INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT HAAGSE SKYLINE

Transcriptie

1 INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT HAAGSE SKYLINE Leerlijn Beeldend Thema Onze Stad Groep 7 en 8 22 mei 2017

2 Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Beeldend Thema Onze Stad Groep 7 en 8 22 mei 2017 Dit document wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op voor de nieuwste versie. Informatie voor de leerkracht is opgesteld ter verduidelijking van en aanvulling op de bijbehorende projectbeschrijving. Met beide documenten kunt u zelf uw lessen voorbereiden. Het project kan worden uitgevoerd in maximaal 68 lesuren van 45 minuten. Leerdoelen In hoofdstuk 3 vindt u de leerdoelen. Gezien de vakoverstijgende opzet van dit project, kunt u een aantal van deze doelen ook gebruiken bij het registreren van doelen bij andere leergebieden. Elementen binnen dit project die in andere leergebieden aan de orde komen, kunt u ook terugvinden in hoofdstuk 10 (Nederlandse taal) en in hoofdstuk 11 (Gerelateerde leergebieden). Benodigdheden In hoofdstuk 5 vindt u een lijst met benodigdheden die u kunt gebruiken bij het uitvoeren van dit project. In deze lijst kunt u materialen tegenkomen die niet in de projectbeschrijving staan. Deze extra materialen zijn opgenomen zodat u een keuze kunt maken uit meerdere mogelijkheden. Naast de lijst met benodigdheden vindt u een lijst met bronnen die overeenkomen met de genoemde bronnen in de projectbeschrijving. Didactische werkvormen Bij de beschrijvingen van de didactische werkvormen in hoofdstuk 6 kunt u werkvormen tegenkomen die niet letterlijk terug te vinden zijn in de projectbeschrijving. Ook hier zijn deze extra werkvormen opgenomen zodat u een keuze kunt maken voor de uitvoering van uw lessen. 2

3 Inhoudsopgave 1. Korte beschrijving van het project Leerinhouden Leerdoelen ste eeuwse competenties Benodigdheden Didactische werkvormen Projectplanning Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Kunstenaar in de klas Nederlandse taal in het project Gerelateerde leergebieden Bronnen Tijdlijn Beoordelen Promotie Van de Haagse collega s Ouderbetrokkenheid Bijlagen

