Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205)"

Transcriptie

1 Auteur(s): C. Riezebos Titel: De slotrotatie van de knie: mechanisme en mobilisatie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 The oretisch bezien DE (SLOT)ROTATIE VAN DE KNIE: mechanismen en mobilisatie Chris Riezebos C. Riezebos, fysiotherapeut, vakgroep Beweging & Analyse, Opleiding Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool Inleiding S lotrotatie of "screw home" zijn termen waarmee het verschijnsel wordt aangeduid dat het laatste deel van de strekking van de knie noodzakelijkerwijze gepaard gaat met een rotatie. In een buigstand van de knie kan daarentegen een vrij te kiezen endo- of exorotatie worden uitgevoerd. Anders gezegd: de rotatiemogelijkheid in de knie is in de laatste fase van de extensie geheel aan deze strekking gekoppeld. Tijdens de slotstrekking treedt er een gedwongen exorotatie van de tibia ten opzichte van het femur op (c.q. een endorotatie van het femur ten opzichte van de tibia). Dienovereenkomstig treedt, indien vanuit de volledige strekstand de knie wordt gebogen, in de eerste fase van de buiging een gedwongen endorotatie van de tibia op (c.q. een exorotatie van het femur). Pas bij grotere buigstanden treedt er een ontkoppeling op tussen buigen/strekken enerzijds en roteren anderzijds en is er dus sprake van een vrije knierotatie. In dit artikel gaan we nader in op de mechanismen van de "gedwongen" en "vrije" rotaties in het kniegewricht. Tevens wordt een techniek voorgesteld waarmee een beperkte slotrotatie van de knie gemobiliseerd kan worden. Onder- en bovenliggend bewegen in de knie Net als in ieder gewricht kan men bij de knie kiezen voor het beschrijven van een beweging van het onderliggende ten opzichte van het bovenliggende bot (tibia ten opzichte van femur) of van het bovenliggende ten opzichte van het onderliggende element (femur ten opzichte van tibia). In de descriptieve anatomie is de eerste manier meer gebruikelijk dan de tweede. Een voorbeeld van een beweging van de onderliggende is wanneer iemand die in een stoel zit de knie strekt (figuur 1a). Als deze persoon uit de stoel opstaat, is er sprake van een beweging van de bovenliggende (figuur 1b). Figuur 1a en b. a. Extensie in de knie van de onderliggende (tibia ten opzichte van femur). b. Extensie in de knie van de bovenliggende (femur ten opzichte van tibia).

3 Voor de rotaties in de knie geldt uiteraard hetzelfde principe. Ook hier kan de tibia ten opzichte van het femur (bijvoorbeeld) worden geëxoroteerd (figuur 2b en e). Dezélfde exorotatie door beweging van de bovenliggende (femur ten opzichte van tibia) wordt gegeven in figuur 2c en f. Bij deze laatste beweging moet de rest van het lichaam dus mee met het femur om de stilstaande tibia zwenken. (Bij het opstaan uit een stoel beweeegt overigens in feite ook het gehele lichaam mee met het femur over de stilstaande tibia heen). Functioneel gezien is de beweging van het bovenliggende femur ten opzichte van de onderliggende tibia veel belangrijker dan het omgekeerde (hieronder gaan we hier wat nader op in). Bij het passieve onderzoek naar de knierotatie wordt om praktische redenen meestal toch de tibia bewogen ten opzichte van het femur. Een aanvullend actief onderzoek uitgevoerd in stand (zoals bijvoorbeeld in figuur 2c) is echter zeer aan te bevelen. Figuur 2. a. Uitgangspositie b. Exorotatie van de onderliggende (tibia ten opzichte van femur). c. Exorotatie van de bovenliggende (femur ten opzichte van tibia). d, e en f: modelmatige voorstelling van a, b en c Functionele aspecten van de vrije knie rotatie Tijdens gaan, lopen en (ver)springen vallen de buig- en strekbewegingen van de knie sterk op. Veel minder opvallend zijn de exo- c.q. endorotaties in de knie tijdens deze voortbewegingsvormen. In ieder geval kan in de knie veel verder geroteerd worden dan nodig is voor het gaan en lopen en de vraag is hierbij: waartoe dient in het algemeen de rotatiemogelijkheid van de knie eigenlijk? (In een eerdere aflevering van deze rubriek is deze intrigerende vraag gesteld door Lagerberg et al. en werd de betekenis en noodzaak van de knie-rotatie tijdens het hurken uitvoerig besproken (5) ). Bij sommige andere dieren dan de mens is de functionele betekenis van de knierotatie tijdens het voortbewegen veel duidelijker te zien. Dit geldt met name voor reptielen als hagedissen en krokodillen. Deze dieren lopen met gebogen knieën (en ellebogen) en de noodzakelijke rotaties in de knie (en elleboog) tijdens het gaan zijn gemakkelijk te zien (figuur 3).

