Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid (AP) van dinsdag 21 juni 2016 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag.

Transcriptie

1 P.O. Loppies inlichtingen telefoon 0 bijlage(n) AP/ briefnummer G.1.33 zaaknummer 6 juli 2016 datum Verslag van de vergadering van de werkgroep van dinsdag 21 juni 2016 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag. Aanvang: uur Einde: uur. Aanwezig: Van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (vz.), J. Bos, R. Dirkzwager, E.H. Huisman, E. Poldner, A.C. de Rijke, W.M. Schwab, A. Vos. Van de zijde van de Centrales: J.J.H. van Hulsen (AC), M.Manschot, R.W Schilperoort (ACOP), L.C. van der Hulst, J.A. Kropf, (CCOOP), R. Bliek, N. van Woensel (CMHF); Van de zijde van het secretariaat: P. Schotman (CAOP). Agenda: 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda. 2. Vaststelling van het verslag van de vergadering 24 mei (AP/ ). 3. Breder openstellen knelpuntcategorieën DMO (AP/ ). 4. VGB. 5. Stand van zaken Salduz arrest (AP/ , AP/ en AP/ ). 6. Chroom-6 (AP/ ). 7. Toelichting participatiewet. 8. Klachtenregeling gezondheidszorg (AP/ bijlagen). 9. Rondvraag en sluiting. 1

2 Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststellen agenda. Georganiseerd overleg Opening: De voorzitter opent de vergadering om uur. Mededelingen: Er zijn geen mededelingen. Vaststelling agenda: De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. [Noot: gedurende de vergadering wordt de agenda in verband met de tijd verlaten.] Agendapunt 2: Vaststelling van het verslag van de vergadering van 24 mei Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende opmerkingen en wijzigingen: Tekstueel: Blz.3, actiepunt 12: Geïmplanteerd moet zijn geïmplementeerd. Blz. 5, agendapunt 3, 3 e tekstblok, 1e zin: Deze zin moet luiden: De heer Schilperoort zou er beeld bij hebben als het zou gaan om vergissingen. Naar aanleiding van: Blz.3, actiepunt 7: Mevrouw Poldner geeft aan dat de genoemde reactie al in april was verzonden. Desgevraagd door de heer Schilperoort geeft zij aan dat dit de nieuwe reactie betreft naar aanleiding van de eerdere appreciatie. Blz. 6, 1e zin: De heer Kropf mist dit actiepunt op de lijst. De voorzitter geeft aan dit punt inmiddels te hebben betrokken in zijn overleg met CZSK. Mevrouw Poldner merkt op dat dit punt thans valt onder actiepunt 13. Dit zal concreter worden gemaakt. Blz. 7, 3 e teksblok, 1 e alinea: De heer Schilperoort wijst op de afspraak dat er in de AP met het KMar zal worden gesproken over oplossingen en verzoekt hier gevolg aan te geven. Blz. 8, 4 e teksblok, 2 e alinea: De heer Schilperoort merkt op gezegd te hebben dat het hem niet zo zeer uitmaakt of de HDP zitting krijgt in de Bestuursraad, zolang er wel mandaat is. Het is voor hem van belang dat wanneer partijen in dit forum afspraken maken, die afspraken ook worden gerespecteerd door de Bestuursraad. Als de beste manier om dat te bereiken is door de HDP zitting te laten hebben in de Bestuurraad, dan kan hij daarmee leven. Blz. 9, agendapunt 9, Rondvraag: De heer Schilperoort merkt op deze vraag te hebben gesteld naar aanleiding van de eerder door hem gestelde vraag over het zichtbaar zijn van medische informatie voor commandanten en P&O ers. Daarnaast memoreert hij zich er toen over te hebben verbaasd dat informatie over ziekmeldingen zichtbaar blijft voor commandanten en dat hij hier graag een keer op terug komt (pm). Behandeling van de actiepuntenlijst: 1. Testen op Chroom. Dit onderwerp is heden geagendeerd. 2. VGB. Dit onderwerp is heden geagendeerd. 2

