A. Algemene opdrachten.

Transcriptie

1 functiemschrijving directeur basisnderwijs Heilig Graf Nv 2009 na nderhandeling OCSG Specifieke pdrachten vr directeur: Datum: HET PEDAGOGISCH PROJECT EN DE OPDRACHTEN VAN DE LEERKRACHTEN Van de directeur wrdt verwacht dat hij bijdraagt aan de realisatie van het pvedingsprject van de schl. Dat wil nder andere zeggen dat hij zich lyaal pstelt ten aanzien van de levenbeschuwelijke grndslag van nze schl, en in het algemeen ten aanzien van de grndslagen van de kathlieke (basis)schl. Het pvedingsprject van nze schl staat mschreven in het schlwerkplan, en wat de kathlieke schl in het algemeen betreft, staan de pdrachten gefrmuleerd in Opdrachtsverklaring van het kathliek nderwijs in Vlaanderen (VSKO,1994) en in Opvedingscncept vr de kathlieke basisschl in Vlaanderen (VVKBaO, 2000). Van de directeur wrdt k verwacht dat hij de bepalingen respecteert die met betrekking tt de uitvering van zijn pdracht gefrmuleerd staan in het Algemeen reglement van het persneel van het kathliek nderwijs (Centraal Paritair Cmité van het Kathliek Onderwijs) en in het arbeidsreglement van de schl. A. Algemene pdrachten. A.1. Werken aan een schleigen christelijk pvedingsprject. Het aantal (cncreet definieerbare) taken is beperkt. Werken aan de realisatie van de christelijke identiteit is vral een kwestie van gericht zijn p. De pdracht kmt immers vral neer p het benaderen van leerlingen vanuit lyaliteit met en gehechtheid aan de levensbeschuwelijke verankering van het pedaggisch prject van het Instituut Heilig Graf. - De directeur geeft mee gestalte aan de realisatie van het christelijk pvedingsprject. Hij bereidt, in samenwerking met alle nderwijsparticipanten p basis van het christelijk pvedingsprject, een ntwerp van schleigen christelijk pvedingsprject vr. - De directeur verhandigt en bespreekt de Opdrachtsverklaring van het Kathliek nderwijs en het eigen pvedingsprject. - De directeur stelt in verleg met het schlbestuur een ntwerp van schlreglement p en legt dat vr aan de schlraad. - De directeur ziet te p de cncretisering van het eigen pvedingsprject in de dagelijkse schlpraktijk en hij kadert activiteiten en vernieuwingsinitiatieven binnen het schleigen pvedingsprject. - De directeur zrgt ervr dat de pastrale werking p de schl gedragen wrdt dr een pastrale werkgrep. - Schlwerkplan: De directeur stelt in verleg met het team het schlwerkplan p. Hij staat in vr de uitvering van het schlwerkplan cnfrm de decretale bepalingen. - De directeur gebruikt het pedaggisch prject als baken in de cmmunicatie met de nderwijsparticipanten. - Hij ntwikkelt in dialg met alle persneelsleden een gezamenlijke praktijkgerichte visie die inspirerend is vr plannen en realisaties. A.2. Werken aan een degelijk en samenhangend nderwijsinhudelijk aanbd. 30/04/2013 pagina 1

2 Deze rubriek gaat ver het antwrd p de waarte-f wat-vraag bij het lesgeven. De leerkracht det een nderwijsinhudelijk aanbd cnfrm de algemene pedaggische delen uit het pvedingsprject en het Ontwikkelingsplan en de daarin verwerkte leerplannen en ntwikkelingsdelen. Hij zrgt vr een planning van activiteiten die de realisatie van de ntwikkelingsaspecten en / f leerplandelen waarbrgt. - De directeur zrgt ervr dat alle leerkrachten ver de gepaste leerplannen (ntwikkelingsplan kleuterschl) beschikken en dat die leerplannen de draad vrmen van het pedaggisch handelen in de klaspraktijk. - De directeur neemt initiatieven m de implementatie van leerplannen p een gestructureerde manier mgelijk te maken. Dat kan ndermeer dr p geregelde tijdstippen pedaggische nderwerpen te vrzien tijdens de persneelsvergaderingen. - De directeur bepaalt samen met het team aan welke pedaggische vernieuwing f initiatieven gedurende een bepaalde peride pririteit zal wrden gegeven. - Op basis van die pririteiten ntwikkelt de directeur in samenspraak met het team het naschlingsplan. - De directeur selecteert en dseert vernieuwingsimpulsen van binnen en van buiten de schl