Agenda (REO/ )

Transcriptie

1 M. van Tyghem inlichtingen bijlage(n) REO/ briefnummer G.1.33 zaaknummer 20 november 2013 verzenddatum Verslag van de vergadering van de werkgroep Reorganisaties van 7 november 2013 (van tot uur in de Baljuwzaal van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen CAOP - Lange Voorhout 13 te Den Haag). Aanwezig: van de zijde van Defensie: R. Kreeftmeijer (voorzitter), E. Aarts (HDP), J.P. Tack (UBOF), bij agendapunt 3: A.M. van den Assem, H.J. Corporaal (BS); van de zijde van de centrales: L.C. van der Hulst (CCOOP), M.C.G. Klaassen, S.H. Springer (ACOP), L.H. Schipper, J.A.F. Stassen (AC), P.J.G. van Sprang (CMHF); van het secretariaat: M. van Tyghem. Agenda (REO/ ) 1. Opening en mededelingen. 2. Verslag en actiepuntenlijst van de vergadering van 5 september 2013 (REO/ ). 3. Aangepast VRP Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) (REO/ bijlage). 4. Rondvraag en sluiting.

2 Agendapunt 1: Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering. Hij deelt mee dat mevrouw Mol, de vertegenwoordiger van de coördinerend projectleider van Defensie, is verhinderd. Agendapunt 2: Verslag en actiepuntenlijst van de vergadering van 5 september 2013 (REO/ ) Tekstueel Het verslag wordt vastgesteld. Opmerkingen n.a.v. Blz. 2 Desgevraagd door de centrales geeft de voorzitter aan dat het met de gezondheidstoestand van de heer Dekker heel wat beter gaat. Het zal waarschijnlijk echter nog wat tijd kosten voordat de heer Dekker volledig hersteld is. Blz. 4 - Herinrichting Museaal Bestel Defensie De heer Stassen informeert naar de stand van zaken. De voorzitter antwoordt dat hier een notitie over op komst is. Actiepuntenlijst 1. VRP DTD Actiepunt aanhouden. 2. VRP EGB Actiepunt aanhouden. 3. VRP TGB Actiepunt aanhouden. 4. CEB-functionaliteit De heer Aarts merkt op dat de reorganisatie Herinrichting Personeelslogistiek CLAS is afgerond. De actiepunten gingen over het inregelen van de hardware en de informatieverstrekking aan het personeel door de medewerkers van de Compagnie, Eskadron, Batterij (CEB)-administratie, de toekomstige medewerkers Ondersteuning Beheer & Bedrijfsvoering (Ost B&B). Dat zijn zaken die horen bij de procesbewaking. Actiepunt afvoeren. 5. F 100 Motorenonderhoud Actiepunt aanhouden. 6. Aanvullende maatregelen vertraging reorganisaties Daar zal een discussie over worden gevoerd in de werkgroep AP. Actiepunt afvoeren. 7. Synchronisatie Staven De betreffende reorganisaties zijn afgerond. Actiepunt afvoeren. 2/8

3 8. VRP MLA Dit punt staat op de agenda. 9. DRP n De afspraak om DRP n digitaal aan de centrales aan te bieden wordt intern Defensie nogmaals onder de aandacht gebracht. Het hoofd Uitvoeringsbedrijf Organisatie & Formatie (UBOF) ziet hierop toe. Actiepunt afvoeren. 10. Convenant voorlopige OR t.b.v. het RVB De heer Aarts meldt dat er diverse gesprekken over de voorlopige OR van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) hebben plaatsgevonden. Dit project wordt nu volgens de normale procedures opgelopen. Actiepunt afvoeren. De heer Stassen verzoekt Defensie om het voortaan aan te kondigen als ze dergelijke convenanten met het Rijk gaat afsluiten. De centrales zijn hier nu per toeval achter moeten komen. De heer Schipper wijst op artikel 2a van het BMD. Daar staat duidelijk dat over het vrijstellen van onderdelen van de werking van het BMD overleg moet plaatsvinden met de centrales. Dat hoort de SG te weten. Algemeen De heer Springer stelt voor dat Defensie voortaan bij ieder actiepunt aangeeft wanneer ze het punt denkt afgehandeld te hebben. Dan hoeven partijen niet meer in iedere vergadering alle punten door te nemen. Agendapunt 3: Aangepast VRP Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) (REO/ ) De voorzitter merkt op dat dat het VRP MLA eerder is besproken in het overleg van 13 juni De centrales hadden toen op twee punten aanmerkingen: het toezicht op de DASH-8 vliegtuigen en het toepassen van de beleidsfactor op de functie D-MLA. Naar aanleiding van deze aanmerkingen is het VRP herzien. De projectleider, de heer Corporaal, geeft een toelichting. Toezicht kustwacht Carib De heer Corporaal zegt dat de opmerking van de centrales dat ze bij het toezicht op de kustwacht in de Carib de DASH-8 vliegtuigen misten, terecht was. Op bladzijde 23 is nu een passage toegevoegd met een beschrijving van hoe het toezicht op de DASH-8 vliegtuigen op dit moment is geregeld. Intussen is de DMO druk bezig om, samen met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), te proberen de vliegtuigen die nu in Canada geregistreerd staan, in het Nederlands Luchtvaartregister opgenomen te krijgen. Daar zijn onderhandelingen over aan de gang. Als het zover is, dan zullen de MLA en de ILT kijken hoe zij het toezicht op deze vliegtuigen en op deze operatie zullen verdelen. Rangniveau directeur De heer Corporaal merkt op dat de tijd is genomen om naar een goede oplossing te zoeken. Uiteindelijk is besloten om recht te doen aan transitiecode 1 en de rang van de directeur MLA op commodore te houden. Dat is in het plan verwerkt. 3/8

