^'vrr^t^ HOLLAND ZUID

Transcriptie

1 5 -minuten versie voor Provinciale Staten ^'vrr^t^ HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit &Milieu Registratienummer PZH (DOS ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 14 mei 2013 Portefeuillehouder Bondt. IGM. de Verzenddatum 2 2 MEI Paraaf Provincieseprwans Geheim Nee Termijn Onderwerp Nieuwe Westelijke Oeververbinding: Inpassingsvisie Blankenburgtunnel Bijlagen Concept Regionale Inpassingsvisie Blankenburgverbinding Voorstel van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht 1. Onderwerp in kort bestek De Nieuwe Westelijke Oeververbinding is een uitvloeisel van de MIRT Verkenning Rotterdam Vooruit. In december 2011 heeft de Minister van l&m (conform het regionaal bestuurlijk advies van december 2011 welke is onderschreven door Gedeputeerde Staten PZH ) gekozen voor de Blankenburgtunnel, variant Krabbeplas-west. Op 20 december jl. is de Tweede Kamer akkoord gegaan met de Blankenburglunnel, variant Krabbeplas-west, met tolheffing. Door een motie van het Tweede Kamerlid Kuiken (PvdA) is 25 min. beschikbaar (uit tolopbrengsten) voor extra (bovenwettelijke) inpassingsmaatregelen en maatregelen voor de verbetering van natuur en recreatie. De Minister van l&m heeft de portefeuillehouder Verkeer van de stadsregio Rotterdam (mevr. Baljeu) gevraagd om een regionaal proces te organiseren om te komen tot een Inpassingsvisie voor de Blankenburgtunnel inclusief een bestedingsvoorstel voor de 25 min (Motie Kuiken). De provincie neemt deel als belanghebbende met betrekking tot landschap, natuur en recreatie. De Minister vena/acht medio juni een Inpassingsvisie met bestedingsvoorstel. De afgelopen periode is door de regio een concept Inpassingsvisie opgesteld. Omdat de projectscope wat betreft leefkwaliteitsaspecten nog erg globaal is, is de Inpassingsvisie dat ook. De Regionale Inpassingsvisie (zie bijlage) is een globale opsomming van inpassingselementen met daarbij een inschatting wat tot de scope behoort en wat in aanmerking zou kunnen komen voor de 25 min (bovenwettelijke maatregelen). Dit is nog geen bestedingsvoorstel. In het regionaal bestuurlijk overleg' is aangegeven dat een bestedingsvoorstel zoals de Minister heeft gevraagd nu nog niet haalbaar is. Dit vanwege de onduidelijkheid over wat precies wettelijk Het Regionaal Bestuuriijk Overleg Inpassing Blankenburgverbinding bestaat uit; stadsregio Rotterdam provincie Zuid-Holland gemeente Rotterdam (inclusief deelgemeente Rozenburg) en Vlaardingen waterschap Hollandse Delta en Hoogtieemraadschap van Delfland 1/5

2 p^^^^'j^^ HOLLAND tot het project hoort en wat in aanmerking zou kunnen komen voor de extra 25 min. De gedetailleerdere invulling van maatregelen in het kader van de 25 min. zal worden vastgelegd in een nog op te stellen Regionaal Kwaliteitsprogramma, deze zal gelijke tred houden met de planuitwerking van het project zelf. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Volgt uit Nationale beleidskaders Nota Mobiliteit, Nota Ruimte en de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en past binnen de provinciale beleidskaders van de Provinciale Structuurvisie en het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan. De aanleg is een verantwoordelijkheid van hel Rijk. b. Relatie andere interne beleidsterreinen De inpassingsvisie NWO heeft een sterke relatie met Natuur, Recreatie, Landschap, Erfgoed en Ruimte. c. Relatie externe partijen Voor de inpassingsvisie (brief aan Minister) is de stadsregio Rotterdam trekker en zijn naast provincie ook de gemeente Vlaardingen, gemeente Rotterdam en deelgemeente Rozenburg. Hoogheemraadschap van Delfland en Waterschap Hollandse Delta betrokken. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Het besluitvormingsproces rondom de NWO is een uitvloeisel van de MIRT Verkenning Rotterdam Vooruit. Met het oog op het oplossen van de bereikbaarheidsproblemen in de regio Rotterdam is begin 2009 de Verkenning 'Regio Rotterdam en haven: duurzaam bereikbaar' of kortweg 'Rotterdam Vooruit' gestart. In deze verkenning hebben de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM. de stadsregio Rotterdam, de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland gezamenlijk onderzocht wat nodig is om de Rotterdamse regio bereikbaar te maken en te houden. In het najaar van 2009 heeft de MIRT verkenning Rotterdam het masterplan Rotterdam Vooruit opgeleverd. In dit masterplan is geconstateerd dat de hoofdproblemen op de ruit Rotterdam, na realisatie van de Al3/16, A4 Midden-Delfland en het project Al 5 Maasvlakle/Vaanplein. de Beneluxtunnel en de Brienenoordcorridor zijn. Voor wat betreft de Beneluxcorridor is geconcludeerd dat een NWO noodzakelijk is. In december 2011 heeft de Minister van l&m (conform het regionaal bestuurlijk advies van december 2011 welke is onderschreven door GS) gekozen voorde Blankenburgtunnel, variant Krabbeplas-west. Daarbij heeft zij extra geld beschikbaar gesteld voor een verdiepte aansluiting 2/5

3 ''^xtxi^ HOLLAND ZUID op de A20 ( 50 mln ). Na het debat in de Tweede kamer van april 2012 heeft de Minister ingestemd met het overkappen (Aalkeettunnel) van de verdiepte ligging tussen de Zuidbuurt en de spoorlijn (600 m, 80 min.). Vervolgens is het Kabinet gevallen en is het project controversieel verklaard. Na de verkiezingen is de Blankenburgtunnel expliciet opgenomen in het regeerakkoord. Op 20 december jl. is de Kamer akkoord gegaan met de Blankenburgtunnel, variant Krabbeplas-west. met tolheffing. Door een motie van het Tweede Kameriid Kuiken (PvdA) is 25 min. beschikbaar (uit tolopbrengsten) voor extra inpassingsmaatregelen en maatregelen voor de verbetering van natuur en recreatie. Rol Staten Er is geen formele rol voor PS in dit proces. PS worden daarbij wel geïnformeerd vanuit de actieve informatieplicht. b. Waar staan we nu? De fase van visie/strategiebepaling De Minister wil de gevraagde Inpassingsvisie meenemen als onderdeel van de Rijksstructuurvisie (vaststelling na de zomer). Dit is de formele afronding van de verkenningsfase. De ontwerp- Rijksstructuurvisie is van 3 april t/m 14 mei ter visie gelegd. GS hebben hier formeel een zienswijze op ingediend en deze zienswijze heeft dezelfde inzet als de inpassingsvisie. Na vaststelling van de Rijksstructuurvisie wordt het project verder uitgewerkt (inclusief gedetailleerde onderzoeken naar inpassing) tot een Tracébesluit (eind 2015). De definitieve inpassing zal i.k.v. dit Tracébesluit worden vastgelegd in een inpassingsovereenkomst. De Inpassingsvisie richt zich op de nu gekozen Blankenburgtunnel variant Krabbeplas-West. Uitgangspunt hiervoor is hel eerder vastgestelde regionaal bestuuriijk advies (december 2011) waarin voor de voorkeursvarianl Krabbeplas-West diverse onderdelen van de inpassing en compensatie zijn benoemd. Omdat de projectscope wat betreft leefkwaliteitsaspecten nog erg globaal is. is de Inpassingsvisie dat ook. De concept Regionale Inpassingsvisie (zie bijlage) is een globale opsomming van inpassingselementen met daarbij een inschatting wat mogelijk tot de scope behoort en wat in aanmerking zou kunnen komen voor de 25 min (bovenwettelijke maatregelen). Dit is nog geen bestedingsvoorstel. Uitgangspunt voor de provincie is dat compensatie van natuur, water, bos en herstel bestaande verbindingen wettelijk verplicht is voor de veroorzaker (Rijk). De compensatie van natuur (Rietputten EHS en Weidevogelgebied PSV) is belangrijk voor de provincie, dit behoort tot de scope van het project (en is ook zo opgenomen) en dient niet gefinancierd te worden uit de 25 min. Daarnaast zijn reeds onderdelen opgenomen in het project vanuit wettelijk oogpunt (herstel bestaande recreatieve routestructuren en andere verbindingen) en vanuit het Regionaal Bestuuriijk advies uit 2011 (verdiepte ligging/overkluizing tussen Spooriijn en Zuidbuurt en verdiepte aansluiting op de A20). Als mogelijk bovenwettelijke maatregelen zijn o.a. benoemd inpassing van de tunnelmond in het Oeverbos. natuurontwikkeling (bovenop natuurcompensatie) en verbetering van huidige recreatiegebieden (bereikbaarheid en beleving).

4 p^^'uid HOLLAND Met betrekking tot het gevraagde bestedingsvoorstel is door de regio geconstateerd dat dit nog niet haalbaar is. De tijd is te beperkt en het is nog niet duidelijk wat precies tot het project hoort en wat in aanmerking zou kunnen komen voor de extra 25 min. Er is een duidelijk spanningsveld tussen de wettelijke (compensatie)maatregelen en bovenwettelijke maatregelen. Gestreefd wordt naar een optimale afstemming van de Inpassingsvisie en de wettelijk verplichte maatregelen, zodat gezamenlijk een maximaal resultaat geboekt wordt. De gedetailleerdere invulling van maatregelen in het kader van de 25 min. zal worden vastgelegd in een nog op te stellen Regionaal Kwaliteitsprogramma, deze zal gelijke tred houden met de planuitwerking van het project zelf. Figuur 1: Overizchtskaart Blankenburgtracé c. Vervolgprocedure Op 13 juni zal de Inpassingsvisie in een regionaal bestuuriijk overieg worden vastgesteld waama deze openbaar wordt gemaakt en verzonden aan de Minister van l&m. Het Regionaal Kwaliteitsprogramma (uitwerking van concrete inpassingsmaatregelen) en een bestedingsvoorstel voor de invulling van de 25 min. zal daarbij gelijke tred houden met de planuitwerking (scope). De definitieve inpassing wordt uiteindelijk in het kader van het Tracébesluit definitief vastgelegd in een inpassingsovereenkomst. Na afronding van de structuurvisie (afsluiting verkenningsfase) zal het project verder gaan met de planuitwerkingsfase. Met betrekking tot de Structuurvisie en het Tracébesluit zijn de volgende mijlpalen bekend: 4/5

5 'ZU"ID"^^^^^ - Rijksstructuurvisie vaststellen najaar Tracébesluit incl inpassingsovereenkomst eind Openstelling tracé Financiële aspecten (dekking en risico's) Op dit moment zijn er geen financiële gevolgen, financiering geschiedt door het Rijk: er is geen provinciaal geld gemoeid met dit Rijksproject. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon M. Weers Kamer A 152