4 1. Korte beschrijving van het project Het thema van dit project binnen de discipline Beeldend is Onze Stad. Onder de titel HAAGSE SKYLINE ontdekken de leerlingen de architectuur in Den Haag. De nadruk ligt op de highlights en de Haagse skyline. Welke beroemde gebouwen van bekende architecten kent Den Haag? Hoe maak ik een kubuspresentatie of muurkrant? Wat is een skyline? Hoe maak ik een silhouet? Hoe toon ik de functie van een gebouw in een silhouet? Hoe werk ik een silhouet uit tot een ruimtelijk bouwwerk? Deelopdracht 1: Highlights in Den Haag In deelopdracht 1 onderzoeken de leerlingen een aantal beroemde gebouwen van bekende architecten in Den Haag. Aan de hand van opgestelde onderzoeksvragen bestuderen ze in groepjes een gebouw. Op basis van deze studie ontwerpen de leerlingen een kubuspresentatie of muurkrant. De presentatie bevat een foto van het onderzochte gebouw, de formele gegevens, functie, kenmerken, relatie met andere bouwwerken en de omgeving en hun eigen mening. Ze knippen, plakken en tekenen. Deelopdracht 2: Skyline In deelopdracht 2 gaan de leerlingen onderzoeken wat het begrip skyline betekent. Ze diepen het begrip uit en bestuderen afbeeldingen van heden en verleden. Aan de hand van deze studie kiezen ze een prominent gebouw met een markant silhouet en maken ze dit na. Hierbij wordt gelet op afmetingen en schaal. De leerlingen tekenen, knippen en snijden. Deelopdracht 3: The sky is the limit In deelopdracht 3 staat de Haagse skyline van de toekomst centraal. De leerlingen onderzoeken een aantal belangrijke aspecten waaraan een gebouw moet voldoen. Ze onderzoeken hoe een gebouw zich onderscheidt ten opzichte van andere gebouwen. Vervolgens ontwerpen en maken de leerlingen een silhouet van een gebouw dat ze willen toevoegen aan de bestaande Haagse skyline. Ten slotte maken de leerlingen aan de hand van een schets in perspectief een ruimtelijk schaalmodel. In deze deelopdracht ontdekken en ervaren leerlingen dat onderscheid, relatie met de omgeving, functie en vorm zeer bepalende begrippen zijn voor de zeggingskracht van een gebouw. Leefwereld leerling Alle kinderen die naar school gaan in Den Haag groeien op met Den Haag als basis. Zij ervaren dat Den Haag heel veel bijzondere, beroemde gebouwen en een opvallende skyline heeft. Professionele kunst Een bezoek aan een museum geeft een kind de mogelijkheid om professionele kunstwerken in het echt te zien. Bovendien ervaart de leerling hoe leuk een museumbezoek kan zijn. Een bezoek aan een architectenbureau toont een kind hoe en waar een gebouw tot stand komt en een architect (in de klas) kan laten zien en vertellen op welke manier de architectuur een rol speelt in zijn leven. Maatschappelijke relevantie/context Het is belangrijk dat kinderen ervaren dat Den Haag heel veel verschillende architectuur kent. Zo leren kinderen begrijpen dat architecten in Den Haag bijdragen aan de invulling van de bebouwde ruimte en daarmee de visuele kwaliteit van de leefomgeving verbeteren. Architecten zorgen voor verbindingen tussen plekken, gebouwen en mensen en dragen bij aan de zintuiglijke beleving van Den Haag. 4

5 2. Leerinhouden Inrichting en herinrichting, infrastructuur, ruimtelijke ordening en vormgeving, functiebepaling, ontwikkeltraject, beeldende aspecten, formele gegevens, stijl, opinie vormen en onderbouwen, verhaal bedenken en vertellen, skyline, contour en contrast, silhouet, relatie heden en verleden, rangschikken en samenstellen, onderscheiden, zeggingskracht, perspectief, detaillering, standpunt, bijnamen. 3. Leerdoelen Kennisdoelen De leerling: maakt kennis met bekende gebouwen en architecten in Den Haag (zie 1. Introductie, 2.2. Oriëntatie, 3.1., 4.1. Onderzoek); ontdekt in een gesprek met een architect wat er komt kijken bij de totstandkoming van een nieuw gebouw (zie 1. Introductie); maakt kennis met het begrip stedenbouw en leert welke rol een architect speelt binnen stedenbouw (zie 1. Introductie); onderzoekt het begrip skyline op basis van letterlijke betekenis, contour/silhouet, licht/donker, associatief, vroeger/ nu, stad/platteland, cultuur/natuur (zie 4.1. Onderzoek); kent de basale beginselen van het perspectieftekenen, zoals verdwijnpunt en horizon (zie 5.2. Uitvoeren); ontdekt het verschil tussen plat werk (silhouet, skyline) en ruimtelijk werk (schaalmodellen) en de effecten hiervan (zie 5.3. Presenteren). Vaardigheidsdoelen De leerling: kent gebruikte materialen en gereedschappen (algemeen); kan zijn ideeën vormgeven in beeldend werk en vertellen over wat hij wil maken (algemeen); geeft met hulp van de leerkracht betekenis aan beelden door waarnemen, benoemen, praten (beschouwen) en verhalen verzinnen (algemeen); kan binnen de context van het thema spelenderwijs materialen, technieken en beeldaspecten (kleur, vorm, compositie, ruimte, textuur) verkennen (algemeen); benoemt verschillen en overeenkomsten tussen eigen bouwkundig werk en bestaande bouwkundige werken (algemeen); bouwt architectonische objecten en de ruimte eromheen met de al aanwezige materialen in de klas (zie 1. Introductie); bedenkt interviewvragen voor een architect die een bijdrage leveren aan het onderzoeksproces (zie 1. Introductie, 2. Oriëntatie); maakt foto s van en/of tekent Haagse gebouwen tijdens de stadswandeling (zie 2. Oriëntatie); doet onderzoek naar bekende gebouwen in Den Haag aan de hand van functie, relatie tussen interieur en exterieur, bouwperiode, locatie, bouwstijl en kenmerken (zie 2. Oriëntatie); maakt een kubuspresentatie van de onderzochte gebouwen uit de oriënterende fase met gebruik van verschillende materialen en technieken (zie 3.2. Uitvoeren); maakt een muurkrant over de onderzochte gebouwen uit de oriënterende fase met gebruik van verschillende materialen en technieken (zie 3.2. Uitvoeren); verzint in een groepje een spannend verhaal bij een Haags gebouw uit de oriënterende fase (3.2. Uitvoeren); presenteert de muurkrant, kubus en/of het verzonnen verhaal aan zijn klasgenootje (zie 3.3. Presenteren); maakt op schaal een silhouet van een gebouw uit de Haagse skyline, met aandacht voor kenmerkende vormen en details (zie 4.1. Onderzoek); 5

