Verslag van het gedeelte AFR uit de gecombineerde WG'n SOD vergadering van 26 juni 2018, in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag

Transcriptie

1 P.O. Loppies inlichtingen telefoon 0 bijlage(n) AFR/ briefnummer G.1.03 zaaknummer 12 juli 2018 datum Verslag van het gedeelte AFR uit de gecombineerde WG'n SOD vergadering van 26 juni 2018, in de Baljuwzaal van het CAOP, Lange Voorhout 13 te Den Haag Aanwezig: Van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (voorzitter), E. Aarts, E. Dekker, J. Dekker, T. de Kleijn, F. van der Hoef, E. Huisman, W. Schwab, R. Vink Van de zijde van de Centrales: J. van Hulsen (AC); R. Schilperoort, M. Manschot (ACOP); J. Kropf, S. Hop (CCOOP); N. van Woensel (CMHF). CAOP: R. Heijmans (later P. Loppies) Agenda*: 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. AV-wijzigingsbesluit (AP/ ). 3. Eigen Huishouding (AFR/ ). 4. Vrijval werkgeverspremie pensioen boven 100K (PA/ ). 5. KMar Pilot Adaptief aan de grens (SOD/ , SOD/ , AP/ , AP/ ). 6. Medische tijdslijnen (AP/ , AP/ , AP/ , AP/ , en AP/ ). 7. Instellingsbesluit bijzondere commissie DER (brief volgt). 8. Noodhulp Irma en aanpassingen in regelgeving (AFR/ agenda punt 4). 9. Rondvraag en sluiting. *Legenda markering: GROEN: Integraal GEEL: AP-specifiek GEEN: Specifiek voor een andere WG en niet opgenomen in dit verslag 1/14

2 Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststelling agenda (integraal met AP en PA). Opening: De voorzitter opent de vergadering om uur en heet iedereen hartelijk welkom. De secretaris is enigszins verlaat en schuift later aan. In de tussentijd wordt zij waargenomen door mevrouw Heijmans. Mededelingen: De heer Kropf memoreert de afspraak die partijen eerder hebben gemaakt om te komen tot een gecombineerde vergadering. Spreker moet helaas constateren dat de stukken wederom veelvuldig te laat dan wel niet zijn aangeboden. Voor een aantal bespreekpunten zal dit consequenties hebben. Spreker komt hierop terug bij de desbetreffende agendapunten. Verder wijst spreker op de gezamenlijke brief die de centrales hebben gestuurd, naar aanleiding van de brief over de huidige en vorige rol van de voorzitter. De centrales hebben verzocht om informatie. Defensie heeft toegezegd de informatie aan te leveren uiterlijk twee weken voor de AP vergadering. Tot op heden hebben de centrales de gevraagde informatie echter niet mogen ontvangen. Spreker meent dat deze gang van zaken niet alleen dit overleg, maar elk overleg binnen Defensie enorm frustreert. Zoals het een goed werkgever betaamt, heeft Defensie een voorbeeldfunctie en dient zich te houden aan de gemaakte afspraken. Spreker verzoekt de voorzitter met klem om zeker te stellen dat alle brieven waar de centrales nog een antwoord op verwachten, ook van een antwoord worden voorzien. Het gaat wat spreker betreft in ieder geval om een brief met nummer Als er niet spoedig een antwoord op deze brief komt, kan spreker niet uitsluiten dat dit andere processen gaat frustreren. De heer Van Hulsen sluit zich aan bij de woorden van de heer Kropf. De opmerkingen van beide heren zijn helder en de voorzitter neemt hier notie van. Vaststelling agenda: De heer Kropf spreekt de hoop uit om vandaag een flink aantal punten af te kunnen ronden. Mochten partijen het laatste agendapunt (8. Noodhulp Irma en aanpassingen in regelgeving) niet halen, dan wijst spreker op voorhand op de reden waarom dit punt geagendeerd is. Ook in dit geval zijn gemaakte afspraken door Defensie niet nagekomen. Er zou namelijk met gezwinde spoed een technisch werkverband bijeen geroepen worden om te bezien of de regelingen al dan niet aangepast moeten worden. Dit technisch werkverband is er niet van gekomen en het orkaanseizoen staat al weer voor de deur. Spreker verzoekt de voorzitter dit agendapunt ter harte te nemen en ervoor te zorgen dat er in ieder geval een technisch werkverband komt om te bezien of en in welke mate de regelingen moeten worden aangepast, zodat de mensen die het aangaan duidelijkheid hebben over hun rechtspositie. De voorzitter dankt de heer Kropf voor de aanvulling; het