruitmand te bestellen namelijk met de tekst: Bestel nu een heerlijke fruitmand via Fruitmand.nl!. In conditie 3 had deze post veel likes namelijk 268 likes. In conditie 4 had deze post weinig likes, namelijk 3. Figuur 2 - Manipulatiemateriaal 13

15 Pilottest Om er zeker van te zijn dat de online vragenlijst correct is, is er een pilottest uitgevoerd. Deze is uitgevoerd om zo eventuele fouten of onduidelijkheden nog te verwijderen en te verbeteren. Er is een pilottest uitgevoerd onder 10 mensen. Deze zijn door de onderzoeker benaderd. Uit de data blijkt dat de vragenlijst goed begrepen is door de respondenten van de pilot test. Mogelijke spelfouten of onduidelijke formuleringen zijn verwijderd en verbeterd. Metingen Merkattitude Attitude ten opzichte van het merk werd gemeten door middel van een zeven-punts vijf-item semantische differentiële schaal. Deze schaal is in eerder onderzoek van Osgood, Suci en Tannenbaums (1957) gebruikt. Er werden bijvoorbeeld vragen gesteld als: Dit merk komt over als slecht/goed. Hoe lager de score, hoe negatiever de merkattitude. Hoe hoger de score, hoe positiever de merkattitude. Om de betrouwbaarheid van de waarnemingen in het onderzoek en de interne validiteit vast stellen is er een principale-componentenfactoranalyse met varimaxrotatie uitgevoerd. Hieruit bleek dat de vijf items één component vormde met een eigenwaarde boven de 1,00 (eigenwaarde = 3,57) en een verklaarde variantie van 71,43%. Alle factorladingen bleken groter dan 0,66. Uit de betrouwbaarheidsanalyse bleek dat het component betrouwbaar was met een Cronbachs Alpha van 0,90. Dit kan beschouwd worden als een zeer hoge betrouwbaarheid. Daarmee kan deze schaal merkattitude als valide en betrouwbaar gezien worden (M = 3,76; SD = 1,20). Aankoopintentie De schaal van Dodds, Monroe en Grewal (1991) is gebruikt om aankoopintentie te meten in dit onderzoek. Dit was een 3-item schaal die gemeten is op een zeven-punts semantische differentiële schaal. Er werden vragen gesteld als: De kans dat ik dit product ga kopen is laag/hoog. De antwoordmogelijkheden waren gerangschikt van negatief naar positief tegenover aankoopintentie. Hoe hoger de score op de schaal, hoe hoger de aankoopintentie. Uit een betrouwbaarheidsanalyse bleek dat het component betrouwbaar was met een Cronbachs Alpha van 0,86. Dit kan beschouwd worden als een hoge betrouwbaarheid. Daarmee kan deze schaal aankoopintentie als betrouwbaar worden beschouwd (M = 1,82, SD = 0,99). Geslacht De demografische variabele wordt in dit onderzoek gezien als een modererende variabele. 14