4 Figuur 3a t/m d. a en b: loopbeweging van een reptiel c en d: modelmatige voorstelling van a en b. E = exorotatie, I = endorotatie, P = pronatie, S = supinatie Deze rotaties in de knie (en elleboog) zijn nodig om de voeten in de looprichting te houden. Maar, mensen lopen niet zo en het is dan ook de vraag welke evolutionaire druk heeft gemaakt dat de menselijke knie gedurende de evolutie de rotatiemogelijkheden heeft behouden. We moeten ons hierbij uiteraard steeds realiseren dat mensen zich nog pas uiterst kort (in evolutionaire termen) zittend voortbewegen, over vlakke, geasfalteerde wegen gaan, niet meer achter oerherten aan hoeven te hollen om te eten, noch plotseling weg hoeven te springen om een aanvallende sabeltandtijger te ontwijken. Juist bij allerlei "fight" en "flight"acties, wenden en keren, zijwaarts wegspringen, gaan over geaccidenteerd terrein, wijdbeens een steile heuvel oprennen, in bomen klimmen enz. is er sprake van functies waarbij rotaties van het kniegewricht van het grootste belang zijn. Tevens wordt hierbij duidelijk dat deze rotaties zich afspelen bij een gebogen knie. Immers, slechts vanuit een gebogen kniepositie kan worden "afgezet" en is vluchten of vechten effectief. Roteren in de knie wanneer deze geheel gestrekt is, lijkt zinloos. Een tweetal voorbeelden van functies waarbij rotaties in de knie optreden, worden getoond in figuur 4. Figuur 4a t/m c. Voorbeelden van acties waarbij rotatie in de knie optreedt. a. Tillen van een gewicht met gespreide benen en de voeten recht naar voren. De femora zijn geëndoroteerd ten opzichte van de tibiae. b. Wenden en keren zoals bij fight-flight acties. De rechter knie staat in volledige exorotatie, de linker in volledige endorotatie. c. Voorstelling met een skeletmodel van figuur b.

5 Wij, moderne mensen, kunnen vandaag de dag alleen noch restanten waarnemen van deze evolutionaire druk op de knierotatie en wel op de enige plaats die is overgebleven van de woeste wereld van onze verre voorouders: het sportveld. Dat daar veelvuldig een gewelddadig beroep gedaan wordt op de rotaties van de knie wordt geïllustreerd door de talloze "rotatietraumata" (meniscuslaesies, voorste en achterste kruisbandlaesies, spiraalfracturen enz.). Wellicht is dit grote aantal rotatietraumata van de knie juist wel te begrijpen uit het feit dat in het dagelijks leven veel minder dan vroeger een beroep wordt gedaan op deze bewegingsmogelijkheid. Het is dan ook verbazend dat in geen enkele warming-up van geen enkele sport de knierotatie eens duchtig wordt geoefend. Mechanismen en assen bij de vrije knie rotatie Iemand staat rechtop en buigt de knie tot 90. Gelijktijdig met deze buiging exoroteert deze persoon tevens het onderbeen tot maximaal (figuur 5). De beweging blijkt zich geheel af te spelen in het sagittale vlak. De vraag is: om welke as(sen) heeft het onderbeen hierbij bewogen. Figuur 5. Flexie in de knie met gelijktijdige exorotatie van de tibia. De tibia blijkt gedurende de gehele beweging in het sagittale vlak te blijven. Alvorens hier nader op in te gaan moeten we ons eerst een aantal zaken realiseren: 1. Geen enkel object (dus ook het onderbeen niet) kan op één moment om meer dan één as roteren. Momentaan is er dus steeds sprake van één en slechts één rotatie-as. Tijdens de beweging kan de as wèl van positie en/of richting veranderen. 2. Een beweging in een gewricht kan worden beschreven met behulp van rotatievectoren. Een rotatievector wordt weergegeven als een pijl met een dubbele pijlpunt. Als we met de pijl "meekijken" is er sprake van een rechtsom-rotatie. Wijst de pijl naar ons toe, dan wordt een linksomrotatie-weergegeven (figuur 6). Figuur 6a t/m d. a. Weergave van gewrichtsbewegingen met behulp van rotatievectoren. Rl = Rotatie linksom, Rr = Rotatie rechtsom, Kl = Kanteling linksom, Kr = Kanteling rechtsom, Kv = Kanteling voorover, Ka = Kanteling achterover. b. uitgangspositie model. c. Kanteling voorover (bijvoorbeeld flexie van de tibia). d. Rotatie linksom (bijvoorbeeld exorotatie van het linkerbeen of endorotatie van het rechterbeen).

6 De buiging plus de gelijktijdige exorotatie van het onderbeen kan volgens punt 2 weergegeven worden met twee rotatievectoren als weergegeven in figuur 7a. Echter, zoals in punt 1 gezegd, het onderbeen kan niet tegelijkertijd om deze twee "assen" bewegen. Maar omdat rotatie-vectoren vectoren zijn, mogen we ze samenstellen tot één resulterende "scheve" rotatievector (= gewrichts-as) (figuur 7b). Het lijkt er dus op dat de beschreven beweging in de knie (flexie plus gelijktijdige exorotatie) zich heeft voltrokken om de getoonde as A in figuur 7b. Figuur 7a en b. a. E = rotatievector voor de exorotatie, F = rotatievector voor de flexie. b. Het onderbeen lijkt bewogen te hebben om de as A (dit is immers de resultante van E en F). Alhoewel er op het eerste gezicht niks met deze redenering mis lijkt, schuilt er toch een forse adder onder het gras. Wanneer we namelijk een preparaat vanuit strekstand tot bijvoorbeeld 90 flexie over het volle traject om een dergelijke scheve as bewegen (figuur 8b), blijkt dat de eindpositie geheel anders is dan in figuur 8a (figuur 8a is identiek aan de situatie in de figuren 5 en 7). Het gehele onderbeen is nu ver naar mediaal gedevieerd en dus is er tevens sprake van een beweging in het frontale vlak (en eveneens in het transversale vlak). Figuur 8a en b. a. Ter vergelijk nogmaals de situatie bij flexie van de tibia met gelijktijdige exorotatie (overeenkomstig de figuren 5 en 7). b. Situatie bij werkelijk bewegen om een scheve as (overeenkomstig de as c.q. de rotatievector A in figuur 7b). De tibia blijkt nu ver naar mediaal gedevieerd te zijn en geroteerd te hebben om haar lengte-as. De eindpositie is dus geheel anders dan in figuur a.