6 stelt een skyline samen van de gemaakte silhouetten (zie 4.3. Presenteren); presenteert de gezamenlijke skyline door te exposeren, fotograferen en/of filmen (zie 4.3. Presenteren); maakt snelle silhouetschetsen van een aantal zelfverzonnen gebouwen die opvallend en onderscheidend zijn ten opzichte van gemaakte silhouetten in deelopdracht 4 en bedenkt bijnamen (zie 5.1. Onderzoek); werkt een schets uit op schaal en in perspectief (zie 5.2. Uitvoeren); werkt de perspectieftekening uit tot een ruimtelijk model van diverse materialen en technieken (zie 5.2. Uitvoeren); bedenkt en maakt een naambord bij zijn schaalmodel (zie 5.3. Presenteren); ontwerpt een nieuwe stad met gemaakte schaalmodellen (zie 5.3. Presenteren). Houdingsdoelen De leerling: kijkt met aandacht naar voorbeelden uit de beeldende kunst en naar werk van medeleerlingen (algemeen); stelt zich met alle zintuigen open voor beeldende vormgeving en beeldende kunst binnen een thema of onderwerp dat aansluit bij zijn belevingswereld, in binnen en buitenschoolse activiteiten (algemeen); kan zich bij het experimenteren laten leiden door een manipulerende en onderzoekende houding (algemeen); is trots op zijn resultaten, zowel oriënterend en onderzoekend als uitvoerend (algemeen); heeft een betrokken houding (algemeen); heeft een nieuwsgierige en onderzoekende houding (algemeen); kijkt met aandacht naar voorbeelden van architectuur en werk van medeleerlingen (algemeen); luistert met aandacht naar ideeën van medeleerlingen (algemeen); neemt actief deel aan de diverse gesprekken gedurende het project (algemeen) ste eeuwse competenties Creativiteit een ondernemende en onderzoekende houding denken buiten de gebaande paden en nieuwe samenhangen zien creatieve technieken kennen en hanteren risico s durven nemen en fouten zien als leermogelijkheden Kritisch denken informatie interpreteren, analyseren en synthetiseren betekenisvolle vragen stellen openstaan voor alternatieve standpunten kritisch reflecteren op het eigen leerproces Communiceren doelgericht informatie uitwisselen communicatieve situaties en technieken hanteren inzicht hebben in de mogelijkheden die ICT biedt om effectief te communiceren Samenwerken onderhandelen en afspraken maken effectief communiceren 6