vanuit het pedaggisch prject en de draagkracht van het team. - De directeur maakt het waarm bespreekbaar van de pedaggisch-didactische aanpak. - De directeur waakt erver m een haalbare kers te varen dr pririteiten te bepalen in samenspraak met het team. - De directeur intrduceert vernieuwingen p een strategische en planmatige wijze en vlgt ze p. - De directeur cntinueert wat ged lpt en stimuleert vernieuwing en verbetering waar ndig. - De directeur creëert een veilige leer-sfeer dr de rganisatie van leermmenten, tijd m terug te blikken, vruit te blikken en de delen te bevragen. - De directeur is kindgericht in zijn denken en handelen. Dat betekent dat activiteiten en werkwijzen zdanig uitgeverd wrden dat ze vertrekken vanuit de leefwereld van een kind en p die leefwereld gericht zijn. A.3. Werken aan een deltreffende aanpak en een stimulerend pvedingsklimaat. De leerkracht kiest een methde m de delstellingen uit de leerplannen te realiseren en m de brede pvedingsdelen uit het pvedingsprject z ged mgelijk bij alle leerlingen te realiseren. Onder 'methde' wrdt hier verstaan: didactische werkvrmen, leermiddelen, greperingsvrmen van leerlingen, en alle maatregelen van klasrganisatie die de efficiëntie van het nderwijsleerprces bevrderen. - De directeur stelt in samenspraak met de leerkrachten de leerlingengrepen samen en zrgt ervr dat de nderwijstijd ptimaal wrdt gerganiseerd. - De directeur vlgt mee de kwaliteit p van het aangebden nderwijs en ntwikkelt mee initiatieven ter bevrdering ervan. A.4. Werken aan de ntpliing van elk kind, met brede zrg. De evaluatie van leerlingen maakt deel uit van het prces van ndersteuning van leerlingen in hun ntwikkeling. Ze mvat zwel de permanente, frmatieve evaluatie als de summatieve evaluatie p scharniermmenten in de schllpbaan. 30/04/2013 pagina 2

3 Het rapprteren is een aspect van het evaluatieprces, in de zin dat de leerkracht z met alle betrkkenen cmmuniceert ver vaststellingen en ver de maatregelen die wenselijk zijn m de ntwikkeling van de leerling vruit te helpen. Een pvedingscncept dat het kind centraal stelt, impliceert dat elke individuele leerling nderwijs krijgt dat bij zijn specifieke mgelijkheden en beperkingen aansluit. En dat de leerkracht bijzndere aandacht besteedt aan de ndersteuning van leerlingen die in hun leren f ntwikkeling bedreigd zijn. Leerlingen en evaluatie - De directeur begt een eerlijk en gelijklpend evaluatiesysteem vr leerlingen drheen de schllpbaan. - De directeur zrgt ervr dat in de schl vanuit een zrgbrede aanpak met leerlingen wrdt mgegaan. - De directeur infrmeert de uders, in samenwerking met het CLB, ver de drstrmingsmgelijkheden naar het secundair nderwijs in de regi. A.5. Werken aan de schl als gemeenschap, als rganisatie. A.5.1. Samenwerking met externen: A De directeur kent en erkent deze externen. Hij stelt hen alle ndige gegevens ter beschikking en maakt gepast gebruik van hun diensten. De directeur zrgt vr gede werkcntacten. a. Externe (pedaggische) ndersteuning b. De dicesane pedaggische begeleidingsdienst c. De inspectie rms-kathlieke gdsdienst d. De nderwijsinspectie A Het centrum vr leerlingenbegeleiding (CLB) De directeur bereidt in verleg het beleidscntract vr en zal uitvering geven aan dat afgeslten cntract. A Het VSKO en het VVKBaO De directeur det een berep p de dienstverlening (zwel pedaggisch als administratiefjuridisch) van het VSKO en het VVKBaO. Op zijn beurt adviseert de directeur via de dicesane en/f interdicesane directiecmmissies, het VSKO en het VVKBaO. A Het buitengewn nderwijs De directeur zrgt vr een degelijk verwijsbeleid. Hij rganiseert verleg met de cllega s van het buitengewn nderwijs ver de kinderen die verstappen. Hij nderzekt f bepaalde vrmen van samenwerking een win-win-situatie pleveren vr beide partijen. A Andere samenwerkingsvereenkmsten De directeur bereidt mgelijks andere samenwerkingsvereenkmsten vr en vert de genmen beslissingen uit. A.5.2. Het persneelsbeleid A De directeur in relatie tt het schlbestuur De directeur verlegt de eigen functiebeschrijving met het schlbestuur dat decretaal als evaluatr vr de directeur ptreedt. De directeur bespreekt de bijzndere vlmachten met het schlbestuur. A De directeur in relatie tt het gesubsidieerd persneel 30/04/2013 pagina 3

4 De directeur werft in vereenstemming met de criteria vastgelegd dr het schlbestuur persneelsleden aan. De directeur zrgt vr een nthaalbeleid vr nieuwe persneelsleden. De directeur staat samen met de mentr, mee in vr de aanvangsbegeleiding van nieuwe persneelsleden. De directeur stelt als eerste evaluatr in verleg de functiebeschrijving vr de verschillende gesubsidieerde persneelsleden p cnfrm de decretale bepalingen. De directeur vert functineringsgesprekken met de persneelsleden en infrmeert het schlbestuur hierver. De directeur is als eerste evaluatr verantwrdelijk vr de evaluatie van de verschillende gesubsidieerde persneelsleden. Hij vert daarm p afgesprken mmenten evaluatiegesprekken en infrmeert het schlbestuur hierver. Drheen de vlledige lpbaan van de gesubsidieerde persneelsleden draagt de directeur in nauwe samenwerking met het schlbestuur,de verantwrdelijkheid vr het werken aan een gedegen lpbaanbegeleiding. De directeur vlgt de persneelsleden verder p nder andere dr het huden van klasbezeken De directeur is verantwrdelijk vr het veren van een crrecte persneelsadministratie. Dat bevat nder meer: Het pmaken van de arbeidsvereenkmst Cntrleren f het bekwaamheidsbewijs van de kandidaat tegang geeft tt de te begeven betrekking. Infrmeren en adviseren van het schlbestuur ver de verdere tijdelijke aanstelling vral in functie van de tijdelijke aanstelling van drlpende duur. Uitvering geven aan de reglementaire en administratieve verplichtingen gekppeld aan de terbeschikkingstelling en reaffectatie. Dat gebeurt zwel p niveau van de schl, het schlbestuur als de schlengemeenschap. De directeur bereidt de werkzaamheden van de reaffectatiecmmissie van de schlengemeenschap vr. A De directeur in relatie tt het niet-gesubsidieerd persneel (Paritaire cmités 152 en 225) De directeur werft in vereenstemming met de criteria vastgelegd dr het schlbestuur persneelsleden aan. De directeur zrgt vr een nthaal- en aanvangsbegeleiding De directeur bepaalt de functie-inhud vr de verschillende niet-gesubsidieerde persneelsleden. De directeur vert functineringsgesprekken met de persneelsleden. De directeur is verantwrdelijk vr de evaluatie van de verschillende nietgesubsidieerde persneelsleden. Drheen de vlledige lpbaan van de niet-gesubsidieerde persneelsleden draagt de directeur in nauwe samenwerking met het schlbestuur,de verantwrdelijkheid vr het werken aan een gedegen lpbaanbegeleiding. De directeur is verantwrdelijk vr het veren van een crrecte persneelsadministratie. Dat bevat nder meer: Het pmaken en verhandigen van de arbeidsvereenkmst Indien relevant, verhandigen en bespreken van de Opdrachtsverklaring van het Kathliek nderwijs en het eigen pvedingsprject. Bespreken van het arbeidsreglement. Cntrleren f het bekwaamheidsbewijs van de kandidaat tegang geeft tt het te begeven betrekking. Infrmeren en adviseren van het schlbestuur ver de verdere tijdelijke aanstelling. A De directeur in relatie tt vrijwillige medewerkers De directeur spreekt vrijwillige medewerkers aan, bakent hun taken af en begeleidt hen daarin. De directeur hudt met de administratieve afhandeling van de dssiers van de vrijwillige medewerkers rekening met de verplichtingen pgelegd dr de wet p de vrijwilligers. - De directeur bevrdert de intrinsieke mtivatie van de persneelsleden. 30/04/2013 pagina 4

5 - De directeur erkent in elk persneelslid zijn/haar cmpetenties als basis van hun engagement vr de schl. - De directeur is bij de pvlging en/f evaluatie van de persneelsleden eerder gericht p (lpbaan)begeleiding. - De directeur stimuleert daarm een vrm van permanente prfessinalisering via interne (lpbaanbegeleiding) en externe (naschling, pedaggische begeleiding, ) ndersteuning. A.5.3. Schlrganisatie en schladministratie - De directeur verlegt de criteria van aanwending van de mkaderingsmiddelen. Hij maakt vrstellen vr de aanwending ervan en legt die vrstellen vr aan het schlbestuur en aan de schleigen inspraakrganen. - De directeur plant in verleg met het persneel en geeft uitvering aan het telatingsbeleid dat in de schl geverd wrdt. Hij verlegt hierver met het schlbestuur. - De directeur blijft p de hgte van het lkaal verleg inzake kinderpvang. Hij vert de beslissingen uit die het schlbestuur neemt inzake de rganisatie van kinderpvang. - Op het gebied van de persneelsadministratie draagt de directeur de uitverende verantwrdelijkheid vr een tijdige en crrecte pvlging van de administratieve verplichtingen m.b.t. het schlleven. Hij zal regelmatig verleg plegen met het schlbestuur ver: De samenstelling en de pvlging van de persneelsdssiers De kandidaturen vr te begeven betrekkingen De statutaire testand van de persneelsleden De vacante lestijden/uren en de vacantverklaring De vaste beneming De terbeschikkingstelling end e reaffectatie De aanvragen vr pensinering en verlven - De directeur ziet te p de crrecte verwerking van de persneelsadministratie. De directeur vlgt de schllistings van de weddentelage p. - De directeur draagt de eindverantwrdelijkheid vr de tijdige en crrecte verwerking van de dcumenten; de samenstelling en de pvlging van de leerlingendssiers en de cntacten daarver met de verificatie. - De directeur verwerkt alle in- en uitgaande crrespndentie en infrmeert de belanghebbenden p een crrecte en snelle manier. - De directeur laat cnfrm de reglementering de ndige administatieve stukken archiveren in het schlarchief. - De directeur kent en geeft tepassing aan de relevante niet-nderwijsgebnden regelgeving. We verwijzen in dat verband naar de regelgeving betreffende preventie en welzijn, milieu en gezndheid, vedselveiligheid, privacy, auteursrechten,fiscale regelgeving, vrijwilligerswerk, ) - De directeur is resultaatsgericht en geeft blijk van strategisch denken en handelen. De vrgestelde delen wrden behaald, zelfs nder meilijke mstandigheden. - De directeur heeft inzicht in de lkale nden en kan p die nden gepast inspelen. A.5.4. Financieel en materieel beleid A Financieel beleid: - De directeur maakt na verlegruggespraak met het persneel de inventaris van de beheften, met speciale aandacht vr de leermiddelen en de middelen vr ict. - De directeur bepaalt daarin de pririteiten en legt die vr aan het schlbestuur. - Er wrdt jaarlijks nder tezicht van de directeur een begrting pgesteld en pgevlgd. - De directeur vlgt de uitvering van de bekhuding p. - De directeur rganiseert vlgens de ndwendigheden en na verleg met persneel en uders, activiteiten m eigen middelen te verwerven. - De directeur vraagt, cnfrm de regelgeving en het mandaat van het schlbestuur, ffertes aan en legt die eventueel vr aan het schlbestuur. - De directeur is verantwrdelijk vr een gede samenwerking met de interne bekhudkundige dienst en met de externe diensten die elk hun rl spelen bij het financieel beheer van de schl: financiële instellingen, het sciaal secretariaat, de federale 30/04/2013 pagina 5

6 verheidsdienst van de directe en indirecte belastingen, de verificatiediensten, Agdi, de dicesane verificatiedienst en de verzekeringsinstellingen. A Materieel beleid: - De directeur schaft, binnen de gedgekeurde begrting en in verleg met de persneelsleden, de schluitrusting, het didactisch materiaal en de leermiddelen aan en is verantwrdelijk vr het beheer ervan. - De directeur hudt de inventaris van de schluitrusting, het didactisch materiaal en de leermiddelen bij. - De directeur richt in verleg met de persneelsleden de lkalen in en geeft die lkalen een bestemming. - De directeur vlgt de uitvering van het nderhudsplan uit, en vlgt regelmatig de staat van de infrastructuur p. - De directeur infrmeert het schlbestuur ver ndzakelijke investeringen aan het patrimnium. - De directeur getuigt van een stipte en crrecte huding bij het budgetteren en het besteden van de werkingsmiddelen en de eigen middelen van de schl. - De directeur zal p een zrgzame manier mgaan met middelen en materialen van de schl. A.5.5. Preventie en welzijn - De directeur legt in samenwerking met de preventieadviseur het glbaal preventieplan en het jaaractieplan vr aan het schlbestuur en vlgt de uitvering ervan p. - De directeur heeft g vr de veiligheid van de kinderen en de persneelsleden die dagelijks p de schl verteven. - De directeur zal in zijn rganisatrisch beleid steeds uitgaan van een veilige schlmgeving. A.5.6. Inspraak - De directeur vrziet de wettelijke inspraakrganen p schlniveau en neemt er actief aan deel: schlraad, uderraad, pedaggische raad, (leerlingenraad) lkaal nderhandelingscmité (LOC), ndernemingsraad, - De directeur erkent de vakbndsafgevaardigde van de schl en ndersteunt hem in zijn werk. Hij bespreekt met de vakbndsafgevaardigde het statuut van de vakbndsafvaardiging. - De directeur vertrekt vanuit een vertruwensvlle relatie met de persneelsleden. Daardr zijn inspraak en medezeggenschap als vanzelfsprekend. - De directeur heeft een grt inlevingsvermgen. Hij is teamgericht en sciaal vaardig. - De directeur geeft veel aandacht aan grepsvrming en samenwerking vanuit greiende inzichten in grepsdynamica. A.5.7. Samenwerking van schl en uders - De directeur infrmeert p regelmatige basis de uders ver de werking van de schl. - De directeur rganiseert p regelmatige tijdstippen individuele udercntacten. - De directeur neemt initiatief m p een gestructureerde manier een uderwerking p schl p te starten. - De directeur bewaakt de gede werking van de gestructureerde uderwerking p schl. - De directeur stimuleert een pen en vrijmedige cmmunicatie met alle betrkkenen. - De directeur kan actief luisteren en zrgt vr gede cmmunicatiekanalen en infdrstrming binnen en buiten de schl. A.5.8. Bijdragen tt de gede werking van de schlengemeenschap. - De directeur participeert actief aan het beleid en de werking van de schlengemeenschap p de diverse beleidsdmeinen. 30/04/2013 pagina 6

7 - De directeur neemt actief deel aan de frmele inspraakrganen p het niveau van de schlengemeenschap: nderhandelingscmité van de schlengemeenschap (OCSG), reaffectatiecmmissie van de schlengemeenschap (RCSG), cllege van directeurs van de schlengemeenschap, - De directeur stelt de ndige infrmatie ter beschikking van de schlengemeenschap. B. WERKEN AAN PROFESSIONELE ONTWIKKELING Elke directeur heeft het recht en de plicht m te werken aan zijn persnlijke ntwikkeling en hij dient k mee te werken aan de ntwikkeling van de schl als prfessinele leergemeenschap. Vr het een en ander zijn er de verschillende vrmen van schlinterne en externe ndersteuning. Deze tweeledige pdracht slaat dus nder andere terug p gebruik maken van het aanbd van naschling en van de begeleiding dr de pedaggische begeleidingsdienst waar de schl zich p inschrijft. De pdracht impliceert k dat de leerkracht actief deelneemt aan de initiatieven die de schl zelf neemt inzake permanente berepsvervlmaking van het persneel. - De directeur neemt deel aan en/f rganiseert initiatieven die de prfessinalisering van het team tt del hebben. Hierte behren teamgerichte naschling en begeleidingstrajecten van de pedaggische begeleidingsdiensten. - De directeur neemt deel aan het naschlingsaanbd vr de directies dat nder meer wrdt gerganiseerd dr het Verbnd basisnderwijs in samenwerking met de dicesane pedaggische begeleidingsdienst. - De directeur neemt deel aan p schlniveau gerganiseerde lpbaanbegeleiding, waarnder de dr het schlbestuur gerganiseerde functineringsgesprekken. C. PERSOONLIJKE WERKPUNTEN Die pdrachten wrden aan de functiebeschrijving tegevegd vral in pvlging van een evaluatiemment. Het zijn persns- f ntwikkelingsgerichte delstellingen die binnen een bepaalde tijdspanne gerealiseerd wrden. Vr kennisname Handtekening directeur: datum: 30/04/2013 pagina 7