Verslag van de vergadering van de werkgroep Postactieven op dinsdag 17 februari 2015 in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag.

Transcriptie

1 Sectoroverleg Defensie Werkgroep Postactieven Leden van de werkgroep Postactieven van het Sectoroverleg Defensie Carina van Agten inlichtingen telefoonnummer PA/ nummer G.1.02 zaaknummer 13 maart 2015 verzenddatum Verslag van de vergadering van de werkgroep Postactieven op dinsdag 17 februari 2015 in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag. Aanwezig: Van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (voorzitter), P. van Selm, W. Sillevis Smitt, E. Dekker, M. Hoedeman. Van de zijde van de Centrales: J. van Hulsen (AC), R. Schilperoort, A. Snels (ACOP), J. Kropf (CCOOP), M. Weusthuis, R. Pieters, (CMHF), L. van der Hulst Van de zijde van ABP/APG: S. Jongbloed. Secretariaat: C. van Agten (CAOP). Agenda: 1. Opening en mededelingen. 2. Verslag en Actiepunten (PA/ ). 3. Concept coulanceregeling chroom-6 (PA/ en 2 bijlagen) Bijlage 1, Tijdelijke regeling tegemoetkoming en ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom VI houdende stoffen defensie Bijlage 2, Instellingsbesluit paritaire commissie aanpak problematiek chroom VI bij defensie. 4. Gevolgen afschaffen VUT/ FPU premie. 5. Rondvraag en sluiting 1/7 Postbus 556, 2501 CN Den Haag Lange Voorhout 9, 2514 EA Den Haag T F info@caop.nl KvK

2 Agendapunt 1: Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en geeft een terugkoppeling uit de werkgroep AP inzake outsourcing van een deel van de defensieorganisatie. Aan ABP wordt verzocht enkele varianten door te rekenen. Agenda In verband met de aanwezigheid van ABP wordt agendapunt 4 behandeld na de bespreking van het verslag (agendapunt 2). Agendapunt 2: Verslag en Actiepunten (PA/ ). Inhoudelijk en redactioneel: Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Actiepunten 1. Volledige schadevergoeding De belastingdienst is van oordeel dat de vergoeding gebruteerd moet worden. Er vindt hierover nog overleg plaats met het ministerie van Financiën. Handhaven. 3. MOD-regeling De regeling wordt geagendeerd voor het eerstvolgende overleg. Handhaven. 6. Plan van aanpak PTSS protocol De brief is verzonden en er is niet op gepiept. Het verzoek om kandidaten staat nog open, maar wordt later deze week beantwoord. Afvoeren. 7. Nacalculatie Backservice 2013 Dit punt wordt aangehouden. De heer Pieters zegt nog niet over alle door hem opgevraagde stukken te beschikken. 8. Rapport Pols Is geagendeerd en kan van de lijst worden afgevoerd.. 9. SBK/UWV Deze kwestie wordt nog uitgezocht. Aanhouden. De heer Van Hulsen merkt op dat deze zaak al heel lang loopt. Hij stelt voor de werkgroep Rafelrandjes binnenkort weer bijeen te laten komen. Agendapunt 4: Gevolgen afschaffen VUT/FPU premie De voorzitter licht toe dat er qua niveau een relatie is onderkend tussen de FPU-premie en het VUT equivalent, zodat de inhouding op nul kan worden gesteld. Na overleg in verschillende gremia, over de manier waarop dit zou kunnen worden teruggedraaid vanaf 1995, is men tot de conclusie gekomen dat de inhouding van de VUT equivalent als bron is gebruikt voor de financiering van de kapitaaldekking van het militaire pensioenstelsel. Er is geen discussie over de grondslag. Voorts zou worden bezien op welke wijze het opdrogen van die bron een alternatieve geldstroom op gang zou kunnen brengen om de kapitaaldekking op niveau te houden. Na het raadplegen van ABP en het ministerie van Financiën kan geconcludeerd worden dat de VUT-equivalent, gezien de grondslag, op nul gesteld kan worden en dat er voor de herfinanciering van deze bron een oplossing in zicht is. Die wordt gezocht binnen de kapitaaldekkingsfinanciering en valt daardoor buiten de 2/7

