INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT BIJ ONS THUIS

Transcriptie

1 INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT BIJ ONS THUIS Leerlijn Muziek Thema Onze Stad Groep 1 en 2 24 april 2017

2 Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Muziek Thema Onze Stad Groep 1 en 2 24 april 2017 Dit document wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op voor de nieuwste versie. Informatie voor de leerkracht is opgesteld ter verduidelijking van en aanvulling op de bijbehorende projectbeschrijving. Met beide documenten kunt u zelf uw lessen voorbereiden. Het project kan worden uitgevoerd in maximaal 68 lesuren van 45 minuten. Leerdoelen In hoofdstuk 3 vindt u de leerdoelen. Gezien de vakoverstijgende opzet van dit project, kunt u een aantal van deze doelen ook gebruiken bij het registreren van doelen bij andere leergebieden. Elementen binnen dit project die in andere leergebieden aan de orde komen, kunt u ook terugvinden in hoofdstuk 10 (Nederlandse taal) en in hoofdstuk 11 (Gerelateerde leergebieden). Benodigdheden In hoofdstuk 5 vindt u een lijst met benodigdheden die u kunt gebruiken bij het uitvoeren van dit project. In deze lijst kunt u materialen tegenkomen die niet in de projectbeschrijving staan. Deze extra materialen zijn opgenomen zodat u een keuze kunt maken uit meerdere mogelijkheden. Naast de lijst met benodigdheden vindt u een lijst met bronnen die overeenkomen met de genoemde bronnen in de projectbeschrijving. Didactische werkvormen Bij de beschrijvingen van de didactische werkvormen in hoofdstuk 6 kunt u werkvormen tegenkomen die niet letterlijk terug te vinden zijn in de projectbeschrijving. Ook hier zijn deze extra werkvormen opgenomen zodat u een keuze kunt maken voor de uitvoering van uw lessen. 2

3 Inhoudsopgave 1. Korte beschrijving van het project Leerinhouden Leerdoelen ste eeuwse competenties Benodigdheden Didactische werkvormen Projectplanning Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Kunstenaar in de klas Nederlandse taal in het project Gerelateerde leergebieden Bronnen Tijdlijn Beoordelen Promotie Van de Haagse collega s Ouderbetrokkenheid Bijlagen

4 1. Korte beschrijving van het project Het thema van dit project binnen de leerlijn Muziek is Onze Stad. Onder de titel Bij ons thuis gaan leerlingen op ontdekkingstocht vanuit hun eigen huis, met alle geluiden die daarbij horen, naar een denkbeeldig huis in een groot stadsbos. Welke spannende geluiden hoor je in huis? Hoe klinkt jouw deurbel? Welke geluiden hoor je in de stad? Wat zijn harde geluiden? Moeten deze hard zijn? Welke geluiden hoor je in een bos? De leerlingen onderzoeken het geluid van een stad in het bijzonder op het gebied van dynamiek (hard en zacht) en komen tot eigen klankspellen. Deelopdracht 1: In ons huis In deelopdracht 1 onderzoeken de leerlingen de geluiden in huis. Ze verzinnen met behulp van de stem of een instrument een geluid bij een deurbel en leren om het geluid van de stem of een instrument van een medeleerling te herkennen. Vervolgens inventariseren de leerlingen geluiden aan de hand van een gezongen lied. Ze bedenken welke geluiden in huis worden gemaakt. Ze zingen en imiteren geluiden met de stem en maken bijpassende bewegingen. De geluiden geven ze een plek in het intro, tussenspel en naspel. Deelopdracht 2: In ons bos In deelopdracht 2 onderzoeken de leerlingen het Haagse Bos. Ze lokaliseren bossen op de kaart van Den Haag aan de hand van kleur en leren over het bos van vroeger en nu. Vervolgens inventariseren en imiteren de leerlingen harde en zachte geluiden uit een verhaal over reuzen, kabouters en een fee in een bos. Als dirigent maken ze gebaren die hard, zacht en stoppen aangeven. Deze harde en zachte geluiden voeren ze uit in een hoorspel. Deelopdracht 3: Het bos in onze stad Ten slotte staat in deelopdracht 3 de uitvoering van het hoorspel, gecombineerd met een bewegingsspel en lied centraal. De leerlingen onderzoeken instrumenten op basis van hard en zacht en of je met ieder instrument harde en zachte geluiden kunt maken. Vervolgens leren de leerlingen om als kabouters zachtjes te lopen, instrumenten te bespelen en te zingen; en als reuzen veel lawaai en grote bewegingen te maken. De dynamiek speelt hierbij een grote rol. Het hoorspel wordt opgevoerd en begeleid door een leerling als dirigent, die aangeeft wanneer er hard of zacht geluid gemaakt wordt. Leefwereld leerling De leerlingen groeien op in Den Haag als stad. Het eigen huis, sprookjesfiguren en het bos spelen een grote rol in de leefwereld van het jonge kind. Professionele kunst Een bezoek aan een theatervoorstelling over de stad, over het eigen huis of over sprookjesfiguren geeft een kind de mogelijkheid om professionele spelers of muzikanten in het echt te zien. Bovendien ervaart de leerling hoe leuk het is om in de fantasie van het spel meegenomen te worden. Een kunstenaar in de klas kan laten zien en vertellen op welke manier fantasie een rol speelt bij het maken van muziek. Maatschappelijke relevantie/context Je kunt je een stad eigen maken. Dat begint bij de jongsten. Ze realiseren zich dat een stad een gemeenschap is van mensen, die allemaal ergens wonen. In de fantasiewereld wonen meer wezens, bijvoorbeeld in een bos. De leerlingen ervaren dat er in de stad een plek is voor iedereen. 2. Leerinhouden Zingen, uitbeelden, verklanken, hard en zacht, hoorspel, dirigeren, geluid, stilte, luisteren, spelen, verschillende instrumenten, bewegen 4