16 Deze variabele wordt gemeten door de vraag Wat is uw geslacht? met als antwoord categorieën 1 man, 2 vrouw. Manipulatiecheck Om te controleren of de manipulatie succesvol was, zijn er in de vragenlijst twee vragen toegevoegd om deze te controleren. Er werd hier gevraagd of de respondent zich kon herinneren wie de Facebookpost had gepost, Lisa Verheul of Fruitmand.nl. Daarnaast werd er gevraagd of de respondent zich kon herinneren hoeveel likes het bericht had ontvangen, met antwoordmogelijkheden 3, 81 en 268. Analyseplan Voor de controlevragen ten behoeve van de manipulatiecheck is er gebruik gemaakt van tweebij-tweekruistabellen waarbij het antwoord van de participant werd vergeleken met het juiste antwoord van de experimentele conditie. Om het effect van de bron op merkattitude (H1) en aankoopintentie (H2) te meten is er per hypothese gebruik gemaakt van een eenwegsvariantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA). Dit is de meest geschikte toets omdat het gaat om het effect van één categorische variabele namelijk bron op een numerieke variabele namelijk de schaalvariabele merkattitude en aankoopintentie. De schaalvariabele merkattitude is daarbij tot stand gekomen met een principalecomponentenfactoranalyse met varimaxrotatie. Er is daarnaast een schaalvariabele aankoopintentie door middel van een betrouwbaarheidsanalyse. Om het effect van het aantal likes op merkattitude (H3) en aankoopintentie (H4) te meten is er per hypothese gebruik gemaakt van een eenwegs-variantieanalyse met als categorische variabele likes en numerieke variabelen merkattitude en aankoopintentie. Voor hypothese 5a en 6a zijn er telkens twee eenwegs-variantie analyses uitgevoerd met als afhankelijke variabele respectievelijk merkattitude of aankoopintentie en als onafhankelijke variabele geslacht, door middel van select cases is of alleen de conditie UGC of alleen de conditie BGC geselecteerd. Voor hypothese 5b en 6b zijn er telkens van twee eenwegs-variantie analyses uitgevoerd met als afhankelijke variabele respectievelijk merkattitude of aankoopintentie en als onafhankelijke variabele geslacht, door middel van select cases zijn alleen mannen of alleen vrouwen geselecteerd. Er is voor elke variantieanalyse een Levene s Test uitgevoerd om aan te tonen of van gelijke populatievarianties uit mag worden gegaan. Resultaten Steekproefverdeling De variabelen geslacht en leeftijd waren ongeveer gelijk verdeeld over de condities. 15

17 Conditie 1 bestond voor 44,9% uit mannen (n=22) en voor 55,1% uit vrouwen (n=27) met een gemiddelde leeftijd van 25,67 jaar (SD=10,63). Conditie 2 bestond voor 48% uit mannen (n=24) en voor 52% uit vrouwen (n=26), met een gemiddelde leeftijd van 24,12 jaar (SD- =8,13). Conditie 3 bestond voor 42,3% uit mannen (n=22) en voor 57,7% uit vrouwen (n=30), deze groep had een gemiddelde leeftijd van 27,15 jaar. Conditie 4 bestond voor 44% uit mannen (n=22) en voor 56% uit vrouwen (n=28) met een gemiddelde leeftijd van 27,20 jaar. Hiermee kan worden aangenomen dat significante verschillen in de resultaten de oorzaak zijn van het manipulatiemateriaal en niet de oorzaak zijn van de steekproefverdeling. Controlevariabelen Om te controleren of de manipulatie succesvol was, zijn er aan de respondenten twee vragen gesteld. Ten eerste werd er gevraagd of zij de afzender van het bericht konden herinneren. 80,8% kon zich de juiste afzender in de conditie UGC herinneren (n=80). 19,2% herinnerde zich niet de juiste bron in de conditie UGC (n=19). In de conditie BGC kon 95,1% de juiste bron herinneren (n=97). 4,9% van de respondenten herinnerde zich niet de juiste bron (n=5) in de BGC conditie. Deze resultaten bleken significant van elkaar te verschillen door het toepassen van een Fisher s Exact test (p < 0,000). Ten tweede werd er gevraagd of de respondent zich kon herinneren hoeveel likes het bericht had ontvangen. In de conditie weinig likes kon 99% (n= 99) zich het aantal juiste likes herinneren, waarbij 1,0% zich niet het juiste aantal likes kon herinneren (n= 1). In de conditie veel likes bleek 99% (n= 100) zich het aantal likes juist te herinneren. 1,0% bleek in de conditie veel likes het aantal likes niet juist te herinneren. Deze resultaten blijken significant van elkaar te verschillen, X 2 = 193,114, df = 2, p = 0,000. Deze resultaten tonen aan dat de manipulatie door de respondenten is opgemerkt en als succesvol kan worden beschouwd. Hypothesetoetsing De bron en merkattitude Hypothese 1 is getoetst door gebruik te maken van een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA) met bron als onafhankelijke variabele en de schaal merkattitude als afhankelijke variabele. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F (1,199) = 0,16, p = 0,227. De participanten die zijn blootgesteld aan de conditie UGC hebben een hogere merkattitude (M=4,06; SD=1,09) voor het merk Fruitmand.nl dan participanten in de conditie BGC (M =3,47; SD = 1,22). Het effect van de bron op merkattitude is significant, F(1, 199) = 13,11, p = 0,000, η2 = 0,07. Dit betekent dat met de variabele bron 7,0% van de variabele 16

