Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank"

Transcriptie

1 Meldpunt Schoolexterne Interventies Ontsluiting van de gegevens van de databank Aanmeldingen voor Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Schooljaar

2 Situering Het Meldpunt Schoolexterne Interventies functioneert sinds 2010 in Vlaams-Brabant-Oost als centraal aanspreekpunt voor CLB-medewerkers uit die regio die leerlingen secundair onderwijs willen aanmelden voor een schoolexterne interventie (SI). De financiering door de provincie Vlaams-Brabant vanaf 1 januari 2012 maakte het mogelijk een onlineaanmeldingssysteem te ontwikkelen dat gekoppeld is aan een database en de werking vanaf schooljaar uit te breiden naar de regio s Brussel Hoofdstedelijk Gewest en Asse-Halle Vilvoorde. Voorliggend rapport heeft als bedoeling de beschikbare gegevens te ontsluiten. De gestelde onderzoeksvragen werden overlegd in de stuurgroep van het meldpunt, in een technische werkgroep en in de provinciale beleidsgroep Leerrecht Schoolexterne Interventies. Het onderzoek werd uitgevoerd door Jo Meyer, in opdracht van het Meldpunt Schoolexterne Interventies. 2

3 Dankwoord Dit rapport kon slechts tot stand komen dankzij de steun en hulp van vele mensen. Bijzondere dank gaat uit naar de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Onderwijs. Door hun financiering is het meldpunt in 2013 sterk geprofessionaliseerd en is de uitbreiding naar heel de Provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gerealiseerd. Dank ook aan alle CLB-medewerkers die het aanmelden van hun zorgleerlingen met de nodige zorg deden. Ze hielpen daardoor mee aan een goede start van de begeleiding, maar bouwden ook aan een goed gedocumenteerde databank. Speciale dank gaat uit naar alle aanbieders van schoolexterne interventies die met het Meldpunt hebben samengewerkt: Arktos, De wereld van Indra, Groep Intro LTO Asse-Halle-Vilvoorde, KLiK, Koïnoor, Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde, Netwerk Leerrecht Brussel, Netwerk Leerrecht Leuven, Reisburo, Roulot, Steunpunt Groene Zorg en time-out Brussel. Dankzij hun inzet, bereidwilligheid en hulp was dit een interessant werkjaar. Bovendien leverden ze een grote inspanning om de follow-upgegevens te bezorgen. Daarnaast ook een gemeend woord van dank aan onze onderzoeker, Jo Meyer, voor de analyse van de databank en aan de stuurgroep leden en beleidsgroep leden die mee nadachten over het rapport. Tenslotte was dit alles nooit tot stand kunnen komen zonder de gedrevenheid en nauwgezetheid van Ann Sophie Labar, het gezicht van het Meldpunt en - als dat nodig was - de steun van Filip Mels van VCLB Leuven. 3

4 Inhoud Situering 2 Dankwoord 3 Inhoud 4 Inleiding 7 Deel 1: Cijfers als uitgangspunt 8 Hoofdstuk 1: Aanmeldingen via het Meldpunt SI 8 Tabel 1.1: Aantal aanmeldingen en aantal jongeren per aanmelder en per regio 8 Tabel 1.2: Aantal jongeren met 1 of meer aanmeldingen (alle regio s) 10 Tabel 1.3: Verdeling van de aanmeldingen over de aanbieders van SI 11 Tabel 1.4: Verband tussen aanmeldingen en vervolgtrajecten 12 Tabel 1.5: Verband tussen aanmelding voor een bepaalde aanbieder en opname van een traject door een zelfde of een andere aanbieder 13 Hoofdstuk 2 : Individuen als uitgangspunt, meer bepaald via hun eerste aanmelding 14 Tabel 2.1: Leeftijds- en geslachtsverdeling bij eerste aanmelding (alle regio s samen) 14 Tabel Gemiddelde en standaarddeviatie van de leeftijd bij eerste aanmelding per regio, apart voor jongens en meisjes 15 Tabel 2.2.2: Gemiddelde en standaarddeviatie van de leeftijd bij eerste aanmelding per aanbieder, apart voor jongens en meisjes 16 Tabel 2.3.1: Verdeling van geslachten in de diverse regio s 17 Tabel 2.3.2: Verdeling van geslachten over de aanbieders bij de eerste aanmelding 18 Tabel 2.4.1: In welk leerjaar en in welke type van onderwijs bevinden de jongeren zich bij hun eerste aanmelding 19 Tabel 2.4.2: In welke type van onderwijs bevinden de jongeren zich in de diverse regio s 20 Tabel 2.5: Verhouding tussen jongens en meisjes per onderwijstype 21 Tabel 2.6: Gemiddelde leeftijd per geslacht en per onderwijstype 22 Tabel 2.7: Verdeling over onderwijsvormen bij voltijds SO apart voor jongens en meisjes 23 Tabel 2.8.1: Aantal jaar leervertraging bij eerste aanmelding per geslacht 24 Tabel 2.8.2: Gemiddelde leervertraging bij eerste aanmelding per geslacht en per regio 25 Tabel 2.9.1: Vanuit welke schoolse situatie worden jongeren aangemeld bij hun eerste aanmelding, per geslacht 26 Tabel 2.9.2: Vanuit welke schoolse situatie worden jongeren aangemeld bij hun eerste aanmelding, per regio 26 Tabel : Verblijven de jongeren in een voorziening bij aanmelding? 27 Tabel : Inventarisatie van vermelde voorzieningen BJB of VAPH 28 Tabel : Bestaan er verschillen tussen de regio s qua verblijf van jongeren in een voorziening? 29 4

5 Hoofdstuk 3 : Vergelijking tussen 2 groepen: enerzijds de groep aangemelden die nooit een traject heeft gevolgd (= niet starten, N=100), anderzijds de groep die minimaal één traject heeft gevolgd (= starten, N=353) 30 Tabel 3.1: Verhouding tussen starters en niet starters per geslacht 30 Tabel 3.2: Gemiddelde leeftijd van starters en niet starters per geslacht 30 Geen betekenisvolle verschillen op vlak van leeftijd bij beide groepen. 30 Tabel 3.3: Verhouding tussen starters en niet starters per onderwijstype 31 Tabel 3.4: Verhouding tussen starters en niet-starters per leerjaar 32 Tabel 3.5: Verhouding tussen starters en niet starters per onderwijsvorm 33 Tabel 3.6: Verhouding tussen starters en niet-starters per schoolse situatie 34 Tabel 3.7: Verhouding tussen starters en niet-starters per voorziening 35 Hoofdstuk 4 : Analyses van alle opgenomen trajecten (N=390) 36 Tabel Door welke aanbieders worden die trajecten opgenomen? 36 Tabel Verdeling van de trajecten over de regio s 37 Tabel 4.2: Details van de gelopen trajecten per aanbieder 38 Tabel 4.3: Bestaat er een verband tussen de herkomst (onderwijstype) van de jongere en de aanbieder waar hij of zij uiteindelijk terecht komt? 46 Tabel 4.4.1: Gemiddelde duur (in kalenderdagen) van het traject per aanbieder per geslacht 47 Tabel 4.4.2: Gemiddelde duur (in kalenderdagen) van het traject per regio 48 Tabel 4.5: Voortijdig stopzetten van het traject per geslacht 48 Tabel 4.6: Voortijdig stopzetten van het traject per aanbieder 49 Tabel 4.7: Voortijdig stopzetten van het traject per regio 50 Tabel 4.8: Oorzaken van het voortijdig afbreken van een traject 51 Tabel 4.9: Leerplichtig bij einde van traject? 52 Tabel 4.10: Nieuwe dagbesteding na het traject 52 Tabel 4.11: Nieuwe dagbesteding na het traject bis 53 Tabel 4.12: Nieuwe dagbesteding na het traject per geslacht 54 Tabel 4.13: Aantal trajecten waarbij hulpverlening is betrokken per geslacht 55 Tabel 4.14: Om welke vormen van hulpverlening gaat het? 56 Tabel 4.15: Inventaris van rubriek andere uit tabel Tabel 4.16: inventaris van alle vermelde hulpverleningsinstanties na clustering 59 Tabel 4.17: Bestaat er een verband tussen al dan niet extra hulpverlening en al dan niet vroegtijdig stoppen? 60 Hoofdstuk 5 : Analyse van alle niet opgenomen trajecten (N=147) 61 Tabel 5.1.1: Bij welke aanbieder SI zijn deze 147 niet opgenomen trajecten origineel aangemeld? 61 Tabel 5.1.2: In welke regio worden de niet opgenomen trajecten origineel aangemeld? 62 Tabel 5.2: Bestaat er een verband tussen de periode van aanmelding en het al dan niet opnemen daarvan? 62 Tabel 5.3.1: Oorzaken van het niet opnemen van een traject per geslacht 64 Tabel Inventarisering van andere reden uit voorgaande tabel 65 Tabel 5.3.3: Clusters van oorzaken van het niet opnemen van een traject per geslacht 67 Hoofdstuk 6 : Verkenning van 2 opeenvolgende trajecten (N=19) 69 Tabel 6.1: Waar volgt de jongere beide trajecten? 69 Tabel 6.2: Gemiddelde duur van beide trajecten 69 5

6 Hoofdstuk 7 : Welke leerlingen werden aangemeld in 2 opeenvolgende schooljaren (N=32)? 71 Tabel 7.1: Overzicht van aanmeldingen én trajecten per schooljaar 71 Tabel 7.2: Schoolse situatie bij de eerste aanmelding in vergeleken met de eerste aanmelding in Tabel 7.1: Waar volgt de jongere beide trajecten? 72 Deel 2 : Verkenning van problematieken en achtergronden die aangemeld worden 73 Inleiding 73 Coderingsschema 73 Tabel 8.1: Coderingsschema 74 Tabel 8.2.1: Frequentie van problematieken per geslacht 74 Tabel 8.2.2: Frequentie van achtergronden per geslacht 75 Tabel 8.3: Frequentie van types grensoverschrijdend gedrag per geslacht 76 Tabel 8.4 Verband tussen problematiek en achtergrondkenmerken 76 Omschrijvingen problematiek (40-tal voorbeelden) 77 Bijlagen 86 Bijlage 1 : Aanmeldingsfiche Meldpunt Bijlage 2 : Opvolgingsfiche Meldpunt

7 Inleiding We onderzoeken hier een aantal kenmerken van jongeren uit het secundair onderwijs (SO), in de provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die in het schooljaar werden aangemeld met een nood aan een schoolexterne interventie (SI). De schoolexterne interventies zijn: Arktos Hergo Arktos KTO De wereld van Indra Groep intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde Groep intro - LTO Halle Klik Koïnoor KTO Koïnoor LTO Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde Netwerk Leerrecht Brussel Netwerk Leerrecht Leuven Reisburo Roulot Steunpunt Groene Zorg Time Out Brussel Hergo Time Out Brussel KTO Time Out Brussel - LTO Een beschrijving van deze schoolexterne interventies vindt u op de website van het Meldpunt: en in het jaarverslag van het Meldpunt. De gegevens uit dit rapport zijn gegenereerd uit de databank die gekoppeld is aan de onlineaanmeldingsfiche (bijlage 1) en de opvolgingsfiche (bijlage 2) van het Meldpunt. De aanmeldingsfiche wordt ingevuld door een CLB-medewerker; de opvolgingsfiche wordt aan het Meldpunt bezorgd door de aanbieder, nl. de SI waarvoor de leerling werd aangemeld. Het rapport bestaat uit twee delen. Het eerste deel neemt als uitgangspunt het aantal aanmeldingen dat via het Meldpunt werd geregistreerd (cijfers). Het tweede deel gaat in op de problematieken en achtergronden van de jongeren die werden aangemeld. 7

8 Deel 1: Cijfers als uitgangspunt Hoofdstuk 1: Aanmeldingen via het Meldpunt SI Tabel 1.1: Aantal aanmeldingen en aantal jongeren per aanmelder en per regio regio/aanmelder aantal aanmeldingen aantal jongeren Asse-Halle-Vilvoorde 126 (24%) 106 CLB GO! De Ring Halle VCLB Halle VCLB Noordwest-Brabant Brussels Hoofdstedelijk Gewest 104 (20%) 99 CLB GO! Brussel CLB VGC VCLB Pieter Breughel Vlaams-Brabant Oost 264 (50%) 218 CLB GO! Leuven-Tienen-Landen CLB GO! Limburg Noord Adite CLB GO! Mechelen 8 7 CLB GO! Vilvoorde-Zaventem-Tervuren 10 8 VCLB Aarschot VCLB Diest-Tessenderlo 8 8 VCLB Haacht-Keerbergen VCLB Leuven VCLB Tienen overige 38 (7%) 37 CLB GO! Dender 3 3 CLB GO! Zuid Limburg 1 1 De Switch 6 5 Espero Jongerencentrum Cidar 5 5 Levenslust 1 1 Tonuso 2 2 VCLB Aalst 1 1 VCLB Bilzen 1 1 VCLB het Kompas 3 3 VCLB Ninove 4 4 totaal

9 Hieruit blijkt al dat het aantal aanmeldingen hoger ligt dan het aantal aangemelde jongeren, wat er op wijst dat een aantal jongeren meer dan één keer is aangemeld. Vlaams-Brabant Oost zorgt voor ongeveer de helft van de aanmeldingen, gevolgd door Asse-Halle- Vilvoorde met een kwart en Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een vijfde. In de bestanden vinden we maar 453 jongeren terug terwijl er hier 460 in de tabel staan. Enkele jongeren worden dus door verschillende instanties aangemeld. Evolutie: Voor Vlaams-Brabant Oost beschikken we ook over cijfers van het schooljaar Toen kwamen er 281 aanmeldingen binnen voor 229 jongeren. Vergeleken met de cijfers van kunnen we dus spreken van een status-quo. Grafiek bij tabel 1.1: Aantal aanmeldingen en aantal jongeren per regio aanmeldingen jongeren 50 0 Asse-H-V Brussel H G Brabant Oost Overige

10 Tabel 1.2: Aantal jongeren met 1 of meer aanmeldingen (alle regio s) aantal aanmeldingen aantal jongeren totaal jongeren werden 1 keer aangemeld. 66 van de 453 (15%) worden meer dan 1 keer aangemeld. Evolutie: In Vlaams-Brabant Oost ligt het percentage jongeren met meer dan één aanmelding eveneens op een goede 15%. Vergeleken met vorig schooljaar is dat een daling met ongeveer 5%. 10

11 Tabel 1.3: Verdeling van de aanmeldingen over de aanbieders van SI aanbieder SI aantal % aanmeldingen Enkel voor Asse-Halle-Vilvoorde Groep intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde 12 Groep intro - LTO Halle 17 Klik 43 Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde 40 Enkel voor Brussel Hoofdstedelijk Gewest Netwerk Leerrecht Brussel 45 Time Out Brussel - KTO 17 Time Out Brussel - LTO 33 Brussel Hoofdstedelijk Gewest & Asse-Halle-Vilvoorde 11 2 De wereld van Indra 11 Enkel voor Vlaams Brabant Oost Koïnoor KTO 38 Koïnoor LTO 30 Netwerk Leerrecht Leuven 98 Twijfelgevalmelding 15 Vlaams Brabant Oost & Asse-Halle-Vilvoorde Arktos Hergo 8 Arktos KTO 53 Reisburo 44 Roulot 17 Steunpunt Groene Zorg 11 Totaal In ongeveer één derde van alle aanmeldingen worden Netwerken Leerrecht gevraagd voor een schoolexterne interventie (SI). Klik, Koïnoor KTO, Arktos KTO en Reisburo volgen op respectabele afstand met elk een aandeel van een kleine 10%. Deze percentages zijn te vergelijken met die van vorig jaar, ondanks regio-uitbreiding en een toename van het aantal aanbieders. 11

12 Tabel 1.4: Verband tussen aanmeldingen en vervolgtrajecten Niet alle aanmeldingen resulteren in een begeleidingstraject, zoals blijkt uit onderstaande tabel. NB: Een 0 onder het nummer van de aanmelding geeft aan dat de aanmelding geen vervolgtraject kreeg, een 1 dat dat wel het geval was. nummer van de aanmelding aantal trajecten aantal lln per leerling totaal aantal = aantal lln x aantal trajecten per leerling totaal aantal aanmeldingen = 532 (aantal lln x aantal aanmeldingen) 385 Rond deze tabel is de verdere structuur van deel 1 van dit rapport opgebouwd. In hoofdstuk 2 focussen we op de 453 individuen die in de loop van het schooljaar zijn aangemeld (linker kolom in de tabel). In hoofdstuk 3 splitsen we die groep op in 2 delen. We vergelijken de subgroep die nooit in een vervolgtraject is terechtgekomen (de som van de eerste 2 cellen uit de linker kolom: N=100) met diegenen die in de loop van dat jaar minstens één traject hebben gelopen (de som van de overige cellen uit die linker kolom: N= 353). In hoofdstuk 4 kijken we naar alle trajecten samen die door de aanbieders SI voor deze leerlingen zijn opgezet. Dat zijn er 385 zoals af te lezen is in de laatste kolom. Complementair daaraan analyseren we in hoofdstuk 5 de 147 aanvragen die niet resulteerden in een traject. In bovenstaande tabel is dat het verschil tussen het totaal aantal aanmeldingen (N=532) en het totaal aantal trajecten (N=385). In hoofdstuk 6 analyseren we de gegevens uit rij 12 waar we 19 leerlingen aantreffen die 2 opeenvolgende trajecten hebben gelopen tijdens dat schooljaar. Tenslotte kijken we in hoofdstuk 7 naar leerlingen die zowel in als in werden aangemeld. Tot besluit van dit inleidende deel kijken we naar de kwaliteit van de aanmeldingen. 12

13 In hoeverre heeft de CLB-medewerker, die de aanmelding doet, een goed zicht op het aanbod van de verschillende aanbieders van SI. Als indicatie daarvoor gaan we na hoe de relatie is tussen de aanmelding voor een bepaalde aanbieder én de aanbieder waar de jongere uiteindelijk terechtkomt in een traject. Tabel 1.5: Verband tussen aanmelding voor een bepaalde aanbieder en opname van een traject door een zelfde of een andere aanbieder Opgenomen door: Aangemeld voor: Totaal 1 Arktos Hergo Arktos KTO De wereld van Indra Groep intro - LTO Asse-Halle- 6 6 Vilvoorde 5 Groep intro - LTO Halle Klik Koïnoor KTO Koïnoor LTO Netwerk Leerrecht Asse Halle-Vilvoorde 10 Netwerk Leerrecht Brussel Netwerk Leerrecht Leuven Reisburo Roulot Steunpunt Groene Zorg Time Out Brussel - KTO Time Out Brussel - LTO Twijfelgevalmelding Totaal aantal trajecten 390 Het verband tussen aangemeld voor en opgenomen door is sterk, zoals blijkt uit de cijfers op de diagonaal in de tabel. 91% van de 380 trajecten worden uitgevoerd door de aanbieder waarvoor is aangemeld. Binnen Koïnoor is er nogal wat uitwisseling. Ongeveer 30% van de aanmeldingen voor één van beide aanbieders komt bij de ander terecht. Daarnaast constateren we ook betekenisvolle uitwisseling tussen Reisburo en Roulot. In enkele gevallen is het zelfs zo dat één aanmelding aanleiding geeft tot een traject van de jongere bij twee aanbieders tegelijkertijd, m.n. Roulot en Reisburo. Vandaar dat het totaal aantal trajecten hier 390 is en niet 385 zoals in voorgaande tabellen. We kunnen dus stellen dat CLB-medewerkers een behoorlijk goed zicht hebben op het aanbod van de verschillende aanbieders van schoolexterne interventies, net zoals vorig schooljaar trouwens. NB: Uit bovenstaande tabel blijkt dat Steunpunt Groene Zorg slechts 4 rechtstreekse aanmeldingen vanuit de CLB s opneemt. Bij de verkenning van de details van de trajecten in punt 4 blijkt dat de zorgboeren vanuit Klik, de diverse Netwerken Leerrecht en Reisburo respectievelijk nog 5, 12 en 5 jongeren krijgen doorgespeeld die in tabel 1.5 initieel door bovenstaande aanbieders worden begeleid. In punt gaan we verder in op deze problematiek. 13