7 U kunt dit fenomeen zelf met een buitengewoon simpel model nagaan. Neem een strook karton of stevig papier. Maak hierin een scheve vouw in de richting als in figuur 9a, houdt de strook rechtop voor U en beweeg de onderkant van de strook om deze vouw vanuit de "strekstand" naar de "buigstand". U ziet dat de onderkant ruimtelijk zowel "buigt" als "opzij devieert" als "om zijn lengte as draait" (figuur 9b). Figuur 9a en b. Modelmatige voorstelling van figuur 8b. a. Een strook karton met een scheve vouw (V). b. Beweging van het onderste deel (de tibia ) laat een identieke positie zien als in figuur 8b. De discrepantie tussen figuur 8a en 8b komt doordat we er bij de constructie van de resulterende scheve as eigenlijk impliciet van uit zijn gegaan dat beide vectoren (zowel die voor de buiging, als die voor de rotatie) niet van plaats of richting zouden veranderen tijdens de beweging van het onderbeen. Maar, dat is kennelijk niet zo. De as voor de (vrije) rotatie beweegt in werkelijkheid mee met het onderbeen (figuur 10). Anders gezegd: in de knie bepaalt de mate van rotatie om de ene as (flexieextensie-as) de richting van de andere as (de exo-endorotatie-as) en vice versa bij beweging van het bovenbeen ten opzichte van het onderbeen. Figuur 10. De as voor de vrije exo-endorotatie van de tibia beweegt met de tibia mee tijdens flexie.

8 In de techniek staat een dergelijke verbinding, waarbij de mate van beweging om de ene as de richting van de andere as bepaalt, bekend als een "cardan-as" (ook wel "Hooke's joint" of "universal joint" genoemd). We tonen enkele voorbeelden hiervan in figuur 11. Figuur 11. a, b en c: enkele voorbeelden van de technische cardan-as (ook wel Hooke's joint of universal joint genoemd). Rotatie van een element om de as van het andere element bepaalt de richting van de as van het eerste element. Hierbij dient men zich echter te realiseren dat er een belangrijk verschil bestaat tussen een technische cardan-verbinding en het knie gewricht. We proberen dit te verduidelijken in figuur 12. Figuur 12a t/m c. Verschil tussen een technische cardan-as en de cardan verbinding van de knie. a. Technische cardan-as: beide elementen staan loodrecht op de assen. b en c. Cardan verbinding als in de knie. Het bovenste element ( femur ) staat loodrecht op de (flexie-extensie)- as. Het onderste element ( tibia ) staat in het verlengde van de (exo-endorotatie)-as. Buiging om de as van het femur bepaalt de richting van de rotatie-as van de tibia (c).

9 Bij een technische cardan-verbinding staan beide elementen dus loodrecht op de assen. Bij de "cardanverbinding" van het kniegewricht staat het femur weliswaar loodrecht op de ene as (flexie-extensie-as) doch het onderbeen ligt in het verlengde van de 2e as (exo-endorotatie-as). Toch is het model van een "cardan-as" in ons geval nuttig om enig inzicht te krijgen in de zinvolheid van het kniegewricht-"ontwerp". In de knie komen we, van boven naar beneden kijkend, eerst de flexie-extensie-as van het onderbeen tegen en pas daaronder ligt de rotatie-as. De flexie-extensie-as zit "aan het femur geplakt" en de exoendorotatie-as zit "aan de tibia vast" (figuur 13a). Stel nu eens dat de knie andersom was gebouwd. Het femur heeft dan aan het uiteinde het "femur-plateau" en de tibia heeft bij de knie twee "tibia-condylen. Veronderstel tevens dat de twee beweging-assen eveneens omgekeerd zitten: de rotatie-as is bevestigd aan het femur en de flexie-extensie-as aan de tibia. Dan hadden wij een merkwaardig kniegewricht (figuur 13b). Figuur 13. a. De knie in werkelijkheid. F = femur (met condylen), T = tibia (met plateau. b. Denkbeeldige (omgekeerde) knie, waarbij het femur een femurplateau heeft en de tibia is uitgerust met twee tibiacondylen. De flexie-extensie-as en de exo-endorotatie-as staan eveneens ondersteboven. In het algemeen is het interessant zich af te vragen wat de functionele consequenties zouden zijn indien in het skelet alle koppen en kommen andersom waren geplaatst (dus de scapula en het acetabulum hadden een gewrichtskop en humerus en femur een kom aan het craniale uiteinde, enz.). Op het oog zou dit er voor een aantal gewrichten (schouder en heup bijvoorbeeld) weinig of niets toe doen, in ieder geval niet voor de grootte van de bewegingsuitslag. Voor andere gewrichten, zoals de knie en het sterno-claviculaire gewricht, zijn de consequenties duidelijker. Een grondige analyse van dit probleem zou zeer de moeite waard zijn.

10 De functionele consequenties van de omkering van gewrichtsprofielen en assen van de knie worden duidelijk gemaakt in figuur 14. Figuur 14a t/m c laat ter vergelijk de normale situatie zien. In figuur 14e wordt getoond wat de beweging zou zijn van de tibia ten opzichte van het bovenbeen bij een "omgekeerde" knie. Er is sprake van een deviatie (in dit voorbeeld naar mediaal). Deze zou echter niets extra's opleveren omdat eenzelfde posite van het onderbeen (en dus van de voet) bereikt kan worden door bij een gestrekte heup en rechthoekig gebogen knie een (exo)rotatie in de heup uit te voeren. Iets soortgelijks geldt voor de beweging van het femur ten opzichte van de tibia. Er zou slechts een "eigenrotatie" van het femur om diens lengte-as (dus tussen heup en knie) mogelijk zijn, welke niets bijdraagt aan de positionering van de voet. En dat is uiteindelijk waar het hele been met diens gewrichten voor bedoeld is: de positionering van de voet. In de normale situatie leiden de rotaties in heup en knie tot verschillende posities van de voet. In de "omgekeerde" situatie zou echter de beweging van de onderliggende tibia ten opzichte van het femur redundant ("overbodig") zijn, terwijl de beweging van het bovenliggende femur ten opzichte van de tibia volstrekt zinloos zou wezen. Figuur 14 a, b en c: bewegingsmogelijkheden van een normale knie. a. uitgangspositie. b. flexie plus exorotatie van de onderliggende. c. flexie plus exorotatie van de bovenliggende. d, e en f: bewegingsmogelijkheden van een denkbeeldige omgekeerde knie. d. uitgangspositie. e. flexie plus deviatie naar mediaal van de onderliggende. Deze beweging is redundant omdat eenzelfde positie bereikt zou kunnen worden door in de situatie als in figuur b het femur om zijn lengte-as linksom te roteren. f. eigenrotatie van het femur om diens lengte-as. Deze beweging is zinloos omdat er geen positie verandering zou optreden van het bekken, noch van het onderbeen. Het femur draait alleen maar tussen heup en knie om zijn eigen as. Functionele aspecten van de slotrotatie Aan de slotrotatie van de knie wordt altijd grote aandacht geschonken. De functionele betekenis die er over het algemeen aan wordt toegekend is het "komen in een close packed position", het bereiken van een "stabiele eindstand" van het gewricht waarbij de rotatie zou zorgen voor het op spanning komen van de ligamenten in en rond de knie.

11 Dat is echter een merkwaardige opvatting. Gewrichten hoeven in principe niet te roteren om in een closepacked position te komen. Een stabiele eindstand in een gewricht wordt veroorzaakt door het vanaf een bepaalde hoekstand plotseling volledig congruent worden van kop en kom. De ligamenten zijn zo gemaakt dat zij precies passen bij de bewegingsbaan die de, volkomen discongruente profielen, ten opzichte van elkaar maken, vóór het bereiken van de close-packed position. Het woord "discongruentie" slaat hier overigens alleen op de vorm. De profielen zijn kinematisch gezien volkomen congruent: in iedere positie maken zij precies - en op door profielvorm en ligament-geometrie exact bepaalde plaatsen - contact met elkaar (figuur 15a). Op het moment dat de profielen zuiver congruent worden is verdere beweging daardoor automatisch geheel onmogelijk Reeds eerder is het fenomeen van de close-packed position van gewrichten in dit tijdschrift beschreven (4). We verduidelijken het voorgaande in figuur 15b en c. Hier is sprake van een stabiele eindstand zonder enige rotatie om een verticale as. (Dat laatste kan zelfs niet in dit "platte", twee-dimensionale model). Figuur 15a t/m c. a. Voor wat betreft de vorm zijn kop en kom volkomen discongruent. In iedere positie maken kop en kom echter op volkomen gedefinieerde plaatsen onderling contact. Er is dus sprake van een volledige kinematische congruentie. b. Het kruisbandstelsel stuurt de kop langs de baan van profiel P3. Het laatste deel van de kom (P2) wijkt echter af van P3 doordat dit stuk congruent is gemaakt aan het profieldeel P1 op de kop. c. Zodra P1 en P2 met elkaar in contact zijn gekomen is er sprake van vorm-congruentie en is verdere beweging geheel onmogelijk. Het gewricht loopt in zichzelf vast.

12 Mechanismen en assen van de slotrotatie De wijze waarop de slotrotatie van de knie tot stand komt, is in de literatuur niet erg eenduidig beschreven. Meestal wordt aangenomen dat de slotrotatie wordt veroorzaakt doordat de laterale femurcondyl langer is in voor-achterwaartse richting dan de mediale (3,7) maar ook wordt wel het tegenovergestelde beweerd: de mediale femurcondyl zou 1.7 cm langer zijn in voor-achterwaartse richting dan de laterale (6). Ook wordt wel gedacht dat het fenomeen van de slotstrekking in geheel onbelaste situaties niet optreedt (1), terwijl ander (recent) onderzoek laat zien dat bij geheel onbelaste situaties het femur zelfs tijdens de gehele flexiebeweging exoroteert en tijdens de gehele extensiebeweging endoroteert (8). Ook wordt de slotrotatie wel toegeschreven aan spanningsverschillen tussen de kruisbanden, de krommingsverschillen van de femurcondylen, het verschil in beweeglijkheid van de laterale en mediale meniscus en/of aan spieracties (m.quadriceps en m.popliteus) (2). Wij willen als bijdrage aan deze discussie over het mechanisme van de slotrotatie graag wijzen op een geheel ander fenomeen van het kniegewricht en wel op de veranderende richting van de flexie-extensie-as tijdens buigen en strekken van de knie. In figuur 16a wordt een femur getoond, liggend op een onderlaag. De schacht van het femur ligt precies in het sagittale vlak (stippellijn). Wanneer we het femur rechtop zetten (figuur 16b), waarbij we ervoor zorgen dat de femurschacht steeds precies in het sagittale vlak blijft, dan zien we in de "strekstand" dat er een hoogteverschil (H) bestaat tussen de femurcondylen: de laterale condyl raakt de onderlaag niet meer. Figuur 16a en b. a. Een femurpreparaat ligt plat op de onderlaag. De schacht van het femur is evenwijdig aan het sagittale vlak (verticale stippellijn) geplaatst. b. Het femurpreparaat is rechtop gezet waarbij de schacht in het sagittale vlak is gehouden. Er blijkt een hoogteverschil te bestaan tussen laterale en mediale condyl. De laterale condyl bevindt zich op een afstand H boven de onderlaag. In het kniegewricht zou dat tot de onmogelijke situatie leiden dat in de buigstand beide condylen wel op het tibiaplateau rusten (figuur 17a), doch in de strekstand het femur "zijn pootje zou optillen" en slechts met de mediale condyl op de tibia zou rusten, terwijl de laterale er boven zou zweven (figuur 17b). Dat gebeurt natuurlijk niet en wel omdat het femur tijdens het strekken in het frontale vlak "meekantelt" en in een gevalgiseerde positie uitkomt (vergeleken met de buigstand) (figuur 17c). Dit valgiseren treedt, zoals blijkt uit proefjes met een skeletpreparaat, inderdaad het duidelijkst op in ongeveer de laatste graden strekking. In deze fase neemt het hoogteverschil tussen laterale en mediale condyl dus het meest toe. Figuur 17. a. Femur in 90 flexie op de

13 tibia. De schacht ligt evenwijdig met het sagittale vlak (verticale stippellijn). De flexie-extensie-as van het femur ligt horizontaal (horizontale stippellijn). b. Femur in strekstand op de tibia. De schacht is steeds evenwijdig met het sagittale vlak gehouden. De flexieextensie-as zou nog steeds horizontaal lopen, maar het femur zou zijn pootje optillen? c. In werkelijkheid valgiseert het femur tijdens de strekking ten opzichte van de tibia en blijft het contact tussen beide condylen en het tibiaplateau gehandhaafd. De flexie-extensie-as zit vast aan het femur en kantelt mee: de as komt scheef te staan. De flexie-extensie-as zit, zoals eerder vermeld "vast" aan het femur en kantelt dus met het femur mee. Hierdoor komt deze as, welke in de buigstand horizontaal loopt, in de strekstand "scheef" te staan ten opzichte van het in het horizontale vlak liggende tibiaplateau (vergelijk figuur 17a en 17c). Deze scheve as kan worden weergegeven als een rotatievector (A in figuur 18). Wanneer we deze rotatievector ontbinden blijkt het femur inderdaad tijdens de strekking (E) een endorotatie (I) uit te voeren, geheel overeenkomstig bij de slotrotatie plaatsvindt. Figuur 18. De scheve as (A) kan ontbonden worden in een rotatievector E, welke de extensiecomponent weergeeft en een vector I welke de endorotatiecomponent (van het femur) beschrijft. Omdat alleen om één as tegelijk kan worden bewogen (dus om de schuine as A) treden de extensie en rotatie altijd gezamenlijk op. In figuur 19 hebben we het laatste deel van de strekking om de scheve as nagebootst met behulp van een skeletpreparaat waar een scheve as doorheen is geboord.. De noodzakelijk optredende rotatiecomponent is het duidelijkst te zien aan de op het femur bevestigde marker (M); deze draait tijdens de slotstrekking naar mediaaldorsaal weg, hetgeen betekent dat het femur een endorotatie heeft ondergaan.

14 Figuur 19a en b. Simulatie van de slotstrekking met een model. a. Uitgangspositie van het femur in ca. 30 flexie. M is een marker welke op de ventro-mediale zijde van de mediale condyl is geplakt. b. Na rotatie tot volledige extensie om de scheve as blijkt de marker naar mediaal-dorsaal te zijn weggedraaid als gevolg van de endorotatiecomponent van de beweging. De tegelijkertijd opgetreden valgisering is eveneens duidelijk te zien. Zeer recent onderzoek (8) geeft steun aan het hierboven, modelmatig afgeleide, bewegingsmechanisme tijdens de slotstrekking. In figuur 20 tonen we de in dit onderzoek gevonden positie en richting van de flexie-extensie-as. (De metingen werden verricht met een geavanceerd 3-D elektro-magnetisch meetsysteem). In het transversale vlak verplaatst de flexie-extensie-as vanuit gebogen (9) naar gestrekte (1) knie-positie van achter naar voor. In het frontale vlak kantelt de as daarbij van een horizontale positie in de buigstand (9) naar een schuine positie in de strekstand (1). Tevens is goed te zien dat de kanteling naar het eind van de strekking duidelijker optreedt dan in de buigstanden (te zien aan de grotere afstanden tussen de as-posities naarmate de strekstand meer wordt bereikt). Figuur 20a en b. Overgenomen van: Wilson D., Feikes J., Zavatsky A., O'Connor J., The components of passive knee movement are coupled to flexion angle. Journal of Biomechanics 33 / 4 (2000), pp a. Posities in het transversale vlak van de flexie-extensie-as van flexie (9) naar extensie (1). b. Posities in het frontale vlak van de flexie-extensie-as van flexie (9) naar extensie(1). De as blijkt ook in werkelijkheid de, door ons modelmatig afgeleide, schuine positie in te nemen In figuur 21 laten we tenslotte nog een keer zien, aan de hand van een preparaat en een simpel model, hoe de slotrotatie van de knie te begrijpen is uit de scheve positie van de flexie-extensie-as in (met name) het laatste deel van de extensie. Figuur 21. a en b: De

15 slotstrekking om de schuine as nogmaals voorgesteld met behulp van een skeletpreparaat. M = marker. c en d: Idem a en b met behulp van een eenvoudig model. Mobilisatie van de slotrotatie Het mobiliseren van de slotextensie van de knie behoort tot het dagelijks werk van de fysiotherapeut. (Althans, dat lijkt ons een betere optie dan de patiënt leren om te "copen" of te "leren leven" met zijn beperkte knie, zoals tegenwoordig in de fysiotherapie nogal eens wordt gesuggereerd). De bestaande technieken voor deze mobilisatie zijn van velerlei aard. Alvorens te gaan onderzoeken welke van deze technieken het meeste resultaat geeft, lijkt het zinnig eerst op theoretische gronden na te gaan of deze technieken recht doen aan de wijze waarop de natuur de knie heeft doen functioneren. Dat spaart een hoop zinloos werk. De techniek zoals hieronder wordt beschreven (figuur 22), pretendeert niet "de beste" te zijn, of zelfs maar "te werken". Het enige is dat deze handgreep recht lijkt te doen aan het mechanisme van de slotextensie van de menselijke knie en aan een aantal basisprincipes welke voor elk gewricht gelden. Figuur 22. Mobilisatie van de slotextensie van de knie. Volledige beschrijving in de tekst. Uitgangshouding: Ruglig. Een massagerol is iets boven het midden van de kuit geplaatst van het te mobiliseren been (in ons voorbeeld het rechter) en de knie ligt hierdoor in flexie (ca graden) (figuur 22a). Positie van de fysiotherapeut: De fysiotherapeut (FT, figuur 22c) staat aan de zijde van het te mobiliseren been (dus in ons voorbeeld aan

16 de rechterzijde van de patiënt), met het gezicht naar het hoofdeinde van de bank. Handvatting: De linkerhand omvat in bovengreep de latero-ventrale zijde van het bovenbeen van de patiënt (1, figuur 22c). De duim van de rechterhand (2, figuur 22c) ligt op de ventrale zijde van de mediale femurcondyl. De pink en ringvinger van de rechterhand zijn geplaatst op de dorsale zijde van het mediale tibiaplateau (4, figuur 22c). De mediale zijde van de rechter elleboog rust tegen de mediale zijde van de tibia (3, figuur 22c). Uitvoering: De linkerhand beweegt het femur naar dorsaal, mediaal met gelijktijdige endorotatie (1, figuur 22d). De knie wordt hierdoor geëxtendeerd (figuur 22b). De duim van de rechterhand drukt de mediale femurcondyl naar dorsaal en bewerkstelligt dus mede de extensie en endorotatie van het femur (2, figuur 22d). De pink- en ringvinger oefenen druk uit op het mediale tibiaplateau naar ventraal (4, figuur 22d). De tibia "blijft hierdoor achter" bij het femur tijdens de strekbeweging van de knie. De schuifbeweging van de mediale femurcondyl naar dorsaal wordt hierdoor vergroot. De duim van de rechterhand enerzijds en de pink en ringvinger anderzijds "werken dus tegen elkaar in" door resp. een beweging van de femurcondyl naar dorsaal en het gelijktijdig hierbij achterhouden van het mediale tibiaplateau. Tijdens deze strekbeweging in de knie oefent de mediale zijde van de rechter elleboog druk uit op de mediale zijde van de tibia en accentueert hiermee de valgus beweging in de knie (3, figuur 22d). LITERATUUR 1. Blankevoort L., Huiskes R. Biomechanische aspecten van de knie. In: Biomechanica (red. R. Huiskes). Samson Stafleu (1987). 2. Drukker J., Jansen J. Compendium Anatomie. Uitgeversmaatschappij de Tijdstroom BV (1975). 3. Kapandji I. The Physiology of the joints (Volume 2). Churchill Livingstone (1970). 4. Kistemaker D. Evenwicht in het gewricht in de close-packed position. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie, 18e jrg. (2000), no.4., pp Lagerberg A., Hairwasser E. Hurken en Knierotatie. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie, 17e jrg. (1999), no.1., pp Snijders C., Nordin M., Frankel V. Biomechanica van het spier-skeletstelsel. Uitgeverij Lemma BV (1995). 7. Warwick R., Williams P. Gray's Anatomy Longman (1973). 8. Wilson D., Feikes J., Zavatsky A., O'Connor J. The components of passive knee movement are coupled to flexion angle. Journal of Biomechanics 33 / 4 (2000), pp

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Het partieel immobiliserende verband van de knie.

Het partieel immobiliserende verband van de knie. Het partieel immobiliserende verband van de knie. De knie is een gecompliceerd gewricht. - Het heeft een ingewikkeld meervoudig bandsysteem. - Het bestaat uit niet congruente gewrichtsvlakken - Het heeft

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Beweging, beperking en mobilisatie van het patellofemorale gewricht Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 340-361 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp ) Auteur(s): W. Schuëngel, E. Takens Titel: De sturende funktie van de menisci bij de slotrotatie Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 71-80 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Oefeningen menselijk lichaam Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Eenvoudige oefeningen voor de bovenbeen spieren bijvoorbeeld na een operatie aan het kniegewricht of immobilisatie van het kniegewricht.

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een lijn, een vlak

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog Patiënteninformatie Bewegen bij gewrichtsklachten Aanbevolen door de reumatoloog Inhoud Inleiding 3 Bewegen voor gewrichten.3 Oefeningen bij nekklachten...4 Oefeningen bij schouderklachten.8 Oefeningen

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN Maximale ontspanning voor uw rug De rug is zo maximaal ontspannen. De armen liggen langs het lichaam. De knieën zijn 90 graden gebogen en liggen op een

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17) Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning. Warming up Losdraaien schouders, handen op de schouders Losdraaien heupen, alleen draaien niet slingeren. Romprotaties Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Nadere informatie

KNZB applicatie MOZ landtraining

KNZB applicatie MOZ landtraining KNZB applicatie MOZ landtraining Praktijk oefeningen Stahouding Ingezakte houding Actieve stahouding Squathouding Foute squathouding Juiste squathouding Controle transversus Neutraal, geen aanspanning

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, E. Koes, F. Krijgsman Titel: Kompensaties bij de beperkte heupextensie. Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: 24-51 Deze online uitgave

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND RUGOEFENINGEN MOBILISEREND Knieën zijwaarts Been uitstrekken - Beweeg de knieën tegelijk naar links en vervolgens naar rechts. Variatie: strek het bovenste been in uiterste positie over het andere been

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

! Fig. 1: hoekstandsverandering grote teengewricht (10, 11)

! Fig. 1: hoekstandsverandering grote teengewricht (10, 11) 1. Oefeningen. We komen dan tot de volgende lenigmakende oefeningen, die specifiek zijn voor het hardlopen. Het zijn oefeningen die de mobiliteit in de gewrichten van de grote teen, voet, enkel, knie,

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie Rompstabilisatie Superman handen- en knieënsteun Ik strek mijn arm (of ) Ik strek mijn arm en tegenovergesteld elk / elke arm 2 seconden houden Superman met tikken handenen knieënsteun Ik strek mijn arm

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles! Schouders Ga met je linkervoet goed stevig op de dynaband staan en houd met je rechterhand de dynaband vast. Strek je arm naar de rechterzijkant uit tot boven je schouder en kijk je rechterhand na. Breng

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug

Nadere informatie

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant.

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant. Oefeningen Sterke en geoefende buikspieren zijn belangrijk. Omdat ongetrainde en slappe buik- en rugspieren kunnen zorgen voor een slechte houding en rugklachten. Bouw het oefenen van de buikspieren langzaam

Nadere informatie

Sichido: de zeven posities met tekeningen van Dominique Zaugg

Sichido: de zeven posities met tekeningen van Dominique Zaugg Sichido: de zeven posities met tekeningen van Dominique Zaugg Voorbereiding Stap 1: Yo-I Stap 2: Yumidaoshi Het oproepen van de juiste geestesgesteldheid Het neerlaten van de Yumi De linkerhand houdt de

Nadere informatie

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal

Nadere informatie

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie -

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie - RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE - Patiëntinformatie - Algemene richtlijnen Alle stretchingsoefeningen, mobilisatie-en stabilisatieoefeningen uitvoeren binnen de pijngrens

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Lage rugpijn Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Inleiding Lage rugpijn Rugklachten komen veel voor. 4 van de 5 mensen heeft weleens te maken met rugpijn. In veel gevallen

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van 1) Zit, bekken voorwaarts gekanteld, 1 been gestrekt, het andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de armen reikt men voorwaarts op het gestrekte been, de handen ter hoogte van het onderbeen,

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 298-319

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 298-319 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 298-319 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden. Schouder stabiliseren Het schoudergewricht is voor de stabiliteit tijdens bewegen gebaat bij een goede controle en een goede spierkracht van de dieper gelegen spieren. Deze spieren centreren de kop van

Nadere informatie

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Oefenbundel Einde Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG : hol/bol maken van wervelkolom 10x. Stretching 1 knie: neem

Nadere informatie

Oefeningen. voor de lage rug

Oefeningen. voor de lage rug Oefeningen voor de lage rug Stretching Alle stretchingsoefeningen worden aan elke zijde 2x herhaald. De oefeningen worden 30 seconden aangehouden. 1. Stretching M. Gastrocnemius (kuitspier) Neem een voor-

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 303-318 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Waarom meten Podologen zoveel?

Waarom meten Podologen zoveel? Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

Zomerfit Pagina 1 van 5

Zomerfit Pagina 1 van 5 Zomerfit Pagina 1 van 5 1. Brug in ruglig met calf raises Neem plaats in ruglig met de kniëen gebogen, waarbij de voeten plat op de mat staan. Til het bekken op tot een brugpositie en ga op de tenen staan.

Nadere informatie

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s.

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s. Naam: Geb.datum: ONDERZOEK KNIE Datum onderzoek... Naam onderzoeker Beroep Hobby s.... Werkbelasting / houding. Sport.. Voorkeursbeen.links / rechts Klachten.links / rechts ANAMNESE Belangrijkste klachten...

Nadere informatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie Paramedische ziekenhuiszorg - fysiotherapie Krachtoefeningen bij hartrevalidatie U krijgt deze folder omdat we u willen helpen bij het lichamelijke herstel van de gevolgen van uw hartaandoening. Daarnaast

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Mobiliseren van het onderste spronggewricht Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Titel: Faber H, Lagerberg A Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 329-353 Deze online uitgave

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

Core stability training

Core stability training Core stability training Oefening 1: Uitgangspositie: liggend op de buik. Plaats de ellebogen recht onder de schouders. De vuisten wijzen naar voren. Breng vervolgens de buik van de grond door te steunen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het heup- en si-gewricht: een funktionele eenheid? Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 226-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Chondromalacie patellae Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 116-138 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Chondropathie Patellae

Chondropathie Patellae Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl Chondropathie

Nadere informatie

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Bruggetje Ga op je rug liggen. Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond. Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel

Nadere informatie

Sportprogramma voor stomadragers

Sportprogramma voor stomadragers Patiënteninformatie Sportprogramma voor stomadragers Sporten om te herstellen en fit te blijven U bent geopereerd en er is bij u een stoma aangelegd. Wij begrijpen dat dit een hele verandering voor u is.

Nadere informatie

De Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie 20-09-07 medisch centrum aarveld

De Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie 20-09-07 medisch centrum aarveld De Knie diagnostische testen Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut Het blijkt, dat met de anamnese, lichamelijk onderzoek en röntgenfoto de diagnose van knieklachten in 83% van de gevallen correct

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 5 (pp ) Auteur(s): J. Mens, C. Riezebos, A. Lagerberg, P. van der Meer Titel: Reaktie op: Biokinematica van de sacroiliacale keten Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 266-277 Deze

Nadere informatie

Inleiding. Anatomie. Humerus

Inleiding. Anatomie. Humerus Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als

Nadere informatie

Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics-

Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics- Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics- Uitleg voor de patiënt Oefening 1 en 2 zijn gericht op het activeren van de musculus tranversus abdominis (TVA). Middels het bewust en gecontroleerd aanspannen

Nadere informatie

Auteur(s): A. Baylé Titel: Momentane rotatie-centra. en kniebandtesten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-23

Auteur(s): A. Baylé Titel: Momentane rotatie-centra. en kniebandtesten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-23 Auteur(s): A. Baylé Titel: Momentane rotatie-centra en kniebandtesten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-23 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam: Rekoefeningen onderlichaam Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam: Bilspieren Ga op de rug liggen. Hef de rechterknie en houd deze met beide handen vast. Trek de rechterknie

Nadere informatie

Oefeningen voor beenspieren

Oefeningen voor beenspieren Oefeningen voor beenspieren Borstpass op één been Gooi de bal heen en weer. Staan op je rechtervoet betekent gooien met de linkerarm en andersom. Vang de bal met beide handen en gooi hem terug met één

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: Bekkenmobiliteit in zit Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: Bekkenmobiliteit in zit Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: Bekkenmobiliteit in zit Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 156-169 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

1 HOS LWK FT H'str. Individueel samengesteld programma voor

1 HOS LWK FT H'str. Individueel samengesteld programma voor G. RUGLIG: Een opgevouwen handdoek wordt onder de borst wervelkolom gelegd. In 7 a 8 kleine stappen gaat u van hoog naar laag of andersom. De spanning 10 seconden vasthouden per stap. De oefening 2 x herhalen.

Nadere informatie

Instructies: Instructies:

Instructies: Instructies: 1. Ga op je buik op een gymnastiek mat liggen. Leg je onderarmen naar voren(boven je lichaam), de voeten op de topjes van de tenen. Span nu je buikspieren aan. 2. Til je lichaam omhoog, tot de zogenaamde

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

Eenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder

Eenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder Eenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder De oefeningen moeten enkele malen tot tien keer achter elkaar worden herhaald en minstens een tot driemaal per dag worden gedaan. Het is beter vaak en

Nadere informatie

Oefenprogramma Core Stability

Oefenprogramma Core Stability Oefenprogramma Core Stability Een woordje uitleg Wat wordt er eigenlijk bedoeld met Core? Dit is in feite het gebied van de rug, de buik en het bekken. De romp is het centrum van de functionele bewegingsketen

Nadere informatie