Georganiseerd Overleg Sector Defensie Werkgroep Algemene en Financiële Rechtstoestand Ingelast Overleg d.d. 6 maart 2012

Transcriptie

1 Ingelast Overleg d.d. 6 maart 2012 H.Montérie inlichtingen h.monterie@caop.nl AFR/ nummer G.1.04 zaaknummer 13 maart 2012 verzenddatum Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemene en Financiële Rechtstoestand van 6 maart 2012 (Baljuwzaal van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen - CAOP -, Lange Voorhout 13 te s Gravenhage, aanvang 13:00 uur). Aanwezig: Van de zijde van Defensie/HDP: J.P. de Jong, voorzitter, F.H.A. Bots, J.M. van Dam, E.H. Dekker, R. Jacobs, A. van der Knaap. Van de zijde van de centrales: J.P. Arts, J. Dirks, H.A. Kleian (CCOOP), M.C.G. Klaassen, W. van den Burg (ACOP), J.J.H. van Hulsen (AC), R.E.W. Pieters (CMHF). Van de zijde van het secretariaat: H.J.R. Monterie. AGENDA 01. Opening en mededelingen. 02a. Aangepast Concept Algemene Maatregel van Bestuur ter uitvoering van het Arbeidsvoorwaardenakkoord (AFR/ ). 02b. Concept-Verplaatsingskostenregeling Defensie (AFR/ ). 03. Rondvraag en sluiting.

2 Agendapunt 1: Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering. Zowel van de kant van de centrales als van Defensiezijde zijn er geen mededelingen. Ingelast agendapunt 1a: Vaststelling verslag van het AFR-overleg d.d. 21 februari 2012 (AFR/ ). Het verslag wordt vastgesteld. De actiepuntenlijst zal in de eerstvolgende reguliere AFRvergadering (20 maart 2012) aan de orde worden gesteld. Agendapunt 2a: Aangepast Concept Algemene Maatregel van Bestuur ter uitvoering van het Arbeidsvoorwaardenakkoord (AFR/ ). Bijlage inzake Wijzigingen AMBV n.a.v. overleg op N.a.v. artikel 3 en artikel 4. De heer Van Hulsen geeft aan niet uit te sluiten dat het gestelde m.b.t. de overgang naar de Rijksdienst juist is. Het gaat spreker echter te snel dat de betreffende zin al eerder verwijderd had moeten worden. Zeker als men beseft dat dit element niet in het AV-akkoord is opgenomen. In het vorige AFR-overleg is een discussie gevoerd wat nu onder het begrip Rijksdienst moet worden verstaan. Hoever strekt dat? Spreker geeft aan het schrappen thans te beschouwen als een beperking van mogelijke aanspraken van individuen. Daartoe was alle reden ingeval er sprake was van een afspraak gemaakt in het kader van het AV-akkoord. Dit is echter niet het geval. Overeengekomen wordt de bedoelde zin (overgang naar Rijksdienst) niet te schrappen. Aan de begrippenlijst wordt het begrip Rijksdienst toegevoegd en zodanig gedefinieerd dat dit begrip niet samenvalt met het begrip sector Rijk, maar in de brede zin wordt gekoppeld aan hetgeen wordt verstaan onder de organisatie van de Rijksoverheid. N.a.v. artikel 22 Ofschoon dit niet op de voorliggende lijst is vermeld, refereert de heer Kleian aan artikel 22. Spreker memoreert een eerdere discussie over de vraag wanneer een tweede reis gemaakt kan worden. Zoals bekend, is toegestaan om in 2 jaren 1 keer te reizen. Bij een plaatsingsperiode van 3 jaren zou de betreffende persoon in het laatste jaar van plaatsing dan nog een keer mogen reizen, aangezien dan sprake is van het 2 e gedeelte van de plaatsingstermijn. Het CCOOP heeft echter geconstateerd dat er een eigenzinnig Defensieonderdeel dan wel een krijgsmachtdeel is dat bepaalt dat de 2 e reis pas gemaakt kan worden ingeval sprake is van een bepaald minimum aantal maanden in het 2 e jaar. Dit komt erop neer dat deze 2 e reis pas mogelijk is na een plaatsingsduur van 27 maanden. Deze nadere beperking is niet terug te vinden in de betreffende tekst. Spreker is van mening dat de betrokkene recht heeft op een 2 e reis en dat de betrokkene zelf moet kunnen beslissen wanneer hij/zij daarvan gebruik wenst te maken. De praktijk is echter anders. Overeengekomen wordt op dit punt later in dit overleg terug te komen. N.a.v. Art. 3. E. De heer Van Hulsen concludeert dat hier de ontslaggrond niet meer ten volle geschikt wordt geschrapt. De heer Van Dam antwoordt dat juist sprake is van een uitbreiding. De onderofficier van de KM werd uitgezonderd en deze uitzondering wordt nu verwijderd. 2/11

3 3/11 Overige opmerkingen. N.a.v. blz. 11/Artikel 107 Herplaatsingsonderzoek. De heer Kleian attendeert erop dat in dit artikel het oude lid 5 is weggevallen. Zijn oordeel is dat dit artikel nog steeds uit lid 1 t/m 6 moet bestaan. Van Defensiezijde wordt dit bevestigd. Lid 5 vangt aan met de zin Onze Minister kan op verzoek van de ambtenaar.geven. Vervolgens wordt het huidige lid 5 ( Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld ter uitvoering van dit artikel ) nu lid 6. N.a.v. blz. 11, 12/Artikel De heer Van Hulsen brengt in herinnering dat hij in het vorige AFR-oveleg t.a.v. het gestelde in lid 2 ( De herplaatsingskandidaat is verplicht een passende functie te aanvaarden ) een opmerking heeft gemaakt. De strekking daarvan was dat dit zeker van toepassing was op fase 3. T.a.v. fase 2 toen aangegeven dat dit genuanceerder opgevat moest worden. De heer Dekker bevestigt deze opmerking die terecht was. De tekst zal worden aangepast. N.a.v. blz.11 G/Wijziging Artikel 116. De heer Van Hulsen merkt op dat in de huidige situatie t.a.v. dit artikel in ieder geval sprake is van een duidelijk omschreven ontslaggrond t.w. dat een werknemer ontslagen kan worden op het moment dat hij/zij overtollig wordt. De wijziging ziet erop toe dat dit nu geschrapt en vervangen wordt t.w. dat eervol ontslag kan worden verleend, indien het niet mogelijk is om de betrokken ambtenaar te herplaatsen. Uitgaande van het feit dat er initieel een ontslaggrond was, was vervolgens in artikel 116 geregeld dat alvorens tot een ontslag over te gaan een zorgvuldig onderzoek moest plaatsvinden naar de mogelijkheden om de betrokkene te herplaatsen. De heer Dekker antwoordt dat aanpassing zal plaatsvinden. N.a.v. blz. 15/L/Artikel 138. De heer Van Hulsen merkt op dat voorgestaan wordt een nieuw artikel 138 (Verplichte sportbeoefening) in te voeren. Spreker geeft aan alvorens dit gerealiseerd wordt van gedachten te willen wisselen over de Defensieconditieproef (DCP). De voorzitter antwoordt het ermee eens te zijn dat eerst een discussie in dat kader plaatsvindt. Vervolgens kan worden vastgesteld op welke wijze vastlegging in het AMAR plaatsvindt. De heer Dekker merkt op dat het gestelde onder lid 1 reeds in het AMAR is opgenomen. Hetgeen nu gewijzigd is, is dat de bevoegdheid is neergelegd bij de minster i.p.v. het Hoofd van het Defensieonderdeel. T.a.v. het gestelde in het 2 e lid betreft het louter de technische mogelijkheid om straks voor de ministeriële regeling, die naar verwachting in april a.s. wordt aangeboden, een grondslag te creëren. Als dat niet wordt gedaan, hangt die regeling in de lucht als daarover overeenstemming zou worden bereikt. De heer Kleian merkt op dat er op dit moment mensen voor een functie worden geweigerd, omdat zij de DCP niet hebben gehaald. De heer Dekker antwoordt dat dit een ander punt is. Onlangs is intern Defensie er nadrukkelijk op geattendeerd dat dit niet aan de orde kan zijn. De heer Van Hulsen geeft desgevraagd aan dat het gestelde in dit artikel gehandhaafd kan blijven. N.a.v. blz. 16.4/pensioengerechtigde leeftijd. De heer Van Hulsen memoreert dat in het vorige AFR-overleg is gesproken over de definitie van de pensioengerechtigde leeftijd en de koppeling met artikel 122 BARD. De heer Van der Knaap antwoordt dat het probleem zich hier toespitst op het burgerpersoneel vanwege het feit dat voor deze categorie verwezen wordt naar de leeftijd van 65 jaar. In het Wachtgeldbesluit is echter sprake van een hardheidsclausule op basis waarvan de leeftijd opgerekt kan worden naar de pensioengerechtigde leeftijd. Het voorstel is om dat inderdaad te doen. De heer Van Hulsen

4 begrijpt de moeilijkheid alsnog een wijziging aan te brengen in het Wachtgeldbesluit dat ingetrokken is. De heer Van der Knaap wijst erop gebruik te maken van de hardheidsclausule. Zijn voorstel is daarover een brief aan te bieden aan de AFR-leden. De voorzitter attendeert erop eerst te willen nagaan of in lijn gehandeld wordt met hetgeen ter zake gewisseld is met de TK. Hij stelt de centrales in de gelegenheid om eventueel een reactie af te geven op de brief die van Defensiezijde aangeboden zal worden. De voorzitter herhaalt dit punt eerst te checken. Vervolgens zegt hij toe op dit punt terug te komen zowel in relatie tot het Wachtgeld als in relatie tot zogezegd de structurele werking van deze definitie. Resumerend betekent dit dat de centrales t.a.v. de Wachtgeldregeling en de toepassing van de hardheidsclausule een brief van Defensie zullen ontvangen. Met het thans gestelde wordt doorgegaan en v.w.b. de structurele voorziening zal ter zake door Defensie worden nagegaan. N.a.v. blz. 16/17/Artikel 2.5 De heer Van Hulsen merkt op dat er een vernummering plaatsvindt. Hij vraagt of het gestelde met name m.b.t. lid 5 nu nog klopt. De voorzitter zegt toe dit punt na te gaan. N.a.v. blz. 19/artikel 17/Gegarandeerd maandelijks inkomen. De heer Van Hulsen merkt op dat er afspraken zijn gemaakt t.a.v. een indexatie en het ontbreken van een pensioenopbouw. Zijn vraag is of het gegeven dat deze uitkering geïndexeerd wordt op enigerlei wijze verankerd moet worden. Ook is de vraag of verankerd moet worden dat t.a.v. deze uitkering geen sprake zal zijn van een pensioenopbouw. De heer Van der Knaap verwijst v.w.b. de indexatie naar een gebruikelijke formule bij het AV-akkoord. Deze formule ziet erop dat de salarisstijging doorwerkt naar de uitkeringen i.v.m. ontslagleeftijd, WW etc. Deze uitkering zou naar zijn oordeel daaronder vallen. Dit houdt in dat verwezen moet worden naar het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie. Dit waar voorheen naar het Wachtgeldbesluit werd verwezen en zolang er nog wachtgeld is, zal deze verwijzing naar het Wachtgeldbesluit worden gehandhaafd. Voor wat betreft het ontbreken van de pensioenopbouw acht de heer Van der Knaap het raadzaam dit in de Toelichting op te nemen. Daarnaast geeft de heer Van der Knaap aan dat t.a.v. dit artikel misverstanden kunnen ontstaan t.a.v. de deeltijdwerker. D.w.z. dat als basis het maandinkomen wordt genomen zonder dat de deeltijdfactor in acht wordt genomen dan wel sprake is van een buitengewoon verlofconstructie. Ook aan dit punt zal in de Toelichting aandacht worden besteed. De heer Van Hulsen memoreert het feit dat er een afspraak is gemaakt over de voorwaardelijke pensioenopbouw. Zijn vraag is of dit ergens verankerd moet worden. De heer Van der Knaap merkt op dat het afdoende is dat die afspraak in het SBK is vastgelegd. Hij bevestigt de opmerking van de kant van de heer Van Hulsen dat het SBK straks een ministeriële regeling wordt. Op de vervolgvraag van de heer Van Hulsen of dit ook van toepassing is op de Stimuleringspremie antwoordt de heer Van der Knaap dat het naar zijn oordeel voor alle maatregelen uit het SBK geldt. Een aantal daarvan zal worden verwerkt in een AMvB. Vervolgens is er een gedachtewisseling over de vraag waarom in het ene geval sprake is van het verwerken in een AMvB en in een ander geval kan worden volstaan met de tekst uit het SBK. In ieder geval is dat niet consistent. Van de kant van Defensie wordt toegezegd dat dit punt nagetrokken zal worden. 4/11 De heer Van Hulsen merkt op dat er afspraken zijn gemaakt over de onregelmatige onregelmatigheid. Dit is verankerd. Het punt, waarbij echter nog stilgestaan moet worden is het

5 Aanwijzingsbesluit. Afgesproken wordt op dit punt later in dit overleg bij de bespreking van de Regeling terug te komen. Bijlage: Tabellen. De heer Van Hulsen refereert aan het feit dat ondanks de gemaakte afspraken het ontbreekt aan een tabel H. Het betreft dan de mensen die in het buitenland geplaatst zijn en in Nederland wonen of v.v. en die op en neer reizen. De heer Jacobs antwoordt dat t.a.v. dit punt sprake is van niet veel wijzigingen. Toegevoegd is slechts de formule om de grens van 250 km (tot 1 januari) naar boven bij te stellen. Dit is verwerkt in de Bijlage C bij de Verplaatsingskostenregeling. T.o.v. nu is deze in dat opzicht echter niet veranderd. T.b.v. de tabellen van de nieuwe Verplaatsingskostenregeling worden de tabellen van het militaire besluit genomen. In feite is sprake van dezelfde tabellen. De heer Van Hulsen geeft aan geen formule te kennen. In ieder geval is dat nergens vastgelegd. De heer Jacobs antwoordt dat bekendstelling middels een brief aan de centrales heeft plaatsgevonden. De heer Van Hulsen concludeert dat er in arbeidsvoorwaardelijke zin een afspraak is gemaakt en vooruitlopend op de regelgeving is dit element via een ander traject verwerkt. MR-teksten m.b.t. IRBAD, BHV, VROB en VVHO n.a.v. AV-akkoord 2012/2013. N.a.v. Artikel 1/E. De heer Van Dam antwoordt op een vraag ter zake van de heer Arts dat de tekst moet luiden: Naar het oordeel van de Commandant. De eerste keer ontbrak het woordje van. N.a.v. Artikel IV/A.1 De heer Van Hulsen verwijst naar het gestelde onder A.1. Hij geeft aan dit deels te kunnen volgen. Dit in die zin dat artikel 4a van de VROB is geschrapt. Voorheen was daar de VEB in geregeld. Met andere woorden kan spreker dus volgen dat de verwijzing niet meer correct is. De VEB is niet afgeschaft, maar is overgeheveld. In de oude tekst had de verwijzing naar artikel 4a dus een bepaalde betekenis. De vraag is of als gevolg van het schrappen nu ook de betekenis weg is. De heer Van Dam antwoordt dat dit inderdaad voor de VROB het geval is. Voor de VROB is dit niet meer van belang. Nadat ter vergadering ter zake is nagegaan, licht de heer Van Dam toe dat de VEB ook van toepassing was op de militair met buitengewoon verlof van lange duur met behoud van bezoldiging. In de IBM is nu de VEB-toelage opgenomen. Uit de IBM is op te maken dat dit van toepassing is op de militair met buitengewoon verlof van lange duur met behoud van bezoldiging. De heer Van Dam merkt op dat, indien sprake is van een 100% bezoldiging de betrokkene ook de VEB ontvangt. 5/11 MR-tekst m.b.t. VKRD. AV-akkoord N.a.v. blz. 1/Hoofdstuk 1/Artikel 1/Netto bezoldiging. Op een vraag ter zake van de heer Van Hulsen antwoordt de heer Van Dam dat in het VBD reeds weergegeven en gedefinieerd is dat de factor 1.1. betrekking heeft op de militair en de factor 1,075 van toepassing is op de burgerambtenaar. N.a.v. blz. 2/Artikel 2.1 ( 6000). De heer Arts brengt in herinnering dat in het vorige AFR-overleg de CCOOP gevraagd heeft om

6 6/11 - conform bijlage 2 van het AV-akkoord - in de tekst tot uitdrukking te brengen dat bij de genoemde 6000 sprake is van een netto bedrag. Daarnaast ontbreekt het in de voorliggende tekst aan lid 5. In de vorige versie was dit lid nog wel opgenomen. Van de kant van Defensie wordt geantwoord dat de vorige versie een onjuiste versie was en niet eerder met de centrales is besproken. De voorliggende versie is de eerste die besproken wordt. T.a.v. de 6000 netto volgt een korte gedachtewisseling. Van Defensiezijde wordt erop gewezen dat ingeval de toevoeging netto vermeld moet worden dit consequent moet worden toegepast. Alle regelingen dienen dan nagelopen te worden op bruto/netto bedragen. Verwezen wordt naar de fiscale regelgeving. De heer Arts herhaalt dat in de tekst van de bijlage 2 van het AV-akkoord wel wordt gesproken over een nettobedrag. Vandaar dat de CCOOP daarop heeft aangeslagen. De voorzitter antwoordt dat het bedrag per definitie netto is. Het valt binnen de begrenzing en wordt dus netto uitbetaald. N.a.v. blz. 2/Artikel 2.3 (Voeren van een eigen huishouding). De vraag van de heer Van Hulsen betreft de termijn van maximaal 6 maanden. Waar in de tijd zit de periode van 6 maanden? Zoals de redactie thans luidt kan dit 9 maanden, 1 jaar dan wel drie jaar enz. voor de verhuizing liggen. De heer Jacobs antwoordt dat op het moment van verplaatsing de betrokkene reeds een eigen huishouding voert. Overeengekomen wordt de tekst te wijzigen in :.met maximaal 6 maanden voorafgaande aan de datum van de verhuizing is onderbroken. N.a.v. blz. 5,6/Artikel 20.3 (Aanspraak op en tabeltegemoetkoming). De heer Arts merkt op dat het gestelde m.b.t. het staken van de vergoeding woon/werkverkeer bij een afwezigheid vanwege ziekte langer dan 6 weken aaneengesloten hem helder is. Echter, in de laatste volzin van lid 3 wordt gesproken over het wederom aanvangen van de tegemoetkoming op de eerste dag van de maand volgend op de datum van terugkeer. Spreker verwijst naar een voorbeeldsituatie, waarin een werknemer op 2 of 3 juni weer aan het werk gaat en de rest van de maand dan geen tegemoetkoming krijgt. Van de kant van Defensie wordt opgemerkt dat dit punt in relatie tot de destijds gemaakte afspraak nagegaan zal worden. N.a.v. blz. blz. 6 Artikel 11/A en B. Het woord Verplaatsingskostenreglement wordt vervangen door Verplaatsingskostenregeling. Nota van Toelichting. N.a.v. blz. 5 (zelfstandige woonruimte). De heer Kleian refereert aan het gestelde onder dit punt. Daaruit blijkt dat men geen recht heeft c.q. niets ontvangt in het geval de huurder op hetzelfde adres woont als de verhuurder. Spreker geeft aan zich daarover te verbazen. Naar het oordeel van de heer Kleian is een veel belangrijker criterium in dit kader dat over bepaalde eigen voorzieningen wordt beschikt. In ieder geval een belangrijker criterium dan het huisnummer o.i.d. De voorzitter geeft aan de fiscale regelgeving t.a.v. dit punt na te gaan. De heer Kleian merkt nog op dat o.m. een criterium is dat men bijv. ingeschreven moet staan op een bepaald adres. Echter, z.i. is nergens vastgelegd dat de verhuurder en de huurder niet in het zelfde pand mogen wonen. Los van de vraag hoe vaak dit voorkomt. De voorzitter herhaalt dat dit punt nagegaan zal worden. In het geval een aanpassing noodzakelijk is, zal deze in de Nota van Toelichting worden verwerkt.

7 Er volgt een schorsing. De voorzitter heropent de vergadering. Hij verwijst naar de vraag van de heer Kleian eerder in dit overleg m.b.t. artikel 22. Zie hiervoor de tekst op blz. 2 van dit verslag. De vraag van de heer Kleian komt erop neer of het terecht is dat t.a.v. de tweede reis beperkingen zijn gesteld t.a.v. het moment waarop deze 2 e reis kan worden ondernomen. De voorzitter antwoordt dat er blijkbaar t.a.v. dit punt in dit werkverband afspraken zijn gemaakt. In de verslagen zijn deze eerdere afspraken door beide partijen aan deze overlegtafel echter niet terug te vinden. De voorzitter geeft aan dat aan zijn kant nog één poging zal worden gedaan te achterhalen wat is afgesproken. Is de bedoelde afspraak niet terug te vinden dan zal deze niet aanvullend in de regelgeving worden opgenomen. In dat geval zal dan in dit overlegverband worden afgesproken dat er niet sprake is van beperkingen. Vervolgens zal Defensie gevolg geven aan de wijzigingen die in dit overleg zijn besproken en de punten die nader uitzoekwerk vergen. Deels zal dit worden gerealiseerd in de vorm van renvooien in de teksten van de regelgeving en deels in de vorm van een concrete brief met een antwoord op de gestelde vraag. Het voorstel is daarbij dat de centrales één brief zal worden aangeboden, waarin die onderwerpen geadresseerd worden. In de bijlage zullen dan de gewijzigde regelgeving met de renvooien worden opgenomen. Aan de aan te bieden documenten zal een reactietermijn worden verbonden. Aldus wordt overeengekomen. Agendapunt 3: Rondvraag en sluiting. Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. 7/11

8 - Actiepuntenlijst bij verslag van het ingelaste AFR-overleg d.d. 6 maart Onderwerp (en evt. vindplaats Nr. 01. Motie Knops Eijsink Verslag AFR Ag.pt. 1 (AFR/ /AFR/ ). 02. Prepaid Chipkaarten (AFR/ ) *Verslag AFR Ag.pt.10 *Verslag AFR Ag.pt 2 *Verslag AFR Ag.pt Extra territoriale kosten *Verslag AFR Ag.pt.9 *Verslag AFR Ag.pt TOD-stelsel bij PLANTON-BSB *Verslag AFR Ag.pt. 10 *Verslag AFR Ag.pt. 4 *Verslag AFR Ag.pt. 4 *Verslag AFR Ag.pt. 2 *Verslag AFR Ag.pt RUD *Verslag AFR Ag.pt. 2 *Verslag AFR Ag.pt.2 *Verslag AFR Ag.pt Nieuwe huurplafonds met relatie inkomen (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt. 6 *Verslag AFR Ag.pt 2 Korte omschrijving van te nemen actie Defensie komt met voorstel (m.b.t. aanvulling groepen) t.b.v. volgend AFR-overleg * Datum vaststellen Tripartiet overleg in AP-overleg van * Bezien behoefte regelmatig overleg *Onderzoeksresultaten eind 2010 aan centrales aanbieden. Contact met KMar inz. ongedaan maken TOD-berekening achteraf Brief (AFR/ ) zal worden behandeld in AFR d.d Voorstel nader bezien n.a.v. opmerkingen centrales in AFR d.d Evt. Voortgang van zaken Aantal rafelrandjes doorspreken in volgend AFR-overleg Behandeling in AFRoverleg Buitenland d.d. (inclusief ontwikkeling BESeilanden en standplaatsen brigade CARIB) *I.v.m. TOD-vooraf per evt. correctie achterliggende periode *Eerst informeren naar draagvlak in relatie tot afwikkeling van zaken *Agenderen voor TW Kleding en Uitrusting d.d *Voorgestane aanpak agenderen voor AFRoverleg *Conclusie Petit Comité weergeven * Behandeling AFRoverleg 07. Legeringsnormen Defensie Criteria oudbouw en Actuele oudbouwlijst (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt. 7 Opmerkingen centrales m.b.t. tot kwantitatieve normstelling nader bezien *Brief aan centrales aanbieden. *Brief is inmiddels aangeboden met nr. AFR/ *Behandelen in AFRoverleg 8/11

9 08. Toegangspas centrales *Per Defensieonderdeel oplossing bezien 09 Schultz-Hoff en Stinger Arrest *Verslag AFR , Ag.pt. 10 *Verslag AFR , Ag.pt. 10 *Verslag AFR , Ag.pt CAO-tickets (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt Wijziging VBD (AFR/ /AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt Wijziging toelage Buitenland (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt. 7 *Verslag AFR , Ag.pt Sluiting DAS-winkels (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt Evaluatie Toelage Buitenland/Rapport van de ADD *Verslag AFR , Ag.pt. 2 (AFR/ ). *Verslag AFR , Ag.pt. 7/8 *Bezien huidige toepassing bij Defensie i.r.t. Schultz-Hoff en Stinger Arrest en handelwijze voor interimperiode *Twee varianten nader bezien *Contact opnemen met C-CARIB *Bezien (prudente) invulling t.b.v. interimfase *Mogelijkheden na bezien *Bezien in welk overlegverband onderwerp thuishoort (AV of AFR). *Bezien destijds gemaakte afspraken m.b.t. Voorzieningenniveau *Met centrales uitkomsten onderzoek bespreken *Meenemen optopping Buitenlandtoelage Formalisering bedrijfslijn behandelen in AFR-overleg *Nadere info van CCOOP *Defensie zal situatie op Antillen bezien Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. Agenderen voor volgend SOD-overleg Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. 15. AFR-behandelbrieven op basis van Correspondentieoverzicht *Verslag AFR , Ag.pt. 3 *Verslag AFR , Ag.pt. 2 Bezien welke brieven naast die m.b.t. TW Buitenland en TW Kleding & Uitrusting - moeten worden geagendeerd voor AFR-overleg 16. Afhandeling wijziging AMAR/BARD i.v.m. ATW *Verslag AFR , Ag.pt. 6 *Verslag AFR , Ag.pt. 2 In brief voor centrales weergeven hetgeen in AFR-overleg van is besproken Brief aanbieden t.b.v. behandeling in AFRoverleg d.d Recuperatie in Nederland bij langdurige uitzendingen (AFR/ en AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt. 7 *Verslag AFR , Ag.pt. 2 Defensie zal zich beraden op voorstel centrales. De uitkomst daarvan wordt per brief aan het AC aangeboden Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. 9/11

10 18. Ziektekosten voor Reservisten (AFR/ ). *Verslag AFR , Ag.pt Overuren/Uitblijven betaling na ommekomst roosterperiode (AFR/ ). *Verslag AFR , Ag.pt. 4 *Bezien maatwerk t.b.v. zgn. Niet knipperlicht-situaties *Nagaan of er een link is met de Zorgbrief uit 2008 die in de TK is aan de orde is geweest. *Bezien definiëring begrip tijdelijk Opgave CCOOP m.b.t. bij welk Defensieonderdeel de knelpunten voorkomen 20. Aanstellingspremies 2011 (AFR/ ). *Verslag AFR , Ag.pt. 5 *Bezien of bij andere Defensieonderdelen ook groepen voorkomen als die bij de KM *Opmerkingen CCOOP en ACOP inz. Medisch personeel meenemen in discussie over Loopbaanbeleid in wg. AP waarvoor de CCOOP een brief zal aanbieden 21. Uitvoeringspraktijk DCHR bij uitzendgratificaties (AFR/ / / ). *Verslag AFR , Ag.pt. 6 *Aan centrales oplossing kenbaar t.a.v. bijzondere situaties *DCHR ter zake informeren 22. Aanwijzing CDS A-105 (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt Richtlijn huisvesting door Defensie (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt. 10 *Aan CDS doelgroep van frequente bezoekers aangeven i.r.t. toekenning VVHO-toelage *Bezien punt afgeleide aanspraken (w.o. pensioenconsequentie). Aanbieden aangepaste richtlijn ter beoordeling door centrales 24 Beleidskader personele uitgangspunten sourcingtrajecten (AFR/ ) *Verslag AFR , Ag.pt. 04 Beleidskader bezien i.s.m. SBK t.b.v. informeel overleg 10/11

11 25. AMvB uitvoering AV-akkoord en Verplaatsingskostenbesluit Defensie (AFR/ ). *Verslag AFR , Ag.pt. 02 Wijzigingen en uitzoekpunten (o.a. m.b.t. artikel 22) verwerken in brief en vervolgens brief aan centrales aanbieden met pieptermijn 11/11