14 Hoofdstuk 2 : Individuen als uitgangspunt, meer bepaald via hun eerste aanmelding Tabel 2.1: Leeftijds- en geslachtsverdeling bij eerste aanmelding (alle regio s samen) Leeftijd eerste mannelijk vrouwelijk N totaal % totaal aanmelding 9 1 (100%) (50%) (33%) (61%) (75%) (72%) (63%) (68%) (65%) (50%) (100%) (100%) totaal 305 (67%) NB: De leeftijden zoals weergegeven in de tabel zijn een afronding. De leeftijd 12 bijvoorbeeld betekent dan een leeftijd tussen 11,5 jaar tot 12,5 jaar. In de aangemelde groep zitten dubbel zoveel jongens als meisjes. Op 14 en 15 jarige leeftijd is het overwicht van de jongens bijzonder groot. Ze nemen dan meer dan 70% van de aanmeldingen voor hun rekening. 64% van aanmeldingen zit in de leeftijdsvork jaar. We vinden hier ook enkele jongeren terug die jonger zijn dan 12 jaar en die dus nog in het lager onderwijs zitten. Eén aanbieder, m.n. de wereld van Indra, werkt al met leerlingen vanaf de leeftijd van 6 jaar. Evolutie: Bovenstaande gegevens wijken maar in geringe mate af van die van het voorgaande schooljaar. Ook daar hadden we 66% jongens en zat 70% van de aanmeldingen in diezelfde leeftijdsvork van jaar. Toen was het overwicht van de jongens wel bijzonder groot in de jongste leeftijdsgroepen, een tendens die hierboven minder uitgesproken is. 14

15 Grafiek bij tabel 2.1: Aantal eerste aanmeldingen per leeftijd en per geslacht (alle regio s samen) meisjes jongens Tabel Gemiddelde en standaarddeviatie van de leeftijd bij eerste aanmelding per regio, apart voor jongens en meisjes gemiddelden standaarddeviaties regio mannelijk vrouwelijk totaal mannelijk vrouwelijk totaal Asse-Halle-Vilvoorde 16,0 16,2 16,0 1,5 1,6 1,5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15,5 16,0 15,6 1,6 2,0 1,7 Vlaams-Brabant Oost 16,1 15,8 16,0 1,4 1,4 1,4 overige 15,2 16,3 15,6 2,4 1,5 2,1 totaal 15,9 16,0 15,9 1,6 1,6 1,6 Voor de totale groep zien we nauwelijks verschillen tussen beide geslachten, noch qua gemiddelde, noch qua spreiding. Bij de meisjes is er relatief weinig verschil in gemiddelde tussen de regio s. Bij de jongens is er een verschil in gemiddelde leeftijd van 0,9 jaar tussen de populatie van Vlaams-Brabant Oost (16,1j) en de groep overige (15,2j). De grootste heterogeniteit vinden we bij de jongens in de regio overige en bij de meisjes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Evolutie: Als we de cijfers van Vlaams-Brabant Oost vergelijken met die van het vorige schooljaar, krijg je een duidelijk verschil. Terwijl de gemiddelde leeftijd van de jongens toen 0,4 jaar beneden die van de meisjes lag (15,7 versus 16,1), zien we nu bijna het spiegelbeeld: (16,1 versus 15,8). Toen was de standaarddeviatie bij de jongens nog een stuk groter dan bij de meisjes (1,6 tegen 1,2), nu is er op dat vlak geen verschil tussen beide groepen. 15

16 Tabel 2.2.2: Gemiddelde en standaarddeviatie van de leeftijd bij eerste aanmelding per aanbieder, apart voor jongens en meisjes gemiddelden standaarddeviaties aanbieder SI mannelijk vrouwelijk totaal mannelijk vrouwelijk totaal Arktos Hergo 16,4 15,4 16,1 0,3 1,6 0,8 Arktos KTO 16,6 15,5 16,2 1,6 1,7 1,7 De wereld van Indra 14,1 16,6 14,5 3,2 1,6 3,1 Groep intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde 15,0 14,2 14,9 1,0 0,3 1,0 Groep intro - LTO Halle 14,5 15,9 14,8 0,8 1,5 1,1 Klik 16,2 16,9 16,4 1,4 0,8 1,3 Koïnoor KTO 15,8 15,5 15,7 1,4 1,7 1,5 Koïnoor LTO 16,1 15,9 16,1 1,4 0,9 1,3 Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde 15,9 16,2 16,1 1,3 1,0 1,3 Netwerk Leerrecht Brussel 16,1 16,0 16,1 1,3 2,0 1,6 Netwerk Leerrecht Leuven 15,8 16,3 16,0 1,5 1,3 1,4 Reisburo 16,4 16,1 16,4 1,0 0,8 1,0 Roulot 16,9 14,1 15,8 1,5 2,1 2,2 Steunpunt Groene Zorg 15,4 17,4 15,8 2,6 0,5 2,4 Time Out Brussel - KTO 15,7 16,3 16,0 1,4 2,3 1,9 Time Out Brussel - LTO 14,8 15,7 15,1 1,5 1,8 1,6 Twijfelgevalmelding 15,6 15,7 15,6 1,7 1,2 1,4 totaal 15,9 16,0 15,9 1,6 1,6 1,6 Bij de jongens varieert de gemiddelde leeftijd van 14,1 tot 16,9. Bij de meisjes van 14,1 tot 17,4. Opvallender zijn de grote verschillen in homogeniteit. Arktos Hergo - jongens (SD=0,3 voor n=6), Groep Intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde meisjes (SD=0,3 voor n=2) en Steunpunt Groene Zorg meisjes (SD=0,5 voor n=2), trekken een zeer homogene groep jongeren aan. De aantallen zijn hier echter zo klein dat je nog nauwelijks van een groep kan spreken. Steunpunt Groene Zorg jongens (SD=2,6 voor n=8), De wereld van Indra jongens (SD=3,2 voor n=9) en Time Out Brussel KTO meisjes (SD=2,3 voor n=8) krijgen aanvragen van een zeer diverse groep op vlak van leeftijd. 16

17 Tabel 2.3.1: Verdeling van geslachten in de diverse regio s regio mannelijk vrouwelijk totaal Asse-Halle-Vilvoorde 81 (76%) Brussels Hoofdstedelijk Gewest 65 (66%) Vlaams-Brabant Oost 138 (65%) overige 21 (58%) Totaal 305 (67%) Asse-Halle-Vilvoorde spant de kroon wat het percentage jongens betreft (76%); in de groep overige is dat percentage slechts 58%. De beide andere regio s wijken nauwelijks af van het percentage dat geldt voor de totale groep. Grafiek bij tabel 2.3.1: Percentage jongens en meisjes bij de eerste aanmelding in de diverse regio s meisjes jongens Asse -H-V Brussels H G Brabant Oost Overige 17

18 Tabel 2.3.2: Verdeling van geslachten over de aanbieders bij de eerste aanmelding aanbieder SI mannelijk vrouwelijk totaal Arktos Hergo 6 (75%) 2 8 Arktos KTO 30 (68%) De wereld van Indra 9 (82%) 2 11 Groep intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde 9 (82%) 2 11 Groep intro - LTO Halle 11 (79%) 3 14 Klik 24( 71%) Koïnoor KTO 20 (61%) Koïnoor LTO 17 (68%) 8 25 Netwerk Leerrecht Asse-Halle- 29 (81%) 7 36 Vilvoorde Netwerk Leerrecht Brussel 27 (63%) Netwerk Leerrecht Leuven 40 (55%) Reisburo 30 (86%) 5 35 Roulot 9 (60%) 6 15 Steunpunt Groene Zorg 8 (80%) 2 10 Time Out Brussel - KTO 9 (53%) 8 17 Time Out Brussel - LTO 21 (68%) Twijfelgevalmelding 6 (46%) 7 13 Totaal 305 (67%) We stellen overal een overwicht vast van de jongens, procentueel het meest uitgesproken in Reisburo, de wereld van Indra en Groep intro LTO Asse-Halle-Vilvoorde. Meisjes zijn relatief het best vertegenwoordigd in Netwerk Leerrecht Leuven en bij de twijfelgevalmeldingen. Wel moeten we voorzichtig zijn met het vergelijken van procenten tussen de aanbieders gezien het beperkt aantal individuen in een aantal cellen. 18

19 Tabel 2.4.1: In welk leerjaar en in welke type van onderwijs bevinden de jongeren zich bij hun eerste aanmelding leerjaar onderwijstype andere N totaal % BuSO DBSO OKAN Syntra Voltijds SO N totaal % Op vlak van onderwijstype zien we een oververtegenwoordiging van leerlingen uit BuSO en DBSO, respectievelijk goed voor 13 en 7% van de (eerste) aanmeldingen, ondanks de aanwezigheid van schoolinterne Persoonlijke Ontwikkelingstrajecten (POT) in het DBSO. Qua leerjaar beschikken we slechts over de gegevens van 357 leerlingen uit BuSO en het gewoon voltijds SO. Als we hieruit conclusies zouden trekken wat het gemiddelde leerjaar is bij aanmelding, dan komen we tot een forse onderschatting omdat per definitie zowel DBSO als Syntra bevolkt worden door leerlingen uit hogere leerjaren. Wel kunnen we uit de cijfers besluiten dat zowel in BuSO als in het gewone voltijdse SO het zwaartepunt ligt in de leerjaren 2, 3 en 4 en niet in de derde graad. 19

20 Tabel 2.4.2: In welke type van onderwijs bevinden de jongeren zich in de diverse regio s onderwijstype Asse-Halle- Vilvoorde Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams- Brabant Oost overige N totaal BuSO 5 (5%) 10 (10%) 30 (14%) 16 (43%) 61 (13%) DBSO 2 (2%) 14 (14%) 14 (7%) 1 (3%) 31 (7%) OKAN 0 (0%) 0 (0%) 1 (0%) 0 (0%) 1 (0%) Syntra 2 (2%) 0 (0%) 5 (2%) 0 (0%) 7 (2%) Voltijds SO 97 (92%) 75 (75%) 161 (76%) 20 (54%) 353 (78%) totaal 106 (100%) 99 (100%) 211 (100%) 37 (100%) 453 (100%) Het profiel dat het meeste afwijkt van de rest is dat van overige. Daar vinden we een grote oververtegenwoordiging van BuSO en een ondervertegenwoordiging van het voltijdse SO. Asse-Halle- Vilvoorde levert dan weer bijzonder veel leerlingen uit het voltijdse SO. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de DBSO leverancier bij uitstek terwijl Vlaams-Brabant Oost het dichtst de globale trend benadert. Evolutie: Als we de rekrutering in Vlaams-Brabant Oost bekijken over beide schooljaren zien we vooral een grote continuïteit. In waren de leerlingen uit het BuSO iets meer vertegenwoordigd (toen 16, nu 14%) en die uit het voltijdse SO iets minder (72 versus 76 nu). Grafiek bij tabel 2.4.2: Procentuele verdeling van de onderwijstypes in de diverse regio s DBSO BuSO voltijds SO 20 0 Asse H-V Brussels H G Brabant Oost Overige 20

21 Tabel 2.5: Verhouding tussen jongens en meisjes per onderwijstype onderwijstype mannelijk vrouwelijk totaal aantal BuSO 41 (67%) DBSO 24 (77%) 7 31 OKAN 1 1 Syntra 3 (43%) 4 7 Voltijds SO 236 (67%) totaal 305 (67%) We stellen geen grote verschillen vast in de verhouding jongens-meisjes tussen de verschillende onderwijstypes. Vanuit het DBSO zijn de jongens iets oververtegenwoordigd, maar de absolute aantallen zijn daar klein. 21

22 Tabel 2.6: Gemiddelde leeftijd per geslacht en per onderwijstype onderwijstype mannelijk vrouwelijk totale groep BuSO 15,5 16,7 15,9 DBSO 17,0 16,6 16,9 OKAN 16,2-16,2 Syntra 17,5 16,1 16,8 Voltijds SO 15,8 15,8 15,8 In de totale groep zijn leerlingen uit Syntra en DBSO gemiddeld een jaar ouder dan leerlingen uit het gewone voltijds onderwijs. We stellen een verschil van 1 maand vast in gemiddelde leeftijd tussen leerlingen uit BuSO of uit het gewone voltijdse SO. Bij de leeftijdsverhoudingen tussen de geslachten ligt de zaak complexer. Vorig schooljaar waren de meisjes nog in alle onderwijstypes ouder dan de jongens, maar dat is hier niet meer het geval. Meisjes blijven wel ouder als ze uit het BuSO komen, maar in het voltijds SO is er geen verschil meer en in het DBSO en in Syntra zijn ze zelfs gemiddeld jonger dan de jongens. Grafiek bij tabel 2.6: Gemiddelde leeftijd per geslacht en per onderwijstype 18 17, ,5 16 meisjes jongens 15, ,5 BuSO DBSO Syntra Voltijds SO 22

23 Tabel 2.7: Verdeling over onderwijsvormen bij voltijds SO apart voor jongens en meisjes onderwijsvorm mannelijk vrouwelijk totaal aantal A-stroom (1 ste graad) 28 (12%) 10 (9%) 38 (11%) ASO 15 (6%) 12 (10%) 27 (8%) TSO 41 (17%) 19 (16%) 60 (17%) KSO 4 (2%) 3 (3%) 7 (2%) B-stroom (1 ste graad) 49 (21%) 26 (22%) 75 (21%) BSO 87 (37%) 45 (38%) 132 (37%) nvt 12 (5%) 2 (2%) 14 (4%) totaal 236 (100%) 117 (100%) 353 (100%) BSO en B-stroom staan in voor bijna 60% van de aanmeldingen in het gewone voltijds onderwijs. Als je dat bovendien combineert met de gegevens in tabel waar we al een oververtegenwoordiging vaststelden vanuit BuSO en DBSO, kunnen we enkel besluiten dat een grote meerderheid van de leerlingen die aangemeld wordt zich onder aan de waterval bevindt. Het wekt geen verwondering dat dit besluit exact identiek is met dat van vorig schooljaar. We zien opmerkelijk weinig verschillen tussen jongens en meisjes. Wel iets meer jongens uit de A-stroom maar het ASO is bij hen dan weer minder vertegenwoordigd. Grafiek bij tabel 2.7: Procentueel aandeel van de onderwijsvormen in het gewoon voltijds SO per geslacht meisjes jongens A-stroom ASO TSO B-stroom BSO 23

24 Tabel 2.8.1: Aantal jaar leervertraging bij eerste aanmelding per geslacht vertraging mannelijk vrouwelijk Totaal 0 44 (18%) 31 (26%) 75 (20%) (53%) 58 (48%) 187 (51%) 2 57 (23%) 21 (17%) 78 (21%) 3 11 (4%) 10 (8%) 21 (6%) 4 3 (1%) 1 (1%) 4 (1%) 5 1 (0%) 1 (0%) totaal 245 (100%) 121 (100%) 366 (100%) Voor de 366 leerlingen, waarvoor het leerjaar bekend is bij de eerste aanmelding, is slechts 20% op leeftijd (75 op 366). Dat is dan nog een onderschatting van de situatie aangezien we geen informatie hebben over het loopbaanverloop bij DBSO en Syntra. Meisjes hebben gemiddeld iets minder vertraging dan jongens. 26% van de meisjes is nog op leeftijd tegenover 18% bij de jongens. Ook het percentage meisjes met 1 of 2 jaar vertraging ligt lager. Grafiek bij tabel 2.8.1: Procentueel aandeel van jaren leervertraging bij eerste aanmelding per geslacht meisjes jongens

25 Tabel 2.8.2: Gemiddelde leervertraging bij eerste aanmelding per geslacht en per regio regio mannelijk vrouwelijk totaal Asse-Halle-Vilvoorde 0,97 1,04 0,99 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,17 1,35 1,23 Vlaams-Brabant Oost 1,31 0,95 1,19 overige 1,71 1,55 1,61 Totaal 1,20 1,11 1,17 In alle regio s heeft de gemiddelde aangemelde minimaal 1 jaar vertraging. De regio overige met zijn groot aantal aangemelde BuSO leerlingen scoort het hoogst met gemiddeld 1,61 leerjaren vertraging. De verhouding jongens meisjes is niet eenduidig te interpreteren. In 2 regio s doen ze het relatief beter dan de jongens, maar in Asse-Halle-Vilvoorde en vooral in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben ze meer schoolse achterstand dan de jongenspopulatie. Evolutie: Vergeleken met het schooljaar is de gemiddelde schoolse achterstand in Vlaams-Brabant Oost bij de jongens toegenomen van 0,96 naar 1,31. Voor de meisjes kunnen we spreken van een status quo. 25