18 merkattitude verklaard kan worden. Dit is een klein effect. Hiermee wordt hypothese 1 bevestigd. UGC leidt tot een positievere merkattitude dan BGC. De bron en aankoopintentie Hypothese 2 is getoetst door het gebruik van een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA) met bron als onafhankelijke variabele en de schaal aankoopintentie als afhankelijke variabele. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties uit mag worden gegaan, F(1,199) = 0,140, p = 0,708. Het effect van de bron op aankoopintentie is echter niet significant, F (1,199) = 2,12, p = 0,147. Hiermee wordt hypothese 2 verworpen. UGC leidt niet tot een positievere aankoopintentie dan BGC. Het aantal likes en merkattitude Hypothese 3 is getoetst door gebruik te maken van een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA) met likes als onafhankelijke variabele en de schaal merkattitude als afhankelijke variabele. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F(1,199) = 0,91, p = 0,341. De participanten die zijn blootgesteld aan de conditie met veel likes hebben een hogere merkattitude voor het merk Fruitmand.nl (M= 4,01; SD=1,26) dan participanten in de conditie met weinig likes (M=3,51; SD=1,08). Het effect van likes op merkattitude is significant, F (1, 199) = 9,26, p = 0,003, η2 = 0,05. Dit betekent dat met de variabele likes 5,0% van de variabele merkattitude verklaard kan worden. Dit is een klein effect. Hiermee wordt hypothese 3 bevestigd. Een post met veel likes leidt tot een positievere merkattitude dan een post met weinig likes. Het aantal likes en aankoopintentie. Hypothese 4 is getoetst door gebruik te maken van een eenwegs-variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen (ANOVA) met likes als onafhankelijke variabele en de schaal aankoopintentie als afhankelijke variabele. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F(1,199) = 0,62, p = 0,433. Het effect van likes op aankoopintentie is niet significant, F(1, 199) = 1,16, p = 0,283. Hiermee wordt hypothese 4 verworpen. Het aantal likes heeft geen significant effect op aankoopintentie. De bron, merkattitude en geslacht Voor hypothese 5a is er gebruik gemaakt van twee eenwegs-variantie analyses met als afhankelijke variabele merkattitude en als onafhankelijke variabele geslacht, deze werd per 17

