Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid

Transcriptie

1 Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen telefoon 0 bijlage(n) AP/ briefnummer G.1.03 zaaknummer 15 november 2012 datum Verslag van de extra vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van 30 oktober 2012, Baljuwzaal van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen (CAOP) Lange Voorhout 13 te Den Haag, Aanvang: uur, einde uur Aanwezig: Van de zijde van defensie: J.P. de Jong (vz.), R. A. van Deele, E.H. Dekker, F.R.H. van der Hoef, A. Spieseke, t.b.v. ap. 3: R.W.J. Molier, M.C. van Workum; Van de zijde van de centrales: J.J.H. van Hulsen, L.H. Schipper (AC), M. Manschot, R. Schilperoort, (ACOP), L.C. van der Hulst, (CCOOP), M.E.M. de Natris (CMHF); Van de zijde van het secretariaat: G.A. van Herpen-Bartlema (CAOP). Agenda (AP/ ) 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Minimale functieduurvervulling militairen bij reorganisatie (AP/ ). 3. Overgang defensiepersoneel van AFD naar ADR (AP/ , -/ ). 4. Vaststelling van de verslagen van de vergaderingen van de werkgroep AP van 28 augustus 2012 (AP/ ), 4 september 2012 (AP/ ) en 25 september 2012 (AP/ ). 5. Veteranennota 2012 (AP/ en AP/ ). 6. Horizontale instroom op militaire functies (AP/ , -/ ) 7. Formatiebeheer over 2011 (AP/ ) 8. Rondvraag en sluiting.

2 Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststelling agenda. De voorzitter opent de vergadering om uur. Mededelingen: De heer Pieters is verhinderd. Naar aanleiding van de discussie over KMS en de remedial pelotons die in de vergadering van 18 oktober jl. is gevoerd, meldt de voorzitter het volgende: Er is met de KL gesproken, er is een stand still afgekondigd en er is nagedacht over een oplossing die recht doet aan de positie van de leerlingen die moeten re-integreren. Van belang daarbij is dat het staande reintegratiebeleid onverkort wordt uitgevoerd. Vanwege de bezuiniging op het NBOF-volume bij de KL is er begrip voor de financiering van de plaatsing gedurende de re-integratie, maar de KL is er wel op gewezen dat het re-integratiebeleid goed moet worden uitgevoerd. Het ligt het meest voor de hand de re-integratie te laten plaatsvinden in de omgeving van de school en in de functie van leerling KMS. Met betrekking tot de communicatie richting diegenen die de onjuiste brief hebben ontvangen, heeft de KL een brief opgesteld die spreker ter vergadering voorlegt aan de centrales. Na een korte leespauze zet de heer Van Deele uiteen dat met de KL is afgesproken dat de re-integratie plaatsvindt op de functie van leerling KMS. Vanuit dat principe wordt bezien of het mogelijk is of iemand kan terugkeren als leerling KMS. Als men als gevolg van een blessure moet wachten, kan het voorkomen dat de leerling vanuit die functie wordt gedetacheerd op andere plekken waar men loonvormende arbeid kan verrichten. De leerlingen die de intrekkingsbrief hebben gekregen hoeven vooralsnog geen actie te ondernemen. De KMS gaat onder leiding van DP&O en onder toezicht van de HDP het re-integratiebeleid op de juiste wijze toepassen en gevolg geven aan de nota Herzien Re-integratiebeleid. Vervolgens wordt per persoon bezien wat de gevolgen zijn. Dit betekent niet dat niemand ontheven zal worden uit de opleiding. Er zullen namelijk altijd mensen zijn met onvoldoende opleidingsresultaten of van wie de blessure zo ernstig is dat voortzetting van de opleiding niet aan de orde kan zijn, maar het beleid moet binnen de normale kaders worden uitgevoerd. De heer Van Hulsen mist in de brief de koppeling met het re-integratiebeleid. Vervolgens stelt spreker voor om de passage het is zeker niet de bedoeling om u direct uit de opleiding te ontheffen te schrappen. Voorts vindt spreker het niet nodig om de naam van de majoor te noemen die de (foute) brief heeft ondertekend. Afgesproken wordt dat een koppeling wordt gelegd met het re-integratiebeleid en dat de door de heer Van Hulsen genoemde passage evenals de naam van de majoor, zullen worden geschrapt. De heer Van der Hulst stelt voor om de aangepaste brief, voordat deze wordt verzonden naar de centrales te sturen. Spreker is het overigens eens met de wijzingen die door de heer Van Hulsen zijn voorgesteld, maar hij wil de juristen nog even laten kijken naar de passages over de Commissie van advies bij ontheffing uit de opleiding (CAOO). De vraag is namelijk of deze commissie ontheffing uit de opleiding kan adviseren vanwege de medische toestand. Aangezien de heer Van Deele graag voortgang wil maken met het verzenden van de brief stelt hij voor de passage in de 3 e alinea over CAOO de te schrappen. De discussie over de CAOO zou dan geparkeerd kunnen worden, zodat de essentie van de brief alleen maar is dat de eerdere correspondentie is ingetrokken en dat een nieuwe start wordt gemaakt. Spreker is het overigens met de heer Van der Hulst eens dat de Commissie van advies gaat over houding, gedrag en studieresultaten en dat deze geen medische oordelen kan vellen. 2/13

3 De CAOO wordt in de 4 e alinea nog eens genoemd, maar dat is een meer in algemene zin. De centrales stemmen in met het voorstel van de heer Van Deele. De voorzitter stelt vast dat de brief zal worden verzonden en dat de centrales daarvan een afschrift zullen ontvangen. Tevens worden de centrales op de hoogte gehouden van de verdere stappen. (pm) Agendapunt 2.Minimale functieduurvervulling militairen bij reorganisatie (AP/ ). De voorzitter memoreert dat dit punt in de vorige vergadering van 18 oktober 2012 is besproken. De vraag die voorlag was wat de minimale functieduurvervulling betekent in relatie tot een geclusterde reorganisatie ten opzichte van militairen die zich buiten dat cluster bevinden, maar op enig moment ook in een reorganisatie betrokken raken. E.e.a. in het kader van gelijke kansen. Spreker deelt mee dat defensie hiernaar heeft gekeken en een voorstel heeft verwoord in de brief die nu voorligt. De centrales laten weten dat hetgeen in de brief staat niet nieuw is, immers iemand wiens functie vervalt, wordt herplaatsingskandidaat en kan daarom nooit worden gehouden aan de functieduur van twee jaar, omdat de functie er dus niet meer is. Voorts is het zo dat een code 2 meer niet aan de orde is, want in zo n geval worden mensen gewoon geplaatst. In de brief had dus moeten staan code 2 minder. In de vorige vergadering heeft de heer Van der Hulst aangegeven dat de C CLSK met de DMC heeft afgesproken dat een ieder, dus ook mensen met een code 1 of mensen die niet bij een reorganisatie zijn betrokken, niet gehouden zal worden aan de minimale functieduur van twee jaar. Zij worden vrijgesteld van de minimale functieduur om zo optimaal mogelijk te kunnen solliciteren. Volgens spreker kan een dergelijke afspraak niet worden gemaakt omdat de DMC daar niet bevoegd toe is. Daarbij vindt spreker dat een dergelijke afspraak voor heel defensie zou moeten gelden. Spreker geeft het volgende voorbeeld: Iemands functie krijgt bij de reorganisatie code 1 of 2-meer. Met andere woorden betrokkene wordt gewoon geplaatst en in dat geval wordt ook de functieduur voortgezet. Na 1 jaar en 9 maanden wordt er gereorganiseerd en in de drie maanden daarna wordt de hele organisatie gevuld. Als de maximale functieduur van deze persoon na drie maanden afloopt, heeft hij geen functie meer. De vraag is dus of hij dezelfde kansen heeft gehad als het overig personeel. De voorzitter wijst op de zinsnede in de brief: nadat het DRP is vastgesteld. Dit is volgens spreker een verruiming ten opzichte van voorheen. Het gaat defensie te ver om iedereen die ooit geraakt wordt door een reorganisatie te ontheffen van de minimale functieduur. Er moet wel een zekere verbinding zijn aan een reorganisatie, dus stelt defensie voor dat nadat het DRP is vastgesteld, mensen kunnen opteren voor andere functies, zodat betrokkenen gelijke kansen hebben, ondanks het feit dat zij procedureel nog niet aan de beurt zijn. De heer Van der Hulst geeft aan dat elk krijgsmachtdeel er op zijn eigen wijze mee omgaat. Niet alleen het CLSK maar ook het CLAS. Op het moment dat de functievergelijkingstabel bekend is, zijn mensen bij het CLAS drie maanden daarvoor al beschikbaar voor het functietoewijzingsproces. De voorzitter deelt mee dat er één lijn getrokken dient te worden. De brief terzake is vooraf met de defensieonderdelen afgestemd om er zeker van te zijn dat het zo ook wordt uitgevoerd. Dit betekent dus een kleine correctie t.a.v. de afspraken bij het CLSK. Spreker is bereid om hierover nog een passage aan de brief toe te voegen. Defensieonderdelen moeten zich aan de brief conformeren en het beleid overeenkomstig uitvoeren. Zij kunnen hieraan niet hun eigen invulling geven. De heer Dekker stelt voor om in de brief aan te geven dat buiten deze situatie geen sprake is van een verruiming, want dat is in strijd met de rechtspositie. 3/13

4 De heer Van Hulsen memoreert dat destijds t.a.v. functietoewijzingsbeleid is afgesproken om per 1 januari a.s. voor iedereen dezelfde lijn te hanteren. Dat geldt dus ook voor het CLAS. Verder constateert hij dat het voorstel dat vandaag voorligt niet betekent dat de minimale functieduur wordt losgelaten als het gaat om het reguliere functietoewijzingsproces. Volgens spreker wordt nu voorgesteld om niet de datum einde functie bepalend te laten zijn, maar het moment waarop het DRP wordt vastgesteld. De voorzitter beaamt dit en tekent daarbij aan dat het moment waarop het DRP wordt vastgesteld meestel eerder is dan de einde functie datum. De heer Van Hulsen vraagt vervolgens of met dit voorstel wordt tegemoetgekomen aan synchronisatievraagstuk van de staven. Volgens de voorzitter en de heer Dekker is dit inderdaad het geval. De heer De Natris denkt daar ook zo over. De heer Schilperoort brengt naar voren dat de verruiming voor iedereen zou moeten gelden. Volgens spreker kunnen er nu scheve verhoudingen ontstaan tussen mensen die in de reorganisatieperiode vrijkomen en diegenen die vrijkomen nadat het DRP is vastgesteld. Volgens de heer Dekker ondersteunt de maatregel in de brief het synchronisatiebeleid. Men hoeft nu niet meer te wachten op het omklapmoment om te opteren voor een functie. De voorzitter stelt voor om de brief aan te passen door de juiste codering te noemen en een passage over het CLSK op te nemen, waarna de brief intern verspreid zal worden (pm). Agendapunt 3. Overgang defensiepersoneel van AFD naar ADR (AP/ , AP/ ).) De voorzitter deelt mee dat de personeelsparagraaf over de overgang van de sector Defensie naar de sector Rijk, apart van het VRP is geagendeerd. Over het proces van overgang van burgerpersoneel is in het vorige overleg gesproken. Daarbij is door de centrales aangegeven dat het wenselijk zou zijn dat men gebruik zou kunnen maken van het Sociaal Beleidskader en de minister van Defensie te verzoeken een onderzoek te doen naar herplaatsing binnen zijn gezagsbereik. Als na een dergelijk onderzoek blijkt dat een passende plaatsing binnen Defensie mogelijk is, kan de medewerker die mogelijkheid benutten. Als blijkt dat er geen passende plaatsing binnen Defensie mogelijk is, dan is de eigen functie beschikbaar bij het ministerie van Financiën. Gezien de datum van overgang, 1 april 2013, zal de periode van zes maanden ingaan op 1 januari Op die manier kunnen ook de vacatures worden benut die ontstaan in de periode tussen 1 januari en 1 april Diegenen die verzocht hebben om een herplaatsingsonderzoek, maar waarvoor op 1 april 2013 nog geen passende functie is gevonden zullen per die datum worden gedetacheerd bij de ADR, waar zij hun eigen werk kunnen (blijven) voortzetten. Na 1 april 2013 vindt het herplaatsingsonderzoek plaats, dat is afgerond per 1 juli Per 1 juli 2013 wordt of de detachering beëindigd en een functie bij Defensie toegewezen of de functie waarop betrokkene was gedetacheerd wordt toegewezen. De heer De Natris merkt op dat dit niet aansluit bij de visie van de centrales. Hij wijst er op dat men, los van deze reorganisatie, altijd kan solliciteren op vacatures. Dat betekent dat het SBK van toepassing moet zijn op een schorsingstraject. Zolang er geen andere afspraken zijn gemaakt, gaat de herplaatsingstermijn in op het moment dat de functie vervalt: 1 april De datum van het herplaatsingsonderzoek op verzoek moet dan ingaan per 1 april 2013, concludeert de voorzitter. In eerder overleg is gesproken over een sociaal statuut binnen het SBK, merkt de heer De Natris op. Daar zouden andere afspraken gemaakt kunnen worden. Zolang dat niet is gebeurd geldt het SBK als basis. Dat betekent dat vanaf 1 april 2013 wordt gezocht binnen het gezagsbereik van de minister van Defensie. 4/13

5 De heer De Natris merkt naar aanleiding van punt 3 van de brief op dat gedurende de interne herplaatsingsprocedure personeel tijdelijk elders tewerkgesteld mag worden, maar niet voor de volledige werkduur van 38 uur. Er is namelijk tijd nodig om te zoeken naar een andere interne of externe functie. Voorzieningen bij overgang burgerpersoneel De voorzitter memoreert dat tijdens de vorige bespreking is vastgesteld dat er, naast de hier genoemde 10 punten, nog een punt ontbreekt: de reistijd Den Helder (als metafoor) Den Haag. Hij vraagt de centrales of deze 11 punten volstaan. De heer Van Hulsen merkt op dat een aantal mensen in het traject ontslagbescherming genieten. Betrokkenen kunnen ondanks de ontslagbescherming overgaan naar de nieuwe organisatie of ze worden gehandhaafd bij Defensie en de vacature wordt vervuld door een ander. De voorzitter concludeert dat als punt 12 de ontslagbescherming aan de lijst wordt toegevoegd. Er worden verder geen punten meer toegevoegd aan de lijst. Op voorstel van de voorzitter wordt de lijst doorgenomen. 1.Arbeidsduur en inkomen De heer De Natris merkt op dat er binnen Defensie ook werknemers zijn die 40 uur werken. Voor deze groep zal het salaris 5%-6% minder worden. Hij stelt voor deze werknemers loon naar werken te bieden voor 40 uur, of ze een plusje te bieden zonder dat zij daar extra voor behoeven te werken. Spreker tekent daarbij aan dat het een afnemende groep betreft. De voorzitter stelt dat de algemene arbeidsduur 36/38 het uitgangspunt is en dat de heer De Natris nu voorstelt om 37,5/38 als vertrekpunt te hanteren. De heer Van Hulsen voegt hier nog aan toe dat de centrales voor wat betreft vakantiedagen het niveau van Defensie beogen. Overigens geldt dat de centrales het pakket voorzieningen in zijn geheel willen bezien en de onderdelen niet per punt willen uitonderhandelen. 2. Betaald ouderschapsverlof De heer De Natris stelt dat de termijn gedurende welke de aanspraken bij een overgang doorlopen normaal gesproken vijf jaar is. Van de ouderschapsregeling kan gebruik worden gemaakt tot het kind 8 jaar is. Voor ouders die het verlof niet hebben opgenomen en kinderen onder de 8 jaar hebben zou afgesproken kunnen worden dat zij de regeling van Defensie kunnen gebruiken. 3. Vergoeding woon-werkverkeer De kilometervergoeding voor het gebruik van de auto is bij Defensie aanzienlijk beter dan bij het Rijk, stelt de heer De Natris. De vergoeding voor gebruik van het Openbaar Vervoer is bij het Rijk beter. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij medewerkers die altijd de auto gebruiken, is het wellicht goed maatwerk toe te passen. In dit verband wijst de voorzitter op de IKAP-regeling die het voor medewerkers bij het Rijk mogelijk maakt fiscale voordelen te genieten tot 0,19 eurocent per kilometer. Daardoor zou het nadeel minder groot kunnen zijn dan de centrales schetsen. Defensie kent de IKAP-regeling namelijk niet. Bij het toepassen van maatwerk zou daar rekening mee moeten worden gehouden. Over de punten 4. Diensttijdgratificatie, 5. Diensttijd bij Defensie, 6. Scholingsafspraken en 7. Dien-/terugbetalingsverplichting en bindingspremie, zijn geen opmerkingen. 8. Verloftegoed De heer De Natris acht het voorstelbaar dat verlof, waarvan aantoonbaar is dat het niet opgenomen kon worden, niet wordt begrensd. Volgens de heer Dekker is dit aspect voor een ieder is bezien en bleek de regeling zoals die is voorgesteld afdoende. 5/13

6 9. Sociaal vangnet Hier speelt de vraag of het SBK van toepassing is of niet, meent de heer De Natris. Als dat het geval is dan speelt het bovenwettelijk traject van Defensie een rol. Dat is bij Defensie beter dan bij het Rijk en daarom zou bij sourcing naar het Rijk het bovenwettelijk traject van Defensie van toepassing dienen te zijn. De voorzitter merkt op dat bij de totstandkoming van het SBK sourcing aan de orde is geweest. De overgang van AFD naar ADR lijkt weliswaar op sourcing, maar bewegingen binnen de rijksdienst kunnen niet als sourcing worden aangemerkt. Hierbij wijst de heer De Natris op een brief van de CMHF waarin wordt gesteld dat wel sprake is van sourcing. Die brief is nog niet behandeld, zodat het standpunt van partijen nog niet bekend is. In de SGaanwijzing is echter wel sprake van sourcing. De voorzitter stelt dat er geen enkel interdepartementaal traject met de term sourcing wordt aangeduid, maar dat is een kwestie van semantiek. Het gaat er om dat er afspraken zijn gemaakt over een sociaal vangnet voor die gevallen waarin medewerkers hun functie verliezen en niet herplaatsbaar zijn. In die situaties gelden de bovenwettelijke voorzieningen die de sector Rijk kent. Die zijn adequaat, al stellen de centrales dat het SBK adequater is. Volgens de heer Van Hulsen is dit een lastige discussie, omdat toen het SBK werd besproken is bezien of er iets aparts voor Defensie geregeld moest worden of dat de afspraken structureel moesten worden, in navolging van de sector Rijk. Daar is in het verleden Sociaal Flankerend Beleid besproken en een deel daarvan in de rechtspositie vervat. Dat bevat elementen waardoor men bij de sector Rijk minder snel wordt ontslagen. De voorzitter zegt hiervan nota te nemen. 10. Hardheidsclausule Hierover worden geen opmerkingen gemaakt. 11. Reistijd /woon-werkverkeer/maatwerk Volgens de voorzitter is hier maatwerk nodig, omdat een algemene oplossing lastig te vinden is. 12. Ontslagbescherming burgerambtenaren die over maximaal 4 jaar de pensioengerechtigde leeftijd/resterende fpu bereiken Hier is een variant denkbaar van de situatie zoals onder 1 besproken, meent de voorzitter. Plaatsing op de functie bij ADR beschikbaar stellen voor anderen zodat betrokkenen zelf binnen Defensie beschikbaar blijven. Volgens de heer Van Hulsen gaat het te ver om deze groep niet over te laten gaan naar ADR. Maar er zou ruimte moeten zijn om ervoor te kiezen de resterende tijd bij Defensie werkzaam te blijven. De heer De Natris stelt voor diegenen die ontslagbescherming hebben te vragen of zij willen overgaan naar de sector Rijk dan wel of zij de resterende tijd bij Defensie willen uitdienen. Op die manier kunnen zoveel mogelijk jongeren, die anders overtollig zouden worden, overgaan naar ADR. Dit kan echter alleen op basis van vrijwilligheid en van maatwerk. De bepalingen over detachering geven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Op voorstel van de voorzitter wordt de vergadering hierop kort geschorst. Schorsing Na de schorsing geeft de voorzitter een reactie op de punten die voor de schorsing naar voren zijn gebracht. Ingangsdatum herplaatsingsonderzoek. Defensie is akkoord met het feit dat de periode van zes maanden ingaat op 1 april De detachering eindigt uiterlijk in 1 oktober. 6/13

7 Voorzieningen bij overgang burgerpersoneel, arbeidsduur en inkomen. Defensie is bereid om de arbeidsduur bij de inpassing af te ronden op 37,5/38. Indachtig die inpassing wordt degenen die gebruik wensen te maken van de IKAP de gelegenheid geboden daarvoor een aanvraag in te dienen. Spreker tekent daarbij aan dat, net zoals bij defensie, er geen recht is op langer werken. Echter, in de meeste gevallen waarin er voldoende werk beschikbaar is, wordt zo n verzoek wel gehonoreerd. Ouderschapsverlof. Voor de kinderen die inmiddels geboren zijn en waarvoor nog geen ouderschapsverlof is opgenomen, is spreker bereid de uitbreiding over te nemen. Vergoeding woon-werkverkeer. Bij dit onderwerp is maatwerk de benadering. Het betreft vooral mensen die met de auto komen, omdat voor hen de woon/werk vergoeding bij defensie hoger was dan bij de sector Rijk. Als maatwerk wordt toegepast, wordt uitgegaan van de mogelijkheden die de medewerker heeft om het fiscale voordeel te genieten. Als vervolgens nog sprake is van een lagere vergoeding bij de sector Rijk dan bij Defensie, wordt het meerdere betaald. De intentie is om de nieuwe werkgever niet te belasten met betalingen die niet in het systeem verwerkt kunnen worden en daarom is het voorstel om het bedrag te kapitaliseren en dus in één keer uit te keren, waarbij het fiscale voordeel verrekend wordt. De heer Van Hulsen merkt op dat reiskostenvergoedingen binnen een bepaalde marge onbelast zijn en bij een uitkering in één keer wordt deze marge overschreden. Dit kan gevolgen hebben voor het bruto/netto bedrag. De voorzitter zegt dat dit een kwestie van techniek is die intern nog moet worden uitgezocht. Sociaal vangnet. Dit moet niet alleen worden beschouwd in samenhang met het totale overgangspakket, maar ook vanuit het principe dat de rechtspositie zuiver moet worden gehouden en dat men niet van beide zijden kan profiteren. Daarbij wordt overigens ook rekening gehouden met het feit dat de sector Rijk weliswaar geen SBK heeft, maar wel een rechtspositie die in het ARAR is verankerd en die er toe leidt dat bij overtolligheid de medewerker in ieder geval mag verwachten dat de werkgever hem een passende functie aanbiedt. Dat maakt de kansen op werkloosheid voor deze doelgroep, waarvoor in het algemeen toch wel werk is (accountantsdienst en auditdienst), klein en er is dus geringe kans dat iemand van dat vangnet gebruik zal moeten maken. Het belangrijkste argument is, nog los van alle maatregelen die worden genomen om de overgang te faciliteren, dat de rechtspositie wel zuiver moet blijven. Spreker wenst bovendien te benadrukken dat het SBK niet van toepassing is en er dus ook geen sprake is van ontslag met toepassing van het SBK. Het gaat gewoon over een reguliere overgang naar een andere sector. In dat opzicht vindt spreker de vermenging van de rechtsposities ook te ver gaan. Hardheidsclausule. Dit is helder. Regionale herplaatsing. Hetgeen eerder is afgesproken over het toepassen van maatwerk (bijv. thuiswerken) lijkt een goede oplossing. Remplaçant. Het lijkt een goede oplossing om de remplaçant, die vier jaar voor zijn pensionering zit, de mogelijkheid te bieden om bij defensie te blijven zodat de functie die hij achterlaat beschikbaar wordt gesteld voor iemand anders uit de defensieorganisatie. Spreker merkt op dat daarbij de medewerking nodig is van de ADR want die moet accepteren dat de functie niet als vacature wordt overgebracht, maar inclusief een kandidaat wordt aangeleverd. Na enige discussie hierover wordt vastgesteld dat e.e.a. al in de fase van de vulling van AFD kan geschieden, zodat de ADR hierover niet geraadpleegd hoeft te worden. 7/13

8 Volgens de voorzitter zijn alle punten hiermee besproken. De heer De Natris merkt op dat nog één probleem overblijft, te weten het bovenwettelijk traject. Spreker heeft begrip voor het feit dat defensie de rechtspositie zuiver wil houden. Anderzijds geeft defensie ook aan dat de sector Rijk betrokkene eerst een andere passende functie moet aanbieden indien overtolligheid plaatsvindt. Spreker vraagt zich daarom af waar de pijn van defensie ligt om het bovenwettelijk traject van toepassing te verklaren op deze groep. Hij kan niet in de toekomst kijken, maar het zou heel negatief kunnen uitpakken voor deze groep. Als n.a.v. het Regeerakkoord veranderingen plaatsvinden binnen de sector Rijk is het maar de vraag of er binnen nu en een paar maanden iets geregeld kan worden en dan zouden deze mensen in een aanzienlijke achterstandpositie kunnen worden gebracht. De voorzitter meent dat men zich niet rijk moet rekenen, want in dat scenario zit iedereen in het zelfde schuitje. Ook dan geldt voor defensie dat de WW gewoon wordt uitgevoerd. De heer De Natris denkt dat dit niet zo is, omdat het SBK 2012 tot 2016 geldig is. De centrales gaan er van uit dat hieraan niet wordt gemorreld de komende jaren. De voorzitter vindt, gezien de huidige toestand en anticiperend op de toekomst, dat er in de sector Rijk een fatsoenlijke rechtspositie geldt voor de medewerker die zijn baan verliest en dat is volgens spreker de toetssteen. Zeker ook indachtig wat er allemaal wordt gedaan om deze overgang te accommoderen. Hierop verzoekt de heer De Natris om een korte schorsing. Na heropening stelt de heer De Natris dat de centrales dit als een geïsoleerde casus zien. Gezien het feit dat het gaat om ambtenaren die slechts van sectoren wisselen en dus wel ambtenaar blijven, zullen de centrales het voorstel van de voorzitter volgen om het bovenwettelijk traject defensie niet van toepassing te verklaren op deze groep. De centrales menen dat in de nabije toekomst meer sourcing zal gaan plaatsvinden en daarom verzoeken zij met klem om zo spoedig mogelijk weer met de centrales rond de tafel te gaan zitten om te praten over een sociaal statuut dat van toepassing zou moeten zijn bij sourcing. De voorzitter begrijpt dit verzoek, want de risico s bij sourcing zijn anders dan bij deze overgang. De heer De Natris wijst op de PAS regeling. Deze is bij Defensie aanzienlijk beter dan bij de sector Rijk. Voorts is spreker van mening dat als er sprake is van een salarisachteruitgang bij de overgang, maatwerk moet worden toegepast, zodat deze persoon er niet op achteruitgaat. De voorzitter zegt toe dat indien bij de inpassing blijkt dat iemand er netto op achteruitgaat, maatwerk wordt verricht. Dit zal nog precies worden opgeschreven. Na een korte discussie over de PAS-regelingen blijkt dat de regelingen ongeveer op hetzelfde uitkomen. Afgesproken wordt dat via de hardheidsclausule wordt bezien of maatwerk moet worden toegepast indien blijkt dat de regeling negatief voor iemand uitwerkt. De voorzitter zegt toe dat de nieuwe tekst van deze personeelsparagraaf zo spoedig mogelijk, met een kort pieptermijn, aan de centrales zal worden gestuurd (pm). Daarna kan de regeling (ook richting medezeggenschap) worden gecommuniceerd en worden uitgevoerd. Voorts zegt spreker toe dat een sociaal statuut outsourcing, met inbegrip van de daarbij gemaakte opmerking over het sociale vangnet zo snel mogelijk zal worden geagendeerd voor een volgende vergadering van de werkgroep AP (pm). Agendapunt 4.Vaststelling van de verslagen van de vergaderingen van de werkgroep AP van 28 augustus 2012 (AP/ ), 4 september 2012 (AP/ ) en 8/13

9 25 september 2012 (AP/ ). Agendapunt 5. Veteranennota 2012 (AP/ en AP/ ). Agendapunt 6. Horizontale instroom op militaire functies (AP/ , AP/ ) Agendapunt 7. Formatiebeheer over 2011 (AP/ ) Bovenstaande agendapunten worden vanwege tijdsgebrek niet besproken. Agendapunt 8. Rondvraag en sluiting. De heer Van der Hulst deelt mee dat hij namens de centrales in de Centrale Klachtencommissie Geneeskundige Zorg Defensie (CKC) zit. Spreker heeft geconstateerd dat men zich niet houdt aan termijnen en wettelijke afspraken. Dit is een onwenselijke situatie en spreker laat weten dat niet alleen de centrales dit hebben geconstateerd, maar ook de voorzitter van de CKC. De oorzaak van deze onwenselijke situatie is de capaciteit van de administratieve ondersteuning (dossiervorming, hoorzitting, verslaglegging, rappels etc.). Er moeten veel administratieve handelingen worden gepleegd. Daarnaast is de capaciteit van het aantal onderzoekers bij de CKC te laag. Hierdoor komt veel werk bij een aantal mensen terecht, die soms tot 40 uur per week voor die CKC aan het werk is, terwijl er geen vergoeding tegenover staat. Conform de vacatieregeling, die overigens sinds juni 2012 al niet meer is uitbetaald, wordt alleen een vergoeding verstrekt voor de vergadertijd en niet voor de tijd dat men werk verricht. Aan de voorzitter doet spreker daarom het dringend verzoek zich te houden aan de wettelijke bepalingen, trajecten en processen en zo snel mogelijk met een oplossing voor de problematiek te komen. Spreker heeft dit al voorgelegd aan de DMG, die in feite verantwoordelijk is voor de CKC, maar deze ziet kennelijk binnen zijn mogelijkheden geen oplossing. Spreker had dit in het SOD willen brengen, maar gezien de urgentie meldt hij de problematiek vandaag. De voorzitter zegt toe dat hij er naar zal kijken (pm). Hij is het met de heer Van der Hulst eens dat indien iemand voor defensie werkzaamheden verricht, deze ook vergoed moeten worden. De heer Van der Hulst dringt aan op een spoedige oplossing, aangezien het aantal dossiers groot is en de urgentie hoog is. De voorzitter zegt dat hij snel mee aan de slag zal gaan. De heer Van Hulsen merkt op dat degene die nu secretariële ondersteuning verleent, in een reorganisatietraject zit en heeft geconstateerd dat deze functie geschrapt wordt. Daarmee vallen de werkzaamheden die nu nog worden verricht, zeer binnenkort weg. De heer Van der Hulst zet uiteen dat er nu twee ambtelijke secretarissen zijn. Ze hebben een code 4 gekregen en werken in deeltijd technisch voor de CKC. Deze capaciteit is dus te weinig. Daarnaast is ook behoefte aan secretariële ondersteuning. De heer Van Hulsen verzoekt om een bespreking over de betekenis van het nieuwe Regeerakkoord voor de sector Defensie. De voorzitter zegt toe dat hij hierover intern zal afstemmen en de centrales binnenkort uitnodigen voor een informeel gesprek met de centrales (pm). De heer De Natris merkt op dat het SBK 2004 op 1 januari 2012 afloopt. Van zijn achterban heeft hij vernomen dat een commandant er bij de medezeggenschap op aandringt snel met een advies te komen over een reorganisatie in het kader van het SBK 2004, omdat hij meent dat wanneer men na 1 januari 2012 met een advies komt, het SBK 2004 niet meer bestaat. Spreker verzoekt de voorzitter aan de projectleiders duidelijk te maken dat wanneer men onder het SBK 2004 valt, dit SBK ook van toepassing blijft, ook als is het na 1 januari Met betrekking tot het SBK 2012 vraagt De heer De Natris welke code iemand krijgt die een voltijdsfunctie heeft en in deeltijd terugkomt. 9/13

10 De heer Van Hulsen meent dat hierover n.a.v. de reorganisatie bij Paresto een oplossing is bedacht, waarbij tevens is afgesproken om over een structurele oplossing nog met de centrales te spreken. Na een korte gedachtewisseling zegt de heer Dekker dat hij het probleem intern met de voorzitter zal bespreken en dat defensie er nog op terugkomt (pm). Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om uur. 10/13

11 Actiepunten vergaderingen 28 augustus, 4 september, 25 september, 18 oktober en 30 oktober Nr. Onderwerp Actie Opmerkingen 1. Re-integratiebeleid Verslag (AP/ ) ap.1. Verslag (AP/ ), ap.1 2. Overgang defensiepersoneel van AFD naar ADR (AP/ en -/ ) Verslag , ap. 4( AP/ ) Verslag , ap.4 (AP/ ) Verslag , ap.3 (AP/ ) 3 Wet uniformering loonbegrip Verslag , ap.5 (AP/ ) 4 Beschikking commissie van Advies POP Verslag , ap. 5 (AP/ ) 5 BBO-traject (AP/ en -/ , -/ ) Verslag (AP/ ). Verslag (AP/ ) ap.2 6 Strafvordering in uitzendgebieden (SOD/ /610)(AP/ , - / ) Verslag AP , Ag.pt. 2 Verslag AP , Ag.pt. 2 7 Defensie Conditieproef - DCP- (AP/ /AP/ ) Verslag AP , Ag.pt. 6 Verslag AP , Ag.pt. 2 Verslag AP , Ag.pt.2 Verslag AP , Ag.pt.2 Verslag (AP/ ), ap.2 8 Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de KMar (AP/ ) Verslag AP , Ag.pt.3 Verslag AP , Ag.pt.2 Verslag (AP/ ), ap.2 9 Bevorderingsprotocollen CZSK (AP/ ) Verslag AP , Ag.pt. 5 Verslag AP , Ag.pt. 2 Verslag AP ,Ag.pt Veteranennota 2012 Verslag (AP/ ), Ap. 2 -Evaluatierapport Trimbos (AP/ ) Verslag AP , Ag.pt. 4 Verslag AP (ap.2) (AP/ ) Intrekkingsbrief aanpassen en i.a.a. centrales verspreiden. Centrales informeren over voortgang. - Overgangsregeling aanpassen en met korte piep voorleggen aan centrales. - Sociaal statuut outsourcing zsm agenderen Informatie-uitwisseling in e.v. vergadering wg. AFR Nagaan waarom er nog geen correcte beschikking is. - afspraken over monitoren lopende processen zsm voor reactie aan centrales sturen; - moment kiezen voor bredere evaluatie; - klanttevredenheidsonderzoek - Profielschets medewerker flexibele schil ter informatie toezenden. - Document Bedrijfsvoering SBK in overeenstemming brengen met SBK - Def. maakt voorstel voor minimale functieduur i.r.t. synchronisatie *Bezien opmerkingen centrales m.b.t. tappen telefoonlijnen *Afdoening in brief *Bezien opmerkingen centrales in APoverleg van Uitkomsten Pilot uiterlijk 1 maart 2012 aanbieden *Uitzoeken of bij de KL eisen DCP eminente rol spelen bij functietoewijzing - Agenderen AP augustus Evaluatierapport agenderen e.v. vergadering. Agendering AP Brief CCOOP agenderen voor Rapportage monitor belasting en zorg aanbieden aan centrales. Toezeggingen overleg nagaan. : Centrales hebben verzocht om verlenging pieptermijn bezoek DBBO voorstel min.functieduur is besproken 30/10 CCOOP komt op korte termijn met een reactie In IOREOCZSK van 5/7 is probleem geduid. 11/13

12 Verslag AP (AP/ ),ap.8 11 Aanwijzing SG inzake extern optreden (AP/ ) Verslag AP , Ag.pt. 4 Verslag AP , Ag.pt.2 Verslag AP , (AP/ ),ap.2 12 E- portfolio Verslag AP (AP/ ), ap.2 Verslag AP (AP/ ), ap.2 13 Digitale verzending Verslag AP , Ag.pt. 1 Verslag AP , ap.2 (AP ) 14 Planvullingslijnen DCHR (AP/ ) Verslag , ap.4 (AP/ ) Verslag , ap. 2 (AP/ ) 15. Horizontale instroom militaire functies Verslag AP , ap.2 (AP/ ) Verslag (AP/ ), Ap Verwijsbeleid militaire gezondheidszorg (AP/ ) Verslag AP , (AP/ ) ap.toegevoegd. Verslag AP (AP/ ), ap.2 17 Gehoorschade (AP/ , -/ ) Verslag AP , (AP/ ) ap.5. Verslag AP (AP/ ), ap.2 18 Instellingsbeschikking TWAV (AP/ ) Verslag , (AP/ ), ap.4b 19 Actualisering URD (AP/ ,- / , -/ ) Verslag (AP/ ) ap. 7 Verslag (AP/ ), ap. 7 Verslag (AP/ ) ap. 4 Verslag (AP/ ) ap Klachtenregeling gedragingen defensiepersoneel (AP/ ) Verslag (AP/ ), ap. 5 Verslag (AP/ ) ap.2 CCOOP schrijft brief n.a.v. de aanwijzing. - medewerkers wijzen op belang en gebruik E-portfolio: - BBO verzoeken wegwijzer op hun website te plaatsen; - succesverhalen vermelden: - centrales dragen namen aan van medewerkers die herhaaldelijk gevraagd zijn naar gegevens. - Aanvullende notitie tbv BBO/USG traject - Reactie op opmerkingen van de heer V.d. Burg verspreiden. CAOP maakt een voorstel voor vergader APP. Brief SCO beantwoorden zodra duidelijk is hoe vulling in de praktijk zijn beslag krijgt. -Nagaan wat het AMAR zegt over instroom op een militaire functie. - Informatie over de visie van Defensie wordt toegestuurd -Univé en SZVK confronteren met het niet vergoeden van (tandarts) kosten - Brief centrales agenderen voor volgende vergadering. Kopie instellingsbeschikking werkgroep gehoorschade aan centrales sturen Instellingsbeschikking aan centrales sturen. - Aangepaste versie toezenden - Voortgangsrapportage komen in de wg. AP aan de orde. Centrales zullen schriftelijk commentaar leveren Defensie bereidt een reactie voor. Aanwijzing is verzonden Brief is in voorbereiding. Schadeverhaal wordt uitgezocht. De werkgroep is gestart. Def. en centrales hebben overeenstemming over de tekst. Reactie ACOP (AP/ ) 12/13

13 21 Mobiliteit burgerpersoneel (AP/ , -/ en -/ ) Verslag (AP/ ), ap.4 Verslag (AP/ ) ap.2 22 Numerus fixus (AP/ ) Verslag (AP/ ), ap.5 Verslag (AP/ ), ap. 3 Laatste gegevens vullingsplanlijnen aan centrales sturen Informeel overleg is op Ontslagbescherming (AP/ ) Verslag (AP/ ) ap. 5 Verslag (AP/ ), ap.3 24 Sluiting gezondheidscentra (AP/ , - SOD/ en -/ ) Verslag (AP/ ) ap. 6 Conceptnota omzetten in nota als onderdeel van notitie bedrijfsvoering SBK. -juiste aantal patiënten Bergen achterhalen -Bij cvrp een plan voor borging van kwaliteit en toegankelijkheid gezondheidszorg voegen en dit bespreken in een wg. AP - sluiting gezondheidscentra buitenland agenderen voor SOD. 25 Sociaal statuut uitbesteding (AP/ ) Verslag (AP/ ) ap.7 Agendering aangepaste nota op Minimale duur functievervulling (AP/ Verslag (AP/ ) ap CKC Verslag (AP/ ) ap.8 Brief aanpassen in intern communiceren Aandringen op handhaving termijnen. Probleem van capaciteitsgebrek en vacatieregeling oplossen 28 Regeerakkoord Informele bijeenkomst plannen Planning Voltijdfunctie wordt na reorganisatiedeeltijdfunctie (Paresto) Verslag (AP// ) ap.8 Structurele oplossing zoeken 13/13