26 Tabel 2.9.1: Vanuit welke schoolse situatie worden jongeren aangemeld bij hun eerste aanmelding, per geslacht schoolse situatie mannelijk vrouwelijk N totaal Problematisch afwezig 81 (27%) 42 (28%) 123 (27%) Tuchtprocedure lopend 62 (20%) 20 (14%) 82 (18%) Definitief uitgesloten 28 (9%) 4 (3%) 32 (7%) Niet ingeschreven 10 (3%) 5 (3%) 15 (3%) NVT 145 (48%) 82 (55%) 227 (50%) NB: Het totaal is hier niet 453 omdat schoolse situaties in bepaalde gevallen samen voorkomen. De percentages zijn wel berekend op het reële leerlingenaantal. De helft van de aangemelde leerlingen heeft te maken met één of meer van de opgelijste schoolse problemen. Ongeveer een kwart kampt met problematische afwezigheden en nog eens een kwart (18% + 7%) is al definitief uitgesloten of is geconfronteerd met een lopende tuchtprocedure. In de verhouding tussen de geslachten zie je een sterk overwicht van de jongens bij tuchtprocedures en uitsluitingen. Op het vlak van problematische afwezigheden houden ze elkaar mooi in evenwicht. Evolutie: Tijdens het schooljaar was deze variabele nog geen verplicht veld in de digitale aanmeldingsfiche. Voorzichtigheid is dus geboden bij een vergelijking van de cijfers tussen beide schooljaren. Bovenstaande vaststelling dat jongens meer geconfronteerd worden met tuchtprocedures en uitsluitingen bleek in elk geval ook al uit de data van Tabel 2.9.2: Vanuit welke schoolse situatie worden jongeren aangemeld bij hun eerste aanmelding, per regio schoolse situatie Asse-Halle- Vilvoorde Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams- Brabant Oost overige N totaal Problematisch afwezig 23 (22%) 22 (22%) 66 (31%) 12 (32%) 123 (27%) Tuchtprocedure lopend 11 (10%) 27 (27%) 35 (17%) 9 (24%) 82 (18%) Definitief uitgesloten 8 (8%) 4 (4%) 16 (8%) 4 (11%) 32 (7%) Niet ingeschreven 1(1%) 4 (4%) 7 (3%) 3 (8%) 15 (3%) NVT 56 (53%) 44 (44%) 116 (55%) 11 (30%) 227 (50%) De regio overige voert de rangschikking aan bij schoolse problematieken. Slechts 30% heeft daar geen ervaring mee. Problematische afwezigheden pieken ook in Vlaams-Brabant Oost. Tuchtprocedures komen het frequentst voor in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (27%). Opmerkelijk is dat in Asse-Halle-Vilvoorde slechts 10% van de aangemelde leerlingen geconfronteerd wordt met lopende tuchtprocedures. 26

27 Tabel : Verblijven de jongeren in een voorziening bij aanmelding? Voorziening mannelijk vrouwelijk Totaal de jongere verblijft in een voorziening BJB of VAPH 37 (12%) 44 (30%) 81 (18%) de jongere verblijft in een ziekenhuis 4 (1%) 3 (2%) 7 (2%) niet van toepassing 264 (87%) 101 (68%) 365 (81%) Totaal 305 (100%) 148 (100%) 453 (100%) Liefst 30% van de aangemelde meisjes verblijft in een voorziening BJB of VAPH tegenover slechts 12% van de jongens. Grafiek bij tabel : Procentueel aandeel van voorzieningen per geslacht meisjes jongens voorziening ziekenhuis 27

28 Tabel : Inventarisatie van vermelde voorzieningen BJB of VAPH instelling BJB of VAPH aantal Andere 14 De Wissel 13 Jongerencentrum Cidar 8 MFC Tonuso 7 Malpertuus 5 Monte Rosa 5 MPI Ave Regina 5 Sporen vzw 4 MPC Ter Bank 4 MPI Levenslust 4 t Pasrel 3 De Dam 2 OBC Espero 2 Minor N Dako 2 MPC Sint-Franciscus 1 Huize Sint-Vincentius 1 O.C. Huize Terloo 1 totaal 81 28

29 Tabel : Bestaan er verschillen tussen de regio s qua verblijf van jongeren in een voorziening? regio mannelijk vrouwelijk totaal Asse-Halle-Vilvoorde 6 van 81 2 van 25 8 van 106 (8%) Brussels Hoofdstedelijk Gewest 7 van 65 3 van van 99 (10%) Vlaams-Brabant Oost 13 van 138 (10%) 26 van 73 (36%) 39 van 211 (18%) overige 11 van van 16 (81%) 24 van 37 (65%) In Asse-Halle-Vilvoorde en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er meer jongens dan meisjes die in een voorziening verblijven. Vermits ook in de totale populatie ongeveer dubbel zoveel jongens als meisjes worden aangemeld, kan je stellen dat die verhouding ook in bovenstaande tabel weerspiegeld wordt. Heel anders ligt dat in Vlaams-Brabant Oost en in overige. Daar vinden we veel meer meisjes dan jongens die in een voorziening verblijven, zelfs in absolute aantallen. Is het aanbod aan voorzieningen voor meisjes in Vlaams-Brabant Oost veel groter? Als we bovendien het aandeel van bovenstaande groepen in de totale populatie bekijken, zie je al even grote verschillen tussen de regio s. Terwijl in Asse-Halle-Vilvoorde en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het percentage jongeren uit een voorziening 8 à 10 % bedraagt, loopt dat in Vlaams-Brabant Oost op tot 18%, maar dat is uitsluitend te wijten aan de meisjes met een percentage van 36%. In de categorie overige lopen die percentages verder op tot respectievelijk 65 en 81%. Dat laatste hoeft niet te verwonderen vermits een groot aantal aanmeldingen in deze subgroep precies vanuit een voorziening komt, zoals blijkt uit tabel 1.1. Grafiek bij tabel : Percentage jongeren in een voorziening in de verschillende regio s bij hun eerste aanmelding meisjes jongens Asse-H-V Bruusels H G Brabant Oost Overige 29

30 Hoofdstuk 3 : Vergelijking tussen 2 groepen: enerzijds de groep aangemelden die nooit een traject heeft gevolgd (= niet starten, N=100), anderzijds de groep die minimaal één traject heeft gevolgd (= starten, N=353) Sommige jongeren werden wel aangemeld, maar zijn in het schooljaar nooit gestart in een traject. De redenen daarvoor kunnen divers zijn en worden in punt 5 geïnventariseerd. NB: Indien de jongere meerdere trajecten heeft gevolgd, worden de gegevens van het eerste in de analyses betrokken. Omdat het bij de starters niet altijd om de eerste aanmelding gaat, kunnen de aantallen in de tabellen hier of daar lichtjes verschillen van die in punt 2. Tabel 3.1: Verhouding tussen starters en niet starters per geslacht geslacht niet starten starten totaal mannelijk 74 (24%) vrouwelijk 26 (18%) totaal 100 (22%) Bijna 80% van de aangemelde jongeren komt in een traject terecht, soms weliswaar na één of meer aanmeldingen die geen resultaat opleverden. Jongens hebben meer kans om niet in een begeleidingstraject te worden opgenomen dan meisjes. Tabel 3.2: Gemiddelde leeftijd van starters en niet starters per geslacht geslacht niet starten starten totaal mannelijk 15,7 15,9 15,9 vrouwelijk 16,0 16,0 16,0 Geen betekenisvolle verschillen op vlak van leeftijd bij beide groepen. 30

31 Tabel 3.3: Verhouding tussen starters en niet starters per onderwijstype onderwijstype niet starten starten Totaal BuSO 22 (36%) DBSO 5 (16%) OKAN Syntra 2 (29%) 5 7 Voltijds SO 71 (20%) Totaal 100 (22%) Leerlingen uit het BuSO hebben het duidelijk moeilijker om een aangepast begeleidingstraject te vinden dan hun collega s uit het gewone voltijdse SO. Grafiek bij tabel 3.3: Procentueel aantal niet starters per onderwijstype % niet starters BuSO DBSO Voltijds SO 31

32 Tabel 3.4: Verhouding tussen starters en niet-starters per leerjaar leerjaar niet starten starten totaal 1 8 (23%) (19%) (26%) (24%) (14%) (8%) andere 19 (24%) totaal 100(22%) NB: De rubriek andere in de tabel slaat voornamelijk op de leerlingen DBSO en Syntra waarvan het leerjaar onbekend is. Dat is ook voor enkele leerlingen uit het BuSO het geval. Oudere individuen (leerjaren 5 en 6) hebben duidelijk meer kans om in een traject in een SI te kunnen starten dan jongere leerlingen. Grafiek bij tabel 3.4: Procentueel aantal niet starters per leerjaar % niet starters lj 1 lj 2 lj 3 lj 4 lj 5 lj 6? 32

33 Tabel 3.5: Verhouding tussen starters en niet starters per onderwijsvorm onderwijsvorm niet starten starten totaal A-stroom 8 (21%) ASO 7 (26%) TSO 10 (17%) KSO 1 (14%) 6 7 B-stroom 14 (19%) BSO 24 (18%) nvt 36 (32%) totaal 100 (22%) In het gewone voltijds onderwijs komt een kwart van de aangemelde ASO leerlingen uiteindelijk bij de niet starters terecht terwijl dat voor de andere onderwijsvormen minder dan 20% is. 33

34 Tabel 3.6: Verhouding tussen starters en niet-starters per schoolse situatie schoolse situatie niet starten starten totaal Problematisch afwezig 29 (24%) Tuchtprocedure lopend 18 (22%) Definitief uitgesloten 11 (33%) Niet ingeschreven 4 (27%) NVT 41 (18%) NB: Het totaal is hier niet 225 omdat schoolse situaties in bepaalde gevallen samen voorkomen. Leerlingen die definitief uitgesloten zijn (33% niet-starters), die problematisch afwezig zijn (24%) of waar een tuchtprocedure lopend is (22%), hebben een grotere kans dat het niet tot een traject komt dan leerlingen bij wie zulke problematieken ontbreken in de schoolse situatie (18% niet-starters). Grafiek bij tabel 3.6: Procentueel aantal niet starters per schoolse situatie % niet starters

35 Tabel 3.7: Verhouding tussen starters en niet-starters per voorziening naam voorziening niet starten starten totaal de jongere verblijft in een voorziening BJB of VAPH 20 (24%) de jongere verblijft in een ziekenhuis 2 (29%) 5 7 niet van toepassing 78 (21%) totaal 100 (22%) Jongeren die bij hun aanmelding verblijven in een voorziening of opgenomen zijn in een ziekenhuis hebben een iets grotere kans om nooit in een traject te (kunnen) stappen. 35

36 Hoofdstuk 4 : Analyses van alle opgenomen trajecten (N=390) Tabel Door welke aanbieders worden die trajecten opgenomen? NB: Zie ook tabel 1.5 aanbieder SI aantal % Arktos Hergo 5 1 Arktos KTO De wereld van Indra 8 2 Groep Intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde 6 2 Groep Intro - LTO Halle 9 2 Klik Koïnoor KTO 35 9 Koïnoor LTO 20 5 Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde 17 4 Netwerk Leerrecht Brussel Netwerk Leerrecht Leuven Reisburo 24 6 Roulot 25 6 Steunpunt Groene Zorg 4 1 Time-out Brussel - KTO 16 4 Time-out Brussel - LTO 27 7 totaal Netwerk Leerrecht neemt ongeveer 30% van de trajecten voor zijn rekening; Koïnoor en Arktos elk ongeveer 15%. Alle andere aanbieders blijven beneden de grens van10%. NB: Steunpunt Groene Zorg staat in voor 1% (4 trajecten via rechtstreekse aanmelding). Zoals eerder vermeld bij tabel 1.5 hebben zij tevens 22 extra leerlingen begeleid die onrechtstreeks bij hen zijn terecht gekomen (namelijk via Klik, de Netwerken Leerrecht en Roulot). Deze 22 leerlingen zijn in deze tabel niet terug te vinden onder Steunpunt Groene Zorg. Deze studie inventariseert de werking van het Meldpunt als draaischijf en dus wordt de bestemming vanuit de werking van de draaischijffunctie opgenomen. 36

37 Tabel Verdeling van de trajecten over de regio s regio aantal % Asse-Halle-Vilvoorde Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Oost overige 27 7 totaal Vlaams-Brabant Oost is goed voor de helft van de trajecten, Asse-Halle-Vilvoorde en Brussels Hoofdstedelijk Gewest respectievelijk voor een kwart en een vijfde. Grafiek bij tabel Procentuele verdeling van de trajecten over de regio s % trajecten Asse H V Brussels H G Brabant Oost Overige 37

38 Tabel 4.2: Details van de gelopen trajecten per aanbieder De verschillende aanbieders van SI s hebben zelf opgelijst van welke dagbestedingen ze allemaal gebruik maken. Ze hebben ook zelf via de opvolgingsfiche (cfr bijlage 2) aan het Meldpunt gerapporteerd welke jongere van welke dagbesteding gebruik heeft gemaakt. Arktos Hergo, Arktos KTO, Groep intro en Time-out Brussel-Hergo maken geen gebruik van verschillende vormen van dagbesteding. Deze leerlingen gaan meestal nog naar school tijdens hun SI. Daarom zijn deze aanbieders niet opgenomen in onderstaande detailanalyses. NB: Met combinatie met onderwijs wordt bedoeld dat de leerling minimum een halve dag per week naar school ging en bezig was met school/leerstof : De wereld van Indra aantal Voltijdse Deeltijdse Toeleiding naar Andere dagbesteding dagbesteding onderwijs 4 X 2 X 1 X 1 X Tot: De helft van de jongeren kreeg hier een deeltijdse dagbesteding, een kwart een voltijdse. 38

39 4.2.2 : Klik aantal Combinatie met Leerplek binnen Leerplek in Zorgboerderij Andere Geen onderwijs een bedrijf een vzw 12 X 6 X 4 X 3 X 3 X X 3 X 2 X X 2 X X 1 X X 1 X X 1 X X X 1 X X X Tot: Bijna de helft (18 van de 39) kwam terecht in een leerplek in een VZW en een kwart in een leerplek binnen een bedrijf. Een kwart van alle Klik leerlingen kreeg een combinatie van 2 of zelfs 3 dagbestedingen. 39

40 4.2.3 : Koïnoor KTO aantal Combinatie met Deelname Geen onderwijs vormingsprogramma 22 X 12 X X 1 X Tot: Iedereen nam hier deel aan het vormingsprogramma van Koïnoor zelf, voor één derde van hen in combinatie met onderwijs : Koïnoor LTO aantal Combinatie met onderwijs Deelname vormingsprogramma 14 X X 6 X Tot: Zelfde beeld als bij Koïnoor KTO, maar hier komt de combinatie met onderwijs voor bij 70% van de trajecten. 40

41 4.2.5 : Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde aantal Leerplek binnen een bedrijf Leerplek in een vzw Zorgboerderij Geen 8 X 4 X 3 X 1 X X 1 X Tot: De helft van de trajecten wordt gekenmerkt door dagbesteding in een leerplek binnen een bedrijf, een kwart in een VZW of een Zorgboerderij : Netwerk Leerrecht Brussel aantal Combinatie Leerplek binnen Leerplek in Zorgboerderij Andere Geen met onderwijs een bedrijf een vzw 11 X 6 X X 4 X 4 X X 3 X 3 X 3 X 2 X X 1 X X 1 X X X 1 X X Tot: Meest voorkomend zijn hier dagbestedingen in combinatie met onderwijs, maar vooral leerplekken binnen een bedrijf. In 15 van de 39 trajecten is sprake van een combinatie van 2 of meer dagbestedingen. 41

42 4.2.7 : Netwerk Leerrecht Leuven aantal Combinatie met onderwijs Leerplek binnen een bedrijf Leerplek in een vzw Equicanis Kookatelier Cidar Multi-media Club Radick Rizsas Zorgboerderij Andere 8 X 8 X 5 X X 5 X 4 X 4 X 3 X X 3 X X 2 X X 2 X X X X 1 X X X X X 1 X X X 1 X X X 1 X X X X 1 X X X X 1 X X 1 X 1 X X 1 X X X X X 1 X X 1 X X 1 X X X 1 X X X X 1 X X X X 1 X X X X 1 X X 1 X X X 1 X X 1 X X 1 X X X X X 1 X X 1 X Geen Tot: We krijgen hier een zeer versnipperd beeld omwille van de grote diversiteit in dagbestedingen, maar ook en vooral omwille van de grote diversiteit in combinaties van dagbestedingen, combinaties die hier in 60% van de trajecten voorkomen. 42

43 25 van de 66 jongeren vinden een leerplek in een VZW, maar in 21 gevallen wel in combinatie met één of meer andere dagbestedingen, waaronder vooral onderwijs (10 keer). Op nummer 2 staat precies die combinatie met onderwijs in 19 trajecten, in 14 gevallen gecombineerd met één of meer andere dagbestedingen. Op nummer 3 vinden we Riszas terug met 18 vermeldingen, waarvan 10 in combinatie met andere. Bij de 15 trajecten die Radick als dagbesteding vermelden is altijd een combinatie met andere dagbesteding(en) aanwezig. Alleen de dagbesteding leerplek binnen een bedrijf gaat tegen de combinatietrend in. 8 van de 13 trajecten verloopt niet in combinatie : Reisburo aantal Combinatie Leerplek binnen Leerplek in Reis onder Zorgboerderij Andere met onderwijs een bedrijf een vzw begeleiding 5 X 4 X X 3 X 2 X 2 X X 2 X 1 X X 1 X X 1 X X 1 X X 1 X X X 1 X X Tot: Twee dagbestedingen springen er uit: Leerplek binnen een bedrijf (N=14) en Reis onder begeleiding (N=8). Trajecten met één en trajecten met meer dan één dagbesteding houden elkaar mooi in evenwicht (elk 12 op 24) : Roulot aantal Combinatie met onderwijs Individueel traject 24 X 1 X X Tot: Iedereen krijgt hier een individueel traject, slechts in één geval in combinatie met onderwijs. 43

44 : Time-Out Brussel KTO aantal Combinatie met Geen Hergo 2 X 14 X Tot: In 14 van de 16 trajecten is er geen melding van een combinatie met Hergo : Time-Out Brussel LTO aantal Geen 27 X Nagenoeg identieke situatie vergeleken met Time-Out Brussel KTO. Hier is geen enkel traject verlopen in combinatie met Hergo. 44

45 : Steunpunt Groene Zorg aantal Combinatie zorgboer en Geen onderwijs 2 X 2 X Tot: In 2 van de 4 trajecten is er sprake van combinatie zorgboer en onderwijs. Hoeveel jongeren komen uiteindelijk in Steunpunt Groene Zorg terecht? Naast bovenstaande 4 leerlingen die via een rechtstreekse aanmelding een traject bij een zorgboer doorlopen, blijkt uit bovenstaande tabellen dat zowel Klik (N=5), de diverse Netwerken Leerrecht (N=12) als Reisburo (N=5) beroep doen op Groene Zorg. In de praktijk betekent dit dat de trajectbegeleiding aangeboden wordt door bovenstaande aanbieders voor SI, terwijl de jongere voor de dagbesteding terecht kan bij de zorgboer. Voor deze 4 leerlingen staat de CLB-medewerker in principe zelf in voor de trajectbegeleiding. Hier wordt soms voor gekozen omdat de begeleiding specifieke competenties vereist (bijvoorbeeld leerlingen met ASS) of omdat de Netwerken Leerrecht volzet zijn. Welke zijn de kenmerken van de jongeren die via een andere aanbieder bij een zorgboer terechtkomen? Het gaat om 22 leerlingen, waarvan 16 jongens en 6 meisjes. Jongens zijn hier dus oververtegenwoordigd. Qua leeftijd zijn deze leerlingen iets jonger dan de totale groep. Het gemiddelde bedraagt 15,0 jaar met een standaarddeviatie van 0,94. (vergelijk met 15,9 en 1,6 voor de hele populatie). 16 jongeren komen uit het gewoon voltijds SO, waarvan 8 uit de B-stroom/BSO. Ook de 4 leerlingen die rechtstreeks bij de zorgboer werden aangemeld komen uit het gewone voltijdse onderwijs. 6 leerlingen uit het BuSO. Met 6 op 26 (=23%) is het BuSO dus oververtegenwoordigd want in de totale populatie halen ze slechts 13%. De verwachting dat er bij de zorgboer voornamelijk leerlingen uit het BuSO terechtkomen omdat de meesten onder hen minder verbale en intellectuele capaciteiten zouden hebben, wat hen meer naar handenarbeid zou oriënteren, wordt hier dus slechts ten dele bevestigd; een conclusie die identiek is met die van vorig schooljaar. 45

