Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp )"

Transcriptie

1 Auteur(s): M. Buijs Titel: Vrijheidsgraen van het patellofemorale gewricht Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander nietcommercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 Martijn Buijs, Fysiotherapeut Particuliere praktijk, Klundert Martijn Buijs Inleiding Omdat de patella met een nagenoeg onverlengbare pees aan de tibia insereert, zijn het tibio-femorale en het patello-femorale gewricht nauw met elkaar verbonden. Vanuit functioneel oogpunt zou hier dan ook sprake kunnen zijn van één kniecomplex, waaraan twee verschillende gewrichten deelnemen. In het kader van dit artikel wordt het art. tibio-fibulare buiten beschouwing gelaten. Dat dit gewricht wel degelijk ook een rol speelt binnen het kniecomplex, is al eerder uiteengezet (2). Wanneer diverse auteurs het over flexie-extensie van dit kniecomplex hebben, wordt deze vrijheidsgraad meestal vanuit zowel het tibio-femorale gewricht als vanuit het patello-femorale gewricht beschreven c.q. onderzocht. Wanneer men echter de rotatie beschrijft, wordt deze beweging vaak maar vanuit één gewricht bekeken, namelijk het tibio-femorale gewricht. Deze keuze is alleen maar begrijpelijk vanuit de gedachte dat de patella niet beweegt tijdens knierotaties. Meestal wordt er aan het patello-femorale gewricht ook maar één bewegingsmogelijkheid toegeschreven, namelijk flexie-extensie om een vrijwel frontaal gerichte as. In dit artikel wordt beschreven dat de patella arthrokinematisch gezien wel degelijk beïnvloed wordt door rotaties in het tibio-femorale gewricht. Bewegingssturing van het patello-femorale gewricht tijdens flexie-extensie extensie Naar aanleiding van het werk van Van Eijden (4, 5), wordt in de scriptie van Faber en Lugtenberg (6) een hypothese uitgewerkt met betrekking tot de sturing van het patello-femorale gewricht. Hierbij wordt enerzijds uitgegaan van een actief systeem, gevormd door de verschillende koppen van de m. quadriceps femoris en het ligamentum patellae en anderzijds een passief systeem, gevormd door het retinaculum en de vormgeving van de patella c.q. de trochlea. 1. Evenwicht door het actieve systeem Wanneer de patella louter gefixeerd wordt door het ligamentum patellae (Fl) zal deze diverse posities in kunnen nemen, aangezien de gewrichtsoppervlakken zeer glad zijn en er nauwelijks wrijving aanwezig is (figuur 1a). VRIJHEIDSGRADEN VAN HET PATELLO- FEMORALE GEWRICHT Figuur 1a en b. De patella kan door de geringe stabilisatie diverse posities innemen. Evenwichtssituatie van het patello-femo femo- rale gewricht in het sagittale vlak, door het actieve systeem. Wanneer de krachten van de m. quadriceps femoris

3 (Fq), het liga gamentum patellae (Fl) en de reactiekracht (Fr) elkaar snijden in één punt, is er sprake van evenwicht. Reeds door van Eijden (4, 5) is aangetoond hoe het krachtenspel van de knie de positie van de patella dicteert. Door toevoeging van de kracht van de m. quadriceps femoris (Fq), zal er een evenwichtssituatie ontstaan. De twee krachten drukken de patella tegen de trochlea aan, waardoor er een reactiekracht (Fr) ontstaat (figuur 1b). Rekening houdend met de te verwaarlozen wrijving van het kraakbeenoppervlak, moet de reactiekracht loodrecht op de gemeenschappelijke raaklijn in het contactpunt staan. De evenwichtssituatie in het sagittale vlak door het actieve systeem is bereikt, wanneer de drie krachten door één punt gaan. 2. Evenwicht door het passieve systeem De patellapositie is tevens afhankelijk van passieve structuren. Deze structuren zijn terug te vinden in de vorm van de patella, de trochlea van het femur en het retinaculum. De vormgeving van het patello-femoraal gewricht biedt echter weinig stabiliteit aan de patella. De trochlea is in de geëxtendeerde positie niet diep (10, 16) en de patella heeft maar één contactpunt met het femur. In een meer geflecteerde positie is de patella wel wat stabieler, doordat de trochlea dieper wordt (10, 19) en de patella vanaf ongeveer 90 knieflexie met twee contactpunten tegen het femur steunt (figuur 2). Figuur 2a t/m h. (14). a t/m d. Weergave van de contactpunten tussen patella en femur tijdens knieflexie. e en f. Verschil in contact tussen patella en femur tijdens een meer geëxtendeerde stand (e) en tijdens een knieflexie van meer dan 90 (f.).

