' ZUID HOLLAND ^S""" "" * """"

Transcriptie

1 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DBl Afdeling Beheerstrategie Registratienummer ' ZUID HOLLAND ^S""" "" * """" Datum vergadenng C3edepuieerde Staten Verzenddatum y / N[JV 7011 Geheir S novennber 2011 Nee Ponefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris Termijn Bondt, IGM, de /,.^^ Niet van toepassing Onderwerp Wijziging Vaarwegenverordening Zuid-Holland i.v.m. nieuw ligplaatsenbeleid Bijlagen Nota van wijziging n.a.v, consultatieronde ligplaatsenbeleid, inclusief samenvatting ontv^^rp nota Ligplaatsen beieid Ontwerpvoorstel wijziging Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2011 Ontwerpvoorstel Beleidsregel ontheffingen en vrijstellingen ligplaatsen Voorstel van GS aan PS: Kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatievoorziening 1. Onderwerp in kort bestek De nota Ligplaatsenbeleid provinciale vaanwegen Zuid-Holland "Ruimte voor ambities" (verder: nota Ligplaatsenbeleid) voorziet in nieuw ligplaatsenbeleid voor de provinciale vaarwegen. De nota Ligplaatsenbeleid is een uitwerking van de in de beleidsnota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart 2006 neergelegde ambitie van Gedeputeerde Staten tot eenduidiger, herkenbaarder en beter handhaafbaar beleid. Het voorgestelde beleid doet recht aan een vlotte en veilige doorstroming van het goederenvervoer over water en biedt voldoende ruimte waar dit kan voor wonen en recreëren op het water. De kem van het beleid is een algemeen ligplaatsenverbod, behalve bij openbare ligplaatsen (waaronder bijvoorbeeld wachtplaatsen). Van het verbod kan onder voonwaarden een ontheffing (voor een specifiek geval) of vrijstelling (voor een groep gevallen) worden verleend. Ligplaatsen dienen in beginsel te liggen op nautisch veilige plaatsen. De uitgangspunten daarbij zijn dat ze dienen te liggen buiten de vaarstrook en met inachtneming van de veiligheidstrook (5 meter langs de vaarstrook) en buiten veiligheidzones van gevarenpunten, zoals bij bruggen, sluizen, bochten, kruisingen etc. De nota Ligplaatsenbeleid geeft weer welk beleid de provincie voorstaat. In dit voorstel wordt een toelichting gegeven over het, naar aanleiding van consultatie van betrokken overheden en belangenorganisaties, gewijzigde ontwerp van de nota Ligplaatsenbeleid en het traject tot vaststelling van de definitieve nota. 1/6