3 3. Nota rangsbepaling (uit 1984). Mevrouw Poldner stelt voor om dit onderwerp (los van de discussie over de IMG) vooralsnog op de voorraadagenda te plaatsen, gelet op het overleg dat hierover plaatsvindt. Partijen gaat hiermee akkoord. 4. Rechtspositie reservepersoneel. Mevrouw Poldner geeft dat de brief vóór de zomer gereed zal zijn. Hierbij gaat het om een overzicht van de inzet van het totale reservistenbestand. 5. Voortgangsrapportage BBO en Klanttevredenheidsonderzoek. Mevrouw Poldner geeft aan dat er in dit kader op 8 juni 2016 een brief is aangeboden. 6. ROC s. Mevrouw Poldner geeft aan dat er met de OPCO s thans wordt gewerkt aan een verbetervoorstel ten aanzien van de inzet en uren van instructeurs. Dit voorstel is bijna gereed en hierover wordt men schriftelijk geïnformeerd. Spreekster stelt voor dit onderwerp de volgende keer te agenderen (pm). 7. Evaluatie commissie De Veer. Dit onderwerp is afgedaan. 9. Banenafspraak. Dit onderwerp is heden geagendeerd. 10. Regeling klachtenbehandeling gezondheidsinstellingen Dit onderwerp is heden geagendeerd. 11. Governance. Mevrouw Poldner geeft aan dat de herwaardering van de functie van IMG deze zomer wordt verwacht. De aanpassing van de Grondslagen, Hoofdlijnen en Systeemeisen wordt naar verwachting aan het eind van de zomer afgerond. 12. Externe herplaatsers. Dit punt is afgedaan. 13. Vacaturestelling. Mevrouw Poldner geeft aan dat in het overleg tussen de DPOD en de defensieonderdelen is herbevestigd dat vacatures defensiebreed moeten worden opengesteld. Aangaande het defensiebreed open stellen van functies en de vraag of in de vacatureteksten goed is verwoord of het gaat om horizontale of verticale sollicitaties, is de beloofde steekproef reeds gepland. De uitkomsten worden zo mogelijk in de volgende vergadering gedeeld. De heer Kropf merkt op dat dit met elkaar in strijd is: als een vacature defensiebreed wordt opengesteld, gaat het om de vereisten uit de functiebeschrijving. Het kan dus niet zijn dat er in die vacatures wordt aangegeven dat het moet gaan om een bepaalde kleur pak, rang of om horizontale vulling. Immers staan dat soort eisen zelden in een functiebeschrijving. Volgens de heer De Rijke gebeurt publicatie altijd defensiebreed, aangezien dit de enige manier is dat gepubliceerd mag worden. Er worden geen beperkingen gemaakt in de tekst over het horizontaal dan wel verticaal solliciteren. Op verzoek van de centrales wordt daarom een steekproef gehouden om te bezien of dergelijke beperkingen in de tekst worden benoemd. Dit zou volgens de afspraken namelijk niet mogen voorkomen. 3

4 14. Intrekken nota CLAS. Mevrouw Poldner herhaalt dat dit onderwerp de volgende keer zal worden geagendeerd, waarbij zal worden gesproken over de acties aangaande de voor-doorconstructie bij CZSK en de verlenging van +1 jaar bij de Kmar. De voorzitter stelt voor om vast te stellen of de genoemde acties afdoende zijn. De heer Kropf omarmt dit voorstel, nu hij het oneens is met de samenvatting van mevrouw Poldner. De nota s van het CZSK en KMar worden ingetrokken. Op aanwijzing van de heren Schilperoort en Van Woensel wordt hier de actie toegevoegd dat Defensie zal zorg dragen voor juiste toepassing van het beleid (pm). De heer Kropf verzoekt om spoedig te bevestigen dat de genoemde nota s inmiddels zijn ingetrokken. De voorzitter zegt dit toe. Met de CZSK worden andere oplossingen bezien, indien deze binnen de regelgeving past worden de centrales hierover geïnformeerd. De voorzitter geeft aan dat dit overleg inmiddels plaatsvindt. De heer Kropf vindt dit geen actie voor het AP en stelt voor deze af te voeren. De voorzitter zegt dit toe. CZSK wordt gewezen op de afspraken rond het plaatsingsbeleid. Partijen stellen vast dat dit onderdeel is van de eerste actie. KMar wordt uitgenodigd voor de AP om andere oplossingen te bezien. De voorzitter herhaalt dat dit zal gebeuren. De heer Kropf vraagt waarom dit hier moet worden besproken, gelet op de volle agenda s van dit overleg. Hij stelt voor dat de KMar zich gewoon aan de afspraak houdt. De heer Schilperoort is het hier niet mee eens. Hij memoreert dat is afgesproken om, bij het ontbreken van een AP-DO, de KMar uit te nodigen om te kunnen wisselen over die knelpunten die niet binnen de staande rechtspositie kunnen worden opgelost. Dit punt moet zijns inziens blijven staan. De voorzitter zal met de KMar in gesprek gaan over de knelpunten. Voor zover dit leidt tot een oplossing, worden de centrales hier schriftelijk over geïnformeerd. Indien dit niet lukt, kan de KMar alsnog worden uitgenodigd voor overleg. De heer Kropf wijst erop dat de centrales met de voorzitter spreken over algemeen personeelsbeleid. Defensieonderdelen dienen zich daarnaar te schikken. Hij heeft er geen moeite mee als de voorzitter de KMar betrekt bij zijn visie en standpunten, en wordt hier graag over geïnformeerd. Hij wil dit echter buiten de AP-vergadering houden, gelet op het feit dat er al vaak tijd tekort is en dat er kans is op een uitstralingseffect van defensieonderdelen die in de AP over hun zienswijze willen praten. De voorzitter stelt voor om eerst separaat met de KMar een oplossing te vinden binnen de bestaande rechtspositie. Centrales worden ofwel geïnformeerd over de oplossing, ofwel doet spreker een ander voorstel. 15. Stand van zaken Salduz. Dit punt is voor vandaag geagendeerd. 17. Schultz-Hoff-Stringer arrest. Mevrouw Poldner geeft aan dat dit niet meer meeloopt met het ATW-traject, maar dat het nu separaat wordt opgelopen. De voorzitter vult aan dat het proces loopt. 4

5 18. Breder openstellen knelpunt categorieën DMO. Dit punt is voor vandaag geagendeerd. Georganiseerd overleg De heer Van Hulsen memoreert een vraag te hebben gesteld over het eerdere voorstel van het CLAS om knelpuntcategorieën te sluiten (zie verslag van 24 mei 2016, agendapunt 9). Op verzoek van het AC is hieromtrent een rapportage aangeboden, waarna dit onderwerp aan deze tafel is blijven liggen. Enerzijds is de vraag of de knelpuntcategorieën nu nog steeds open zijn of dat ze al zijn gesloten. Daarnaast vindt spreker het vreemd dat het CLAS dit voorstel doet, terwijl uit de rapportage blijkt dat sinds de knelpuntcategorieën zijn opengezet, er nog niet overal 100% is gehaald. Dit strookt dus niet met het voorstel van het CLAS om te kijken naar het personeelsbestand en de omvang daarvan in Fase 3. De voorzitter geeft aan te willen schorsen. SCHORSING ( uur) De voorzitter deelt de observatie van de heer Van Hulsen. Hij geeft aan navraag te zullen doen bij het CLAS en daarover te zullen terugkoppelen (pm). Agendapunt 3: Breder openstellen knelpuntcategorieën DMO (AP/ ). De voorzitter memoreert dat het AC heeft gereageerd op het voorstel van de DMO. Die brief werd breder gedeeld onder de centrales. Spreker snapt de duiding van deze brief, maar geeft aan dat hij wel beeld heeft bij het standpunt van de DMO. Men heeft een redelijk beeld van de ontwikkelingen voor het IT-veld in Fase 1, maar van Fase 2 en 3 is het nog te diffuus om te weten wat men aan mensen nodig heeft. Spreker stelt dus voor om hierover te spreken als er meer duidelijkheid is over waar het IT-veld zich naartoe zal bewegen, de hiervoor benodigde organisaties en de gevolgen en mogelijkheden voor het personeel. Op dit moment heeft men echter alleen nog maar een beeld van Fase 1 en in die zin is dit wezenlijk anders dan de eerder besproken situatie bij het CLAS, aldus spreker. De heer Van Hulsen heeft het gevoel dat men het instrument van de knelpuntcategorieën als waardeloos beschouwd. Hij wijst erop dat de oorspronkelijke intentie van de knelpuntcategorieën juist was om vooruit te kunnen lopen. Als men steeds wacht totdat er helderheid is voordat een knelpuntcategorie wordt geopend, is dat instrumentarium er dus eigenlijk voor niets. Spreker snapt dat er nog een groot traject wordt verwacht waarbij nog niet alles helder is, en kan zich indenken dat men bang is dat het breed aanwijzen van knelpuntcategorieën leidt tot het vertrek van mensen die wellicht in de toekomst hard nodig zijn. Echter is de charme van dit instrument juist dat men fijnmazig kan sturen op groepen mensen of functies. Het voorstel van de centrales is dus niet om de knelpuntcategorieën breed open te stellen. Daarnaast heeft spreker er begrip bij als de echte ICT-ers niet als knelpuntcategorie zouden worden aangewezen, maar kijkend naar de plannen ziet hij bijvoorbeeld een mogelijke toekomstige efficiency-winst te behalen bij de staf. Deze mensen zouden dus alvast kunnen worden aangewezen als knelpuntcategorie. Bovendien is het tot nu toe niet gebleken dat wanneer een knelpuntcategorie wordt opengesteld, er direct veel mensen weggaan. Het is een proces waarbij er naar mate de tijd vordert sprake is van een verloop. Overigens zou een te snel verloop ook kunnen worden gestopt door de knelpuntcategorie te sluiten. Spreker wijst erop dat er met dit instrumentarium dus goed gestuurd kan worden. Hoewel er nog onduidelijkheden zijn, is er wel een verschil is tussen 0 en 100, aldus spreker. 5