punt is helder. De heer Van Hulsen merkt op dat hij niet aanwezig was bij de vergadering waar dit punt aan de orde is geweest. Het verslag van die bewuste vergadering is niet geagendeerd en bood bovendien geen goed beeld van hetgeen inhoudelijk besproken is. Dit is lastig voor de discussie die nog gaat komen. Spreker hoopt wel toe te komen aan dit agendapunt en ook inhoudelijk stappen te kunnen zetten. Verder stelt spreker voor om agendapunt 7. Instellingsbesluit bijzondere commissie DER, na agendapunt 2 te behandelen. De voorzitter ziet de samenhang en kan zich er iets bij voorstellen. De heer Van Hulsen meent dat dit niet alleen vanwege de samenhang is, maar met name om te voorkomen dat partijen niet toekomen aan het bespreken van het agendapunt. De voorzitter stelt vast dat er geen bezwaren zijn en de agenda wordt derhalve op dit punt gewijzigd. Na een bespreking van enige agendapunten ten aanzien van een andere werkgroep, volgt: 2/14

3 Agendapunt 3: Eigen huishouding (AFR/ ). De voorzitter geeft aan dat er ten aanzien van dit onderwerp nieuwe versies zijn aangeboden. De regeling zou per 1 januari 2018 van kracht zijn, onder de voorwaarde dat een uitvoeringsregeling zou worden gemaakt. Op 4 juni is de laatste versie aangeboden en partijen zijn bijeen om te bezien of deze inderdaad in lijn is met de wensen van de centrales. De heer Kropf neemt afstand van de opmerking van de voorzitter dat de nieuwe versie in lijn zou zijn met de wensen van de centrales en van die in de aanbiedingsbrief dat dit stuk eerder behandeld zouden zijn in de vergaderingen van 30 januari en 18 maart Hij wijst erop dat de toen aangeboden versies, nooit zijn behandeld maar telkenmale met de nodige bemerkingen doorgeschoven zijn. De voorzitter noemt dit juist en geeft aan dat getracht is om het gedachtengoed uit die vergaderingen, te doen landen. Volgens de heer Schilperoort is er formeel op 18 december 2017 voor het laatst over dit stuk gesproken. De heer Kropf wil een uitgebreid verslag ten aanzien van dit onderwerp, gezien het verloop van genoemde vergadering. Opmerkingen en wijzigingen: Algemeen: De heer Kropf geeft aan bij eerdere besprekingen veelvuldig opmerkingen te hebben gemaakt ten aanzien van dit stuk. Anders dan in de brief en door de voorzitter aangegeven vindt hij dit niet in lijn met de discussie toentertijd, nu hij wederom op iedere bladzijde bemerkingen heeft. Blz. 1, Aanspraak op huisvesting : De heer Kropf kan zich niet vinden in dit voorstel, vooral ten aanzien van daadwerkelijk gebruik. Mensen die met de trein meer dan 1,5 uur zouden moeten reizen, maar liever met de auto gaan om ter plaatse over vervoer te kunnen beschikken, worden hier moreel op financiële gronden gedwongen om met de trein te gaan, waardoor zij niet over eigen vervoer kunnen beschikken. Blz. 1, Aanspraak op huisvesting, laatste 2 zinnen: De heer Schilperoort vraagt wat hier met de laatste zin bedoeld wordt. Naar zijn idee was van deur tot deur afgesproken, en niet dat de tijd tot de halte of het station, of van de parkeerplaats van de kazerne naar de werkplek, als eigen tijd zou worden beschouwd. Het ging om 1,5 uur vanaf het moment van vertrek, tot aankomst op de precieze plek waar je gaat werken. De heer Van Woensel merkt op dat de gekozen reisplanner geen mogelijkheid heeft om te kunnen kiezen voor de snelste route. Het gaat slechts uit van een vertrek- of aankomsttijd. Spreker vraagt hoe de reistijd dan kan worden berekend, immers kan het zijn dat die niet aansluit bij de tijd dat je op je werk moet zijn. De heer Vink merkt op dat dit enige reisplanner is die ook de looproute meerekent. De heer Schilperoort geeft aan dat er in de avond vaak ook minder opties zijn voor bussen of treinen. De heer Van Woensel stelt voor om een alternatieve reisplanner te kiezen waarbij naast de looptijd, ook de snelste of gemakkelijkste route kan worden gekozen. De heer Kropf merkt op het geheel niet eens te zijn met dit voorstel. Als het echter wordt gehandhaafd, zal er vaker met werktijden geschoven worden, wat gevolgen kan hebben voor de vraag of iemand voldoet aan de criteria ten aanzien van voeding en spreker is het daar niet mee eens. Wanneer Defensie eist dat men met OV komt, moeten er opties voor alternatieven worden geboden voor de tijdstippen dat het onmogelijk is op tijd op werk te komen, en zo nodig moet daarbij voeding worden gefaciliteerd. 3/14

