Wiskundige Methoden in de Fysica examen met modeloplossing

Vergelijkbare documenten
2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica

Aanvullingen van de Wiskunde / Partiële Differentiaalvergelijkingen

Aanvullingen van de Wiskunde

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op ,

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, uur.

Wiskundige Technieken

5.8. De Bessel differentiaalvergelijking. Een differentiaalvergelijking van de vorm

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (2Y480) op 22 november 1999,

Wiskunde: Voortgezette Analyse

Tentamen CT2031 ConstructieMechanica 3 2 april 2007 MODELUITWERKING. a) De grenzen kunnen m.b.v. de basisgevallen van Euler worden bepaald:

l reeds gezien hebben in paragraaf De zwaartekracht leidt dus tot een extra term in de bewegingsvergelijkingen:

Opmerking: Kan ook sneller door met impulsmomentbehoud de nieuwe snelheid uit te rekenen en daarmee een uitspraak te doen over de energie.

Mathematical Modelling

KeCo-opgaven elektricitietsleer VWO4

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

Tentamenopgaven over hfdst. 1 t/m 4

ARBEIDS- en ENERGIEMETHODEN. Opgave 0 : Ligger met een koppel. Opgave 1 : Niet-lineair last-zakkingsdiagram. Opgave 2 : Horizontaal belast raamwerk

Tentamen Gewone Differentiaal Vergelijkingen II

opgave 1. (2 pt) kies het juiste antwoord; motiveer kort je antwoord s b) de overdrachtsfunctie van een systeem is H( s) =

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Oplossing Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, juli 2015

Hertentamen CT2031. ConstructieMechanica 3

11.3. Inhomogene randwaardeproblemen. We beschouwen eerst inhomogene Sturm- Liouville randwaardeproblemen van de vorm :

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?

Examen Algemene natuurkunde 1 18 januari 2016

f even en g oneven = f g oneven. f(x) dx = 2 Stel dat f een even functie is en dat de Fourierreeks voor f gelijk is aan a n cos nπx + b n sin nπx )

Math D2 Gauss (Wiskunde leerlijn TOM) Deelnemende Modules: /FMHT/ / A. Oefententamen #1 Uitwerking.

OPGAVE 7 : ARBEID EN ENERGIE

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle.

Examen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica

20 OKTOBER y 2 xy 2 = 0. x y = x 2 ± 1 2. x2 + 8,

Lineaire dv van orde 2 met constante coefficienten

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

Complexe getallen: oefeningen

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

Examen Complexe Analyse (September 2008)

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)

Examen G0O17D Wiskunde II (6sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-12:30 uur

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

Systeem 2 wordt beschreven door de differentiaalvergelijking y y x

(vi) Als u een stelling, eigenschap,... gebruikt, formuleer die dan, toon aan dat de voorwaarden vervuld zijn, maar bewijs die niet.

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

Hertentamen Topologie, Najaar 2009

TW2040: Complexe Functietheorie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Functietheorie (2Y480) op 23 januari 2002,

Uitwerking tentamen Klassieke Mechanica II Maandag 21 oktober 2002

Tentamen CT2031. ConstructieMechanica 3

Tentamen Analyse 4 (wi2602) 17 juni 2011, uur. ) (1 gratis)) Deel 2: opgaven 2b, 4ab, 5, 6 (normering: 2 + (

Mathematical Modelling

Overzicht Fourier-theorie

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 2 nov :30 16:30

Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur 1 september Nummer vragenreeks: 1

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur

Tentamen Analyse van Continua

TW2040: Complexe Functietheorie

Tentamen Functies en Reeksen

college 6: limieten en l Hôpital

Voortplanting van trillingen - lopende golven

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

Examen Complexe Analyse vrijdag 21 juni 2013, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen

OEFENOPGAVEN BIJ HET TENTAMEN ANALYSE 1 (COLLEGE NAJAAR 2006). (z + 2i) 4 = 16. y 4y + 5y = 0 y(0) = 1, y (0) = 2. { 1 + xc 1 voor x > 0.

(10 pnt) Bepaal alle punten waar deze functie een relatief extreem of een zadelpunt heeft. Opgave 3. Zij D het gebied gegeven door

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Functies van één veranderlijke

Math D2 Gauss (Wiskunde leerlijn TOM) Deelnemende Modules: /FMHT/ / A. Oefententamen #2 Uitwerking

Antwoorden Natuurkunde Olympiade pagina 1

Hertentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Do 5 jan :30 16:30

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Tussentijdse evaluatie Analyse I

Toets 3 Calculus 1 voor MST, 4051CALC1Y dinsdag 31 oktober 2017, 13:30 16:30 uur

Hertentamen CT2031. ConstructieMechanica April :00 17:00 uur

OF (vermits y = dy. dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Bespreking van het examen Complexe Analyse (tweede zittijd)

Hoofdstuk 7: Stelsels eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1

Oefeningentoets Differentiaalvergelijkingen, deel 1 dinsdag 6 november 2018 in lokaal 200M van 16:00 tot 18:00u

== Modeluitwerking tentamen Analyse 1 == Maandag 14 januari 2008, u

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Les 1 Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 1: Inleiding

Relevante examenvragen , eerste examenperiode

Technische Universiteit Delft Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen. De effectieve kiplengte van houten liggers

Complexe functies 2019

Proeftoets 3 Calculus 1 voor MST, 4051CALC1Y dinsdag 31 oktober (Leids) studentnummer: A (Keijzer) / B (Kooij) / C (Weber) / D (van den Dries)

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

Transcriptie:

Wiskundige Methoden in de Fysica examen met modeopossing januari 7 Voor dit examen krijg je u tijd en mag je de cursus en de oefeningenopgaven gebruiken. Niet toegeaten zijn opgeoste oefeningen, handboeken, rekenmachines en communicatiemiddeen. Gebruik een apart antwoordbad voor eke vraag. Schrijf je naam op ek bad! Vee succes!. pt Bewijs onderstaande operator-identiteiten, waarbij ˆ L = i r de kwantummechanische draaimomentoperator is: a = e r ˆ L r i r r b ˆ L ˆ L = iˆ L Hint: Laat beide eden inwerken op een scaair ved f.. 6pt Toon aan dat n x π3 dx = + x 8, met behup van compexe contourintegratie. Vertrek hiervoor van de vogende compexe contour integraa, LN 3 z dz. + z en eg de vertakkingsijn angs de positieve reëe as. Hint: De binomiaaformue a + b 3 = a 3 + 3a b + 3ab + b 3 en de integraa arctan x + C kunnen van pas komen. a a 3. pt Bereken yt voor t > die vodoet aan dx = x +a y t + y t + 5yt = exp t 3 met y = en y = via de Lapacetransformatie.

. 6pt We beschouwen een afgesoten rechthoekig gebied x, y b waarin een stof met concentratie cx, y, t zich za verspreiden met diffusiecoëfficiënt D. De initiëe concentratie is c x en er wordt stof toegevoegd aan een tempo Ix, t. a Formueer het probeem in een partiëe differentiaavergeijking, incusief de rand- en beginvoorwaarden. b Weke voorwaarden zijn aanwezig die je toeaten om dit probeem op te ossen zonder y-afhankeijkheid? We ossen nu 3 verwante probemen op met toenemende moeiijkheidsgraad: c Probeem : Geef de agemene opossing c x, t van de homogene vergeijking d.w.z. met bronterm Ix, t =, via de methode van scheiden der veranderijken. Hierin komen onbekende coëfficiënten a n voor. d Probeem : Beschouw het diffusieprobeem met beginvoorwaarde cx, = en een bronterm Ix, t = IδtHa x met H de Heaviside stapfunctie. D.w.z. dat er stof wordt geïnjecteerd in het gebied x < a op t =. i. Integreer de diffusievergeijking met deze bronterm tussen t = ɛ en t = +ɛ met ɛ, en gebruik dat c ɛ =. Waarom gedt dat +ɛ ɛ xcdt =? ii. Substitueer de agemene opossing die je vond voor probeem en bepaa zo de coëfficiënten a n voor het huidige geva. Toon aan dat deze opossing de vorm heeft van c x, t = ai L Ht + I L voor zekere k n. n= sin k n a k n Ht exp k ndt cosk n x e Probeem 3: Er vindt een constante injectie van stof paats over het tijdsinterva [, T ], aan een sneheid I. Door ineaire superpositie kan men inzien dat de opossing van dit probeem gegeven wordt door c 3 x, t = T dt c x, t t. 5 i. Bereken c 3 x, t uit het resutaat van probeem. Maak hierbij onderscheid tussen t < T en t > T. ii. Wat za de concentratieverdeing zijn voor t +? Vind je dezefde waarde door enke de injectiesneheid, duur en grootte van het gebied te beschouwen?

. vectoranayse a pt ˆ L = i r = e r r i r ˆ L r = e r r i r i r r = e r r r r r = e r r r r r r r = r r + e r r r = b pt ˆ L = i e x e y e z x y z x y z L x = iz y y z L y = iz x x z L z = ix y y x ˆ L ˆ Lz = il z ˆ L ˆ Lz = L x L y L y L x L x L y f = z y y z z x x z f = z xyf xz yzf yz xzf y x f + xy zf L y L x f = z x x z z y y z f = z xyf xz yzf yz xzf x y f + xy zf L x L y L y L x = y x x y = iix y y x = il z 3

. Compexe contourintegratie Toon aan dat n x π3 dx = + x 8, 6 met behup van compexe contourintegratie. Vertrek hiervoor van de vogende compexe contour integraa, LN 3 z dz. 7 + z en eg de vertakkingsijn angs de positieve reëe as. Opossing: Zoas gegeven, gaan we voor het berekenen van Eq. 6 uit van de compexe functie fz = LN3 z + z, 8 die een vertakkingspunt heeft in z = en poen in + z = z = ±i. We eggen de vertakkingsijn angs de positieve reëe as omwie van de integratiegrenzen we zuen de gevraagde integraa haen uit een faseverschi angs de positieve reëe as. Met deze informatie kiezen we een contour C = C R C I C ε C I die de positieve reëe as tweemaa bevat en dus de integraa I zie Fig. en gesoten wordt op oneindig. We berekenen dus de reëe integraa I, die we niet zomaar kunnen opossen, as dee van de compexe contourintegraa die we we kunnen opossen! C fz dz = C LN 3 z dz, 9 + z Aangezien de poen z = ±i binnen de contour C iggen, zegt de residusteing dat fz dz = πi Res z=i [fz] + Res z= i [fz]. C Maar we hebben ook dat fz dz = C fz dz + C R fz dz + C I fz dz + C ε fz dz. C I Voor de eerste term maken we gebruik van de grote imietsteing voor een cirkeboog met middepunt z =, straa R en middepuntshoek π. Hiervoor gaan we na dat im z LN3 z z + z = im n R + iθ3 n 3 R Reiθ = im R + R e iθ R R H = im R R n R =.

Imz C R z = i C ε C I Rez z = i C I Figuur : Contour voor de compexe contourintegraa Eq. 9. waarbij we L Hôpita gebruikt hebben bij het berekenen van de imiet en enke rekening hebben gehouden met de dominante termen voor R. Er vogt dat im fz dz =, 3 R C R zodat de bijdrage van C R wegvat voor R. Voor de derde term maken we gebruik van de keine imietsteing voor een cirkeboog met middepunt z =, straa ε en middepuntshoek π gemeten in tegenwijzerzin. Hiervoor gaan we, gewapend met de gegeven binomiaaformue, na dat im z LN3 z z + z = im ε εeiθ n ε + iθ3 + ε e iθ = im n 3 ε + 3i n εθ 3 n εθ iθ 3 ε. Na herhaadeijk toepassen van L Hôpita kunnen ae termen hereid worden tot termen van de vorm im ε ε nε =. Er vogt dat im fz dz =, 5 ε C ε zodat de bijdrage van C ε wegvat voor ε. Voor R en ε, wordt het stuk C I boven de vertakkingsijn met de parametrizatie z = x geijk aan n 3 x fz dz = dx, 6 C I + x 5 ε

terwij voor het stuk C I onder de vertakkingsijn gedt dat n x + πi 3 fz dz = dx. 7 C I + x We vinden dus dat, voor R en ε, n 3 x fz dz = + x dx n x + πi 3 dx 8 + x C = 6πi = 6πi n x + x dx + π n x dx + π + x n x + x dx + 8π3 i dx 9 + x n x + x dx + π i, waar we de hints gebruikt hebben binomiaaformue en arctan-integraa. De uitdrukking moet geijk zijn aan de som van de vogende residus, z iln 3 z LN 3 z Res z=i [fz] = im = im z i + z z i z + i z + iln 3 z LN 3 z Res z=i [fz] = im = im z i + z z i z i = n i + iπ/3 i = n i + i3π/3 i = iπ/3, i = i3π/3. i Merk op dat de hoek in tegenwijzerzin oopt van tot π door de keuze van onze vertakkingsijn angs de positieve reëe as. We krijgen dat n x n x iπ/ 3 6πi dx + π + x + x dx + π i = πi + i3π/3 3 i i = π iπ 3 /8 + i7π 3 /8 = 3π i. 5 Hieruit eren we dat het reëe dee geijk moet zijn aan, wat impiceert dat en dat voor het imaginaire dee moet geden dat wat betekent dat 6πi n x + x dx = 6πi n x dx =, 6 + x n x + x dx + π i = 3π i, 7 3iπ 6π i = 6πi 3iπ = π3 8. 8 6

3. Integraatransformatie We starten met uitvoeren van de apace transformatie en vuen de gegeven beginvoorwaarden in en herschrijven tot we een uitdrukking bekomen voor Ys Y s = y + y + 5y = exp t y = y = s + s + 5Y s + s + = s + Y s = s+ s + s + s + 5 s + s + s + + s + + Vervogens dienen we te spitsen in partiee breuken : s + s + + = A s + + B s + + + Cs s + + = As + As + 5A + Bs + B + Cs + Cs A = C A = B 5A + B = A =, B =, C = Y s = s + s + + s s + + Gebruik maken van inverse apace transformatie en vogende eigenschappen : resuteert in yt : L { } = exp t s + L { s + } = sint L { } = exp kt s k L s { s + } = cost Y s = s + s + + s + s + + L {Y s} = exp t sint exp t exp tcost sint = yt 7

. Opossing: a t D xc = Ix, t, 9 De beginvoorwaarde is cx, y, = c x, y en as randvoorwaarden hebben we homogene Neumannrandvoorwaarden, dus x c, y, t = x c, y, t = y cx,, t = y cx, b, t =. b Rand- en beginvoorwaarden en de vergeijking zef zijn invariant onder transaties in y, dus opossing za onafhankeijk zijn van y. c d dus c x, t = +ɛ ɛ n= t cdt = D cɛ = D a n exp Dt cos +ɛ ɛ +ɛ ɛ xcdt + IHa x +ɛ ɛ. 3 δtdt 3 xcdt + IHa x 3 im cɛ = IHa x 33 ɛ im c ɛ, t = a n cos = IHa x. 3 ɛ n= Doordat xc continu is voor t < en t > vinden we dat de oppervakte onder een functie naar nu gaat as het domein waarover we integreren naar nu gaat. Geen punten op zetten Door te projecteren op cos mπx vinden we { Ia, m = a m = I sin mπa mπ, m 35 We moeten er ook nog voor zorgen dat c = voor t < en dit kan eenvoudig door de gevonden opossing te vermenigvudigen met de Heaviside stapfunctie. Zo vinden we dus c x, t = Ia I Ht + n= sin nπa Ht exp nπ 8 nπ Dt cos. 36

e We werken de vogende integraa uit voor n : T Ht t exp Dt t dt = 37 t nπ HT t exp Dt exp Dt dt + 38 T nπ Ht T exp Dt exp Dt dt = 39 exp nπ Dt HT t exp Dt + D Ht T exp en geijkaardig voor n = : Dus voor t <= T: T nπ exp nπ DT Dt. D nπ Ht t dt = HT tt + Ht T T. c 3 x, t T = IaT We krijgen dus: c 3 x, t > T = IaT I sin nπa HT tt + D nπ 3 n= nπ HT t exp Dt exp I sin nπa Ht T T + D nπ 3 n= nπ Ht T exp DT nπ Dt cos exp nπ Dt cos 3 5 6 f im t + cx, t = IaT. Aternatieve opossing: a t D xc = f, 7 met fx, t = IHa xht t H is de Heaviside stapfunctie. De beginvoorwaarde is cx, = c en as randvoorwaarden hebben we homogene Neumannrandvoorwaarden, dus x c, t = x c, t =. 9

b As basisfuncties nemen we de opossingen van het Sturm-Liouvie probeem c D xφ n = λ n φ n, 8 met homogene Neumannrandvoorwaarden in x = en x =. Dus φ n x = cos. ċ n t + D waarvan de opossing is: c n t = c n exp Dt + d De opossing is dus: cx, t = = + n= n= n= = c + nπ cn t = f n t, 9 t exp Dt t f n t dt. 5 c n tφ n x 5 c n exp t n= exp t exp nπ Dt cos nπ Dt t f n t dt cos nπ Dt t f n t dt cos Om dit verder uit te werken moeten we dus eerst nog f n berekenen: Dus: f n x, t = δ n IHa xht t cos = δ a n nπx IHT t cos { IHT t a =, n = nπa sin IHT t, n nπ cx, t = c + n= 5 53. 5 dx 55 dx 56 57 d n t cos. 58

met IaT HT tt + Ht T T, n = I sin nπa [ nπ d n t = HT t exp Dt D nπ 3 nπ ], n +Ht T exp DT 59 e im t + cx, t = c + IaT.