4 VRP Militaire Luchtvaart Autoriteit (REO/ bijlage 1) De heer Corporaal zegt bij het nalezen van het voorliggende plan nog een aantal onvolkomenheden te hebben aangetroffen. Blz. 27 hfst Kleur functies: huidige bezetting versus nieuwe formatie Daar is een verkeerde tabel opgenomen. De NF is hier niet relevant. Het gaat om de verdeling naar kleur pak van zowel de nieuwe formatie als de huidige bezetting. De juiste tabel wordt ter vergadering uitgereikt. Blz. 31 Bijlage A Functievergelijkingstabel De rang van de functie hoofd SKJZ (KM) is niet Kolonel (Kol), maar Kapitein ter zee (KTZ). Blz. 32 Bijlage B Formatiegegevens De datum 17 oktober 2013 moet zijn 26 maart 2014 ; dat is volgens de aangepaste planning het omklapmoment. Blz. 36 Bijlage C - Aanhangsel C1- Orgaanbeschrijvingen MLA E. Kwantitatieve Gegevens - Kwalitatieve/kwantitatieve formatie Daar staat: De reorganisatie bestaat na de organisatie in 2013 uit 33 VTE n, waarvan 3 VTE n exogeen worden gefinancierd. Dat is niet juist. Er is geen sprake meer van exogene financiering. De 3 VTE n zitten gewoon in de formatie. Blz Bijlage C - Aanhangsel C1 - Orgaanbeschrijvingen SKJZ - E. Kwantitatieve Gegevens - Kwalitatieve/kwantitatieve formatie Het Hoofd SKJZ is van de KM en heeft als rang KTZ. Blz. 64 Bijlage F Formatieoverzicht Daar staat bij Hoofd SKJZ de rang KLTZ; dat moet zijn KTZ. Opmerkingen en vragen van de zijde van de centrales. De heer Van der Hulst ziet op bladzijde 19 onder het kopje - Directeur (D-MLA)- de zin staan: De Directeur wordt administratief ondersteund door een directiesecretaresse. In de FVT krijgt deze functie echter transitiecode 4. Wordt de D-MLA nu ondersteund door een directiesecretaresse of niet? De heer Corporaal antwoordt dat de D-MLA niet wordt ondersteund door een directiesecretaresse. De laatste zin onder het kopje - Directeur (D-ML) - moet dus worden geschrapt. De D-MLA wordt ook niet ondersteund door een secretaresse uit de pool van secretaresses bij de BS. De heer Stassen merkt op dat de centrales al eerder hebben aangegeven dat ze zich zorgen maken over de veiligheid als het gaat om het Nederlands toezicht aan de kust van het Caribisch gebied. Ze hebben er ook al eerder op gewezen dat in het contract dat in 2006 is getekend staat dat de twee DASH-8 vliegtuigen die daar opereren Nederlands geregistreerd zouden worden. Het doet spreker genoegen dat nu een poging wordt gedaan om invulling te geven aan dit contract. Spreker vraagt zich wel af in hoeverre deze Nederlandse registratie gevolgen heeft voor het voorliggende VRP. De formatie in dit plan is gebaseerd op de huidige taakverdeling. Als deze vliegtuigen Nederlands geregistreerd worden, dan brengt dat extra werklast met zich mee. Hoe gaat men dit oppakken? De heer Corporaal zegt dat bezien zal worden of dit te combineren valt met het toezicht op de helikopters. Zo ja, dan wil men, voor de duur van het contract met de fa FB Heliservices Ltd, een 4/8