3 arbeidsvoorwaardenbegroting. Via de loonstroken zal men hierover geïnformeerd worden. Het is niet gelukt dit al in februari te effectueren. Bij de loonstrook van februari zal wel een bericht worden gevoegd waaruit blijkt dat dit nog gaat gebeuren. Volgens spreker is effectuering met ingang van maart wel mogelijk, met terugwerkende kracht tot 1 januari Agendapunt 3: Concept coulanceregeling chroom-6 (PA/ bijlagen) Bijlage 1, Tijdelijke regeling tegemoetkoming en ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom VI houdende stoffen Defensie. Bijlage 2, Instellingsbesluit paritaire commissie aanpak problematiek chroom VI bij Defensie De heer Sillevis Smitt geeft een toelichting. Defensie is een aantal maanden geleden geconfronteerd met de problematiek rond chroom VI. Formeel is dit aan de orde gesteld in de werkgroep TWAV. Inmiddels is erover gecommuniceerd aan de Tweede Kamer en is informeel overlegd met de centrales. Defensie wil deze kwestie grondig en onafhankelijk laten onderzoeken. Het is de bedoeling een paritaire commissie samen te stellen, waarin werkgevers en werknemers vertegenwoordigd zijn, die sturing geeft aan het onderzoek dat door RIVM wordt uitgevoerd. Als onafhankelijk voorzitter van de commissie is de heer Ruud Vreeman gevraagd. Gezien de te verwachten tijdsduur van het onderzoek is een coulanceregeling opgesteld, zodat in schrijnende gevallen hulp kan worden geboden aan diegenen die het eind van het onderzoek mogelijk niet zullen meemaken. De stukken met betrekking tot de instelling van de paritaire commissie en de coulanceregeling zijn in een werkverband besproken en moeten formeel worden vastgesteld in de werkgroep PA. Deze werkwijze is nieuw voor Defensie en een groot aantal stukken is nagezonden. Om die reden is, in de brief van 11 februari, een leeswijzer opgenomen die de procesgang van de stukken duidt. Nu liggen er twee stukken voor: de concept instellingsbeschikking voor de commissie en de concept coulanceregeling. Voor de laatste versie van de instellingsbeschikking geldt nog enig voorbehoud, aangezien de ambtelijke leiding van Defensie nog een paar opmerkingen heeft. De coulanceregeling is wel definitief, al worden de bedragen en de categorisering van de aandoeningen, nog voorgelegd aan een expert. Zijn rapport wordt eind deze week verwacht. De heer Van der Hulst verbaast zich over deze gang van zaken en constateert dat, ongeacht het voortraject, de stukken nu voor het eerst voorliggen in de werkgroep PA. Het instellingsbesluit is nog niet definitief en kan daarom vandaag niet worden geaccordeerd. Zo is er bijvoorbeeld nog onduidelijkheid over een communicatiemedewerker, die overigens niet in het instellingsbesluit wordt genoemd. Over de coulanceregeling is ook nog geen duidelijkheid, omdat er over belangrijke aspecten als de bedragen en aandoeningen nog een rapport wordt verwacht. Bespreking van de stukken is wel mogelijk, zodat die de volgende keer afgehandeld kunnen worden. De heer Van Hulsen geeft aan hier anders in te staan dan de CCOOP. Hij wijst op het belang betrokkenen snel duidelijkheid te bieden en is bereid zich constructief op te stellen. Het is aldus spreker, van belang stil te staan bij de taak van de commissie, ook voor wat betreft de communicatie. Spreker vraagt zich af of een communicatie adviseur noodzakelijk is. De heer Pieters onderschrijft dit laatste. Ten aanzien van de regeling is spreker van mening dat het goed zou zijn vandaag al overeenstemming te bereiken, zodat daarna alleen de open eindjes afgehandeld moeten worden. Mevrouw Snels spreekt haar verbazing uit over het feit dat van werkgeverszijde een voorbehoud wordt gemaakt bij het instellingsbesluit. Zij vraagt zich af op welke punten dat voorbehoud betrekking heeft en of die redactioneel of meer inhoudelijk van aard zijn. Voor 3/7