46 Tabel 4.3: Bestaat er een verband tussen de herkomst (onderwijstype) van de jongere en de aanbieder waar hij of zij uiteindelijk terecht komt? aanbieder SI BuSO DBSO OKAN Syntra Voltijds SO totaal Arktos Hergo Arktos KTO 1 49 (98%) 50 De wereld van Indra Groep Intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde Groep Intro - LTO Halle Klik (90%) 39 Koïnoor KTO (91%) 35 Koïnoor LTO Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde Netwerk Leerrecht Brussel 3 10 (25%) Netwerk Leerrecht Leuven 19 (29%) Reisburo 2 5 (21%) Roulot Steunpunt Groene Zorg 4 4 Time-out Brussel - KTO 1 15 (94%) 16 Time-out Brussel - LTO Hier vinden we zeer opvallende verschillen tussen de diverse aanbieders. Een aantal rekruteert meer dan 90% van hun gasten uit het gewone voltijdse secundair onderwijs. Dat is meer bepaald het geval voor Arktos KTO, Klik, Koïnoor KTO en Time-out Brussel - KTO. Even opvallend zijn de 19 BuSO leerlingen die terecht komen bij Netwerk Leerrecht Leuven. Tenslotte komt meer dan 20% van de populaties van Netwerk Leerrecht Brussel en van Reisburo uit het DBSO. 46

47 Tabel 4.4.1: Gemiddelde duur (in kalenderdagen) van het traject per aanbieder per geslacht aanbieder SI mannelijk vrouwelijk totale groep Arktos Hergo Arktos KTO De wereld van Indra Groep Intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde Groep Intro - LTO Halle Klik Koïnoor KTO Koïnoor LTO Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde Netwerk Leerrecht Brussel Netwerk Leerrecht Leuven Reisburo Roulot Steunpunt Groene Zorg 6 6 Time-out Brussel - KTO Time-out Brussel - LTO We constateren grote verschillen tussen de aanbieders qua duur van het traject: De trajecten bij Netwerk Leerrecht en Reisburo duren het langst (gemiddeld 3 maanden of meer). De logica wordt wel gerespecteerd: overal duren KTO s minder lang dan LTO s. Het feit dat de vastgestelde duur van korte en lange time-out niet overeenstemt met de voorziene duur (2 versus 6 weken) illustreert de nood aan een systeem van meer flexibele inzet van een time-out. Gemiddeld genomen zijn de sekseverschillen uiterst gering. Bij de jongens ligt de gemiddelde duur op 57 dagen, bij de meisjes op 54. Die laatsten vertonen dan weer een iets grotere spreiding: een standaarddeviatie van 35 bij de meisjes tegenover 31 bij de jongens. NB 1: In de cijfers is geen rekening gehouden met de schoolvakanties tijdens het schooljaar (herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie). De reële duur van sommige trajecten moet dus verminderd worden met 1 à 2 weken. NB 2: Bovendien is er niet altijd sprake van een voltijdse dagbesteding of van aaneengesloten dagen binnen de begeleiding. 47

48 Tabel 4.4.2: Gemiddelde duur (in kalenderdagen) van het traject per regio regio mannelijk vrouwelijk totale groep Asse-Halle-Vilvoorde Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams-Brabant Oost overige Al bij al minieme verschillen tussen de regio s en tussen de geslachten. Tabel 4.5: Voortijdig stopzetten van het traject per geslacht geslacht N stopgezet N begonnen mannelijk 71 (28%) 252 vrouwelijk 33 (25%) 133 totaal 104 (27%) 385 Meer dan een kwart van de opgestarte projecten wordt voortijdig stopgezet, iets meer bij jongens dan bij meisjes maar de verschillen tussen beide geslachten zijn met zo n 3% niet groot. 48

49 Tabel 4.6: Voortijdig stopzetten van het traject per aanbieder aanbieder SI N stopgezet N begonnen Arktos Hergo 0 5 Arktos KTO 1 (2%) 50 De wereld van Indra 1 8 Groep Intro LTO Asse-Halle-Vilvoorde 0 6 Groep Intro - LTO Halle 1 9 Klik 16 (41%) 39 Koïnoor KTO 5 (14%) 35 Koïnoor LTO 0 (0%) 20 Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde 5 (29%) 17 Netwerk Leerrecht Brussel 22 (56%) 39 Netwerk Leerrecht Leuven 25 (38%) 66 Reisburo 13 (54%) 24 Roulot 6 (24%) 25 Steunpunt Groene Zorg 4 4 Time-out Brussel - KTO 1 (6%) 16 Time-out Brussel - LTO 6 (22%) 27 totaal 106 (27%) 390 NB: Het totaal is hier 106 en niet 104 zoals in voorgaande tabel omdat hier 2 trajecten voortijdig worden stopgezet die door 2 aanbieders tegelijk waren opgenomen. De percentages lopen sterk uit elkaar. Bij sommige aanbieders wordt geen enkel traject voortijdig afgebroken (Koïnoor LTO bijvoorbeeld, terwijl dat bij Netwerk Leerrecht Brussel oploopt tot 56%. Ook Reisburo met 54% en Klik met 41% noteren extreem hoge percentages voortijdig beëindigde begeleidingstrajecten. Merkwaardig is ook dat alle 4 trajecten die via rechtstreekse aanmelding van start gingen in Steunpunt Groene Zorg, voortijdig werden stopgezet, gemiddeld al na 6 dagen zoals af te lezen is in tabel Als we bij de aanbieders navragen welke de oorzaken zijn van dat vroegtijdig stopzetten, wordt in het overgrote deel van de gevallen verwezen naar hindernissen bij de cliënt zelf, zoals verder blijkt uit tabel 4.8. Merkwaardig is dan dat die hindernissen blijkbaar geconcentreerd zitten bij een aantal aanbieders, en helemaal niet of bijna niet bij andere. Is het inderdaad zo dat bijvoorbeeld de Netwerken Leerrecht systematisch te maken krijgen met leerlingen met de zwaarste problematieken waar het risico op voortijdig afhaken groter is dan elders, of is hier toch sprake van een probleem van afstemming tussen vraag en aanbod bij een aantal aanbieders, van een verschil in wederzijdse verwachtingen, van onvoldoende wederzijdse informatie? Misschien is het nuttig om in de toekomst ook bij de cliënten de reden van een vroegtijdig stopzetten te inventariseren. 49

50 Tabel 4.7: Voortijdig stopzetten van het traject per regio regio N stopgezet N begonnen Asse-Halle-Vilvoorde 19 (20%) 94 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 25 (32%) 79 Vlaams-Brabant Oost 53 (28%) 190 overige 9 (33%) 27 totaal 106 (27%) 390 Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Overige noteren de hoogste percentages met één derde vroegtijdig afgebroken trajecten. In Asse-Halle-Vilvoorde is dat aandeel slechts 1 op 5. Grafiek bij tabel 4.7: Procentueel aantal voortijdig stopgezette trajecten per regio % stopgezet Asse H V Brussels H G Brabant Oost Overige 50

51 Tabel 4.8: Oorzaken van het voortijdig afbreken van een traject De oorzaken zoals opgenomen in het aanmeldingsformulier kunnen we zinvol clusteren in onderstaande 4 groepen. Ook de 12 oorzaken vernoemd bij andere hebben we in diezelfde clusters ondergebracht. Oorzaken vroegtijdig afbreken aantal % heraansluiting bij onderwijs 16 12% Onmiddellijk herstel van de werkbare verbinding tussen 8 leerling en school Schoolverandering 7 andere 1 geen gepast aanbod/geen plaats 14 10% Advies om een andere vorm van hulpverlening op te 8 starten Doorverwijzing naar een ander schoolextern initiatief 3 andere 3 hindernissen bij cliënt % Geen bereidheid bij jongere 50 Geen bereidheid bij ouder(s) 8 Maatregel Bijzondere Jeugdzorg 11 Omwille van mobiliteitsproblemen 1 Opname psychiatrie 7 Te ver gevorderde problematiek 20 andere 8 totaal % In totaal worden 135 oorzaken vermeld bij het vroegtijdig stopzetten van 106 begeleidingstrajecten. Hindernissen bij de cliënt zijn volgens de aanbieders in 80% van de gevallen (mede)oorzaak van het afbreken van de begeleiding. Koploper in 50 van de 108 gevallen is gebrek aan motivatie en bereidheid bij de jongere. 20 keer is sprake van een te ver gevorderde problematiek. Ook hier stelt zich dus weer de vraag naar wederzijdse afstemming en geïnformeerde toeleiding naar zo n begeleidingstraject. De vraag is dan hoe we in de toekomst nog meer kunnen inzetten op de afstemming van verwachtingen van alle betrokken partijen (cliënt, aanbieder én CLB er). We moeten wel aanstippen dat vroegtijdig stoppen niet altijd als een negatief gegeven moet worden beschouwd. Het komt bijvoorbeeld 8 keer voor dat de werkbare verbinding tussen school en leerling snel wordt hersteld en ook afbreken omwille van een doorverwijzing naar een andere vorm van hulpverlening of omwille van een Maatregel Bijzondere Jeugdzorg kan positief geïnterpreteerd worden. 51

52 Tabel 4.9: Leerplichtig bij einde van traject? geslacht aantal leerplichtig totaal aantal mannelijk 233 (92%) 252 vrouwelijk 118 (89%) 133 totaal 351 (91%) % van de leerlingen is nog leerplichtig op het moment dat ze de schoolexterne interventie weer verlaten. Tabel 4.10: Nieuwe dagbesteding na het traject dagbesteding Tijdens het schooljaar Op het einde van het schooljaar onderwijsperspectief 200 (68%) 116 (81%) Andere opleiding 5 7 Huisonderwijs 3 Leren en werken Schools perspectief 55 Voltijds dagonderwijs Arbeidsperspectief 13 (4%) 8 (6%) Werk 1 2 Werkzoekend 12 6 Begeleidingsperspectief 35 (12%) 4 (3%) Naar een andere aanbieder van SI 12 Nieuwe aanmelding voor de leerling 1 (komen terug) Opname psychiatrie 9 1 Maatregel bijzondere jeugdzorg 14 2 Overige 44 (15%) 15 (10%) Geen school en geen arbeid 15 Geen schools perspectief 2 Niet schoolgaand 15 Onbekend totaal 292 (100%) 143 (100%) 52

53 Voor de 282 trajecten (zie tabel 4.11) die eindigden in de loop van het schooljaar worden 292 nieuwe dagbestedingen vermeld, voor de 103 trajecten op het einde van het schooljaar zijn dat 143 vermeldingen. Vooral op het einde van het schooljaar geven de aanbieders regelmatig meer dan één mogelijke nieuwe dagbesteding voor de jongere in kwestie. Het onderwijsperspectief staat op beide momenten stevig vooraan, respectievelijk met 68 en 81% van de vermeldingen. Tijdens het schooljaar komen 12% vermeldingen voor die verwijzen naar een verder te zetten begeleidingsperspectief. Omdat bij 2 of meer vermeldingen van nieuwe dagbestedingen bij het einde van één bepaald traject die vermeldingen in de grote meerderheid van de gevallen in dezelfde cluster ondergebracht kunnen worden (bijvoorbeeld schools perspectief én voltijds dagonderwijs als vermeldingen), kunnen we in onderstaande tabel nauwkeuriger nagaan welke cluster dominant vermeld is bij elk traject. Tabel 4.11: Nieuwe dagbesteding na het traject bis dagbesteding Tijdens het schooljaar Op het einde van het schooljaar onderwijsperspectief 200 (71%) 79 (77%) Arbeidsperspectief 9 (3%) 8 (6%) Begeleidingsperspectief 33 (12%) 2 (2%) Overige 40 (14%) 14 (14%) totaal 282(100%) 103 (100%) De tendensen zijn natuurlijk identiek met die in tabel 4.11: onderwijsperspectief is dominant maar de verschillen tussen beide momenten van het schooljaar worden kleiner; arbeidsperspectief komt meer op de voorgrond op het einde van het schooljaar, terwijl dat voor het begeleidingsperspectief net omgekeerd is. Geslachtsverschillen zijn niet prominent aanwezig zoals blijkt uit tabel Bij navraag naar de nieuwe dagbesteding tijdens het schooljaar krijgen meer meisjes dan jongens de vermelding van een nood aan een verder begeleidingsperspectief (17% van de vermeldingen bij de meisjes tegenover 10% bij de jongens) 53

54 Grafiek bij tabel 4.11: Procentueel aantal nieuwe dagbestedingen na het traject tijdens en op het einde van het schooljaar tijdens SJ einde SJ onderwijs arbeid begeleiding overige Tabel 4.12: Nieuwe dagbesteding na het traject per geslacht nieuwe dagbesteding tijdens SJ mannelijk vrouwelijk onderwijsperspectief arbeidsperspectief 9 4 begeleidingsperspectief 19 (10%) 16 (17%) overige totaal nieuwe dagbesteding einde SJ mannelijk vrouwelijk onderwijsperspectief arbeidsperspectief 7 1 begeleidingsperspectief 3 1 overige 8 7 totaal

55 Tabel 4.13: Aantal trajecten waarbij hulpverlening is betrokken per geslacht geslacht N hulpverlening N trajecten mannelijk 106 (42%) 252 vrouwelijk 81 (61%) 133 totaal 187 (49%) 385 In de helft van gevallen was er tijdens het begeleidingstraject hulpverlening betrokken. Opvallend is dat dat percentage bij de meisjes (61%) een stuk hoger ligt dan bij de jongens (42%). Grafiek bij tabel 4.13: Procentueel aantal hulpverleningen per geslacht % hulpverlening jongens meisjes 55

56 Tabel 4.14: Om welke vormen van hulpverlening gaat het? aantal Comité voor Jeugdrechtbank Andere Onbekend Bijzondere Jeugdzorg 2 X 73 X 28 X 49 X X 22 X 12 X X 1 X X totaal We krijgen 249 vermeldingen van hulpverlening voor de 187 trajecten, zodat we heel wat combinaties in tabel 4.15 krijgen. De meerderheid valt onder de noemer andere met 134 vermeldingen. Qua interpretatie schieten we daar niet veel mee op. Die moeten dus weer geclusterd worden tot een beperkt aantal categorieën, zodat we een tabel krijgen die inhoudelijk meer body krijgt. 56

57 Tabel 4.15: Inventaris van rubriek andere uit tabel 4.14 aantal verkenning andere clustering 17 (kinder)psychiater (kinder)psychiater 14 (kinder)psycholoog (kinder)psycholoog 1 t pasrel OOOC 1 ALBA brede werkveld van de jeugdzorg 1 alternatieve therapie therapie 1 auticoach auticoach 3 ave regina MPI 2 BC Capelderij MFC 1 begeleiding vanuit een OBC OBC 1 bemiddelingsdienst bemiddelingsdienst 1 CBJ of JRB (onbekend welke) CBJ of JRB 17 CGG CGG 11 Cidar OOOC 1 dagkliniek MPK dagkliniek 1 De Dam Begeleidingshuis 2 de kade Psychiatrie 4 de wissel Begeleidingshuis 1 Drugpreventieprogramma CGG CGG 2 expertisecentrum Autisme Expertisecentrum Autisme 2 gambas Gemeenschapsdienst 1 GHB Ziekenhuis 3 Gon-begeleiding Gon-begeleiding 1 Huize Sint Vincentius, kamertraining Kamertraining 1 huize ter loo OC 1 instelling BJB Voorziening BJB 2 JAC JAC 1 jeugdpsychiatrie uz jette Kinderpsychiatrie 2 KITT-team Kinderpsychiatrisch thuisteam 1 Kortverblijf Kade psychiatrie 1 levenslust, thuisbegeleiding thuisbegeleiding 1 liraz (psychotherapeutisch centrum) Psychotherapeutisch centrum 1 MFC het zij-huis MFC 3 MFC Traject MFC 2 monte rosa Begeleidingstehuis 2 MPC Ter Bank ambulante begeleiding MPC (medisch pedagogisch centrum) 4 MPK Kinderpsychiatrie 3 OBC Espero OBC 6 Paika Psychiatrie 2 psychiatrie psychiatrie 1 soc dienst politie sociale dienst politie 3 sporen MFC 57

58 4 switch begeleidingsinitiatief in de BJB 1 ter wende OBC 7 thuisbegeleiding Thuisbegeleiding 1 thuisbegeleiding Amber Thuisbegeleidingsdienst 1 thuisbegeleiding ave regina Thuisbegeleidingsdienst 4 VAPH VAPH 1 vaph thuisbegeleiding Thuisbegeleiding 1 VAPH-voorziening (Ter Bank) MPC 2 VK vertrouwens centrum kindermishandeling 5 voorziening bijzondere jeugdzorg Voorziening BJB 2 vrindt Vroege detectie en interventie bij psychiatrische stoornissen 1 vzw sporen: DTL thuisbegeleiding 58

59 Tabel 4.16: inventaris van alle vermelde hulpverleningsinstanties na clustering hulpverleningsinstanties aantal Jeugdrechtbank 79 Comité voor Bijzondere Jeugdzorg 36 (Kinder)psychiatrie 20 CGG 18 Psychiater (privé) 17 Psycholoog (privé) 13 OOOC 12 Thuisbegeleiding 11 MFC (multifunctioneel centrum) 10 Begeleidingshuis 7 Voorziening BJB 6 OBC (observatie en behandelingscentrum) 5 VAPH 4 Begeleidingsinitiatief in de Bijzondere Jeugdbijstand 4 Gon-begeleiding 3 MPI (medisch pedagogisch instituut) 3 MPC (medisch pedagogisch centrum) 3 JAC 2 Onbekend 2 Gemeenschapsdienst 2 Expertisecentrum Autisme 2 Leuvens vroegtijdig interventie team 1 Ziekenhuis 1 Kamertraining 1 OC (Orthopedagogisch centrum) 1 Psychotherapeutisch centrum 1 Sociale dienst Politie 1 Bemiddelingsdienst 1 VK (Vertrouwensartsencentrum Kindermishandeling) 1 59

60 Tabel 4.17: Bestaat er een verband tussen al dan niet extra hulpverlening en al dan niet vroegtijdig stoppen? hulpverlening vroegtijdig niet vroegtijdig totaal wel 66 (35%) (100%) niet 38 (19%) (100%) totaal 104 (27%) (100%) Er is een duidelijk verband tussen beide variabelen. Leerlingen die tijdens het traject nog externe begeleiding kregen haken toch sneller af dan diegenen voor wie geen extra hulpverlening is voorzien. Hoe te interpreteren? Beide groepen zullen qua zwaarte van problematiek natuurlijk niet zomaar gelijkgesteld kunnen worden. Het is aannemelijk dat de groep met extra hulpverlening kampt met grotere problemen dan de anderen. Het is even aannemelijk dat het voor de aanbieders moeilijker is om een cliënt aan boord te houden naarmate de problematiek zwaarder is. Vanuit die optiek is bovenstaand verband niet onlogisch. Het zou dus kunnen dat het verschil tussen vroegtijdig en niet vroegtijdig afhaken nog groter zou zijn indien de groep die nu extra hulpverlening krijgt, die niet zou hebben gekregen. Maar om die bewering hard te kunnen maken ontbreken de nodige gegevens. Grafiek bij tabel 4.15: Verband tussen al dan niet extra hulpverlening en voortijdig stopgezette trajecten % voortijdig stopgezet wel hulp geen hulp 60