5 3. Leerdoelen Kennisdoelen De leerling: maakt kennis met het begrip wonen aan de hand van prentenboeken, liedjes en spelvormen (zie 1. Introductie); kent plekken in huis waar geluiden hoorbaar zijn en plekken waar stilte is (zie 2.2. Oriëntatie); kent het verschil tussen harde en zachte geluiden/muziek (3.2. Uitvoeren, 5.1. Onderzoek); ontdekt de mogelijkheden van tempo en dynamiek (zie 3.2. Uitvoeren, 5.1. Onderzoek, 5.2. Uitvoeren, 5.3. Presenteren); maakt kennis met het huidige en vroegere Haagse Bos aan de hand van kaarten en illustraties (zie 4.1. Onderzoek); ervaart het verschil tussen geluid en stilte (zie 4.2. Uitvoeren); verkent spelenderwijs de mogelijkheden van een dirigent (zie 4.2. Uitvoeren, 5.2. Uitvoeren); maakt kennis met de relatie tussen tempo, dynamiek en beweging (zie 4.2. Uitvoeren, 4.3. Presenteren, 5.2. Uitvoeren, 5.3. Presenteren). Vaardigheidsdoelen De leerling: geeft zijn ideeën vorm in beweging en klank (algemeen); imiteert geluiden uit het huis met de stem (zie 2.2. Oriëntatie, 3.1. Onderzoek); volgt en imiteert een andere leerling in beweging (zie 2.2. Oriëntatie); imiteert bestaande geluiden en maakt bijpassende bewegingen (zie 2.2. Oriëntatie); maakt een nieuw geluid bij een bestaand voorwerp met stem en instrumenten (zie 3.1. Onderzoek); herkent het stemgeluid van medeleerlingen (zie 3.1. Onderzoek); zingt een lied en maakt in vooraf gestelde volgorde geluiden en bewegingen tijdens intro, tussenspel en naspel (zie 3.3. Presenteren); lokaliseert op een kaart van Den Haag de zee en bossen aan de hand van vorm en kleur (zie 4.1. Onderzoek); herkent, benoemt en imiteert geluiden uit een voorgelezen verhaal en let op dynamiek (zie 4.2. Uitvoeren, 4.3. Presenteren); volgt de aanwijzingen op van een dirigent (zie 4.2., 5.2. Uitvoeren, 4.3., 5.3. Presenteren); dirigeert het maken van geluiden aan de hand van een voorgelezen verhaal en geeft hard, zacht en stopmomenten aan (zie 4.2. Uitvoeren, 4.3. Presenteren); herkent, benoemt en gebruikt instrumenten op basis van hard en zacht (zie 5.1. Onderzoek); zingt een lied en let op hard en zacht (zie 5.2. Uitvoeren); voert een dynamisch hoorspel met twee groepen, instrumenten en een dirigent uit (zie 5.3. Presenteren); luistert gericht en stelt (spontane) vragen aan de kunstenaar over zijn werk (zie 5.1 Onderzoek, 5.2 Uitvoeren). Houdingsdoelen De leerling: ontdekt door manipuleren en experimenteren klankaspecten van diverse klankbronnen (algemeen); kan actief luisteren naar korte stukken (live) muziek uit een breed repertoire, aansluitend bij zijn belevingswereld (algemeen); kan bij het musiceren in groepsverband gelijk beginnen en eindigen aan de hand van een leidingsgebaar (algemeen); kan alleen en in groepsverband een kort muziekstukje onder leiding van de leerkracht aan anderen presenteren (algemeen); geeft met hulp van de leerkracht betekenis aan muziek en tekst door luisteren, benoemen, praten, verbeelden en verhalen verzinnen (algemeen); 5

