Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Transcriptie

1 Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid G.A. van Herpen-Bartlema Inlichtingen telefoon bijlage AP/ briefnummer G.1.03 zaaknummer 4 december 2013 datum Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van 26 november 2013, van tot uur, in de Sophiezaal van het CAOP, Lange Voorhout 13, Den Haag. Aanwezig: Van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (vz.),e. Aarts, R. Dirkzwager, F.R.H. van der Hoef, M. Mol, B. de Vries, I.M.M. van Zijderveld; Van de zijde van de Centrales: J.H. van Hulsen (AC), R. Klaassen, R. Schilperoort (ACOP), L.C. van der Hulst, J. Kleian, J. Kropf, B. Schnoor (CCOOP), R. Pieters(CMHF). Van de zijde van het secretariaat: G.A. van Herpen-Bartlema (CAOP). Agenda (AP/ ) 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Vaststelling van het verslag van de vergadering van de werkgroep AP van 29 oktober 2013 (AP/ ). 3. SBK- en BBO-aspecten (AP/ , -/ , -/ en -/ ). 4. Artikel 16 AMAR (AP/ , -/ ). 5. Lage loonschalen (AP/ , -/ ). 6. Aanwijzing SG inzake extern optreden (AP/ , -/ , -/ ). 7. Beleidsregel Veiligheidsonderzoeken (AP/ ). 8. Concept SOD-vergaderschema 2014 (AP/ ). 9. Rondvraag en sluiting.

2 Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststelling agenda. Opening: De voorzitter opent de vergadering om uur en heet iedereen welkom. In het bijzonder verwelkomt hij de heer Dirkzwager, (belangenbehartiger AP-onderwerpen binnen de HDP), en de heren De Vries en Van der Hoef (directie BBO). Vaststelling agenda: Na agendapunt drie zal worden stilgestaan bij de brief van de centrales over de voortgang BCO-2 DVD/DS (AP/ ). De brief over Zorgen om beleid arbeidsomstandigheden en veiligheid Defensie (AP/13.580) komt aan de orde bij de actiepunten. Agendapunt 2: Vaststelling van de verslag van de vergadering van de werkgroep AP van 29 oktober 2013 (AP/ ). Tekstueel: Ongewijzigde vaststelling. Actiepunten: 1.Herziening artikel 116 BARD. Schrappen. Brief is op 25 november jl. verstuurd (noot secr. SOD/ ). Desgevraagd door de heer Van Hulsen antwoordt de heer Aarts dat een stappenplan zal worden gemaakt, dat speciaal is toegeschreven op de defensiesituatie. 2. DCP. Aanhouden (pm). Hierover wordt nog met de CDS overlegd. 3. Veteranennota Aanhouden (pm). 4. Veteranennota De heer Kleian stuurt brief over MIP alsnog naar defensie (pm). 5. Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de KMar. Wordt op voorraadagenda geplaatst. Voorstel van de ACOP is om het in jan te agenderen. 6.Aanwijzing SG inzake extern optreden. Is geagendeerd. 7. Digitale verzending. Aanhouden (pm). 8.Voltijdfunctie wordt na reorganisatie deeltijdfunctie. Is geagendeerd voor heden, onder de diverse SBKonderwerpen. 9. Formatiebeheer Aanhouden (pm). Wordt voor een volgende vergadering geagendeerd. 10. Einddatum functies. Brief is verzonden en wordt geagendeerd (pm) (noot secr. AP/ ). 11.Rapportage en evaluatie BBO. Is geagendeerd. 12. Klachtenregeling defensiepersoneel. Aanhouden (pm). Volgens de heer Schilperoort kan dit onderwerp met een piepbrief worden afgedaan. 13. Lage loonschalen. Is geagendeerd. 14.Uitzendbescherming Patriots. Schrappen. Is besproken in het SOD. 15. Voorzieningenniveau gezondheidszorg. Schrappen. Zodra de werkgroep met een resultaat komt, wordt het geagendeerd. Brief SCO: Zorgen om beleid arbeidsomstandigheden en veiligheid Defensie (AP/ ). De SG zal deze brief schriftelijk beantwoorden (pm). 2/9

3 Agendapunt 3. SBK- en BBO-aspecten (AP/ , -/ , -/ en -/ ) In een korte toelichting op de rapportage en evaluatie SBK-BBO (AP/ ) geeft de heer De Vries aan dat de rapportage enigszins verouderd is en dat een derde kwartaalrapportage op komst is. Op verzoek van het AC (noot secr. zie brief AP/ ) zal in de derde herplaatsperiode een extra meetmoment worden meegenomen, aldus spreker. N.a.v. de één na laatste paragraaf van de rapportage spreekt de heer Pieters zijn verbazing uit over het feit dat in september geen kwantitatieve cijfers kunnen worden gegeven over het succes van de begeleiding en bemiddeling. De periode wordt hiervoor nog te kort geacht, maar volgens spreker zijn mensen die per het SBK-traject zijn gestart in september 2013 al weer uit het traject. Spreker is geïnteresseerd in het aantal mensen dat succesvol begeleid werd. De heer De Vries antwoordt dat goede betrouwbare cijfers van het succes van de bemiddeling eigenlijk pas verstrekt kunnen worden als deze kunnen worden afgezet tegen het aantal mensen dat niet succesvol is bemiddeld, maar hij zal de gegevens die de heer Pieters vraagt in de volgende kwartaalrapportage genereren. De voorzitter tekent hierbij aan dat deze gegevens in de loop der tijd kunnen wijzigen als de bemiddeling naderhand toch succesvol wordt. De heer Schilperoort heeft van zijn achterban vernomen dat men weliswaar wordt overgeschreven naar de BBO, maar dat betrokkenen voor de administratieve zaken nog steeds bij de eigen eenheid blijven. Volgens spreker was dat niet de bedoeling van de overdracht aan BBO. Spreker herinnert zich dat destijds is gesproken over het doorknippen van lijnen en dan is het vreemd dat men voor een deel toch bij zijn eenheid blijft. Volgens spreker legt dit ook een groot beslag op de P&O van de eenheid/afdeling. De heer De Vries beaamt dit laatste, maar gezien de destijds verwachte overtolligheid van 4000 tot 6000 personen, is er niet voor gekozen om deze mensen volledig over te dragen aan BBO. Hierdoor zou namelijk een soort 8 e defensieonderdeel worden gecreëerd met bijbehorende P&O-overhead. Daarom is ervoor gekozen om die taken bij het defensieonderdeel achter te laten. Volgens de heer Schilperoort was hiervoor nu juist de zgn. opblaasconstructie in het leven geroepen. De heer De Vries geeft aan dat de opblaasconstructie wordt gebruikt voor het voeren van intake- en begeleidingsgesprekken en niet voor administratieve P&O-handelingen. Deze worden overigens in goed overleg met de defensieonderdelen ingevuld. De triggers gaan vanuit de BBO-organisatie naar de defensieonderdelen en het is dus niet zo dat deze constructie er toe leidt dat de medewerker niet loskomt van zijn defensieonderdeel. De heer Schilperoort zegt een heel ander beeld te hebben van de destijds gemaakte afspraken. De heer Pieters onderschrijft de opvatting van de heer Schilperoort. Volgens spreker is alleen maar afgesproken dat de ontslagbrief door het defensieonderdeel zou worden ondertekend. Er is destijds nog gediscussieerd over de vraag of de BBO groot genoeg zou zijn om al die taken te vervullen, omdat deze allemaal weggehaald zouden worden bij de defensieonderdelen. De last ligt nu bij de defensieonderdelen en deze moet daar weg, aldus spreker. De heer Kleian voegt hier aan toe dat men die knip juist wilde maken, om zodoende de mensen te laten wennen aan het idee dat ze nooit meer terugkwamen bij het defensieonderdeel. De heer Van Hulsen stelt vast dat de periode die achter ons ligt niet meer valt in te halen, maar de vraag is of de afspraak van destijds alsnog kan worden ingevuld, gezien de kleinere aantallen waarover het nu gaat. Na een korte discussie, waarin de heer Van de Hoef aangeeft dat het dienstonderdeel verantwoordelijk is voor werkgeversrol, zegt de voorzitter toe dit punt mee terug te zullen nemen (pm). Omdat er nog meer elementen zijn die moeten worden besproken, wordt op voorstel van de voorzitter afgesproken om deze, (de zgn. rafelrandjes SBK ), in een technisch werkverband te bespreken en ze vervolgens te agenderen voor een werkgroep AP (pm). In de brief van 15 november jl. (AP/ ) staan er nu zes vermeld en het probleem dat zonet aan de orde kwam, wordt daar nu aan toegevoegd. 3/9

4 De centrales zeggen toe dat zij binnen twee weken eventuele aanvullingen schriftelijk zullen aanleveren (pm). Agendapunt 4. Artikel 16 AMAR (AP/ , -/ ) De voorzitter memoreert dat partijen eerder van gedachten hebben gewisseld over het feit dat artikel 16 AMAR geen kanbepaling kent en over de berichten van de centrales dat opleidingsverzoeken vaak om financiële redenen werden afgewezen. Partijen hebben toen afgesproken dat met de loopbaanbegeleiders afspraken zouden worden gemaakt over een eenduidige en correcte toepassing van artikel 16 AMAR. Daar worden sessies voor belegd en protocollen voor gemaakt. Defensie wil artikel 16 AMAR echter graag aanpassen. Dat kan op twee manieren, te weten: 1. de centrales hier aan de voorkant bij betrekken of 2. een voorstel maken en dat aan de centrales voorleggen. De centrales zeggen het te verkiezen als Defensie zelf met een voorstel komt. Aldus wordt afgesproken (pm). Toegevoegd agendapunt: Voortgang BCO-2 DVD/DS (AP/ ) In de brief van de centrales wordt gesteld dat in de BCO-2 PI is verzocht de afspraak t.a.v. het maatwerk bij het plaatsen van personeel over grote afstanden over te nemen. Deze afspraak staat vermeld in hoofdstuk 7 algemene personele aspecten van het DRP Bij de voorzitter was de indruk ontstaan dat centrales verzochten om een soort generieke maatwerkoplossing en dat kan niet de bedoeling zijn, aldus spreker. Maatwerk betekent dat als zich een probleem voordoet, op individuele basis naar een oplossing wordt gezocht. De heer Van der Hulst legt uit dat in de BCO wordt bezien of er in het kader van individuele problemen maatwerkoplossingen nodig zijn. In het DRP DVD/DS, is de 80 km of 1 uur reistijd opzettelijk niet opgenomen, omdat deze algemene maatregel voor sommige individuen nadelige effecten heeft. Er wordt dus individueel naar een oplossing gezocht. De projectleider heeft echter gemeld dat hij geen maatwerkoplossingen wil doorvoeren. Volgens spreker is het echter zo dat niet de projectleider, maar de voorzitter van de BCO mandaat moet verlenen. Er kunnen maatwerkoplossingen worden gezocht voor mensen die te ver van hun nieuwe standplaats wonen of die te ver moeten reizen. Daarnaast wordt in het kader van het nieuwe werken naar maatwerkoplossingen gekeken, maar dan moeten deze ook wel geïmplementeerd en afgesproken worden. Als mocht blijken dat het voor mensen echt onmogelijk is de nieuwe standplaats te volgen, dan mag men zelfs de functie weigeren, omdat deze dan niet passend is. In dat geval mogen zij een beroep doen op het SBK. Spreker vraagt om een herbevestiging van het feit dat maatwerkoplossingen gegeven kunnen worden. T.a.v. de maatwerkoplossingen is de voorzitter het eens met de heer Van der Hulst. Normaal gesproken worden de maatwerkafspraken met de nieuwe commandant gemaakt. Nu is dat echter een projectleider. De heer Van der Hulst deelt mee dat voornoemde projectleider eerst alle mensen op hun nieuwe standplaats wil plaatsen en pas daarna met ze in gesprek wil gaan. Maar vanwege deze volgorde is het voor betrokkenen niet meer mogelijk af te zien van de functie en gebruik te maken van het SBK. De gesprekken moeten volgens spreker vooraf worden gevoerd en in een BCO moet bezien worden of men de problemen kan oplossen. De voorzitter is het hiermee eens. De heer Van Hulsen merkt op dat in het DRP afspraken zijn gemaakt over maatwerkoplossingen t.a.v. reistijd/afstand naar standplaats of treflocatie. Daarover hoeft in dit geval, voor deze operatie geen discussie meer te ontstaan. 4/9

5 De voorzitter stelt dat hij de tekst die in het DRP staat accepteert en dat men zich aan de afspraak moet houden. Desgevraagd door de heer Van der Hulst zal hij dit met de projectleider afstemmen (pm). Agendapunt 5. Lage loonschalen (AP/ en -/ ). De heer Klaassen bestrijdt de opvatting van de HDP dat in het regeerakkoord geen relatie wordt gelegd met het uitbesteden van diensten. In het regeerakkoord wordt gesproken van gewoon weer in dienst nemen en dat heeft volgens spreker wel degelijk betrekking op de medewerkers van Paresto. Aangezien bij de Rijksoverheid inmiddels wordt teruggekomen op outsourcing, pleit spreker er dan ook voor om de medewerkers van Paresto niet naar buiten te brengen, maar binnen te houden, conform het regeerakkoord. De voorzitter antwoordt dat defensie in lijn met het regeringsbeleid zorg heeft voor de lage loonschalen, maar dit staat niet haaks op uitbestedingstrajecten waarin een maximale inspanning wordt gepleegd om mensen van werk naar werk te brengen. Defensie onderschrijft de insteek om mensen in de lage loonschalen zoveel mogelijk aan het werk te houden, maar spreker ziet geen één op één koppeling met alleen Paresto. De heer Klaassen denkt dat de passage in het regeerakkoord maar voor één uitleg vatbaar is. Nu worden de medewerkers van Paresto, die aan de onderkant van de arbeidsmarkt zitten, naar buiten gebracht, maar spreker vindt dat het werk niet uitbesteed moet worden maar binnen moet worden gehouden. De heer Van Hulsen meent dat de bepaling in het regeerakkoord een gevolg is van de opvatting dat de flexibilisering te ver is doorgeschoten. De bepaling leidt er toe dat dat er nu bij de overheid meer mensen in lage loonschalen werkzaam zijn. Dit geldt echter niet voor defensie, aldus spreker. Defensie duwt juist een substantiële groep mensen met lage loonschalen naar de markt en brengt daarmee het totale aantal naar beneden. Voorts gaf defensie aan de nadere uitwerking van de bewuste passage af te wachten, aldus spreker. Inmiddels is deze door minister Blok bij brief van 11 oktober 2013 op schrift gesteld. Spreker concludeert dat de brief veelzeggend is voor de sector Rijk maar niets zegt over de sector Defensie. De voorzitter meent dat daarmee ook duidelijk is dat defensie zijn eigen lijn kiest. Defensie onderschrijft het regeringsbeleid en voert dit op veel vlakken binnen defensie uit. Op dit moment ziet defensie echter geen directe aanleiding om het uitbestedingstraject van Paresto te blokkeren aan de hand van de lijn die bij het Rijk wordt gekozen. Spreker ziet geen causaal verband. Het is natuurlijk altijd goed om er over na te (blijven) denken, maar spreker denkt dat defensie heel goed kan aangeven dat hij in lijn met het regeringsbeleid /akkoord veel doet voor de lage loonschalen. De heer Van Hulsen vraag waaruit hij kan opmaken dat defensie het regeringsbeleid onderschrijft, want defensie heeft straks minder mensen in lage loonschalen in plaats van meer. De voorzitter denkt dat er bij het kleiner worden van defensie, verhoudingsgewijs veel lage loonschalen zullen zijn. Het outsourcen wil niet zeggen dat men niet in de geest van het regeringsbeleid handelt. De heer Van Hulsen zegt dat de centrales niet bestrijden dat er verhoudingsgewijs veel lage loonschalen bij defensie zullen zijn, maar met voornoemde passage uit het Regeerakkoord wordt een positief effect beoogd, terwijl er bij defensie een negatief effect is. De voorzitter deelt mee dat bij de uitbesteding van de cateringdiensten een bredere afweging is gemaakt en er is dus niet alleen gekeken naar de intentie over de lage loonschalen. Helder is dat deze intentie bij de afwegingen wordt betrokken, maar spreker ziet het causale verband niet. De heer Van Hulsen zegt dat hij de voorzitter begrijpt als er in het Regeerakkoord niet over lage loonschalen was gesproken. Maar in het regeerakkoord, dat rijksbreed is, dus inclusief defensie, wordt deze groep specifiek benoemd. De heer Pieters onderschrijft het betoog van zijn collega s. Het regeerakkoord spreekt over de hele overheid en specifiek over catering. Spreker kan niet anders dan concluderen dat in dit geval defensie zich niet aan de afspraak, i.c. het regeerakkoord, houdt. Volgens spreker zou het anders zijn geweest als defensie de catering 5/9

6 uitbesteedt aan de overheid, maar dat is niet gebeurd. De voorzitter is bereid de argumenten van de centrales mee terug te nemen voor intern overleg (pm). Hij tekent daarbij aan dat hij hiermee niet toezegt dat hij een andere richting kiest, want vooralsnog niet ziet spreker geen aanleiding het defensiebeleid te wijzigen. Agendapunt 6. Aanwijzing SG inzake extern optreden (AP/ , -/ , -/ ). De voorzitter meldt dat n.a.v. commentaar van de centrales, de expliciete verwijzing naar vakbondsbladen uit de aanwijzing SG is geschrapt. Hij vraagt of de centrales nu met de aanwijzing kunnen leven. Volgens de heer Kleian staat nog steeds in de aanwijzing dat een lid van de vakbond alleen contact mag hebben met zijn bond, als het over vakbondswerk gaat. Spreker wil echter niet hebben dat een vakbondslid beperkt wordt in de onderwerpen waarover hij met het bestuur van de vakbond of met iemand van een vakbondsblad spreekt. Na enige discussie hierover wordt afgesproken dat een lid van een vakbond volkomen vrij is om te praten met medewerkers van de vakbond over elk onderwerp. Betrokkene wordt dan geen enkele beperking opgelegd, tenzij het gaat over veiligheid. Agendapunt 7. Beleidsregel Veiligheidsonderzoeken (AP/ ). De heer Schilperoort laat weten dat de invoering van de nieuwe beleidsregel, en dan met name dat deel over het intrekken van de verklaring van geen bezwaar VGB, op problemen stuit. Er is sprake van een lijst, maar deze is geheim en dus weet niemand in welk een land hij eigenlijk niet mag komen. Het is spreker met name te doen om de gevolgen van het beleid, waardoor mensen die eigenlijk niets op hun geweten hebben toch diep in de problemen komen, omdat er geen informatie beschikbaar is. Met een verwijzing naar het AMAR worden deze mensen nu ontslagen. Spreker verzoekt om een discussie over de betekenis van deze beleidsregel. Als deze daadwerkelijk zo wordt uitgevoerd hoe worden mensen die daardoor moeten vertrekken gefaciliteerd? De heer Pieters vraagt waarom niet voorafgaand aan deze beleidsregel met de centrales is gesproken. In de brief staat dat het beleid ten aanzien van het verstrekken van een VGB een aangelegenheid is van nationale veiligheid en een verantwoordelijkheid van de minister van BZK. Maar volgens spreker adviseert de minister van defensie de minister van BZK over functies die als vertrouwensfuncties kunnen worden aangemerkt. Aangezien aan een vertrouwensfunctie arbeidsvoorwaardelijke aspecten zitten, had het advies eerst in het overleg moeten worden gebracht. Kortom, spreker heeft problemen met het feit dat de procedure niet is gevolgd. Volgens mevrouw Van Zijderveld klopt het dat het Rijk bepaalt wat het beleid is en wat de vertrouwensfunctie is, maar defensie bepaalt welke functies vertrouwensfuncties moeten zijn.. In het algemeen gesproken vindt de heer Van Hulsen dat in een aantal gevallen een disbalans gaat ontstaan tussen de overtreding en het effect van die overtreding. Volgens spreker schort het in dit opzicht nadrukkelijk in de communicatie. Wat weten de werknemers en hoe informeert de werkgever de werknemers? Het gevolg van een overtreding is ontslag, omdat alle militaire functies vertrouwensfuncties zijn. Spreker oppert om bij lichte overtredingen te overwegen om de militaire functie om te zetten in een andere functie. Een aantal elementen van de consequenties van het veiligheidsbeleid raakt dus de personele aspecten en daarover wil spreker het in het overleg hebben. Dat geldt ook voor de informatieverstrekking/communicatie hierover. 6/9

7 De heer Schilperoort zegt al een aantal schrijnende gevallen te kennen. Spreker is het er dus mee eens dat over de consequenties van dit beleid gesproken moet worden. De voorzitter zegt toe dat hij voor het volgende AP-overleg schriftelijk zal reageren op de punten die door de centrales zijn aangegeven (pm). De heer Kleian refereert aan een lijst van verboden landen die circa 23 jaar geleden is opgesteld. Spreker oppert om weer zo n lijst op te stellen. Betrokkenen kunnen dan vooraf verzoeken om toestemming voor een bezoek aan zo n land. De voorzitter neemt hier nota van. Agendapunt 8. Concept SOD-vergaderschema 2014 (AP/ ). Het schema wordt conform vastgesteld. Agendapunt 9. Rondvraag en sluiting Aangepaste regelgeving Bureau Uitzettingen KMar. De heer Pieters kondigt een brief aan m.b.t. aangepaste regelgeving voor bureau Uitzettingen van de KMar. Door deze gewijzigde regelgeving gebeurt het dat het reizen vanwege de begeleiding bij uitzettingen nu als reistijd en niet als werktijd wordt aangemerkt (pm). In aansluiting hierop wijst de heer Kleian nogmaals op het feit dat de KLu vluchten die onder de VVHO behoren te vallen, aanmerkt als dienstreis. De voorzitter zal hierover een brief sturen aan de CLSK. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om uur. 7/9

8 Actiepunten vergadering 29 oktober 2013 Nr.: Onderwerp: Actie: Opmerkingen: 1. DCP Verslag (AP/ ) ap.4 2. Veteranennota 2012 (AP/ , - / , -/ , -/ Verslag (AP/ ) ap. 4 Verslag (AP/ ), ap.2 Verslag (AP/ ), ap.2 3. Veteranennota (AP/ , -/ ) Verslag (AP/ ), ap.4 4. Digitale verzending Verslag AP , Ag.pt. 1 Verslag (AP ), ap.2 Verslag (AP/ ), ap.2 Verslag (AP/ ), ap.2 Verslag (AP/ ), ap. 2 Verslag (AP/ ) ap.2 5. Formatiebeheer (AP/ , - / , -// ) Verslag (AP/ ) ap.6 Verslag (AP/ ), ap.2 en ap. 6 Commandanten schriftelijk op de hoogte te stellen van afspraak inz. DCP Brief CCOOP beantwoorden Brief uit 2008 aan defensie sturen (Kleian) over MIP en nota hierop aanpassen (Def.) In een volgende vergadering zal CAOP een presentatie geven. - Intern bezien hoe tekortkoming wordt opgeheven en of het aantal geregistreerden jaarlijks kan worden opgehoogd. - Nagaan hoe om te gaan met functies buiten de rangbracket die niet zijn vastgesteld i.h.k.v. beleidfactor. Voorzitter is hierover met CDS in discussie Voorstel CAOP is 16/9 verzonden met AP/ Einddatum functies (AP/ ) Verslag (AP/ ), ap. 7 Verslag (AP/ ), ap.2 7. Rapportage en evaluatie BBO (technische wg. Rafelrandjes SBK) (AP/ ) Verslag (AP/ ), ap.3 8. Klachtenregeling gedragingen defensiepersoneel (AP/ , - / , -/ , -/ en / ) Verslag (AP/ ), ap. 6 Verslag (AP/ ), ap. 5 Verslag (AP/ ), ap Lage loonschalen Verslag (AP/ ), ap. 6 Verslag (AP/ ), ap Arbeidsomstandigheden en veiligheidsbeleid (AP/13,00580) Verslag (AP/ ), ap Artikel 16 AMAR (AP/ en - / ) Verslag (AP/ ), ap.4 Agenderen voor een volgende vergadering -Centrales geven zo nodig onderwerpen op t.b.v. de technische werkgroep rafelrandjes SBK. - Volledige overdracht van personeel aan BBO is één van de onderwerpen van de techn. Werkgroep. -De technische werkgroep rapporteert t.z.t. in de wg. AP. Agendering in een nader te bepalen APvergadering. Def. zal zich intern beraden over de overwegingen centrales inz. het binnenhouden Parestomedewerkers. De SG zal de brief van de centrales beantwoorden. Defensie maakt voorstel voor aanpassing. Rapportage verzonden onder nr. AP/ /9

9 12. Maatwerkoplossingen DRP DVD/DS Verslag (AP/ ), blz.4 Def. stemt af met projectleider DVD/DS inz. maatwerkoplossing reizen. 13. Beleidsregel veiligheidsonderzoeken (AP/ ) Verslag (AP/ ), ap Aangepaste regelgeving bureau uitzettingen KMar Verslag (AP/ ),ap. 9 Schriftelijke reactie Def. volgt. CMHF zal hierover een brief schrijven. - Def. kaart problematiek inz. VVHO nogmaals aan blij CLSK. 9/9