61 Hoofdstuk 5 : Analyse van alle niet opgenomen trajecten (N=147) Tabel 5.1.1: Bij welke aanbieder SI zijn deze 147 niet opgenomen trajecten origineel aangemeld? aanbieder SI niet opgenomen totaal aanmeldingen opgenomen Arktos Hergo Arktos KTO 6 (11%) De wereld van Indra 3 (27%) 8 11 Groep intro - LTO Asse-Halle-Vilvoorde 6 (50%) 6 12 Groep intro - LTO Halle 8 (47%) 9 17 Klik 1 (2%) Koïnoor KTO 10 (26%) Koïnoor LTO 6 (20%) Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde 23 (58%) Netwerk Leerrecht Brussel 8 (18%) Netwerk Leerrecht Leuven 37 (38%) Reisburo 14 (32%) Roulot 5 (29%) Steunpunt Groene Zorg 7 (64%) 4 11 Time Out Brussel - KTO 2 (12%) Time Out Brussel - LTO 5 (15%) Twijfelgevalmelding 6 (40%) 9 15 Totaal 147 (28%) (100%) 28% van de aanmeldingen wordt niet opgenomen. Ook hier behoorlijk grote verschillen tussen de diverse aanbieders. De niet opgenomen aanmeldingen variëren van 2% (Klik) tot 64% (Steunpunt Groene Zorg). 61

62 Tabel 5.1.2: In welke regio worden de niet opgenomen trajecten origineel aangemeld? regio niet opgenomen opgenomen totaal aanmeldingen Asse-Halle-Vilvoorde 31 (25%) Brussels Hoofdstedelijk Gewest 25 (24%) Vlaams-Brabant Oost 80 (30%) overige 11 (29%) totaal 147 (28%) De verschillen tussen de regio s zijn heel wat kleiner dan die tussen de aanbieders. Met 30% niet opgenomen trajecten scoort Vlaams-Brabant Oost net even hoog als het voorgaande schooljaar. Tabel 5.2: Bestaat er een verband tussen de periode van aanmelding en het al dan niet opnemen daarvan? periode aanmelding niet opgenomen opgenomen aantal aanmeldingen Trimester 1 37 (20%) / (0%) / (15%) / (25%) / (18%) / (24%) Trimester 2 62 (28%) / (31%) / (16%) / (32%) Trimester 3 48 (39%) / (40%) / (38%) / (29%) 5 7 totaal 147 (28%) In de loop van het tweede trimester lopen 219 aanmeldingen binnen, dat is 42% van de 532 aanmeldingen over een heel schooljaar, met maart als absolute topmaand met 115 aanmeldingen. Hoewel het eerste trimester een maand meer telt ligt het aantal aanmeldingen daar lager dan in het tweede trimester. 62

63 Naar het einde van het schooljaar toe zijn april en mei nog druk, maar in juni valt dat aantal terug tot amper 7. In de loop van het schooljaar loopt het aantal niet opgenomen aanmeldingen gestaag op. In het derde trimester van het schooljaar worden 48 van de 124 aanmeldingen niet opgenomen (39%). Vergelijk dit met het eerste trimester waar 37 aanmeldingen niet worden opgenomen op een totaal van 189 (20%). Deze 39% in het derde trimester is zelfs een onderschatting. De CLB-medewerkers weten immers dat sommige aanbieders van SI in die periode hun maximum capaciteit hebben bereikt (vb. LTO is opgebruikt), dat sommige aanbieders van SI reeds gestart zijn met een wachtlijst in de loop van dit trimester of dat bepaalde aanbieders volzet zijn tot einde schooljaar. CLB ers zullen hun vraag daarom formuleren richting een andere aanbieder of zelfs geen aanmelding meer doen voor de leerling in kwestie. Grafiek bij tabel 5.2: Procentueel niet opgenomen aanmeldingen per trimester % niet opgenomen trim 1 trim 2 trim 3 63

64 Tabel 5.3.1: Oorzaken van het niet opnemen van een traject per geslacht oorzaak niet opname mannelijk vrouwelijk N totaal Advies om een andere vorm van hulpverlening op te starten Andere Doorverwijzing naar een ander schoolextern initiatief Doorverwijzing naar hetzelfde schoolextern 1 1 initiatief in een andere regio Geen bereidheid bij jongere Geen bereidheid bij ouder(s) Maatregel Bijzondere Jeugdzorg Omwille van mobiliteitsproblemen 4 4 Onmiddellijk herstel van de werkbare verbinding tussen leerling en school Opname psychiatrie Plaatsgebrek Schoolverandering Te ver gevorderde problematiek totaal NB: Het N totaal in de tabel is niet 147 omdat in een aantal gevallen 2 of meer oorzaken worden aangegeven. Om bovenstaande tabel zinvol te kunnen interpreteren moeten we de rubriek die met 37 vermeldingen het frequentst voorkomt, m.n. andere, verder verkennen. We clusteren die gegevens in 5 categorieën: m.n. Heraansluiting bij onderwijs Geen plaats Hindernissen bij cliënt Geen gepast aanbod Overige Het resultaat is te vinden in tabel Vervolgens groeperen we de overige oorzaken van niet opname die in tabel zijn opgenomen in dezelfde 4 categorieën. De synthese van beide operaties resulteert in tabel

65 Tabel Inventarisering van andere reden uit voorgaande tabel cluster andere reden aanbod Bij contactname met clb was er ook al contact gelegd met Klik, die het dossier dan verder heeft opgevolgd aanbod Bij contactname met clb was er ook al contact gelegd met Klik, die het dossier dan verder heeft opgevolgd aanbod geen aanbod voor deze leerling aanbod geen geschikt aanbod gevonden aanbod nl. opstart crisishulp aan huis Mechelen die zelf traject bij zorgboer geregeld hebben, aanbod OBC wenst de overgang naar Tander te voorzien in eigen voorziening aanbod op moment van contact name met het clb bleek de begeleiding al opgestart door klik aanbod owv leeftijd jongere enkel zorgboerderij mogelijk: geen geschikte zorgboerderij gevonden aanbod werd al door Roulot begeleid via studio 3 van Sporen! overige door vervanging CLB-er verstoorde communicatie. overige geen bereidheid bij de school overige RT is afgezegd door CLB voor onbekende reden overige RT niet doorgegaan overige school start tuchtprocedure op cliënt 18+ cliënt 18+ cliënt 18+ cliënt bijna 18+ cliënt definitieve uitwijzing cliënt Geen intake door afwezigheden cliënt huisonderwijs cliënt Leerling niet kunnen intaken door vele afwezigheden cliënt Leerling valt buiten werkingsgebied cliënt liepen 2 schooljaren geleden ook al begeleiding bij WVI. Het einde van die begeleiding voelde voor ons aan als we hebben ons maximum bereikt cliënt liepen 2 schooljaren geleden ook al begeleiding bij WVI. Het einde van die begeleiding voelde voor ons aan als we hebben ons maximum bereikt cliënt mama bleek niet contacteerbaar te zijn voor de school/clb cliënt teruggetrokken vraag cliënt verblijft momenteel buiten de regio cliënt Vlak na de aanmelding werd de jongere 18, er was te weinig tijd om nog iets op te starten, beperkte motivatie bij de jongere cliënt ziekte 65

66 cliënt cliënt onderwijs onderwijs onderwijs plaats plaats ziektebriefje psychiater zwangerschap aanvraag werd ingetrokken door de school omwille van de voltijdse leerplicht, de school kan de dagbesteding uiteindelijk helemaal zelf invullen school kiest voor andere zorg (binnen de school) geen beschikbare zorgboerderij meer in die regio geen beschikbare zorgboerderij meer in die regio 66

67 Tabel 5.3.3: Clusters van oorzaken van het niet opnemen van een traject per geslacht label mannelijk vrouwelijk N totaal heraansluiting bij onderwijs 25 (19%) 9 (19%) 34 (19%) schoolverandering herstel relatie ll-school andere geen plaats 25 (19%) 8 (17%) 33 (19%) plaatsgebrek andere Hindernissen bij cliënt 50 (39%) 22 (47%) 72 (41%) te ver gevorderde problematiek geen bereidheid bij jongere geen bereidheid bij ouder(s) maatregel Bijzondere Jeugdzorg omwille van mobiliteitsproblemen opname psychiatrie andere Geen gepast aanbod 27 (21%) 5 (12%) 32 (18%) advies andere vorm van hulpverlening doorverwijzing naar een ander schoolextern initiatief doorverwijzing naar hetzelfde schoolextern initiatief in een andere regio andere Overige 2 (2%) 3 (6%) 5 (3%) andere totaal 129 (100%) 47 (100%) 176 (100%) Net zoals bij het vroegtijdig stopzetten van een begonnen traject zijn hindernissen bij de cliënt de voornaamste oorzaak van het niet realiseren van een traject na een aanmelding. In 41% van de vermelde oorzaken wordt dat aangehaald. Dat geldt bovendien meer voor meisjes dan voor jongens. De overige 3 rubrieken (waaronder volzet) nemen elk ongeveer 20% van de vermeldingen voor hun rekening. Verschillen tussen de geslachten zijn er nog bij het vinden van een gepast aanbod. Dat is duidelijk een groter probleem voor jongens dan voor meisjes. 67

68 Grafiek bij tabel 5.3.3: Procentuele verdeling van oorzaken van niet opname in een traject per geslacht meisjes jongens heraansluiting onderwijs geen plaats hindernissen bij cliënt geen gepast aanbod 68

69 Hoofdstuk 6 : Verkenning van 2 opeenvolgende trajecten (N=19) Wie volgt 2 trajecten? Het gaat om 5 meisjes en 14 jongens. Deze verhouding ligt in de lijn van de verhouding jongens-meisjes bij de aanmeldingen: 70% versus 30% Qua leeftijd loopt de range van 14 jaar tot 18 jaar met een gemiddelde van 15,8 en een standaarddeviatie van 1,1. In de totale proefgroep is dat respectievelijk 15,9 en 1,5. Geen grote verschillen dus: deze 19 cliënten zijn iets jonger en qua leeftijd iets homogener dan de totale groep. Op vlak van onderwijstype zien we ook geen grote verschillen met de totale groep. 1 van de 19 komt uit het BuSO, dat is iets minder dan in de totale populatie waar hun percentage 13% bedroeg. 16 komen uit het gewoon voltijds onderwijs en ook dat ligt in de lijn van het percentage in de totale proefgroep. Tabel 6.1: Waar volgt de jongere beide trajecten? aanbieder SI traject 1 Arktos KTO Groep Intro - LTO Halle Klik aanbieder SI traject 2 Koïnoor KTO Netwerk Leerrecht Asse - Halle-Vilvoorde Netwerk Leerrecht Leuven Reisburo Time-out Brussel - LTO Arktos KTO Klik Koïnoor KTO Koïnoor LTO Netwerk Leerrecht 3 3 Leuven Roulot 3 3 Steunpunt Groene Zorg 1 1 Time-out Brussel - KTO 1 1 Jongeren komen in traject 2 in 8 van de 19 gevallen in Netwerk Leerrecht terecht terwijl dat in het eerste traject slechts 3 keer het geval was. totaal Tabel 6.2: Gemiddelde duur van beide trajecten traject gemiddelde SD Het tweede traject duurt gemiddeld eens zo lang als het eerste, en de spreiding wordt zelfs verdrievoudigd. 69

70 Uit beide voorgaande tabellen kunnen we besluiten dat leerlingen in een tweede traject terechtkomen omdat eerst werd gekozen voor een minder ingrijpende interventie die blijkbaar niet het gewenste resultaat opleverde. Kortom een voorbeeld van het zorgcontinuüm in de praktijk. Hoeveel tijd zit er tussen het einde van het eerste traject en het begin van het tweede? Gemiddeld 37 dagen met een grote spreiding, namelijk een standaarddeviatie van 46. Hoe werd de tijd tussen de 2 trajecten overbrugd? Qua dagbesteding op het einde van hun eerste traject wordt voor 13 van de 19 leerlingen een schools perspectief vermeld, waarvan 10 in het voltijdse dagonderwijs. 4 zouden opgenomen worden in een traject bij een andere aanbieder van SI, één werd opgenomen in de psychiatrie en van één leerling was de nieuwe dagbesteding onbekend. 70

71 Hoofdstuk 7 : Welke leerlingen werden aangemeld in 2 opeenvolgende schooljaren (N=32)? NB: Vermits tijdens het schooljaar alleen de aangemelde jongeren uit Vlaams-Brabant Oost systematisch werden geregistreerd, is het potentieel aantal leerlingen, dat mogelijk in aanmerking komt om gedurende 2 opeenvolgende schooljaren te worden aangemeld, beperkt tot 229, d.i. het aantal leerlingen waarvan we gegevens hebben tijdens dat eerste schooljaar. Tabel 7.1: Overzicht van aanmeldingen én trajecten per schooljaar Aantal aanmeldingen traject 2 trajecten 1 traject 2 trajecten 3 trajecten Totaal: 32 Een 0 wijst op een aanmelding die geen trajectvervolg kreeg, een 1 dat dat wel het geval was. 32 van de 229 leerlingen (14%) zijn gedurende beide schooljaren minstens één keer aangemeld. Het gaat om net evenveel jongens als meisjes (16 16) wat eigenlijk betekent dat meisjes relatief oververtegenwoordigd zijn. De gemiddelde leeftijd bij de eerste aanmelding is 15 jaar: relatief jong dus vergeleken met de totale groep eerste aanmeldingen. De meerderheid (24) zit op dat moment in het voltijds secundair onderwijs, maar we vinden ook 7 leerlingen terug uit het BuSO. Van die 32 hebben er 18 in beide schooljaren telkens minimaal 1 traject gevolgd. 71

72 Tabel 7.2: Schoolse situatie bij de eerste aanmelding in vergeleken met de eerste aanmelding in A 2BVL 3TSO 3BSO 4ASO 4TSO 4BSO 5TSO DBSO BuSO 1A 3 1B 1 1 2A BVL ASO 1 1 3TSO BSO 1 4BSO 2 5TSO 1 DBSO 1 BuSO 7 14 van de 32 leerlingen werden een eerste keer aangemeld terwijl ze les volgden in de eerste graad, wat een bevestiging is van de relatief lage gemiddelde leeftijd van deze subgroep die we hierboven al constateerden. Als we de 7 leerlingen uit het BuSO buiten beschouwing laten omdat we voor hen over onvoldoende nauwkeurige gegevens beschikken om de vorderingen in hun schoolse carrière te kunnen beschrijven, dan houden we dus 25 leerlingen over. Van die 25 doen er 9 hun jaar over en een even groot aantal vinden we een jaar later terug in een lagere onderwijsvorm als we de klassieke watervalfilosofie als criterium hanteren. Tabel 7.1: Waar volgt de jongere beide trajecten? Koïnoor KTO Koïnoor LTO Netwerk Reisburo Roulot Leerrecht Leuven Koïnoor KTO 3 Koïnoor LTO Netwerk Leerrecht Leuven 7 Reisburo 2 1 NB: Als de leerling tijdens een bepaald schooljaar 2 trajecten heeft gevolgd hebben we de gegevens van het eerste traject in rekening gebracht. Deze 18 leerlingen komen in beide schooljaren bij een beperkt aantal aanbieders van SI terecht. 10 van de 18 vinden we in terug in Netwerk leerrecht Leuven. Daarvan zijn er 7 die ook al het jaar voordien bij die aanbieder een traject hadden gevolgd. 72

73 Deel 2 : Verkenning van problematieken en achtergronden die aangemeld worden Inleiding Bij de aanmelding van een jongere wordt telkens ook gevraagd een reden van aanmelding aan te geven. Wat volgt is een poging om enerzijds de inhoud van die verhalen te coderen en te verbinden aan andere gegevens, maar anderzijds ook een 40-tal daarvan, weliswaar geanonimiseerd, in extenso weer te geven zodat de lezer meer voeling krijgt met de dagdagelijkse realiteit waarmee sommige jongeren, scholen en projecten te maken krijgen. De verhalen geven natuurlijk geen volledig beeld van de achtergrond en de historiek van waaruit de jongere naar een schoolexterne interventie wordt aangemeld. Van de aanmelder wordt niet gevraagd een volledige analyse van het dossier te maken en dat in het aanmeldingsformulier weer te geven. De focus ligt in de aanmelding vaak ook enkel op wat de aanleiding was voor de aanvraag tot opname zonder dat er systematisch ingegaan wordt op voorgaande stappen in de hulpverlening of op eerdere problemen in de schoolcarrière. Men mag m.a.w. op basis van wat op een beknopte wijze genoteerd werd niet verwachten een volledige en veelzijdige analyse en inventarisatie van de problematiek en de achtergronden voor de aanmelding te krijgen. Precies daarom hebben we ervoor gekozen bij de codering slechts een beperkt aantal categorieën te gebruiken. Coderingsschema We maken eerst en vooral een onderscheid tussen de problematiek die aan de basis ligt van de aanmelding en een inventarisatie van de achtergrondproblematieken die spontaan gemeld worden in het aanmeldingsformulier. In tabel 8.1 vinden we dat terug in de kolom rubriek. Die beide hoofdrubrieken worden elk verder opgesplitst in 3 subcategorieën die weergegeven worden in de kolom clustering. Bij problematieken gaat het om: Grensoverschrijdend gedrag Slachtoffer van gedrag van medeleerlingen Afwezigheidsproblemen Bij achtergrondproblematieken onderscheiden we: Juridische problemen (jeugdrechtbank, politionele tussenkomsten, verblijf in gemeenschapsinstellingen, e.d.) Problematische opvoedingssituaties Medisch-psychologische problemen (ADHD, ADD, ASS, depressie, angst, stress, faalangst, eetstoornis, automutilatie, laag zelfbeeld, psychiatrische problematiek, ) Tenslotte worden 2 clusters verder opgesplitst, meer bepaald grensoverschrijdend gedrag en afwezigheidproblemen. Die zijn terug te vinden in de kolom omschrijving. 73