5 extra positie laten financieren. Daarvoor zal het contract met de fa FB Heliservices Ltd moeten worden herzien. Desgevraagd door de heer Van der Hulst bevestigt de heer Corporaal dat de plaatsvervangend directeur van de kustwacht stakeholder is als het gaat over vliegveiligheid. Elk luchtvaartbedrijf heeft een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het veilig opereren en de veiligheid van de vliegtuigen. Dat is echter een andere vorm van toezicht en verantwoordelijkheid dan van de toezichthouder en de regelgever. Hoe de verdeling van de verantwoordelijkheden straks wordt als de vliegtuigen Nederlands geregistreerd zijn, is nog onderwerp van overleg. De ILT heeft echter al laten weten dat zij het operationele toezicht op de DASH-8 vliegtuigen bij de MLA wil neerleggen. De ILT zal dan alleen toezicht houden op de luchtwaardigheid van de vliegtuigen. Alhoewel dat buiten het bestek valt van dit VRP, verzoekt de heer Stassen om ook de veiligheid van de helikopters goed in de gaten te houden. Hij krijgt signalen vanuit de West dat de bezetting van de helikopters niet is afgestemd op de taken die daar verricht moeten worden. De heer Corporaal antwoordt dat de MLA daarop let. Er worden regelmatig audits afgelegd. De MLA heeft de organisatie ook nog maar een beperkte goedkeuring gegeven, voor een deel van het takenpakket. Bij het geven van de goedkeuring wordt onder meer gekeken naar de capaciteit en de getraindheid van de bemanning. De heer Van Sprang begrijpt dat over de exogene financiering van 3 VTE n geen overeenstemming kon worden bereikt. Om welke functies ging dit? Betaalt Defensie die 3 VTE n nu zelf? De heer Corporaal legt uit dat het gaat om drie VTE n bij de afdeling Luchthavens en Luchtruim: het plaatsvervangend hoofd van de afdeling, de senior beleidsmedewerker Luchtruim en de senior beleidsmedewerker Natuur. Omdat dit functies zijn die ook ten goede komen aan de civiele luchtvaart, wilde Defensie deze functies aanvankelijk laten bekostigen door het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M). Daar zijn langdurige gesprekken over gevoerd, maar uiteindelijk bleek het Ministerie van I&M daar niet toe bereid. Defensie betaalt deze drie VTE n nu zelf. De heer Klaassen vraagt of de consequentie dan niet moet zijn dat Defensie haar diensten op dit gebied staakt. De heer Corporaal antwoordt dat dit niet kan. Het gaat om drie beleidsfuncties op het gebied van het luchtruimbeheer boven Nederland. Daar hebben zowel Defensie als I&M belang bij. Daarom is jaren geleden ook met I&M overeengekomen om een nationale beleidscel op te richten, waar zowel defensiespecialisten als I&M-beleidsmedewerkers zitting in hebben. De heer Stassen merkt op dat de centrales al jarenlang pleiten voor een Nederlandse registratie van de DASH-8 vliegtuigen. Als daar invulling aan wordt gegeven, dan willen ze graag weten hoe dit in de organisatie verwerkt gaat worden. De voorzitter zegt toe dat, als de Nederlandse registratie van de DASH-8 vliegtuigen is afgerond, de centrales geïnformeerd zullen worden, zowel over de wijze waarop de registratie is verlopen als over het vervolgtraject. De heer Corporaal geeft aan dat ook het personeel hier uitgebreid over zal worden geïnformeerd, ook het personeel van de kustwacht. De heer Stassen mist in de aangeboden stukken het advies van de medezeggenschap. De heer Corporaal verwijst naar de aanbieding van de vorige versie van het VRP (REO/ ). Daar zat het positieve advies bij van de DMC BS. Daar is niets aan veranderd. Dit advies zal ook gevoegd zijn bij het DRP. 5/8

6 Partijen stellen vast dat, met inachtneming van de wijzigingen die in deze vergadering zijn afgesproken, het voorliggende VRP Militaire Luchtvaartautoriteit, kan worden vastgesteld als DRP. Agendapunt 4: Rondvraag en sluiting Rijksbrede medezeggenschap voor Defensie De heer Springer refereert aan een nota van de SG van 15 oktober 2013 aan de voorzitter en de leden van de CMC. Deze nota gaat over mogelijke varianten voor rijksbrede medezeggenschap voor Defensie. Waarom is deze nota niet ook naar de sectorcommissie Defensie gestuurd? De heer Schipper wijst nogmaals op artikel 2a van het BMD. Daarin staat duidelijk dat de minister kan bepalen dat een onderdeel wordt vrijgesteld van de werking van het BMD, na overleg met de sectorcommissie Defensie. Dat laatste lijkt men bij Defensie vergeten te zijn. Er wordt aan allerlei tafels over rijksbrede medezeggenschap gesproken zonder de centrales hierbij te betrekken. Net als bij de DVD gaat het ook hier weer over een document waar de handtekening van de SG onder staat. Spreker maakt zich daar zorgen over. De SG hoort te weten dat, als hij op dat vlak wat afspreekt, dit in overleg met de centrales moet gebeuren. De voorzitter noemt de opmerking van de centrales terecht. Hij neemt dit punt mee. Transitiecapaciteit PersoneelsLogistiek CLAS De heer Springer merkt op dat de afspraak was dat er bij P&O van het CLAS extra capaciteit zou zijn voor de transitie. De centrales krijgen echter signalen dat er geen geld is, ook niet voor inhuur. Wat betekent dit voor de transitiecapaciteit? Is die nog op volle sterkte of is dit een lege dop? De voorzitter antwoordt dat die transitiecapaciteit zeker geen lege dop is. De behoeftestelling is echter herijkt, nadat men had vastgesteld dat het bedrag dat men initieel voor deze extra capaciteit dacht nodig te hebben meer dan verdubbeld was. Dat kwam doordat er ook aanvragen in zaten tot eind 2014 en ter compensatie van zwangerschap. Met de directeuren P&O is toen afgesproken dat ze initieel capaciteit zouden vragen tot en met het eerste kwartaal van Mocht het nodig zijn, dan kan op dat moment weer een verlengingsperiode worden afgesproken. Alle directeuren P&O hebben dat gedaan en nu worden de middelen beschikbaar gesteld om die herijkte behoeftestelling door te laten gaan. Beleidsvoornemen EODD onderbrengen bij OOCL (REO/ ) De heer Springer vraagt waarom het onderbrengen van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) bij het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL) zoveel haast heeft. Het beleidsvoornemen is nog maar net uit, maar de onderbrenging moet per 1 januari 2014 gerealiseerd zijn. In het beleidsvoornemen staat bij de randvoorwaarden voor de reorganisatie dat de organisatie en de formatie van de EODD niet zullen wijzigen als gevolg van de onderbrenging bij het OOCL. Volgens spreker klopt dat niet. Er zal in elk geval iets veranderen voor de commandant van de EODD, want die wordt onder-commandant. De heer Schipper merkt op dat er wel vaker discussies zijn geweest over ontvlechtingen, het lock, stock and barrel overbrengen van onderdelen en degelijke. Daarbij hebben de centrales steeds het standpunt ingenomen dat de URD moest worden gevolgd. Dat is in dit geval niet anders. Er ligt nu een beleidsvoornemen. Dat schrijft de URD ook voor, maar nu moet ook het vervolg van het traject conform de URD verlopen. Gezien het beleidsvoornemen betwijfelt spreker of dat zal gebeuren. De voorzitter zegt toe daar naar te zullen kijken. 6/8

7 Adviseur werkgroep REO De heer Aarts deelt mee dat dit de laatste vergadering waarbij hij aanwezig was als adviseur. Hij krijgt een andere functie bij de HDP. Vaste adviseur van de werkgroep REO wordt de heer Van de Hoef. De voorzitter en de centrales danken de heer Aarts voor zijn jarenlange inzet voor de werkgroep REO. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering. 7/8

8 Actiepuntenlijst bij het verslag van het overleg d.d. 7 november 2013 Nr. Onderwerp Korte omschrijving actie Vindplaats Actienemer 1. Herinrichting Museaal Bestel Defensie nota aanbieden met stand van zaken blz. 2 agpt. 2 HDP 2. VRP DTD opnieuw agenderen z.s.m. na behandeling voorzieningenniveau in werkgroep AP 3. VRP EGB opnieuw agenderen z.s.m. na behandeling voorzieningenniveau in werkgroep AP 4. VRP TGB opnieuw agenderen z.s.m. na behandeling voorzieningenniveau in werkgroep AP blz. 2 agpt. 2 blz. 2 agpt. 2 blz. 2 agpt. 2 HDP HDP HDP 5. F 100 Motorenonderhoud bespreken in vergadering REO in aanwezigheid van DMO en CLSK: - beleidsvoornemen reorganisatie F 100 Motorenonderhoud (indien gereed) - evaluatierapport PPS F 100 (REO/ ) blz. 2 agpt. 2 HDP 6. VRP MLA centrales informeren over Nederlandse registratie DASH-8 vliegtuigen blz. 5 agpt. 3 HDP/MLA 7. Rijksbrede medezeggenschap SG wijzen op art. 2a van BMD blz. 6 agpt. 4 HDP 8. BV EODD bij OOCL nagaan of vervolg traject conform URD verloopt blz. 6 agpt. 4 HDP 8/8