4 Hij wijst erop dat die routeplanner slechts wordt gebruikt als een steekproef, en dat de precisie pas belangrijk wordt in het grijze gebied rond de 1,5 uur reistijd. Als iemand op een veel grotere afstand woont, is er immers geen twijfel mogelijk dat die reistijd niet wordt gehaald. De voorzitter vindt dat wanneer Defensie een bepaalde routeplanner kiest, men daarbinnen geen opties mag uitsluiten. De heer Van Woensel vindt dat uit moet worden gegaan van de werktijd, op basis daarvan wordt gekeken hoe laat je moet vertrekken. Hij is het met de CCOOP eens dat wanneer iemand om op dat tijdstip te kunnen aankomen, geen gebruik kan maken van OV, er een alternatief moet worden gevonden. Dit kan gevolgen hebben voor de aanspraken op voeding. Hij denkt dat 9292.nl hier dus niet toepasselijk is. De heer Schilperoort merkt op dat aan de laatste zin zou moeten worden toegevoegd dat het gaat om de snelste reistijd op basis van het individuele werkrooster. De heer Van Hulsen vindt dat hier niet krenterig over gedaan moet worden. Een enkele verschuiving van het individuele werkrooster, mag niet leiden tot een herziening van de reistijd. De heer Kropf merkt erop dat op basis van de huidige tekst, iemand die 69 km maar op 1,5 uur reizen met OV van de plaats van tewerkstelling woont, moreel op financiële gronden wordt verplicht om met OV te komen. Immers heeft diegene anders geen recht op binnenslapen. De heer Vink zegt dat dit anders moet worden gelezen. De heer Van Woensel merkt op dat mensen er dan specifiek voor kiezen om met OV te gaan om gebruik te kunnen maken van binnenslapen. Immers is de afstand van onder de 70 km ook goed te doen met de auto. Het moet gaan om daadwerkelijk gebruik. Spreker wijst erop dat het hier om een uitvoeringsregeling gaat. De regel zelf is reeds vastgesteld, waarbij partijen hun zienswijze uitvoerig hebben kunnen delen. Het gaat om de uitvoeringsrichtlijnen en de basis staat niet meer te discussie. Voor de heer Kropf is het duidelijk dat zijn centrale en de CMHF van standpunt verschillen. Hij slaat echter aan op de stelling van werkgeverszijde dat wat opgeschreven is, niet zo is bedoeld. Daadwerkelijk gebruik wordt gezien als reizen met OV, waardoor mensen verplicht worden om daarvan gebruik te maken. Hij wijst erop dat dit op sommige locaties de toegang tot voeding kan ontnemen als er daar geen cateringsfaciliteiten zijn en winkels of horeca op enige afstand liggen. Op aanwijzing van de heer Schilperoort wordt in de een na laatste zin het woord echter geschrapt. Aan de laatste zin wordt toegevoegd dat het gaat om de snelste route op basis van het individuele werkrooster. Blz. 1, Daadwerkelijk gebruik, 1 e tekstblok, 2 e alinea, 1 e zin: De heer Schilperoort wijst erop dat dit nu doet lijken alsof mensen verplicht zijn om hun voeding in alle gevallen op de plaats van tewerkstelling te nuttigen, om in aanmerking te kunnen komen voor een vergoeding. De heer Kropf merkt op dat werkdagen relatief zijn. De voorzitter stelt voor om deze zin te schrappen. Volgens de heer Kropf is dat niet mogelijk, omdat dit iets zegt over de maaltijden die vergoed worden. Spreker wil meer duiding over welke maaltijden men vergoed krijgt bij daadwerkelijk gebruik. Besloten was om niet meer uit te gaan van declaraties, maar van een vergoeding. Spreker vraagt dus of drie maaltijden per dag vergoed worden. Hierbij is het voor spreker ook de vraag of mensen die in verband met de reistijd verplicht zijn om eerder te komen, ook eten vergoed krijgen. Volgens de heer Schilperoort moet ook hier uit worden gegaan van het individuele werkrooster, en komt iemand in dat geval dus in aanmerking voor vergoeding (door het vinkje aan te zetten). Volgens de heer Van Woensel krijgen mensen die declareren reeds drie maaltijden per dag, waarbij er extra maaltijden gedeclareerd kunnen worden als mensen verplicht zijn om als gevolg van de reistijd eerder te komen. 4/14