6 De voorzitter onderschrijft het standpunt van de heer Van Hulsen over wat nu de precieze intentie is van een knelpuntcategorie en geeft aan niet waardeloos te vinden. Wel blijft hij er beeld bij hebben dat het voor de DMO lastig is om alvast naar Fase 2 en 3 te kijken. Hierbij speelt ook mee dat het zonde zou zijn om mensen nu al naar buiten te laten vertrekken, terwijl je ze in de toekomst misschien nog nodig hebt. Spreker heeft ook beeld bij het voorbeeld over de stafcapaciteit en geeft aan dat hier de komende periode meer helderheid over moet ontstaan. Hij erkent dat een knelpuntcategorie een flexibel instrument is, waarmee geanticipeerd kan worden op wat er daadwerkelijk gebeurd gedurende een reorganisatietraject. Spreker stelt een tweeledige oplossing voor: de huidige knelpuntcategorieën zoals de DMO die nu gedefinieerd heeft blijven open, onder de voorwaarde dat Defensie met inachtneming van de opmerkingen van de centrales, in de volgende AP met een aangevulde lijst komt (pm). De heer Van Hulsen kan zich hierin vinden. Spreker merkt op dat het goed zou zijn als de DMO een positief beeld krijgt van het instrument en het lijkt hem dan ook goed als er een vernieuwde lijst komt. Agendapunt 4: VGB. De heer Dirkzwager geeft de stand van zaken weer. Hij merkt hierbij op dat het inmiddels wat uit de tijd loopt, omdat dit onderwerp tijdens een aantal vergadering onbesproken is gebleven. Er zijn een aantal brieven over de stand van zaken gestuurd, alsmede twee Kamerbrieven. Met betrekking tot de screenings voor VMNniveau C, heeft spreker uitgezocht of dit voor individuen leidt tot problemen. Er zijn duizenden functies op C- niveau geduid, waarbij er mensen zijn die in dit kader mogelijk een uitdaging zou kunnen hebben met hun plaatsing. Volgens DJZ zijn er echter nog niets vreemds voorgekomen. Hij geeft aan daarnaast de kamerbrieven en antwoorden te zullen delen (pm). Volgens de heer Van Woensel was het de bedoeling om voor alle militaire functies te bezien of deze op niveau C zouden kunnen zijn of dat er anderzijds een noodzaak was om een ander niveau te bepalen. Spreker vraagt of dit is gebeurd. De heer Dirkzwager geeft aan dat de opdracht is uitgezet bij de defensieonderdelen en inmiddels zijn er functies geduid als niveau C. Hij zal checken of inmiddels alles is bezien (pm). De heer Schilperoort merkt op dat hij de appreciatie van Defensie inzake dit onderwerp had willen bespreken. In die brief worden een aantal maatregelen genoemd en aangezien sommigen hiervan personele gevolgen hebben, wil spreker hier graag duidelijkheid over. Met betrekking tot maatregel 1 op niveau C, vraagt hij of dit betrekking heeft op een enkele functiegroep zoals de wet bepaald, of voor volledige groepen Met betrekking tot maatregel 3, vraagt spreker naar de gevolgen van het vaststellen van financiële kwetsbaarheid op grond van de genoemde test. Ook vraagt hij welke ondersteuning Defensie zal bieden om die kwetsbaarheid te verminden. Immers kan dit leiden tot het verlies van de VGB. Bij maatregel 4 wordt gesproken over de rol van de commandant en de ACOP vindt dat deze rol moet worden vergroot, gelet op de grijze gebieden die er kunnen zijn, bijvoorbeeld bij de keuze voor eervol of oneervol ontslag, of voor een andere functie. Bij maatregel 5 mist spreker een eventueel onderzoek naar de kant van de voorzieningen. Daarnaast worden er ook mensen onder voorbehoud aangenomen omdat de VGB niet tijdig is afgegeven. Spreker vraagt hoe hiermee wordt omgegaan. Ook vraagt hij hoe Defensie mensen die onder deze voorwaarden niet kunnen worden aangenomen maar die wel nodig zijn, toch voor de organisatie kunnen laten werken. Voorts kan het zijn dat iemand (tijdelijk) zijn VGB verliest in verband met zijn partner, totdat de benodigde informatie kan worden ingewonnen. Men moet gedurende deze periode werkzaamheden verrichten op een ander VMN-niveau. Spreker vraagt of dit functies zijn op hetzelfde rangniveau, en welke gevolgen dit heeft 6