19 conditie, UGC of BGC, geanalyseerd. Vrouwen scoorden niet significant hoger in UGCconditie dan mannen, F(1,97) = 1,13, p = 0,290. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F(1,97) = 0,06, p = 0,814. Mannen scoorden ook niet significant hoger in de BGC-conditie dan vrouwen. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F(1,100) = 0,60, p = 0,441. Hiermee wordt H5a verworpen. Voor hypothese 5b is er gebruik gemaakt van twee eenwegs-variantie analyses met als afhankelijke variabele merkattitude en als onafhankelijke variabele bron, deze relatie werd per geslacht, man of vrouw, geanalyseerd. Mannen in de UGC-conditie (M= 3,94;SD= 1,07) bleken een significant hogere merkattitude te scoren dan de mannen in de BGC-conditie (M= 3,35;SD= 1,12), F(1,89) = 6,61, p = 0,012. Dit is tegen de verwachtingen in. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke varianties uit mag worden gegaan, F(1,88) = 0,31, p = 0,580, η2 = 0,08. Dit betekent dat met de variabele bron 8% van de variabele merkattitude kan worden verklaard voor mannen. Vrouwen in de UGC-conditie (M= 4,17;SD= 1,12) bleken een significant hogere merkattitude te scoren dan de vrouwen in de BGC-conditie (M= 3,57;SD= 1,30), F(1,110) = 6,934, p = 0,010, η2 = 0,06. Dit betekent dat met de variabele bron 6% van de variabele merkattitude verklaard kan worden voor vrouwen. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke varianties mag worden uitgegaan, F(1,109) = 1,22, p = 0,272. H5b wordt deels ondersteund. De bron, aankoopintentie en geslacht Voor hypothese 6a is er gebruik gemaakt van twee eenwegs-variantie analyses met als afhankelijke variabele aankoopintentie en als onafhankelijke variabele geslacht, deze relatie werd per conditie, UGC of BGC, geanalyseerd. Vrouwen scoorden niet significant hoger op aankoopintentie in de UGC-conditie dan mannen, F(1,97) = 0,109, p = 0,742. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F(1,97) = 0,05, p = 0,825. Mannen scoorden niet significant hoger in BGC-conditie dan vrouwen. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke populatievarianties mag worden uitgegaan, F(1,100) = 1,33, p = 0,252. Hiermee wordt H6a verworpen. Voor hypothese 6b is er gebruik gemaakt van twee eenwegs-variantie analyses met als afhankelijke variabele aankoopintentie en als onafhankelijke variabele bron, deze relatie werd per geslacht, man of vrouw, geanalyseerd. Mannen in de BGC-conditie bleken een niet significant hogere aankoopintentie te hebben dan de mannen in UGC-conditie, F(1,89) = 2,22, p = 0,140. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke varianties uit mag worden 18

20 gegaan, F(1,88) = 0,34, p = 0,562. Vrouwen in de UGC-conditie bleken niet een significant hogere aankoopintentie te scoren dan de vrouwen in de BGC-conditie, F(1,109) = 0,50, p = 0,481. De Levene s Test heeft aangetoond dat er van gelijke varianties mag worden uitgegaan, F(1,109) = 0,68, p = 0,413. Conclusie en discussie In dit onderzoek is er gekeken naar het effect van de bron van een Facebookbericht en het effect van het aantal likes op merkattitude en aankoopintentie. Er is daarnaast nog gekeken of deze relaties verschillen voor mannen of voor vrouwen. In het onderzoek is er gebruik gemaakt van een experiment met een online vragenlijst. In totaal hebben uiteindelijk 201 respondenten de volledige vragenlijst ingevuld. Dit onderzoek draagt bij aan de kennis over de persuasieve karakter van Facebookposts op Facebook. In het onderzoek staat deze onderzoeksvraag centraal: Welk effect heeft de bron, user-generated content of brand-generated content, en het aantal likes van een bericht op Facebook, op de aankoopintentie van het product en de merkattitude en zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen in deze relaties? Uit de resultaten blijkt dat er een significante invloed is van de bron op merkattitude. Een Facebookpost geplaatst door een Facebookvriend leidt tot een positievere merkattitude dan een Facebookpost die geplaatst is door een merk. Dit ligt in lijn met de verwachtingen. Uit onderzoek blijkt dat consumenten informatie eerder betrouwbaar en geloofwaardiger achten wanneer ze deze ontvangen van bekenden. Daarnaast blijkt dat vertrouwen in de bron een belangrijke mediator is voor het effect van de bron op merkattitude (Morris, Teevan & Panovich, 2010; Garretson & Niedrich, 2004). Dit kan een verklaring zijn waarom UGC een positiever effect heeft op merkattitude dan BGC. Een Facebookvriend kan namelijk gezien worden als een bekend persoon en een merk als een vreemde. Tevens is er gekeken naar het effect van de hoeveelheid likes op merkattitude. Uit de resultaten blijkt dat de hoeveelheid likes een significant effect heeft op merkattitude. Deze invloed kan verklaard worden omdat mensen zich graag conformeren naar de sociale norm. Dit komt tot uiting in de theorie van social proof. Social proof is een vorm van conformiteit, die stelt dat men kijkt naar cues in de omgeving om zo de juiste overtuiging over nemen. Deze cues komen op Facebook tot uiting in de vorm van likes. Een mogelijke verklaring voor de resultaten van dit onderzoek is dat gebruikers de likes van een Facebookpost zien als cue voor het juiste gedrag. Een andere mogelijke verklaring is het multiple source effect (Harkins 19