7 rollen (h)erkennen hulp kunnen vragen, bieden en ontvangen onderhandelen en afspraken maken functioneren in heterogene groepen Probleemoplossend denken en handelen problemen signaleren, analyseren, definiëren strategieën kennen en hanteren om met onbekende problemen om te gaan oplossingsstrategieën genereren, analyseren en selecteren Sociale en culturele vaardigheden constructief communiceren in verschillende sociale situaties met respect voor andere visies, uitingen en gedragingen eigen gevoelens herkennen en gekanaliseerd en constructief uiten inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen tonen 5. Benodigdheden Algemeen fototoestel filmcamera computer (kleuren)printer digibord Introductie computergestuurd programma om op afstand video te bellen, bijvoorbeeld Skype diverse meubels en andere objecten waar de leerlingen mee mogen bouwen Oriëntatie zie bronnen Deelopdracht 1 kleurenkopieën van bekende Haagse gebouwen om uit te knippen (zie 2. Oriëntatie) kartonnen dozen (voor kubussen) postervellen of grote vellen gekleurd karton (voor muurkrant) zachte kleurpotloden grijze tekenpotloden houtskool stiften pastelkrijt zachte wascokrijtjes (Pandakrijt) lijm voor papier: behangerslijm in een pot met deksel en lijmkwast scharen oude tijdschriften om uit te knippen divers scrapmateriaal ( schrijfgerei opnamemateriaal voor het verhaal Deelopdracht 2 zie bronnen zwart karton op A3 of A2formaat 7

8 scharen kleine breekmesjes met stop blokjes hout of steuntjes wol, touw of katoen ijzerdraad nietmachine houtlijm grote kaart of plattegrond van Den Haag waarop getekend en geschreven mag worden (eventueel zelf maken op een groot stuk karton) Deelopdracht 3 A4 tekenpapier A3 tekenpapier (niet te dun) voor o.a. namen schaalmodellen grijze tekenpotloden zachte kleurpotloden houtskool stiften pastelkrijt zachte wascokrijtjes (Pandakrijt) zwart karton op A3 of A2formaat foamkarton of stevig karton sterke lijm in flessen houtlijm schilderstape (voor verbinding karton i.p.v. lijm) kleine tieribs (voor verbinding karton i.p.v. lijm) ijzerdraad (voor verbinding karton i.p.v. lijm) klein kosteloos materiaal voor details schaalmodellen scharen kleine breekmesjes met stop sterke (bouw)lamp groot stuk karton voor ondergrond nieuwe stad 6. Didactische werkvormen Instructie bezoek culturele instelling of atelier van kunstenaar: kennis vergaren (zie 1. Introductie, 4.1. Onderzoek) uitleggen, voordoen, vertellen, laten zien met behulp van diverse media (algemeen) voorbereiding: verzamelen van beeldmateriaal en gegevens van bekende Haagse gebouwen (algemeen) op stap gaan: stadswandeling langs bekende gebouwen (zie 2. Oriëntatie) beschouwen: diverse bekende gebouwen in Den Haag (zie 3.1. Onderzoek) en skyline Den Haag (zie 4.1. Onderzoek) afspraken maken: afmeting en schaal (zie 4.2. Uitvoeren) foto s maken/filmen: gezamenlijke skyline (zie 4.3. Presenteren) projecteren: van ruimtelijke schaalmodellen naar skyline (zie 5.3. Presenteren) thema of onderwerp inzichtelijk maken in de klas (algemeen) presenteren en tentoonstellen: gemaakt werk (3.3., 4.3., 5.3. Presenteren) overeenkomsten/verschillen venndiagram: plat en ruimtelijk werk (zie 5.3. Presenteren) 8

