Georganiseerd overleg

Transcriptie

1 Georganiseerd overleg Defensie (SOD) Aan: de voorzitter en leden van het SOD G.A. van Herpen-Bartlema inlichtinge n telefoon t.vanherpen@caop.nl 0 bijlage(n) SOD/ briefnum mer G.1.01 zaaknum mer 26 november 2014 datum Verslag van de vergadering van het SOD van dinsdag 18 november 2014 in de Baljuwzaal van het CAOP te Den Haag van uur. Aanwezig Van de zijde van Defensie: H. Itzig Heine (voorzitter), R. Kreeftmeijer, N.M. Coorens-Hansen, A.J. de Haan, E.H. Huisman, M.A. Suwout;. Mede aanwezig: W. Bolhuis (Fin), M. van Weel (BZK). Van de zijde van de centrales: J.H. van Hulsen (AC), R. Schilperoort, A. Snels (ACOP), L.C. van der Hulst, J. Kropf (CCOOP), M.E.M. de Natris (CMHF). Van de zijde van het secretariaat: G.A. van Herpen-Bartlema (CAOP). Agenda (SOD/ ): 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda. 2. Vaststellen van het verslag van de vergadering van 2 september 2014 (SOD/ ). 3. Uitzendbescherming en uitzendnorm. 4. Rondvraag en sluiting. 1/6 Postbus 556, 2501 CN Den Haag Lange Voorhout 9, 2514 EA Den Haag T F info@caop.nl KvK

2 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om uur. Er zijn geen mededelingen. De agenda wordt conform vastgesteld. 2. Vaststelling van het verslag van de vergadering van 2 september 2014 (SOD/ ) Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende wijziging: Blz. 1, aanwezigen. Mevrouw Snels: AC wijzigen in: ACOP. 3. Uitzendbescherming en uitzendnorm De voorzitter deelt mee dat de norm niet ter discussie staat. Dit is een vorig SOD expliciet vermeld. Wat spreker betreft gaat het om het toepassen van de norm en daarmee raakt men de uitzendbescherming. Volgens de heer Schilperoort is destijds een discussie gevoerd over zowel de norm, als de bescherming. Het één is onlosmakelijk met het ander verbonden en spreker begrijpt niet waarom de voorzitter het nu splitst. De voorzitter meent dat het niet gedienstig is aan het overleg, om een discussie te voeren over de norm 1:2. Het gaat hier heel nadrukkelijk over de toepassing van de norm. De heer Van der Hulst bevestigt dat de norm niet ter discussie staat. Dit moge ook blijken uit het verslag van 26 november Hoewel op de agenda van vandaag onder agendapunt 3 de Uitzendnorm en de uitzendbescherming wordt vermeld, dient in deze vergadering de vertrouwenskwestie te worden besproken, aldus spreker. Hij heeft namelijk moeten constateren dat afspraken die in het SOD zijn gemaakt, binnen niet al te lange tijd drie keer zijn geschonden. Allereerst was er de kwestie van de Patriots, vervolgens de DCR en nu gaat het om de uitzendbescherming van het F 16 regiment. Iedere keer belooft defensie beterschap, maar iedere keer gaat het weer mis. Spreker heeft hier zo langzamerhand genoeg van. De heer Schilperoort sluit zich hier gaarne bij aan. In het verslag van november 2013 staat dat de norm wordt gehandhaafd en dat dit zelfde geldt voor de afspraken over de uitzendbescherming. Dat is ook de reden waarom spreker in de vorige vergadering (noot secr. van de werkgroep AP) vroeg of deze afspraken niet meer gelden als er een politieke wens is. Spreker heeft hier grote problemen mee en vindt het een vertrouwenskwestie. In aanvulling op de twee vorige sprekers vindt de heer De Natris het opmerkelijk dat de centrales pas zijn ingelicht, toen de missie al ruim twee maanden gaande was. Er waren wel berichten in de media en in de Tweede Kamer, maar hierover is nooit gesproken met de centrales. Spreker merkt op dat later ook nog is gebleken dat het niet alleen piloten betreft, maar dat het probleem veel breder is. Het is dus veel erger dan de centrales aanvankelijk dachten. De heer Van Hulsen sluit zich wat betreft de vertrouwenskwestie aan bij de vorige sprekers. Op dit moment heeft spreker geen behoefte aan een discussie over de norm, maar hij vindt wel dat hierover een keer in de werkgroep gesproken moet worden. De vraag is of het voor het personeel wel gezond is om tien jaar lang onder de norm 1:2 te vallen. In de tussenliggende 2 jaar zijn er voor betrokkenen veel werkzaamheden, zoals oefeningen en andere parate inzet. Op andere plekken constateert spreker ook capaciteitsproblemen die niet direct te relateren zijn aan de norm 1:2, maar die wel leiden tot een beslag op medewerkers. Volgens spreker is dit een ongezonde en ongewenste situatie. De voorzitter vindt het zinvol om een keer over de norm te spreken. Het zou geagendeerd kunnen worden voor de werkgroep AP (pm). Vervolgens merkt hij op dat de opmerkingen van de centrales over het niet nakomen van afspraken terecht zijn. Spreker kan en wil daar niet omheen draaien. Er zijn veel excuses te bedenken, maar het feit blijft dat afspraken niet zijn nagekomen. Hij geeft vervolgens aan wat defensie heeft gedaan om de problemen weer op te lossen. 2/6