74 Tabel 8.1: Coderingsschema rubriek clustering omschrijving problematiek grensoverschrijdend gedrag gedragsprobleem algemeen zonder verdere detaillering problematiek grensoverschrijdend gedrag grensoverschrijdend gedrag naar leerkrachten problematiek grensoverschrijdend gedrag grensoverschrijdend gedrag naar medeleerlingen problematiek grensoverschrijdend gedrag storend gedrag in de klas, zich niet houden aan schoolse afspraken, regels en eisen problematiek slachtoffer slachtoffer van (pest)gedrag van medeleerlingen problematiek afwezigheidsprobleem afwezigheidsproblemen problematiek afwezigheidsprobleem passieve aanwezigheid, afhaken, taken niet uitvoeren achtergrond juridisch probleem juridische problematiek achtergrond opvoedingssituatie problematische opvoedingssituatie achtergrond medisch-psychologisch medisch-psychologische problemen Leerproblemen hebben we hier bewust niet mee opgenomen. In voorgaande analyses waar we het hadden over de schoolse herkomst van de leerlingen en over hun leervertraging bleek overduidelijk dat een ruime meerderheid van de aangemelde leerlingen kampt met schoolse achterstand en in de hiërarchie van onderwijstypes en onderwijsvormen laag scoort. Van 393 leerlingen (van de 453 die in aanmerking kwamen) hebben we de reden van aanmelding kunnen coderen. Het gaat om 265 jongens en 128 meisjes. Tabel 8.2.1: Frequentie van problematieken per geslacht clustering mannelijk vrouwelijk totaal grensoverschrijdend gedrag 179 (68%) 51 (40%) 230 (59%) afwezigheidsprobleem 137 (52%) 73 (57%) 210 (53%) slachtoffer 10 (4%) 20 (16%) 30 (8%) Bijna 70% van de jongens vertoont één of meer vormen van grensoverschrijdend gedrag die als (één van de) reden(en) voor de aanmelding wordt aangehaald. Bij de meisjes ligt dat beduidend lager op 40%. Afwezigheidsproblemen komen voor bij 53% van de aangemelde jongeren, maar hier zijn de meisjes licht in de meerderheid: 57% versus 52% bij de jongens. 74

75 Evolutie: De percentages in tabel zijn zo goed als identiek met die van het jaar voordien, ook al hadden we toen slechts gegevens over Vlaams-Brabant Oost. Aan bovenstaand commentaar is niets veranderd. Tabel 8.2.2: Frequentie van achtergronden per geslacht Van 181 leerlingen werd bij de aanmelding ook informatie over de achtergrondsituatie meegedeeld. Het gaat om 117 jongens en 64 meisjes. clustering mannelijk vrouwelijk totaal juridisch probleem 15 (13%) 9 (14%) 24 (13%) medisch-psychologisch 81 (69%) 47 (73%) 128 (71%) opvoedingssituatie 37 (32%) 18 (28%) 55 (30%) Qua achtergrondproblematieken zien we geen grote verschillen tussen beide geslachten. Opvallend is wel het hoge percentage medisch-psychologische problemen. Bij 128 individuen wordt dat spontaan gemeld, dat is 71% van de leerlingen waar achtergrondproblemen gesignaleerd worden en 28% van alle aangemelde leerlingen. Grafiek bij tabellen en 8.2.2: Procentueel voorkomen van problematieken en achtergronden apart voor jongens en meisjes meisjes jongens 0 75

76 Tabel 8.3: Frequentie van types grensoverschrijdend gedrag per geslacht omschrijving mannelijk vrouwelijk totaal aantal grensoverschrijdende gedrag algemeen, zonder 73 (41%) 18 (35%) 91 (40%) detaillering grensoverschrijdend gedrag naar leerkrachten 34 (19%) 12 (24%) 46 (20%) grensoverschrijdend gedrag naar medeleerlingen 49 (27%) 18 (35%) 67 (29%) storend gedrag in de klas, zich niet houden aan 80 (45%) 24 (47%) 104 (45%) schoolse afspraken, regels en eisen Totaal NB: In tabel ging het om het aantal individuen met één of meer aangemelde problemen. Hier is de eenheid de kleinste omschrijving van de problematiek. 179 jongens uit tabel kregen in totaal 238 keer een bepaald type van grensoverschrijdend gedrag achter hun naam. De percentages zijn berekend op het totaal aantal jongeren waarvoor we de aanmelding grensoverschrijdend gedrag konden coderen, nl. 179 jongens en 51 meisjes. We weten al dat meisjes minder grensoverschrijdend gedrag stellen in de klas. Maar verschilt het type van grensoverschrijdend gedrag tussen beide geslachten? Door het hoge percentage dat niet gedetailleerd werd in de aanmeldingen kunnen we daar geen eenduidig antwoord op geven. Het lijkt erop dat het aandeel van grensoverschrijdend gedrag naar medeleerlingen toe een grotere plaats inneemt bij meisjes dan bij jongens. In totaal krijgen we 238 meldingen bij 179 jongens of 1,3 per individu. Bij de meisjes zijn dat 72 meldingen bij 51 meisjes = 1,4 per individu. Tabel 8.4 Verband tussen problematiek en achtergrondkenmerken Van 161 leerlingen beschikken we zowel over gegevens van de aangemelde problemen als van de gesignaleerde achtergronden. Vinden we daar enig verband tussen beide? achtergrond probleem juridisch medisch- Opvoedings totaal aantal psychologisch situatie afwezigheidsprobleem grensoverschrijdend gedrag slachtoffer Bij 60% van de afwezigheidsproblemen en bij liefst 76% van de individuen waar sprake is van een pestproblematiek worden psychologische achtergrondproblemen vermeld. 76

77 Omschrijvingen problematiek (40-tal voorbeelden) 958 X is een 16-jarig meisje met dyslexie. Zij is vaak afwezig en mist daardoor veel lessen. Tijdens de examens raakt ze dan gestresseerd omdat ze veel leerstof gemist heeft. Hierdoor verlagen haar slaagkansen. Op dagelijks werk scoort ze wel goed. De afwezigheden van X zijn tweeledig. Enerzijds is er een medisch probleem met haar lever waardoor ze snel vermoeid is, anderzijds is er een pestproblematiek. Haar afwezigheden zijn vaak te wijten aan het slechte gevoel op school. In de klas is X eerder een buitenstaander en wordt ze gepest. Ze heeft een aantal goede vriendinnen die haar steunen. Het pestgedrag heeft ertoe geleid dat X s middags thuis gaat eten in plaats van op school te blijven. Het onaanvaard voelen in de klas bezorgt haar veel stress. X staat open voor een klasbegeleiding bij Arktos voor september volgend schooljaar. Nu zal ze zich concentreren op de examens. 327 X is een meisje met ASS en heeft geen motivatie meer voor Grootkeukenmedewerker (eigenlijk nooit gehad heeft) om in de keuken te werken, zelfs niet voor snackbar/taverne medewerker. X zit weer in de knoop met zichzelf, heeft onvoldoende zelfvertrouwen en loopt vast op een aantal verkeerde cognities. Dit alles maakt dat zij blokkeert en er nagenoeg niet meer toe komt om te functioneren binnen de keuken. Op dit moment is X niet in staat om stage aan te vatten. Vandaar voorstel voor time-out. Eventueel denkt de school aan een time-out in een kinderdagverblijf om bv. groentepapjes te bereiden,... X heeft hiervoor de mentale mogelijkheden. 347 Nieuwe leerling vanaf dit schooljaar. Vanaf begin schooljaar loopt het mis. X is onbeleefd, stoort de les, geeft opmerkingen en werkt niet mee. Hij is niet in orde met zijn taken en trekt voortdurende negatieve aandacht. Zijn schoolse resultaten zijn absoluut benedenmaats, hij behaalde 9 tekorten op zijn dagelijks werk rapport. De theorievakken interesseren hem niet echt, de kunstvakken wel maar ook daar loopt het mis. Hij krijgt voortdurend nota's (waarvan hij er enkele met tippex "gewitwast" heeft en zijn avondstudies zijn omgezet in een strafstudie waar hij zich dan ook weer zeer defensief opstelt. Werd dan ook nog betrapt op het hetzij daadwerkelijk, hetzij aanstalten maken op het kerven in een bank. Ook daar speelt het aspect aandacht zoeken een rol. De schoolkeuze is in samenspraak met papa gemaakt tijdens het groot verlof. Mama vreest dat het te hoog gegrepen is en staat hier niet erg achter. Communicatie tussen ouders is moeizaam. X zelf geeft aan graag hier op school te zijn en vind dit wel een goede richting. Hij heeft het moeilijk zijn aandeel te zien en voelt zich geviseerd. "Respect krijg je als je het verdient" is één van zijn leuzen. Wij denken dat een korte time-out misschien hem effe uit deze negatieve spiraal kan halen. 377 X heeft voortdurend conflicten met leerkrachten. Ze heeft ook enkele keren gespijbeld. De conflicten stapelen zich op en ze lijkt niets meer te leren uit situaties. De conflicten zijn er ook regelmatig met medeleerlingen. Het gedrag naar leerkrachten is zelfbepalend en onbeleefd. Ze vertelt niet de correcte verhalen bij leerlingbegeleiding ("ik mag de les niet in" terwijl dit niet waar is,...) De draagkracht van de leerkrachten lijkt op te geraken en om te vermijden dat dit gaat naar een tuchtprocedure/definitieve uitsluiting willen we haar even in time-out laten gaan. Vermoedelijk speelt de moeilijke thuissituatie een rol bij het escaleren. Enkele weken geleden heeft ze een woedeaanval gekregen en een deur stuk gestampt. Ze heeft haar herstel niet uitgevoerd (ze mocht klusjes doen in refter om deur te "betalen"). Via allerlei smoesjes, trucjes lijkt ze eronderuit te komen. 504 X startte dit schooljaar niet mee op in september. Ze verblijft in de S sinds 27 september. Hiervoor verbleef ze enkele weken in Mol omwille van gedragsproblemen in haar vorige instelling. 77

78 Op 27 november 2012 werd ze ingeschreven in het centrum 'Leren en Werken' van het -instituut te Y. Deze opstart verliep niet vlot. X was meteen gedemotiveerd. Begeleiding adviseerde een alternatieve dagbesteding om X terug te activeren. Tot op heden gaat X naar Z. Ze stelt nu zelf de vraag tot een meer gerichte, actievere dagbesteding. Naar school gaan is echter nog een te grote stap en er wordt gevreesd voor het opnieuw afhaken en desinteresse. Graag had ze vrijwilligerswerk gedaan. 385 X wil momenteel geen schoolse invulling meer. Ze voelt zich vaak geviseerd op school en is soms het mikpunt van pesterijen. Haar gedrag is vaak storend, geregeld heeft zij conflicten met andere leerlingen. Zij vertelt verhalen die niet altijd met de realiteit overeenkomen. Zij heeft bovendien zeer beperkte cognitieve mogelijkheden. Vanuit GHB is BUSO geadviseerd maar zij staat hier weigerachtig tegenover. In overleg met Gasthuisberg stelt het CLB Netwerk Leerrecht voor. X en grootmoeder zijn hiermee akkoord. 387 X ging naar het dagziekenhuis MPK Leuven omwille van niet meer naar school gaan. Schoolgaan boezemde X zeer veel angst in. Deze begeleiding wordt afgerond en Y zal de thuissituatie verder begeleiden. Het was de bedoeling om de integratie in de school terug geleidelijk op te bouwen. Dit bleek voor X niet haalbaar. Verschillende pogingen hierin mislukten en er was telkens opvang vanuit dagziekenhuis nodig. De behandeling moet daar echter afgerond worden. Om terug naar school te gaan is het momenteel zeer moeilijk. Dus in samenspraak met het dagziekenhuis, Y en CLB wordt een aanmelding gedaan. X heeft nood aan een zeer individuele aanpak op maat die bovendien zeer laagdrempelig is. 400 X werd op 20/11 opnieuw ingeschreven in KA Z. Zowel zijzelf als haar moeder geven aan dat ze schools dreigt af te haken. In september wil ze eventueel starten met TKO. Er wordt nu gehoopt op een zinvolle invulling van de periode januari tot juni In 2010 werd de diagnose depressieve stoornis gesteld. X vindt dat ze, in tegenstelling tot leeftijdsgenoten, nog niets heeft opgebouwd. Ze zit bij elke tegenslag in de put en ziet volgens moeder de dingen dan niet meer in hun juiste proportie. 422 X heeft sinds september een zeer moeilijk traject doorlopen (verschillende schoolveranderingen). Hij is momenteel reeds enkele weken thuis van school met een depressie. Naast de rust die X momenteel nodig heeft geeft de kinderpsychiater het advies dat het aangewezen is om X in die tussentijd een gestructureerde opvolging via Koinoor LTO aan te bieden. Sinds de lagere school worstelt X met concentratie- (ADD) en aansluitingsproblemen bij de klasgroep en bij leeftijdsgenoten. De eerste jaren in het SO liepen goed op sociaal vlak. Bij de start van dit schooljaar maakte X, omwille van een verandering van studierichting, een noodzakelijke overstap naar een andere school. Die richting bleek al snel te hoog gegrepen, waardoor er een nieuwe schoolverandering plaatsvond. Hier werd hij opnieuw uitgesloten/gepest. Om zijn welbevinden te verhogen werd eind november opnieuw tot een schoolverandering besloten. In zijn huidige school heeft hij een aantal vrienden. 424 X is het noorden kwijt. Hij begon begin december zijn motivatie te verliezen voor zijn studierichting. Er werd bekeken wat de alternatieven waren. X kon echter niet tot een keuze komen, niets stond hem aan. Vanaf de eerste schooldag na de kerstvakantie zijn er problemen om X op school te krijgen. Hij wil niet vertrekken en als hij er is weigert hij naar de klas te gaan. De reden hiervoor (geeft hij zelf aan) is dat hij zich slecht voelt. Wim mag dan in de refter gaan zitten(mag niet terug naar huis van pleegouders) waar hij een hele dag zit te wenen en een negatieve indruk geeft. X kan niet aangeven waarom hij zo diep zit. Enkel keert hij telkens terug op de studierichting. Over alternatieve studierichtingen of onderwijsvormen kan hij echter niet mee nadenken. Hij maakt zich grote zorgen over zijn schoolcarrière maar kan geen moed putten uit gesprekken hierrond. Vanuit school, CLB en ook pleegouders wordt er gedacht aan een tijdelijke alternatieve dagbesteding voor X. Ook X ziet deze optie zitten. Op die manier kan hij innerlijk tot rust komen en op een andere manier tot een gedacht komen om zijn schoolcarrière verder te 78

79 zetten. X zit in een negatieve gedachtenspiraal en lijkt dieper weg te zakken als hij verder in de refter of op school blijft zitten. Bezig zijn met een alternatieve activiteit om op die manier terug perspectief te krijgen, lijkt ons een betere tijdelijke optie. 441 X is een meisje met ASS en rand licht/matig mentale beperking. Ze verbleef de voorbije 3 jaren in een behandelcentrum voor jongeren met ASS, waar ze niet schoolliep maar gedurende enkele uren per week onderwijs aan huis kreeg. In september 2012 startte ze in BuSO OV1 type 2 in Y, in een klaswerking die rekening houdt met haar autisme-problematiek. De eerste maanden van het schooljaar verliepen goed, op school waren er geen signalen dat schoollopen voor X moeilijk zou zijn. De spanning rond het naar school gaan bouwde zich echter wel op, en begin november escaleerde het thuis. X werd enkele dagen opgenomen in het, daarna werd deeltijds schoollopen geïnstalleerd. Ook werd medicatie aangepast. De volgende periode bleek opnieuw dat X het op school wel goed kan doen, maar dat het zoveel van haar vraagt, dat ze er thuis regelmatig door in crisis gaat. Ze wil het zo graag goed doen, en is zo bang dat ze het op school zou laten mislopen, dat ze erg veel stress opbouwt. Na de kerstvakantie deed zich dat opnieuw voor, ondanks het deeltijds schoollopen, weer volgden er enkele dagen opname. Momenteel gaat het niet goed met X, ze kan niet naar school komen, ouders vangen haar thuis op. Samen met begeleidende psychiater wordt naar een (tijdelijke) opname op een psychiatrische dienst gezocht, maar momenteel is dit nergens mogelijk. Voorlopig blijft X thuis, en kan er hopelijk via begeleiding en medicatie terug rust bereikt worden. Daarna zal schoollopen stap per stap terug opgebouwd worden. Omdat voltijds naar school gaan zeker nog een hele tijd niet haalbaar zal zijn, willen we nagaan of er via Netwerk Leerrecht één of enkele dagen per week een zinvolle en haalbare invulling mogelijk is voor X. 445 X zijn tewerkstelling is stopgezet omwille van zijn (werk)houding. Hij kwam vaak te laat, was onwettig afwezig. Nam het niet zo nauw met afspraken en regels op vlak van stiptheid en aanwezigheid. Werd vaak mondeling verwittigd maar slaagde er niet in om deze afspraken na te komen. Heeft vele kansen gekregen maar omwille van niet nakomen van onderlinge afsprakennota (bellen als niet hij kan komen, zorgen voor gewettigde afwezigheden, op tijd komen,..) werd het brugproject stopgezet. X heeft maw nog ondersteuning nodig op dit vlak en is bereid hier verder in te groeien. Daarom denken we dat hij beter eerst vrijwilligerswerk doet om deze vaardigheden beter te ontwikkelen. 463 Zowel op vlak van studieprestaties als van attitude loopt het behoorlijk fout met X. Op zijn laatste dagelijks werk rapport had hij 7 tekorten, op zijn voorlopig jaartotaal heeft hij 7 tekorten. Wat zijn attitude betreft ervaren de leerkrachten hem als arrogant en niet rechtuit. Hij spijbelt en zoekt vaak uitvluchten. Taken worden niet gemaakt en hij houdt zich niet aan de afspraken. Bovendien kan hij soms ook zwaar uithalen naar sommige leerlingen die zwakker staan en heeft hij door zijn onderpresteren en zijn opmerkingen een negatieve invloed op de klas. Bovendien zit hij niet in de gemakkelijkste klas waar nog wel wat individuen zijn die het moeilijk hebben met regels en afspraken. X kan soms niet stoppen en overschrijdt grenzen ook bij medeleerlingen. Gesprekken en of strafstudie hebben weinig impact op hem, hij kan zijn eigen aandeel moeilijk erkennen. 79