4 wat betreft het al dan niet aanstellen van een communicatiemedewerker is mede van belang dat deze zaak leeft in de buitenwereld. Het ligt volgens spreekster voor de hand dat een communicatiemedewerker, of de voorzitter, namens de commissie het woord voert. Volgens de heer Van der Hulst is de communicatie niet een taak van de paritaire commissie, maar van de minister of van de centrales zelf. De heer Van Hulsen onderschrijft dat dit nog een punt is waar partijen bij stil moeten staan. Ten aanzien van de coulanceregeling moet er nog een aantal zwaarwegende punten worden besproken, geeft mevrouw Snels aan. Hierbij dringt zij aan op spoed, omdat het traject al veel te lang loopt en dat leidt tot onrust in de buitenwereld. De voorzitter stelt de teleurstelling over het voorbehoud ten aanzien van de instellingsbeschikking te delen. Hij zegt niet te kunnen aangeven of dat voorbehoud groot of klein is. Dat betekent dat bespreken van de stukken vandaag wel mogelijk is, maar vaststelling nog niet. Mevrouw Snels wijst er op dat de beoordeling van de categorieën aandoeningen door een extern deskundige nog kan leiden tot een verschuiving. Zij verwacht echter niet dat de gevolgen groot zullen zijn, omdat de ziektebeelden op basis van onderzoek door het NCvB (Nederlands Centrum voor Beroepsziekten) al in kaart zijn gebracht. De heer Van der Hulst merkt op dat mevrouw Snels eerder steeds heeft aangegeven dat er een externe deskundige naar moest kijken. Nu lijkt het alsof het feit dat er nog iets gewijzigd kan worden, zoals in de aanbiedingsbrief staat vermeld, niet zozeer van belang is. Mevrouw Snels stelt met nadruk dat zij dat zo niet heeft gezegd. De heer Van der Hulst stelt niet te kunnen instemmen met een stuk waarin later van werkgeverszijde nog gewijzigd kan worden. De voorzitter stelt omwille van de voortgang voor na vrijdag, als de tabel is verschenen, de instellingsbeschikking en de coulanceregeling met een pieptermijn vast te stellen, zodat het niet nodig is te wachten tot de volgende vergadering. Formeel kunnen de stukken pas vastgesteld worden nadat alle elementen daarin zijn verwerkt. De opmerkingen van de centrales, alsmede de punten van ambtelijk Den Haag, worden meegenomen. Hiermee wordt ingestemd. Voor wat betreft de communicatie adviseur meent de voorzitter dat de paritaire commissie in alle rust moet kunnen werken. De paritaire commissie adviseert het SOD en de minister. Het is van belang ruis zoveel mogelijk te voorkomen. De heer Van der Hulst vult hierbij aan dat in de instellingsbeschikking niets is vermeld over communicatie door de paritaire commissie. Hij meent dat het niet aan die commissie is om te communiceren en dat de verantwoordelijkheid voor de communicatie bij de minister van Defensie ligt. Mevrouw Snels is een andere mening toegedaan. Zo vraagt zij zich af wie bijvoorbeeld de communicatie gaat verzorgen over een brief over ziektebeelden die RIVM binnenkort namens de commissie aan artsen zal versturen. Volgens de voorzitter is de beantwoording van vragen naar aanleiding van die brief aan RIVM of aan de minister van Defensie. Door hiervoor een derde aan te stellen wordt de zaak nodeloos gecompliceerd. Hierop wordt de vergadering kort geschorst. *Schorsing* De voorzitter heropent de vergadering en stelt dat de paritaire commissie in essentie vooral de minister, SOD en medezeggenschap adviseert en informeert. Door in de instellingsbeschikking de commissie ook nog een andere rol toe te dichten wordt de 4/7