5 De heer Kropf wil expliciet van de voorzitter weten of het de bedoeling is dat mensen op reguliere werkdagen drie maaltijden vergoed krijgen. De voorzitter beaamt dit. Later in de vergadering, besluiten partijen om eerder genoemde zin alsnog te schrappen. Blz. 1, Daadwerkelijk gebruik, 1 e tekstblok, 2 e alinea, 2 e zin: De heer Kropf merkt op dat er mensen zijn die op werkdagen een aantal uur verlof opnemen, maar wel daadwerkelijk op de locatie overnachten. Hij vraagt of het verlof in die gevallen ook in mindering wordt gebracht. Defensie geeft aan dat het ook deze gevallen mogelijk is om het vinkje voor voeding aan te zetten. Op voorstel van de heer Schilperoort worden hier de woorden of in beginsel toegevoegd. Blz. 1, Daadwerkelijk gebruik, laatste tekstblok: De heer Kropf memoreert reeds meerdere keren te hebben aangegeven dat Defensie ervoor moet zorgen dat men altijd op een defensielocatie kan eten op het moment dat men recht heeft op voeding, dus ook een mogelijkheid voor ontbijt op maandag en diner op vrijdag. Daarnaast dient op de betreffende locatie een maaltijd beschikbaar en herkenbaar te zijn, die kwantitatief en kwalitatief voldoende is en niet meer mag kosten dan de vergoeding die betrokkene krijgt voor dezelfde maaltijd. Als bijvoorbeeld de daghap op dat moment niet voorradig is, dient er een minimaal gelijkwaardig alternatief aan te bieden voor maximaal dezelfde prijs. De voorzitter noemt dit helder. De heer Kropf wijst erop dat Defensie de vorige keer hetzelfde zei en dat desondanks niet alles in lijn is gebracht met wat toen werd gezegd. Volgens de voorzitter betekent in lijn brengen niet dat alles over genomen hoeft te worden. Hij heeft eerder aangegeven dat de verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid en kwalitatief en kwantitatief goede voeding en dergelijke, op Defensie rust. Tevens is het mogelijk gemaakt om voeding die op andere wijze wordt genoten, vergoed te krijgen. Daarmee is alles gezegd. De heer Schilperoort wijst erop dat de centrales nog terug zullen komen op de normen ten aanzien van voeding. De voorzitter onderkent dit. Blz. 1, Daadwerkelijk gebruik, algemeen: De heer Kropf geeft aan dat als Defensie wil korten op thuiswerkdagen, er een vergoeding gegeven moet worden voor de dagen waarop men thuis werkt. Immers maken zij kosten die men niet zou maken als men op de werkplek zou werken. Desgevraagd door de ACOP, geeft hij aan niet zozeer voeding te bedoelen als wel stookkosten of andere kosten ten behoeve van een Arbo-wettelijk geschikte thuiswerkplek. Blz. 1, Declareren, 1 e alinea, 2 e zin: Op aanwijzing van de heer Van Woensel wordt de zinsnede op de plaats van tewerkstelling en/of op de plaats van de huisvesting geschrapt. Blz. 2, Declareren, 2 e alinea, onder 3: Op aanwijzing van de heer Kropf wordt de zinsnede dagen om redenen van dienst verwijderd. Blz. 2, Declareren, 2 e alinea, onder 4: Eendachtig de eerdere opmerkingen wordt de zinsnede op de huisvestingslocatie of de werklocatie verwijderd. Blz. 2, Declareren, 3 e en 5 e alinea: De heer Schilperoort wijst erop dat deze passages niet met elkaar stroken. Volgens de heer Huisman heeft dit met de eindheffing te maken, die binnen het kalenderjaar gedaan moet worden. Wijzigingen kunnen daarnaast binnen 6 maanden worden uitgevoerd. 5/14

6 De centrales merken op dat mensen in het tweede helft van het jaar ook nog declaraties kunnen doen, waarbij het tevens mogelijk moet zijn om dit (bijvoorbeeld voor december) pas in het daarop volgende kalenderjaar te doen. Partijen besluiten om kalenderjaar te wijzigen in jaar. Blz. 2, Declareren, laatste alinea, laatste zin: De heer Kropf vraagt hoe dit verwerkt en betaald wordt, nu het doorgaans lang duurt. Hij maakt hieruit op dat de soldaten en korporaals in den lande nu genoodzaakt worden om de gemaakte kosten voor te schieten, nu zij doorgaans geen toegang hebben tot DIDO. Hij verwijst naar de toezegging van Defensie uit het vorige verslag ten aanzien van het faciliteren