2 p^ "^"j^^ HOLLAND Het ligplaatsenbeleid wordt verankerd in juridische regels. Het gaat ln de eerste plaats over het voorstel tot wijziging van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland. Deze verordening bevat ge- en verboden gericht op derden. De artikelen over ligplaats innemen worden gewijzigd in lijn met het nieuwe beleid. In de tweede plaats gaat het om het voorstel tot een nieuwe Beleidsregel ontheffingen en vrijstellingen ligplaatsen. De beleidsregel beschrijft wanneer de provincie een ontheffing of vrijstelling kan verienen van het algeheel ligplaatsverbod, dan wel van het verbod tot het plaatsen van (ligplaats)voorzieningen. De te hanteren vaarstrookbreedtes voor de provinciale vaarwegen maken hiervan onderdeel uit. De 'Nota innemen vaste ligplaatsen recreatievaartuigen en woonschepen' uit 1984 die gehanteerd werd als beleidsregel en niet meer actueel is, wordt ingetrokken. Dit wordt gedaan met de inweritingtreding van de nieuwe beleidsregel, doordat intrekking van de nota uit 1984 daarin is geregeld. Bestaande ontheffingen die op grond van het nieuwe beleid eigenlijk niet wenselijk zijn, worden in beginsel gerespecteerd: het gaat om ontheffingen op naam die stand houden. Er wordt dus niet actief ingegrepen. Wanneer een nieuw persoon voor dezelfde - ongewenste - locatie een nieuwe aanvraag indient, wordt deze niet meer verieend. Nieuwe aanvragen worden beoordeeld op grond van het nieuwe beleid. Een uitzondering op dit passief uitfaseren zal worden gemaakt voor drie woonschepen die ofwel onder een brug ofwel (bijna) direct tegen een brug liggen. De ontheffingen ten aanzien hiervan worden actief ingetrokken, vanwege het potentiële gevaar dat brand of explosie het kunstwerit (bruggen in dit geval) kunnen schaden. Het gaat hier dus om een maatregel ter bescherming van kunstwerken. Met de eigenaren wordt gezocht naar een oplossing. Op den duur verdwijnen op basis van de door GS vastgestelde vaa rstrookafmeti ngen 41 ligplaatsen voor woonschepen (van het totaal van 112 woonschepen) en ca. 150 ligplaatsen voor recreatievaartuigen aan particuliere oevers. Van de 41 woonschepen worden er 3 actief gesaneerd. De gevolgen voor met name betrokken woon sch I pei genaren kunnen aanzienlijk zijn. De uitvoering van het passief uitfaseren wordt op vaarwegtrajecten uitgesteld als de binnenvaart ter plaatse gering is en niet duidelijk is of de binnenvaart zal toenemen. Indien een toename niet meer wordt venwacht zal de provincie de vaarstrookbreedte in die gevallen plaatselijk beperken ten gunste van ligplaatsnemers. Op de vaarweg tussen Voorschoten en Katwijk (vaanvegtraject 3) is de binnenvaart zeer gering (ca. 3 schepen per dag). De ontwikkeling van het watergebonden bedrijventerrein 't Heen in Katwijk is te onzeker om een uitfaseren nu al te kunnen rechtvaardigen. Daarom geven Gedeputeerde Staten op deze vaarweg geen prioriteit aan de uitvoering van het passief uitfaseren. Provincie zal met gemeente Katwijk overieg voeren over de termijn waarin zicht komt 2/6

3 p^^^^j^^ HOLLAND op de uitvoerbaarheid van haar plannen. Dit betekent dat 31 van de 41 woonschepen die op den duur moeten verdwijnen voorlopig geen gevolgen ondervinden van het voorgestelde beleid. De vaanweg tussen Alphen aan den Rijn en de grens met provincie Utrecht, met name vanaf Zwammerdam wordt nog nauwelijks gebruikt. De binnenvaart zal daar ook niet toenemen. Ontmoetingen van maatgevende schepen komen niet voor. Daarom is de vaarstrookbreedte zo vastgesteld dat de woonboten, die in dat deel van de vaarweg zijn gelegen, niet onder het uitsterf beleid vallen. Bovenstaande houdt dat, in belang van vlotte en veilige doorstroming van het goederenvervoer over water, op korte termijn 7 woonschepen te maken krijgen met de passieve uitfasering en 3 woonschepen met de actieve sanering. Daarnaast vallen ca. 150 recreatieschepen bij particuliere woningen onder de passieve uitfasering. Er blijft voldoende ruimte waar dit kan voor wonen en recreëren op het water. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader In de Beleidsnota Vaarwegen en Scheepvaart 2006 zijn de provinciale ambities voor de provinciale vaanwegen vastgelegd. In deze nota is een nieuw ligplaatsenbeleid op basis van een algemeen ligplaatsverbod aangekondigd. Het huidige vaanwegenbeleid is in juridische zin verankerd in de Vaarwegenverordening Zuid-Holland. Voor uitvoering van het huidige ligplaatsenbeleid geldt de Nota Vaste Ligplaatsen Recreatievaartuigen en woonschepen uit Dit wordt nu gewijzigd. b. Relatie andere interne beleidsterreinen De provinciale vaarwegen maken zijn van belang voor het vervoer over water en een duurzame ontwikkeling van de mobiliteit van Zuid-Holland. Tevens maken de vaarwegen onderdeel uit van het Basistoervaartnet in Nederiand en zijn toeristisch-recreatief van belang, bijvoorbeeld op de Staande Mastroute, maar ook als recreatief verbindingswater, het rondje Zuid-Holland. c. Relatie externe partijen Het ligplaatsenbeleid voor de provinciale vaarwegen vormt kaders voor (eventueel) ligplaatsenbeleid van betrokken gemeenten. Gemeenten en provincie hebben ieder eigen verantwoordelijkheden en belangen. Daarom is afstemming van belang. 3/6