5 minister van Defensie, die de politieke verantwoordelijkheid draagt voor de communicatie, in een lastig parket gebracht. Zowel de minister als de centrales moeten zelfstandig aan hun achterban kunnen communiceren. Het is ongewenst om de communicatie door een ander te laten doen. Spreker bepleit de rol van de paritaire commissie low profile te houden. Aangezien de instellingsbeschikking nog niet formeel kan worden vastgesteld, stelt spreker voor wel alvast de opmerkingen bij de instellingsbeschikking en de concept coulanceregeling te inventariseren. Instellingsbesluit paritaire commissie aanpak problematiek chroom VI bij defensie - Artikel 2, lid 1 onder d: op een vraag van de heer Van Hulsen of de commissie de onderzoeksopdrachten kan prioriteren, antwoordt de voorzitter bevestigend. Mevrouw Snels wijst er in dit verband op dat het hier gaat om mensen die al ziek zijn en dat hun belang centraal gesteld moet worden in het onderzoek. Waar mogelijk moet een versnelling worden aangebracht, zodat er voor hen zo snel mogelijkheid duidelijkheid komt. Dit punt is helder, meent de voorzitter. Tijdelijke regeling tegemoetkoming en ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom VI houdende stoffen Defensie (coulanceregeling) - Artikelen 2.4 en 2.5: De heer Van der Hulst stelt dat het niet de bedoeling is dat een tegemoetkoming die is toegekend door het ministerie van Defensie door een andere overheidsinstantie teniet wordt gedaan, bijvoorbeeld door een huurtoeslag in te trekken. Dat uitgangspunt is voor de centrales een harde eis en spreker vindt dit element hier onvoldoende in terug. Mevrouw Snels onderschrijft dat in de aanloop naar dit traject is gesproken over de eventuele effecten op huur- en zorgtoeslag en de eigen bijdrage voor de WMO. Dat er hieromtrent geen voorstel wordt gedaan acht zij niet acceptabel. Volgens de heer Hoedeman is de brutering van de tegemoetkoming al verwerkt. Dat er geen compensatie plaatsvindt, is niet met zoveel woorden vermeld, omdat het een secundair effect betreft. Door gespreide betaling kunnen die effecten zoveel mogelijk teniet worden gedaan. Volgens mevrouw Snels is zelfs sprake van strijdigheid met artikel 2.5. Indien iemand niet in aanmerking komt voor een voorziening in het kader van de WMO dan heeft hij, op grond van artikel 2.5, wel recht op een voorziening in bijzondere gevallen, zonder eigen bijdrage. Hier is sprake van rechtsongelijkheid, omdat die eigen bijdrage in andere situaties wel wordt gevraagd. De heer Sillevis Smitt merkt op dat er wel degelijk is gekeken naar deze effecten. Dat het secundaire effecten zijn maakt het lastig. In geval van een gemeentelijke bijdrage betreft het zelfs lokale effecten. De effecten zijn afhankelijk van de specifieke financiële situatie van betrokkene. Door de mogelijkheid van gespreide betaling wordt getracht de effecten te ondervangen. Specifieke informatie op dit punt kan wellicht ook helpen. Dat dit soort effecten zich voordoen kan nooit helemaal worden voorkomen, omdat men nu eenmaal te maken heeft met andere uitvoeringsinstanties. Wel kent artikel 5.1 een hardheidsclausule die de mogelijkheid biedt af te wijken van de regeling indien de toepassing tot onbillijkheid leidt. De heer Van der Hulst heeft begrip voor de uitvoeringsproblemen, maar stelt dat diegenen die voldoen aan de criteria voor de tegemoetkoming zoveel mogelijk moeten worden begeleid hierbij, bijvoorbeeld door een case coördinator. De 5/7

6 voorzitter ziet wel een mogelijkheid hiertoe door in de tekst een passage op te nemen dat eventuele secundaire effecten van de uitvoering, in goed overleg met het individu, besproken moeten worden. Volgens de heer Van der Hulst maakt een dergelijke passage het mogelijk dat er persoonlijk met een individu wordt gesproken en rekening wordt gehouden met diens persoonlijke omstandigheden. Mevrouw Snels wil nog een stap verder gaan. In het voortraject is immers ingestemd met de genoemde bedragen onder voorwaarde dat de werkgever een voorstel voor de compensatie zou doen. Als dat voorstel niet komt dan staan wat haar betreft de bedragen weer ter discussie. De voorzitter stelt dat de secundaire effecten zeer individueel bepaald zijn. Daardoor is het niet mogelijk een generieke compensatie te treffen. Wel is het mogelijk de negatieve effecten per individu te bespreken en te bezien hoe die kunnen worden voorkomen. De heer Schilperoort stelt dat het er ook om gaat die effecten te herstellen. Volgens de heer Hoedeman is het niet mogelijk een overheidsregeling te formuleren waarmee secundaire effecten op toeslagen worden gecompenseerd. Volgens de voorzitter gaat het er om een tekst te vinden die hieraan tegemoet komt. Defensie zal een tekstvoorstel doen. - Artikel 3.3: mevrouw Snels dringt er op aan dat ABP ruim binnen de maximale termijnen reageert. Volgens de heer Hoedeman kan dit een punt zijn waar de paritaire commissie in de rapportage aandacht aan besteedt. - Artikel 4.2: mevrouw Snels is niet overtuigd door de reactie van werkgeverszijde op het verzoek van drie van de centrales om het woord bewust op te nemen. Het kan zijn dat iemand wordt gestraft voor een fout die zijn arts heeft gemaakt, bijvoorbeeld doordat die arts verkeerde informatie heeft verschaft. Volgens de heer Van der Hulst kan alleen sprake zijn van terugvordering als er opzettelijk onjuiste informatie is verstrekt. De voorzitter meent dat de intentie duidelijk is. Defensie zal de terminologie gebruiken die in andere regelingen gebruikelijk is. - Toelichting, 5 e alinea van de eerste pagina: de heer Van der Hulst stelt voor aan de functielijst toe te voegen: vliegtuigmonteurs CZSK. De voorzitter zegt toe dat die functie wordt toegevoegd, waarbij hij opmerkt dat de lijst niet limitatief is. Ten slotte merkt mevrouw Snels nog op dat de tekst niet overal consistent is voor wat betreft het gebruik van de term (voormalige) werknemer. Dit wordt nog nagegaan. De heer Van der Hulst merkt op dat aan de lijst met aandoeningen (bijlage 2) blaaskanker moet worden toegevoegd. De heer Hoedeman licht toe dat met betrekking tot de aandoeningen het rapport van het NCvB het uitgangspunt is. Dat centrum heeft onderzocht wat er wereldwijd bekend is over aandoeningen die mogelijk een relatie hebben met chroom 6. Blaaskanker kwam daaruit niet naar voren. Wel wordt nog nagegaan of de indeling in categorieën logisch is. Als uit onderzoek van RIVM blijkt dat blaaskanker wel een rol speelt dan kan de lijst worden aangepast. De voorzitter zegt toe de gemaakte opmerkingen mee te nemen. Er volgt nog een aangepaste tabel. Defensie zal de coulanceregeling zo snel mogelijk afhandelen. Zolang dat nog niet het geval is zullen nog geen mededelingen naar buiten worden gedaan. 6/7

7 Agendapunt 5: Rondvraag en sluiting De heer Van der Hulst merkt op dat bij bijeenkomsten voor ex werknemers op defensielocaties in toenemende mate beperkende maatregelen gelden bij de toegang. Hij verzoekt om opheffing van deze toegangsmaatregelen in geval van de informatiebijeenkomsten. Mevrouw Snels vraagt aandacht voor de brief van enige tijd geleden aan de werkgroep PA over PX 10, die nog niet is beantwoord. De voorzitter zegt dat de brief aan de orde is geweest in de werkgroep AP en dat dit zijn aandacht heeft. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om uur. Actiepuntenlijst behorend bij de PA-vergadering van Actiepunt Initiatiefnemer Status Agenderen 1.Volledige schadevergoeding Defensie/MinFin De fiscus is van oordeel dat de vergoeding kan worden gebruteerd. Er vindt nog overleg plaats met minfin. 3.MOD-regeling Defensie De regeling moet nog worden geïndexeerd en er moeten nog wat worden bijgeschreven. 7.Nacalculatie Backservice 2013 ABP/APG Dhr. Pieters beschikt nog niet over alle stukken 9.SBK/UWV Defensie Intern defensie beraadt zich over het feit het UWV geen zieke mensen accepteert na ommekomst van de SBK termijn en dat deze een uitkering krijgen op grond van 120-Amar. zsm Agendering Zsm. Zsm. Verzoek van centrales om de werkgroep Rafelrandjes weer bijeen te laten komen 7/7