6 luistert met aandacht naar ideeën, verhalen, muziekvoorbeelden en naar het spel van medeleerlingen (algemeen); de leerling kan over zijn muzikale ideeën vertellen met gebruik van basale muzikale begrippen (algemeen) ste eeuwse competenties Creativiteit een ondernemende en onderzoekende houding denken buiten de gebaande paden en nieuwe samenhangen zien risico s durven nemen en fouten zien als leermogelijkheden Kritisch denken informatie interpreteren, analyseren en synthetiseren betekenisvolle vragen stellen openstaan voor alternatieve standpunten Communiceren doelgericht informatie uitwisselen communicatieve situaties en technieken hanteren Samenwerken rollen (h)erkennen hulp kunnen vragen, geven en ontvangen open en positieve houding voor andere ideeën onderhandelen en afspraken maken effectief kunnen communiceren Probleemoplossend denken en handelen problemen signaleren, analyseren en definiëren Sociale en culturele vaardigheden eigen gevoelens kunnen herkennen en gekanaliseerd en constructief kunnen uiten inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen tonen 5. Benodigdheden Algemeen digibord computer digitale foto of filmcamera speellokaal Introductie Een prentenboek naar keuze (zie bronnen) Bijlage 1, Liedjes Onze Stad noten en tekst Bijlage 2a, lied In Den Haag daar woont een graaf begeleiding en melodie (mp3) Bijlage 2b, lied In Den Haag daar woont een graaf karaoke (mp3) Bijlage 3a, lied In Holland staat een huis begeleiding en melodie (mp3) Bijlage 3b, lied In Holland staat een huis karaoke (mp3) tekenpapier zachte tekenpotloden zacht vetkrijt (bijvoorbeeld Pandakrijt) 6

7 Oriëntatie n.v.t. Deelopdracht 1 Bijlage 1, Liedjes Onze Stad noten en tekst Bijlage 4a, lied In Ons Huis met zang (mp3) Bijlage 4b, lied In Ons Huis (mp3) Bijlage 5, lied In Ons Huis songtekst voor het digibord. eventueel: instrumenten (alles wat voorhanden is). tekenpapier zachte tekenpotloden zacht vetkrijt (bijvoorbeeld Pandakrijt) Deelopdracht 2 Bijlage 6, verhaal In Ons Bos (eventueel) Bijlage 7 met plaatjes van het Haagse Bos voor op het digibord. (eventueel) Bijlage 8 met de vier plaatjes ter illustratie van het verhaal voor op het digibord. postervellen + stiften (overeenkomsten en verschillen; schrijven en tekenen) tekenpapier zachte tekenpotloden zacht vetkrijt (bijvoorbeeld Pandakrijt) Deelopdracht 3 Bijlage 9a, lied Wat een Herrie met zang (mp3) Bijlage 9b, lied Wat een Herrie karaoke (mp3) Bijlage 6, verhaal In Ons Bos allerlei instrumenten (mag van alles zijn) eventueel verkleedspullen tekenpapier zachte tekenpotloden zacht vetkrijt (bijvoorbeeld Pandakrijt) 6. Didactische werkvormen Instructievormen themaonderwerp inzichtelijk maken in de klas (algemeen) kennisquiz (algemeen) foto s maken/filmen: leerlingen tijdens het creatief proces (algemeen) voorlezen: keuze uit diverse prentenboeken, zie bronnen (zie 1. Introductie) verhaal over het Haagse Bos, zie bijlagen (zie 4.2. Uitvoeren) aanleren lied In ons huis, zie bronnen (zie 3.2. Uitvoeren) Wat een herrie, zie bronnen (zie 5.2. Uitvoeren) leerkracht in rol/modellen: dirigent (zie 4.2. Uitvoeren) zachtjes zingen/ritmisch spreken (zie 5.2. Uitvoeren) bezoek culturele instelling: voorstelling over stad of bos en sprookjesfiguren (zie 5.1. Onderzoek) kunstenaar in de klas: uitvoerend musicus (zie 5.1. Onderzoek) rollen verdelen: bij presentatie lied Wat een herrie (zie 5.3. Presenteren) Interactievormen (gesloten)vragen stellen: petje oppetje af (algemeen) 7

8 feedback geven: toptiptop (algemeen) vragen stellen: filosofisch gesprek/reflectievragen (algemeen) zingen: In Holland staat een huis of In Den Haag daar woont een graaf, zie bronnen (zie 1. Introductie) kringgesprek: geluiden in huis, stil in huis, geluiden nadoen met de stem (zie 2.Orientatie) geluiden en bewegingen verhaal Haagse Bos (zie 4.2. Uitvoeren) kring/experimenteren hoe maak je het geluid van een bel? (zie 3.1. Onderzoek) bewegingen fee, geluiden reus en kabouter (zie 4.2. Uitvoeren) harde en zachte geluiden (zie 4.2. Uitvoeren) hard en zacht met diverse instrumenten (zie 5.1. Onderzoek) bespreken: lied In ons huis m.b.t. geluiden en betekenis van woorden en termen hard en zacht (zie 3.2. Uitvoeren) lied Wat een herrie m.b.t. betekenis van woorden (zie 5.2. Uitvoeren) beste plek om het lied te zingen (zie 5.2. Uitvoeren) bespreken/bekijken: wandelen in een bos, afbeeldingen Haagse Bos (plattegrond), zie bronnen (zie 4.1. Onderzoek) overeenkomsten en verschillen: geluiden bos vs. stad (zie 4.4. Evalueren) kunstenaar in de klas: instrumentalist (zie deelopdracht 3) opdrachtvormen tekenen: leerlingen laten tekenen wat ze horen tijdens het beluisteren van de liedjes, zowel figuratief als abstract (algemeen) samenwerkingsvormen presenteren/lied: In ons huis, nadruk op intro en tussenspel (zie 3.3. Presenteren) presenteren/verhaal: verhaal Haagse Bos met bewegingen, geluiden, hard/zacht en dirigent (zie 4.3. Presenteren) presenteren/lied en hoorspel: verhaal Haagse Bos en lied Wat een herrie (zie 5.3. Presenteren) spelvormen ja/neespel: met woorden die geluid maken in huis (zie 1. Introductie) imitatiespel: imiteren van bewegingen en geluiden van klasgenootjes (zie 2. Oriëntatie) raadspel: met ogen dicht raden welk belgeluid bij wie hoort (zie 3.1. Onderzoek) geleid spel: voorlezen verhaal Haagse Bos met bewegingen en geluiden van de leerlingen (zie 4.2. Uitvoeren) beweegspel: zachtjes lopen/zachte geluiden, hard lopen/harde geluiden (zie 5.2. Uitvoeren) 7. Projectplanning Introductie project: Filosofisch gesprek: Oriëntatie: Deelopdracht 1: Deelopdracht 2: Deelopdracht 3: 1530 minuten 15 minuten 30 minuten 60 minuten 60 minuten minuten (afhankelijk van bezoek aan voorstelling en/of kunstenaar in de klas) 8

9 8. Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Bij de uitvoering van het project is een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling van grote meerwaarde. Bij elk project is een wisselend aanbod van culturele activiteiten beschikbaar. Raadpleeg de website van CultuurSchakel voor het actuele aanbod of laat u informeren door de culturele instellingen. Bij dit project raden wij u aan om een voorstelling te kiezen waarin de stad, de directe leefomgeving, een bos en/of kabouters, reuzen en feeën een rol spelen. Voorbeelden hiervan zijn Hans en de verloren ring, Buurman, buurvrouw en De apenbroodboom. 9. Kunstenaar in de klas Bij de uitvoering van het project kan een kunstenaar betrokken worden. Raadpleeg hiervoor de website van CultuurSchakel. Specifiek voor dit project willen wij u aanbevelen om een van de volgende type kunstenaars uit te nodigen in de klas: een hoorspelacteur, podcastmaker, musicus/muzikant, dirigent of componist, musicus die gewend is theatermuziek te maken. Bij dit project raden wij u aan om aansluitend op deelopdracht 3 een kunstenaar uit te nodigen die uitvoerend musicus is en een akoestisch instrument bespeelt. De kunstenaar kan met zijn instrument voorbeelden laten horen van hard en zacht, van slaapmuziek, dansmuziek, etc. Ook kan de kunstenaar het verhaal in deze deelopdracht samen met de leerlingen illustreren door middel van spel. Een musicus die gewend is theatermuziek te maken is dus een optie. 10. Nederlandse taal in het project Vaktaal Begrippenlijst Nederlandse taal Werkwoorden de stem het instrument het lied het hoorspel hard zacht harder zachter langzaam snel de dirigent de kunstenaar de melodie Holland de woonplaats de stad de verstopplek Den Haag het Haagse Bos het Binnenhof de Koekamp de buurt de kaart de speelplaats de graaf de familie prinses Beatrix koning WillemAlexander de kabouter de reus de fee de inrichting het meubel het gordijn het treintje de wasmachine de grasmaaier de stofzuiger de wekker de douche applaudisseren volgen nadoen herkennen raden luisteren zingen bewegen dirigeren wapperen kraken snurken piepen kloppen hurken huppelen sluipen schreeuwen stoppen spelen 9

10 de deurbel de sloffen de geur het geluid de stilte eng fijn thuis voelen 11. Gerelateerde leergebieden Taal (woordenschat): leren van nieuwe woorden Taal (spreekvaardigheid): verwoorden van ideeën, klank, vertellen, zingen Wereldoriëntatie (geschiedenis): historisch besef, een oud bos Wereldoriëntatie (natuur): het bos, het park Wereldoriëntatie (aardrijkskunde): de kaart van de stad Drama: uitbeelden van reus, kabouter, fee Bewegingsonderwijs: bewegingen in een treintje 12. Bronnen Introductie Een keuze uit de volgende prentenboeken: Bij ons in de straat van Koos Meinderts en Annette Fienig (Lemniscaat, 2012) Het Muizenhuis Sam en Julia van Karina Schaapman (Rubinstein Publishing, 2011) KleinMannetje heeft geen huis van Max Velthuijs (De Vier Windstreken, 1999) Mejuffrouw Muis en haar heerlijke huis van Elle van Lieshout (Lemniscaat, 2007) Stimmy of het oerwoud in de stad van Daan Remmerts de Vries en Philip Hopman (CPNB, 2010) De gele ballon van Charlotte Dematons (Lemniscaat, 2012) Liedjes: In Den Haag daar woont een graaf door Nienke van Zappelin (YouTube) In Holland staat een huis door Nienke van Zappelin (YouTube) Deelopdracht 1 en 3 Eigenwijs: liedbundel voor kinderen van 412 jaar van Frans Haverkort, Lieuwe Noordam en Rinze van der Lei (SMV, 2010) 13. Tijdlijn Prehistorie 50 v. C 3000 v. C. 500 na C nu 10

11 14. Beoordelen Voor het beoordelen van de leerlingprestaties kunt u gebruikmaken van het beoordelingsformulier voor de leerkracht. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerlingprestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor het gebruik van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De beoordelingsformulieren voor de leerkracht en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u in de bijlagen van dit document. 15. Promotie Film de uitvoeringen van de leerlingen en zet de filmpjes op de website van uw school. 16. Van de Haagse collega s Stuur eventueel de teksten + mp3bijlagen van de liedjes naar de ouders zodat de leerlingen ook thuis kunnen zingen Luister de mp3bijlagen van de liedjes voor het aanleren van de liedjes. 17. Ouderbetrokkenheid Schakel ouders in bij het bezoeken van een voorstelling. Nodig ze uit bij de uitvoering van deelopdracht Bijlagen Het beoordelingsformulier voor de leerkracht en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u op de volgende pagina s. Bijlage 1: Liedjes Onze Stad Bijlage 2a: lied In Den Haag daar woont een graaf met melodie (mp3) Bijlage 2b: lied In Den Haag daar woont een graaf karaoke (mp3) Bijlage 3a: lied In Holland staat een huis met melodie (mp3) Bijlage 3b: lied In Holland staat een huis karaoke (mp3) Bijlage 4a: lied In Ons Huis met melodie (mp3) Bijlage 4b: lied In Ons Huis karaoke (mp3) Bijlage 5: lied In Ons Huis songtekst Bijlage 6: verhaal In Ons Bos Bijlage 7: Het Haagse Bos Bijlage 8: plaatjes bij verhaal In Ons Bos Bijlage 9a: lied Wat een Herrie met melodie (mp3) Bijlage 9b: lied Wat een Herrie karaoke (mp3) 11

12 Beoordelingsmodel docent In te vullen door de leerkracht Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: ± nvt 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat de samenhang tussen de verschillende fases in het creatief proces Toelichting: Zeggingskracht Resultaat en Presentatie de zeggingskracht van het werk en de wijze van presenteren Toelichting: Reflectie zinvol mondeling/schriftelijk reflecteren op Oriëntatie, Onderzoek, Resultaat & Presentatie Toelichting: Attitude concentratie, doorzettingsvermogen, inzet, nieuwsgierigheid en samenwerking Toelichting: Tops Het volgende is echt goed gegaan: Tip Wat zou kunnen verbeteren:

13 Toelichting op het beoordelingsmodel 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat Hier beoordeelt u de samenhang tussen de verschillende stappen uit het creatief proces. De leerling heeft zich met de groep georiënteerd op het project, o.a. door deelname aan het filosofisch gesprek. De leerling heeft in totaal drie onderzoekjes uitgevoerd. De leerling heeft een product gemaakt of resultaat bereikt. 2. Zeggingskracht Resultaat en Presentatie Hier beoordeelt u de zeggingskracht van het gemaakte product of het bereikte resultaat. De zeggingskracht wordt bepaald door de combinatie van de keuze en toepassing van de: 1. Betekenis: datgene wat het product uitdrukt, dat wat het betekent: het verhaal/de voorstelling. Het gaat om de betekenis die de leerling wil uitdrukken, maar ook om de betekenis die de beschouwer aan het beeld geeft. 2. Vorm: de vormgevingselementen die het resultaat bepalen: ruimte, kleur, textuur, compositie, vorm(soorten), herhaling, contrast, frasering, articulatie, etc. 3. Materiaal en techniek: het gebruik van de materialen, technieken, apparatuur, voorwerpen, attributen, belichting, geluid, kostuums, grime, decorstukken, instrumenten, etc. 3. Reflectie Bij elke stap van het creatief proces komt reflectie aan bod. Dat kan in de vorm van vragen die de leerling mondeling beantwoordt, een gesprekje of een schriftelijk verslag. Ook de zelfbeoordeling van de leerling kunt u hierin meenemen. 4. Attitude Hier beoordeelt u de verschillende aspecten van de werkhouding van de leerling: de concentratie, het doorzettingsvermogen, de inzet, de nieuwsgierigheid en de mate van samenwerking. 5. Tops Er zijn altijd positieve opmerkingen te plaatsen. Noem er twee. 6. Tip Noteer hier een aandachts of verbeterpunt. Dat kan over alle bovenstaande beoordelingspunten gaan. 13