21 & Petty, 1981) dat stelt dat een persoon meer waarde hecht aan een idee als dat door meerdere personen wordt ondersteund. Dit is mogelijk een verklaring waarom een Facebookpost met veel likes een positiever effect heeft op merkattitude dan een Facebookpost met weinig likes. Uit de resultaten blijkt dat er sprake is van geen significante invloed van de bron op aankoopintentie. Het is mogelijk dat de theorieën over mond-tot-mond reclame die gebruikt zijn voor het onderbouwen van de hypothese gedateerd zijn en niet van toepassing zijn op de online-omgeving van Facebook (Katz & Lazarsfeld, 1955; Brown en Reingen; 1987). Daarnaast had het aantal likes ook geen significante invloed op aankoopintentie. Volgens de theorie van gepland gedrag wordt gedragsintentie bepaald door drie factoren namelijk attitude tegenover het gedrag, subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole (Azjen & Fishbein, 1977). In dit onderzoek is er alleen gekeken naar de factor subjectieve norm als oorzaak voor gedragsintentie. In dit onderzoek is er echter niet gekeken naar de andere twee factoren die medebepalend zijn voor gedragsintentie namelijk attitude tegenover het gedrag en waargenomen gedragscontrole. Deze variabelen zijn in dit onderzoek niet meegenomen. Dit kan een mogelijke verklaring zijn voor de niet-significante resultaten van likes op aankoopintentie in dit onderzoek. Als laatste is er gekeken naar het mogelijke effect van geslacht op de invloed van de bron op merkattitude en aankoopintentie. Vrouwen scoorde niet significant hoger dan mannen in de UGC-conditie voor aankoopintentie en merkattitude en mannen scoorden niet significant hoger in de BGC-conditie dan vrouwen. Er is wel een significant verschil gevonden binnen geslacht voor de verschillende condities. Zo bleek dat vrouwen in de UGC-conditie een significant positievere merkattitude hadden dan de vrouwen in de BGC-conditie. Dit lag in lijn met de verwachtingen. Mannen bleken ook significant te verschillen, maar niet naar de verwachtingen. Mannen in de UGC-conditie bleken een significant positievere merkattitude te bezitten dan mannen in de BGC-conditie terwijl dit effect juist andersom was verwacht. Voor aankoopintentie is er geen verschil gevonden binnen condities. Een mogelijke verklaring voor de niet-significante en onverwachte resultaten is dat Social Role Theory niet meer van toepassing is op de huidige tijdsgeest en dat er geen grote verschillen meer zijn tussen mannen en vrouwen. Net zoals andere onderzoeken heeft dit onderzoek ook een aantal beperkingen. Een grote meerderheid van de participanten is geworven via of Facebook waarbij veel studenten zijn benaderd. De grootste groep respondenten heeft als hoogst afgeronde opleiding VWO genoteerd en er bestaat daardoor een grote kans dat veel respondenten op het moment zelf een wetenschappelijke opleiding volgen. De respondenten zijn wellicht op de 20

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding GEZOND ZENDEN Een onderzoek naar het effect van het type zender van Facebook berichten en de hoeveelheid likes op de koopintentie en de intentie om gezond te gaan eten. Tim Oostvogel 10088016 Afstudeerproject

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Priming en user-generated content: Een nieuwe vorm van marketing?

Priming en user-generated content: Een nieuwe vorm van marketing? Priming en user-generated content: Een nieuwe vorm van marketing? Een onderzoek naar het effect van priming in user-generated content binnen Facebook op koopintentie en merkwaardering. Naam: Anton Bekenkamp

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING?

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? Universiteit van Amsterdam Afdeling Communicatiewetenschap Student: Laura Gaanderse Studentnummer: 5898102 Scriptiebegeleider: dr. Pytrik Schafraad 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Priming: toveren met taal

Priming: toveren met taal 1 Priming: toveren met taal Een onderzoek naar de effecten van priming via user-generated content op merkattitude en merkloyaliteit. Universiteit van Amsterdam Naam Daniël Visser Studentnr 10193758 Datum

Nadere informatie

Zet Instagram aan tot gezonder eten?

Zet Instagram aan tot gezonder eten? Zet Instagram aan tot gezonder eten? Een onderzoek naar de effecten van endorsement en likes op de attitudevorming en koopintentie ten opzichte van gezonde producten. Romy Cluistra (10610995) Afstudeerproject

Nadere informatie

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar?

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Een onderzoek naar het effect van voedings- en gezondheidsclaims op de productattitude en koopintentie van de consument Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Kies mij, ik ben gezond!

Kies mij, ik ben gezond! Kies mij, ik ben gezond! Onderzoek naar het effect van framing van voedingsberichten op de intentie om gezond te eten, een bericht te delen en de gepercipieerde gezondheid van een product Sophie van Overeem

Nadere informatie

Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren?

Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren? Zijn voedingsclaims een gezonde manier van adverteren? Het gebruik van voedingsclaims in traditionele media en nieuwe media. Een experimenteel onderzoek naar de effecten van voedingsclaims op de geloofwaardigheid

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media

Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Bachelor Communicatiewetenschap Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Een onderzoek naar de invloed van voedings- en gezondheidsclaims via sociale media Student: Claudia Wienema Studentnummer:

Nadere informatie

Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties

Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties Een slokje ontspanning of gewoon een slokje thee? Een experiment naar metaforen in Facebook-posts van profitorganisaties Student: Laura van Leijen 3859533 Docent: Prof. dr. mr. Paul van den Hoven Universiteit

Nadere informatie

Crisiscommunicatie en social media: het medium is de boodschap

Crisiscommunicatie en social media: het medium is de boodschap Crisis en social media: het medium is de boodschap Een onderzoek naar de invloed van crisis respons strategieën via social media op reputatie, en de invloed van reputatie op word-ofmouth Roos Bouws 5815193

Nadere informatie

Deze modeblog wordt niet gesponsord

Deze modeblog wordt niet gesponsord Deze modeblog wordt niet gesponsord Onderzoek naar het vermelden van gesponsorde content op Instagram modeblogs op merkattitude en aankoopintentie Nina Noordermeer 10782592 Universiteit van Amsterdam Masterscriptie

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Naam: Anouk Jansen Studentnummer: 10002964 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Communicatiewetenschap Afstudeerproject:

Nadere informatie

Sponsorship disclosures op blogs

Sponsorship disclosures op blogs Sponsorship disclosures op blogs Een onderzoek naar het effect van (de plaats van) sponsorship disclosures op blogs op de attitude ten aanzien van de blogpost, de attitude ten aanzien van het merk en de

Nadere informatie

Foodclaims: onder valse vlag varen?

Foodclaims: onder valse vlag varen? Foodclaims: onder valse vlag varen? Een online experiment naar voedingsclaims en het effect hiervan op de attitude van consumenten. Naam: Nienke Gras Studentnummer: 10365478 Docente: Charlotte Blom Universiteit

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES

OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES Intensief gebruik van Facebook is voor veel Nederlanders verleden tijd, vooral voor de jongste generaties. Toch zijn we social media nog lang niet

Nadere informatie

IPTV in Noordoost-Friesland

IPTV in Noordoost-Friesland IPTV in Noordoost-Friesland een onderzoek onder deelnemers aan een pilot met interactieve televisie Door Junior Consult Agenda Over Junior Consult Het onderzoek Conclusies Aanbevelingen Over Junior Consult

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA Een onderzoek naar sportmotivatie en het effect van de causale oriëntaties uit de Self-Determination Theory Naam: Britta Glimmerveen Studentnummer: 10251642

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Social shopping: het nieuwe online winkelen. Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties

Social shopping: het nieuwe online winkelen. Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties Social shopping: het nieuwe online winkelen Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties Door: Margriet de Kroon (5673941) Masterscriptie Afdeling: Communicatiewetenschap;

Nadere informatie

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS EN MERKRESPONSEN BIJ BLOGS STUDENT: BYNETTE STAM STUDENTNUMMER: 10837922 AFSTUDEERRICHTING: COMMUNICATIEWETENSCHAP: PERSUASIEVE

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten.

Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten. Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten. Bob Hartsink 10261745 10 juni 2014 Afstudeerscriptie persuasieve communicatie

Nadere informatie

Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen

Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen Een onderzoek naar evenementsponsoring door alcoholmerken en de invloed op de merkattitude en koopintentie van de consument. Yoeri Wegman 10479279 Werkgroep

Nadere informatie

Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare?

Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare? Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare? Een onderzoek naar het effect van webcare op Facebook en de tone of voice hiervan op merkattitude en aankoopintentie Marlotte van den Dries U0554557 Master

Nadere informatie

De Subjectieve Norm op Facebook. Effecten van het aantal likes en shares bij entertainmentberichten op Facebook. Daan Cohen.

De Subjectieve Norm op Facebook. Effecten van het aantal likes en shares bij entertainmentberichten op Facebook. Daan Cohen. De Subjectieve Norm op Facebook Effecten van het aantal likes en shares bij entertainmentberichten op Facebook Daan Cohen 626868 Juni 2014 Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Tilburg

Nadere informatie

Angst zaaien, problemen oogsten

Angst zaaien, problemen oogsten Angst zaaien, problemen oogsten Experiment naar de effecten van nieuwsframes en attitudes over de vluchtelingencrisis op de angst voor terrorisme Sterre Burgers, 10581928, Universiteit Van Amsterdam Bachelor

Nadere informatie

Sportclubs en Sociale Media

Sportclubs en Sociale Media Sportclubs en Sociale Media Wilko de Graaf DSO, 7 november 2013 Sportclubs en Sociale Media Mike Muller en Wilko de Graaf Kenniskring Sport, Management en Ondernemen Domein Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg

Nadere informatie

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL...

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL... Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Kien Het Nederlandse Donateurspanel In dit rapport leest u de laatste ontwikkelingen rondom het donateursvertrouwen

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Kortingscode gebruik onder online shoppers in Nederland

Kortingscode gebruik onder online shoppers in Nederland Kortingscode gebruik onder online shoppers in Nederland 5 jaar geleden deed de kortingscode haar intrede in Nederland. Met een kortingscode (ook bekend als actiecode) kan extra korting worden verkregen

Nadere informatie

Een gouden plak of een knappe kop?

Een gouden plak of een knappe kop? Een gouden plak of een knappe kop? Experimenteel onderzoek naar de effecten van de mate van aantrekkelijkheid en sportprestaties van een sportendorser op merkattitude. Ekki Lemmink 10590668 Afstudeerproject

Nadere informatie

GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME.

GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME. GOUDEN SPORT MANNEN EN HUN EFFECT OP RECLAME. Celebrity Sport Endorsement Elise Beelen 10217843 Afstudeerproject Persuasive Communicatie 13 januari 2014 Werkgroep 3 Rhianne Hoek Aantal woorden: 7489 Bachelor

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

OW 10.2440. Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design

OW 10.2440. Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design OW 10.2440 Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design Bij de opleiding International Game Architecture and Design zijn de studenten die gestart zijn

Nadere informatie

6,9. Spreekbeurt door een scholier 1336 woorden 4 oktober keer beoordeeld. Nederlands

6,9. Spreekbeurt door een scholier 1336 woorden 4 oktober keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 1336 woorden 4 oktober 2016 6,9 28 keer beoordeeld Vak Nederlands Spreekbeurt Facebook Facebook is een online, gratis sociaalnetwerksite. Het hoofdkantoor van het bedrijf

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Vrijwilligers en social media

Vrijwilligers en social media Inspiratiesessie Welkom! Introductie Agenda voor vandaag Vrijwilligers & social media De cijfers Facebook LinkedIn De verschillen In de praktijk Randvoorwaarden Ken uzelf! Thema s Vacaturetekst Vrijwilligers

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Een experimentele studie naar de gezondheidsperceptie van consumenten betreffende gezondheidsclaims over gezonde producten Lisa Baesjou 10175938

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Uitwerking Case Social media-kanalen

Uitwerking Case Social media-kanalen Uitwerking Case Social media-kanalen Naam: Lorianne Hooijmans & Dennis Langeveld Docent: Isolde Sprenkels Groep: B13 1. Facebook Facebook kent de meeste gebruikers op social media. De gebruikers gebruiken

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

College 6 Eenweg Variantie-Analyse

College 6 Eenweg Variantie-Analyse College 6 Eenweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 11, 1 (t/m p. 55) - MM&C: Hoofdstuk 1 (t/m p. 617), p. 63 t/m p. 66 - Aanvullende tekst 6, 7 en 8 Jolien Pas ECO 01-013 Het Experiment: een voorbeeld

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De effectiviteit van non-verbale communicatie

De effectiviteit van non-verbale communicatie De effectiviteit van non-verbale communicatie Een onderzoek naar de invloed van nonverbale communicatie op de waardering van reclamemodellen onder Nederlandse en Surinaamse consumenten Masterthesis Graduate

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: 7999 JOLIJN DE

Nadere informatie

PERSUASIVE DESIGN Waarom R eview m arketing onmisbaar is voor jouw startup webshop PIEN DE LAAT

PERSUASIVE DESIGN Waarom R eview m arketing onmisbaar is voor jouw startup webshop PIEN DE LAAT PERSUASIVE DESIGN Waarom Review marketing onmisbaar is voor jouw startup webshop PIEN DE LAAT I n h o u d s o p g a v e Inleiding Consumenten over online reviews Review marketing onderzoek Review marketing

Nadere informatie

I want you to work out!

I want you to work out! I want you to work out! Een experiment naar de persuasieve kracht van de bron, het frame en de sociale omgeving op de attitude ten opzichte van sport. Universiteit van Amsterdam - Communicatiewetenschap

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA 12.1 Eenweg analyse van variantie Eenweg en tweeweg ANOVA Wanneer we verschillende populaties of behandelingen met elkaar vergelijken, dan zal er binnen de data altijd sprake

Nadere informatie

Liken, Liken niet Kopen

Liken, Liken niet Kopen Liken, Liken niet Kopen Onderzoek naar de kracht van likes op Instagram en hun invloed op de koopintentie en merkattitude Eva ten Doeschate Studentnummer:10191151 Aantal woorden: 7287 Afstudeerproject:

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Nationale Social Media Onderzoek 2019

Nationale Social Media Onderzoek 2019 Nationale Social Media Onderzoek 2019 Het grootste trendonderzoek van Nederland naar het gebruik en verwachtingen van social media #NSMO Uitgevoerd door: Newcom Research & Consultancy B.V. Auteurs: drs.

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie