FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN
|
|
- Kurt Peeters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: 7999 JOLIJN DE RIDDER BACHELOR THESIS COMMUNICATIEWETENSCHAP Afstudeerrichting PERSUASIEVE COMMUNICATIE Afstudeerdocent: DR. L.R. SALOME JUNI 2015 ACADEMIEJAAR
2
3 Samenvatting In de laatste jaren lijken de sociale media, naast de traditionele media, een grote rol te spelen in de beïnvloeding van individueel en groepsgedrag. De huidige trend op sociale media verspreidt de populaire cultuur van een healthy lifestyle, waar voornamelijk vrouwen zich bij willen aansluiten. Dit kan consequenties hebben, omdat de bijbehorende gedragingen in ongezonde mate kunnen worden doorgevoerd. De kans is groot dat deze gedragsintenties door online sociale steun verder worden aangewakkerd. Dit is namelijk ook een bekend effect van offline sociale steun. In deze studie is onderzocht of de mate van zichtbare online sociale steun, die healthy lifestyle bloggers door middel van likes krijgen, effect heeft op de mate van de sport- en gezonde eetintentie van de informatieontvanger. Daarnaast is het eventuele effect van het bestaande eigen lichaamsbeeld meegenomen. Vrouwen met een negatief lichaamsbeeld worden mogelijk eerder beïnvloed door zichtbare sociale steun, die bloggers ontvangen voor hun perfecte uiterlijk. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een experiment met een online vragenlijst bij vrouwen (N = 211) tussen de 18 en 35 jaar. Uit de resultaten bleek onverwacht dat de mate van sociale steun in een online omgeving geen effect heeft op de sport- en gezonde eetintentie en dat het lichaamsbeeld hier ook geen rol bij speelt. Online sociale steun in de vorm van likes, heeft dus niet dezelfde effecten op gedragsintenties als offline sociale steun.
4 Inhoudsopgave 1. Inleiding blz Theoretisch kader blz Sociale steun blz Sociale media blz Healthy lifestyle blz Gedragsintentie blz Lichaamsbeeld blz Conceptueel model blz Methode blz Het experimentele design blz Steekproef blz Stimulusmateriaal blz Pre-test blz Procedure blz Meetinstrument blz Afhankelijke variabele blz Modererende variabele blz Manipulatiecheck blz Demografische variabelen blz Resultaten blz Manipulatiecheck blz Controlevariabelen blz Hypothesetoetsing blz Conclusie & Discussie blz Conclusie blz Beperkingen blz Aanbevelingen blz Literatuurlijst blz Bijlage I: Onderzoeksinstrument blz Bijlage II: Stimulusmateriaal blz. 30
5 1. Inleiding In de loop der jaren ontstaan telkens nieuwe trends in de maatschappij om een bepaalde levensstijl aan te nemen. De huidige trends zijn geënt op een gezonde levensstijl, die veel op online platformen terug te vinden zijn. Beelden van jonge, gezonde en voornamelijk slanke personen worden getoond. Er is veel aandacht voor voeding en beweging. Het ideaalbeeld wordt online voornamelijk door vrouwelijke bloggers gepresenteerd, als een nieuwe manier van leven met extreem gezond eten en buitengewoon veel sportactiviteit (Vyncke, 2002; Grabe, Ward, & Hyde, 2008). Deze gedragingen horen bij een healthy lifestyle, de trend die overheerst op sociale media en niet meer is weg te denken uit de huidige maatschappij. De evident grote impact hiervan is de aanleiding om in deze studie de gedragsintentie te onderzoeken, in hoeverre mensen de healthy lifestyle van bloggers willen overnemen. Als bepaalde onderwerpen op de sociale media veel sociale steun ontvangen, door bijvoorbeeld likes en reacties, zorgt dit mogelijk voor een intentie bij mensen om bepaalde gedragingen over te nemen. Op sociale platformen staat interactie tussen zender en ontvanger centraal (Oh, Ozkaya, & LaRose, 2014). Online sociale steun verzenden en ontvangen speelt een hier grote rol in en wordt als één van de belangrijkste voordelen ervaren bij het gebruik van sociale netwerksites. Huidig onderzoek laat zien dat offline sociale beïnvloeding effecten heeft op de gedragsintentie (Ståhl et al., 2001; Oh et al., 2014). Sociale steun in een offline omgeving, ofwel het verbaal en non-verbaal uitwisselen van waardering, moedigt namelijk een bepaald gedrag aan. Of dit ook geldt voor sociale steun in een online omgeving, wordt in deze studie onderzocht. De verwachting is dat vergelijkbare effecten optreden bij de informatieontvanger. Online sociale steun is namelijk van invloed op de sociale norm, die er voor zorgt dat bepaald gedrag als gewenst kan worden ervaren (Oh, et. al., 2014). De sociale norm is een voorspellende factor voor de intentie om dit gedrag daadwerkelijk uit te voeren, omdat dit laat zien wat anderen van het gedrag vinden (Ajzen, 1991). Sociale normen kunnen er ook voor zorgen dat een persoon graag tot een bepaalde groep wil horen (Luhtanen & Crocker, 1992). De meningen, die door online sociale steun naar voren komen, en gedragingen van mensen uit deze groep hebben dan grote invloed. Als de bloggers van een healthy lifestyle met hun presentatie veel online sociale steun ontvangen, zouden volgers dus een sterker belang kunnen voelen om hier bij te horen en de gedragingen sneller willen overnemen. 1
6 Een andere reden die er toe leidt dat mensen eerder vatbaar zouden zijn voor de overtuiging om de healthy lifestyle over te nemen, is de sterke stijging van de aan deze trend gerelateerde online promotie (Koven & Abry, 2015). De gemiddelde persoon wordt overspoeld met adviezen en waarschuwingen over voeding, sport en gezondheid. Het lijkt positieve informatie die ervoor kan zorgen dat mensen gezonder zullen leven. Echter, de keerzijde is dat het ook kan zorgen voor een problematisch streven naar een haast onbereikbare uiterlijke perfectie. Dit zou betekenen dat de zichtbare sociale steun in een online omgeving ook negatieve invloeden met zich meebrengt. Deze negatieve invloeden kunnen opspelen bij personen die al een bepaalde vorm van gezondheidsangst kennen. Deze angst kan door online informatie over een healthy lifestyle worden verergerd (Koven & Abry, 2015). Dit is een nieuw fenomeen dat ook wel 'cyberchondria' wordt genoemd en hoort bij de ziekte orthorexia, een recent geconstateerde eetstoornis. Aangezien de symptomen van deze stoornis een belangrijk kenmerk van de healthy lifestyle cultuur vormen, wordt deze stoornis voornamelijk door de online omgeving getriggerd. Omdat de verergerde angsten niet direct zichtbaar zijn, is het lastig te bepalen wanneer de gezondheidsacties ziekelijke proporties aannemen. Toch wordt orthorexia steeds vaker vastgesteld. Dit is zorgwekkend, vooral omdat de vermoedelijke aanstichters, sociale media, alsmaar blijven doorgroeien en de healthy lifestyle steeds meer aandacht geven. Aangezien de online omgeving een groot aandeel heeft in deze eetstoornis, betekent dit dat veel zichtbare sociale steun een mogelijke prikkel is voor de wanordelijke gezondheidsacties. Om deze reden is orthorexia een syndroom dat meer wetenschappelijke aandacht verdient. Dat de presentatie van de healthy lifestyle negatieve invloeden met zich meebrengt, komt door het scheve beeld van de werkelijkheid dat de media presenteren (Grabe et al., 2008). Het is bekend dat vrouwen het meest vatbaar zijn voor deze invloeden. De eenzijdige gerichtheid op een perfect uiterlijk van vrouwen zorgt namelijk voor een ideaal van het lichaam dat voor de meeste vrouwen buiten bereik valt. Ze zullen zichzelf wel of niet kunnen identificeren met de healthy lifestyle-bloggers, waar het bestaande lichaamsbeeld een mogelijke rol bij speelt. Ten opzichte van 38% van de mannen, vindt maar liefst 62% van de vrouwelijke Europese studenten zichzelf te dik (McDermott et al., 2014). Dit leidt ertoe dat vrouwen, door een negatiever lichaamsbeeld, meer aandacht besteden aan hun uiterlijk en sneller wanordelijke sport- en eetgedragingen ontwikkelen, wellicht aangespoord door actief bezoek aan healthy lifestyle-blogs. Het eigen lichaamsbeeld kan dus meespelen in de manier waarop mensen online gezondheidsinformatie op sociale media, met een bepaalde mate van sociale steun, 2
7 verwerken en overnemen. Omdat het van belang is het eventuele effect hiervan onderdeel te maken van onderzoek, brengt het voorgaande de volgende onderzoeksvraag met zich mee: RQ: In hoeverre heeft veel of weinig sociale steun in een online omgeving invloed op de intentie om een healthy lifestyle over te nemen en in hoeverre speelt het eigen lichaamsbeeld hierbij een rol? 3
8 2. Theoretisch kader 2.1 Sociale steun Sociale steun wordt gedefinieerd als de hulpbronnen of hulpmiddelen die uitgewisseld worden tussen individuen door interpersoonlijke banden (Oh et al., 2014). Offline sociale steun houdt de uitwisseling van verbale en non-verbale boodschappen in, die op een emotionele of informatieve wijze waardering naar een persoon communiceren (Barnes & Duck, 1994). In een offline omgeving is het fenomeen al veel onderzocht en zijn verschillende effecten bekend. In deze studie wordt onderzocht of deze effecten ook gelden in een online omgeving, waar sociale steun terug te vinden is op sociale netwerksites. Sociale netwerksites worden gedefinieerd als webapplicaties die toestaan dat hun gebruikers een profiel construeren die andere gebruikers kunnen zien (Oh et al., 2014). Hiermee zorgen deze webapplicaties voor aansluiting met andere gebruikers. Het concept om online sociale steun te kunnen ontvangen, is één van de belangrijkste voordelen die sociale netwerkgebruikers ervaren tijdens het netwerken. Hiermee kan dit concept de positieve invloeden van online sociale netwerken verklaren. Dat er positieve invloeden zijn, blijkt voornamelijk uit het feit dat veel online sociale steun van familie, vrienden en onbekenden wordt ervaren als aanmoedigende interactie door middel van likes, reacties en volgers (Oh et al., 2014; Hochman & Manovich, 2013). Dit geldt voornamelijk voor vrouwen, omdat zij in vergelijking tot mannen gevoeliger zijn voor sociale steun (Ståhl et al., 2001). Het is bekend dat sociale steun in een offline omgeving invloed kan hebben op iemands levensstijl, waardoor gedragsveranderingen kunnen worden aangewakkerd (Story, Kaphingst, Robinson-O'Brien, & Glanz, 2008). Over de ervaring van sociale steun in een online omgeving is nog niet bekend of het daadwerkelijk voor een gedragsverandering kan zorgen, maar wel dat het twee belangrijke psychologische uitkomsten heeft (Oh et al., 2014). Eén daarvan is het gevoel van een gemeenschap, ofwel het behoren tot een groep waarbinnen leden zich identieke eigenschappen toedichten en afhankelijkheid voelen (Sarason, 1974). Er wordt gesteld dat het ervaren van online ondersteunende interactie nauw verbonden is met een gevoel van gemeenschap (Oh et al., 2014). De tweede psychologische uitkomst is de mate van tevredenheid met het leven, die positief of negatief kan zijn (Scheufele & Shah, 2000). Het is gebleken dat er een positief verband bestaat tussen sociale steun en de tevredenheid met het leven (Oh et al., 2014). 4
9 Op basis van deze uitkomsten zal iemand die veel online sociale steun ontvangt stimulerender over komen op anderen voor een gedragsverandering, dan iemand die weinig online sociale steun ontvangt. Mensen willen immers graag het gevoel hebben dat ze bij een gemeenschap horen en willen tevreden zijn met hun leven. Het effect van online sociale steun op de intentie om het gedrag te veranderen, kan worden verklaard met de Social Learning Theory. Deze theorie is oorspronkelijk opgesteld om de werking van offline sociale steun uit te leggen en stelt dat men leert van het gedrag van anderen, ook wel observationeel leren genoemd (Bandura, 1977). Door te zien hoe anderen gedrag uitvoeren en welke gevolgen dit heeft, leren mensen om te gaan met bepaalde situaties. Online zal dit hetzelfde werken. Mensen zullen aan de mate van de sociale steun zien of de gedragingen die horen bij de aangehouden levensstijl positieve gevolgen hebben op de reacties van de omgeving. Bij veel sociale steun zal het gedrag dus aangemoedigd worden, waardoor mensen de neiging hebben om te doen wat anderen doen en zich aan te passen aan de (veranderde) sociale norm. Bij de sociale norm kan onderscheid worden gemaakt tussen een descriptieve norm, die later in het theoretisch kader aan bod komt, en een injunctieve norm, die het effect van online sociale steun verder kan verklaren. Sociale injunctieve normen weerspiegelen namelijk de perceptie van wat anderen belangrijk vinden en goedkeuren of hoe men denkt dat ze zich zouden moeten gedragen (White, Smith, Terry, Greenslade, & McKimmie, 2009). Ze hebben betrekking op het ervaren van sociale druk van anderen om een bepaald gedrag uit te voeren. Sociale injunctieve normen motiveren acties door de nadruk te leggen op de mogelijke sociale 'beloningen' en 'straffen', waardoor men het gedrag wel of niet uit gaat voeren. Online worden deze beloningen zichtbaar door sociale steun in de vorm van bijvoorbeeld het aantal likes, waardoor mensen denken dat ze dit gedrag moeten uitvoeren om goedgekeurd te worden door hun omgeving. 2.2 Sociale media Het gebruik van sociale netwerksites is in voormalige studies op verschillende manieren geoperationaliseerd. Eén daarvan is tijdsbesteding aan websites, om te meten of er actief of passief gebruik wordt gemaakt van sociale media (Davenport, Bergman, Bergman & Fearrington, 2014). Actief gebruik verwijst naar interactie met het platform als een maker van inhoud. Passief gebruik verwijst naar interactie als een consument van de inhoud. Deze studie onderzoekt of de passieve gebruiker wordt beïnvloed door sociale steun. 5
10 Veel zichtbare sociale steun op sociale media kan een overtuigende werking hebben, doordat overtuigende communicatie voor een attitudeverandering ten opzichte van het gedrag kan zorgen. In een offline omgeving kan deze verandering, aan de hand van het Elaboration Likelihood Model, middels twee processen van informatieverwerking geschetst worden (Petty & Cacioppo, 1986). De twee fundamentele processen die ten grondslag liggen aan de effectiviteit van overtuigende communicatie zijn centrale en perifere informatieverwerking. Centrale boodschappen bevatten eindeloos veel informatie die de boodschap ondersteunen om de attitude langdurig te veranderen (Petty & Cacioppo, 1986). Hiervoor moet de ontvanger gemotiveerd en in staat zijn om de informatie te verwerken. Op sociale netwerksites zal dit minder snel voorkomen, door de korte berichtgeving en snelle verspreiding van informatie (Hu, Manikonda & Kambhampati, 2014). Hierdoor zal eerder gebruik gemaakt worden van perifere boodschappen, waarbij met oppervlakkige technieken op de emoties van de ontvanger wordt ingespeeld (Petty & Cacioppo, 1986). Eén perifere techniek die goed aansluit op dit onderzoek, is het sociale bewijs. De ontvanger wordt beïnvloed door wat er om diegene heen gebeurt op sociale media. Als de omgeving hetzelfde gedrag uitvoert, wordt de attitude ten opzichte van dit gedrag positief veranderd. Mensen zoeken dus naar sociaal bewijs om te kijken of hun gedrag overeenkomt met gedrag van anderen, of dat ze hun gedrag moeten aanpassen (White et al., 2009). Een manier om deze individuele behoeften te vervullen, is door mensen te ontmoeten via sociale netwerksites (Raacke & Bonds-Raacke, 2008). Dit fenomeen is te verklaren met één van de drie aannames van de Uses and Gratifications Theory (UGT), namelijk dat mensen media gebruiken om hun specifieke behoeften te vervullen en doelen te bereiken. Mensen kiezen bewust welke mediabron ze voor welk doeleinde willen gebruiken. 2.3 Healthy lifestyle Levensstijl wordt gedefinieerd als de manier waarop mensen leven, op basis van hun activiteiten, interesses en opinies, ook bekend als de AIO-benadering (Vyncke, 2002). Het is de manier van handelen die groepen mensen onderscheidt van andere groepen. Op basis van de AIO-benadering kan de huidige online trend van een healthy lifestyle onderzocht worden. Deze wordt voornamelijk door jonge vrouwen nageleefd, die de levensstijl definiëren als gezond eten en voldoende sporten (Wright, O flynn & Macdonald, 2006). Een bepaalde levensstijl wordt gevormd als meerdere mensen besluiten zich te onderscheiden en aan te passen aan de bijbehorende gedragingen ervan. Zo ontstaat een sociale groep, die een verzameling vormt van individuen die zichzelf zien als lid van dezelfde 6
11 sociale categorie (Luhtanen & Crocker, 1992). Het is van belang voor het zelfbeeld en het sociale gedrag van individuen dat ze tot een sociale groep behoren. Dit belang wordt expliciet erkend in de Sociale Identiteitstheorie (Luhtanen & Crocker, 1992). Sociale identiteit kan voortkomen uit een groepslidmaatschap door specifieke gedragingen die bij een levensstijl horen na te volgen. De Sociale Identiteitstheorie stelt dat het zelfbeeld van een persoon en of deze persoon zich bij een bepaalde groep zou willen aansluiten door twee aspecten worden bepaald. De persoonlijke identiteit, die verwijst naar hoe mensen zichzelf zien als individuen, en de sociale identiteit, die verwijst naar hoe zij de sociale groepen waartoe ze behoren zien. Mensen die tot een sociale groep willen horen, moeten mogelijk hun levensstijl daaraan aanpassen. De reden dat mensen zich anders willen gedragen, kan met de descriptieve norm worden verklaard. Descriptieve normen weerspiegelen de perceptie of andere mensen het specifieke gedrag ook uitvoeren (White et al., 2009). Dit zijn algemene normen die gelden. Ze beschrijven wat typisch of normaal is en motiveren actie door aan te tonen wat de waarschijnlijk gewenste acties zijn. Dit is terug te zien bij de adaptatie van een healthy lifestyle. Aangezien de acties die bij deze levensstijl horen steeds omvangrijkere vormen aannemen, wordt gezond eten en voldoende sporten steeds meer als het gewenste en normale gedrag gezien (Grabe et al., 2008). Als mensen deze gedragingen in buitensporige mate uitvoeren en anderen hierin zullen volgen, verklaart dit ook waarom de verspreiding van de healthy lifestyle mogelijk ook negatieve gevolgen kan hebben. 2.4 Gedragsintentie Een gedragsintentie wordt gedefinieerd als de neiging hebben om bepaald gedrag uit te voeren, ongeacht de werkelijke prestaties van het gedrag (Ajzen, 1991). Op basis van deze definitie kan de intentie om de healthy lifestyle aan te nemen worden geconceptualiseerd als de mate waarin iemand geneigd is om gedrag aan te nemen waarin sporten en gezond eten centraal staat, ongeacht of dit in werkelijkheid ook wordt uitgevoerd. Voordat een persoon tot de intentie komt om een bepaald gedrag uit te voeren, moet deze persoon bepaalde overtuigingen hebben over dit gedrag. Volgens de Theory of Planned Behavior wordt menselijk handelen geleid door drie verschillende overtuigingen (Ajzen, 2002). Ten eerste zorgen gedragsovertuigingen voor een gunstige of ongunstige attitude ten opzichte van bepaald gedrag. Ten tweede resulteren normatieve overtuigingen in het ervaren van sociale druk of de sociale norm. Ten derde leiden controle overtuigingen tot de 7
12 eigen waargenomen gedragscontrole door de aanwezigheid van factoren die de prestaties van het gedrag kunnen vergemakkelijken of belemmeren. De attitude ten opzichte van het gedrag, de sociale norm en de waargenomen gedragscontrole zijn ontwikkelingen die samen leiden tot de vorming van een gedragsintentie. Door de eerder besproken effecten van online sociale steun op gedragsintenties kunnen in relatie tot de healthy lifestyle de volgende aannames worden gedaan. Online sociale steun kan een positieve attitude vormen ten opzichte van de gedragingen van een healthy lifestyle door veel zichtbare waardering van dit gedrag. Daarnaast geeft sociale steun de sociale normen weer. Het laat zien wat de online sociale omgeving als gewenst gedrag ziet, in dit geval de healthy lifestyle. Bovendien werkt sociale steun positief uit op de waargenomen gedragscontrole. Als blijkt dat veel anderen in staat zijn zich aan de gedragingen van een healthy lifestyle aan te passen, denkt iemand dit zelf ook te kunnen. Omdat veel online sociale steun op basis van deze ontwikkelingen kan zorgen voor een sterke intentie om healthy lifestyle gedragingen over te nemen, volgt de eerste hypothese: H1: Het presenteren van een healthy lifestyle op sociale media met veel sociale steun vergroot de intentie om deze lifestyle over te nemen meer dan bij weinig sociale steun. 2.5 Lichaamsbeeld Het lichaamsbeeld verwijst naar een persoonlijk gevoel van de eigen fysieke verschijning van een persoon en de perceptie van hoe anderen deze persoon zien, die positief en negatief kan zijn (McDermott et al., 2014). Het lichaamsbeeld wordt beïnvloed door vele factoren, waaronder geslacht, persoonlijkheidstype en culturele en sociale normen. Daarnaast is het van grote invloed op sociale interacties en relaties. Individuen met een negatief lichaamsbeeld kunnen gevoelens van schaamte, ongemak en angst ervaren over hun fysieke verschijning. Uit onderzoek is gebleken dat bepaalde zorgen over het lichaamsbeeld de gedachten, gevoelens en gedragsreacties beïnvloeden (Van den Berg, Thompson, Obremski-Brandon, & Coovert, 2002). Het slanke schoonheidsideaal via de media, het lichaamsbeeld en de daaraan gerelateerde consequenties, zoals verstoord eetgedrag, hebben gezorgd voor een toenemende aandacht voor dit fenomeen. Een manier waarop het lichaamsbeeld kan worden aangetast, is door de afschildering van lichamen door de media (Grabe et al., 2008). In huidig onderzoek naar de effecten van geïdealiseerde mediabeelden, wordt de Social Comparison Theory gebruikt (Dittmar & 8
13 Howard, 2004; Tiggemann & McGill, 2004). Deze theorie stelt dat wanneer objectieve middelen om het eigen lichaamsbeeld te beoordelen niet beschikbaar zijn, de vergelijking met andermans lichaamsbeeld vaak wordt aangehaald. Een dergelijke vergelijking is fundamenteel menselijk. Dit heeft alles te maken met de descriptieve norm: hoe het hoort te zijn, dus hoe de ontvanger ook wil zijn (White et al., 2009). Als het eigen lichaam niet voldoet aan de geldende normen, kan iemand zichzelf negatief evalueren en een negatief lichaamsbeeld ontwikkelen. Het is aannemelijk dat een persoon met een negatief lichaamsbeeld, zichzelf vaak vergelijkt met anderen en daarmee vatbaarder is voor de overtuiging om een healthy lifestyle aan te moeten nemen. De bijbehorende beelden van deze levensstijl laten namelijk de uiterlijke perfectie zien, die ze ook bij zichzelf willen zien. Of een persoon bepaald gedrag wil uitvoeren wordt bepaald door verwachtingen en beloningen, stelt de Social Cognitive Theory (Rosenstock, Strecher, & Becker, 1988). Beloningen zijn de waargenomen gewaardeerde effecten van een gewijzigde levensstijl, zoals bijvoorbeeld veel zichtbare sociale steun. Als mensen zien dat anderen beloond worden om hun gedrag, dan zullen zij zich sneller aanpassen aan dit gedrag in de verwachting dat hun huidige levensstijl anders een bedreiging vormt, bijvoorbeeld voor gezondheid of uiterlijk. Als iemand een negatief lichaamsbeeld heeft, zal diegene het gevoel hebben dat zijn of haar levensstijl een bedreiging vormt voor zichzelf. Aangezien de intentie om zich aan gewenst gedrag aan te passen hierdoor eerder ontstaat, zodat de bedreigingen zullen verminderen, volgt de tweede hypothese: H2: Sociale steun heeft meer effect bij personen met een negatief lichaamsbeeld op de intentie om een healthy lifestyle over te nemen, dan bij personen met een positief lichaamsbeeld. 2.6 Conceptueel model Figuur 2.1 Conceptueel model Zichtbare online sociale steun - veel - weinig Eigen lichaamsbeeld - negatief - positief H1 H2 Intentie om een healthy lifestyle over te nemen - gezonde eetintentie - sportintentie 9
14 3. Methode Met behulp van een online experiment met een vragenlijst worden de hypothesen die zijn opgesteld onderzocht. Deze onderzoeksmethode is gekozen omdat een experiment causale relaties kan aantonen. Door middel van een effectmeting wordt de invloed van sociale mediaberichten, in dit onderzoek Instagram-berichten, met veel of weinig sociale steun op de intentie om een healthy lifestyle over te nemen onderzocht. 3.1 Het experimentele design Er is gebruik gemaakt van een one factorial between subjects design, met één onafhankelijke variabele met twee condities (veel versus weinig sociale steun). De respondenten (N = 211) zijn met behulp van het online programma Qualtrics willekeurig toegewezen aan één van deze condities. Dit maakt het mogelijk om met de onderzoeksresultaten de verschillende groepen te vergelijken. Er is gebruik gemaakt van een nameting van de afhankelijke variabele Intentie om een healthy lifestyle over te nemen. Daarnaast is de modererende variabele Lichaamsbeeld gemeten. Deze variabele is in twee groepen opgedeeld, om mensen met negatief en positief lichaamsbeeld te onderscheiden, waardoor deze quasi-experimenteel is. 3.2 Steekproef Er zijn alleen vrouwen meegenomen in dit onderzoek, omdat dit voor relevantere onderzoeksresultaten zou zorgen. Vrouwen maken namelijk meer van sociale media dan mannen; dit geldt ook voor Instagram (Duggan & Brenner, 2013). Daarnaast zijn vrouwen gevoeliger voor sociale steun en de gedragingen van een healthy lifestyle voornamelijk door vrouwen worden nageleefd (Ståhl et al., 2001; Wright et al., 2006). Als laatste zijn vrouwen het vatbaarst voor de onderzochte invloeden omdat zij over het algemeen een negatiever lichaamsbeeld hebben (Grabe et al., 2008; McDermott et al., 2014). Daarnaast is er voor gekozen om een afgebakende leeftijdscategorie te onderzoeken van 18 tot en met 35 jaar. Het aandeel sociale-mediagebruikers onder de 18 tot 25-jarige internetgebruikers bedraagt 98% (Van den Bighelaar & Akkermans, 2013), daarnaast is 90% van de Instagram-gebruikers jonger dan 35 jaar (Smith, 2014). 10
15 De respondenten, zijn met een convenience sample verworven. Ze werden opgeroepen via een aantal Facebook-pagina s en via persoonlijke s om mee te doen aan het online onderzoek. Wat betreft de variabele Geslacht is één missing gemaakt, omdat er één man heeft deelgenomen aan het onderzoek. Bij de variabele Leeftijd is een filter gebruikt om missings te maken (Leeftijd 35), omdat er vier respondenten die ouder dan 35 waren mee hebben gedaan aan het onderzoek. 211 vrouwen tussen de 18 en 35 jaar (M = 22,40, SD = 2,81) werden meegenomen in de verdere analyses. 3.3 Stimulusmateriaal Instagram is het sociale medium dat gebruikt is voor het stimulusmateriaal. Met meer dan 150 miljoen gebruikers wereldwijd sinds de lancering in 2010, is Instagram een van de meest populaire en snelst groeiende mobiele applicaties om foto's vast te leggen en te delen (Hu et al., 2014; Hochman & Manovich, 2013). Het is een webapplicatie waarbij interactie centraal staat en het biedt gebruikers een unieke manier om foto's te posten met smartphones. Net als bij andere sociale media bestaat er een like button en kunnen gebruikers bijschriften en reacties toevoegen aan de foto. Het stimulusmateriaal was een fictieve Instagram-pagina, waarbij de condities alleen verschilden in de mate van sociale steun; in dit onderzoek betrof dit het aantal likes. De respondenten werden aan één van de twee condities, met veel of weinig likes, blootgesteld. In bijlage I is het meetinstrument terug te vinden en in bijlage II is het stimulusmateriaal weergegeven. De fictieve Instagram-pagina presenteerde een healthy lifestyle met zes berichten. Het realiteitsgehalte is zo hoog mogelijk gehouden, niet alleen door de vormgeving te uniformeren, maar ook door de mogelijkheid om naar beneden te scrollen langs de berichten. De afbeeldingen zijn door de onderzoekers geselecteerd op basis van de onderwerpen sport en gezond eten en er zijn fictieve gebruikersnamen gehanteerd. Omdat er gebruik is gemaakt van twee condities, zijn de namen, foto s en reacties in beide condities constant gehouden. Alleen het aantal likes werd gemanipuleerd, waarbij 0-15 likes als weinig en likes als veel werd beschouwd Pre-test Het stimulusmateriaal is, voordat het experiment daadwerkelijk werd uitgevoerd, getest met een pre-test. Aan een aantal respondenten (N = 13) is na het zien van één van de twee 11
16 condities gevraagd of ze likes hebben gezien, of ze het veel of weinig likes vonden en hoeveel likes ze hebben gezien. Daarnaast is gevraagd naar het realiteitsgehalte en de geloofwaardigheid van de Instagram-pagina. De respondenten konden als laatst aangeven wat het meest de aandacht trok op de pagina en wat het meest opviel aan de afbeeldingen. Uit de resultaten van de pre-test bleek dat de respondenten die aan de conditie met veel likes ( ) waren blootgesteld, ook aangaven dat ze veel likes hadden gezien. Daarentegen werd de conditie met weinig likes (0-100) ook gezien als veel likes. Hieruit bleek dat deze conditie aangepast moest worden naar nog minder likes, om het verschil groter te maken. Het aantal is bijgesteld naar 0-15 likes. De geloofwaardigheid en het realiteitsgehalte van de pagina scoorden hoog. De enige aanpassing in het stimulusmateriaal betrof een vermindering van het aantal likes in de conditie met weinig likes. 3.4 Procedure De respondenten werden online benaderd met een link naar het online experiment met vragenlijst en willekeurig toegewezen aan één van de twee condities. Het experiment startte met een informed consent, waarin de voorwaarden verwerkt waren en toestemming gegeven moest worden. Hierna volgde de coverstory, waarin kort werd verteld dat het onderzoek over sociale media ging, zodat er verder weinig informatie werd prijsgegeven. Allereerst werden een aantal vragen gesteld over het sociale media gebruik van de respondenten. Daarna de vragen over het lichaamsbeeld. Na het stimulusmateriaal volgden de vragen over de intentie tot een healthy lifestyle. Ten slotte werden er nog een aantal demografische kenmerken van de respondenten gevraagd en eindigde het onderzoek met een manipulatiecheck en een debriefing. 3.5 Meetinstrument Afhankelijke variabele In deze studie wordt de intentie om een healthy lifestyle over te nemen onderzocht, bestaande uit sportintentie en gezonde eetintentie. Ajzen (2002) ontwikkelde op basis van de Theory of Planned Behavior een vragenlijst bestaande uit drie stellingen om intentie te meten. Deze vragenlijst is twee keer gebruikt, om de sport- en gezonde eetintentie te meten. Deze intentie-meting bestond onder andere uit de stellingen: Ik ben van plan om de komende week te gaan sporten, Ik ga mijn best doen de komende maand meer te gaan sporten en Ik neem mezelf voor om in het algemeen vaker te gaan sporten. Na het zien van 12
17 het stimulusmateriaal werden de in totaal zes stellingen beantwoord, aan de hand van een 7- punts Likertschaal met de waarden helemaal oneens tot helemaal eens. De factoranalyse geeft aan dat de zes items van de intentie om een healthy lifestyle aan te nemen twee componenten hebben die een eigenwaarde boven de 1 hebben. De eerste component heeft een eigenwaarde van 3,711 en verklaart 48,97% van de variantie, waarbij alle drie de items die de gezonde eetintentie meten positief samenhangen. De tweede component heeft een eigenwaarde van 1,147 en verklaart 31,99% van de variantie, waarbij alle drie de items die de sportintentie meten positief samenhangen. Dat de intentie om een healthy lifestyle aan te nemen geen latente variabele is, is theoretisch te verklaren door het feit dat de vragen om intentie te meten oorspronkelijk ontwikkeld zijn om één afzonderlijke intentie te meten (Ajzen, 2002). Het idee was om de healthy lifestyle, bestaande uit de sportintentie vragen en de gezonde eetintentie vragen, als één begrip te meten. Nu toch blijkt dat de intenties afzonderlijk gezien moeten worden, omdat healthy lifestyle niet één begrip vormt, is besloten om de items op te splitsen in twee schaalvariabelen. De betrouwbaarheidsanalyse resulteerde in twee betrouwbare schalen genaamd Intentie gezondeten (α = 0,76, M = 5,11, SD = 1,40) en Intentie sporten (α = 0,76, M = 5,22, SD = 1,48) Modererende variabele In de studie van Cash, Fleming, Alindogan, Steadman en Whitehead (2002) is de Body Image States Scale (BISS) ontwikkeld, die in dit experiment is gebruikt om het lichaamsbeeld te meten. De schaal bestaat uit zes items, waaronder de ontevredenheid-tevredenheid met de algehele fysieke verschijning en de ontevredenheid-tevredenheid met de eigen lichaamsgrootte en vorm. De antwoordmogelijkheden op elk item zijn gebaseerd op een 9- punts Likert-schaal. De factoranalyse geeft aan dat de zes items van het lichaamsbeeld twee componenten hebben die een eigenwaarde boven de 1 hebben. De eerste component heeft een eigenwaarde van 2,397 en verklaart 36,43% van de variantie, waarbij de items die positief samenhangen zijn: hoe de respondent zich voelt over haar uiterlijk, haar gewicht en of zij zich beter of slechter voelt dan normaal. De eerste component heeft een eigenwaarde van 1,369 en verklaart 26,35% van de variantie, waarbij de items die positief samenhangen zijn: hoe de respondent zich voelt over haar lichaamsgrootte, haar aantrekkelijkheid en of zij zich beter of slechter voelt dan de gemiddelde persoon. Aangezien deze tweedeling binnen de 13
18 items niet theoretisch te verklaren is, is besloten om van deze items toch één schaalvariabele te maken. Bij de betrouwbaarheidsanalyse kwam er uit dat de schaal alleen betrouwbaar zal zijn als het item lichaamsgrootte en vorm verwijderd zou worden (α = 6,97). Van de overige vijf items is een schaalvariabele gemaakt genaamd Lichaamsbeeld (M = 5,36, SD = 1,06). Om deze variabele te gebruiken bij het toetsen van de hypothesen is deze met behulp van een mediaansplitsing opgedeeld in twee groepen, namelijk één groep met een negatief lichaamsbeeld en één groep met een positief lichaamsbeeld. 3.6 Manipulatiecheck Het onderzoek eindigde met twee controlevragen, om te checken of de respondenten daadwerkelijk aan de manipulatie zijn blootgesteld. 3.7 Demografische variabelen Om een aantal controlevariabelen mee te nemen in het onderzoek werden een aantal vragen over het algemene sociale media gebruik van de respondent gesteld, bijvoorbeeld of ze een Instagram account hadden en hoeveel tijd ze aan sociale media besteden. Daarnaast werd er naar een aantal demografische kenmerken gevraagd, zoals geslacht en leeftijd. 14
19 4. Resultaten 4.1 Manipulatiecheck De manipulatiecheck is uitgevoerd met een eenwegs-variantieanalyse met als onafhankelijke variabele veel of weinig sociale steun. De eerste vraag was: Hoeveel likes heb je gezien (per post)?, met de antwoordmogelijkheden veel of weinig likes. De tweede vraag was: Kun je aangeven hoeveel likes je hebt gezien (per post)?, met vier mogelijke kwantitatieve antwoordcategorieën. Uit de Levene s F-toets blijkt dat er bij de eerste manipulatievraag, F(1, 209) = 1,38, p = 0,242, wel uit mag worden gegaan van gelijke groepsvarianties, terwijl dit niet mag bij de tweede manipulatievraag, F(1, 209) = 29,11, p < 0,000. Dit houdt in dat de groepsgemiddelden bij de tweede vraag significant van elkaar verschillen. Toch is er besloten de variantieanalyse voor beide variabelen uit te voeren, omdat deze niet erg gevoelig is voor varianties tussen groepen. Zowel uit de eerste vraag, F(1, 209) = 28,55, p < 0,001, als uit de tweede vraag, F(1, 209) = 34,66, p < 0,001, blijkt dat er een significant verschil bestaat tussen de groepen. Dit houdt in dat de manipulatie is waargenomen door de respondenten en de resultaten toe zijn te schrijven aan de verschillen tussen de condities. 4.2 Controlevariabelen Bij de variabelen leeftijd, frequentie van sociale mediagebruik en het wel of niet hebben van een Instagram account wordt nagegaan of zij effect hebben op de intentie om gezond te eten en op de intentie om te sporten. De frequentie van het sociale mediagebruik, r = 0,03, p = 0,637, het wel of niet hebben van een Instagram account, X² = 19,76, p = 0,287, en leeftijd, r = -0,11, p = 0,116, hebben geen significante correlatie met Intentie sporten. De frequentie van het sociale mediagebruik, r = 0,03, p = 0,637, en het wel of niet hebben van een Instagram account, X² = 18,03, p = 0,387, hebben ook geen significante correlatie met Intentie gezondeten. Daarentegen blijkt dat leeftijd, r = -0,14, p = 0,038, wel een significante invloed heeft op de Intentie gezondeten. De correlatie is negatief en betekent dat hoe ouder vrouwen zijn, hoe minder groot de intentie is om gezond te eten. De variabele leeftijd wordt daarom als covariaat meegenomen in de volgende analyses. 15
20 4.3 Hypothesentoetsing De opgestelde hypothesen zijn opgedeeld in twee deelhypothesen aangezien de afhankelijke variabele, de intentie tot een healthy lifestyle, in twee onderdelen gemeten diende te worden. Er worden dus vier hypothesen getoetst met een multivariate variantieanalyse. Voor beide variabelen, Intentie gezondeten, F(3, 209) = 0,51, p = 0,676, en Intentie sporten, F(3, 207) = 1,31, p = 0,273, blijkt uit de Levene s F-toets dat er mag worden uitgegaan van gelijke groepsvarianties. Dit houdt in dat de groepsgemiddelden niet significant van elkaar verschillen, waardoor de variantieanalyse uitgevoerd mag worden. De eerste hypothese is opgedeeld in twee deelhypothesen: H1a: Het presenteren van een healthy lifestyle op sociale media met veel sociale steun vergroot de intentie om gezond te eten meer dan bij weinig sociale steun. H1b: Het presenteren van een healthy lifestyle op sociale media met veel sociale steun vergroot de intentie om te sporten meer dan bij weinig sociale steun. Vrouwen uit de conditie met veel sociale steun hebben gemiddeld een iets grotere intentie om gezond te eten (M = 5,21, SD = 1,43) en te sporten (M = 5,33, SD = 1,34) dan vrouwen uit de conditie met weinig sociale steun de intentie hebben om gezond te eten (M = 5,01, SD = 1,36) en te sporten (M = 5,11, SD = 1,60). Dit komt overeen met de opgestelde hypothesen. Echter, het verschil tussen de intenties is niet veroorzaakt door de mate van sociale steun omdat er geen significant hoofdeffect bestaat tussen de condities met veel en weinig sociale steun en intenties om gezond te eten, F(1, 206) = 1,38, p = 0,241, en te sporten, F(1, 206) = 1,33, p = 0,249. Hypothesen 1a en 1b worden hiermee verworpen. De tweede hypothese is opgedeeld in twee deelhypothesen: H2a: Sociale steun heeft meer effect bij personen met een negatief lichaamsbeeld op de intentie om gezond te eten, dan bij personen met een positief lichaamsbeeld. H2b: Sociale steun heeft meer effect bij personen met een negatief lichaamsbeeld op de intentie om te sporten, dan bij personen met een positief lichaamsbeeld. Vrouwen met een negatief lichaamsbeeld die zijn blootgesteld aan veel sociale steun hebben een zeer hoge intentie om gezond te eten (M = 5,58, SD = 1,30) en te sporten (M = 5,53, SD = 1,28) in vergelijking tot vrouwen met een positief lichaamsbeeld, die een iets lagere intentie hebben om gezond te eten (M = 4,83, SD = 1,47) en te sporten (M = 5,13, SD = 1,39). 16
21 Echter, vrouwen met een negatief lichaamsbeeld die zijn blootgesteld aan weinig sociale steun hebben ook een hogere intentie om gezond te eten (M = 5,19, SD = 1,42) en te sporten (M = 5,20, SD = 1,55) in vergelijking tot vrouwen met een positief lichaamsbeeld, die een iets lagere intentie hebben om gezond te eten (M = 4,77, SD = 1,26) en te sporten (M = 4.98, SD = 1,68). Het verschil in de intenties is niet veroorzaakt door het lichaamsbeeld in interactie met de mate van sociale steun, aangezien het blijkt dat er geen significant interactie-effect van conditie en lichaamsbeeld is op de intentie om gezond te eten, F(1, 206) = 0,67, p = 0,414, en te sporten, F(1, 206) = 0,14, p = 0,713. Hypothesen 2a en 2b worden hiermee verworpen. 17
22 5. Conclusie & Discussie 5.1 Conclusie In dit onderzoek zijn, op basis van bevindingen van eerdere onderzoeken over offline sociale steun, de waarschijnlijke effecten van online sociale steun op gedragsintenties voorspelt. Het doel van deze studie is om te achterhalen of het bekende aanmoedigende effect dat offline sociale steun heeft op een gedragsintentie ook bij online sociale steun op zal treden. De healthy lifestyle is online, op sociale media, op dit moment de grootste trend die heerst in de maatschappij. Dit is de aanleiding dat de sport- en gezonde eetintentie als gedragsintenties zijn onderzocht. Het prominent aanwezige beeld van een healthy lifestyle kan een vervormd beeld veroorzaken van de werkelijkheid. Hierdoor zou de levensstijl een stimulans zijn voor personen om in buitensporige mate gezond te gaan eten, sporten en af te vallen. Sociale media zouden hier door de effecten van veel online sociale steun een sterke invloed op uitoefenen. Zelfs zodanig dat het een negatief effect heeft op dit gedrag. Hypothesen 1a en 1b stelden dat veel sociale steun in een online omgeving grotere gedragsintenties aanwakkert dan weinig sociale steun. Echter, uit de resultaten blijkt dat tussen veel en weinig sociale steun geen significant verschil is te meten bij de intentie om gedrag over te nemen. De mate van sociale steun in een online omgeving heeft dus geen significant hoofdeffect op de grootte van de sport- en gezonde eetintentie. Om deze reden zijn hypothesen 1a en 1b niet aangenomen. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de Social Learning Theory van Bandura (1977), die stelt dat men leert van het gedrag van anderen, niet goed aansluit bij de online sociale steun door middel van het aantal likes. Likes worden namelijk niet als zodanig positieve gevolgen van gedrag van een healthy lifestyle gezien, dat er een eigen intentie voor een gedragsverandering plaats zou vinden. De zichtbare beloning die een persoon krijgt voor zijn gedrag door middel van veel likes, is dus niet sterk genoeg om de sociale injunctieve norm aan te passen. Dit wijst erop dat online sociale steun niet een dermate sociale druk geeft, dat personen zich aan deze norm willen aanpassen om door anderen goedgekeurd te worden. Een verklaring kan dus zijn dat sociale druk online een stuk minder voelbaar is dan offline. Een belangrijk concept dat mee zou kunnen spelen in het onderzochte effect van de mate van sociale steun op de gedragsintentie van een healthy lifestyle, leek het eigen lichaamsbeeld. Aangezien de presentatie van een healthy lifestyle zich vaak uit door perfecte vrouwelijke lichamen te tonen, was een uitgangspunt dat vrouwen met een negatief 18
23 lichaamsbeeld eerder beïnvloed zouden worden door deze berichtgevingen, door de waargenomen gewaardeerde effecten van online sociale steun. Hypothesen 2a en 2b stelden dat vrouwen uit de conditie met veel sociale steun met negatief lichaamsbeeld een grotere sport- en gezonde eetintentie zouden hebben, dan vrouwen met een positief lichaamsbeeld. Echter blijkt uit de resultaten, dat er geen sprake is van een significant interactie-effect tussen de verschillende condities en het lichaamsbeeld op de grootte van de gedragsintenties. Het lichaamsbeeld speelt dus niet de voorspelde rol. Sociale steun heeft niet meer effect op de sport- en gezonde eetintenties als de persoon een negatief eigen lichaamsbeeld heeft. Hypothesen 2a en 2b zijn om deze reden niet aangenomen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat gedrag in een online omgeving niet wordt bepaald door een combinatie van beloningen en verwachtingen, zoals dit wel gebeurt in een offline omgeving volgens de Social Cognitive Theory van Rosenstock et al. (1988). Vrouwen met een negatief lichaamsbeeld zien de mate van de zichtbare beloning, door online sociale steun, niet als het gewaardeerde effect van een gewijzigde levensstijl. De verwachting dat hun huidige levensstijl een bedreiging vormt voor hun uiterlijk neemt hierdoor af. Er ontstaat geen grotere neiging om zich aan te passen aan een nieuwe levensstijl. Bij de vergelijking met andermans lichaam in een online omgeving met de zichbare sociale steun die deze persoon ontvangt, wordt de descriptieve norm voor vrouwen met een negatief lichaamsbeeld niet aangepast. Het gedrag wordt online dus minder snel als het gewenste gedrag ervaren dan offline, waardoor mensen zich minder snel zullen aanpassen aan gedragingen die zij online te zien krijgen. Door de uitkomsten van de getoetste hypothesen kan, samen met de besproken concepten en theorieën, antwoord worden gegeven op de hoofdvraag van dit onderzoek: RQ: In hoeverre heeft veel of weinig sociale steun in een online omgeving invloed op de intentie om een healthy lifestyle over te nemen en in hoeverre speelt het eigen lichaamsbeeld hierbij een rol? Weliswaar is gemeten dat de sport- en gezonde eetintenties gemiddeld relatief groot zijn onder de onderzochte vrouwen tussen de 18 en 35 jaar, echter zijn deze intenties niet veroorzaakt door de mate van online sociale steun. Sociale steun heeft in een online omgeving geen invloed op de intentie om een healthy lifestyle over te nemen. Daarnaast heeft het eigen lichaamsbeeld, negatief of positief, geen effect op de relatie tussen sociale steun en de sport- en gezonde eetintentie. 19
24 Concluderend uit dit onderzoek kan gesteld worden dat de aanname dat sociale media de aanstichters zouden zijn voor het nieuwe fenomeen cyberchondria niet geheel juist is. Bij berichtgevingen over voeding, sport en gezondheid, die op de sociale media massaal worden verspreid, is zichtbare online sociale steun namelijk niet de reden voor een verergerde gezondheidsangst. Wel zijn sociale media in de moderne wereld steeds dominanter in de snellere en bredere verspreiding van populaire culturen, zoals de healthy lifestyle. Aangezien er ook voldoende aanwijzingen zijn dat de healthy lifestyle zich steeds verder uitbreidt (Koven & Abry, 2015), is het aannemelijk dat ideeën door de verspreiding van sociale media online wel worden opgedaan, maar de gedragingen vervolgens in een offline omgeving worden beïnvloed. De effecten van offline sociale steun zijn al met al dus niet simpelweg over te hevelen aan de effecten van online sociale steun. Blijkbaar vinden in een offline omgeving toch andere processen plaats dan in een online omgeving. 5.2 Beperkingen Naast het verkregen inzicht heeft het onderzoek een aantal beperkingen die mogelijk verstorende factoren voor de resultaten zijn geweest. De interne validiteit van het onderzoek is ten eerste beschadigd doordat de manipulatie niet door alle respondenten is gezien. Bij de vraag Hoeveel likes heb je gezien (per post)? hebben 37 van de 107 vrouwen in de conditie met weinig likes het antwoord veel likes gegeven en 32 van de 104 vrouwen in de conditie met veel likes het antwoord weinig likes gegeven. Dit kan twee redenen hebben. Het kan zijn dat de externe validiteit van het onderzoek dermate hoog is gehouden, door het zo realistisch mogelijk houden van het stimulusmateriaal, dat de interne validiteit eronder heeft geleden. Maar liefst één derde deel van de respondenten heeft de manipulatie niet opgemerkt. Alle factoren zijn constant gehouden, behalve het aantal likes. Daarnaast was het realiteitsgehalte hoog, dus hadden de likes meer moeten opvallen. Het kan ook dat de respondenten die de manipulatie niet hebben gezien een zodanig ander referentiekader hebben, dat zij óf sociale steun niet ervaren door likes óf een ander idee hebben over wat sociale steun inhoudt. Sociale steun kan namelijk ook ervaren worden door het aantal volgers en reacties of de inhoud van de reacties (Hochman & Manovich, 2013). Ook al is de manipulatie niet goed opgemerkt, de uitgevoerde manipulatiecheck was wel significant. Hierdoor konden de resultaten dus niet helemaal terecht worden toegeschreven aan het verschil tussen de condities. 20
25 De interne validiteit is ook beperkt doordat het niet zeker is dat de respondenten zich natuurlijk voelden in de setting van het experiment. De mogelijkheid is groot dat de respondenten op de computer zaten tijdens het experiment, terwijl Instagram normaal gesproken als mobiele applicatie wordt gebruikt (Hochman & Manovich, 2013). Daarnaast scrolden de respondenten niet op hun eigen pagina langs de berichten, maar keken ze naar berichten van vrouwen die ze niet zelf volgen. Dit zijn redenen waardoor het experiment mogelijk als onnatuurlijke setting is ervaren. Nog een bijkomstigheid die een negatief effect kan hebben gehad op de interne validiteit is het nadeel van zelfrapportage. Mensen kunnen de neiging hebben sociaal wenselijk te antwoorden of zich niet bewust zijn van hun eigen onwenselijke gedrag. In dit onderzoek zullen respondenten mogelijk bewust of onbewust hebben aangegeven dat ze een hoge sport- en eetintentie hebben, ongeacht of dit in werkelijkheid ook zo is. Met aanvullende diepte interviews kan tot een beter resultaat worden gekomen, hierdoor kan ook meer te weten gekomen worden over de onderliggende reden van de gedragsintentie. Als laatste is het de interne validiteit niet ten goede gekomen, dat er geen gebruik is gemaakt van homogene groepen door de random toewijzing van respondenten aan de conditie. Hierdoor kunnen andere variabelen van invloed zijn op het onderzochte effect, zoals de variabele leeftijd die in dit onderzoek moest worden meegenomen als covariaat. Tevens is leeftijd een variabele die de externe validiteit heeft beschadigd. Door de verspreiding van de online vragenlijst via Facebook zijn voornamelijk leeftijdsgenoten van rond de tweeëntwintig geworven. Daarnaast zijn vooral vrouwen uit hetzelfde milieu bereikt, waardoor het overgrote deel een opleiding op universitaire niveau volgt of afgerond heeft. Hierdoor zijn de respondenten in dit onderzoek niet representatief voor de alle vrouwen in het algemeen tussen de 18 en 35 jaar. Het werven van respondenten met een convenience sample is dus een beperking geweest voor het onderzoek. 5.3 Aanbevelingen Uit de resultaten van dit onderzoek en voorgaande conclusies kunnen er aanbevelingen worden gedaan voor vervolgonderzoek. Het zou interessant zijn om te kijken naar het effect van herhaaldelijke blootstelling aan berichtgeving over healthy lifestyle trends. Volgens de Cultivation Theory kan een persoon namelijk een vertekend beeld krijgen van de werkelijkheid als hij of zij meerdere keren wordt geconfronteerd met de mediawereld (Gerbner, Gross, Morgan, Signorielli & Shanahan, 2002). Dan zou het lichaamsbeeld in interactie met online sociale steun wel invloed kunnen hebben op de healthy lifestyle intentie, omdat een persoon denkt dat het eigen lichaam niet 21
Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieEvaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013
Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieFiguur 1 Precede/Proceed Model
Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien
Nadere informatie18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland
18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.
Nadere informatieEerst zien dan geloven!
Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)
Nadere informatieHow to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Nadere informatieWaarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen
Onderzoek Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek in opdracht van Pensioenkijker.nl Projectleider Kennisgroep : Vivianne Collee : Content Unit Financiën Datum : 09-11-010 Copyright:
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieSamenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Nadere informatieSportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl
Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Naam: Anouk Jansen Studentnummer: 10002964 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Communicatiewetenschap Afstudeerproject:
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieSPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA
SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA Een onderzoek naar sportmotivatie en het effect van de causale oriëntaties uit de Self-Determination Theory Naam: Britta Glimmerveen Studentnummer: 10251642
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich
Nadere informatieInhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies
Onderzoek Instagram Uitgevoerd door Scholieren.com in november 2015 Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies Voorwoord Scholieren.com heeft haar bezoekers middels een enquête vragen
Nadere informatieRapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen
Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatieD U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd
Nadere informatieConsumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een
Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244
Nadere informatieLIVE PERFORMANCE. Bijlage Onderzoek Social Media. Sander van de Rijt PTTM22
LIVE PERFORMANCE Bijlage Onderzoek Social Media Sander van de Rijt PTTM22 Inhoudsopgave Social Media onderzoek Heesakkers & Daniels bestrating 3 Wat is social media? 3 Voor- en nadelen social media 3 Voordelen
Nadere informatieGeclaimde informatie als persuasieve boodschap
Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit
Nadere informatieONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING
ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire
Nadere informatie1 Conclusie en discussie 1
1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieSummary in Dutch. Samenvatting
Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.
Nadere informatieBeschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw
Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.
Nadere informatieZit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok
Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar
Nadere informatieWerkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 2010)
Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 010) Ilya Zitter & Aimée Hoeve Versie 5 oktober 010 Vooraf Vertrekpunt voor de monitor & audit van de
Nadere informatieOndanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren
Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van
Nadere informatieEen onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7
Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatieMANTELZORG, GOED GEVOEL
UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt
Nadere informatieHoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies
Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Fear appeals Informatie bevat vaak onbewust al persuasieve
Nadere informatieTaal en communicatie - profielwerkstuk
Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair
Nadere informatie(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness
Nadere informatieInnovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.
Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden
Nadere informatieTNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.
TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren
Nadere informatie1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.
Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van
Nadere informatieHeeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?
Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,
Nadere informatieEffect publieksvoorlichting
Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting
Nadere informatieTilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems
TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining
Nadere informatieSponsored by Instagram
Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari
Nadere informatieDe invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention
De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van
Nadere informatieComputeraffiniteit belangrijk op kantoor
Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling
Nadere informatieVolgens Nederland. Analyse van de nieuwe corporate campagne van Achmea. 15 november 2012. Sanne Gaastra Mirjam Lasthuizen Sonja Utz
Volgens Nederland Analyse van de nieuwe corporate campagne van Achmea 15 november 2012 Sanne Gaastra Mirjam Lasthuizen Sonja Utz Achtergrond Volgens Nederland Nederland kent een aantal belangrijke maatschappelijke
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Nadere informatieBehorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven
Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december
Nadere informatieDutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)
Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test
Nadere informatieSummary in Dutch 179
Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse
Nadere informatie73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat
Nadere informatieLichaamsbewustzijn bij kinderen met psychiatrische problematiek
Lichaamsbewustzijn bij kinderen met psychiatrische problematiek Workshop GNOON n.a.v. Onderzoek Master Daphne Uphof & Maloe Hofland Introductie Maloe Hofland Kind en Jeugd ambulant Master PMT Daphne Uphof
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieAl spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever
Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe
Nadere informatieSamenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten
Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen
Nadere informatie[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh
[2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over
Nadere informatie30 mei 2016. Onderzoek: Racisme in Nederland?
30 mei 2016 Onderzoek: Racisme in Nederland? Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.
Nadere informatieExperimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen
Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel
Nadere informatieicoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,
icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based
Nadere informatieAlleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!
Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014
Nadere informatieMeer volgers en likes op Instagram
Cre@ctiv Webdesign, digitale marketing & grafisch ontwerp Meer volgers en likes op Instagram Industrieweg 3 3001 Haasrode (Heverlee) +32 16 40 75 65 +32 472 33 64 98 info@creactivmarketing.com Inleiding
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond
Samenvatting Achtergrond De huidige aanpak van de jeugdcriminaliteit is vooral gericht op traditionele vormen van criminaliteit. Jongeren spenderen echter steeds meer tijd online en de vraag is in hoeverre
Nadere informatieFort van de Democratie
Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve
Nadere informatieWil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten
Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Merlene Rasing Bachelorthesis Studentnummer: 6214649
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieMonitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h
TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630
Nadere informatieDONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD
Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Kien Het Nederlandse Donateurspanel METING JUNI 16 DONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD Het tweede kwartaal
Nadere informatieResultaten Gezondheidszorg
Resultaten Gezondheidszorg Conclusies Onbekendheid social media in de gezondheidszorg is groot; treffend is een quote van een zorggebruiker die stelt dat als je als patiënt nog niet of nauwelijks met een
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In
Nadere informatieDe rol van de sociale media in alcoholgebruik bij jongeren
De rol van de sociale media in alcoholgebruik bij jongeren Prof. Dr. Kathleen Beullens School for Mass Communication Research, KU Leuven Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) Vlaamse jongens en meisjes
Nadere informatieMarrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting
Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld
Nadere informatieRapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Nadere informatieMaurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.
Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het
Nadere informatieOnderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.
Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit
Nadere informatie2 Online informatie voor patiënten. Welkom! Onderzoeksverslagen. Evaluatie van
Welkom! Welkom bij de vijfde PanelCom nieuwsbrief. Als lid van PanelCom houden wij u op de hoogte van onderzoeken waar u aan kunt meewerken én de onderzoeken waar u mogelijk aan hebt meegewerkt. Wij waarderen
Nadere informatieBedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt
Bedenk goed hoe je jezelf met calorieën voedt Experimenteel onderzoek onder volwassenen naar de effecten van het gebruik van calorielabels op verpakkingen van tussendoortjes op de intentie en het gedrag
Nadere informatieMeting september 2013
Meting september 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl Donateursvertrouwen daalt in tegenstelling tot consumentenvertrouwen
Nadere informatieSporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten.
Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten. Bob Hartsink 10261745 10 juni 2014 Afstudeerscriptie persuasieve communicatie
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen
Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode
Nadere informatieKies mij, ik ben gezond!
Kies mij, ik ben gezond! Onderzoek naar het effect van framing van voedingsberichten op de intentie om gezond te eten, een bericht te delen en de gepercipieerde gezondheid van een product Sophie van Overeem
Nadere informatieDe VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)
De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld
Nadere informatieCentraal Beheer Achmea op Facebook
Centraal Beheer Achmea op Facebook Analyse van de Facebook Fanpage van Centraal Beheer Achmea 15 november 2012 Sonja Utz Mirjam Lasthuizen Sanne Gaastra Achtergrondinformatie en statistieken De Facebookpagina
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieDraagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016
Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen
Nadere informatieResultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015
Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden
Nadere informatieSummary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie
Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatieCover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued
Nadere informatieEffect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?
Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieInleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting
Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch
Nadere informatieFACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?
FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die
Nadere informatieDe invloed van burgerbronnen in het nieuws
De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep
Nadere informatie