7 voor de medewerker. Deze aspecten moeten onderdeel zijn van het onderzoek van de werkgroep en spreker verwacht dan ook een voorstel over hoe hiermee wordt omgegaan. Spreker merkt op nu al signalen te hebben ontvangen van mensen die door het verlies van hun VGB in een herplaatsingstraject zijn geplaatst. Hij wijst erop dat dit wel aspecten zijn waarover afspraken moeten worden gemaakt. De heer Van Hulsen merkt op ook meermaals aandacht te hebben gevraagd voor het VGB voor burgerpersoneel. De heer Dirkzwager geeft aan dat er een aantal burgerfuncties zijn waar ook een VGB benodigd is. Voorts zijn er burgerfuncties waar voor het merendeel van de functies een VOG benodigd. In een andere werkgroep is reeds gesproken over de kosten van het verkrijgen van zo n VOG. Een VOG is geldig zolang iemand een bepaalde functie uitoefent en die kosten worden vergoed. Dit is dus afgedekt en hierover zijn de centrales geïnformeerd. Spreker vraagt dus welke meervragen er zijn. De heer Van Hulsen merkt op dat de focus in deze discussie vooral lag op de militairen met een buitenlandse partner, en het gevolgen voor dat personeel. Wat echter onderbelicht is gebleven, is de afspraak dat een soortgelijke operatie zou worden uitgevoerd voor burgerfuncties waarbij de VGB een vereiste was. Spreker merkt dat dit op sommige plekken wel gebeurd, maar op andere geheel niet. Spreker wil dus weten of er sprake is van een uniform beleid. Daarnaast is het nieuw voor spreker dat men is teruggekomen op het tijdelijke karakter van de VOG. Met betrekking tot de brief inzake het vergoeden van de kosten van een VOG, merkt spreker op dat dit slechts voor een beperkte doelgroep is bedoeld. Als er na verloop van tijd meer groepen zijn die een VOG nodig hebben, zou de strekking van die brief volgens spreker ook voor hen moeten gelden. Het kan immers niet zijn dat waar een VGB volledig voor rekening van Defensie komt, mensen nu zelf een VOG moeten betalen. Volgens de heer Dirkzwager is de genoemde brief niet beperkt tot een bepaalde groep of functiegebied. Het geldt voor een ieder die een VOG nodig heeft. Wel geldt de beperking dat het slechts een eenmalige tegemoetkoming is van Defensie. De heer Kropf verzoekt om aan te geven wat de winst is van een VOG-screening, nu deze anders dan een VGB, geldig is voor de volledige functieduur. De voorzitter zegt een schriftelijk antwoord toe, waarover de volgende keer kan worden gesproken (pm). De heer Van Woensel wijst erop dat de voorgestelde maatregelen nog niet zijn geïmplementeerd. Hij stelt daarom voor om de tijdelijke maatregel te verlengen. De voorzitter geeft aan dat niet te kunnen toezeggen. Wel geeft hij aan in te zullen gaan op de consequenties (pm). PAUZE ( uur) Agendapunt 7: Toelichting Participatiewet. Voor dit punt is mevrouw Vos aanwezig. Zij geeft een toelichting aan de hand van een presentatie. Vragen en opmerkingen: Desgevraagd door de heer Kropf, geeft de heer Dirkzwager aan dat de genoemde extra banen voor arbeidsbeperkten zullen zijn opgebouwd uit zowel bestaande als nieuwe functies. 7

8 Desgevraagd door de heer Van Woensel, geeft mevrouw Vos aan dat het quotum van 520 arbeidsplekken in 2026 voor arbeidsbeperkten onderdeel zijn van de totale toegezegde extra banen. De bedoeling is om al in 1923 aan het quotum te voldoen. Desgevraagd door de heer Bliek geeft mevrouw Vos aan dat er reeds 80 arbeidsplekken zijn gecreëerd, die ten aanzien van het quotum tellen voor 76 VTE n op basis van 25,5 uur. Desgevraagd door de heer Bliek geeft mevrouw Vos aan dat vooral aangaande de sociale werkplaatsen mensen zoveel mogelijk worden ingehuurd via detacheringconstructies. Deze mensen tellen echter wel mee voor het quotum. De verantwoordelijkheid voor deze mensen blijft echter bij de gemeentes. Desgevraagd door de heer Schilperoort geeft mevrouw Vos aan dat er een aantal clusters zijn gecreëerd, zoals bij het Marinebedrijf, waar 23 mensen in een werk-leertraject gedetacheerd zijn. Een ander voorbeeld is Paresto, waar het de bedoeling is om mensen in een groep aan het werk te zetten. Daarnaast is er ook sprake van verspreiding onder de diverse defensieonderdelen. De heer Van Hulsen begrijpt dat Defensie nu personeel aanneemt op basis van detachering, leerarbeidstrajecten en andere constructies waarmee dit personeel niet werkelijk in dienst is van Defensie. De vraag is of dit ook het geval zal zijn voor de rest van de 520 arbeidsplekken die moeten worden gerealiseerd. Mevrouw Vos geeft aan dat men nu vooral doende is met pilots, waarbij wordt gekeken wat voor mensen er worden aangetrokken en hoe zij het beste kunnen worden begeleid. Bij CLSK wordt nu een pilot gestart waarbij er mensen vast in dienst worden genomen. De eerste aanstellingen zijn dus gebeurd op basis van inhuur, maar nu zullen de eerste ervaringen worden opgedaan op basis van vaste aanstellingen. Dit betekent dat er ook subsidielijnen moeten worden opgezet voor deze mensen. De heer Van Hulsen merkt op dat wanneer het daadwerkelijk eigen personeel betreft, er doorgaans sprake is van een groter verantwoordelijkheidsgevoel om goed voor deze mensen te zorgen. Daarnaast vraagt spreker zich af of het huidige loongebouw wel toereikend is voor dergelijk personeel. Mevrouw Vos geeft aan dat rijksbreed wordt gesproken over de mogelijke invoering van schaal 0. Ook andere departementen kijken naar manieren om deze mensen te kunnen aannemen, De heer De Rijke vult aan dat men zich nog in een pilotfase bevindt, waardoor men nog volop kan experimenteren met bijvoorbeeld inhuur of jobcarving. De heer Van Hulsen wil hier tijdig over komen te spreken. Hoewel hij het goed vindt dat men hiermee doende is, had hij hier tot vandaag geen weet van. Spreker wil voorkomen dat er dus in de toekomst een autonoom proces op gang komt, waarbij de centrales en hun achterbannen achteraf worden geconfronteerd met de consequenties. De voorzitter deelt dit standpunt. De heer Schilperoort merkt op dat er bij Defensie ook mensen zijn moeten re-integreren. Spreker vraagt of men zicht heeft op het spanningsveld dat tussen deze twee groepen kan ontstaan. Mevrouw Vos erkent dat er raakvlakken zijn en geeft aan dat dit traject wordt opgelopen met DCR, zodat zij elkaar mogelijk kunnen vinden. Immers wil men voor de MOD-ers mogelijk ook arbeidsplekken creëren. Zij vallen echter buiten de scope van Participatiewet, wat niet wegneemt dat er een wens is om iets voor hen te doen. De heer Schilperoort merkt op dat er ook mensen zijn die om andere redenen moeten re-integreren en ook voor hen moet er oog zijn. Later in de vergadering geeft de heer Bliek aan zich in dit kader bezorgd maakt over het feit dat MOD-ers geen onderdeel van zijn van het traject Participatiebanen. Met betrekking tot pilot jobcarving, vraagt de heer Kropf hoe dit is geregeld en hoe dit zal gaan landen binnen het URD. 8

9 Mevrouw Vos legt uit dat men in de pilotfase een budget had van 1,2 miljoen euro, waarmee er bovenformatief nieuwe plekken konden worden gecreëerd. Er is dus geen sprake van verdringing. Er moet nu worden bezien hoe dit in de formatie kan landen. Desgevraagd geeft zij aan dat er een evaluatie zal worden aangelopen, en met de defensieonderdelen wordt nu bezien hoe dit wordt vormgegeven. De voorzitter stelt voor om mettertijd de evaluatie en mogelijke vervolgstappen te bespreken. De heer Van Hulsen geeft aan dan dat quotum van Defensie is bepaald op basis van het quotum voor burgerpersoneel uit Als er militaire functies worden benut om dat quotum te vullen, zal er sprake zijn van een spanningsveld. Daarnaast is verdringing iets anders dan gevolgen van jobcarving. Jobcarving kan immers leiden tot een devaluatie van functies (door de vermindering in zwaarte). De heer Kropf merkt op dat het daarnaast ook kan leiden tot verschuiving in taken elders in ontvangende organisaties, bijvoorbeeld voor wat betreft de aansturing. Mevrouw Vos geeft aan dat nog nader moet worden bezien hoe dit in de toekomst in de bedrijfsvoering moet landen. Mevrouw Vos geeft aan dat er budget was voor de eerste twee jaar. De structurele inbedding is daarmee een aandachtspunt. Desgevraagd geeft zij aan dat mensen van UBOF voor dit project als neventaak bezig waren als job creators. Desgevraagd bevestigt spreekster dat de bovenformatieve functies na afloop van de pilotfase ingebed moeten worden in de staande organisatie. Zo zal CLSK gebruik maken van plekken die al langere tijd ongevuld zijn. De heer Van Woensel kan zich vinden als hiervoor een pilot zou worden gestart, maar nu lijkt alsof er al stappen worden gezet die de staande organisatie raken. De centrales hadden hier eerder bij betrokken moeten worden. Met betrekking tot het quotum, wijst de heer Kropf erop dat sommige defensieonderdelen niet veel burgerpersoneel hebben. Het lijkt er nu op dat wanneer zij niet aan hun quota kunnen voldoen met hun burgerstoelen, zij dit op andere wijze moeten gaan oplossen. Volgens mevrouw Vos is het quotum gebaseerd op de burgerpopulatie bij Defensie. Het valt de heer Schilperoort op dat er weinig plaatsen zijn gecreëerd binnen de Bestuursstaf. Mevrouw Vos geeft aan dat er 3 plekken zijn, namelijk bij gebouwbeheer. Desgevraagd geeft mevrouw Vos aan dat zij voor het quotum van 2016 goed op weg zijn en voorlopen op veel andere departementen. De voorzitter vat samen dat dit een rijksbreed initiatief betreft en dat Defensie niet ontevreden mag zijn over het quotum. Een organisatie als Defensie zou ook iets moeten willen betekenen voor deze groep mensen, vindt spreker. Er zijn inmiddels pilots gestart, waarbij spreker wil benadrukken dat hier geen enkele onomkeerbare besluiten uit voortvloeien. De resultaten en de evaluatie van de pilots en de mogelijke vervolgstappen, moeten intern worden besproken, alvorens dit onderwerp terugkomt in de AP. De heer Van Hulsen merkt op dat het quotum voor de publieke sector veer hoger is dan voor de private sector. Daarnaast is het gebaseerd op de cijfers uit 2013, wat ongunstig is voor Defensie. Agendapunt 5: Stand van zaken Salduz arrest (AP/ , AP/ en AP/ ). Gelet op de tijd wordt dit punt niet meer besproken. De voorzitter stelt voor dat de centrales hun bemerkingen schriftelijk doen toekomen. Defensie zal daarop een antwoord toesturen en zo nodig kan die correspondentie in een volgende AP worden besproken (pm). 9

10 De heer Van der Hulst heeft reeds de volgende vragen en opmerkingen bij de brief van Defensie: Er wordt niet gesproken over de verzekering dat mensen met beveiligde telefoonlijnen kunnen spreken in het uitzendgebied, waarbij de privacy moet zijn gewaarborgd. Is de implementatie van de operationele aanwijzingen bij de KMar gebeurd zoals partijen hebben bedoeld en kunnen deze documenten worden gedeeld? Agendapunt 6: Chroom-6 (AP/ ). Gelet op de tijd wordt dit punt niet meer besproken. Partijen spreken af dat centrales hun bemerkingen schriftelijk doen toekomen. Defensie zal daarop een antwoord toesturen en zo nodig kan die correspondentie in een volgende AP worden besproken (pm). Agendapunt 8: Klachtenregeling gezondheidszorg (AP/ bijlagen). De heer Bos geeft aan dat deze documenten inmiddels zijn aangepast en aangeboden. De voorzitter geeft aan dat dit onderwerp in de volgende AP zal worden besproken (pm). De heer Van Hulsen merkt op in het geschillenreglement een artikel te missen op basis waarvan kosten gemaakt voor de juridische ondersteuning worden gecompenseerd bij gegrond verklaring van de klacht. Volgens de heer Bos staat dit niet in de regeling, maar in de wet. Hij geeft aan later deze dag een concreet antwoordt te zullen delen. De heer Van Hulsen geeft aan op basis van dat antwoord mogelijk op de brief te zullen reageren. De voorzitter vat samen dat partijen tot en met morgen de mogelijkheid hebben om op deze brief te piepen. Agendapunt 9: Rondvraag en sluiting. Rondvraag: Volgens de heer Van Hulsen is er gecommuniceerd dat door een storing van DIDO, de uitbetaling van de toelages in juni niet kan plaatsvinden. Spreker merkt op dat de tekst wellicht ongelukkig is gecommuniceerd en vraagt derhalve om uitleg. De voorzitter geeft aan dit te zullen uitzoeken (pm). Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. 10

11 Actiepuntenlijst bij het verslag van de vergadering van 24 mei 2016: Georganiseerd overleg Nr.: Onderwerp: Actie: Opmerkingen: 1. Testen op Chroom (AP/ ) ap.1, blz (AP/ ), ap. 1, blz (AP/ ), ap. 6, blz VGB (AP/ ) (AP/ ), ap.3, blz (AP/ ), ap. 6, blz (AP/ ), ap. 2, blz (AP/ ), ap. 4, blz (AP/ ), ap. 5, blz (AP/ ), ap. 6-10, blz (AP/ ), ap. 4, blz. 9 Brief in week 13 aan centrales sturen. Centrales doen mogelijke bemerkingen schriftelijk toekomen, Defensie stuurt een reactie. Centrales informeren over verschijningsdatum rapport Burger cohort betrekken/vog problematiek Delen kamerbrieven en antwoorden Uitzoeken of alle militaire functies zijn bezien Schriftelijke reactie op opmerkingen centrales Agenderen voor AP 3. Rechtspositie reservepersoneel (AP/ ) (AP/ ), ap (AP/ ), ap (AP/ ), ap (AP/ ), ap.8, blz (AP/ ), ap. 2, blz Voortgangsrapportage BBO en Klanttevredenheidsonderzoek /(AP/ en -/ , ) (AP/ ), ap (AP/ ), ap (AP/ ), ap.2, blz.2 5. ROC s (AP/ , AP/ , - / ) (AP/ ), ap (AP/ ), ap (AP/ ), ap.6, blz (AP/ ), ap. 2, blz (AP/ ), ap. 2, blz (AP/ ), ap. 6-10, blz (AP/ ), ap. 2, blz Banenafspraak (AP/ en - / ) ,(AP/ ), ap. 6, blz (AP/ ), ap. 2, blz (AP/ ), ap. 1, blz (AP/ ), ap. 2, blz Regeling klachtenbehandeling gezondheidsinstellingen (AP/ ) (AP/ ), ap.3, blz (AP/ ), ap. 2, blz (AP/ ), ap. 3, blz (AP/ ), ap. 8, blz Governance (AP/ ) (AP/ ), ap.4, blz (AP/ ), ap. 3, blz. 5 Problematiek zo spoedig mogelijk bespreken krijgsmacht breed Overzicht van alle structureel ingezette reservisten Rapportage z.s.m. in de WG AP bespreken Inzet van instructeurs in relatie tot uren Agenderen voor de eerstvolgende AP Voorlichting over de stand van zaken in de eerstvolgende AP Terminologie aanpassen in aanbiedingsbrief VRP-EGB bezien op consequenties komst klachtenfunctionaris; - aangepast commentaar van de huidige klachtencommissie met de centrales delen. Tekst regeling aanpassen en aan centrales sturen; Tussentijdse bijeenkomst beleggen; Reglement geschilleninstantie aan centrales sturen. Aangepaste beleidsnotitie, reglement Klachtencommissie, reglement bespreken in AP Geschillencommissie met een piep aanbieden. Functie IMG opnieuw waarderen en n.a.v. hiervan rechtspositie bezien en de toepassing van de beleidsfactor GHS aanpassen en ter info aanbieden 11

12 9. Vacaturestelling (AP/ ), ap. 9, blz (AP/ ), ap. 2, blz (AP/ ), ap. 2, blz Nota s functietoewijzingsproces (CLAS), voor/doorconstructie (CZSK) en extra tijdelijke personele behoefte (KMar) (AP/ , AP/ , AP/ en AP/ ) (AP/ ), ap.4, blz (AP/ ), ap. 6-10, blz (AP/ ), ap. 2, blz (AP/ ), ap. 2, blz Stand van zaken Salduz (AP/ en - / ) (AP/ ), ap. 7, blz (AP/ ), ap. 6-10, blz (AP/ ), ap. 5, blz Schultz-Hoff-Stringer arrest (AP/ ) ap. 10, blz (AP/ ), ap. 6-10, blz Breder openstellen knelpuntcategorieën DMO (AP/ ), ap. 6-10, blz (AP/ ), ap. 3, blz Zichtbaar blijven van informatie over ziekmeldingen voor commandanten (AP/ ), ap. 2, blz Sluiten knelpuntcategorieën CLAS (AP/ ), ap. 9, blz (AP/ ), ap. 2, blz Niet uitbetalen toelages door storing DIDO (AP/ ), ap. 9, blz. 10 Monitoren Houden steekproef aangaande de naleving van afspraken. Terugkoppeling of de nota s van het CZSK en KMar zijn ingetrokken. Defensie draagt zorg voor de juiste toepassing van het beleid Defensie informeert over de oplossing die met het KMar is gevonden. Centrales doen mogelijke bemerkingen schriftelijk toekomen, Defensie stuurt een reactie. Defensie stuurt operationele aanwijzingen KMar. Mogelijk agenderen voor eerstvolgende AP ACOP stuurt brief inz. opbouw verlof gedurende ziekte. Defensie zal er naar kijken. Agenderen voor eerstvolgende AP Defensie neemt dit punt mee terug. Aangevulde lijst knelpuntcategorieën DMO Agenderen voor eerstvolgende AP Nader bespreken Bij CLAS nagaan wat hier speelt en hierover terugkoppelen Defensie koppelt terug Georganiseerd overleg Voorraadagenda: 1. Uitzendnorm - op voorraadagenda sinds Stafadjudanten - op voorraadagenda sinds Beleid generieke functiebeschrijvingen en functiegebouw - op voorraadagenda sinds (voorheen op actiepuntenlijst sinds ) 4. Evaluatie aanpassingen naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Van Ede cq. de verwante aanbevelingen van Commissie De Veer - op voorraadagenda sinds Nota rangsbepaling (uit 1984)(AP/ en -/ ) - op voorraadagenda sinds (voorheen op actiepuntenlijst sinds ) 12