3 Mede door tussenkomst van de centrales, heeft defensie opnieuw dat bij DCR geïntervenieerd. Over de Patriotmissie is afgesproken dat dit op een nette manier zou worden gemanaged. Spreker heeft de indruk dat dit goed is gedaan. Vervolgens hebben centrales ook kunnen constateren dat het voortzettingsvermogen de reden is geweest dat de Patriotmissie niet wordt voortgezet. Het afgelopen jaar zijn zes nieuwe missies omarmd. Bij de missie naar Jordanië is het wat betreft de uitzendbescherming niet goed gegaan. Hierover zijn de centrales ook ingelicht. Voor 28 mensen moest een uitzondering worden gemaakt om de uitzending te kunnen starten. Volgens de heer Van Hulsen waren het bij de start van de missie geen 28, maar 35 mensen. Vervolgens is gekeken naar wat de mogelijkheden waren en zijn er 7 mensen uitgehaald. De voorzitter zegt dat dit klopt. De heer Van der Hulst merkt op dat de voorzitter ingaat op de drie punten en de wijze waarop de fouten zijn hersteld. De fouten zijn echter pas hersteld nadat de centrales aan defensie het signaal hebben afgegeven dat de afspraken niet zijn nagekomen. Defensie moet dan wel achteraf repareren. In het verslag van november 2013 staat heel duidelijk dat de afspraken over de uitzendbescherming worden gehandhaafd. Ook hebben centrales de voorzitter verzocht of de minister een politiek signaal kon afgeven over de consequenties van de bezuinigingen voor bepaalde groepen defensiepersoneel. De centrales constateren dat het binnen de krijgsmacht niet goed loopt en dat het ambitieniveau van de politiek zo hoog is dat aan de afspraken tussen de centrales en de minister niet meer kan worden voldaan. Aan de minister zou het signaal moeten worden gegeven dat geen nieuwe missies kunnen starten als er niet kan worden voldaan aan de afspraak met de centrales over de uitzendbescherming. Het personeel wordt uitgewoond, alleen maar om op het politieke toneel iets te doen, aldus spreker. Spreker zit hier voor de bescherming van de militairen en niet voor het politieke toneel. De voorzitter laat weten dat de minister twee maal een politiek signaal heeft afgegeven. Eén keer bij het beëindigen van de Patriotmissie en de tweede keer bij het begrotingsoverleg. Zij heeft nadrukkelijk en herhaaldelijk aangegeven dat defensie op dit moment op het toppen van haar kunnen presteert. Bij vragen van Kamerleden heeft de minister ook nadrukkelijk aangegeven dat wat haar betreft de grenzen zijn bereikt. De heer Schilperoort beluistert in het antwoord van de voorzitter dat de opvatting van de centrales over de uitzendbescherming niet meer relevant is, als de minister het politiek signaal heeft afgegeven. De voorzitter zegt dat dit niet zo is bedoeld. Er is nog niet inhoudelijk gesproken over de toepassing van de uitzendbescherming. De minister heeft het politieke signaal afgegeven, maar dit neemt niet weg dat het terecht is dat de centrales signaleren dat de afspraken niet zijn nagekomen. De heer Schilperoort zou wel graag een antwoord willen hebben op de vraag dat als er een politieke wens is tot een missie, de afspraak over de uitzendbescherming een reden is om de missie niet door te laten gaan. Het antwoord op deze vraag is voor spreker wezenlijk voor dit overleg. De voorzitter vraagt of het specifiek om de uitzendbescherming gaat of ook om andere vragen. De heer Schilperoort antwoordt dat het nu gaat om de uitzendbescherming, maar dat de heer Van der Hulst eerder al aangaf dat andere afspraken ook niet worden nagekomen. Voor spreker is het van belang te weten of de afspraken die sociale partners in het SOD maken worden nagekomen, of dat er een overstijgende macht is waardoor de afspraken terzijde kunnen worden geschoven. De heer Van der Hulst vult aan dat de zaken die hij noemde als voorbeelden zijn genoemd. Hij wijst op het rapport De Veer dat nog niet zo heel lang geleden is besproken en waarin het onder meer ook ging over het herstel van het vertrouwen. In het rapport werd gesteld dat een afspraak een afspraak is. Na het uitkomen van het rapport De Veer is het vertrouwen toch een aantal keren geschonden. Spreker vraagt of het gestelde in het rapport een papieren letter is of dat de centrales erop kunnen vertrouwen dat afspraken worden nagekomen. Hij begint hierover nu twijfels te krijgen en het zou voor de verhouding tussen de werkgevers en de werknemers niet goed zijn, omdat het overleg dan zinloos wordt. De heer De Natris merkt op dat vorig jaar november afspraken zijn gemaakt over de uitzendbescherming en 3/6