4 g en h. Nogmaals het contactoppervlak tussen patella en femur bij meer dan 90 knieflexie, vanuit zijaan- zicht (g) en vooraanzicht (h). Het retinaculum vormt het ligamentaire systeem van het patello-femoraal gewricht. Doordat ligamenten nauwelijks verlengbare structuren zijn, zullen de werklijnen van ligamenten door het draaipunt van een gewricht moeten gaan, waardoor zij geen verlenging ondergaan. Hiernaast hebben ligamenten een belangrijke functie bij het richten van de reactiekracht in het gewricht. Deze moet namelijk loodrecht op het contactoppervlak staan (al eerder is uitvoerig stilgestaan bij de functie van het ligamentair systeem binnen een gewricht (17) ). Wanneer we deze eisen plaatsen in het sagittale aanzicht van het patello-femoraal gewricht, komen we tot de evenwichtssituatie van figuur 3. Figuur 3 (6). Evenwichtssituatie in het kniegewricht in het sagittale vlak door het passieve sieve systeem. De ligamenten lopen door het draaipunt heen (witte stip), dat zich net als de reactiekracht (Fr), bevindt op de loodlijn l (gestippelde lijn) van de gemeenschappelijke raaklijn (GR) in het contactpunt. Samenwerking tussen het actieve en passieve systeem Binnen de functionele morfologie is één van de axioma's het Aminimum principle@, waarbij er, onder andere, vanuit wordt gegaan dat structuren van het lichaam elkaar niet tegenwerken. De evenwichtssituatie van de patella die door het passieve systeem (de retinaculae patellae) tot stand komt, zal dan ook overeenkomen met de positie die door het actieve systeem (de m. quadriceps femoris) wordt gedicteerd (figuur 4). Figuur 4 (6). Evenwichtssituatie die tot stand komt in het kniegewricht, als het actieve en het passieve systeem samen dezelfde patellapositie dicteren. Fq = trekkracht van de m. quadriceps, Fr = reactiekracht, Fl =

5 trekkracht in het lig. patellae. Zowel de reactiekracht die optreedt door de trekkrachten van de m. quadriceps (Fq) en het ligamentum patellae (Fl), als het draaipunt moeten op dezelfde lijn liggen als de loodlijn in het contactpunt. Bij een gegeven knieflexie is dit de enige stand van de patella waarbij de kracht die de m. quadriceps femoris levert direct wordt overgebracht op het ligamentum patellae en er een minimale spanning op het retinaculum komt te staan. In elke flexiestand van de knie heerst er een unieke evenwichtssituatie, waarbij het actieve en passieve systeem optimaal op elkaar zijn afgestemd. Deze hypothese wordt gesteund door onderzoeksgegevens die aangeven dat (4, 20) de patellapositie niet significant verandert wanneer de m. quadriceps femoris is aangespannen of ontspannen. Knierotaties en het patello-femorale gewricht De biomechanica van het patello-femorale gewricht tijdens knierotaties is nog een vrij onbekend terrein. De eerste vraag die rijst is of de patella überhaupt wel beweegt tijdens knierotaties? En áls deze dan beweegt, hoe ziet dit bewegingspatroon er dan uit? Heeft de patella één vrijheidsgraad om een frontale as of bestaat er een tweede vrijheidsgraad? Wetenschappelijk onderzoek naar het h patello-femorale gewricht Het bewegingsgedrag van de patella tijdens bewegingen van het kniegewricht is ingewikkelder dan dit op het eerste gezicht lijkt. Zelfs de Agewone@ flexie van het kniegewricht, waarbij de patella louter de flexie van de tibia om een min of meer frontale as volgt, zorgt voor allerlei nevenbewegingen van de patella. Door diverse auteurs is er legio onderzoek gedaan om deze bewegingen van de patella tijdens knieflexie en knierotaties te kunnen kwalificeren en/of kwantificeren. De onderzoeken op dit gebied kunnen grofweg ingedeeld worden in twee verschillende types: enerzijds zijn er onderzoeken die de patellabeweging beschrijven ten opzichte van de femorale groeve en anderzijds zijn er onderzoeken die de beweging van de patella beschrijven binnen een assenstelsel (1). 1. Beschrijving patellabeweging ten opzichte van de femorale groeve Bij de beschrijving van de patella ten opzichte van de femorale groeve, wordt gebruik gemaakt van röntgenologie, computer tomografie (CT), magnetic resonance imaging (MRI) en ultra geluid (UG). De meest bekende parameters die hierbij worden gekozen zijn: lateral patellofemoral angle, lateral patellar displacement, sulcus angle, congruence angle, lateral patellar tilt angle, patellar tilt angle en de Bisect offset (figuur 5) (1). Figuur 5a t/m g. (1). Beschrijving van de patella-positie positie ten opzichte van de femorale groeve. De parameters worden als volgt gedefi fi- nieerd: a. Lateral patellofemoral angle: hoek tussen sen het laterale facet van de patella en de ventrale begrenzing van de trochlea. b. Lateral patellar displacement: stand van de patella ten opzichte van de mediale trochlearand. c. Sulcus angle: hoek tussen het media- le en laterale facet van de femorale groeve. d. Congruence angle: de mediane rid- ge is de lijn dorsaal van de patella tus- sen het mediale en het laterale facet. De congruence angle is de hoek tussen het midden van de sulcus angle en een lijn vanuit het diepste punt van de trochlea

6 groeve door de mediane Afhankelijk of deze lijn medi diaal of lateraal van het midden van de sulcus angle ligt, is de congruence angle negatief of positief. e. Bisect offset: het percentage van de patellabreedte dat lateraal van de lijn ligt die loodrecht staat op de referentielijn (=lijn langs de posterieure femurcondylen) en door het diepste punt van de trochlea gaat. f. Patellar tilt angle: hoek tussen de patella en de ventrale begrenzing van de trochlea. g. Patellar tilt angle: hoek tussen het laterale facet van de patella en de lijn langs de posterieure femurcondylen. 2. Beschrijving patellabeweging ten opzichte van een assenstelsel De andere, meer gangbare, methode is om de patellapositie te beschrijven binnen een assenstelsel, waarbij om c.q. langs diverse assen rotaties en translaties plaatsvinden. Bij deze onderzoeken wordt meestal uitgegaan van een patello-femoraal gewricht met zes verschillende vrijheidsgraden. Dit wil zeggen dat de patella zou kunnen transleren in drie verschillende richtingen (voor-achter, links-rechts en boven-beneden) en roteren om drie assen (frontale as, transversale as en longitudinale as). Van deze zes vrijheidsgraden wordt er aan vier daarvan een klinisch belang geacht, waardoor over het algemeen alleen deze vier worden onderzocht (1). Deze vier bewegingen zijn (figuur 6): - Shift, waarbij de patella transleert naar mediaal of lateraal (a). - Tilt om een longitudinale as. Wanneer het mediale facet van de patella naar de mediale condyl van het femur toe beweegt, wordt dit beschreven als mediale tilt. Bij een laterale tilt beweegt het laterale facet van de patella naar de laterale femurcondyl (b). - Flexie en extensie om een frontale as. Hierbij wordt een dorsale verplaatsing van de apex van de patella gedefinieerd als flexie en een ventrale verplaatsing als extensie (c). - Rotatie om een sagittale as, waarbij een mediorotatie een beweging is van de apex naar mediaal en een laterorotatie een beweging van de apex naar lateraal is (d). Figuur 6a t/m d. De meest gangbare ter- minologie bij bewegingen van de patella binnen een assenstelsel: a. Shift (ventraal aan- zicht) b. Tilt (caudaal aanzicht) c. Flexie-extensie extensie (late- raal aanzicht) d. Rotatie (ventraal aan- zicht) Hierbij moet wel vermeld worden dat de zojuist gedefinieerde bewegingen binnen het assenstelsel niet als standaard worden gebruikt. Tussen de verschillende auteurs is er namelijk niet altijd overeenstemming over de te gebruiken terminologie. Enerzijds is er onenigheid over de positie van de verschillende assen. De flexie-extensie, evenals de shift van de patella, kunnen bijvoorbeeld zowèl worden beschreven om

7 een as door de femurcondylen, als om een as door de patella zelf (figuur 7). Figuur 7a t/m d. (1) Verschillen in positie van de as voor beweging van de patella ten opzichte van het femur. a. Tilt met een as door de patella b. Tilt met een as door het femur c. Flexie met een as door de patella d. Flexie met een as door het femur Anderzijds is er vaak een verschil in referentiekader. Met andere woorden: ten opzichte van wat beweegt de patella? Terwijl de ene studie gebruik maakt van een descriptief anatomisch (globaal) coördinatensysteem, gebruikt de andere studie weer de trochlea van het femur als referentiekader, dus een osteokinematisch (lokaal) coördinatensysteem (8). Wat het verschil in keuze van referentiekaders betekent voor de uiteindelijke interpretatie van de bewegingsuitslagen, wordt geïllustreerd aan de hand van figuur 8. Figuur 8 (8). De uiteindelijke weergave van de bewegingsuitslagen van de shiftbeweging eging van de patella, waarbij enerzijds uitgegaan wordt van een descriptief anatomisch (globaal) coördinatensysteem (links) en anderzijds een os- teokinematisch (lokaal) coördinatensysteem (rechts). Hierbij staat op de verticale as de shift in mm en op de horizontale as de flexiehoek. De interpretatie van de uiteindelijke bewegingsuitslagen wordt sterk bepaald door de keuze van het coördinatensysteem. Het gebruik van verschillende assen en referentiekaders wordt niet altijd duidelijk vermeld in de studies. Bovendien zijn de bewegingsuitslagen van de tilt-, shift- en rotatiebewegingen vaak uiterst klein, waardoor de interpretatie van de verschillende onderzoeksgegevens bemoeilijkt wordt. Uit het vergelijken van verschillende onderzoeken die de patella-beweging beschrijven tijdens knieflexie of knierotaties mogen we concluderen dat er geen overeenstemming bestaat tussen de studies (8). Niet alleen de waarden van de patellabewegingen zijn afwijkend, maar vaak worden zelfs totaal tegengestelde bewegingen gerapporteerd. Niet verwonderlijk misschien als men weet dat er veel inter- en intra-individuele variatie in vormgeving van de facetten van de patella is (8, 18). Ook de vorm van de trochlea van het femur is uiterst variabel (7). Dit alles maakt dat de patella een individueel bepaalde baan blijkt te volgen door de trochlea van het femur tijdens knieflexie (7, 8). Bovenstaande onderzoeken geven ons weinig duidelijkheid over de beweging die de patella al dan wel of niet

8 ondergaat tijdens knierotaties. Daarom wordt gepoogd door middel van een aantal eenvoudige modellen hier meer inzicht in te krijgen. Modelvorming van het patello-femorale gewricht tijdens knierotaties In figuur 9 is een schematische voorstelling gemaakt van het vooraanzicht van het kniegewricht. De tibia kan vrij roteren om een longitudinale as ten opzichte van het gefixeerde femur. Wanneer de tibia gaat roteren, draait de tuberositas tibiae zijwaarts weg en zal deze het ligamentum patellae meenemen. Aangezien het ligamentum bestaat uit collageen bindweefsel dat nagenoeg geen verlenging toelaat, zal deze op zijn beurt de patella mee willen trekken. De patella kan zijn positie nu niet handhaven, wil deze de knierotatie niet hinderen. Binnen dit model zijn er twee mogelijke oplossingen. Door het wegdraaien van de tuberositas tibiae, zal het ligamentum patellae aan de patella trekken, die zich op zijn beurt naar caudaal verplaatst. De patella moet dus blijven bewegen in flexie-extensie richting, waardoor er geen extra vrijheidsgraad nodig is (figuur 9b). Figuur 9a t/m c. a. Een modelmatige voorstelling van een kniegewricht. b. Exorotatie van de tibia, waarbij de patella naar caudaal beweegt. c. Exorotatie van de tibia, waarbij de patella kan roteren om een tweede vrijheidsgraad. Hierbij moet het ligamentum patellae wel in staat zijn vrij van richting te kunnen veranderen vanuit zijn origo op de apex van de patella. Aangezien het ligamentum met een brede pees ontspringt vanuit de apex van de patella, zou het bovenstaande betekenen dat de spanning in de peesvezels van het ligament niet evenredig verdeeld worden. De peesvezels aan de ene zijde zullen juist meer op spanning komen te staan, terwijl de vezels aan de andere zijde juist minder spanning hoeven op te nemen (zie figuur 10). Figuur 10 Vooraanzicht van de patella en het ligamentum patellae tijdens exorotatie van de tibia, waarbij het ligamentum patellae vrij kan roteren vanuit zijn

9 origo op de apex van de patella. Hierdoor ontstaat er aan de ene zijde van het ligamentum een verhoogde spanning en zal de andere zijde juist minder op spanning komen. Het voorgaande betekent echter wel dat knierotaties blessuregevoelige momenten op kunnen leveren. Een tweede mogelijkheid is dat de patella een andere beweging maakt (figuur 9c). De patella zou een rotatie-, tilten/of shift-beweging kunnen maken, eventueel in combinatie met flexie/extensie. Hiervoor is echter wel een tweede vrijheidsgraad van het patello-femorale gewricht nodig. Het model in figuur 9 is een erg vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, maar illustreert wel dat de verplaatsing van de tuberositas de patella zodanig beïnvloedt dat beweging van de patella een voorwaarde is tijdens knierotaties. Met dit eenvoudige model kan echter niet aangeven worden of de patella tijdens knierotaties om een frontale as beweegt (flexie-extensie), of dat het patello-femorale gewricht een tweede vrijheidsgraad bezit. Een complexer model is voor de oplossing van dit probleem nodig. Evenwicht en conflicten van het h patello-femorale gewricht tijdens knierotaties Zoals al eerder is beschreven, bestaat er een krachtenevenwicht binnen het patello-femorale gewricht. Het actief sturend systeem, bestaande uit de m. quadriceps femoris en het ligamentum patellae, bepalen de richting van de reactiekracht en daarmee de positie van de patella. Het passief sturend systeem is verantwoordelijk voor de ligging van het draaipunt, dat zich telkens weer op de loodlijn vanuit het contactpunt moet bevinden. Deze twee systemen beïnvloeden elkaar, doordat ze bij elke flexiehoek de reactiekracht op dezelfde loodlijn moeten houden als waar het draaipunt op ligt (zie nogmaals figuur 4). Doordat de richting van de reactiekracht afhankelijk is van de trekrichtingen van de m. quadriceps femoris en het ligamentum patellae, heeft een verandering van trekrichting meteen consequenties voor de richting van de reactiekracht en de patellapositie. Tijdens knierotaties hebben we te maken met veranderingen in trekrichting, waardoor knierotaties telkens weer een verstorende werking hebben op het bestaande evenwicht. Vanuit deze gedachte is het eerst noodzakelijk om de verandering van deze trekrichtingen en de invloed die deze uitoefenen op het ontstane evenwicht te bekijken. Vanuit hier kan dan worden ingegaan op de mogelijke oplossingen die het patello-femorale gewricht heeft om aan deze conflicten tegemoet te komen. Uiteindelijk moet deze zoektocht leiden tot informatie over het aantal vrijheidsgraden van het patello-femorale gewricht. Trekrichting van het actief sturende systeem tijdens knierotaties In deze paragraaf worden de knierotaties beschouwd als een beweging van de tibia ten opzichte van een gefixeerd femur. Aangezien de tuberositas de aanhechting vormt van het ligamentum patellae, is de bewegingsrichting van de tuberositas bepalend voor de verandering van trekrichting van het ligamentum patellae. De longitudinale as voor de knierotaties bevindt zich mediaal van het midden van het tibiaplateau (13). Het gevolg voor de bewegingsbaan die de tuberositas volgt tijdens bijvoorbeeld exorotatie is dat deze zich zowel van mediaal naar lateraal, als van ventraal naar dorsaal verplaatst (figuur 11). Tijdens endorotatie zal de tuberositas juist de tegenovergestelde beweging maken. Figuur 11. Afbeelding van een craniaal aanzicht op het rechter tibiaplateau. De witte stip is de as voor knierotaties. Door de meer mediale ligging van de rota- tie-as op het tibiaplateau zal de tuberositas tijdens een exorotatie van de tibia zich van zowel mediaal l naar lateraal, als van

10 ventraal naar dorsaal verplaatsen. In de figuren 12 en 13 zijn schematisch de ventro-dorsale en medio-laterale positieveranderingen van de tuberositas tibiae weergegeven tijdens exorotatie van de tibia. Deze positieveranderingen hebben direct invloed op de richtingen van de krachten van het actieve systeem. Een beweging van de tuberositas tijdens knierotaties zal dus altijd een verandering teweeg brengen in de trekrichting van het ligamentum patellae. Hierdoor zal het snijpunt van positie veranderen en dus automatisch ook de richting van de resulterende kracht (Fres) van Fq en Fl. De resulterende kracht bepaalt direct de richting van de reactiekracht, aangezien deze tegengesteld gericht is aan de resulterende kracht. Een verandering van richting van de resulterende kracht betekent dus ook een verandering van richting van de reactiekracht. De reactiekracht kan echter niet zomaar van positie veranderen, omdat deze tevens aan de eis moet voldoen om loodrecht op het gewrichtsoppervlak te blijven staan. De patella heeft maar één mogelijkheid om aan deze twee eisen te kunnen voldoen, namelijk een positieverandering. Bij elke verandering van richting van de reactiekracht, moet de patella zo gepositioneerd worden dat de reactiekracht wederom loodrecht op het contactpunt komt te staan. andere richting krijgen. Figuur 12a en b. Een sagittaal aanzicht van het kniegewricht. a. Het actieve systeem, waarbij de spierkracht van de m. quadriceps (Fq) en de kracht van het ligamentum patellae (Fl) samen een resulterende kracht (Fres) bewerkstelligen. b. Een meer naar dorsaal gerichte trekkracht van het ligamentum patellae tijdens exorotatie van de tibia, zorgt ervoor dat het snijpunt van Fq en Fl van richting verandert. Hierdoor zal ook de resulterende kracht een Figuur 13a en b. Vooraanzicht van een model van het rechter knie- gewricht. De trekrichtingen van de m. quadriceps femoris (pijl omhoog) en het ligamentum patellae (pijl omlaag) kruisen elkaar, waarbij zij de Q-hoek Q vormen. a. De trekrichting van de quadriceps en het liga- mentum patellae snijden elkaar (witte stip). Hierbij vormen zij samen een resulterende kracht die naar lateraal is gericht. b. Door het verschuiven van de trekrichting van het ligamentum patella naar ar lateraal tijdens de

11 exorotatie, zal ook de richting van de resulterende kracht veranderen. Conclusie: tijdens rotaties van de tibia moet de patella van positie kunnen veranderen om een nieuwe evenwichtssituatie te kunnen bewerkstelligen. Discussie In dit artikel is een model uiteengezet, bestaande uit een actief en passief systeem, om meer zicht te kunnen krijgen op het patello-femorale gewricht tijdens knierotaties. De positieverandering die de tuberositas zal ondergaan tijdens knierotaties, zal altijd een verstoring brengen in de evenwichtssituatie van het patello-femorale gewricht. De patella moet dan de mogelijkheid hebben om hierop te kunnen reageren om een nieuwe evenwichtssituatie mogelijk te maken. Aangezien knierotaties een andere positieverandering van de tuberositas geven dan flexie-extensie, moet het patello-femorale gewricht beschikken over een tweede vrijheidsgraad. De modellen van figuur 12 en 13 zijn te eenvoudig en niet in staat om een goede voorspelling te kunnen doen over de precieze richtingsverandering van de reactiekracht of de positieverandering van de patella. Tevens is deze positieverandering van de patella zeer gering, waardoor het niet mogelijk is om een precieze beschrijving te kunnen geven van deze vrijheidsgraad. De vele onderzoeken die hiernaar gedaan zijn spreken elkaar vaak tegen. Zoals al vermeld zijn ook de inter- en intra-individuele variatie in vormgeving van de facetten van de patella (8, 18) en de vorm van de trochlea van het femur (7) verantwoordelijk voor de verschillende onderzoeksresultaten. De lichte positieverandering die de patella moet kunnen ondergaan tijdens knierotaties, onafhankelijk van de flexiepositie van de knie, kan op een a-fysiologische wijze worden nagebootst door middel van elektrische stimulatie van één van de quadricepskoppen. Verschillende onderzoeken tonen aan dat door het selectief stimuleren van één van deze spierkoppen (meestal de vastus medialis), het mogelijk is een kleine positieverandering van de patella te bewerkstelligen (12, 15). Let wel; het betreft hierbij een a-fysiologisch situatie, waarbij door middel van elektrische prikkeling een bepaalde spier of spiergroep wordt gestimuleerd. In vivo is het daarentegen onmogelijk om bij een gegeven flexiehoek selectief bepaalde spiervezels te activeren, met als doel de patella te kunnen bewegen (11). De positieverandering van de patella, die tot stand komt tijdens knierotaties, is het gevolg van een gedwongen beweging om een bestaande evenwichtssituatie te kunnen behouden (met andere woorden: om te voorkomen dat de patella niet en (sub)luxeert). De oorzaak van functiestoornissen van het patello-femorale gewricht wordt, volgens de tegenwoordig heersende gedachte, vaak toegeschreven aan musculaire stoornissen of een musculaire dysbalans tussen de diverse quadricepskoppen. Met name de m. vastus medialis krijgt nogal eens de zwarte piet toegeschoven, omdat deze niet bij machte zou zijn de patella te kunnen stabiliseren. Ondanks dat er verschillen zijn gevonden in reflexactiviteit van de vastus medialis obliquus en de vastus lateralis tussen gezonde proefpersonen en proefpersonen met patello-femorale pijn (21), kan hieruit geen conclusie worden getrokken of deze verandering in reflexactiviteit nu de oorzaak van patello-femorale klachten is of gewoon een gevolg hiervan (bijvoorbeeld als (functionele) adaptatie). Daarbij komt nog dat er geen verschil is gevonden in aanvang of beëindigen van spieractiviteit in één van de onderdelen van de vasti bij proefpersonen met en zonder patello-femorale pijn, onafhankelijk van de soort activiteit die werd uitgevoerd (16). Vanuit het principe van Aoptimal is het trouwens zeer onwaarschijnlijk dat het lichaam "zomaar" besluit een musculaire dysbalans te creëren. Deze dysbalans zou overigens niet met reguliere oefentherapie te behandelen zijn, omdat het niet mogelijk is om door middel van selectieve oefeningen bepaalde delen van de quadriceps te trainen (11). Conclusie Uit het voorgaande mag geconcludeerd worden dat er een nauwe samenhang bestaat tussen de arthrokinematica van het patello-femorale gewricht en de knierotaties. Misschien dat dit in de toekomst nog eens nieuw licht kan werpen op de vele onbegrepen klachten rondom het patello-femorale gewricht. Uit bovenstaand betoog mag blijken dat een functiestoornis in de knierotaties een belangrijke rol kan spelen bij klachten aan het patello-femorale gewricht. Men dient dan tijdens het onderzoek voldoende aandacht te besteden aan de mobiliteit van de fibula, die essentieel is voor een ongehinderde knierotatie (2), en de mobiliteit van het onderste spronggewricht, aangezien deze gekoppeld is aan de knierotaties.

12 LITERATUUR 1. Bul A.J.M. et al. Standarisation of the description of patellofemoral motion comparison between different techniques. Knee Surg., Sports Traumatol., Arthrose 10 (2002) p Buijs M. Vorm, functie en constraints in het kniegewricht. Versus tijdschrift voor fysiotherapie, 22e jrg., no.3 (2004) p Delgado-Martinez A.et al.. CT scanning ng of the patellofemoral joint. The quadriceps relaxed or contracted? Int. Orthop., 20-3 (1996) p Eijden T.M.G.J. van. et al. A mathematical model of the patellofemoral joint. Journal of Biomechanics, vol. 19, no. 3 (1986) p Eijden T.M.G.J. van. The orientation of the distal part of the quadricepsmuscle as a function of the knee flexion-exension exension angle. Journal of Biomechanics, vol. 18 (1985) p Faber L., Lugtenberg M. De patella, waar draait het allemaal om. Scriptie Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool (2001). 7. Feinstein W.K. et al. Anatomic alignment of the patellar groove. Clinical Orthopeadic and Related Research, no. 331 (1996) p Grelsamer R.P. et al. Applied biomechanics of the patella. Clinical ical Orthopedics and Related Research, no. 389 (2001) p Kapandji I.A. Bewegingsleer deel II, onderste extremiteit. Bohn Stafleu Van Loghum, (1997.). 10. Kujala U.M. et al. Patellar motion analysed by magnetic resonance imaging. Acta Orthop. Scand., no. 60, (1989) p Laprade J. et al. Comparison of five isometric exercise in the recruitment of the vastus medialis oblique in persons with and without petellofemoral pain syndrome. Journal of Orthopaedics and Sports Physical Therapy, 27-3 (1998) p Lee, T. Q. et al. Effects of stimulated vastus medialis strength variation on patellofemoral joint biomechanics in human cadaver knees. Journal of Rehabilitation Researche and Development, vol. 39 no. 3. (2002). 13. Mink, A.J.F., H.J. H ter Veer, J.A.C.Th. Vorselaars. Extremiteiten, functie-onderzoek en manuele therapie. Bohn Stafleu Van Loghum (1996). 14. Müller W. The Knee. Form, function and ligament reconstruction.

13 Springer-Verlag (1983). 15. Powers C. M. et al. The effects of axial and multi-plane loading of the extensor mechanism on the patellofemoral joint. Clinical Biomechanics, 13 (1998) p Powers C.M. Timing and intensity of vastus muscle activity during functional activities in subjects with and without patellofemoral pain. Physical Therapy, 76-9 (1996) p Riezebos C., Lagerberg A., Kistemaker D. Het functiegestoorde gewricht. Versus tijdschrift voor fysiotherapie, 15e jrg., no. 4 (1997), p Stäubli H. et al. Anatomy and surface geometry g of the patellofemoral joint in the axial plane. Journal of Bone and Joint surgery, 81-B (1998) p Tennant S. et al. Patello-femoral tracking in the weight-bearing knee: a study of asymptomatic volunteers utilising dynamic magnetic resonance imaging: a preliminary report. Knee Surg. Sports Traumatology, no. 9 (2001) p Witonski D., Góraj B. Patellar motion analyzed by kinematic and dynamic axial magnetic resonance imaging in patients with anterior knee pain syndrome. Arch. Orthop. Trauma Surg., 199 (1999) p Witvrou E. et al. Reflex response times of vastus medialis oblique and vastus lateralis in normal subjects and in subjects with patello-femoral pain syndrome. Journal of Orthopaedic and Sports Physical Therapy, 24-3 (1996) p

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Beweging, beperking en mobilisatie van het patellofemorale gewricht Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 340-361 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg 2006, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg 2006, no.6 (pp ) Auteur(s): Lagerberg. A Titel: Kinematica van het patellofemorale gewricht Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-267 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp ) Auteur(s): W. Schuëngel, E. Takens Titel: De sturende funktie van de menisci bij de slotrotatie Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 71-80 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Auteur(s): Leseman, S.G.J.M., Faber, H. Titel: McConnell: oude wijn Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Leseman, S.G.J.M., Faber, H. Titel: McConnell: oude wijn Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Leseman, S.G.J.M., Faber, H. Titel: McConnell: oude wijn Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 135-145 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Nascholing 9 november 2015

Nascholing 9 november 2015 Nascholing 9 november 2015 Patellofemorale pijn en instabiliteit Chirurgische opties Tony van Tienen Instabiliteit PF klachten: 1 entiteit? Patella instabiliteit Patello-femorale pijnklachten Patellofemorale

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 6 (pp ) Auteur(s): A.Lagerberg, F.Krijgsman, E.Koes, C.Riezebos Titel: Patella baja Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 335-356 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

De Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie 20-09-07 medisch centrum aarveld

De Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie 20-09-07 medisch centrum aarveld De Knie diagnostische testen Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut Het blijkt, dat met de anamnese, lichamelijk onderzoek en röntgenfoto de diagnose van knieklachten in 83% van de gevallen correct

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Auteur(s): A. Baylé Titel: Momentane rotatie-centra. en kniebandtesten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-23

Auteur(s): A. Baylé Titel: Momentane rotatie-centra. en kniebandtesten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-23 Auteur(s): A. Baylé Titel: Momentane rotatie-centra en kniebandtesten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-23 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Anatomie Anatomie Anatomie Anatomie Algemeen Goede anamnese! ontstaansmechanisme van het letsel begrijpen

Nadere informatie

Anatomie van de heup. j 1.1

Anatomie van de heup. j 1.1 j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Klinisch redeneren. Onderzoek kniegewricht: Hoe en wat beweegt in een kniegewricht?

Klinisch redeneren. Onderzoek kniegewricht: Hoe en wat beweegt in een kniegewricht? NGS KENNISDAG 2018 Klinisch redeneren. Onderzoek kniegewricht: Hoe en wat beweegt in een kniegewricht? Wim Wildeman Gastdocenten Bennie Theunissen Intermezzo: Betekenisvol bewegen! Bewegen moet een doel

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205) Auteur(s): C. Riezebos Titel: De slotrotatie van de knie: mechanisme en mobilisatie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 183-205 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Waarom meten Podologen zoveel?

Waarom meten Podologen zoveel? Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC

Nadere informatie

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17) Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 303-318 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Mobiliseren van het onderste spronggewricht Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen

Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen Dr.ir. A. de Lange Fontys Paramedische Hogeschool Opleiding Podotherapie Eindhoven Inhoud 1. Conclusies 2. Functie van knie-orthesen 3. Belastingen

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): Beld van de F.B Titel: Extensiebeperking door kissing spine? Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Beld van de F.B Titel: Extensiebeperking door kissing spine? Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Beld van de F.B Titel: Extensiebeperking door kissing spine? Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-133 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Posterolaterale hoek letsels

Posterolaterale hoek letsels Posterolaterale hoek letsels Dr. Peter Van Eygen 04-11-2014 CAMPUS HENRI SERRUYS Inleiding Vaak niet herkend J. Hughston: You may not have seen posterolateral corner injuries, I can assure you that they

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: De plaats van de patella Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: De plaats van de patella Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Lagerberg A. Titel: De plaats van de patella Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 232-245 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 6 (pp ) Auteur(s): S. Leseman, H. Faber Titel: De effekten van lenigheidstraining op gewrichten Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 301-314 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een lijn, een vlak

Nadere informatie

Inleiding. Anatomie. Humerus

Inleiding. Anatomie. Humerus Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal

Nadere informatie

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus. BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46 Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 116-138 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-133 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI)

Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI) 1 Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI) Locatie: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een meniscushechting. Let te allen tijde

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp ) Auteur(s): H. Faber, B. van der Zwaard Titel: Osteokinematica van het schoudercomplex bij elevatie van de arm Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 43-60 Deze online uitgave

Nadere informatie

Het partieel immobiliserende verband van de knie.

Het partieel immobiliserende verband van de knie. Het partieel immobiliserende verband van de knie. De knie is een gecompliceerd gewricht. - Het heeft een ingewikkeld meervoudig bandsysteem. - Het bestaat uit niet congruente gewrichtsvlakken - Het heeft

Nadere informatie

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s.

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s. Naam: Geb.datum: ONDERZOEK KNIE Datum onderzoek... Naam onderzoeker Beroep Hobby s.... Werkbelasting / houding. Sport.. Voorkeursbeen.links / rechts Klachten.links / rechts ANAMNESE Belangrijkste klachten...

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-182 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

1.16 Kniegewricht: articulerende beenderen

1.16 Kniegewricht: articulerende beenderen 1.16 Kniegewricht: articulerende beenderen A Rechter kniegewricht in (a) voor- en (b) achteraanzicht In het kniegewricht (art. genus) articuleren drie beenderen met elkaar: femur, tibia en patella. Daarbij

Nadere informatie

1. BEKKENGORDEL EN HEUP

1. BEKKENGORDEL EN HEUP Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT Het bekken is een beenderige ring bestaande uit vier verschillende botten die onderling verbonden zijn met stevige ligamenten: Sacrum

Nadere informatie

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Patellofemorale pijnklachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Patella betekent knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD)

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD) Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD) December, 2010 Inleiding De Carving Pro is een fitnessapparaat waarmee

Nadere informatie

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit Serge Tixa Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit EEN FOTOATLAS VAN DE ANATOMIE IN VIVO 2 ONDERSTE

Nadere informatie

Lijst van auteurs 1. Inleiding 5 Koos van Nugteren. Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21

Lijst van auteurs 1. Inleiding 5 Koos van Nugteren. Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21 Inhoud Lijst van auteurs 1 Verwijzingen naar eerder verschenen Orthopedische casuïstiek 3 Inleiding 5 Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21 1 Chronische, bilaterale anterieure

Nadere informatie

FUNCTIESTORING VAN GEWRICHTEN

FUNCTIESTORING VAN GEWRICHTEN Functiestoring van gewrichten RSI: een pronatieprobleem FUNCTIESTORING VAN GEWRICHTEN EEN KWANTITATIEF VOORBEELD: DE ELLEBOOG MRC Ulna-Humerus MRC Radius-Humerus T = 330 U = 190 Hoek- uitslag 140 C = 180

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 165 Neuromusculaire gevolgen van epimusculaire myofasciale krachttransmissie Ter vergroting van het begrip over de neurale aansturing van lichaamsbewegingen is gedetailleerde kennis

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

Diagnostiek en therapie bij patellofemorale instabiliteit

Diagnostiek en therapie bij patellofemorale instabiliteit In de praktijk Diagnostiek en therapie bij patellofemorale instabiliteit Jordy van Sambeeck, Sander Koëter Drs. J.D.P. van Sambeeck, orthopedisch chirurg in opleiding, Canisius-Wilhelmina ziekenhuis, Nijmegen;

Nadere informatie

Revalidatieschema na een meniscushechting

Revalidatieschema na een meniscushechting 1 Revalidatieschema na een meniscushechting Locatie: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een meniscushechting. Let te allen tijde op de reactiviteit

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie in de lumbale wervelkolom Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie in de lumbale wervelkolom Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 7 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie in de lumbale wervelkolom Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-139 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese ISPO JAAR CONGRES 2011 Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese Lichamelijk onderzoek Gangbeeld analyse, MRI, röntgen Algemene lichamelijke conditie Mobiliteit van heup,knie,en

Nadere informatie

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Titel: Faber H, Lagerberg A Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 329-353 Deze online uitgave

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 5 (pp ) Auteur(s): Meer v d P, Lagerberg A, Faber H. Titel: Spierversterken bij instabiliteit: Zinvol? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 246-266 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 6 (pp ) Auteur(s): E. Koes, H. van Holstein Titel: Praktijk en toegepaste theorie van passief bewegingsonderzoek: exemplarisch toegepast op de abductie van de heup in flexie Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer:

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1e jrg 1983, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1e jrg 1983, no. 1 (pp ) Auteur(s): A.Lagerberg, C.Riezebos, E.Koes, F.Krijgsman Titel: Beperkte elleboog-extensie en schouderklachten Jaargang: 1992 Jaartal: 10 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 77-104 Deze online uitgave

Nadere informatie

Wetenschappelijk verslag

Wetenschappelijk verslag Wetenschappelijk verslag Effect van flexie en belasting op patellofemorale parameters Een statische en dynamische analyse van de patellasporing met een 0,25 tesla kantelbare MR-scanner bij gezonde proefpersonen

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 194-211 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam Uit: Egmond-Schuitemaker schouderprotocol (conform Kibler, Cools en Walraven) Excentrische oefeningen rotatorencuff schouder www.fysio.net (nog niet op de huiswerkfilmpjes.) Toe te passen bij stabiliseren

Nadere informatie

Dutch summary (Nederlandse samenvatting)

Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) 127 Mechanische relevantie van verbindingen tussen skeletspieren Om je door de wereld te kunnen verplaatsen moeten de botten in je lichaam in beweging gebracht

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Bouw van een skeletspier

Bouw van een skeletspier Reina Welling WM/SM-theorieles 5 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer Bouw van een skeletspier faculty.etsu.edu Welke eigenschappen horen bij type I en welke bij type II spiervezels? Vooral

Nadere informatie

Auteur(s): H. Houdijk Titel: De tendinitis van de Achillespees Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Houdijk Titel: De tendinitis van de Achillespees Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Houdijk Titel: De tendinitis van de Achillespees Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 107-121 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het heup- en si-gewricht: een funktionele eenheid? Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 226-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): Ruys, C.C., Sombekke, C.A.M Titel: Roteert de clavicula? Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 4-21

Auteur(s): Ruys, C.C., Sombekke, C.A.M Titel: Roteert de clavicula? Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 4-21 Auteur(s): Ruys, C.C., Sombekke, C.A.M Titel: Roteert de clavicula? Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 4-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp ) Auteur(s): R.J. Gebuis, P. van den Hoogen Titel: Ontwerp van een enkel_voet orthese: een andere benadering Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-15 7 Deze online uitgave

Nadere informatie

Chronische instabiliteit van de enkel

Chronische instabiliteit van de enkel Chronische instabiliteit van de enkel Een update Dr. Wim Jorissen, 24 maart 2012. Recidiverende enkeldistortio s Recidiverende enkeldistortio s met vaak een gevoel van instabiliteit Recidiverende enkeldistortio

Nadere informatie