9 filosofische gesprekken (zie 2. Oriëntatie) evaluatiegesprekken (zie 3.4., 4.4., 5.4. Evalueren) kennisquiz (algemeen) Interactie (gesloten) vragen stellen: petje oppetje af (algemeen) open vragen stellen: evaluatie (algemeen) feedback geven: toptiptop, evaluatie (algemeen) vragen stellen: filosofisch gesprek/reflectievragen (algemeen) Wat heb je ontdekt? : uitwisselen met je buurman (zie 3.1., 4.1., 5.1. Onderzoek, 3.4., 4.4., 5.4. Evalueren) zo veel mogelijk antwoorden op een vraag: vragen doorgeven (algemeen) bouwen: architectonische vormen en de ruimte eromheen (zie 1. Introductie) interview: bevragen architect (zie 1. Introductie, 2. Oriëntatie) presenteren: muurkrant, kubus, verhaal (zie 3.3. Presenteren), skyline (zie 4.3. Presenteren) en nieuwe stad van schaalmodellen (zie 5.3. Presenteren) onderzoek: begrip skyline (zie 4.1. Onderzoek) bespreken: de vorm van de gezamenlijke skyline (zie 4.2. Uitvoeren), het gemaakte werk in relatie tot materiaalkeuze, vorm, thema en omgeving (zie 4.3. Presenteren) knippen/plakken/samenstellen: gemaakte silhouetten samenstellen tot één Haagse skyline (zie 4.2. Uitvoeren, 4.3. Presenteren) lokaliseren: bouwwerken verbinden aan plattegrond (zie 4.3. Presenteren) bespreken/opnieuw samenstellen/fotograferen: diverse opstellingen schaalmodellen (zie 5.3. Presenteren) wandeling op schaal : beschrijf/maak een wandeling door de nieuwe stad (zie 5.3. Presenteren). Opdrachtvormen tekenen/ter plekke: natekenen van gebouwen tijdens de stadswandeling (zie 2. Oriëntatie) maken/collage: kubuspresentatie of muurkrant (zie 3.2. Uitvoeren) tekenen/naar werkelijkheid: realistisch natekenen van de contouren van een Haags gebouw naar aanleiding van beeldmateriaal (zie 4.2. Uitvoeren) tekenen/schetsen: snelle schetsen silhouet (zie 5.1. Onderzoek) tekenen/perspectief: perspectieftekening t.b.v. ruimtelijk schaalmodel (zie 5.2. Uitvoeren) driedimensionaal (ruimtelijk) vormgeven: schaalmodel perspectieftekening (zie 5.2. Uitvoeren) Samenwerkingsvormen verhaal: schrijft of neemt geluidsmateriaal op van een spannend verhaal bij een Haags gebouw (zie 3.2. Uitvoeren) samenstellen/presenteren: nieuwe stad van gemaakte gebouwen (zie 5.3. Presenteren) tentoonstellen, ordenen en presenteren van kunstwerken (zie 3.3., 4.3., 5.3. Presenteren) tekenen/schrijven: zelf een plattegrond van Den Haag maken (zie 5.3. Presenteren) Spelvormen toneelspelen/dramatiseren: vertellen/afspelen van een spannend verhaal (zie 3.3. Presenteren) quiz: bijnamen gebouwen (zie 5.3. Presenteren) 9

10 7. Projectplanning Introductie project: Filosofisch gesprek: Deelopdracht 1 : Deelopdracht 2: Deelopdracht 3: min. (afhankelijk van bezoek museum of architectenbureau) 30 min min min min. 8. Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Bij de uitvoering van het project is een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling van grote meerwaarde. Bij elk project is een wisselend aanbod van culturele activiteiten beschikbaar. Raadpleeg de website van CultuurSchakel voor het actuele aanbod of laat u informeren door de culturele instellingen. Bij dit project raden wij u aan om een museumactiviteit te kiezen die gericht is op architectuur gerelateerd aan stedenbouw. In de pilot is gewerkt met de museumles Bouw het mooiste museum van Gemeentemuseum Den Haag. 9. Kunstenaar in de klas Bij de uitvoering van het project kan een kunstenaar betrokken worden. Raadpleeg hiervoor de website van CultuurSchakel. Specifiek voor dit project willen wij u aanbevelen om een van de volgende type kunstenaars uit te nodigen in de klas: een architect, interieurarchitect, stadsplanoloog, stadsfotograaf, stadstekenaar, landschapsschilder, beeldhouwer, omgevingskunstenaar, installatiekunstenaar of een kunstenaar die werkt met schaduw. 10. Nederlandse taal in het project Vaktaal Begrippenlijst de expositie het bouwwerk de laagbouw de hoogbouw het karakter de architect het architectenbureau de architectuur de recreatiemogelijkheden de monumentenzorg het architectuurplatform de highlights het interieur het exterieur de bouwstijl de contour het silhouet het contrast (licht/donker) de skyline het perspectief de zijdes het standpunt de stad vs. het platteland cultuur vs. Natuur Nederlandse taal de totstandkoming de stedenbouw de infrastructuur de omgeving de rondwandeling het aandachtspunt de vrije tijd de locatie het element de bijnaam de ambassade de moderniteit het platteland de schaal de afmeting de deurpost het dakterras de associatie modern vs. traditioneel Werkwoorden bevragen reageren inrichten samenstellen aansluiten recreëren opvallen onderbouwen toelichten verkennen projecteren 10

11 11. Gerelateerde leergebieden Taal (woordenschat): leren van nieuwe woorden Taal (spreekvaardigheid): gesprekken voeren, luisteren Taal (schrijfvaardigheid): een spannend verhaal bij een gebouw Techniek: vormfunctiedenken Wereldoriëntatie (geschiedenis): stedenbouw vroeger en nu Wereldoriëntatie (natuur): vormfunctiedenken Wereldoriëntatie (aardrijkskunde): plattegronden Rekenen/wiskunde: meten en meetkunde Drama: rollenspel 12. Bronnen Introductie Het architectuurprogramma van kunstcentrum Stroom Oriëntatie Het architectuurprogramma van kunstcentrum Stroom Monumentenzorg Den Haag Dag van de Architectuur Den Haag Google Maps Zoektermen op Google: Architectenbureau Den Haag Haagse architecten Bekende Haagse gebouwen Beroemde architecten Den Haag Deelopdracht 1 Zoektermen op Google: Highlights architectuur Den Haag Het Binnenhof, Torentje, Ridderzaal De Hoge Raad Amerikaanse ambassade Het Mauritshuis De Grote Kerk hoogbouw rond Centraal Station Station Hollands Spoor Pier Scheveningen Stadhuis Den Haag De gebouwen aan het Spui Het Kurhaus Gemeentemuseum Den Haag Papaverhof Den Haag De Volharding, Grote Marktstraat Den Haag Deelopdracht 2 Zoektermen op Google: Skyline Den Haag Voorbeeld contouren (gebouw) Voorbeeld silhouetten (gebouw) Voorbeeld lichtdonkercontrast Deelopdracht 3 11

12 Zoekterm op YouTube: Perspectieftekenen gebouw Zoekterm op Google: inspiratie bij zelf maken plattegrond: Jan Rothuizen, De zachte atlas van Amsterdam 13. Tijdlijn Prehistorie 50 v. C 3000 v. C. 500 na C Nu 14. Beoordelen Voor het beoordelen van de leerlingprestaties kunt u gebruikmaken van het beoordelingsformulier voor de leerkracht en leerling. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerlingprestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor het gebruik van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De beoordelingsformulieren voor leerkracht en leerling en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u in de bijlagen van dit document. 15. Promotie Fotografeer de werkstukken van de leerlingen en zet deze foto s op de website van uw school. 16. Van de Haagse collega s Licht de leerlingen van tevoren in dat er een architect langskomt in de klas of dat de jullie bij een architectenbureau op bezoek gaat. Licht toe wat het bezoek in zal houden en attendeer de leerlingen erop dat ze vragen mogen stellen aan de architect. Begin tijdig met het verzamelen van het materiaal en schakel eventueel ouders in. Elk materiaal komt in aanmerking. Raadpleeg eventueel ook een scrapwinkel ( 17. Ouderbetrokkenheid Schakel ouders in bij een rondwandeling en bezoeken aan een museum en/of architectenbureaubezoek en nodig hen uit voor de tentoonstelling van deelopdracht Bijlagen Het beoordelingsformulier voor leerkracht en leerling en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u op de volgende pagina s. 12

13 Beoordelingsmodel docent In te vullen door de leerkracht Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: ± nvt 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat de samenhang tussen de verschillende fases in het creatief proces Toelichting: Zeggingskracht Resultaat en Presentatie de zeggingskracht van het werk en de wijze van presenteren Toelichting: Reflectie zinvol mondeling/schriftelijk reflecteren op Oriëntatie, Onderzoek, Resultaat & Presentatie Toelichting: Attitude concentratie, doorzettingsvermogen, inzet, nieuwsgierigheid en samenwerking Toelichting: Tops Het volgende is echt goed gegaan: Tip Wat zou kunnen verbeteren:

14 Beoordelingsmodel leerling In te vullen door de leerling Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: Resultaat en Presentatie Hoe vind je het resultaat en hoe vind je je presentatie ervan? nvt Toelichting: Ik vind het resultaat omdat en de presentatie vind ik omdat Onderzoeken Hoe heb jij je onderzoek aangepakt en in hoeverre is je dat gelukt? nvt Toelichting: Ik heb gekozen voor omdat Reflectie Hoe waren je antwoorden op de reflectievragen? nvt Toelichting: Werkhouding Hoe ging het werken aan je opdracht? nvt Toelichting: Tops en Tips Wat ging erg goed en wat kan beter? Tops: Tips: Extra Is er nog iets wat je wilt opmerken? Wat betekenen de smileys? goed of uitstekend ruim voldoende voldoende nog geen voldoende 14

15 Toelichting op het beoordelingsmodel 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat Hier beoordeelt u de samenhang tussen de verschillende stappen uit het creatief proces. De leerling heeft zich met de groep georiënteerd op het project, o.a. door deelname aan het filosofisch gesprek. De leerling heeft in totaal drie onderzoekjes uitgevoerd. De leerling heeft een product gemaakt of resultaat bereikt. 2. Zeggingskracht Resultaat en Presentatie Hier beoordeelt u de zeggingskracht van het gemaakte product of het bereikte resultaat. De zeggingskracht wordt bepaald door de combinatie van de keuze en toepassing van de: 1. Betekenis: datgene wat het product uitdrukt, dat wat het betekent: het verhaal/de voorstelling. Het gaat om de betekenis die de leerling wil uitdrukken, maar ook om de betekenis die de beschouwer aan het beeld geeft. 2. Vorm: de vormgevingselementen die het resultaat bepalen: ruimte, kleur, textuur, compositie, vorm(soorten), herhaling, contrast, frasering, articulatie, etc. 3. Materiaal en techniek: het gebruik van de materialen, technieken, apparatuur, voorwerpen, attributen, belichting, geluid, kostuums, grime, decorstukken, instrumenten, etc. 3. Reflectie Bij elke stap van het creatief proces komt reflectie aan bod. Dat kan in de vorm van vragen die de leerling mondeling beantwoordt, een gesprekje of een schriftelijk verslag. Ook de zelfbeoordeling van de leerling kunt u hierin meenemen. 4. Attitude Hier beoordeelt u de verschillende aspecten van de werkhouding van de leerling: de concentratie, het doorzettingsvermogen, de inzet, de nieuwsgierigheid en de mate van samenwerking. 5. Tops Er zijn altijd positieve opmerkingen te plaatsen. Noem er twee. 6. Tip Noteer hier een aandachts of verbeterpunt. Dat kan over alle bovenstaande beoordelingspunten gaan. 15