4 dat voor de Patriots een uitzondering is gemaakt. Daarbij is ook afgesproken dat het Patriotpersoneel individueel gecompenseerd zou worden. Spreker vraagt of defensie op korte termijn inzicht kan verstrekken over de wijze waarop dit personeel is gecompenseerd. De voorzitter antwoordt dat hij hier op terug zal komen. Hij schorst vervolgens de vergadering van tot voor ambtelijk beraad. Na heropening constateert de voorzitter dat er twee kwesties spelen, te weten: 1)De vertrouwenskwestie en 2) De wijze waarop defensie denkt om te gaan met de uitzendbescherming. Over dit laatste punt kan spreker momenteel geen expliciete uitspraak doen. Hij zal dit punt mee terugnemen en er schriftelijk op terugkomen. Hij stelt voor de vergadering te schorsen totdat de brief kan worden besproken. Op verzoek van de heer De Natris wordt de vergadering voor vijf minuten geschorst. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de centrales. De heer De Natris zegt dat de centrales de brief over de uitzendbescherming tegemoet zien en dat het overleg kan worden geschorst tot de brief er is. Spreker vraagt vervolgens wat de voorzitter denkt te doen aan het vertrouwen. De voorzitter antwoordt dat hij hier de volgende vergadering op terugkomt, omdat hij zich hierop nader moet beraden. Waarschijnlijk zijn hiervoor nog wat maatregelen nodig. De heer Van Hulsen zou het op prijs stellen als in de volgende vergadering ook duidelijkheid komt over de compensatie. Verder is vandaag nog niet gesproken over het feit hoe het zover heeft kunnen komen. Spreker heeft het idee dat dit ook te maken heeft met de hokjesgeest. Volgens spreker wordt nu nog niet goed gekeken naar een defensiebrede oplossing, maar wordt de oplossing te vaak binnen de eigen eenheid/locatie gezocht. Spreker zou graag een geborgd willen dat van deze hokjesgeest wordt afgekomen. De voorzitter sluit niet uit, maar kan niet bevestigen, dat men bij deze specifieke missie te maken heeft gehad met de negatieve kant van de can do mentaliteit. Daar loopt defensie op verschillende dossiers tegenaan. Het is duidelijk dat een missie omgeven wordt met veel enthousiasme van betrokkenen. De can do mentaliteit voorkomt dan dat naar alternatieve oplossingen wordt gezocht. Het blijft moeilijk uit te leggen dat voor zo n grote organisatie met veel operationele capaciteit geen oplossingen mogelijk zijn, want vermoedelijk zijn ze er wel. De vraag is inderdaad of er voldoende is gedaan om tot op het werkvloerniveau te borgen dat mensen zich realiseren dat er meerdere onderdelen zijn die kunnen meehelpen. Spreker betwijfelt overigens of die verantwoordelijkheid op werkvloerniveau moet worden neergelegd. Het is uiteindelijk de CDS die samen met de werkvloer de problemen moet identificeren en tijdig moet signaleren of alle opties zijn uitgewerkt. Als alle opties de revue zijn gepasseerd, kan het ook aan de centrales worden uitgelegd. In het geval van de huidige missie, speelt de snelheid van de ontwikkelingen rond de missie tegen IS ook echter een rol. Het moge duidelijk zijn dat dit alleen een verklaring is waarom het loopt zoals het loopt en dat het geen excuus is, aldus de voorzitter De heer Schilperoort vindt het ook interessant om te vernemen of het bekend was dat het zo uit de hand zou lopen met de uitzendbescherming. De voorzitter, voor zichzelf sprekend, zegt pas achteraf geïnformeerd te zijn over de oplossingsrichting. Dit is een uitermate ongelukkige omstandigheid want het heeft er onder andere voor gezorgd dat de centrales niet meer tijdig konden worden ingelicht. Als spreker het had geweten, had hij de centrales ingelicht en hadden partijen niet in deze situatie gezeten. 4/6

5 Vervolgens zegt de heer Schilperoort begrepen te hebben dat er mogelijk nog meer mensen voor de missie worden ingezet. Het gaat volgens spreker niet om een trainingsmissie, maar om mensen die in Irak in het veld de doelen moeten aanwijzen. Het betreft 120 mensen en spreker wil niet opnieuw in de valkuil vallen. De voorzitter begrijpt de vraag als volgt: Het lijkt er op dat er meer mensen worden uitgezonden en hoe staat het daar met de UZB. Hij zegt toe op deze vraag terug te zullen komen. Na een korte schorsing die op verzoek van de centrales is ingelast, deelt de heer De Natris het volgende mee: De centrales wachten het eerstvolgende SOD af om te vernemen hoe defensie denkt het vertrouwen tussen de centrales en de minister te herstellen. De centrales hechten hier veel waarde aan. Het is voor de centrales zeer moeilijk om maatregelen te nemen wanneer opnieuw de afspraken geschonden worden. Deze maatregelen zijn meestal het opschorten van het overleg en daar is in principe niemand bij gebaat. Met klem verzoekt spreker defensie, om zich te houden aan afspraken die in het SOD zijn gemaakt. De centrales nemen nog in overweging of zijn hierover een brief aan defensie zullen sturen. De voorzitter geeft de volgende samenvatting: 1. Defensie stuurt een brief aan de centrales waarin wordt weergegeven hoe wordt omgegaan met het borgen van de uitzendbescherming voordat besloten wordt tot een missie (pm). 2. Er komt een brief van Defensie over de mitigerende maatregelen n.a.v. de Patriotmissie (pm). 3. Er komt een brief over de uitzendbescherming voor de uitbreiding van de missie, zoals gisteren door de CDS in een persvoorlichting is vermeld (pm). Tot slot zegt spreker een eventuele brief van de centrales over de vertrouwenskwestie tegemoet te zien. Voordat de voorzitter de vergadering schorst antwoordt hij desgevraagd door de heer De Natris, dat een werkbezoek van de centrales aan de HDP in voorbereiding is. Niets meer aan de orde zijnde schorst de voorzitter de vergadering. (Noot secr. tot 2 december 2014). 5/6

6 Actiepuntenlijst SOD 18 november 2012 derwerp ie ienemer itzendnorm enderen voor een AP P UZB Brief aan centrales sturen inz. Missie F P Brief inz. aanvullende Missie atriotmissie ef over mitigerende maatregelen P 6/6