4 p^v";;! HOLLAND ZUID 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis De beleidsnota Vaanvegen en Scheepvaart 2006 is vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 20 juni 2006 en besproken in de commissie Mobiliteit, Kennis en Economie. In deze beleidsnota is een nieuw ligplaatsenbeleid aangekondigd. Als uitwerking van het nieuwe ligplaatsenbeleid is een nota Ligplaatsenbeleid opgesteld. Een (voor-)ontwerp van hiervan is op 21 september 2010 door Gedeputeerde Staten vastgesteld om vervolgens ter consultatie aan betrokken overheden en belangenorganisaties voor te leggen. Provinciale Staten zijn hierover gemformeerd. De consultaties (waaronder door gesprekken) hebben geleid tot een aantal aanpassingen van de ontwerpnota. De bijgevoegde Nota van wijziging ontwerp ligplaatsenbeleid licht dit toe. In dat document is ook een samenvatting van het (gewijzigde) ontwerp van de nota opgenomen. De belangrijkste wijzigingen zijn: o dat ligplaatsen voor woonschepen die liggen buiten vaarstrook, veiligheidsstrook en veiligheidszone gerespecteerd zullen worden. Het beleid is dus niet meer gericht op het per definitie schonen van alle trajecten van alle woonschepen. o De uitvoering van de passieve uitfasering wordt uitgesteld op vaanwegtrajecten waar de binnenvaart ter plaatse gering is en de ontwikkelingen van de binnenvaart onzeker zijn. Indien de ontwikkelingen uitblijven, zal de provincie de vaarstrookbreedte waar nodig plaatselijk beperken ten gunste van huidige llgplaatsnemers. o De provincie benadrukte voorheen "varend erfgoed" niet als aparte categorie aan te merken. Nu is neergelegd dat de provincie zal meewerken aan ligplaatsen bestemd voor uitsluitend "varend erfgoed schepen" op plaatsen waar dit nautisch mogelijk is en in overieg met gemeenten. o Een aanta! paragrafen is toegevoegd om relaties met andere beleidsterreinen en betrokken overheden toe te lichten. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsuitwerking Op 1 november 2011 hebben Gedeputeerde Staten een aantal ontwerpbesluiten vastgesteld, die ter kennisneming aan Provinciale Staten vooriiggen: o een gewijzigd ontwerp van de nota Ligplaatsenbeleid (alleen samenvatting is toegevoegd aan de Nota van wijzing ontwerp ligplaatsenbeleid). im

5 p^^'uid HOLLAND o o Het gaat om het, naar aanleiding van de consultatieronde, gewijzigde ontwerp van de nota Ligplaatsenbeleid, waarin de ambities van en het beleid dat de provincie voorstaat uiteen worden gezet. Een ontwerp-verordening tot wijziging van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland. De Vaarwegen verordening Zuid-Holland moet worden gewijzigd, zodat hierin het algemeen ligplaatsen verbod wordt geregeld. Een ontwerp-beleidsregel omtrent ligplaatsen. De oude beleidsregel wordt ingetrokken en een nieuwe vastgesteld, zodat duidelijk ls wanneer de provincie ontheffingen of vrijstellingen verieent. Tevens zijn hierin de te hanteren minimale vaarstrookbreedtes voor de provinciale vaarwegen opgenomen. c. Vervolgprocedure Zoals voorgenomen door Gedeputeerde Staten wordt het nu gewijzigde ontwerp van de nota Ligplaatsenbeleid onderworpen aan de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), gelijktijdig met de (ontwerp)besluiten tot vaststelling van de regels (verordening en beleidsregel) die de juridische basis voor het beleid zullen vormen. Inspraak wordt belangrijk gevonden ln het kader van communicatie, afstemming en draagvlak. Betrokken eigenaren van een drijvende woning en eigenaren van oevers met een ligplaats voor een drijvende woning stellen wij afzonderiijk per brief op de hoogte van de voorgenomen wijzigingen in het beleid en de mogelijke gevolgen in hun situatie. Het gewijzigde ontwerp van de nota Ligplaatsenbeleid, het voorstel tot wijziging van de vaarwegen verordening en de beleidsregel worden voor 6 weken ter openbare inzage gelegd. Belanghebbenden hebben gedurende die periode te mogelijkheid op de stukken te reageren. Ook Provinciale Staten hebben de mogelijkheid over ons voornemen van gedachten te wisselen. Vervolgens besluiten Gedeputeerde Staten tot vaststelling van de nota Ligplaatsenbeleid en tot een nieuwe beleidsregel over ontheffingen en vrijstellingen voor ligplaatsen. Provinciale Staten nemen het besluit tot wijziging van de vaanwegenverordening. Belanghebbenden waarvoor het beleid mogelijk consequenties kan hebben worden geïnformeerd over het gewijzigde beleid. Na vaststelling staat er geen beroep open tegen de verordening en beleidsregel (Artikel 8.2 Algemene wet bestuursrecht). Beroep staat wél open tegen Individuele besluiten die worden genomen op grond van het vastgestelde ligplaatsenbeleid. 5/6

6 p^^"'"'!^ HOLLAND In Schema is de vervolgprocedure: GS steiien vast ontwerp: ligplaatsenbeleid, verordening en beleidsregel 8 novemt>er 2011 Inspraak 6 weken ter inzage (ma 5 december maandag 16 januari 2012) GS stellen vast: nota ligplaatsenbeleid en beleidsregels PS stellen vast: vaarwegenverordening 13 maart april 2012 Bekendmaking en inwerkingtreding De datum van inwerkingtreding is de dag na bekendmaking. Verwachting: medio mei Financiële aspecten (dekking en risico's) De provincie dient rekening te houden met financiële consequenties wanneer het opheffen van ongewenste ligplaatsen aan de orde is: Voor illegale woonschepen, recreatieve vaartuigen of andere vaartuigen gaat het puur om de (reguliere) handhavingskosten. Voor legale woonschepen waarvoor aan nieuwe bewoners geen nieuwe ontheffing op naam meer wordt verieend {passief uitsterfbeleid) wordt de kans op het moeten vergoeden van nadeelcompensatie gering geacht. Verieende ontheffingen zijn op naam gesteld en in juridisch opzicht eindig; er mag juridisch niet van worden uitgegaan dat een nieuwe eigenaar ook een ontheffing krijgt. Alleen wanneer de provincie vanwege zwaanwegende redenen besluit om een ontheffing toch actief in te trekken, is nadeelcompensatie waarschijnlijk. De kosten voor de uitvoering van het ligplaatsenbeleid worden geraamd op 600,000 met een onzekerheidsmarge van 50%. Deze kosten worden gedekt binnen het MPI programma vaanwegen. Deze kosten worden geraamd voor het actief saneren van de woonboten die onder bruggen liggen. Dit nodig om schade aan de bruggen door een eventuele brand of explosie op de woonboten te beperken. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar J.A. van Wensveen Telefoon Kamer H3.11 6/6