van toegang tot Peoplesoft en DIDO. De heer Schilperoort sluit zich hierbij aan. Volgens de heer Huisman heeft iedereen toegang door de app te downloaden met een eigen of werktelefoon. De heer Kropf wijst erop dat niet iedereen een werktelefoon of een eigen smartphone heeft en ook niet altijd toegang tot een computer of internet bij de werkplek. Zijns inziens zou het overigens niet moeten gaan om gebruik van privémiddelen. Defensie heeft immers toegezegd om dit te faciliteren. Desgevraagd geeft hij aan dat mensen nu een voorschot krijgen, maar dat de administratie hieromtrent vaak achterloopt waardoor men zelf hun eten moet betalen terwijl zij het minst verdienen. De voorzitter geeft aan invulling te hebben gegeven aan de gedane toezegging door de app beschikbaar te stellen. De heer Schilperoort geeft aan dat breder gecommuniceerd moet worden over het bestaan van die app. De voorzitter geeft aan het niet eens te zijn met de invulling van de CCOOP en bij zijn eerder antwoord te blijven. Wel is hij het eens met de ACOP en moet het personeel op deze mogelijkheid worden gewezen. De heer Kropf geeft aan bij de vaststelling van het verslag op dit punt te zullen aanhaken, omdat dit zegt over de betrouwbaarheid van de werkgever, vindt hij. Blz. 2, Implementatie, laatste alinea: De heer Schilperoort kan zich vinden met de aanpak, maar memoreert dat de ACOP in december heeft aangegeven dit te willen monitoren en maatwerk willen toepassen voor werknemers die hiervan een extreme achteruitgang ondervinden. Spreker vraagt of dit nog zal gebeuren. Als dit het geval is, zou spreker met per kwartaal een overzicht willen hebben om te kunnen peilen of die extreme achteruitgang zich daadwerkelijk voordoet, en of maatwerk moet worden toegepast. De voorzitter zegt dit toe. De heer Van Woensel vraagt of hier bedoeld wordt dat de voorschotmaand die men voorafgaande aan de implementatiedatum krijgt, verrekend wordt met de eerstvolgende declaratie na die datum. De voorzitter beaamt dit. De heer Kropf merkt op dat het voorschot doorgaans groter is dan de werkelijke declaratie. In zijn optiek zal de rest van het voorschot dus verspreid moeten worden verrekend. De heer Huisman geeft aan dat het voorschot wordt ingehouden. Desgevraagd vindt hij dat de regeling in september moet ingaan, waardoor het voorschot in het oude stelsel in augustus voor het laats wordt gegeven. Ten slotte meldt hij dat declaratieverzoeken binnen drie dagen worden gestort. Volgens de heer Kropf zullen mensen hierdoor twee keer geraakt worden. In september wordt het voorschot van augustus verrekend, maar nu het voorschot doorgaans hoger is dan de daadwerkelijke declaratie zal het verschil ingehouden worden. Daarnaast worden er in het nieuwe stelsel geen 6/14

7 voorschotten meer gegeven en kunnen declaraties voor september pas in oktober worden gedaan. Dit leidt dus tot een gat in de begroting van het personeel. De heer Van Woensel vraagt naar de mogelijkheid om in september voor het laatst een voorschot te geven. Hoewel dit leidt tot een langere duur van de verrekening uit het oude stelsel, zorgt dit er wel voor dat er geen gaten zullen ontstaan. De voorzitter zegt toe dat er geen gat zal vallen in de maandelijkse vergoeding als gevolg van de implementatie van het nieuwe systeem. Blz. 3, Overgangsrecht, 1 e volzin: Op aanwijzing van de heer Kropf en de heer Van Woensel, wordt deze zin aangepast in: Deze militair krijgt dan toch de aanspraak op huisvesting op grond van de RVHM 2018 als voldeed hij wel aan voornoemde criteria. Blz. 3, Overgangsrecht : De heer Schilperoort vraagt zich af of de ingangsdatum niet de daadwerkelijke implementatiedatum zou moeten worden, nu mensen in 2018 mogelijk nog langs de lijn van het oude systeem huisvesting hebben genoten. Spreker wil voorkomen dat na de invoering van de nieuwe regeling wordt gezegd dat mensen oneigenlijk huisvesting hebben genoten op basis van de oude regelingen, en daarom hun oude aanspraken verliezen. De voorzitter geeft aan dat dit gelijk zal worden getrokken met de daadwerkelijke implementatiedatum (1 september 2018). Blz. 3, Communicatie : Op aanwijzing van de heer Kropf wordt hier een verwijzing gemaakt naar de beschikbaarheid van de app. De voorzitter is het hiermee eens. Algemeen: De heer Schilperoort mist hier een en ander over legering. Hij wil hier spoedig over praten, nu hij hierin grote en diverse problemen ziet. De voorzitter zegt dit toe, nu Defensie deze wens deelt. De heer Kropf deelt dit beeld. Hij heeft gesignaleerd dat zelfs jonge, nieuwe militairen slecht gelegerd zijn. Ten aanzien van art. 5 herhaalt de heer Kropf zijn eerdere standpunt dat Defensie moet voorzien in vervoer van de werkplek naar de legering, zeker gelet op de eerdere discussie over daadwerkelijk gebruik van OV. Als men genoodzaakt is om eigen vervoer te gebruiken, kan hier geen sprake zijn van een eigen bijdrage voor woon-werkverkeer, omdat Defensie hen verplicht te reizen tussen legering en de werkplek. Na enige discussie, stemt de voorzitter in met het voorstel om de eigen bijdrage bij het dagelijks reizen tussen de plaats van tewerkstelling en legering te schrappen. Daarnaast zal hier de verwijzing worden gemaakt dat mensen die benadeeld worden omdat zij op basis van de afspraken met het OV moeten om voor huisvesting in aanmerking te komen, een verzoek kunnen richten aan de bijzondere commissie als zij niet op de plaats van tewerkstelling gelegerd kunnen worden. De centrales stemmen hiermee in. Ten aanzien van art. 9 blijft de heer Kropf van mening dat men een horecavergoeding moet kunnen declareren, als mensen niet op een defensielocatie kunnen eten als gevolg van de keuze van huisvesting. In art. 12 leest de heer Kropf dat DIDO bepalend is voor declaraties, terwijl hier de vorige keer andere toezeggingen over zijn gedaan die in de uitvoeringsregels zouden landen. Dit is echter niet gebeurd. 7/14

8 De voorzitter herkent dit de afspraken zoals ze zijn verwoord in het vorige verslag. Sociale partners komen gezamenlijk tot een regeling, die conform door DIDO wordt gefaciliteerd. Hij stelt voor om op te nemen dat DIDO de regeling ondersteunt. De heer Kropf memoreert aan de hand van het verslag, eerder te hebben aangegeven dat mensen die gehuisvest zijn op een niet-standaard defensielocatie of op een defensielocatie waar geen cateringfaciliteiten aanwezig zijn, een horecavergoeding moet kunnen declareren. Hierover zou een en ander worden opgenomen in de uitvoeringsregeling, maar dat lijkt niet te zijn gebeurd. Spreker wil weten hoe hiermee om zijn gegaan. De voorzitter geeft aan dat hier in algemene zin zal worden opgenomen dat wanneer iemand in een positie gebracht worden waarin in alle billijkheid en redelijkheid de kosten hoger zijn dan bedoeld, wordt er maatwerk toegepast langs de lijn van de commissie. De heer Van Hulsen vindt dat er teveel dingen belegd worden bij commissies, wat doet lijken alsof sociale partners niet meer tot collectieve afspraken durven te komen. Spreker begrijpt waarom het in dit geval wordt toegezegd maar stelt voor om als dit in de toekomst nodig blijkt, dit binnen de regeling te faciliteren. De voorzitter is het hiermee eens. De heer Schilperoort kan zich hier ook in vinden, gelet op zijn eerdere opmerking over monitoren. Op verzoek van de heer Kropf, bevestigt de voorzitter zijn eerder gedane opmerking ten aanzien van de aanvulling van dit artikel. Blz. 3, vervolg: Desgevraagd door de heer Schilperoort, geeft de voorzitter na enige discussie aan dat er nog geen burgerregeling is ten aanzien van huisvesting en voeding, en tot dat moment blijft de huidige situatie waarin burgers als zijnde militair aangemerkt worden voor huisvesting en voeding, gehandhaafd. Vervolg: De voorzitter stelt voor om de uitvoeringsregeling zo spoedig mogelijk aan te passen, zodat dit vandaag kan worden afgetikt. Enige discussie ontstaat over de eindtijd van deze vergadering, nu deze eerder juist van naar uur was verschoven. Het AC, de ACOP en de CMHF kunnen nu ook tot uur, de CCOOOP geeft aan andere dingen te hebben gepland gelet op de wijziging, maar kan nu verlengen tot uur. PAUZE Na een bespreking van een agendapunt ten aanzien van een andere werkgroep, volgt: Vervolg agendapunt 3: Eigen huishouding. De heer Vink benoemt de lijst met wijzigingsafspraken: Blz. 1, Aanspraak op huisvesting: In de vierde zin zal het woord echter worden verwijderd en aan de laatste regel zal worden toegevoegd achter mogelijke reistijd Op basis van de individuele werkroosters. Blz. 1, Daadwerkelijk gebruik: Hier vervalt de zin dit betekent dat de voeding wordt genuttigd op werkdagen waar de militairen op de plaats van tewerkstelling of van de huisvesting is" en in de zin erna wordt toegevoegd achter voor de dag of het dagdeel in beginsel. Daarnaast is opgenomen geen spraak dit moet zijn geen aanspraak. 8/14

9 Blz. 1, Declareren: In de eerste alinea zal worden geschrapt op de plaats van tewerkstelling en op het verplaatsen van de huisvesting. Daarnaast zal tussen de eerste en tweede alinea, Voor de uitvoering van de uitvoeringsrichtlijn RVAM 2018 ondersteunt die door de bedrijfsvoering voor het indienen van een declaratie. Blz. 2, Opsomming 1 t/m 6: Bij punt 3 het zinsdeel om redenen van dienst schrappen. Bij punt 4 achter zal achter genuttigd een puntkomma volgen en de tekst erna wordt geschrapt. Blz. 2, 5 e alinea: Hier wordt binnen een kalenderjaar gewijzigd binnen een jaar. Blz. 2, Implementatie: Voor de implementatie geldt dat voor deze maanden een tegemoetkoming voedingskosten, met de salarisbetaling van de betreffende maand, zal worden uitbetaald op grond van een voorlopige inschatting. In de zin erna wordt opgenomen dit betekent dat er in augustus 2018 nog een voorschot verstrekt wordt voor de maand september 2018 welke verrekend wordt met de declaratie over de maand september Na enige discussie zegt de voorzitter toe om eveneens de zin Er zal zolang een voorschot gegeven worden zodat na implementatie van 1 september er geen gat zal ontstaan op te nemen. Vanuit de zijde van Defensie wordt aangegeven dat er maatregelen getroffen worden om de overgang van voorschot naar de declaratiesystematiek te verzachten. Ten aanzien van dit onderwerp, moet er in totaal één maand terug betaald worden vanwege de vakantiemaand, omdat er een voorschot is betaald maar geen voeding is genoten. Blz. 3 bovenaan: Hier is opgenomen bij de aanspraak op huisvesting op grond van de RVAM 2018 met een datum van 1 januari 2018 dit moet zijn 1 september Blz. 3, Communicatie: Hier wordt toegevoegd worden uitgebreid geïnformeerd. Blz. 3, tussen Communicatie en Vervolg: Hier zal een nieuw item worden toegevoegd ten aanzien van de bijzondere commissie. De volgende zin wordt hieraan toegevoegd. De medewerker die naar aanleiding van deze uitvoeringregeling meent onevenredig te zijn benadeeld als gevolg van keuzes in het arbeidsvoorwaarden akkoord kan een verzoek tot maatwerk hiertoe indienen bij de begeleidingscommissie AVR poort Overige punten: De voorzitter merkt voorts op dat rekening houdend met het feit dat in voorkomend geval bij de reiskosten geen eigen bijdrage geldt en daarnaast dient eer gesproken te worden over legeringsnorm als mensen tussen wal en schip terecht komen. Spreker geeft aan dat er een tekst wordt gemaakt die gedeeld wordt met de centrales. Partijen besluiten om deze wijzigingen met een piepbrief af te tikken. [Noot: deze brief is aangeboden met kenmerk AP/ ] Na discussie hieromtrent, wordt de vergadering geschorst. SCHORSING Na een bespreking van enige agendapunten ten aanzien van een andere werkgroep, volgt: Agendapunt 8: Noodhulp Irma en aanpassingen in regelgeving (AFR/ ). Gezien het tijdstip blijft dit punt onbesproken. 9/14

10 Agendapunt 9: Rondvraag en sluiting: Rondvraag: Naar aanleiding van een aantal vragen ten aanzien van de WG AP, wordt besloten om punten die onbesproken zijn gebleven te agenderen voor een vergadering op korte termijn, waarbij gelet op de urgentie de lijn van een gecombineerde vergadering doorgezet mag worden. Een andere optie om ten aanzien van een aantal van deze onderwerpen een aangepaste brief aan te bieden die nog betere duiding geeft aan de gemaakte afspraken, zodat behandeling wellicht niet meer nodig wordt. De heer Van Woensel vraagt of de voorzitter nu daadwerkelijk voor het laatst in deze rol aanwezig is. De voorzitter neemt aan dat dit het geval is. Namens de centrales, dankt de heer Van Woensel hem voor de samenwerking en hoopt op een meer informele wijze om afscheid te nemen. De voorzitter geeft aan dat de centrales hiertoe nog een uitnodiging zullen krijgen. Sluiting: Na enige discussie ten aanzien van een andere werkgroep, sluit de voorzitter de vergadering om uur. 10/14

11 Actiepunten n.a.v. de AFR van 6 maart 2018 Nr. Onderwerp Actie Stand van zaken 1 Nummerplaten Duitsland AFR , ap. 7 De structurele oplossing wordt vervat in een brief en besproken in de AFR AFR , ap. 2 Defensie beziet of eerder beloofde brief is verzonden AFR , ap. 2 AFR , ap. 2 AFR , ap. 2 AFR , ap. 2 AFR , ap. 2 Agendering voor AFR van 3 april Voornemen wijziging VBD wijzigen tijdvak toelage Defensie stuurt een nieuwe piepbrief toe, waarin enkel de toelichting wordt aangepast. buitenland AFR , ap 4 3 Aanpassing BDD en RDD AFR , ap. 1, #1 De wijzigingen van het BDD en RDD worden z.s.m. gepubliceerd in het Stb./Stcrt. conform brief van 1 maart 2016 (SOD/ ) 4 Regeling huisvesting en Regeling en concept uitvoeringsbepalingen worden AP/ voeding militairen 2017 AFR , ap. 1, #2 geagendeerd voor de AFR van 3 april Verslaglegging van de AFR en dienstverlening CAOP De voorzitter plant z.s.m. een overleg met de directeur CAOP in bijzijn van dhr. Kropf AFR , ap. 1, #3 6 Rechtspositie DSI De voorzitter plant z.s.m. een technisch werkverband AFR , ap. 1, #4 7 Verslag 30 jan AFR , ap. 2, 5 De voorzitter zendt tekstvoorstellen toe voor het verslag van 8 dec. en van 18 dec Verslag 30 jan AFR , ap. 2, #6 Na toezending van tekstvoorstellen voor het verslag van 8 dec. en van 18 dec. 2017, wordt het verslag van 30 jan geagendeerd voor def. vaststelling 9 Wijziging AMAR/BARD i.v.m. Agendering voor technisch werkverband van 15 mei 2018 wijz. ATW AFR , ap.2, #7 10 Werkkostenregeling AFR , ap. 2, #8 Defensie informeert de centrales naar de oplossing ten aanzien van het feit dat de mensen die binnen de 70 km van de plaats van tewerkstelling wonen geen nabetaling krijgen. Agendering voor AFR van 3 april 2018 ter bespreking van de stavaza 11 Vergoeding dienstreizen, brug- en tolgelden Defensie stuurt een brief toe te bespreking in de AFR van 3 april 2018 AFR , ap. 2, #9 12 Gew. regelgeving rond de huurplafondproblematiek De voorzitter stuurt een brief toe ter bespreking in de AFR van 3 april 2018 AFR , ap. 2, #10 13 Voorraadagenda AFR , ap. 2, #11 Defensie stuurt aan de secr. een voorraadagenda toe om op te nemen bij het verslag 14 Vaar- en oefentoelage en bijzondere inzet Bespreking van brief van 9 aug (SOD/ ) 11/14

12 AFR , ap. 2, #12 15 Uitbreiding van het cafetariamodel AFR , ap. 2, # uur privé verblijf ter plaatse AFR , ap. 2, #14 17 VVHO i.r.t. de noodhulp in de CARIB AFR , ap. 4, #15 18 Invoering Roostermanagementtool AFR , ap. 5, #16 19 Aanpassing regeling VVHO AFR , ap. 6, #17 20 Vaar- en oefentoelage en bijzondere inzet AFR , ap. 7, #18 21 Evaluatie I-bundel AFR , ap. 8, #19 22 Rechtspositie DSI AFR , ap. 9, #20 Toezending door centrales van vragen vanuit de achterban Evt. verbetering van de informatie op intranet door Defensie Def. stuurt een brief toe ter behandeling in de AFR van 3 april 2018 Zo spoedig mogelijke planning van een technisch werkverband ter bespreking van de interpretatie en evt. wijz. Van VVHO, VROB en VBD Nadere en duidelijker communicatie van Defensie, ook over verschuiving van invoeringsdatum Agendering voor een technisch werkverband Verschuiving naar een volgend AFR Verschuiving naar een volgend AFR Verschuiving naar een volgend AFR Verschuiving naar een volgend AFR Voorraadagenda AFR Nr Onderwerp Besproken in Actie Stand van zaken 1 Huisvesting en vergoeding voor AFR Def. stuurt een brief over de rekenregels - militaire die geen eigen huishouding voeren 2018, ap. 2 van de Belastingdienst en de toepassing van de gerichte vrijstellingen 2 Werkkostenregeling AFR , ap. 2 Def. stuurt een brief toe over de rekenregels van de Belastingdienst, in combinatie met inzichten over werkkostenregeling - 12/14