80 464 Na krokusvakantie volledig geblokkeerd betreffende 'school'. Kan letterlijk de drempel niet over want : school = geëvalueerd worden (= stress, druk). Voorheen ook al langere geschiedenis van sociale angsten (zoals bang om ziek te worden in gesloten ruimtes). Eigenlijk is dat de laatste maanden verbeterd maar nu is de angst om te falen des te groter geworden. Voor de kerstvakantie waren er ook al geregeld korte afwezigheden maar omdat school wist dat leerling het psychologisch moeilijk had kreeg hij P codes (omwille van persoonlijke redenen). 469 X is gedemotiveerd voor school. Weet niet goed wat ze verder wil doen van richting. Denkt nu aan verzorging. Heeft dit schooljaar al verschillende richtingen bewandeld: haartooi => terug naar Resto keuken => vanaf 16/1 Syntra (verkoop). Is maar 2 dagen gaan werken en 1 lesdag gekomen naar Syntra. X is veel thuis wegens ziekte met psychosomatische klachten. 474 X zit momenteel in school Y. Dat is zijn derde school al dit schooljaar. Op de vorige scholen waren er tuchtproblemen waardoor hij niet kon blijven. X woont in Brussel en wou liever een Brusselse school, maar daar kon hij niet meer terecht. Er waren verschillende scholen die volzet waren en er was een contact misgelopen bij een inschrijving. Heeft ook vorig jaar scholen doorlopen waar hij niet meer kan ingeschreven worden. X zegt zelf dat het traject naar school Y te zwaar is. Hij is net zoals in zijn vorige school ook nu helemaal niet gemotiveerd om naar school te komen. Hij is al vaak afwezig geweest (sinds januari nog maar vier dagen naar school gekomen). Als hij er dan is komt hij te laat en loopt het niet goed in de klas (kan moeilijk met de klasgenoten overweg). X zelf ziet het niet zitten om dit schooljaar uit te doen. 477 X volgt de richting onderhoud in de vierde school sinds ze startte in het SO. Ze doet deze richting helemaal niet graag. Samen met CLB werd reeds gekeken wat ze wel graag zou doen, namelijk grootkeuken. Samen met haar werd gekeken waar ze dit kan volgen, maar er is momenteel geen plaats in deze school (ze staat op de wachtlijst). Volgend jaar zou ze zich hier wel kunnen inschrijven. X is momenteel niet gemotiveerd. De enige lessen die ze leuk vindt zijn de lessen grootkeuken (onderdeel van richting onderhoud). X haar B codes nemen ook steeds meer toe. We willen haar gemotiveerd houden voor school door haar te laten deelnemen aan leerrecht, zodat ze toch een aantal keer in de week iets kan doen wat ze graag doet en waar ze goed in is. We willen haar een positieve ervaring aanbieden. 574 X zit op dit moment in een zeer negatieve spiraal. Hij komt op dit moment niet tot leren. Heel vaak slaagt hij er niet in om naar de klas te komen. Als hij aanwezig is, ontvlucht hij vaak opnieuw de klas, soms zonder aanleiding. Tijdens het weglopen komt hij soms in aanraking met de politie. Hij is enorm gesloten en vertrouwt niemand waardoor we heel moeilijk zicht op hem krijgen. Hij stelt gedragsproblemen en sluit zich volledig af. Kjell is erg snel gefrustreerd en faalangstig. 495 X werd door de jeugdrechter geplaatst in een jeugdinstelling omwille van een MOF. Momenteel is hij vrij onder voorwaarden - waarvan het hebben van een schools traject een voorwaarde is. Het is erg moeilijk om X in een school in te schrijven. Daarbij komt dat hij tot nu een problematische schoolloopbaan achter de rug heeft. Hij is geruime tijd geschorst geweest en werd uiteindelijk eind november uitgesloten. Het zal vermoedelijk niet evident zijn om X een voltijdse daginvulling te geven - een schools traject zal voor hem ook moeilijk zijn. 80

81 650 Momenteel drie dagen per week (sinds januari) op proef op school ifv reïntegratie in Klasgebeuren. In eerste trimester ingeschreven in school Y te Leuven, in opname in psychiatrie geweest. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt ivm de schooldagen: oa aanwezig zijn, meedoen met toetsen onafhankelijk van het resultaat, slagen is niet het doel wel terug inschakelen. X heeft het niet makkelijk gehad telkens aanwezig te zijn op de afgesproken dagen. Dat maakte dat ze telkens weer een grote inspanning moest leveren om te komen. Uiteindelijk is ze nog even opgenomen geweest in crisisopname om van daaruit voltijds over te stappen op time-out. 509 Leerling is sinds kerstvakantie bijna niet meer op school geweest omwille van fysieke klachten. Fysieke klachten lijken na meerdere onderzoeken psychosomatisch te zijn. Ook is er sprake van een angstproblematiek en van een moeilijke thuissituatie (moeder heeft het moeilijk gehad tijdens het voorbije jaar, moeder en stiefvader zijn recent gescheiden). X zit dus al een tweetal maand thuis, mist een vast ritme en structuur en is moeilijk te activeren. 515 X werd uitgesloten op school einde januari-begin februari. Hij zat nog maar een tweetal weken op zijn nieuwe school. X is een jongen met ASS en bijkomende psychiatrische problematiek. Hij wordt opgevolgd door de jeugdrechtbank. Hij vindt geen aansluiting in het gewoon onderwijs, buitengewoon onderwijs en deeltijds onderwijs. De laatste weken was hij thuis, gezien zijn definitieve uitsluiting en dit had een hele slechte invloed op zijn gedrag. Hij heeft geen zinvolle dagbesteding, geen doel meer voor ogen en hierdoor escaleerde zijn gedrag. Hij is momenteel in crisis opgevangen in Y en hij staat ook op een wachtlijst voor een langdurige opname. In tussentijd is het noodzakelijk om voor hem een zinvolle dagbesteding te vinden, maar het aanbod binnen een schoolcontext lijkt ontoereikend voor hem. 518 X bouwt zeer veel afwezigheden op. Het is een gesloten jongen die in zijn eigen wereld leeft. Moeder of grootouders kunnen hem moeilijk motiveren om naar school te komen. Hij blijft dan op zijn kamer zitten. Vragen rond schoolgaan ketst hij af. Hij had een goed contact met juf Y uit het tweede jaar maar op haar telefoons wil hij ook niet meer reageren. Na een huisbezoek heb ik info opgestuurd over Leerrecht zodat men dit met X kon bespreken. Zelf ziet hij starten binnen Leerrecht wel zitten. 531 X zit in het 6de jaar ASO. Vorige week heeft X agressief uitgehaald naar een aantal klasgenoten tijdens de middagspeeltijd. Zij heeft daarbij een meisje bij de nek genomen en op de grond geduwd. De agressieve reactie kwam er omdat ze zich uitgesloten voelt in de klas omwille van haar geaardheid. Directie heeft de tuchtprocedure opgestart, maar deze is weer stopgezet omdat iedereen wilde meewerken aan een herstelgerichte procedure. Daarvoor werd een externe moderator ingeschakeld. Uit het herstelgericht klassengesprek blijkt dat enkele meisjes meer tijd nodig hebben om zich weer veilig te voelen. Daarom zou X tot aan de paasvakantie niet in de klas kunnen en heeft ze dus een school vervangende dagactiviteit nodig. Het blijft de bedoeling dat ze slaagt. 534 X heeft het enorm moeilijk om zich op het schoolse te focussen. Zijn punten zijn ook erg slecht. Hij dubbelt dit schooljaar, hij was gestart in school Y, in de loop van de maand oktober is hij naar school Z gekomen. X zou aan het afkicken zijn van cannabis, is daarom ook van school veranderd, wou propere lei...wil afkicken op eigen houtje, heeft het er erg moeilijk mee. Hulpverlening is al verschillende keren besproken geweest. X kan ook agressief uit te hoek komen. Emoties zijn dan heel sterk op dat moment. Zou baat hebben bij specifieke training. Ian is wel van goede wil, maar kan het niet waar maken. Een time-out zou hem verlichting en perspectief geven. 563 De situatie op school is onhoudbaar, maar de leerkrachten willen haar toch nog een laatste kans geven op voorwaarde dat X bereid is om een alternatieve dagbesteding te volgen om zo te 81

82 werken aan haar attitudes (op tijd komen, zich aan de regels kunnen houden). X blijft geschorst tot ze bij de alternatieve dagbesteding aan de slag kan gaan. Indien deze alternatieve dagbesteding goed verloopt en ze zich daar aan de afspraken kan houden, mag ze terug naar school komen met een contract. Indien hij zich dan niet aan de regels kan houden, leidt dit tot onmiddellijke definitieve uitsluiting. School kiest hiervoor omwille van de mama: mama kan X thuis niet aan. 575 Gedragsproblemen, snel uitvliegen, voelt zich snel aangevallen. Uit gesprek met leerlingbegeleiding blijkt ook dat hij zich mis begrepen voelt, niemand vraagt hem waarom hij kwaad is, waarom hij iets doet. Leerkrachten stellen volgende werkpunten voor: - Werken aan basisregels beleefdheid - Naar mening van anderen luisteren en er ook gepast en met respect op reageren. Wij denken vanuit het CLB dat zowel een rustperiode voor de school als een rustperiode voor de jongen wenselijk is. Op die manier is hij ook even weg uit het negatieve, de continue opmerkingen, want dit lijkt zijn gedrag nog te versterken. 577 Zoektocht naar andere studierichting of onderwijsvorm (ook deeltijds) is vastgelopen. Kreeg met Kerstmis advies andere studiekeuze te maken. Na aantal gesprekken met CLB heeft hij stappen gezet naar studierichting Y in school Z. Na 1 dag hield hij het voor bekeken want kon er zichzelf niet zijn (kreeg bemerkingen op kleding...). Zit duidelijk niet op zijn plaats in huidige richting (zegt dit zelf ook), maar weet helemaal niet wat hij dan wel wil doen. Heeft tijd nodig om zich daarover te bezinnen (geeft hij zelf aan). Is nu alle motivatie kwijt en stoort door zijn attitude het klasgebeuren. 580 X wordt na de Paasvakantie uitgesloten omdat er (ondanks vele gesprekken, zowel met x als met moeder) geen zichtbare motivatie of inzet is voor het schoolse. X laat zich gemakkelijk beïnvloeden door klasgenoten en dit zorgt ervoor dat hij grensoverschrijdend gedrag stelt in de klas. Hij heeft geen uitgesproken interesses (behalve voetbal). De keuze om zijn jaar over te doen (vanuit verzorging naar verkoop) is eerder gemotiveerd vanuit het feit dat hij zich goed voelt in de school (het samenzijn met leeftijdsgenoten) dan in een voorkeur voor die richting. Er zijn in het schooljaar motiverende gesprekken geweest en er werden alternatieven bekeken, doch dit had geen resultaat. Ondanks de mondelinge engagementen en goede intenties van X is er geen verbetering merkbaar. 582 X komt niet graag naar school. Dit is al zo van in de lagere school. Was de vorige jaren ook regelmatig afwezig maar nu is het extreem. Moeder had tegen leerlingenbegeleidster gezegd dat X naar Syntra ging gaan. Is daar geweest maar hij vond dit maar niets. Nu hebben ze contact opgenomen met CDO in Y maar dat is nu te laat. X wil ook van richting veranderen. Hij wil verkoop doen maar dit is nu niet meer mogelijk. Hij heeft dit lange tijd niet tegen zijn ouders durven zeggen. Terugkomen naar school ziet hij totaal niet zitten, instappen in Leerrecht wel. Moeder weet niet meer wat met hem aanvangen. 601 X heeft regelmatig aanvaringen met de leerkrachten. Hij heeft moeite met de schoolregels en gezag van de leerkrachten. Zelf voelt hij zich én onheus behandeld én geviseerd en hij vindt het schoolsysteem maar stom. Hij geeft wel toe dat hij de leerkrachten van repliek dient als hij niet akkoord is. De leerkrachten zelf zien hem als totaal gedemotiveerd en ofwel doet hij ostentatief niks, ofwel stoort hij het klasgebeuren. Naar medeleerlingen toe kan hij agressief uit de hoek komen. Hij is heel zelfbepalend. Schools is hij niet in orde, maakt weinig taken en heeft slechte prestaties. Hij heeft het derde jaar overgedaan en er is toen DBSO geadviseerd. Hijzelf was hier nog voor te vinden, mama echter totaal niet. Nadat een vriend van hem onlangs overgeschakeld is op DBSO en hiermee een negatieve ervaring heeft, is zijn opvatting hierover ook veranderd. Hij wil wel einde schooljaar naar een andere school. De communicatie tussen school en moeder is ook gestoord. Mama is niet ingegaan op de uitnodiging van de leerlingbegeleider voor een gesprek. Ze houdt X de hand boven het hoofd en vindt ook dat de 82

83 school hem onterecht behandelt. X heeft bovendien ADHD waarvoor hij medicatie neemt. 606 Weet zich geen houding te geven in de klas. Komt stuurs over, vindt haar plek niet in de klas. Is ook wel argwanend naar medeleerlingen. Zij wordt door haar gedrag uitgesloten uit de klas. Zet zich dikwijls alleen in een hoekje. Geeft een onverzorgde indruk qua hygiëne. Is daar over aangesproken maar heeft het daar heel moeilijk mee. 613 X is van Oost-Europese afkomst en woont samen met zijn moeder en zus in België. Papa is ginder gebleven. Er lijkt geen contact meer te bestaan tussen X en zijn vader. De relatie met zijn moeder is eerder dubbel. Moeder geeft tegenstrijdige signalen: soms wilt ze X dicht bij haar, soms zou ze hem liever niet meer in de buurt hebben. Dit aantrekken en afstoten voelt X zeer sterk en heeft zijn dwinggedrag erg versterkt. X is een straatjongen waarbij de straatcultuur diep is ingeworteld. Hij is altijd op zijn hoede, ziet overal een dreiging in en past zijn overlevingsmechanismen van de straat toe. Dit is gedrag dat niet kan toegelaten worden in een school, waarbij de veiligheid van zichzelf en anderen soms op het spel gezet wordt. X is niet gemotiveerd voor school. Zelf geeft hij aan school moe te zijn en te willen gaan werken (geld verdienen is gezien zijn precaire financiële situatie van hem en zijn gezin zeer belangrijk). Dit kan echter nog niet. Hij wordt pas 18 jaar in april Hij wil alvast geen boekbinder worden, de richting die hij nu volgt. Hij weet echter niet wat hij met zijn leven wil aanvangen. Hij heeft helemaal geen toekomstperspectief. Momenteel staat hij op de wachtlijst van een gesloten instelling. Het lijkt soms dat hij zichzelf heeft opgegeven. Anderzijds staat hij meer open voor de aangeboden ondersteuning op school dan de voorbije jaren. 634 Er is een tuchtprocedure opgestart op de school vanwege het gedrag van de leerling op de schoolreis. Er dreigt een definitieve uitsluiting, die we trachten uit te stellen tot het einde van het schooljaar, door bijvoorbeeld een lange time-out. De leerling is immers niet meer gewenst op de school. De leerling stelt grensoverschrijdend gedrag (o.a. naar medestudenten) en brengt zichzelf en anderen in gevaar door haar gedrag. In het begin van het schooljaar zijn er pikante foto's van de leerling op de school verspreid geraakt. Zo is de begeleiding bij het CLB opgestart. Er werd toen o.a. doorverwezen naar een externe psycholoog. Tijdens de lopende begeleiding, besloot de leerling van school te veranderen en bij haar vader te gaan wonen. Na de herfstvakantie (november) is ze dan ook van school veranderd. In maart heeft ze zich terug ingeschreven in de vorige school. Ze was een week terug op de school en heeft op schoolreis opnieuw grensoverschrijdend gedrag gesteld. Zowel de school, het CLB als externen houden rekening met/werken rond de achterliggende problematiek. De stap naar een andere school werd ervaren als mogelijks vermijdend gedrag. Een inschakeling in een alternatief project kan dan ook voorkomen dat ze opnieuw door de mazen van het net dreigt te glippen en is vanuit de school ook een kans die ze willen bieden om haar schooljaar met succes af te werken. 83

84 652 Dit schooljaar is voor X al zeer moeilijk verlopen. Hij is meer en meer betrokken bij conflicten en komt steeds vaker agressief uit de hoek. Zelf geeft hij aan gepest te worden. Sinds een tweetal maanden komt X niet meer naar school. Deze afwezigheden zijn gewettigd, maar X en ook papa geven aan dat hij niet ziek is. Hij wil absoluut niet meer hier naar school komen. X toonde dit schooljaar heel weinig motivatie. Tijdens de praktijklessen komt hij nauwelijks tot werken, als hij dan al wil werken. Hij heeft ernstig overgewicht. Er werd nu een melding gedaan in het Zeepreventorium van Den Haan. Daar zal hij binnenkort op intake gaan. Waar de problemen eerst op school waren, merkt papa ook thuis een achteruitgang in gedrag. Eerst merkte papa vooral een angstige jongen die nogal weerloos stond tov klasgenoten. Maar meer en meer merkt ook papa agressieve uitbarstingen (in de club waar ze beiden lid van zijn). Sinds X thuis is, gaat zijn motivatie alleen maar achteruit. Papa vertelt dat hij nauwelijks nog uit zijn zetel te krijgen is. Hij sluit zich meer en meer af, zoekt steeds minder contact met leeftijdsgenoten. 833 X is na een zelfmoordpoging in crisisopvang geweest. Hij geeft daar aan dat hij niet terug naar school wil. Na ronde tafel beslist hij om naar school te komen. Hij voelt zich de eerste week niet goed terug op school en loopt weg voor nieuwe zelfmoordpoging. Bij tweede ronde tafel beslist hij om het schoolse voor dit jaar los te laten. Vrijwilligerswerk op de zorgboerderij geeft hij aan als een van de zaken die hij zeker ziet zitten. 686 X is sinds januari niet meer aanwezig op school omwille van emotionele problemen. Externe hulp is daarrond reeds opgestart. Afwezigheden op school zijn gewettigd door een arts. In samenspraak met X, mama en hulpverlening is er gevraagd om te zoeken naar een zinvolle dagbesteding. Het doel daarvan is enerzijds om de dag zinvoller in te vullen en anderzijds te leren om sociale contacten te leggen. Met de bedoeling om aan zijn zelfvertrouwen werken en andere (positieve) ervaringen op te doen. 688 X is vanaf oktober geplaatst in Beernem. Sinds 14 dagen verblijft ze in de voorziening Y. Haar slaagkansen zijn nihil aangezien ze een groot gedeelte van het schooljaar gemist heeft (tot aan de plaatsing in Beernem was ze ook problematisch afwezig). Aangezien ze geen slaagkansen en geen motivatie voor de studierichting meer heeft lijkt een herinscholing in deze of in een andere school niet zinvol en is een alternatieve dagbesteding ter overbrugging naar volgend schooljaar een constructievere keuze. 712 X is helemaal niet geïnteresseerd in de richting kantoor. Hij heeft totaal geen schoolse motivatie en behaalt geen goede punten. Dit lijkt hem allemaal niet veel te doen. Hij heeft ook geen enkel idee over wat hij wel zou willen doen. Vorig jaar heeft hij het al in de richting 'hout' geprobeerd, zonder succes. Hij zit nu in het vierde middelbaar maar wordt dit jaar wel al achttien. 717 Verwerking van de dood van grootmoeder, rouwproces. Grootmoeder is overleden. Haar lichaam is afgestaan voor de wetenschap. Dit kan tot (eind?) januari duren. Op het moment van sterven en de rouwplechtigheid was X op vakantie. Ze heeft geen afscheid kunnen nemen. Thuis kan X dit niet ter sprake brengen. Enkel aan 2 vrienden kan ze dit kwijt. Deze dagen zijn die 2 op tweedaagse met de school. Ze staat alleen. Zolang grootmoeder niet teruggeven is aan de familie en begraven is dit hoofdstuk voor X niet afgesloten. De ganse dag (dagen!) spookt er van alles door haar hoofd: waar is grootmoeder nu, wat doen ze met haar, Ze kent geen rust. 84

85 719 X neemt heel veel ruimte in wanneer ze zich in groep bevindt. Ze is iemand met hevige standpunten en meningen en wil die dan ook graag delen met de anderen. Ze kiest hier niet altijd de juiste momenten voor uit. X reageert altijd wanneer zij denkt dat zij of iemand anders onrecht wordt aangedaan of er een (vermoeden van) onheuse behandeling is. Zij neemt het voortouw en bindt niet in. Ze handelt steeds uit de overtuiging dat ze gelijk heeft. Ze heeft het soms moeilijk om gezag te aanvaarden, vooral van mensen die ze minder respecteert. Ze kan heel lief en aanhankelijk zijn wanneer ze je haar wel respecteert. Bovendien is ze gedreven en ondernemend. 824 X is volledig op na de voortdurende pesterijen in de klas. Op stage gaan ziet ze niet meer zitten. Zij wil met de school even niets meer te maken hebben. Zij is volledig geblokkeerd sinds 2 weken. Veranderen van school lijkt nu te laat in het schooljaar. X vraagt om rust en wil even de spanning en stress van het afgelopen schooljaar achter zich laten. Ze heeft de dubbelde diagnose ASS en ADHD en dit maakt dat het voor haar niet altijd evident is om te functioneren. Zij is normaal gezien een meisje met een enorme inzet en een hoge verantwoordelijkheidszin. Momenteel zal ze wel even tijd nodig hebben om tot rust te komen. X wil zeker een diploma SO halen en wil volgend schooljaar terug instappen. 85

86 Bijlagen Bijlage 1 : Aanmeldingsfiche Meldpunt 2013

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank Meldpunt Schoolexterne Interventies Ontsluiting van de gegevens van de databank Aanmeldingen voor Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Schooljaar 2013-2014 Situering Het Meldpunt Schoolexterne

Nadere informatie

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank Meldpunt Schoolexterne Interventies Ontsluiting van de gegevens van de databank Aanmeldingen Vlaams-Brabant-Oost Schooljaar 2011-2012 Situering Het Meldpunt Schoolexterne Interventies functioneert sinds

Nadere informatie

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank Meldpunt Schoolexterne Interventies Ontsluiting van de gegevens van de databank Aanmeldingen voor Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Schooljaar 2015-2016 1 Situering Het Meldpunt Schoolexterne

Nadere informatie

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank

Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank Meldpunt Schoolexterne Interventies Ontsluiting van de gegevens van de databank Aanmeldingen voor Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Schooljaar 2016-2017 en Evoluties van de verzamelde data

Nadere informatie

30/12/2016 Meldpunt Schoolexterne Interventies

30/12/2016 Meldpunt Schoolexterne Interventies 30/12/2016 Meldpunt Schoolexterne Interventies Ontsluiting van de gegevens van de databank Aanmeldingen voor Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Schooljaar 2014-2015 1 Situering Het Meldpunt

Nadere informatie

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting Rapport Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting 2013 2017 Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant PA en DU 2013-2017 TOTAAL Versie 31 01 2018

Nadere informatie

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Leerplichtige leerlingen

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad B-stroom Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 4 2 Situering... 5 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO Informatie over Leerlingenstromen UIT 2016-2017 voor 36467 Roze 131 te EEKLO Zijn de leerlingen van mijn school het volgend schooljaar ingeschreven in mijn school of in een andere school? Zijn de leerlingen

Nadere informatie

BIJLAGE 2: CIJFERMATERIAAL

BIJLAGE 2: CIJFERMATERIAAL Ondersteuningsnetwerk jeugdzorg-onderwijs Antwerpen BIJLAGE 2: CIJFERMATERIAAL INHOUDSTAFEL 1. Aantal trajecten 2. Onderwijsvorm bij instroom 3. Werkingsgebied 4. Ondersteuningsvraag 5. Aangeboden ondersteuningsvormen

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad A-stroom Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 6 2 Situering... 7 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

RECHT OP ANDERS LEREN In de Marge

RECHT OP ANDERS LEREN In de Marge Rapport RECHT OP ANDERS LEREN In de Marge Beschrijving van de jongeren die, In de regio Leuven Hageland, in de diverse time-out initiatieven terecht komen op basis van gegevens die via het Meldpunt School

Nadere informatie

Meldpunt SI Vlaams-Brabant en Meldpunt SI Brussel

Meldpunt SI Vlaams-Brabant en Meldpunt SI Brussel Door deze nieuwsbrief krijgen de aanbieders van schoolexterne interventies, de mogelijkheid om vernieuwende of verduidelijkend informatie omtrent hun aanbod, aan de CLB-medewerkers te verschaffen. Gelieve

Nadere informatie

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011 Onderzoek gefinancierd door de Vlaamse Regering in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Informatie uit administratieve gegevens Bronnen

Nadere informatie

Het secundair onderwijs in cijfers

Het secundair onderwijs in cijfers Het secundair onderwijs in cijfers Schooljaar 2010-2011 Sara Vertommen Opdrachtgever: Algemeen Onderwijsbeleid Stad Antwerpen, Lerende Stad en Lokaal Overlegplatform Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs

Nadere informatie

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Werking 1 januari 2014 30 september 2014 Inhoudstabel INHOUDSTABEL... 2 I. ONTSTAANSGESCHIEDENIS... 4 1. CHRONOLOGIE... 4 2. OORSPRONKELIJK PROJECTVOORSTEL...

Nadere informatie

BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS

BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS In deze bijlage splitsen we de informatie over de tweedekansleerwegen van vroegtijdig op naar volgende kenmerken: de uitstroompositie in

Nadere informatie

Globaal overzicht negen topics uit ingevulde fiches m.b.t. schoolexterne interventies, deels gepresenteerd op feedbackdag van

Globaal overzicht negen topics uit ingevulde fiches m.b.t. schoolexterne interventies, deels gepresenteerd op feedbackdag van Globaal overzicht negen topics uit ingevulde fiches m.b.t. schoolexterne interventies, deels gepresenteerd op feedbackdag van 19.04.2012 Lege format: zie bijlage 1 In totaal werden 25 fiches verwerkt 1.

Nadere informatie

JAARRAPPORT REISBURO/ROULOT

JAARRAPPORT REISBURO/ROULOT JAARRAPPORT REISBURO/ROULOT 2017 Beste Lezer, In dit jaarrapport vind je een overzicht terug van de begeleidingen die we deden in 2017, gelinkt aan een aantal parameters. Als je meer informatie wenst over

Nadere informatie

Onderwijs SAMENVATTING

Onderwijs SAMENVATTING Onderwijs SAMENVATTING 88.343 leerlingen basis- en secundair onderwijs schooljaar 2016-2017 In verhouding meer leerlingen TSO (bijna 1 op 4 van de lln. SO) en BSO (1 op 5) dan Vlaanderen 17.820 studenten

Nadere informatie

HET REISBURO JAARVERSLAG SCHOOLJAAR 2011-2012

HET REISBURO JAARVERSLAG SCHOOLJAAR 2011-2012 HET REISBURO JAARVERSLAG SCHOOLJAAR 2011-2012 FINANCIEEL VERSLAG 2011 Beste lezer, Ook dit werkjaar streefden we ernaar om in de zoektocht naar een alternatieve dagactiviteit optimaal tegemoet te komen

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Vroegtijdig schoolverlaten

Omgevingsanalyse Vroegtijdig schoolverlaten Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant Coördinatie: Jean-Marie Van Steenwinckel E-mail: jeanmarie.vansteenwinckel@pvoc.be, Tel.: 0490 44 28 27 Omgevingsanalyse Vroegtijdig schoolverlaten Januari

Nadere informatie

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs Stafdienst Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL +32 2 507 06 19 www.katholiekonderwijs.vlaanderen Analyse septembertelling schooljaar 2018-2019 18 september 2018 Bijna 743 000 leerlingen en hun ouders kiezen voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING 1 Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs 3.1. Gewoon secundair onderwijs 3.1.3. Schoolse vorderingen en zittenblijven in het gewoon secundair onderwijs 118 Schooljaar 2013-2014 Schoolse

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

HET REISBURO JAARVERSLAG SCHOOLJAAR 2010-2011

HET REISBURO JAARVERSLAG SCHOOLJAAR 2010-2011 HET REISBURO JAARVERSLAG SCHOOLJAAR 2010-2011 FINANCIEEL VERSLAG 2010 Beste lezer, Inhoudelijk is er aan de werking van Het ReisburO niet zo veel veranderd. In de zoektocht naar een alternatieve dagactiviteit

Nadere informatie

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg.

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg. t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg. Maatschappelijke zetel: Bergensesteenweg 570A, 1070 Anderlecht Ondernemingsnummer: 0448.072.494 JAARVERSLAG 2010 Werkjaar

Nadere informatie

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus 2016 Vergelijking van de regio s Inleiding In opdracht van de schoolbesturen wordt door het een aantal belangrijke kwantitatieve gegevens

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO Naam van de schoolexterne : Arktos HERGO 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Een HERGO is een groepsoverleg waarin alle partijen betrokken bij een incident, samen

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Registratie arbeidszorg

Registratie arbeidszorg Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft

Nadere informatie

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: Lange Time Out Halle, Groep Intro

Naam van de schoolexterne interventie: Lange Time Out Halle, Groep Intro Naam van de schoolexterne : Lange Time Out Halle, Groep Intro 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Belangrijke uitgangspunten Doelstelling(en) Doelgroep(en) 3 Duur

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 6 van 19 augustus

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Naam van het dagbestedingsinitiatief: Atlas (alternatieve time out lagere school)

Naam van het dagbestedingsinitiatief: Atlas (alternatieve time out lagere school) Naam van het dagbestedingsinitiatief: Atlas (alternatieve time out lagere school) 1) Inhoud van de dagbesteding Algemeen kader: Ontstaansgeschiedenis 1 Ontstaan vanuit de dagbegeleidingswerking van OBC

Nadere informatie

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven 1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Werking 1 januari 2013 31 december 2013 Inhoudstabel INHOUDSTABEL... 2 I. ONTSTAANSGESCHIEDENIS... 4 1. CHRONOLOGIE... 4 2. OORSPRONKELIJK PROJECTVOORSTEL...

Nadere informatie

1. Kan de minister een overzicht geven van alle organisatoren van time-outbegeleiding per arrondissement?

1. Kan de minister een overzicht geven van alle organisatoren van time-outbegeleiding per arrondissement? VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 184 van 29 november 2011 van KATHLEEN HELSEN Time-outprojecten - Stand van zaken

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: Radick

Naam van de schoolexterne interventie: Radick Naam van de schoolexterne : Radick 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Ontstaan in 1987, in het kader van dagopvang residentiële jongeren O.O.O.C. Later geïntegreerd in

Nadere informatie

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager

Nadere informatie

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Werking 1 januari 2012 31 december 2012 Inhoudstabel I. ONTSTAANSGESCHIEDENIS... 4 1. CHRONOLOGIE... 4 2. OORSPRONKELIJK PROJECTVOORSTEL... 5 3. BESLUIT

Nadere informatie

STEM monitor Juni 2016

STEM monitor Juni 2016 monitor Juni 2016 Inleiding In het -actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien dat de doelstellingen van het -actieplan worden opgevolgd aan de hand van een indicatoren. Hiervoor werd de

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Rapport. Kleuterparticipatie. Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant

Rapport. Kleuterparticipatie. Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant Rapport Kleuterparticipatie 2016 2017 Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant Rapport Kleuterparticipatie 2016-2017 Vlaams-Brabant Versie 02 02 2018 1 KLEUTERAANWEZIGHEDEN

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

TIJDSPAD actieplan netwerk Samen tegen Schooluitval Vlaams-Brabant (versie 18/03/2017)

TIJDSPAD actieplan netwerk Samen tegen Schooluitval Vlaams-Brabant (versie 18/03/2017) TIJDSAD actieplan netwerk Samen tegen Schooluitval Vlaams-Brabant (versie 18/03/2017) en hierdoor niet te vatten in een 2-jarenplan. Om met dit netwerk een concreet doel voor ogen te houden werken we in

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Handleiding bij het onlineaanmeldingsformulier

Handleiding bij het onlineaanmeldingsformulier Handleiding bij het onlineaanmeldingsformulier Inleiding: Het online- aanmeldingsformulier is relatief eenvoudig in te vullen. U kunt het aanmeldingsformulier invullen door naar de site van het meldpunt

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding Deel I Speciaal onderwijs 1.1 Uitstroom vanuit het so 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen

Nadere informatie

NETWERK SAMEN TEGEN SCHOOLUITVAL WEST-VLAANDEREN.

NETWERK SAMEN TEGEN SCHOOLUITVAL WEST-VLAANDEREN. NETWERK SAMEN TEGEN SCHOOLUITVAL WEST-VLAANDEREN. Aanmeldingsprocedure NAFT Annick Steyt 2017-2018 1/18 Inhoudstafel 2 Situering 3 Aanmeldingsprocedure 5 Aanmeldingsprocedure Casuïstiek platform 6 Ontwikkeling

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O N D E R W I J S ( K A N S E N ) M O N I T O R Editie 2009

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O N D E R W I J S ( K A N S E N ) M O N I T O R Editie 2009 Gemeente Neerpelt Welkom op de startpagina van de lijke fiches onderwijs(kansen)monitor! Basisdatafiche Indicatorfiche Gemeentelijke detailfiche Basisdatafiche Neerpelt ONDERWIJSAANBOD IN BaO EN SO Scholen

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel Naam van de schoolexterne : ipot Groep INTRO Brussel 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Belangrijke uitgangspunten Doelstelling(en) Doelgroep(en) 3 Duur van het

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015.

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 557 van ANN BRUSSEEL datum: 9 september 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Toelatingsexamen arts en tandarts -

Nadere informatie

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies

Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Werking 1 oktober 2014 30 september 2015 Inhoudstabel INHOUDSTABEL... 2 I. ONTSTAANSGESCHIEDENIS... 3 1. CHRONOLOGIE... 3 2. SAMENWERKINGSOVEREENKOMST...

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

DATA OVER SPIJBELEN: WAT IS ER? WAAR VIND IK HET? HOE GA IK ER MEE OM?

DATA OVER SPIJBELEN: WAT IS ER? WAAR VIND IK HET? HOE GA IK ER MEE OM? DATA OVER SPIJBELEN: WAT IS ER? WAAR VIND IK HET? HOE GA IK ER MEE OM? Gil Keppens (Gil.Keppens@vub.ac.be) Onderzoeksgroep TOR (Vrije Universiteit Brussel) BASIS OBPWO 11.03: Van occasionele tot reguliere

Nadere informatie

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN / Rapport cijfers BMI BIJ SCHOOLKINDEREN Vlaams Gewest 2012-2013 / 1.02.2016 1.02.2016 BMI bij schoolkinderen 1/10 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door: Lien Braeckevelt,

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Naam van het dagbestedingsinitiatief: Try-Out Vilvoorde

Naam van het dagbestedingsinitiatief: Try-Out Vilvoorde Naam van het dagbestedingsinitiatief: Try-Out Vilvoorde 1) Inhoud van de dagbesteding Algemeen kader: Ontstaansgeschiedenis 1 Uit de ervaring die Tonuso vzw opgebouwd heeft bij KLIK/ Leerrecht Brussel

Nadere informatie

Age Stinissen September 2017

Age Stinissen September 2017 Age Stinissen September 2017 Inhoud Inhoud 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 4 2 De respons 6 3 De resultaten 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Jongens en meisjes. 9 3.3 De Stadsdelen

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: Steunpunt groene zorg

Naam van de schoolexterne interventie: Steunpunt groene zorg Naam van de schoolexterne interventie: Steunpunt groene zorg 1. Inhoud vd schoolexterne interventie Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Het Steunpunt Groene Zorg vzw werd op 1 februari 2004 opgericht

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers

Nadere informatie

- het deblokkeren van de situatie, om de band tussen jongeren en onderwijs te herstellen/ vrijwaren.

- het deblokkeren van de situatie, om de band tussen jongeren en onderwijs te herstellen/ vrijwaren. Naam van de schoolexterne interventie: Arktos KTO 1. Inhoud vd schoolexterne interventie Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Belangrijke uitgangspunten Arktos werkt op een projectmatige manier

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 214 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding... 1 Deel I Speciaal onderwijs... 2 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs... 2 1.2

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief MEI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

nr. 348 van ANN BRUSSEEL datum: 24 maart 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 348 van ANN BRUSSEEL datum: 24 maart 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 348 van ANN BRUSSEEL datum: 24 maart 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel Spijbelproblematiek

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Handleiding bij het online-aanmeldingsfor mulier

Handleiding bij het online-aanmeldingsfor mulier Handleiding bij het online-aanmeldingsfor mulier Inleiding: Het online-aanmeldingsformulier is relatief eenvoudig in te vullen. U kunt het aanmeldingsformulier invullen door naar de site van het meldpunt

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS Vlaanderen is onderwijs & vorming CIJFERRAPPORT VOOR DE SCHOOLJAREN 2009-2010 TOT EN MET 2012-2013 1 COLOFON Samenstelling Vlaams Ministerie

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief AUGUSTUS 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM Indicatoren I. Instroom (studiekeuze) a. Secundair onderwijs Indicator I.S: Studiekeuze voor in secundair onderwijs. Percentages leerlingen die studiekeuze maken en percentage meisjes in de categorie 1

Nadere informatie

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg.

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg. t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg. Maatschappelijke zetel: Bergensesteenweg 570A, 1070 Anderlecht Ondernemingsnummer: 0448.072.494 JAARVERSLAG 2011 IDENTIFICATIEGEGEVENS

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JANUARI 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Eindrapport Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde

Eindrapport Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde Eindrapport Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde Hoe kwam het project tot stand? Schets waar de probleemanalyse vandaan komt, wie betrokken werd bij de opmaak van het projectvoorstel en waarom het projectvoorstel

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: december 2017 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juni 2017 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Technisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009

Technisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009 West-Vlaanderen Werkt 3, 2009 in West-Vlaanderen dr. Marie Van Looveren sociaaleconomisch beleid, WES Jongeren uit het gewone secundair onderwijs kunnen na de eerste graad kiezen voor één van de volgende

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Project schooluitvallers MPI Levenslustvzw.

Project schooluitvallers MPI Levenslustvzw. Naam van de schoolexterne : Project schooluitvallers MPI Levenslustvzw. 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Nood aan een intern initiatief voor het opvangen van schooluitvallers

Nadere informatie

Analyse NVM openhuizendag

Analyse NVM openhuizendag Analyse NVM openhuizendag Gemaakt door: NVM Data & Research Datum: 1 juli 2011 Resultaten analyse Openhuizenbestand 26 maart 2011 Er doen steeds meer woningen mee aan de NVM-openhuizendag. Op 26 maart

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

Naam van het dagbestedingsinitiatief: Intermezzo

Naam van het dagbestedingsinitiatief: Intermezzo Naam van het dagbestedingsinitiatief: Intermezzo 1) Inhoud van de dagbesteding Algemeen kader: Ontstaansgeschiedenis 1 Naar aanleiding van de overgang naar MFC op 1 januari 2015, werd in Huize Terloo resoluut

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief APRIL 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juni 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief FEBRUARI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juli 2018 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie